Klimaat en energie (ongecorrigeerd stenogram)
Stenogram
Nummer: 2021D29272, datum: 2021-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2021-07-07 10:00: Klimaat en energie (Notaoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer, Klimaat en energie
VERSLAG VAN EEN NOTAOVERLEG
Concept
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft op 7 juli 2021 overleg gevoerd met mevrouw Yeşilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat - Klimaat en Energie, over:
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 9 april 2021 inzake beantwoording vragen, gesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 1 februari 2021, over Net op zee Ten noorden van de Waddeneilanden (NOZ TNW) (35092, nr. 26);
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 9 april 2021 inzake evaluatie inzake Opslag Duurzame Energie en toekomstverkenning ODE (30196, nr. 752);
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 28 april 2021 inzake eindrapport van de Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 "Het energiesysteem van de toekomst" (32813, nr. 684);
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 28 april 2021 inzake ibo financiering energietransitie "Beleidsmatige keuzes in kosten, prikkels en verdeling" (32813, nr. 689);
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 28 april 2021 inzake visie op het warmtesysteem en de ontwikkeling daarvan (30196, nr. 754);
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 21 april 2021 inzake uitvoering van de motie van de leden Sienot en Dik-Faber over input ophalen bij partners van het Klimaatakkoord en de brede samenleving (Kamerstuk 35570-XIII, nr. 37) (32813, nr. 685);
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 21 april 2021 inzake update transportcapaciteit op het elektriciteitsnet (29023, nr. 268);
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 28 april 2021 inzake adviesrapport van de Stuurgroep Extra Opgave over de elektriciteitsbehoefte vanuit de industrie (32813, nr. 683);
de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 17 mei 2021 inzake reactie op de anti-arbitrageprocedures tegen RWE en Uniper bij Duitse rechter (35570-XIII, nr. 81);
de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie d.d. 8 juni 2021 inzake voorlopige resultaten SDE++ 2020 en voortgang SDE++ 2021 (31239, nr. 332);
de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie d.d. 9 juni 2021 inzake reactie op verzoek commissie inzake het TNO-onderzoek "Energie-infrastructuren 2030" (32813, nr. 733);
de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie d.d. 9 juni 2021 inzake reactie op verzoek commissie over een brief aan de gemeente Amsterdam inzake windturbines en gezondheid (33612, nr. 75);
de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie d.d. 25 juni 2021 inzake uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Thijssen c.s. over aanvullende maatregelen om de Urgendadoelstelling structureel te halen (Kamerstuk 35668, nr. 41) (2021Z11926);
de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie d.d. 24 juni 2021 inzake beantwoording resterende vragen die gesteld zijn tijdens het commissiedebat Klimaat en energie 10 juni 2021 (32813, nr. 737).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken
en Klimaat,
Azarkan
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en
Klimaat,
Nava
Voorzitter: Van der Lee
Griffier: Yaqut
Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Bontenbal, Boucke, Dassen, Eerdmans, Erkens, Kops, Van der Lee, Teunissen en Thijssen,
en mevrouw Yeşilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie.
Aanvang 10.01 uur.
De voorzitter:
Ik open deze vergadering. Goedemorgen allemaal. We gaan over tot de
behandeling van heel veel onderwerpen op het terrein van klimaat en
energie in dit notaoverleg, het laatste debat over dit onderwerp in
commissieverband. Morgen is er nog een tweeminutendebat in de plenaire
zaal. Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van
harte welkom en ook de ondersteuning. Ik zie dat de dg hier zit, maar
elders in het gebouw zitten vast nog heel veel collega's. Ook de vorige
keer zijn er erg veel vragen gesteld. Ik zal ook even de leden
voorstellen, maar eerst meld ik dat mevrouw Leijten zich heeft afgemeld.
Zij had heel graag mee willen doen, maar zij moet plenair een aantal
andere dingen doen en laat zich verontschuldigen.
Verder is aanwezig de heer Thijssen namens de Partij van de Arbeid, de
heer Erkens namens de VVD, de heer Eerdmans namens JA21, de heer Boucke
namens D66, de heer Dassen namens Volt, mevrouw Teunissen namens de
Partij voor de Dieren, de heer Bontenbal namens het CDA en de heer Kops
namens de Partij voor de Vrijheid. Omdat de heer Dassen straks ook een
andere vergadering heeft, mag hij als eerste spreken. Daarna ga ik links
van mij verder met de heer Thijssen.
Ik geef de heer Dassen het woord voor zes minuten. Dat geldt voor u
allen. Ik stel voor dat we een interruptie of vier aanhouden, dus vier
vragen in de eerste termijn. Anders komen we niet toe aan het helemaal
voltooien van dit debat. Meneer Dassen, gaat uw gang.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter, en dank aan de collega's dat ik als eerste mag
spreken, zodat ik dadelijk inderdaad ook naar digitale zaken kan. Ik heb
geen zes minuten spreektijd nodig en geef mijn resterende minuten graag
aan anderen.
De afgelopen weken stonden er weer vele groepen op het Plein, mensen en
ook kinderen die terecht vragen waarom de politiek geen grotere stappen
neemt om de klimaatverandering tegen te gaan. We kennen inmiddels de
signalen van het uitgelekte IPCC-rapport, waar urgentie uit spreekt. Uit
meerdere rapporten weten we dat de mondiale emissies ten minste moeten
worden teruggebracht met 45% in 2030 ten opzichte van 2010, om te
voorkomen dat de opwarming van de aarde 1,5 graad Celsius behaalt. Wat
als we de komende jaren op kantelpunten komen, er echte noodmaatregelen
genomen moeten worden en we alles op alles moeten zetten? Wat is dan het
noodplan dat de staatssecretaris heeft?
Voorzitter. De energietransitie gaat veel van ons vragen. De recentelijk
gepubliceerde studie van Maarten van Poelgeest toont aan dat we snel
moeten beginnen met het aanleggen van warmtenetten en mensen moeten
verleiden om hun gasgebruik af te bouwen en toe te werken naar gasloze
woningen. Hoe ziet de staatssecretaris het door Van Poelgeest genoemde
bedrag van 350 miljoen extra subsidie, die nodig is om de afgesproken
CO2-reductie te realiseren? Is zij bereid om deze kosten nu
te maken, zodat de kosten niet nog hoger zullen worden naarmate we 2030
en 2050 naderen?
Voorzitter. Een aantal vragen aan de staatssecretaris ten aanzien van de
stijgende vraag naar elektriciteit wanneer de industrie over zou gaan op
duurzame energiebronnen. Waar ziet de staatssecretaris ruimte om dit
verhoogde energieverbruik op te vangen, wanneer waterstof nog niet
tijdig en volledig is ontwikkeld? Hoe ziet zij de Europese
bossenstrategie in relatie tot de inzet op biomassa? Betekent dit dat we
moeten leunen op biomassa totdat waterstof volledig is opgeschaald? Het
TNO-rapport laat zien dat investeringen in groene stroom en waterstof
nodig zijn om de doelen van 2030 te behalen. Hoe is zij van plan om die
verbeterde infrastructuur te faciliteren?
Voorzitter. Ten aanzien van de financiële middelen. Naar aanleiding van
het TNO-rapport geeft de staatssecretaris aan dat de overheid deze rol
zou gaan vervullen. Na de zomer komt er een plan voor deze
energietransitie, mede naar aanleiding van het binnenkort te verschijnen
Fit for 55-pakket van de Europese Commissie. Hierin worden het
Groeifonds, het RRF en Invest-NL genoemd als extra financiële middelen
om de transitie mee te bekostigen. Hoe is de staatssecretaris voornemens
om deze financiële middelen ten goede te laten komen van de klimaat- en
energietransitie? Welke concrete eisen rondom duurzaamheid worden
hieraan gekoppeld om dit tot een succes te maken?
Voorzitter. Ik kom op het Fit for 55-pakket. De SDE++ gaat nog uit van
het kosteneffectief realiseren van de huidige Nederlandse
klimaatdoelstellingen van 49% CO2-reductie in 2030, en niet
van het opgehoogde doel zoals opgenomen in de Europese Klimaatwet van
ten minste 55% ten opzichte van 1990. Volt vraagt zich dan ook af welke
hobbels de staatssecretaris nu ziet met de extra eisen voortvloeiend uit
de Europese klimaatwet en zo meteen uit het Fit for 55-pakket. De
Nederlandse Klimaatwet zal moeten worden aangepast. Waar zal het kabinet
deze aangescherpte doelstellingen middels nationale maatregelen in
uitvoering brengen? Daarnaast hoor ik graag een reactie op het bericht
van Marjan Minnesma in Buitenhof, waarin zij weer een zaak tegen de
Nederlandse Staat zei aan te spannen.
Voorzitter, tot slot. In deze transitie spelen gemeenten een grote rol
en wordt er gekeken naar wijkgerichte aanpakken. Wij hebben van de heer
Brenninkmeijer gehoord welke rol burgerfora hierin kunnen spelen, zodat
iedereen wordt meegenomen in deze transitie. Hiervoor wil ik wederom
aandacht vragen en de staatssecretaris vragen om concrete voorstellen
voor de uitrol van burgerfora-initiatieven, zeker in de verdere
uitwerking van de visie rondom deze transitie.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Ruim binnen de tijd gebleven, zoals u ook aankondigde.
Dan ga ik nu naar de heer Thijssen namens de Partij van de Arbeid.
De heer Thijssen (PvdA):
Dan neem ik graag de spreektijd over, aangezien hij de eerste plek
overnam.
Dank, voorzitter. We gaan naar een wereld toe waarin we groene stroom
uit ons stopcontact krijgen, die vooral is opgewekt met zonne-energie en
windenergie. Daarmee gaan we onze huizen verwarmen, onze lampen laten
branden, onze auto's laten rijden en onze industrie verduurzamen. Zo
ongeveer voor alle uitdagingen om klimaatneutraal te worden zijn er
oplossingen, niet voor alle, maar wel voor een hele hoop. Het lijkt wel
alsof het ministerie, of de regering, vier jaar geleden als zelfbenoemde
groenste kabinet ooit met deze visie op pad is gegaan, om Nederland echt
te verduurzamen. Maar helaas weten we ook dat halverwege de eigen
doelstellingen strandden, volgens de planbureaus. Dat is jammer, want
het klimaat verandert nog steeds en op die manier blijft Nederland
bijvoorbeeld ook gevoelig voor de stijging van de olieprijs, zoals we nu
kunnen merken aan de pomp. Ook lopen we het risico dat we de boot
missen, want de rest van de wereld is hard bezig om verder te
verduurzamen. Er is een groene industriepolitiek nodig om de brede
welvaart in Nederland vast te houden en beter te maken.
Helaas gaat dit demissionaire kabinet die noodzakelijke versnelling niet
meer voor elkaar krijgen. Maar het klimaat is niet demissionair. Daarom
is het heel belangrijk dat dit demissionaire kabinet een aantal
besluiten nog wel deze zomer neemt, omdat anders onze doelen voor 2030
ook in gevaar komen en de doelen van een toekomstig kabinet in gevaar
komen. Daarom heb ik vijf punten waar ik vragen over heb aan de
staatssecretaris.
Het eerste is natuurlijk Urgenda. We hebben een brief gekregen van de
staatssecretaris waarin staat dat zij tot het najaar wil nemen om met
een concreet pakket van maatregelen te komen, terwijl de uitspraak van
Urgenda zes jaar oud is. Ik vind het onacceptabel dat we nog meer
maanden gaan nemen om nu eindelijk aan deze uitspraak te voldoen.
Misschien is klimaatverandering of respect voor de rechtsstaat niet
voldoende reden voor de staatssecretaris om nú in actie te komen, maar
sinds haar brief is er een nieuw feit gekomen, namelijk dat Urgenda weer
naar de rechter gaat. Urgenda is er goed in om naar de rechter te gaan.
Zij gaan een schadeclaim eisen, van honderden miljoenen of misschien wel
miljarden euro's. Dus mijn eerste vraag aan de staatssecretaris is: wilt
u dat geld besteden aan een schadeclaim voor Urgenda, of wilt u dat geld
liever steken in het vergroenen en verduurzamen van Nederland?
De Partij van de Arbeid, GroenLinks en D66 hebben vorige week al
aangegeven dat wat ons betreft in ieder geval één kolencentrale
dichtgaat. We zorgen dat die werknemers met behoud van inkomen ergens
anders aan de slag komen. Graag een reactie daarop. Maar er is meer
nodig. Wat de Partij van de Arbeid betreft sluiten we alle
kolencentrales. Maar we kunnen natuurlijk ook eindelijk de Wet
milieubeheer gaan handhaven en de industrie efficiënter maken, of meer
woningen isoleren, of meer duurzame energie opwekken, of … Al zes jaar
weten we wat de mogelijkheden zijn om aan Urgenda te voldoen, dus laten
we deze zomer nu eens besluiten nemen, respect hebben voor die uitspraak
van de Hoge Raad en die schadeclaim ontlopen.
Voorzitter. Het tweede punt gaat over biomassa. Greenpeace,
Wereldnatuurfonds, Natuur & Milieu, Milieudefensie en de
milieufederaties hebben vanochtend een onderzoek gepubliceerd waaruit
blijkt dat met Nederlands belastinggeld hout uit veenbossen, oerbossen
en waterrijke bosgebieden in Estland in Nederlandse kolencentrales
verdwijnt. Deze ngo's doen een oproep aan u, mevrouw de
staatssecretaris, om zo snel mogelijk met de subsidies voor bijstook in
kolencentrales te stoppen. Graag hoor ik de reactie van de
staatssecretaris hierop. Ik wil eigenlijk nog wel een stapje verdergaan
dan deze ngo's, want volgens mij zijn we gewoon voor de gek gehouden
door deze kolencentrales. Ik zou wel willen weten of de staatssecretaris
dat ook zo ziet en bereid is om die subsidies terug te vorderen van deze
bedrijven.
Voorzitter. Een derde punt dat niet kan wachten en waar we deze zomer
nog voortgang in moeten maken, is de energie-infrastructuur. De
staatssecretaris heeft ons een brief gestuurd over het uitrollen van de
waterstofbackbone door Gasunie. Supergoed; daar heb ik ook een
compliment voor gegeven. Maar een belletje aan de Gasunie leert dat de
Gasunie nog wel honderden miljoenen nodig heeft van de Staat om dat ook
echt te gaan doen. Kan de staatssecretaris deze zomer dit geld
beschikbaar maken, zodat het niet alleen bij mooie woorden blijft over
waterstof, maar we die backbone echt gaan uitrollen?
Zal ik even wachten op de bel?
De voorzitter:
Ja, wacht u maar even, want het is echt heel storend om een minuut lang
door een bel heen te praten.
De heer Thijssen (PvdA):
Ik heb nog vier minuten, toch, voorzitter?
De voorzitter:
U heeft daar de helft van.
De heer Thijssen (PvdA):
Nou, met de bel … Mijn derde punt gaat dus over de
energie-infrastructuur. Naast de waterstofbackbone is er ook iets met
het elektriciteitsnetwerk. Dat moet verzwaard worden. Daar zijn heel
lange looptijden voor, dus daar moeten we ook nu besluiten over nemen om
dat in 2030 mogelijk te maken. Er ligt een rapport van
PricewaterhouseCoopers en ook van de netbeheerders zelf. Dat gaat over
een aantal besluiten die nodig zijn van uw kant en ook over mogelijke
financieringsproblemen bij de regionale netbeheerders. Bent u bereid om
deze besluiten deze zomer te nemen, zodat de 2030-doelen niet in gevaar
komen?
Voorzitter, nog twee punten. Mijn vierde punt gaat over de
CO2-heffing. In maart 2019 liep ik met 40.000 mensen in
Amsterdam om te demonstreren voor effectief en eerlijk klimaatbeleid.
Dat effectieve beleid is er niet helemaal gekomen, maar er zou wel een
CO2-heffing komen, waardoor de grote vervuilers in Nederland
eindelijk zouden betalen voor hun CO2-vervuiling. Op het
dieptepunt van de eerste lockdown, in mei 2020, heeft uw voorganger,
minister Wiebes, die CO2-heffing op nul gezet voor de komende
paar jaar, omdat de bedrijven in economisch zwaar weer zitten. Nu blijkt
dat het best wel goed gaat met de economie. Ik wil u dan ook vragen:
kunt u de CO2-heffing niet gewoon invoeren zoals die in het
Klimaatakkoord staat, zodat de industrie gaat verduurzamen, maar vooral
ook om aan de mensen in Nederland te laten zien dat ook de grote
vervuilers in dit land moeten bijdragen aan de transitie, zodat het
draagvlak voor de energietransitie in stand blijft?
Voorzitter. Mijn laatste punt. Er wordt een onderzoek gedaan naar de
verduurzaming van Tata Steel door de directie van Tata Steel en de FNV,
want die hebben allebei een eigen plan. Dat is heel erg goed. In de
brief hierover van de minister en de staatssecretaris lees ik wat
afwachtendheid en terughoudendheid over het onderzoek, zo van: we kijken
wel wat eruit komt en dan kijken we wel wat we daarmee doen. Omdat dit
een hele grote vervuiler is, qua CO2 maar ook voor de
omgeving, en ook omdat er mogelijk honderden miljoenen euro's of
miljarden euro's belastinggeld heen gaan, wil ik de staatssecretaris
vragen om wat nauwer betrokken te zijn bij dat onderzoek en om toe te
zeggen dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet in de verduurzaming
van Tata Steel totdat dat onderzoek er is en hier in de Kamer besproken
is.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Erkens namens de VVD.
De heer Erkens (VVD):
Dank u wel, voorzitter. We willen ons land schoon, veilig en leefbaar
doorgeven en de generaties na ons beschermen tegen klimaatverandering.
Dat is een grote opgave. Gelukkig kan klimaatbeleid ons duurzamer én
welvarender maken. Economische groei en verduurzaming staan niet haaks
op elkaar. We kunnen als Nederlands pionier zijn in de verduurzaming van
de industrie. Daar liggen wat de VVD betreft ook de grootste kansen. Een
sterke inzet op de verduurzaming van de industrie biedt drie voordelen.
