Motie van de leden Peters en Van der Woude over ook rapporteren over de voortgang van de individuele instellingen
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021
Motie
Nummer: 2021D27274, datum: 2021-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-VIII-265).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.H. van der Woude, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 VIII-265 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2021Z12687:
- Indiener: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.H. van der Woude, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-07-05 11:00: Onderwijs en corona mbo en ho (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021
Nr. 265 MOTIE VAN DE LEDEN PETERS EN VAN DER WOUDE
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 5 juli 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er 368 miljoen naar de mbo- en h.o.-instellingen gaat om uitval en achterstand in brede zin van studenten als gevolg van de coronamaatregelen tegen te gaan;
constaterende dat er monitoringsafspraken gemaakt zijn waarin afgesproken is dat de rapportage niet rechtstreeks herleidbaar is tot de individuele instellingen en dat in deze afspraken niks staat over de financiële verantwoording;
van mening dat we discussies over een goede besteding van middelen, zoals tijdens de voorinvesteringen, moeten voorkomen;
verzoekt de regering, om bij de rapportage aan de Kamer ook te rapporteren over de voortgang van de individuele instellingen en de financiële voortgang hier ook in mee te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Van der Woude