Reactie op verzoek commissie over de stand van zaken inzake de uitvoering van de motie van het lid Van Kent over financiële afhankelijkheid van productiewerk in re-integratietrajecten
Initiatiefnota van de leden Jasper van Dijk en Peters over “Aan de slag in het Sociaal Ontwikkelbedrijf; op naar een gerevitaliseerde Sociale Werkvoorziening”
Brief regering
Nummer: 2021D27230, datum: 2021-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35644-11).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35644 -11 Initiatiefnota van de leden Jasper van Dijk en Peters over “Aan de slag in het Sociaal Ontwikkelbedrijf; op naar een gerevitaliseerde Sociale Werkvoorziening”.
Onderdeel van zaak 2021Z12668:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-07-06 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-14 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-02-23 18:00: Participatiewet/Breed Offensief (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-03-10 15:04: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 644 Initiatiefnota van de leden Jasper van Dijk en Peters over «Aan de slag in het Sociaal Ontwikkelbedrijf; op naar een gerevitaliseerde Sociale Werkvoorziening»
Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2021
Hierbij stuur ik u mijn reactie op de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 juni 2021 met het verzoek u te informeren over de stand van de zaken betreffende de uitvoering van de motie van het lid Van Kent over financiële afhankelijkheid van productiewerk in re-integratietrajecten (Kamerstuk 35 644, nr. 5). Met de motie wordt verzocht te onderzoeken in hoeverre sw-bedrijven dan wel gemeentelijke re-integratiebedrijven financieel afhankelijk zijn van productiewerk in re-integratietrajecten.
Voor de beantwoording van deze motie is allereerst van belang om te weten hoe vaak het voorkomt dat productiewerk verricht wordt bij gemeentelijke sociaal ontwikkelbedrijven1 tijdens een re-integratietraject. Het gaat dan om re-integratietrajecten waarbij mensen werken met behoud van uitkering. Vervolgens is de vraag wat dit werk de bedrijven en daarmee indirect de gemeenten financieel oplevert.
Voor het beantwoorden van deze vragen ontbreekt een goed beeld. In reactie op de eerste vraag is slechts bekend hoeveel re-integratie trajecten door gemeenten zijn ingezet via de sociaal ontwikkelbedrijven. De sectorinformatie van Cedris over 2019 meldt een totaal van 23.000 trajecten. Niet duidelijk is echter of met deze trajecten een bijdrage wordt geleverd aan het resultaat van deze bedrijven. Daarom stel ik een nader extern onderzoek in. Dit onderzoek is momenteel in voorbereiding en duurt naar verwachting maximaal een half jaar. Na afronding zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Verzamelterm voor zowel de klassieke Sw-bedrijven als andere gemeentelijke werkbedrijven waar productiewerk wordt verricht in het kader van de Participatiewet.↩︎