Ten eerste zullen die innovaties zorgen voor een versterking van ons
verdienvermogen en goede nieuwe banen. Ten tweede bereiken we via deze
route de meeste CO2-vermindering, want de industrie heeft de
meeste uitstoot in Nederland. Ten derde is het eerlijker, want we leggen
hiermee de grootste verantwoordelijkheid bij de grootste vervuilers,
waardoor we het klimaatbeleid behapbaar en betaalbaar kunnen houden voor
gezinnen en mkb'ers. Gelukkig heeft de industrie al ambitieuze plannen
en staat ze klaar om dit te realiseren.
Net als de heer Thijssen ben ik ook blij dat de staatssecretaris een
begin heeft gemaakt met de aanleg van de infrastructuur voor waterstof.
Er zijn uiteraard nog meer randvoorwaarden en infrastructuur die we
moeten realiseren om de industrie snel te kunnen verduurzamen. Kan de
staatssecretaris toezeggen dat ze in haar uitwerking van mogelijke
Urgendamaatregelen deze zomer, die ze ook al in haar brief heeft
aangekondigd, die randvoorwaarden en infrastructuur voor de industrie
prominent meeneemt? Hierbij is het voor ons van belang dat we het doel
van 2030 niet uit het oog verliezen. Daarnaast zou de actualisatie van
de ETS-prijzen meer ruimte kunnen bieden voor staatssecretaris. Is zij
ook bereid dit toe te zeggen?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Fijn dat de heer Erkens begint over het Urgendadoel. We hebben allemaal
de brief kunnen lezen over de motie van de heer Thijssen. Daarin geeft
de staatssecretaris eigenlijk aan: 2021 is een verloren jaar; ik kan
niet meer voldoen aan het Urgendadoel in 2021. Vindt de VVD dat we dit
jaar gewoon nog moeten voldoen aan het Urgendavonnis en zo snel mogelijk
extra maatregelen moeten treffen om aan dat vonnis te voldoen?
De heer Erkens (VVD):
Volgens mij was de uitspraak van de rechter helder. Het kabinet heeft
ook aangegeven de komende weken aan maatregelen te gaan werken. Die
wachten we nu af. Wat voor ons daarbij van belang is, is dat er in ieder
geval nog maatregelen genomen gaan worden die ook van belang zijn voor
ons doel van 2030. Dat staat voor ons wel centraal.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dan hoor ik toch niet dat de VVD zich aan het vonnis houdt. Het vonnis
zegt namelijk: per 2020 moet de uitstoot met 25% zijn verlaagd ten
opzichte van 1990. En dat is gewoon niet gebeurd. We zien nu zelfs dat
de uitstoot al met 4 megaton is toegenomen ten opzichte van 2020,
terwijl die consistent omlaag moet. Ik dring er dus toch ook bij de heer
Erkens op aan dat we er samen met alle partijen nu voor zorgen dat er
extra maatregelen komen die op korte termijn zorgen voor vermindering
van de uitstoot. Is hij het daarmee eens?
De heer Erkens (VVD):
Nogmaals, wij wachten de maatregelen van het kabinet af. Dat zijn wat
ons betreft maatregelen die ook meehelpen aan ons
langetermijnklimaatbeleid, om volledig klimaatneutraal te worden. Als er
maatregelen zijn die we dit jaar kunnen nemen en die al extra
besparingen opleveren, dan zijn wij daar ook niet tegen. Maar als het
heel drastische maatregelen zijn, zoals dat er een bedrijf dicht moet om
nu nog een aantal maanden de uitstoot te beperken — ik noem maar iets —
dan is dat wel een dilemma. Daar twijfelen we dan over. Wij wachten nu
dus de uitwerking van het kabinet af, en we zullen daar kritisch naar
kijken zodra die naar de Kamer komt.
De voorzitter:
De heer Erkens vervolgt zijn betoog. O, pardon, de heer Thijssen.
De heer Thijssen (PvdA):
Nog één vraag. Ik hoor de heer Erkens zeggen dat die waterstofbackbone
heel belangrijk is. Wil de heer Erkens dan met mij tegen de
staatssecretaris zeggen dat er nu ook geld moet komen, zodat Gasunie kan
beginnen met het aanleggen van die waterstofbackbone? Anders blijft het
toch een beetje bij holle woorden.
De heer Erkens (VVD):
Volgens mij kun je weinig infrastructuur aanleggen zonder geld, dus
daarin kunnen de heer Thijssen en ik elkaar vinden. Volgens mij heeft de
staatssecretaris in haar brief al toegezegd dat ze gaat kijken of er in
de augustusbesluitvorming iets mogelijk zal zijn. Dat wachten we af. Wat
ons betreft zijn zaken als de waterstofbackbone daar wel belangrijk
in.
De voorzitter:
U kunt uw betoog vervolgen.
De heer Erkens (VVD):
Ik vervolg. De indirecte kostencompensatie, de IKC, is op het oog een
kleine maatregel, maar wel eentje waarmee we een gelijk speelveld
garanderen voor bepaalde industriële sectoren. Buurlanden hebben al
besloten die maatregel te verlengen. Nederland blijft daarin nog
onduidelijk. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: wat is de huidige
status daarvan en wat is de staatssecretaris van plan met de IKC?
Dan een ander punt. Daar zal ik kort over zijn. De heer Thijssen heeft
het ook al genoemd. Tata Steel is de grootste uitstoter van
CO2; tegelijkertijd zullen we de komende decennia gewoon
staal nodig hebben. Onze voorkeur gaat dan wel uit naar Nederlands staal
en niet naar vervuild Chinees staal. Er begint nu een onafhankelijk
onderzoek naar de voor- en nadelen van de verschillende routes. Het gaat
daarbij om keuzes die inderdaad veel geld zullen vragen, ook vanuit de
overheid, ons belastinggeld. Ook voor ons is het van belang dat de
staatssecretaris nauw betrokken zal zijn bij dat onderzoek. Dat is
hetzelfde verzoek als van de heer Thijssen.
Dan de leveringszekerheid voor de toekomst. Daar hebben we wel zorgen
over, vanwege de problemen met de transportcapaciteit op het net,
nieuwbouw die niet tijdig op het net aangesloten kan worden en
hernieuwbare energie die geen ruimte krijgt op het net. Wat kan de
staatssecretaris op de korte termijn nog extra doen om die problemen te
verhelpen? Welke oplossingsrichtingen ziet zij voor zich voor de lange
termijn? Kan zij ook kijken hoe Duitsland met die problematiek omgaat?
Want Duitsland heeft die natuurlijk al jarenlang, met de Energiewende.
Kunnen we daar lessen uit trekken?
Daarnaast zijn we ook steeds meer afhankelijk van fluctuerende, duurzame
energie, zoals van wind en zon. Het is cruciaal om tijdig voldoende
regelbaar vrij vermogen te hebben, zoals kernenergie. Met betrekking tot
de Europese taxonomie hebben we onlangs een mooie motie aangenomen in de
Kamer. Helaas zag ik dat de staatssecretaris voor die motie de lopende
onderzoeken nog wil afwachten. Toevallig heeft Duitsland deze week met
een aantal andere landen een lobby tegen kernenergie in de taxonomie
gestart. Nederland kan zich niet langer verschuilen achter het argument
dat er een onderzoek loopt. De politieke strijd is nu gaande. Ik roep de
staatssecretaris dan ook op om uitvoering te geven aan de aangenomen
motie over de taxonomie en niet langer te wachten.
Daarnaast heeft de staatssecretaris op verzoek van de Kamer besloten om
biomassa niet meer van nieuwe subsidies te voorzien. Wat zijn de
financiële consequenties van dit besluit? Wat betekent dit voor de
verduurzaming van de gebouwde omgeving? Welke alternatieve routes
voorziet de staatssecretaris daarvoor? Wat is daarvoor nodig? Ziet de
staatssecretaris dit moment ook als een kans om te komen tot meer
draagvlak voor de gebouwde omgeving en de verduurzaming daarin?
Als laatste het opwekken van duurzame energie op land. De RES-regio's
zijn tot een bod gekomen. Tegelijkertijd is er een mogelijk
verstrekkende uitspraak van de Raad van State. Hoe gaat de
staatssecretaris hiermee om? Hoeveel van het bod van de RES-regio's
betreft wind op land? Is de staatssecretaris het met de VVD eens dat
windmolens op land er alleen moeten komen als daar voldoende draagvlak
voor is? Ziet zij daarbij ook de noodzaak voor een onafhankelijk
onderzoek om te komen tot gedragen en goed onderbouwde milieu- en
afstandsnormen? Hoe gaat de staatssecretaris om met windmolens waarvoor
de vergunning al is verleend, maar die nog niet gebouwd zijn? Wat
betekent dit voor wind op land op de aankomende SDE++-gronden?
Dank u wel, voorzitter.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb even gewacht tot het eind van het betoog van de heer Erkens. Ik
moest ook even bijkomen van zijn verhaal over kernenergie. Het is zo
vermoeiend. Het komt elke keer weer voorbij en het is zo'n ouderwets
verhaal; alsof kernenergie iets kan betekenen voor een duurzame
toekomst. Kijk bijvoorbeeld naar uranium. Dat is nu nodig voor
kernenergie, maar dat raakt gewoon op. Dat is een grondstof die opraakt.
Als we nu meer kerncentrales gaan aanleggen, terwijl we binnen 45 jaar
geen uranium meer hebben, is dat in het kader van een goede huishouding
van de financiën toch geen duurzame investering? Graag een
reactie.
De heer Erkens (VVD):
Daarom zetten we ook niet alleen in op kernenergie. We zetten in op
windenergie op zee, op zon op dak, én op kernenergie. Die technologie
staat natuurlijk ook niet stil. Uranium wordt nog steeds ontdekt op
plekken. De technologie ontwikkelt zich ook verder. Juist die mix is
voor Nederland dus waarschijnlijk een goede investering, niet het
inzetten op twee bronnen alleen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het gaat niet om die mix; het gaat gewoon om kernenergie. De VVD denkt
daar nu de hele tijd op in te zetten. Ze heeft een soort wensdenken dat
dat nog steeds kan. Maar goed, het uranium raakt gewoon op, dus dit is
echt een waardeloos verhaal.
De heer Erkens (VVD):
Dank u wel.
De heer Kops (PVV):
Ik wil nog even terugkomen op Urgenda, want op een belangrijk punt heb
ik de heer Erkens niet gehoord. We weten dat de linkse partijen graag
een extra kolencentrale vervroegd willen sluiten. De heer Erkens heeft
in de krant heel stoer gezegd: dat willen we niet; dat is
symboolpolitiek, want de CO2-uitstoot gaat dan verschuiven
naar het buitenland, dus dat heeft geen nut. Ik denk dat de uitspraak
van de heer Erkens zelf symboolpolitiek is, want laten we wel wezen: de
VVD is zelf ook voor sluiting van alle kolencentrales in 2030. De VVD
heeft ook ingestemd met de beperking van de productie van de
kolencentrales om aan het Urgendavonnis te voldoen. Deelt de heer Erkens
dan de mening dat dat allemaal ook symboolpolitiek is, dat dat hele
Klimaatakkoord eigenlijk symboolpolitiek is, enerzijds omdat Nederland,
dat hele kleine landje, mondiaal gezien nog geen deuk in een pakje boter
slaat, en anderzijds omdat alles wat Nederland doet elders ter wereld
compleet teniet wordt gedaan? Kijk alleen al naar de 600 kolencentrales
die in Azië worden bijgebouwd.
De heer Erkens (VVD):
Nogmaals, wat de rest van de wereld doet, is belangrijk. Dat betekent
dat wij een verstandig beleid moeten voeren, zodat de
CO2-emissies ook echt omlaaggaan. Tegelijkertijd, als mijn
buurman een zak vuil op straat gooit, betekent dat niet dat ik dat ook
gaat doen. We kunnen nog altijd zorgen dat wij gaan verduurzamen. Die
redenatie van de heer Kops volg ik dus niet. Over de kolencentrales: we
hebben met elkaar afgesproken dat de overgebleven vier kolencentrales
uiterlijk in 2030 sluiten. 2030 is gekozen in het kader van hoeveel het
kost, wat de leveringszekerheid is en of we voldoende alternatieven
hebben. Er wordt nu ook nog gekeken naar de vrijwillige sluiting van een
andere kolencentrale. Wij hebben gezegd: daarbovenop nog dit jaar een
andere centrale sluiten, met alle kosten die daarbij komen kijken,
zonder duurzaam alternatief, heeft niet onze voorkeur. Dat is onze
uitleg. Dat is natuurlijk een stuk genuanceerder dan hoe u het
overbrengt, meneer Kops.
De heer Kops (PVV):
De heer Erkens zegt: we moeten verstandig doen. Maar als je nu eens even
heel normaal en logisch nadenkt, dan is het toch waanzin dat we die paar
kolencentrales in Nederland, die behoren tot de modernste en schoonste
ter wereld, gaan sluiten — dat gebeurt dan uiterlijk in 2030, oké —
terwijl er in Azië 600 worden bijgebouwd? Dat heeft toch mondiaal gezien
geen enkel nut? Dan ben je toch al die miljarden aan het weggooien? Als
het al een klimaateffect heeft, dan wordt dat elders ter wereld toch
compleet tenietgedaan? Dat moet de heer Erkens toch met mij eens zijn?
Dan de concrete vraag. De VVD zegt tegen vervroegde sluiting van een
extra kolencentrale te zijn. Wat gaat de VVD dan nu concreet doen? Gaat
ze het kabinet ertoe oproepen om ervoor te zorgen dat die kolencentrale
niet gesloten wordt? Gaat ze dadelijk een motie indienen? Of als ik dat
dadelijk doe, gaat ze daar dan voor stemmen? Wat gaat de VVD nu concreet
doen om die centrale ook echt open te houden?
De heer Erkens (VVD):
Ten eerste is er al een vrijwillige tender om een kolencentrale te
sluiten. Die procedure hebben wij gesteund. Die loopt nu ook. Waar het
ons om gaat, is dat op dit moment geen tweede centrale dicht moet gaan.
We wachten dat ook af. Minister Blok heeft al aangegeven dat het
eigenlijk niet kan. Er is dus ook nog geen sprake van. We wachten dus
af. Als het een feit gaat worden, kunnen we met elkaar gaan praten over
wat er gaat gebeuren en wat onze inzet gaat zijn. Maar op dit moment is
er nog geen sprake van. Dat plan is op dit moment in de media neergezet
door een aantal partijen die ook hier zitten. Ik kan overal op gaan
reageren en overal moties over gaan indienen, maar dat heeft niet veel
zin als het niet gaat gebeuren.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb een vraag voor mevrouw Teunissen. Is zij op de hoogte ...
De voorzitter:
Meneer Eerdmans, dat is niet het gebruik.
De heer Eerdmans (JA21):
Nou, zij begon een aanval op de VVD. Daar wil ik graag op
reageren.
De voorzitter:
Ja, dat klopt, maar u kunt niet interrumperen op iemand die geen termijn
heeft. De heer Erkens heeft nu zijn termijn gehad. Dan had u moeten
interrumperen toen zij sprak, of moet u wachten tot de tweede termijn.
Dan kunt u mevrouw Teunissen direct ...
De heer Eerdmans (JA21):
Maar zij plaatst hier zelf een aanval op een thema. Dan mag ik daar toch
op reageren? We zitten toch in een debat met elkaar?
De voorzitter:
Nee, nee, nee. De afspraken zijn: interrupties bij degene die een
termijn houdt. Dit kunt u in tweede termijn doen.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik ben nu aan de beurt, dus ...
De voorzitter:
Ja, u kunt inderdaad in uw eigen termijn iets zeggen over mevrouw
Teunissen. Maar voordat ik u het woord geef, heeft de heer Boucke nog
wel een interruptie voor de heer Erkens.
De heer Boucke (D66):
Allereerst was ik heel blij met het antwoord van de heer Erkens op de
vraag van de heer Kops, dat ook Nederland zijn eigen straat schoon moet
houden, los van wat er aan de andere kant van de grens gebeurt. Maar ik
heb zelf een vraag aan de heer Erkens, een hele korte en een hele
concrete, over het Urgendavonnis. Vindt de heer Erkens en vindt de VVD
dat we recht moeten doen aan dit vonnis en dat dat het fundament is en
blijft van onze rechtsstaat? Vindt de heer Erkens dat we recht moeten
doen aan dit vonnis?
De heer Erkens (VVD):
Mijn antwoord blijft hetzelfde als ik ook gaf aan mevrouw Teunissen. Er
ligt een uitspraak van de rechter. Het kabinet gaat daarmee aan de slag.
Dat hebben ze ook aangegeven. Wij wachten de uitwerking van die
maatregelen af. Die uitspraak is helder.
De heer Boucke (D66):
Wat doet de heer Erkens als het kabinet niet met een sluitend plan komt?
Zal de heer Erkens dan ook de kant kiezen van de partijen die zeggen:
afspraak is afspraak, de rechter heeft een uitspraak gedaan, we leven in
een rechtsstaat en we moeten aan die uitspraak voldoen?
De heer Erkens (VVD):
We wachten de uitwerking van de maatregelen door het kabinet af, zoals
al meerdere keren aangegeven. Ik snap dat de heer Boucke zoekt naar een
ander antwoord, maar mijn antwoord hierop blijft hetzelfde. We kunnen
nadat die uitwerking bij de Kamer binnenkomt, dat debat verder voeren
met elkaar.
De heer Boucke (D66):
Ik stelde net een simpele vraag. Vindt de heer Erkens dat de rechtsstaat
het fundament is en blijft? Volgens mij is het antwoord op die vraag
heel simpel. Ik weet wat mijn antwoord daarop is, maar ik heb nog geen
antwoord daarop gehoord van de heer Erkens, dus ik probeer het nog één
keer.
De heer Erkens (VVD):
De VVD vindt de rechtsstaat ook van belang, meneer Boucke. Daar hoeft u
zich geen zorgen over te maken.
De voorzitter:
Ik wilde de heer Kops vragen of hij even het voorzitterschap van mij
overneemt, zodat ik zelf nog een interruptie kan plaatsen in de richting
van de heer Erkens.
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Jazeker. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van der Lee namens
GroenLinks.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank. Ik zou de heer Erkens toch willen vragen of hij het spreekwoord
kent "Een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen". De VVD was
met velen in de Kamer verontwaardigd over het feit dat Nederland 200
miljoen euro moest betalen aan de Denen, omdat we onze verplichting tot
het halen van het aandeel hernieuwbare energie niet op tijd hebben
gehaald. Is de VVD nu willens en wetens bereid om het risico te nemen,
tegen een nieuw groot bedrag aan te lopen dat betaald moet worden, omdat
het commitment niet wordt nageleefd om het Urgendavonnis uit te voeren?
Zes jaar geleden zei de regering al: we gaan het vonnis uitvoeren. Om
juridische redenen procederen we door, maar we gaan het vonnis
uitvoeren. 2.200 dagen geleden! Waarom neemt de VVD willens en wetens
opnieuw zo'n risico?
De heer Erkens (VVD):
Ik vind dit ook wel een versimpeling van de feiten, meneer Van der Lee.
Dat vind ik jammer. Er is een pakket aan Urgendamaatregelen genomen.
Onlangs is in de senaat nog de productiebeperking van de kolencentrales
aangenomen. Die wet is een stuk later aangenomen dan gepland en ook
later dan het kabinet voornemens was. Die maatregelen lijken
waarschijnlijk niet voldoende te zijn. Het kabinet gaat nu aan de slag
met meer maatregelen. Die wachten we ook af. Voor ons is het natuurlijk
ook van belang dat er niet de hele tijd geld naar het buitenland gaat
omdat wij onze doelen moeten afkopen, maar wij willen het wel op een
slimme en verstandige manier doen, met die doelen voor 2030 altijd in
het oog.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van de heer Van der Lee. Nee? Dan geef ik het
voorzitterschap weer terug.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans, die zijn termijn
nu kan starten.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. De toekomst van de energievoorziening is een
belangrijk en groot onderwerp, dat veel mensen bezighoudt. Dat is ook
onderzocht, en daar wil ik mee beginnen. Er ligt een rapport van Clintel
van afgelopen week, waarin aan Nederlanders is gevraagd wat zij met de
klimaatverandering en met de energietransitie willen. Nu blijkt dat veel
Nederlanders grosso modo zitten te wachten op adaptatie aan de
klimaatverandering in plaats van in te zetten op
klimaatmaatregelen.
Binnen het beleid om de CO2-uitstoot te reduceren, ongeacht
wat je daarvan vindt, blijkt kernenergie de populairste energiebron te
zijn, vóór wind met 12% en biomassa met 1%. Die blijken dus extreem
impopulair te zijn. Vraag je mensen of ze een windturbine voor de deur
willen of een kerncentrale in het land, dan zegt 58% voor een
kerncentrale te zijn en slechts 28% voor het plaatsen van windturbines
in het hele land. Met windparken kom je ook op een score van 58% versus
29%, in het voordeel van de kerncentrale.
Aardgasvrij is ook een belangrijk onderdeel. Moeten we allemaal van het
aardgas af? 70% vindt dat helemaal geen goed idee. Slecht tot zeer
slecht. En het laatste is dat 60% van de bevolking niet meer dan €25 wil
uitgeven aan meer betalen voor klimaatbeleid. Wat vindt de
staatssecretaris van deze cijfers? Dit was dus een onderzoek onder alle
Nederlanders, objectief en representatief gehouden. Hoe kijkt zij
daarnaar?
Tegelijk aan de scepsis van Nederland zie je ook dat een bedrijf als
Shell vandaag in de krant zegt heel veel geld te willen uitgeven aan de
overgang van fossiel naar bio, hetgeen toe te juichen is, denk ik, mits
het er niet toe leidt dat wij allemaal op kosten worden gejaagd bij de
benzinepomp, zeg ik altijd. Plus: ik hoop niet dat Shell heel de
Noordzee volzet met windmolens. Maar je ziet dus wel degelijk dat het
een commercieel succes kan zijn, omdat er een overgang aan zit te komen.
Maar het punt is wel dat het volk, ons Nederlandse publiek, niet zit te
wachten op torenhoge kosten voor minimaal resultaat. Daar hebben we het
al eerder over gehad waar het ging om de klimaatdoelen. Kortom, hoe
kijkt u daarnaar, staatssecretaris? Ik ken u ook als VVD'er, als "een
commerciële tante". Dat is misschien wat grof gezegd, maar u denkt
volgens mij ook in het zakelijk succes van dingen. Dan zul je toch ook
moeten vaststellen dat het veel nuttiger is om het over te laten aan de
markt waar dat kan, in plaats van mensen aan het infuus te leggen?
Dan Ecorys. Ook gisteren werd een rapport gepresenteerd over het
aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. Dat loopt totaal in de soep.
Het hele project strandt. Maarten van Poelgeest zegt ook in de krant, ik
geloof vandaag: we gaan maar belasting heffen op aardgas, want het is
gewoon niet rond te breien. We gaan het gewoon niet redden.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik vermoed dat we hierover nog wel vaker een debat zullen hebben. Ik zou
het mooi vinden als dat debat dan ook echt een gesprek is, waarin we
standpunten uitwisselen. Dan is het wel goed om te weten waar partijen
staan. We hebben nu een aantal debatten gehad. Ik vind het goed dat u
als kleine fractie steeds bij dit soort debatten aanwezig bent, want ik
denk dat de werkbelasting vrij groot is. Ik ben oprecht benieuwd hoe u
vanuit JA21 aankijkt tegen de hele klimaatproblematiek. Vindt u dat iets
wat we serieus moeten nemen, met bijbehorende ambitieuze doelstellingen,
of volgt u daarin de klimaatwetenschap niet? Dat is voor mij wel
belangrijk, want dan weet ik hoe ik het debat met u kan voeren en wat ik
aan u heb op dit punt.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik zie mezelf als een klimaatrealist. Ik zie dingen veranderen. Ik denk
dat fossiel uiteindelijk gaat eindigen en dat er een toekomstmodel is
waarin we overgaan op andere vormen van energievoorziening. Maar ik
geloof niet dat wij in Nederland — dat heb ik al vaker gezegd — in ons
eentje het klimaatakkoord van Parijs gaan redden. Sterker nog, ik zie
heel veel belastinggeld, honderden miljarden, in een put verdwijnen — ik
noem het "de groene grabbelton" — terwijl het effect op het klimaat, op
de temperatuurstijging, 0,000 is. Dan denk ik: jongens, pas op de
plaats; kijk nou naar de haalbaarheid, de effectiviteit en het rendement
van dingen. Ik geloof er dus niet in dat we het hele land vol moeten
zetten met windmolens of zonnepanelen of -parken. Maar ik vind het prima
als mensen ervoor kiezen om zonnepanelen op het dak te zetten.
Met name links — ik hoop niet u — doet eraan mee om ons te overplempen
met allerlei maatregelen, terwijl we horen, zelfs van linkse wethouders,
dat het gewoon niet werkt als er niet heel veel geld bijkomt. Dat kan
geld zijn van de mensen zelf, zoals in Rotterdam, waar ze gewoon van het
gas gehaald worden en zelf moeten betalen. Mevrouw de wethouder in
Rotterdam heeft mij nog nooit kunnen vertellen: wie zal dat betalen,
zoete lieve Gerritje? Nee, dat zijn wij, met z'n allen, of de
belastingbetaler, of het Rijk of weet ik wie. Er is dus gewoon een
gapend gat tussen het realisme van wat helpt en nuttig is, en het
fatalisme van heel veel mensen ter linkerzijde, die over ons uitstorten
dat de wereld vergaat als wij niet duizend miljard stoppen in een
klimaatput.
De heer Bontenbal (CDA):
U zegt nu heel veel dingen tegelijkertijd. U weet van mij dat ik voor
effectief en realistisch klimaatbeleid ben. Tegelijkertijd ben ik ook
voor ambitieus klimaatbeleid. Als ik de wetenschap volg, zullen we als
wereldgemeenschap, dus niet alleen — dat snap ik — iets moeten doen,
want er is gewoon een klimaatprobleem. Mijn vraag aan u zou zijn: vindt
u wel dat we met z'n allen in een gecoördineerde, mondiale actie moeten
proberen om de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs te halen? Ik zou
ook heel graag willen dat klimaatverandering niet bestond, maar de
wetenschapper in mij … Ik lees de IPCC-rapporten. Dat zijn goede
verhalen van een wetenschappelijke gemeenschap, die daar goed over na
heeft gedacht. Ik ga daar niet omheen lopen en ik zou het een vorm van
luie politiek vinden als u dat wel deed. U denkt vanuit een conservatief
kader. Over bepaalde elementen denk ik op dezelfde manier. Ook in het
CDA zit een aantal conservatieve elementen, zou ik zeggen. Daarbij gaat
het om het behoud van dingen, het bewaren. In het woord "conservare" zit
"bewaren". Je zou vanuit het conservatisme als politieke filosofie ook
de lijn van milieubehoud kunnen voeren. Filosofen als Roger Scruton of
John Gray hebben daar met die pet op over nagedacht. Zou u bereid zijn
om vanuit het conservatisme als politieke filosofie na te denken over
klimaatbeleid dat echt werkt?
De voorzitter:
Ik vind het mooi dat u de diepte ingaat, maar ik wil wel vragen om de
interrupties ietsje bondiger te doen.
De heer Eerdmans (JA21):
JA21 staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als de conservatieve
liberalen. Wij zijn liberaal en conservatief tegelijk; dat kan. Op onze
website zou je voor beide kampen aan je trekken kunnen komen. Ja, het
was een heel verhaal. We kunnen verder de diepte in gaan, maar ik geloof
niet dat Nederland in z'n eentje dit probleem kan oplossen. Daar komt
het in feite op neer. Ik geloof wel dat we gaan veranderen; we gaan niet
blijven zoals het nu is. Dat is zo. Maar ik geloof ook niet in een land
vol windmolens, waar op 400 meter afstand van de mensen een turbine
wordt neergezet zo hoog als de Euromast, een lelijk betonnen blik dat
niet af te breken is en dat in de verste verte niet duurzaam is. Dat zie
ik gewoon niet voor me. Dat geldt ook voor het volplempen van de
Noordzee met die dingen. Ik waak daarvoor. Daar vindt u mij gewoon niet
aan uw zijde. Ik geloof wel dat dingen veranderen, maar dat moet
geleidelijk gaan. De heer Kops zei net: er worden momenteel 600 van die
oude, vieze kolencentrales neergezet in Azië. En dan gaan wij hier
stoeien over het sluiten van één zo'n centrale. Het is niet in
verhouding en we betalen de prijs. Daar moet ook op gelet worden, want
dat geld kunnen we dan niet uitgeven aan de politie, de zorg of al die
andere zaken die wij ook belangrijk vinden. Daar moet je op een gegeven
moment eerlijk over durven zijn, in plaats van maar zeggen: we sturen
miljarden die kant op, zonder rendement. Dat vind ik gewoon niet
verantwoord.
De voorzitter:
De heer Thijssen, ook nog een interruptie?
De heer Thijssen (PvdA):
Ja, nog wel een interruptie. Want meneer Eerdmans, waarom is het toch
altijd allemaal zo negatief? De elektriciteitsprijzen in Nederland voor
de industrie zijn nu lager omdat we windenergie op zee hebben, zonder
subsidie. Dan zijn we beter af. Als je in een energieneutraal huis
woont, heb je geen energierekeningen meer. De total cost of ownership
van een elektrische auto voor zakelijke rijders is nu voordeliger dan
voor een fossiele auto. Dus zelfs als je klimaat wel of niet belangrijk
vindt en of je het wel of niet onzin vindt, ook financieel zijn we nu
al, door het verstandige beleid of stukjes van het beleid dat er gevoerd
is, gewoon beter af, en door de ontwikkelingen die we gedaan hebben. Ja,
meneer Bontenbal, ik kan ook complimenten geven. U bent op de helft
gekomen van uw doelstelling; de andere helft, daar zitten we hier voor.
En meneer Eerdmans, dan ook nog een vraag aan u. Dus kan het wat
optimistischer, en laten we dan kijken waar het knelt, want daar moeten
we dan ook oplossingen voor bedenken: die windmolens waar te veel
weerstand tegen is. Er zijn ook heel veel windmolenparken waar mensen
heel blij mee zijn. En mijn vraag aan de heer Eerdmans is: wat zijn de
kosten van de gevolgen van klimaatverandering eigenlijk? Kunnen we ons
eigenlijk veroorloven om de klimaatverandering maar gewoon op hol te
laten slaan?
De voorzitter:
Punt. De heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Nou, ik ben helemaal niet optimistisch over het klimaatbeleid. Dat is nu
juist het probleem. Ik denk dat de mensen op Zuid in Rotterdam, als u
daarnaartoe gaat, aan de PvdA gaan vragen: wie gaat dan mijn elektrische
keuken betalen? Mag ik dat dan ook gaan horen? Is dat ook uw winstmodel,
dat die mensen dat allemaal uit de flappentap trekken? Nee, en daar komt
misschien ook nog de belasting van de heer Van Poelgeest bij. We zien
mensen met angst en beven bij de pomp staan straks; als ze niet
elektrisch gaan rijden, dan worden ze gestraft. Dus ja, er is heel veel
zorg in Nederland. Ik lees u de resultaten voor van Maurice de Hond, die
liegen er —denk ik — niet om. En daar heb je ook rekening mee te houden.
In plaats van de bubbel van de PvdA en GroenLinks zijn er inderdaad ook
mensen buiten die bubbel, die helemaal niet rondkomen en inderdaad bang
zijn voor heel veel gevolgen. En dat zijn niet de gevolgen die u ziet,
namelijk van meneer Al Gore. Die zien er de daadwerkelijke gevolgen van:
"wat krijg ik voor mijn neus hier, zo meteen, een turbine van 200
meter?", of "mag ik weer gaan bloeden voor deze ambitie?". Terwijl we
één ding zeker weten: ook als Nederland aan álle voorwaarden voldoet,
álle voorwaarden van het Klimaatakkoord van Parijs, dan wordt het effect
met 0,0000 graad bereikt. Dat is KNMI-proof, zou ik willen zeggen. Dus
sorry, met dat soort verhalen moet u niet aankomen. Dat is gewoon de
mensen een rad voor ogen draaien. Het gaat gewoon heel veel geld kosten,
en de vraag is waar het toe leidt.
De voorzitter:
De heer Eerdmans vervolgt zijn betoog.
De heer Eerdmans (JA21):
Fijn. Dan zijn wij aanbeland, na de heer Van Poelgeest, bij de toekomst
van de elektriciteitsvoorziening. Kijk, dan gaat het natuurlijk over de
kolen. We hebben natuurlijk de wet met het verbod op kolen. In 2019
hebben we die hier met een wijziging daarop aangenomen. Maar dat
betekent dus dat wij de Nederlandse, moderne kolenindustrie, de nek
omdraaien, terwijl de plannen in het buitenland inderdaad gigantisch
zijn en met één pennenstreek onze moderniteiten worden vernietigd. Graag
een reactie daarop, want vindt u die verhouding niet absurd, het verhaal
van de 600 kolencentrales in Azië tegenover de moderne kolenindustrie in
Nederland?
Dan de windturbines. De Raad van State heeft een behoorlijke uitspraak
gedaan, namelijk: sorry, er moet een milieuverordening worden gemaakt
voordat je die dingen plaatst. Wat vindt u hiervan? Ik heb daar al
Kamervragen over gesteld aan u, natuurlijk, maar welke gevolgen ziet u
voor de huidige ontwikkelingen, en kan die uitspraak ook de
rechtsgeldigheid betwisten van al geplaatste windturbines? Wat betekent
het, kortom, voor de windturbines in Nederland, dat de Raad van State
zegt: sorry, je had ze gewoon niet mogen plaatsen, dit is niet
milieuproof? En wat vindt u ervan als gemeenten nu massaal zelf met
eigen normen gaan lopen rommelen en hobbyen?
Dan kom ik een beetje aan het einde, voorzitter. Er is ook een onderzoek
door het Leids Universitair Medisch Centrum gedaan: 10% rondom een
windmolen heeft slaapproblemen; dat is een op de tien. Nou staat in uw
brief dat er tot nu toe al 7.000 mensen ernstige geluidshinder hebben
van windturbines, terwijl de hele rest van de operatie nog moet volgen.
Dus dat gaat echt alleen maar toenemen. Erkent u nou dat dat tot veel
leed leidt in de huiskamers? Dat is misschien klein leed voor u, maar
het is wel groot leed voor de mensen.
En dan tot slot, voorzitter, de elektriciteitsbehoefte. Nou, we hebben
die brief gelezen van de Stuurgroep Extra Opgave: nog een extra behoefte
die oploopt tot 45 terawattuur. Dat gaat om opwekken op zee. Ziet u nou
dat het landschap misschien wel ten onrechte vernietigd wordt, als zij
ook zeggen: maar op zee kan je dat ook? Wij zijn ook tegen windmolens of
windturbines op zee, maar in die zin maak je het nog moeilijker als je
zegt dat je ze plaatst op land, terwijl ze ook op zee hadden gekund. Dan
denk ik: ja, als je ze toch plaatst, zet ze dan inderdaad op zee en niet
op land, als die keuze daar is.
En helemaal tot slot hebben we wethouder Van Doorninck in Amsterdam, die
zegt dat we de mensen en bedrijven die aangesloten willen worden op het
overbelaste Amsterdamse net, eerst moeten vragen om zelf te
verduurzamen, voordat ze worden aangesloten. Dat vond ik ook een hele
mooie. Dus iedereen moet van het gas af, en het alternatief is dan dat
je gewoon niet wordt aangesloten. Dat is een dreigement van GroenLinks
in de hoofdstad. Graag een reactie van de staatssecretaris op die idiote
fratsen in de hoofdstad, voorzitter. En dan laat ik het voor nu even
hierbij. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank. Dan is het woord aan de heer Boucke namens D66.
De heer Boucke (D66):
Dank u wel, voorzitter. Voor mij is urgentie vandaag het onderwerp dat
ik in de schijnwerpers wil plaatsen. Dat doe ik niet met heel veel
plezier, maar omdat het moet. We zien de beelden van de verzengende
hitte in Canada, met temperaturen tot 49 graden Celsius. We zien de
beelden in Californië, in Cyprus en zelfs in Noorwegen, waar het normaal
koel is. We zien die beelden, en we kunnen wat ons betreft niet
wegkijken. Het klimaat verandert en de aarde warmt op. Je hoort heel
vaak zeggen: ja, maar is dat wel bewezen? Ja. Het uitgelekte
IPCC-rapport zegt nu zelfs: het gaat sneller en het gaat gepaard met
onomkeerbare stappen. Ik vind het ook onverantwoord van ons — en ik zeg
bewust "ons", want ik zit nu ook in de politiek — dat we te weinig doen,
want er staat teveel op het spel. Daarom vraag ik vandaag aandacht voor
het klimaatdoel dat eigenlijk al achter ons ligt, het 2020-doel van 25%.
Laten we niet dezelfde fout maken en het doel van 2030, dat nu nog niet
in zicht is, straks ook niet halen.
Voorzitter. Ik heb drie punten die ik wil maken. Het eerste punt is
Urgenda. Ik heb het al heel vaak gezegd: het kabinet is demissionair,
maar klimaatverandering is dat niet. De rechter heeft een uitspraak
gedaan. Die heeft bepaald dat we met 25% moeten reduceren per 2020. De
eerste rechterlijke uitspraak dateert van 2015. Dat is zes jaar geleden.
Dan kun je klimaatverandering een belangrijk onderwerp vinden of niet,
maar dit gaat over onze rechtsstaat. Als we met elkaar een afspraak
gemaakt hebben, dan moeten we ons daar ook aan houden. Ik kan het
namelijk niet uitleggen aan de mensen op straat dat zij zich wel aan de
regels moeten houden die wij met elkaar hebben afgesproken, maar dat de
Staat dat niet doet, en dat wij daar hier keer op keer met elkaar over
vergaderen, zes jaar lang, en elke keer te horen krijgen: nou, we hebben
nog een zomer nodig; in de maand augustus ga ik plannen maken. Dat is
gewoon niet meer uit te leggen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is
dan ook: kom zo snel mogelijk met een plan om het doel wél nog dit jaar
te halen, en neem daarbij ook de mogelijkheid mee om die extra
kolencentrale te sluiten. Dat staat bij ons bovenaan de lijst. Waarom?
Omdat het een maatregel is waar je een grote klapper mee kunt maken.
Maar er zijn nog meer maatregelen nodig.
De heer Erkens (VVD):
Nog heel kort over die kolencentrale en die sluiting. We hebben het daar
ook al eerder in dit debat over gehad. Los van het feit dat er ook
gewoon mensen werken, los van het feit dat een deel van de uitstoot
daarmee misschien over de grens wordt verplaatst, en los van het feit
dat het ook veel geld kost: hoe ziet u dat voor zich? We zitten nu in
juli. U zou het besluit tot sluiting nemen. Die reductie moet dit jaar
nog behaald worden. Maar die centrale is niet van vandaag op morgen
dicht. Daar gaan natuurlijk onderhandelingen aan vooraf en daar is
compensatie voor nodig. Ziet u het plan dus ook als haalbaar? Hoe zou
die centrale op tijd dichtgaan, zodat we in de resterende maanden van
dit jaar voldoende reductie behalen om te komen tot wat u
voorstelt?
De heer Boucke (D66):
Ik vind het wel een heel mooi trucje dat de heer Erkens hier toepast. Ik
ben op 31 maart begonnen in deze Kamer, en een van mijn eerste
pleidooien was: kom met een plan om die doelen te halen. Nu krijg ik te
horen dat ík moet uitleggen wanneer die kolencentrale dicht moet en hoe
dat precies moet. Ik roep vooral het kabinet daartoe op. Ik zeg daarbij
wel dat we hebben gekeken wat de effectieve maatregelen zijn, en dat de
sluiting van die kolencentrale bovenaan komt. Maar mijn oproep is:
kabinet, doe uw werk.
De heer Erkens (VVD):
Ik snap het antwoord van de heer Boucke, maar ik vind het deels ook te
makkelijk. Het hele dilemma, dat is geschetst in dit debat en waar ook
de regering mee zit, is het volgende. Er zijn maatregelen genomen. Er
zijn weinig maatregelen die dit jaar effect kunnen hebben. De regering
kijkt ernaar wat we nu nog kunnen doen. Het gaat over de resterende zes
maanden van dit jaar. Vandaar ook mijn vraag. U kunt zeggen dat de
regering actie moet ondernemen, maar het is wel moeilijk om acties te
vinden waarmee we dit jaar koste wat het kost zekerheid gaan hebben dat
we dat doel gaan halen. Daarom zeggen wij ook: kijk naar 2030; kijk
welke maatregelen naar voren gehaald kunnen worden en welke maatregelen
goed zijn, maar ga geen drastische dingen doen waarmee we waarschijnlijk
ook nog het doel voorbijschieten, dat niet gaan halen, en die ook nog
veel geld kosten. Dat is mijn vraag aan de heer Boucke. Heeft hij die
zekerheid met die maatregel wél?
De heer Boucke (D66):
Meneer Erkens begon zijn tweede interruptie, zijn vervolgvraag, met te
zeggen: ik vind het te makkelijk. Weet u wat ik te makkelijk vind? Dat
het kabinet nog steeds niet met een plan gekomen is, terwijl Stichting
Urgenda jaren terug al een lijst van 54 maatregelen heeft voorgesteld.
Een aantal partijen in deze Kamer is zelf vanuit de Kamer aan het
stoeien met: wat kunnen wij doen om onze klimaatdoelen te halen? De heer
Erkens komt zelf niet met een oplossing, maar schiet wel af waar anderen
mee komen. Dat vind ik makkelijk. Dat vind ik makkelijk.
De voorzitter:
De heer Boucke vervolgt zijn betoog.
De heer Boucke (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Ja, u kunt nu niet meneer Erkens interrumperen. Sorry, dat zijn de
regels in dit huis. De heer Boucke.
De heer Boucke (D66):
You live, you learn. Voorzitter. Het klimaatdoel van 2030 is mijn tweede
punt. Naast het Urgendavonnis moeten we ook de doelen van het
Klimaatakkoord voor 2030 halen. Met het huidige pakket van maatregelen
wordt het 2030-doel van 49% niet gehaald, laat staan het Europese doel
van 55%, dat brede steun heeft van deze Kamer. Om te voorkomen dat het
halen van de doelen van 2030 in gevaar komt, moet dit kabinet de komende
maanden aan de slag om onze industrie en onze energiesector te helpen
schoner te worden. Ik ben oprecht blij — dit is zeker geen sneer, mocht
dat zo opgevat kunnen worden — dat CDA en VVD anderhalve week terug met
het bericht kwamen een groene industriepolitiek voor te staan. Ik denk
dat dat wel echt de weg is die we met elkaar op moeten. Ik ben dus ook
echt heel blij dat daar brede steun voor lijkt te ontstaan.
De aanleg van wind op zee moet versneld worden. Tegelijkertijd moeten we
ervoor zorgen dat onze industrie die schone energie ook kan gebruiken.
Daarom denk ik dat we nu echt moeten starten met het aanleggen van
leidingen voor groene waterstof en andere vormen van schone energie.
Mijn vraag aan de staatssecretaris is of het ministerie al in beeld
heeft wat er de komende vier jaar nodig is om die infrastructuur
toereikend te maken en om ervoor te zorgen dat we de industrie ook echt
op weg helpen om schoner te worden.
Voorzitter. Dan mijn derde punt, de RES'en en de doelen die we met
elkaar gesteld hebben voor de RES'en. We hebben gezien waartoe onze
fossiele energievoorziening leidt. De brand in de pijpleiding bij de
Golf van Mexico laat zien waarom we af moeten van fossiele energie. Ik
ben daarom ook echt verheugd om te zien hoe de regionale
energietransitie nu vormgegeven wordt. Er is de afgelopen maanden heel
hard gewerkt op regionaal en lokaal niveau. Ik heb veel van onze
regionale bestuurders en vertegenwoordigers gesproken. Het is niet
makkelijk. Het is een ingewikkelde klus, maar je ziet dat er een
potentie van 55 terawattuur ligt. Het is een concept, maar het laat zien
dat er meer mogelijk is dan 35 terawattuur. Ik ben benieuwd hoe de
staatssecretaris aankijkt tegen die begrenzing van 35 terawattuur. Als
er draagvlak is voor meer dan 35 terawattuur
hernieuwbare-energieopwekking, ondersteunt de staatssecretaris dat dan
ook, bijvoorbeeld met de SDE++-subsidie? Het is een heel open vraag,
omdat ik op zoek ben naar de mogelijkheden die er zijn. Hoe kijkt de
staatssecretaris daarnaar?
Voorzitter, ik sluit af. We zien de gevolgen van de klimaatcrisis. Ik
vind het de komende jaren ook echt onze plicht om daar aandacht aan te
besteden. We kunnen niet wegkijken. Ik roep de staatssecretaris dan ook
echt op om ook de komende maand, deze zomer, te gebruiken om te doen wat
nodig is om onze doelen te halen.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Eerdmans heeft nog een interruptie, en daarna de heer Kops, als
ik het goed zie.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik wil even omhoog in de helikopter met de heer Boucke, net als de heer
Bontenbal bij mij deed. We zitten met een Klimaatakkoord. U zegt dat er
veel op het spel staat. Oké, dat stellen we vast. Er komt van alles op
ons af. Dat heeft heel veel invloed op bedrijven, op bewoners, op
corporaties, enzovoort. Die fossiele brandstoffen lijken mij eindig. Wij
hebben het idee van kernenergie. Misschien denkt u daar anders over. Dat
is een omwenteling. Die is gaande. Maar dan het tweede punt, de
opwarming. U noemde de hittegolven, de temperatuurschommelingen en het
hele klimaatprobleem. Denkt u … Hoe zal ik het vragen? Denkt u dat …
Nee, wat zal de bijdrage van Nederland zijn aan de opwarming van de
aarde?
De heer Boucke (D66):
Ik snap de vraag van de heer Eerdmans heel goed. Het is inderdaad een
illusie om te denken dat wij het in ons eentje kunnen. Daarom zegt D66
ook dat het klimaatakkoord van Parijs heel belangrijk en leidend is. We
moeten hele heldere afspraken maken in Europa. Daar staan we ook voor;
daar kent u ons ook van. Tegelijkertijd moeten we in Nederland de
verantwoordelijkheid nemen om de leiding te pakken bij het tegengaan van
klimaatverandering. Dus het argument dat onze bijdrage zo klein is dat,
als we alles op alles zetten en in 2050 op nul uitkomen, Nederland dan
nog steeds nauwelijks iets gedaan heeft om de klimaatverandering tegen
te gaan, is een non-argument. Want wij moeten met z'n allen gaan lopen
en niet op elkaar wachten. Dus je kunt niet zeggen: weet je wat, het
moet in China gebeuren want dáár vindt de grootste uitstoot plaats. Nee,
het moet in China gebeuren én het moet hier gebeuren, en ook nog
snel.
De voorzitter:
Meneer Eerdmans, het hoeft niet maar het mag.
De heer Eerdmans (JA21):
Het hoeft niet, maar het is misschien wel nuttig. Een level playing
field is het inderdaad niet. Dat zal het volgens mij ook nooit gaan
worden en dat maakt het ook zo pijnlijk, als je de inspanningen die wij
verrichten en de kosten die wij maken afzet tegen het resultaat. Daar
ben ik toch wel erg gevoelig voor, want daarmee gaan wij een heleboel op
elkaar stapelen waar veel mensen last van gaan krijgen, met een minimaal
resultaat. Ik denk dus dat je juist wel veel beter kunt inzetten op die
andere landen die blijkbaar blijven vervuilen, en hun oude bruinkool- en
steenkoolindustrie en weet ik wat allemaal op poten houden, terwijl wij
het beste jongetje van de klas zijn en honderden miljarden uitgeven;
niet aan onze ziekenhuizen, onze politieagenten of weet ik wat, maar
juist hieraan. Dat is dan toch een bodemloze put? Ik snap uw ambitie
wel, want ik weet dat die oprecht is bij u en dat u het zo ziet. Ik vind
het ook goed dat politici die idealen hebben, maar ik zie het, helaas,
als een totaal nutteloos vooruitzicht gelet op het rendement van deze
totale operatie.
De heer Boucke (D66):
Ik hoorde geen vraag, maar ik reageer toch heel graag. Ik waardeer het
dat de heer Eerdmans mij uitdaagt — de heer Bontenbal deed dat net ook —
om het debat te voeren over waar we nu eigenlijk voor staan. Ik zal er
één voorbeeld uitlichten: wind op zee. Van wind op zee werd gezegd:
windmolens draaien op subsidie. Dat heeft kort geduurd, en nu verdienen
we aan die windmolens. Nu is het slimmer en kost het minder om energie
op te wekken met windmolens dan met fossiel. Ik weerleg dus het verhaal
van de heer Eerdmans dat dit "geld weggooien" is. Nee, het is geld
verdienen.
De heer Kops (PVV):
Ik heb een vraag die aansluit op de vraag van de heer Eerdmans. De heer
Boucke eindigde zijn betoog met het woord "klimaatcrisis". Ik vroeg me
af waarom hij zo selectief is, want aan het begin van zijn betoog noemde
hij enkele warmterecords: kijk eens, daar is een hitterecord en daar
ook, dus moeten we wat doen aan klimaatverandering. Nogmaals de vraag:
waarom is hij zo selectief? Want, laten we eerlijk zijn, ik heb hier wat
cijfers: 30 januari 2021 was bijvoorbeeld in Nederland de koudste nacht
in twee jaar. Dat was een kouderecord. In januari 2021 was er een
kouderecord in Spanje: -34 graden. De NASA zei in januari van dit jaar
dat de hoeveelheid zee-ijs aan het toenemen is. Onze eigen
deltacommissaris heeft aangegeven dat de zeespiegel in Nederland
gemiddeld 2 millimeter per jaar stijgt zoals het al eeuwen doet en dat
ook zal blijven doen. Er is dus geen enkele reden voor paniek, zegt hij.
Dus waarom is de heer Boucke dan zo selectief en benoemt hij dat niet?
Waarom komt hij nu met die klimaatbangmakerij om mensen op kosten te
jagen?
De heer Boucke (D66):
Wat de heer Kops en de PVV steeds doen, en dat doen ze al jaren — het is
dus niet nieuws — is wegkijken. Wegkijken voor een crisis die nu gewoon
gebeurt. Dan kunt u met allerlei cijfers smijten, maar de data laten
zien dat niet alleen de temperatuur stijgt op de hele aardbol maar dat
de effecten daarvan ook zeer negatief zijn. En spreek maar eens met de
mensen in Zuid-Californië of de mensen in Portugal. Wat de heer Kops
doet, is wegkijken. Dat kan en dat mag, maar dat doen wij niet.
Inmiddels zegt een hele ruime meerderheid van onze bevolking: nee, we
moeten hier iets aan doen. Daar haal ik ook wel mijn drive uit om
hiervoor te strijden.
De heer Kops (PVV):
De pot verwijt de ketel, want de heer Boucke is zelf heel selectief met
de cijfers die hij aandraagt. Als je er dan in gelooft en als je dat
klimaatbeleid verder wilt uitrollen — de heer Boucke zegt dat er in
Californië en Portugal blijkbaar iets aan de hand is: hoe denkt hij dat
het klimaatbeleid van Nederland daaraan gaat bijdragen? Nederland is
verantwoordelijk voor slechts 0,35% van de totale wereldwijde
CO2-uitstoot. Nederland slaat nog geen deuk in een pakje
boter. Dus hoe ziet de heer Boucke dat? Hoe gaan al die miljarden, die
we hier in Nederland verspillen aan klimaatbeleid waar de burger gewoon
voor moet betalen, concreet bijdragen aan wat de heer Boucke een
situatie in Californië of Portugal noemt?
De voorzitter:
Helder. De heer Boucke.
De heer Boucke (D66):
We hebben jaren gewerkt aan een mondiaal klimaatakkoord. Dat hebben we
in 2015 bereikt. We hebben met elkaar afgesproken dat we binnen de
doelstelling van 1,5 graad Celsius, of in ieder geval van 2 graden
Celsius moeten blijven. Dat is wat ons betreft leidend. Dat is ook wat
Nederland doet. In Europees verband gaan we daarin nog een stap verder.
Wat mij betreft gaan we in Nederland ook nog een stap verder. Mijn
antwoord aan de heer Kops is dus: dat is wat Nederland doet. Zowel
nationaal als internationaal werken we wat ons betreft snoeihard om onze
emissies naar beneden te krijgen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Boucke. U heeft uw inbreng voltooid en heeft ook alle
vragen beantwoord. Dan is nu het woord aan de heer Kops namens de PVV
voor zijn termijn.
De heer Kops (PVV):
Voorzitter. Vooral na deze interrupties is "knettergek" eigenlijk het
enige woord dat ik kan gebruiken voor het klimaatbeleid, de
energietransitie en alle aanverwante onzin. Het hangt echt van miljarden
verslindende hypocrisie en tegenstrijdigheden aan elkaar. Neem
bijvoorbeeld het Internationaal Energieagentschap. Dat zegt heel
duidelijk: de komende jaren zal wereldwijd het gebruik van gas alleen
maar verder toenemen, dit jaar met meer dan 3% en de jaren daarna met
zo'n 1,5%.
De hele wereld gaat alleen maar meer gas gebruiken, maar hier in
Nederland moet iedereen, onder anderen van de heer Boucke, voor vele
tienduizenden euro's van het gas af. Het is gewoon niet uit te leggen.
In Nederland moeten de paar kolencentrales die we nog hebben, die tot de
modernste en schoonste ter wereld behoren, worden gesloten, maar in Azië
worden er 600 bijgebouwd. Waar zijn we dan in hemelsnaam mee
bezig?
En dan zijn er hier partijen in deze Kamer, zoals D66, PvdA, GroenLinks
— noem ze allemaal maar op — die zeggen dat Nederland, dat hele kleine
landje verantwoordelijk voor slechts 0,35% van de totale wereldwijde
CO2-uitstoot, klimaatverandering moet gaan tegengaan. Het is
echt grootheidswaan, en tegelijkertijd oplichterij,
klimaatoplichterij.
Voorzitter. Onlangs werd, in aanloop naar volledige sluiting van de
kolencentrales in 2030, de productie van de centrales nog beperkt, om
aan dat vreselijke Urgendavonnis te voldoen. Nu woedt er blijkbaar onder
links een discussie over vervroegde sluiting van een andere centrale,
ook in het kader van Urgenda. De minister van EZK heeft aangegeven dat
dit niet zomaar kan. Ik wil ook heel graag de bevestiging van de
staatssecretaris dat dit niet gaat gebeuren.
Voorzitter. We hebben het over een vonnis dat zegt: 25%
CO2-reductie in 2020. Dat vonnis leidt tot slechts — houd u
vast — 0,000045°C minder opwarming. En dat bedenk ik niet: dat komt van
de landsadvocaat, oftewel de Staat zelf. Het is volstrekt
verwaarloosbaar en praktisch onmeetbaar. Aan dat vonnis is inmiddels al
zo'n 3,3 miljard euro verspild. Waar zijn we dan in hemelsnaam mee
bezig?
Voorzitter. Nu wil Urgenda dus opnieuw naar de rechter stappen, omdat
Nederland niet verder komt dan 24,5% reductie, in plaats van die 25%.
Dat kunnen we ook weer gaan uitrekenen. Voor die niet gehaalde 0,5%
CO2-reductie komt dat neer op — houd u vast — 0,0000045°C
minder opwarming. Daarvoor wil Urgenda een dwangsom eisen van tussen de
100 miljoen en 2 miljard euro. Als je dat een beetje laat bezinken, is
er maar één conclusie mogelijk. Dat heeft natuurlijk niks meer met
klimaat of klimaatbeleid te maken. Het is ordinaire geldklopperij en
zakkenvullerij ten koste van al die Nederlanders, die hiervoor zoals
altijd moeten opdraaien. Ze moeten enerzijds dus opdraaien voor de
kosten, maar anderzijds ook voor de rampzalige gevolgen.
Neem bijvoorbeeld windturbines. Onrendabel, onbetrouwbaar,
horizonvervuilend, landschapsvernietigend, dodelijk voor dieren, slecht
voor de natuur, slecht voor de gezondheid of zeg maar gerust:
ziekmakend. Al zo vaak hebben artsen gewaarschuwd voor de schadelijke
gezondheidseffecten van windturbines. In maart van dit jaar stuurden 100
artsen een brandbrief daarover. Eergisteren nog zeiden artsen verenigd
in Wind Wiki dat de rapporten van het RIVM over windturbines veel te
rooskleurig zijn. Zij waarschuwen voor hartklachten, slapeloosheid,
langdurige stress, concentratieverlies en depressie. Het is echt heel
ernstig. Er zijn zelfs omwonenden van windturbines die besluiten om te
verhuizen. Zo erg is het al. Omwonenden slaan letterlijk voor die
windturbines op de vlucht. En kijk, daar heb je ze dan, de
klimaatvluchtelingen. Ze bestaan dus blijkbaar inderdaad, maar dan wel
gewoon hier in Nederland. En wat doet de staatssecretaris daar dan aan?
Ik citeer uit het antwoord op eerdere Kamervragen. Dat is echt stuitend.
Er wordt geschreven: "Windenergie is niet alleen cruciaal om onze
klimaatdoelen te halen, maar ook om gezondheidswinst te behalen." Het
staat er echt, "gezondheidswinst". Ik vraag me echt af: hoe bedenk je
het? Ga dat maar eens uitleggen aan al die mensen die letterlijk ziek
worden van die windturbines. U geeft ze gewoon een trap na. Daar komt
het op neer. Wat bedoelt de staatssecretaris dan eigenlijk met een
"geaccepteerd risico van 9% ernstig gehinderden"? Betekent dat dan dat
als maximaal 9% van de omwonenden last heeft van die windturbines en
daar ziek van wordt, dat dan niet erg is en dat dan geaccepteerd is? Wat
wordt daarmee bedoeld? En hoe wordt dat überhaupt gemeten? Wat de PVV
betreft is er maar één conclusie mogelijk: met die windturbines moeten
we zo snel mogelijk kappen.
Voorzitter. Tot slot de energierekening. In een recente publicatie van
het Sociaal en Cultureel Planbureau staat namelijk dat ongeveer een op
de tien huishoudens — dat zijn er dus 800.000 — nu al moeite heeft met
het betalen van de energierekening en dat de energietransitie dat
aandeel alleen maar verder zal vergroten. Ik citeer: "Een aanzienlijk
deel van de huishoudens is in financieel opzicht kwetsbaar voor de
gevolgen van de energietransitie." Een maand geleden lazen we nog dat de
energierekening stijgt met €200. Vorige week lazen we dat de
energierekening met €160 of €400 omhooggaat. Het gaat maar door.
Voorzitter. Ik moet echt zeggen dat ik ontzettend klaar ben met iedere
keer die nietszeggende antwoorden van het kabinet in een debat of op
Kamervragen, waarin iedere keer staat: ach ja, nee, het kabinet heeft
alleen maar invloed op de belastingen op energie. Ja, maar laten we wel
wezen: de helft van de energierekening bestaat al uit belastingen.
De voorzitter:
Wilt u afronden?
De heer Kops (PVV):
Zeker, voorzitter. Die energiebelastingen kunnen dus gewoon verlaagd
worden. Daarom de vraag tot slot: neemt de staatssecretaris
energiearmoede wel serieus en wat gaat ze nu concreet doen voor al die
mensen die nu en in de toekomst de energierekening niet meer kunnen
betalen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan is nu het woord aan de heer Bontenbal namens het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Dank, voorzitter. De energievoorziening van gisteren lijkt op een
klassiek symfonieorkest, maar de energievoorziening van de toekomst op
een jazzband. In een symfonieorkest is er een partituur en weten alle
muzikanten wat zij moeten doen. Een dirigent leidt het orkest en zorgt
voor een prachtige uitvoering. Maar in een jazzband staat het collectief
improviseren, begeleiden en soleren centraal. Jazzmusici reageren op wat
er gebeurt en op elkaar. Jazz is de kunst van het improviseren. De
energievoorziening van de toekomst is complex en vraagt om
improvisatietalent van alle spelers. Weersafhankelijke duurzame
energiebronnen zoals zon en wind soleren regelmatig, maar soms moeten
andere back-upspelers hun rol overnemen. Batterijen, power-to-gas en
power-to-heat zorgen voor flexibiliteit. Via vraagsturing spelen ook
grote energieverbruikers het spel van vraag en aanbod. Kortom, de
duurzame energievoorziening van de toekomst is jazzy.
Voorzitter. Maar ook in de jazz zijn er wel degelijk regels. Zonder deze
regels, zonder een gezamenlijke basis, lukt het samenspel niet. Over die
basis wil ik het vandaag hebben. De infrastructuurverkenning en het
interdepartementaal beleidsonderzoek financiering energietransitie, het
ibo, maken inzichtelijk dat de energietransitie veel geld gaat kosten.
De jaarlijkse extra investeringen worden geraamd op 10 miljard euro. Ja,
daar staan baten tegenover, maar de investeringsopgave is en blijft
fors. Als het om zo'n substantieel bedrag gaat, dan moeten we over een
paar zaken helderheid hebben. In de eerste plaats moeten we zicht hebben
op hoe de energievoorziening zich zou moeten ontwikkelen en hoe we de
kosten van de energietransitie zo goed mogelijk beheersen. Maar dat
beeld is er nog onvoldoende. We sturen nog te veel in de mist.
De infrastructuurverkenning die de netbeheerders hebben opgesteld,
waarvoor hulde, verkent de uithoeken van het speelveld. Het is een
scenariostudie waar de scenario's vooraf zijn opgesteld en vervolgens
zijn uitgewerkt en doorgerekend. Deze scenariostudie geeft een beeld van
de opgave en de kosten, maar we moeten uitkijken dat we deze studie niet
gebruiken voor doeleinden waarvoor ze niet geschikt is. Deze studie
zoekt nadrukkelijk niet naar het meest kostenoptimale pad. Je kunt deze
studie dus niet zomaar gebruiken om de kosten van de energietransitie te
berekenen. Dat lijkt nu wel te gebeuren. Mijn vraag aan de
staatssecretaris is: erkent zij dat het ontbreekt aan gedegen
optimalisatiestudies van het energiesysteem van de toekomst en is zij
bereid die alsnog te laten uitvoeren?
De scenariostudie van de netbeheerders verkent de uithoeken van het
speelveld, maar op sommige punten kan deze studie nog wel wat creatiever
en uitdagender, bijvoorbeeld als het gaat om de rol van nieuwe generatie
kleine modulaire kernreactoren, die een deel van de waterstofproductie
op zich kunnen gaan nemen en die vanwege hun beperkte vermogen en
ruimtelijke impact op meerdere plekken in het energiesysteem denkbaar
zijn. Is de staatssecretaris bereid om de netbeheerders te vragen alsnog
hieraan aandacht te besteden?
Voorzitter. Om de kosten van de energietransitie binnen de perken te
houden is er sturing nodig. De overheid moet regie nemen, maar wat is
deze regie precies? Regionale netbeheerders moeten de komende jaren
forse investeringen in hun elektriciteitsnetten doen. Het ontbreekt
echter aan geld en aan mensen. We zien nu al op verschillende plekken in
het land dat er capaciteitstekorten zijn. Verschillende maatregelen zijn
al genomen, in samenspraak met de netbeheerders. Dat is goed, maar we
moeten nog een stap verder durven zetten en de netbeheerders in staat
stellen om te prioriteren. We moeten keuzes gaan maken. Welke nieuwe
aansluitingen en welke capaciteitsuitbreidingen kunnen wel en welke
kunnen niet of later gedaan worden? Is de staatssecretaris bereid om
hierover na te denken en om met de netbeheerders te gaan werken aan een
prioriteringskader?
Ook in de verduurzaming van de gebouwde omgeving kunnen we effectiever
opereren dan nu gebeurt. Het rapport van Ecorys over de hybride
warmtepomp is een goede aanleiding om het gevoerde beleid opnieuw te
overwegen, want het rapport laat haarfijn zien dat een massale uitrol
van de hybride warmtepomp in de meeste gevallen een van de meest
kosteneffectieve routes is voor verduurzaming, waarbij huishoudens ook
weinig overlast ervaren. De nadruk in het beleid ligt nu te veel op het
meteen volledig aardgasvrij maken van wijken. Waar warmtenetten een
goede optie zijn, is dat een logische keuze en is het ook een goede zaak
dat de gemeente de regie voert. Maar is het niet verstandig om meer
nadruk te leggen op andere routes, bijvoorbeeld het normeren van de
verkoop van de hybride warmtepomp, zoals in het verkiezingsprogramma van
het CDA staat en zoals ook is doorgerekend door GroenLinks? Graag een
reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter. Het gaat niet alleen om helderheid over de kosten en sturing
op een kosteneffectieve energietransitie, maar ook om een eerlijke en
transparante verdeling van de kosten over de samenleving en over het
bedrijf. Het ibo schetst een aantal interessante perspectieven, waarvan
ik er eentje uit wil lichten: de financiering van de SDE++ uit de
algemene middelen. In ons verkiezingsprogramma pleiten we voor een
onderzoek daarnaar. In Frankrijk wordt de energietransitie ook niet via
de energierekening bekostigd, maar via de algemene middelen. De opslag
duurzame energie is al jaren een punt van discussie. We zien nu in de
glastuinbouw, maar ook elders, dat het steeds maar rommelen aan de
tarieven tot nare gevolgen kan leiden. De Studiegroep Begrotingsruimte
heeft een vergelijkbaar advies gedaan. De secretaris-generaal van het
ministerie van EZK pleitte in het tijdschrift ESB begin 2020 ook voor
deze aanpak. Is de staatssecretaris bereid om deze route verder uit te
werken?
Voorzitter. Ik heb nog een opmerking, over het advies van de Stuurgroep
Extra Opgave. De stuurgroep schat in dat er ten opzichte van het
Klimaatakkoord een extra vraag kan ontstaan van tussen de 15 en 45
terawattuur voor elektrificatie in de industrie en voor datacenters in
2030. Daarvan is 5 tot 15 terawattuur voor datacenters. Dat is het
elektriciteitsverbruik van vijf maal het windpark Borssele III en IV.
Willen we dit? In Nederland hebben we al een flinke
verduurzamingsopgave. Daarnaast is er terechte weerstand tegen de
verdozing van Nederland, is er schaarste aan ruimte en willen we ook
geen waardevolle landbouwgrond opofferen. Wegen de maatschappelijke
baten van deze datacenters wel op tegen de maatschappelijke kosten? Waar
is de groei van deze energievraag van datacenters op gebaseerd en acht
de staatssecretaris deze ontwikkeling wenselijk? Is de staatssecretaris
bereid om een overzicht te maken van alle datacenters die nog in de
pijplijn zitten?
De voorzitter:
Wilt u afronden?
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, daar was ik mee bezig.
Voorzitter. We kunnen pas effectief bouwen aan een duurzame, jazzy
energievoorziening als we weten waar we naartoe bewegen, hoe we steeds
bijsturen en hoe we de kosten eerlijk verdelen. Ik ben dan ook benieuwd
naar de antwoorden van de staatssecretaris op de door ons gestelde
vragen. Ik vind het eigenlijk wel jammer dat ik geen interrupties heb
gehad.
De voorzitter:
Er zijn mensen die de heer Bontenbal willen interrumperen. Als eerste is
de heer Boucke aan de beurt. U heeft nog één interruptie.
De heer Boucke (D66):
Zei u dat ik nog één interruptie heb? Dat is jammer.
De heer Bontenbal heeft een heel inhoudelijk betoog gehouden. Dat laat
zien dat hij veel van deze materie afweet. Ik ben daar heel blij om,
want ik denk dat we daar ons voordeel mee moeten doen in deze Kamer. Ik
ken het CDA als een partij die pal staat voor de rechtsstaat en die echt
als een onmisbare voorwaarde ziet voor onze samenleving. Dat staat
trouwens ook in haar verkiezingsprogramma. Ik wil gebruikmaken van de
kennis van de heer Bontenbal. Hij heeft het niet gehad over het meest
urgente probleem, namelijk hoe wij met de uitspraak van de rechter in de
Urgendazaak omgaan. Mijn vraag aan de heer Bontenbal is: wat zijn uw
maatregelen om het doel te halen, gegeven het feit dat het CDA echt een
partij van de rechtsstatelijkheid is en u heel veel kennis in huis
heeft? Ik zou bijna zeggen: u heeft zo veel kennis dat u zo bij het
ministerie van EZK aan de slag kunt. Wat zou u voorstellen aan
maatregelen om het doel nu eindelijk wel te halen?
De heer Bontenbal (CDA):
Bij sommige debatten weet je van tevoren vrij goed wat er in een debat
gaat gebeuren. Het was vrij snel duidelijk dat een deel van dit debat
gedomineerd ging worden door vragen over het Urgendavonnis. Ik heb
natuurlijk nagedacht over wat dan mijn verweer zou zijn. Mijn eerste
reactie was toch een beetje: de Rotterdam-Zuid-vechtersmentaliteit, er
verbaal bovenop gaan. Maar gisteravond zat ik in de auto terug naar
huis, na een lange dag werken hier in de Kamer, en toen dacht ik: dat
wil ik niet doen. Ik wil gewoon mijn dilemma schetsen. Ik weet dat dat
kwetsbaar is, maar ik doe het wel, omdat ik hier een eerlijk debat over
wil. Het Urgendavonnis is belangrijk. Ik vind ook dat we daaraan moeten
voldoen. Tegelijkertijd weet u en de hele Kamer dat we met de rug tegen
de muur staan, want de heer Erkens heeft gelijk: als we nu een
kolencentrale sluiten, is die dit jaar nog niet dicht. We hebben dus
niet zo heel veel maatregelen om dit jaar echt nog effect te hebben. Dat
is dus één.
Ten tweede. Stel nou dat we daar 100 of 200 miljoen voor kwijt zijn, en
ik kan voor die 100 miljoen 100.000 sociale huurwoningen isoleren, wat
doe ik dan liever? Doe ik dan dat eerste liever, die maatregel waarvan
ik weet dat die niet heel veel doet? Of kies ik dan voor een structurele
maatregel, die op de lange termijn effect heeft?
Mijn derde punt is dat het klimaat zich niet heel veel aantrekt van één
jaar. Ik zou dus ook willen zoeken naar ... Ik heb hier zelf over
nagedacht. Stel, we hebben dit jaar een tekort. Kunnen we dat dan
volgend jaar of het jaar daarna inlopen? Uiteindelijk gaat het over de
cumulatieve emissies. Het gaat over carbonbudgets. Ik zoek dus wel
degelijk naar creatieve manieren om eraan te voldoen, maar ik wil net
zoals de heer Erkens belastinggeld wel echt zinvol besteden. Ik wil dus
werken aan oplossingen die langjarig, structureel, ambitieus, duurzaam
beleid zijn. Dat is mijn uitgangspunt.
De voorzitter:
Ook in het antwoord graag iets beperkter zijn, want het wordt zo wel
heel erg lang.
U mag helaas niet meer interrumperen, meneer Boucke. We hebben vier
interrupties afgesproken. Het spijt me, maar anders komen we niet uit.
Er is ook nog een tweede termijn.
Meneer Thijssen, u heeft nog twee interrupties.
De heer Thijssen (PvdA):
Kijk, dat is mooi!
Ik wil het volgende tegen de heer Bontenbal zeggen. Ik snap het. Ik snap
dat we structurele maatregelen willen nemen waaraan Nederland op langere
termijn iets heeft. Daar heeft het klimaat ook het meeste aan. Maar die
kans hebben we gehad. Maar omdat we zes jaar op onze handen hebben
gezeten, zijn we nu waar we nu zijn. Er ligt gewoon een snoeiharde
uitspraak van de rechter: gij zult nu handelen.
En dan nog even over het besluit om de kolencentrales meteen te sluiten.
Ik denk dat de Nederlandse Staat dat kan doen, maar u kunt ook aan de
staatssecretaris vragen of hij dat even kan uitzoeken. Ik heb de
Nederlandse Staat in de coronacrisis namelijk dingen zien doen die wij
hiervoor niet voor mogelijk hielden. En dit is geen coronacrisis, maar
een klimaatcrisis. Dus nogmaals, met het sluiten van de kolencentrales
doen we volgens mij structureel, voor de komende tien jaar, iets goeds.
Volgens mij besparen we er ook geld mee, want we gaan dan minder geld
uitgeven aan biomassabijstook. Dus ook al kost het sluiten van die
kolencentrales misschien wat, als samenleving houden we er geld aan
over. En we stoppen de kaalslag in bijvoorbeeld Estland.
O, en dan nog het laatste argument dat u noemde over dat het allemaal
weglekt naar het buitenland. Daar zijn studies van die laten zien dat
het heel erg meevalt. Er gaan vooral gascentrales in Nederland harder
draaien, dus het werkt echt voor het klimaat.
De voorzitter:
Het moet echt korter.
De heer Thijssen (PvdA):
Nogmaals, het is superurgent, dus steun het sluiten van de
kolencentrales.
De heer Bontenbal (CDA):
Eerlijk gezegd heeft dat pleidooi over die kolencentrales mij wel
verbaasd, ook omdat de Kamer twee maanden geleden een hele discussie
heeft gehad over de wet op de elektriciteitsproductie. Toen is er ook
gezegd: kolencentrales moeten minder uitstoten. Wat heeft men gedaan? Er
waren goede redenen om de elektriciteitsproductie van kolencentrales te
cappen op 35% van het vermogen. Het argument was: leveringszekerheid. U
heeft voor die wet gestemd. U heeft daarover gedebatteerd in dit huis.
Dan vind ik het heel raar dat u eigenlijk met een parallelle maatregel
komt die daartegen ingaat. Ik zou, in lijn met uw gedachtegang, zeggen:
ga dan aan die 35% sleutelen. Dat is namelijk precies wat we hebben
afgesproken. Dit is dus weer een voorbeeld van jojobeleid, vind ik. Denk
dan door, in dat wetsvoorstel dat uzelf heeft aangenomen, en ga dan aan
die 35% morrelen. En ook dat heb je niet zomaar geregeld, want we zijn
ook een rechtsstaat waarin we de dingen netjes willen regelen, ook voor
bedrijven.
De heer Thijssen (PvdA):
Nou ja, dit is toch wel de wereld op z'n kop! Ik heb bij dat debat
gezegd: volgens mij moeten we verder naar beneden. Ik heb gevraagd: is
dit voldoende om Urgenda te halen? En ik heb gezegd: volgens mij niet.
Ik vind het dus prima om met dat debat door te gaan, want dan stel ik
voor dat we naar 0% gaan in plaats van naar 35%. Kunt u dat dan wel
steunen? Er wordt mij hier nu iets verweten wat volgens mij niet zo is.
Ik heb in het debat gezegd: dit is de maatregel om Urgenda te halen, op
korte termijn, dus we moeten nu naar 0% gaan. Ik heb toen gepakt wat ik
kon pakken, namelijk een beperking naar 35%. Maar ik pleit er nu weer
voor, net zoals in dat debat van een maand geleden, om naar 0% te gaan.
Sluiten, die kolencentrales! Respect voor de rechtsstaat, respect voor
het klimaat, en we besparen er nog geld mee ook.
De voorzitter:
De heer Bontenbal, tot slot.
De heer Bontenbal (CDA):
De heer Thijssen van de PvdA weet ook dat ik ook de politiek in ben
gegaan om te werken aan ambitieus klimaatbeleid. Hier wordt dus steeds
het beeld geschetst dat de PvdA de enige partij is die iets aan het
klimaat wil doen, maar andere partijen willen dat ook. Ik zou ook het
volgende aan u willen vragen. Er geldt ook zoiets als kosteneffectieve
besteding van geld. En als wij kolencentrales gaan sluiten, dan is er
een weglekeffect. Dat staat ook in alle brieven. U heeft gelijk dat een
deel wordt opgevangen door Nederlandse gascentrales, maar een deel ervan
gaat wel degelijk naar het buitenland. Dat staat ook allemaal netjes in
die studies. Ik wil gewoon de afweging maken: steek ik dat geld, die
paar honderd miljoen, liever in het sluiten van de kolencentrales,
terwijl we ook een wet op de elektriciteitsproductie hebben, of steken
we dit in — ik noem maar wat — een waterstofbackbone of in het isoleren
van 100.000 sociale huurwoningen? Die afweging moet je toch ook willen
maken? We moeten belastinggeld toch effectief besteden?
De voorzitter:
Volgens mij is het antwoord gegeven. Ik vraag de heer Kops om het
voorzitterschap even van mij over te nemen.
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Jazeker. Dan is het woord aan de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik zou hier toch graag nog even over willen doorgaan. In zijn inbreng is
denk ik het woord dat het vaakste viel "kosteneffectiviteit". Als ik
terugkijk naar de geschiedenis van het Nederlands klimaatbeleid, dan zie
ik dat met name door het CDA veel te lang is gewacht met allerlei
maatregelen. We zien in alle studies dat het uitstellen van maatregelen
op termijn betekent dat de kosten alleen nog maar verder stijgen. Nu
stevent het CDA willens en wetens af op een dwangsom, waarmee we weer
geld weggeven zonder de meest effectieve klimaatimpact. Ik begrijp
gewoon niet van een partij die zo hamert op kosteneffectiviteit dat ze
zo onverantwoord is als het gaat om het naleven van de
Urgenda-uitspraak. Kunt u dat verklaren?
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb in mijn inbreng vandaag inderdaad meerdere keren het woord
"kosteneffectiviteit" gebruikt. Maar ook van vorige debatten weet u dat
dat niet het enige argument is en dat wij ook sterk vanuit
maatschappelijke waarde denken. Mijn pleidooi voor groene
industriepolitiek past in dat verhaal: kijk breed naar de vergroening
van de economie en kosteneffectiviteit. Wij hebben ook gezegd dat de
tonnenjacht van minister Wiebes een te beperkte benadering is. U heeft
nu met mij te maken en u heeft gehoord wat mijn inzet is. U weet dat ik
een pleidooi heb gehouden voor groene industriepolitiek. U weet dat ik
de politiek in ben gegaan om te werken aan klimaatbeleid. We kunnen elk
debat weer hetzelfde spelletje doen, namelijk naar de vorige 10, 20, 30,
40 jaar verwijzen. Ik kan daar niet zo veel mee.
De voorzitter:
De heer Van der Lee, nog een keer.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dat betreur ik zeer, want u draagt toch het gedachtegoed uit van een
partij. U zit hier niet als individu. Mijn partij pleit ook voor groene
industriepolitiek. Maar wij leveren ook boter bij de vis. Wij geven ons
rekenschap van het feit dat het belangrijkste voor het draagvlak in
Nederland voor de klimaattransitie is dat de industrie een eerlijke
prijs betaalt voor de vergroening. Ook daar zie ik het CDA bepaald niet
vooroplopen. Ook daar zijn de meest kosteneffectieve maatregelen te
treffen. Ik ben het eens met het pleidooi van de heer Thijssen. Het
uitstellen van de CO2-heffing vanwege corona blijkt achteraf
helemaal niet nodig te zijn. Neemt het CDA dan ook de
verantwoordelijkheid om de prijs voor de vergroening van de industrie,
die we allebei willen, te leggen waar die hoort, bij de industrie?
De heer Bontenbal (CDA):
U gaat nu een hele discussie voeren over één specifieke maatregel. Daar
zou je een heel apart debat over kunnen voeren. Ons verhaal gaat over
groene industriepolitiek. Daar hoort ook iets bij over
vestigingsklimaat, weglekeffecten, internationale concurrentie
enzovoorts. Wij hebben in de verkiezingscampagne meerdere debatten
gehad. Een van de dingen die wij in ons verkiezingsprogramma hebben
gezet, is: maak met die twaalf grote uitstoters harde bindende afspraken
over CO2-reductie. Wij hebben wel degelijk ook die ambitie,
maar we verschillen wellicht van mening over de manier waarop, over
welke instrumenten we kiezen. Niet elk instrument dat u voorstelt is het
beste instrument of is heilig.
De voorzitter:
De heer Van der Lee, nog een keer. Het is uw laatste interruptie.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
U zoomt nu in op dat ene instrument, maar u gaat voorbij aan mijn
hoofdpunt: de prijs voor de vergroening leggen waar die hoort, bij de
industrie zelf. Ik zie dan dat het CDA wijst naar het ETS als
beprijzingsinstrument. Dat moet helemaal Europees, eigenlijk niet
nationaal. Maar als het gaat om het maatwerk, moeten we als samenleving
de industrie helpen. Wij als burgers moeten dus de vergroening van de
industrie gaan betalen. Dat is niet wat de Nederlander wil horen. Waarom
wil het CDA niet veel nadrukkelijker de industrie zelf aanslaan voor de
vergroening?
De heer Bontenbal (CDA):
De CDA-fractie heeft het Klimaatakkoord ook ondertekend. De
CO2-heffing was daar een onderdeel van. De afgelopen vier
jaar hebben we een kabinet gehad dat heeft gepleit voor hogere Europese
doelstellingen. Dat is gelukt. Europa gaat naar 55%. U checkt wellicht
ook af en toe de websites met de CO2-prijs, die al boven de
€55, €60 per ton CO2 zit. U weet dus ook dat uw verhaal een
beperkt verhaal is, dat het niet het hele verhaal is. U pikt er steeds
maatregelen uit om te laten zien dat wij de afgelopen vier jaar niks
gedaan hebben. Dat vind ik een onterecht frame. Ik kan daar niet zo veel
mee. U weet dat we in een demissionaire situatie zitten. Er wordt straks
geformeerd. Dan zult u zien wat wij in het mandje leggen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het voorzitterschap weer aan de heer Van der
Lee.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kops. Dan geef ik het woord weer door aan mevrouw
Teunissen, die nu haar inbreng gaat houden.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter, mooi om te zien hoe het gaat met die wisselende rollen. De
stem van de heer Van der Lee verandert ook. Dat is mooi om te
zien.
Voorzitter. Ik citeer: "Het leven op aarde kan zich herstellen van grote
klimaatverandering door te evolueren tot nieuwe soorten en nieuwe
ecosystemen te creëren. De mensheid kan dat niet." Dat valt te lezen in
het rapport van het wetenschappelijke klimaatpanel van de Verenigde
Naties, het IPCC. Vorige week heb ik een debat aangevraagd over dit
uitgelekte IPCC-rapport. Het gaat over tipping points, kantelpunten die
als ze gepasseerd worden een domino-effect in gang zetten, onomkeerbare
verandering. Het regenwoud wordt een savanne, de permafrost ontdooit en
ijskappen smelten. Als het niet zo verdrietig was, dan is het bijna
komisch om te zien dat er partijen zijn die zeggen: dit is pas een
conceptakkoord, dus laten we vooral nu niet te hard van stapel lopen en
even wachten tot het definitieve akkoord er is om te kijken of we extra
maatregelen moeten gaan nemen. Een concept waarin de strekking volstrekt
helder is en waarin staat dat de mensheid het mogelijk niet overleeft
als we nu geen extra maatregelen treffen. Honderden miljoenen mensen en
dieren worden geraakt en gebieden worden onleefbaar. Hoe reageerde de
staatssecretaris op dit uitgelekte rapport? Wat ging er door haar heen?
Heeft zij dit rapport genoemd in de ministerraad? Wil zij naar
aanleiding van dit rapport extra meters maken? Zet het haar aan tot een
ambitieuze inzet voor de komende klimaattop? En bezint zij zich op het
versneld doorvoeren van extra maatregelen?
Voorzitter. Temperatuurpieken in Canada, waar het vorige week 49,5
graden was en in Lapland, waar het nu 35 graden is, dat zijn
waarschuwingen. Maar in een week van wereldwijde hittegolven stuurt het
kabinet ons een brief waarin het aangeeft in 2021 geen enkele stap extra
te willen zetten om het Urgendavonnis daadwerkelijk uit te voeren. Dat
is volstrekt onverantwoord. In een rechtsstaat moet het kabinet een
vonnis gewoon uitvoeren. Zo werkt het en niet anders. De rechter is
helder: per 2020 minimaal 25% reductie ten opzichte van 1990. Dat
betekent: per 2020 en daarna dus niet meer omhoog.
Maar inmiddels is de CO2-uitstoot alweer met 4 megaton
gestegen ten opzichte van 2020. Het kabinet zegt: in ieder geval voldoen
we in 2030 aan de doelstelling. Dat is gewoonweg een schending van de
rechtsstaat. Het is een lange neus naar de rechter. Zes jaar uitstellen,
dat kunnen we ons gewoon niet permitteren. En naast een schending van de
rechtsstaat is het zo dat hoe meer we nu doen, hoe meer kosten we
besparen in de toekomst en dat elke tiende megaton CO2 die we
minder uitstoten minder schade veroorzaakt aan de leefbaarheid van de
aarde. Hoe kan de staatssecretaris dit uitstelgedrag nog verkopen?
Er liggen maatregelen klaar. De Partij voor de Dieren steunt dan ook het
voorstel om snel een extra kolencentrale te sluiten — de rest mag wat
ons betreft nog veel sneller volgen —- veenweidegebieden onder te water
zetten en bedrijven te houden aan hun energiebesparingsplicht. Ook vraag
ik de staatssecretaris de salderingsregeling voor zonnepanelen te
verlengen, omdat met het zicht op afbouw in 2023 burgers terughoudender
worden om in zonnepanelen te investeren, terwijl dat nu juist hard nodig
is. Die regeling maakt zonnepanelen nu en in de toekomst
aantrekkelijker.
Het Planbureau voor de Leefomgeving bevestigde deze week nog maar eens
dat de hoeveelheid dieren in de veehouderij onhoudbaar is, ook gezien de
klimaatcrisis. Dat is totaal geen nieuwe boodschap; dat weten we al
decennia. Snel stoppen met het fokken van dieren is dus een hele
effectieve maatregel in plaats van honderden miljoenen aan subsidie te
steken in potdichte stallen met brandgevaarlijke luchtwassers die
gewoonweg niets doen voor het klimaat.
Voorzitter. Maatregelen genoeg. We hebben ook het puntenplan van Urgenda
gezien, waar legio maatregelen in staan. Daarnaast is er net een nieuw
boek uitgebracht door Urgenda, Van kolen naar Parijs, waar ook
kortetermijnmaatregelen in staan. Wil de staatssecretaris zo snel
mogelijk aanvullende maatregelen treffen om het Urgendadoel nog dit jaar
te halen? Ik reken op steun van alle partijen die geroepen hebben dat
het Urgendavonnis gerespecteerd zou moeten worden. Ik verzoek het
kabinet tevens om de Kamervragen over dit onderwerp van mijn
fractievoorzitter, Esther Ouwehand, nu snel te beantwoorden.
Voorzitter. Laten we niet vergeten dat die hele rechtszaak er natuurlijk
nooit gekomen was, als diverse opeenvolgende kabinetten naar de
wetenschap geluisterd zouden hebben of als ze zich zouden hebben
gehouden aan de internationale afspraken over het aanpakken van de
klimaatcrisis. De toch al niet ambitieuze klimaatdoelen van het
kabinet-Balkenende IV werden doodleuk verlaagd door het kabinet-Rutte I
op kosten van toekomstige generaties. Urgenda won de klimaatzaak voor
het eerst in 2015 en die uitspraak was bij voorraad uitvoerbaar. Met
andere woorden, het kabinet diende direct te beginnen met het uitvoeren
van het vonnis, maar zowel Rutte II als Rutte III koos voor kostbare
tijdverspilling met juridische procedures. De gevolgen zien we nu. Als
Nederland straks een dwangsom moet betalen, dan komt dat volledig op het
conto van de kabinetten-Rutte I, II en III. Laten we dan ook gelijk
afscheid nemen van het idee dat partijen als de VVD goed voor de
staatskas zouden zorgen, want we krijgen te maken met gevolgen die ons
heel veel gaan kosten. Hoe langer je meestribbelt, des te duurder het
uiteindelijk wordt en des te groter de veranderingsschokken voor onze
samenleving zijn.
Voorzitter. Dat "meestribbelen" brengt me op houtige biomassa. Er is
niets duurzaams aan het verbranden van bomen. Het rapport van SOMO dat
vandaag uitkwam, wijst daar nog eens op en bevestigt wat we al eerder
zagen. De Eerste Kamer nam gisteren een motie van de Partij voor de
Dieren aan, waarin de regering wordt verzocht geen nieuwe of verlengde
subsidies te geven op het stoken van houtige biomassa. Dit is een
belangrijke erkenning van het feit dat houtige biomassa niet duurzaam
is.
De voorzitter:
Wilt u afronden?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ja. Het is nu de tijd om het beleid structureel te herzien. Is de
staatssecretaris bereid om de grootschalige import van houtige biomassa
te verbieden? Omdat mijn spreektijd ten einde is, was dit tevens mijn
laatste vraag.
Dank u wel.
De voorzitter:
Er is een interruptie van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Dit is zoals we de Partij voor de Dieren kennen. Dat is consistent, maar
heeft u ook oplossingen?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Wij hebben legio oplossingen. Ik heb er net een paar genoemd. We stoppen
met het fokken van dieren in de veehouderij, we sluiten snel
kolencentrales en — dat heb ik hier niet eens genoemd — we verhogen de
CO2-heffing. We zorgen dat de vervuiler gaat betalen en we
zorgen dat er een fonds komt waardoor mensen met een laag inkomen niet
gedupeerd worden. Ik kan nog wel even doorgaan. We gaan ook energie
besparen. U kunt het allemaal lezen in ons verkiezingsprogramma, en u
heeft het heel vaak van ons gehoord. Continu strooien wij met
oplossingen, maar het punt is dat het kabinet keuzes moet durven maken.
Dat is in ons aller belang. Neem de krimp van de veestapel. Ik vind het
heel leuk dat het CDA daar nu mee komt, maar decennialang heeft het CDA
klimaatrapport na klimaatrapport terzijde geschoven in het belang van de
agrarische sector en de uitbreiding daarvan. De Partij voor de Dieren
wijst er al decennialang op dat het onhoudbaar is. En nu komt het CDA
vrolijk met: o, laten we de veestapel toch een beetje inkrimpen. Dat is
leuk, maar wel erg laat.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb niet zo heel veel concrete en haalbare oplossingen gehoord, ook
niet met een doorrekening of wat dan ook. Overigens wil ik de Partij
voor de Dieren er wel graag aan herinneren dat de eerste
klimaatconferentie in Den Haag ooit georganiseerd is door Ruud
Lubbers.
De voorzitter:
Mevrouw Teunissen, tot slot.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dit is echt ontzettend flauw. Ik heb net allerlei heel concrete
maatregelen genoemd. Het CDA luistert gewoon niet, maar zo kennen we het
CDA ook wel weer.
De voorzitter:
Oké. De heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Is mevrouw Teunissen ervan op de hoogte dat de wetenschappelijke dienst
van de Europese Commissie, het JCR, heeft gezegd dat kernenergie
minstens zo veilig is voor mens en dier als alle andere technieken voor
energieopwekking?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nee, daar ben ik niet van op de hoogte.
De heer Eerdmans (JA21):
Nu wel. Wat vindt u daarvan, mevrouw Teunissen?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb het rapport niet gelezen, dus ik zou het moeten bestuderen. Ik
weet wel van kernenergie dat we nog steeds te maken hebben met
gevaarlijk afval. Dus het is niet hernieuwbaar; dat laten we achter voor
komende generaties. Daarnaast heb ik net al genoemd dat we voor
kernenergie uranium nodig hebben. Daaraan is een tekort. Dat raakt
gewoon op, dus het is wat dat betreft ook geen duurzame bron. Wat de
investeringen betreft die nodig zijn, gaat het om miljarden. Daarnaast
duurt het heel lang voordat zo'n kerncentrale is gebouwd, en die tijd
hebben we gewoonweg niet. Dus al die miljarden kunnen we nu beter
stoppen in het radicaal terugdringen van de CO2-uitstoot in
plaats van dat we eerst een jaar of vijftien gaan wachten totdat er een
kerncentrale staat, want die tijd hebben we gewoonweg niet. Intussen
zijn de kosten van de gevolgen van de klimaatcrisis al veel verder
opgelopen.
De voorzitter:
De heer Erkens? Nee, meneer Eerdmans, u heeft geen interruptie
meer.
De heer Eerdmans (JA21):
Hè? Telt u die eerste die illegaal gesteld was, mee?
De voorzitter:
Nee, die tel ik niet mee. Ik doe het samen met de griffier. U heeft vier
vragen gesteld. De heer Erkens heeft nog wel interrupties.
De heer Erkens (VVD):
Mevrouw Teunissen noemt het argument van de voorraden die opraken, maar
windmolens en zonnepanelen hebben ook grondstoffen nodig. Daar zitten we
nu ook al met krapte en daar maken we ons ook zorgen om. We hebben dus
niet de luxe om bepaalde middelen en technieken af te schrijven. De
ambitie van de Partij voor de Dieren op dit thema staat ook niet ter
discussie. Laten we dat vooropstellen. Maar we moeten ook kijken hoe we
de verschillen met elkaar gaan overbruggen. Als we elk middel vanuit
onze eigen politieke voorkeur gaan afschieten, dan redden we deze
transitie ook niet. Dus ik zou aan mevrouw Teunissen en andere partijen
willen vragen om de komende jaren samen die verschillen te overbruggen
en over onze eigen schaduw heen te stappen. Dat zal iets van ons vergen,
maar dat zal ook iets van andere partijen vergen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik vind het echt heel erg flauw dat de VVD de Partij voor de Dieren er
nu op aanvalt dat wij geen verschillen zouden willen overbruggen. De VVD
denkt al jarenlang in onmogelijkheden en komt nu, zo ongeveer als enige
oplossing, met: laten we eens kijken naar kernenergie. Dat is pas denken
in onmogelijkheden! De Partij voor de Dieren is continu bereid tot
samenwerking om hernieuwbare energie te krijgen en zet bovendien in op
vergaande energiebesparing om er ook voor te zorgen dat we minder
zonnepanelen en minder windmolens hoeven aan te leggen. Daar hoor ik de
VVD nooit over, dus ga er alstublieft niet tegen ons over beginnen dat
de grondstoffen opraken. Ja, dat is mede het gevolg van jarenlang
VVD-beleid.
De voorzitter:
Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de inbreng van mevrouw
Teunissen. Ik geef het voorzitterschap aan de heer Kops.
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank. Dan kan ik aan mijn inbreng beginnen.
Feiten doen er echt toe. Het is een feit dat Nederland ver achterloopt
qua gereduceerde CO2-uitstoot ten opzichte van andere
buurlanden. Het is een feit dat onze CO2-uitstoot per hoofd
van de bevolking twee keer zo groot is als die van Zweden. Het is een
feit dat er een Urgendavonnis ligt. Het is een feit dat er een
Shellvonnis ligt. Het is een feit dat de Klimaatwet door het Europees
Parlement is aangenomen en dat het doel naar 55% wordt opgehoogd. Het is
ook een feit dat door obstructie van klimaatontkenners en
klimaatwegkijkers in het verleden in dit parlement veel te laat stappen
zijn gezet in de energietransitie. Alle stappen die niet zijn gezet,
leiden nu tot extra stappen, tegen hogere kosten en meer pijn in de
transitie. We gaan daar gewoon mee door.
Ik vind het onbegrijpelijk dat het Urgendavonnis na 2.205 dagen nog
steeds niet is uitgevoerd. Het belang van de rechtsstaat is cruciaal.
Daar hebben mensen in Nederland hun leven voor gegeven, en toch
accepteren wij dat de Nederlandse Staat 2.205 dagen lang een vonnis
negeert en daarbovenop moedwillig het risico neemt om dwangsommen te
moeten betalen, zondegeld, omdat we niet doen wat we beloofd hebben. De
regering heeft zes jaar geleden al beloofd: we gaan het vonnis
uitvoeren. Daarom is het echt ongelofelijk dat nu het excuus wordt
aangegrepen van het demissionair zijn om niet met nieuwe maatregelen te
komen. Dat doet er helemaal niet toe. Je hoort een rechterlijk vonnis
uit te voeren en zeker als je dat zelf keer op keer belooft. Ik roep de
staatssecretaris op om per ommegaande met een plan te komen.
Wij, D66, PvdA en GroenLinks, hebben ideeën, ook al zijn het geen nieuwe
ideeën. Ik pleit al sinds ik Kamerlid ben voor de sluiting van
kolencentrales, omdat dat de meeste impact heeft en de meest
kosteneffectieve maatregel is. Er is een rommeltje gemaakt van het
dossier. We kunnen er nu snel een einde aan maken. Ik hoop dat de
staatssecretaris daartoe overgaat, want alle andere alternatieven zijn
complexer, tijdrovender, duurder en dus ook weer kostbaarder. Ze zijn
ook niet kosteneffectief, zeg ik tegen de heer Bontenbal, die het ook
nog presteerde om te zeggen dat het niet fair zou zijn van Urgenda om
naar de rechter te gaan. Dat is echt de omgekeerde wereld.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter ...
De voorzitter:
Eén moment, meneer Van der Lee. Er is een interruptie van de heer
Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Een punt van orde, want dit is niet fair. Er worden mij dingen in de
mond gelegd die ik niet gezegd heb.
De voorzitter:
Meneer Bontenbal, volgens mij heb ik u het woord nog niet gegeven. Ik
begrijp dat u een punt van orde wilt maken. Gaat uw gang.
De heer Bontenbal (CDA):
U mag mij best politiek allerlei dingen verwijten, maar u moet mij geen
dingen in de mond leggen die ik niet heb gezegd. Dat de Telegraafkop
zegt dat ik dat niet fair vind ... U heeft mijn draadje gelezen. U heeft
gezien dat mijn uitspraak over "fair" over iets anders ging. Ik vind het
unfair dat u mij dat nu in het debat voor de voeten werpt. Volgens mij
moeten we zo geen politiek willen bedrijven.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bontenbal. Volgens mij had dat niet zozeer te maken
met de orde van de vergadering. Ik weet ook niet of u nog interrupties
heeft. Dat is niet het geval, dus ik stel voor dat de heer Van der Lee
zijn betoog vervolgt.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik neem daar verder akte van.
Urgenda is helder, maar er zijn ook nog heel veel andere uitdagingen en
die raken wel aan het demissionair zijn van dit kabinet. Ik sluit me aan
bij de vragen die gesteld zijn over de waterstofbackbone en over de
financiering die nodig is om die daadwerkelijk aan te leggen. Maar er is
nog veel meer nodig. We moeten zorgen dat die nieuwe markt echt
ontstaat. Dat betekent bijmengverplichtingen en financiering van de
onrendabele top. Dat kan nu niet binnen de huidige SDE in een mate die
geschikt is, dus ik ga ervan uit dat er op korte termijn een heel plan
achter deze eerste stap gepresenteerd gaat worden.
Wat ook heel belangrijk is, is de inrichting van de SDE. Daar hebben we
het al veel over gehad. Er is een schreeuwende behoefte aan vergroening
van de gebouwde omgeving. Dat zien we ook in het rapport dat Van
Poelgeest heeft geproduceerd. We moeten zorgen dat dat echt een kans
krijgt en als dat niet met houtige biomassa kan — want ook dat vindt
mijn partij geen goede route meer — dan moet dat met geothermie en
aquathermie. Dat moet veel beter gestimuleerd worden dan nu gebeurt. Is
de staatssecretaris bereid om daaraan te werken?
Over warmte gesproken: ik heb ook gelezen dat er een conflict is met de
gemeenten over de nieuwe Warmtewet. Dat is op zich niet nieuw, maar het
is wel heel belangrijk dat die Warmtewet mogelijk wordt gemaakt.
Gemeenten hebben behoefte aan een optie waarin dat in publieke handen
zou kunnen. Er wordt gesteld dat dit niet zou kunnen volgens het
Europees recht. Ik wil graag dat de Kamer uitleg ontvangt over waarom
dat niet kan, gelet op het Europees recht.
Als ik het heb over Europa en mededinging, wil ik ook graag een reactie
hebben op de verzoeken, met name van onze eigen industrie, om
investeringen die nieuwe technologieën mogelijk maken. Ook zij geven aan
dat zij aanlopen tegen allerlei mededingingsbepalingen in Europa. Is het
mogelijk, ook gelet op het pakket dat volgende week komt vanuit Brussel
en in het kader van de Europese industriepolitiek, om binnen de
mededingingsregels meer ruimte te maken voor vernieuwende en innovatieve
industriële oplossingen die onze industrie vergroenen maar ook bijdragen
aan de vergroening van al die andere domeinen? Ik hoop dat Nederland
zich daar hard voor maakt.
Dan de RES'en. Het is hartstikke goed dat er zo'n groot bod is gedaan
vanuit de RES'en en dat 26 regio's op tijd dat bod hebben gedaan. Er
zijn zeker knelpunten, maar er zijn ook heel erg veel kansen. Wat ik
niet begrijp, is dat er nog steeds geen zekerheid wordt geboden aan de
lagere overheden dat de kosten die zij maken om dit mogelijk te maken,
70 miljoen, gegarandeerd zijn. We leggen heel veel taken bij hen neer.
Ze klagen over een gebrek aan steun, in politieke zin — want er wordt
hier vaak alleen maar over problemen gesproken in plaats van dat we ze
helpen — maar ook in materiële zin. Dat is nodig, want er is nu ook een
uitspraak van de Raad van State over windenergie. Er wordt aangegeven
dat dat geen nieuwe projecten hoeft te raken als lokaal wordt ingevuld
wat de normen zijn. Dat betekent weer een belasting voor decentrale
overheden. Is de staatssecretaris bereid een garantie te geven voor die
steun van 70 miljoen euro en voor andere maatregelen om onze decentrale
overheden te helpen bij de transitie?
Een van de collega's hekelde een wethouder van ons in Amsterdam. Ik weet
dat het een favoriet onderwerp is om GroenLinks in Amsterdam te bashen,
maar de realiteit is dat de capaciteitsproblemen in Amsterdam acuut
zijn. Dat komt omdat we te lang gewacht hebben met investeringen in de
energie-infrastructuur. Daar kun je wethouders de schuld van geven, maar
dat is compleet ten onrechte. Dat is een nationale verantwoordelijkheid,
een verantwoordelijkheid van tijdig beslissingen nemen en dingen
mogelijk maken. Dat een wethouder dan gedwongen wordt ... We moeten
prioriteiten stellen. De capaciteit is beperkt en het is aan ons om dat
op te lossen. Ik hoop dat de staatssecretaris, indachtig alle vragen die
gesteld zijn over de energie-infrastructuur, ervoor zorgt dat we tijdig
de beslissingen nemen die nodig zijn. Iedere dag uitstel kunnen we ons
niet veroorloven. We zijn nu 111 dagen aan het formeren en we hebben nog
steeds geen zicht op een kabinet. Tempo, tempo, tempo!
Ik wens de staatssecretaris straks veel succes met de
beantwoording.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng, meneer Van der Lee. Ik geef het voorzitterschap
weer terug aan u.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Dank u wel. We gaan tot 12.15 uur schorsen. Dat is inclusief lunchpauze.
Daarna gaan we verder met de eerste termijn van de
staatssecretaris.
De vergadering wordt van 11.48 uur tot 12.19 uur geschorst.
De voorzitter:
We zijn toe aan de eerste termijn van de zijde van de regering in dit
notaoverleg over klimaat en energie. We gaan ook nog een tweede termijn
doen, inclusief moties en de beoordeling door de staatssecretaris. Het
moet allemaal vóór 14.45 uur zijn afgerond. Ik wil het aantal
interrupties richting de staatssecretaris dus maximeren op vier. U heeft
een derde van de spreektijd. Dat betekent dat u twee minuten in tweede
termijn heeft, ook voor het indienen van de moties. Het woord is aan de
staatssecretaris.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dank u wel, voorzitter. Het voelt voor mij persoonlijk een beetje
ongemakkelijk om op een dag als deze in de Tweede Kamer te beginnen
zonder stil te staan bij de verschrikkelijke gebeurtenis van gister. Ik
wil hier dus graag zeggen dat mijn gedachten uitgaan naar Peter R. de
Vries en zijn dierbaren. Ik denk dat dat voor iedereen in deze zaal
geldt. Mijn gedachten gaan ook uit naar al zijn collega's die vandaag
weer onverschrokken aan het werk zijn gegaan om nieuws te vergaren, om
de macht te controleren en om onderzoek te doen. Zonder hen hadden wij
geen rechtsstaat, en zonder hen hadden wij ook nu niet hier in het
parlement een debat kunnen voeren in een vrije democratie. Daar wilde ik
graag mee beginnen.
Wij hebben het hier vandaag natuurlijk over hele belangrijke onderwerpen
waar we voor staan. Ons land kan ook echt het verschil maken. Inmiddels
heb ik geleerd dat het handig is als ik eerst zeg in welke volgorde ik
de vragen ga beantwoorden. Dat doe ik dus voordat ik mijn betoog begin.
Het zijn iets minder vragen dan de vorige keer, maar niet heel veel
minder. Ik heb een heleboel mapjes. Het eerste mapje gaat over Urgenda
en kolen. Ik behandel dus eerst de vragen die in die categorie binnen
zijn gekomen. Dan kom ik op de Fit for 55. Dan biomassa. Dan industrie.
Dan de financiering van de energietransitie, dus de SDE en de ODE. Dan
heb ik een mapje warmte, dus over de gebouwde omgeving. Dan netbeheer.
Vervolgens de RES'en en de datacenters. Dan heb ik nog een mapje
kernenergie. En dan heb ik nog een mapje overig, waar in ieder geval
wind op zee en waterstof onder vallen. Als het goed is, hebben we dan de
meeste vragen wel gehad. De mapjes zijn niet heel dik en ik zal het zo
snel mogelijk doen.
Zoals ik net al zei: ons land kan echt een verschil maken. Ons land moet
ook een verschil maken, niet alleen om onze klimaatdoelen te halen, maar
ook om samen aan een duurzame en betaalbare toekomst te werken. Ik heb
er heel veel vertrouwen in dat we dat samen gaan bereiken. Ons kleine
land heeft grote ambities. Dat is de wereld van ons wel gewend.
Voorzitter. Ik denk dat het goed is om hier te benoemen dat ook de
mensen thuis daar wel hun vragen en/of zorgen bij kunnen en mogen
hebben. Het is aan ons om daar vervolgens goed naar te luisteren.
Tegelijkertijd, als ik kijk naar wat we al hebben gedaan en naar wat we
in huis hebben op het gebied van kennis, en als ik kijk naar de plannen
die voor ons liggen met de mogelijkheden die deze transitie ons gaat
brengen, dan zie ik vooral kansen. Ik neem u er graag in mee, net zoals
de vorige keer, welke stappen we hebben gezet en nog gaan zetten.
Ik begin bij Urgenda. Ik heb eerst een iets algemenere tekst en dan pak
ik specifiek de gestelde vragen erbij. Er ontstond net een paar keer een
debat waarbij verschillende leden aangaven: we zitten al jaren op onze
handen en er is niks gedaan. Ik denk dat de Kamer en al het werk van de
afgelopen jaren daarmee echt tekort worden gedaan, en daarmee ook de
Kamerleden zelf. Want het is feitelijk niet waar. Dat is niet het geval.
Vóór Urgenda, vóór het vonnis, hebben we reeds verschillende maatregelen
getroffen. Ik denk dat verschillende woordvoerders hier, die toen
aanwezig waren, dat ook heel goed weten. Ik geef dus een kleine
samenvatting. De maatregelen zijn onder andere: een sluiting van de
Hemwegcentrale, de productiebeperking van de kolencentrales — daar kom
ik zo nog op — reductie van lachgas bij Chemelot, het belasten van
verbranding van buitenlands afval, de extra ronde in de SDE+, wat een
fikse uitbreiding is geweest, en het invoeren van de verschillende
subsidieregelingen voor de verduurzaming van eigen woningen. Op dit
terrein is gewoon heel veel gebeurd.
Het kabinet heeft eind 2020, vorig jaar, ook aanvullend beleid
aangekondigd. Er zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de
handhaving van de energiebesparingsmaatregelen. Er is dus een
intensivering op gekomen. We hebben het wetsvoorstel over de
productiebeperking van kolen voor de jaren 2021 tot en met 2024 voor de
moderne kolencentrales ingediend. Daar had ik het net al over. Ik stond
gister in de Eerste Kamer. Daar blijken ze een derde termijn te hebben
en dat wist ik niet, dus ik mocht weer terugkomen. Daar hebben we het
nog over moties gehad. Uiteindelijk is de wet aangenomen. Ik hoorde een
van uw leden zeggen dat die ook eerder aangenomen had kunnen worden, en
dat er dan ook eerder een CO2-reductie had kunnen zijn. Dat
is feitelijk juist, maar het feit is ook dat die wet nu is aangenomen.
De Kamer heeft ook gevraagd om de AMvB eerst nog naar de Kamers te
sturen. Dat is inhoudelijk te begrijpen, maar dat betekent wel dat die
nu niet meteen in kan gaan. Die reductie kunnen we dus niet nu al
realiseren, maar ik hoop wel dat dat dit jaar nog kan. Dat gaat
natuurlijk meewegen voor het Urgendavonnis, want daarvoor doen we dit en
daarvoor stond ik gister in de Eerste Kamer.
Dan hebben we natuurlijk nog de call for proposals, om één centrale de
gelegenheid te bieden vrijwillig te zeggen: ik ga eerder dan 2030
helemaal sluiten. Het is misschien goed om daar nog wat over te zeggen,
want verschillende ideeën van de leden raken aan dat voorstel of
wellicht zijn daar vragen over. Bij de openstelling van de call for
proposals zijn alle centrales in de gelegenheid gesteld om een voorstel
in te dienen om volledig te stoppen. Er is één aanvraag ingediend. Die
komt van Onyx namens de power plant in Rotterdam. Op dit moment wordt
beoordeeld of deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden die in die call
for proposals zijn gesteld. De beoordeling hiervan loopt nog. Het is
goed om daar heel erg zorgvuldig over en bij te zijn, want we willen
voorkomen dat straks overcompensatie plaatsvindt — dat wil niemand hier
in deze Kamer — en dat werknemers niet adequaat worden ondersteund. Dus
we moeten zorgvuldig kijken naar het voorstel om te zien of het aan alle
door ons gestelde eisen voldoet. Ik verwacht dat deze toets de komende
weken afgerond zal zijn en dat we een besluit daarover kunnen nemen en u
daarover kunnen informeren. Dat is wat loopt.
Desalniettemin zie ik dat het doelbereik onder druk staat, zowel op de
korte termijn voor de realisatie van 25% emissiereductie als op de lange
termijn. Daar hebben de leden een terecht punt. Daar zijn extra stappen
nodig. Daarom zal het kabinet conform de wettelijke verplichting die
voortvloeit uit de Klimaatwet en de rechterlijke uitspraak die er ligt,
extra stappen inventariseren die waar mogelijk nog leiden tot
energiereductie op de kortere termijn en die bijdragen aan de realisatie
van de doelen uit de Klimaatwet. Dat heb ik meegedeeld in een brief. In
dat proces zitten we nu. Verschillende leden hebben aangegeven dat het
in die zin een rare periode is dat het kabinet demissionair is maar de
problemen niet. We proberen te kijken wat we nog extra kunnen doen boven
op alle maatregelen waar ik het zojuist over had.
Voorzitter. In het verlengde daarvan heb ik hier het mapje Urgenda. Er
zijn verschillende vragen van onder andere D66, PVV en PvdA over wat we
dit jaar gaan doen met het Urgendavonnis en of we daarbij ook de
sluiting van een kolencentrale meenemen. Ik kan het als volgt
samenvatten. De gesprekken over de vrijwillige sluiting van Onyx lopen.
Als er ideeën zijn over een kolencentrale die nu gesloten moet worden,
is het goed om met elkaar te kijken welk plan daaronder ligt, wat de
analyse is, of dat haalbaar is, wat het zou kosten en wat het betekent
voor de leveringszekerheid. Daar zitten dus nogal wat aspecten aan. Dat
heb ik nog niet teruggezien in het plan. Dat komt wellicht. Ik heb eind
juni naar aanleiding van de motie-Thijssen in een brief laten weten dat
we aan het inventariseren zijn wat er allemaal nog mogelijk is om op
korte termijn de doelen te halen. Daarmee proberen we ook, zoals sommige
leden aangaven, onze langeretermijndoelen te halen, zodat je zinnige
zaken doet.
Ik ga niet herhalen hoe wij in de kolensector aan het ingrijpen zijn. Ik
ga heel even door met de volgende vragen. Daar komen we vast nog op
terug.
De heer Erkens vroeg nog …
De voorzitter:
Mag ik u even onderbreken? Ik wou de heer Kops even vragen om mij de
kans te geven een interruptie te doen.
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Zeker. Ik geef het woord aan de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik zou over de kolen het volgende willen vragen. Er is nu al een serie
maatregelen genomen, maar er lopen nu ook rechtszaken met de eigenaren.
Ik denk dat het mogelijk en noodzakelijk is om een centrale te sluiten
maar vanuit het perspectief van de huidige juridische werkelijkheid en
het feit dat die call for proposals zo was opgesteld dat die niet
interessant was voor de twee grootste kolencentrales. Is er überhaupt
nog een mogelijkheid voor de regering om in overleg met die centrales te
komen tot versnelde sluiting? Of acht het kabinet dit te risicovol gelet
op de juridische procedures die er lopen?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
De heer Van der Lee stelt een terechte vraag met verwijzing naar de
juridische procedures. Er loopt inderdaad nogal wat. Dat gaat over de
sluiting van die kolencentrales in 2030. Als je kijkt naar de juridische
procedures die er lopen, naar hoe uniek ze zijn en wat er allemaal op
tafel ligt, acht ik de kans niet heel groot dat je met een goed gesprek
ineens tot een ander inzicht komt en dat de kolencentrales en eigenaars
zeggen: we gaan toch zomaar eerder vrijwillig sluiten. Je kunt nog
steeds het gesprek aangaan, maar dan heb je nog steeds een paar andere
elementen waar je ook even goed over na moet denken. Wat dat betekent
voor de leveringszekerheid hebben we uitvoerig met de Kamer besproken in
de ronde waarin mijn voorgangers het hadden over het besluit om de
kolencentrales voor 2030 te sluiten en om de productie te beperken. Het
is een feit dat we de kolencentrales op dit moment nodig hebben voor de
leveringszekerheid. TenneT heeft een onderzoek liggen dat laat zien
vanaf wanneer — 2025 en daarna — je daar flexibeler mee om kunt gaan.
Als je daarvoor alle kolencentrales zou sluiten, breng je de
leveringszekerheid in Nederland in gevaar, onder andere omdat je je
daarmee behoorlijk afhankelijk maakt van de politiek en het beleid van
onze buurlanden, waar wij bijvoorbeeld energie vandaan halen. Dat is een
afweging die de Kamer moet maken, maar als u het mij vraagt, is alle
kolencentrales sluiten niet wat ik zou adviseren. Dan heb je ook nog die
ene kolencentrale die minimaal 35% moet draaien omdat die dierlijk
zetmeel en zwaar afval moet verbranden volgens gezondheidsvoorschriften
die wij hebben vastgesteld in de wet. Daar is ook niet zomaar een
alternatief voor. Dus er zitten nogal wat aspecten aan, waaronder ook
juridische — daar wijst de heer Van der Lee terecht op — maar niet
alleen juridische.
De voorzitter:
Het voorzitterschap is weer aan de heer Van der Lee.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Ik geef het woord weer aan de staatssecretaris, die haar betoog
vervolgt.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dank. De heer Erkens vroeg of ik kan toezeggen dat in de uitwerking en
inventarisatie van de Urgendamaatregelen de randvoorwaarden voor een
energiestructuur voor de industrie prominent terugkomen. De aanleg van
infra, CO2, waterstof en elektriciteit, het aanbod van
hernieuwbare elektriciteit en de financieringsmogelijkheden van de
transitie zijn ongelofelijk belangrijke randvoorwaarden. Dat zijn ze
overigens niet alleen voor de industrie. Dat zal ook zijn impact hebben
op alle andere sectoren. Kijk bijvoorbeeld naar de gebouwde omgeving.
Dat is ook een heel belangrijk aspect. Die zal het kabinet zeker zwaar
mee laten wegen bij de uitwerking van de maatregelen waar het mee gaat
komen. Ik denk dat we ons daar zowel op de korte als op de lange termijn
erg op moeten richten.
De heer Thijssen vraagt: staatssecretaris, wilt u het liefst geld
uitgeven aan dwangsommen of aan de verduurzaming van Nederland? Dat zijn
altijd mooie open vragen. Uiteraard zijn wij er niet op uit om
dwangsommen te gaan betalen. Volgens mij is niemand dat. Ik heb zojuist
geschetst wat we de afgelopen jaren allemaal hebben gedaan, nadat we aan
de PBL-ramingen en -berekeningen zagen dat we het doel van 25% niet
zouden halen, om daar zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen, ook
vanuit het idee dat we vervolgens ook moeten kunnen uitleggen wat we
doen, wat het toevoegt, niet alleen aan die 25% maar ook aan Nederland,
en wat het betekent voor de kosten. Wij nemen die uitspraak heel erg
serieus, ik ook persoonlijk. Ik leg geen enkele uitspraak van de rechter
naast me neer. Dus ik zeg niet: laat die dwangsom maar komen.
Integendeel. Ik probeer aan deze kant de politieke verantwoordelijkheid
te nemen binnen de demissionaire status waar ik in zit. Vandaar dat ik
in de brief aan u heb geschreven dat we nu aan het onderzoeken zijn wat
extra zou kunnen.
Mevrouw Teunissen zegt: kunt u …
De voorzitter:
Ogenblik. De heer Thijssen.
De heer Thijssen (PvdA):
Ik heb volgens mij niet gezegd dat er niks is gedaan voor het
Urgendabeleid. Er is inderdaad een hele hoop gedaan, maar we constateren
ook dat we waarschijnlijk 5 megaton tekortkomen en dat er nog meer
gedaan moet worden. Ik hoor dat u bereid bent om naar allemaal dingen te
kijken en dat er inventarisaties worden gemaakt, maar als ik uw brief
lees, heb ik het idee dat er over vier, vijf maanden weleens een lijstje
komt, maar dat er dit jaar eigenlijk niet zo heel veel meer gebeurt. Wij
hebben begin september weer een klimaatdebat. Kunnen we van u dan de
maatregelen verwachten die u wil nemen om aan Urgenda te voldoen? Ik wil
de harde toezegging: we gaan het fiksen in het zomerreces.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Volgens mij is net ook in de onderlinge debatten geconstateerd dat er
niet zo heel veel maatregelen zijn die je op korte termijn kunt nemen
die meteen een effect hebben op de CO2-reductie, wat het
vonnis van ons vraagt. Dat is waar we voor staan. Dat is de reden waarom
ik niet heel hard zaken kan toezeggen. Er is net heel veel gezegd over
waarom het geen goed idee zou zijn of waarom het ingewikkeld zou zijn om
uiteindelijk te besluiten een extra kolencentrale te sluiten met dwang
vanuit de overheid. Maar stel dat wij dat uiteindelijk gaan doen, dan
nog duurt dat ontzettend lang, want we leven gelukkig in een
rechtsstaat. Dat heb je niet morgen geregeld, nog los van wat dat
betekent qua de leveringszekerheid en extra kosten, waarvan je je kunt
afvragen of je dat geld niet elders beter had kunnen besteden. Dat zijn
ook afwegingen. Dat is de reden waarom ik niet kan zeggen: ik kom
gegarandeerd met een lijstje maatregelen die we nu kunnen nemen en die
op deze manier de CO2-reductie realiseren. We zijn daar hard
naar op zoek. We zijn aan het inventariseren. We zijn aan het kijken
waar we kunnen intensiveren. Dus er is absoluut geen sprake van: we doen
even vier, vijf maanden niks en dan hoort u het wel. Integendeel. Ik kan
u verzekeren dat wij er keihard aan werken en keihard op zoek gaan naar
wat nog mogelijk is, ook nog binnen de demissionaire status. Dat
sowieso. Niemand zit stil.
De heer Thijssen (PvdA):
Dat is goed om te horen, maar ik wil het toch iets scherper. Volgens mij
kun je prima kolencentrales sluiten, want het is een crisis. Dat
weglekeffect naar het buitenland valt heel erg mee en de kosten zijn
zeer kostenefficiënt. Dat zijn allemaal redenen waarom ik denk dat dit
een hele goede maatregel is. Maar mijn vraag was een andere. Wanneer de
maatregelen precies in kunnen gaan, horen we dan wel in het eerste debat
na het zomerreces. Maar kan ik aan het einde van het zomerreces horen
welke maatregelen het kabinet gaat nemen? Wanneer de maatregelen dan
precies effect hebben, ligt aan de maatregelen. Dat snap ik ook. Daar
gaan we dan een debat over hebben, maar ik wil gewoon een lijst van
maatregelen waarmee we voldoen aan het Urgendavonnis, de schadeclaim
ontlopen en de uitspraak van de Hoge Raad respecteren.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Als er onderzoeken liggen vanuit de partijen die voorstellen om een
kolencentrale te sluiten met de weglek en leveringszekerheid, dan
ontvang ik ze oprecht graag. Je moet die maatregelen geïnventariseerd
hebben en dan moet je weten wat ze kosten, of het past in een
demissionaire status om die maatregelen te nemen met die dekking, en of
daar politiek en maatschappelijk draagvlak voor is, want we zijn
demissionair. Ik streef ernaar om zo veel mogelijk maatregelen te vinden
die daarbinnen vallen waardoor ik kan zeggen: binnen al deze kaders kan
ik toch stappen zetten. Dat zou ik het liefst doen. Ik ben absoluut niet
bezig om het over de schutting te gooien naar een nieuw kabinet en zeg
niet: we zien wel in welk jaar. Zeker niet, maar ik moet ze wel
inventariseren en zien dat ik ze waar kan maken vanuit de situatie waar
ik in zit.
De heer Boucke (D66):
Ik wil hier heel even op doorgaan. Ik wil de staatssecretaris meenemen
in het proces en zeggen waar de schoen wringt, in ieder geval bij mij en
misschien ook bij de heer Thijssen. In het debat met de voorganger van
de staatssecretaris bleek laat op de avond in het debat over de
beperking van de kolenstook dat er toch echt nog een gat overbleef en
dat we de 25% niet zouden halen. Toen heeft de heer Thijssen een motie
ingediend. Het is vandaag 7 juli. Wij zijn inmiddels een flink aantal
weken verder. Wat is er in de tussentijd gebeurd? We zijn op zoek naar
de garantie dat deze zomer aan een plan gewerkt wordt, in de wetenschap
dat we al weken verder zijn en er nog niets ligt. Ik ben op zoek naar
wat er gebeurt op het ministerie, want we willen met z'n allen een
oplossing. Ik begrijp de vraag van de heer Thijssen zo dat hij zegt:
gebruik de zomer en kom met een plan. En als een aantal zaken niet
kunnen, laat dat dan ook zien. Laat zien dat het is uitgezocht. Er
zitten een hoop knappe koppen op het ministerie. Geef aan: dit willen
jullie maar dit kan niet. En geef ook aan waarom het niet kan. Dan komen
we verder, want nu praat ik in het luchtledige.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dank aan de heer Boucke voor deze vraag. Hij zei ergens midden in zijn
betoog "de garantie dat eraan wordt gewerkt". Dat is de garantie die ik
kan geven, die ik heel duidelijk kan aanwijzen en die ook in de brief
staat. Niemand zit stil. Tegelijkertijd is het Urgendavonnis inderdaad
niet nieuw. Wat allemaal mogelijk is, wat we kunnen doen en wat op korte
termijn effect zou hebben, is meerdere malen hier besproken. Wij zijn
opnieuw bij alle departementen zaken aan het ophalen die hieraan kunnen
bijdragen op een manier dat we goed kunnen uitleggen dat ze het verschil
maken dat we willen. Daar zijn we nu mee bezig. Vervolgens moet ik
kijken of we dat kunnen realiseren, op welke termijn we dat kunnen
realiseren, welk effect het heeft, wat het kost, en of dat politiek en
maatschappelijk past in een demissionaire status. In dat proces zit ik
nu.
Dit speelt nu aan deze tafel — ik weet dat uw leden verschillende
portefeuilles hebben — maar dit is niet het enige wat speelt. Het zit
allemaal op dat domein. We zijn met elkaar aan het zoeken wat we nu nog
allemaal kunnen doen vanuit de proactieve houding dat we binnen de
demissionaire status zo veel mogelijk willen doen.
De heer Boucke (D66):
Ik hoor wat u zegt, maar waar ik naar op zoek ben, is dat we een
afspraak met elkaar maken over wanneer wij een pakket van maatregelen
kunnen ontvangen. Anders blijven we hier met elkaar over debatteren
zonder iets concreets op tafel te hebben. Daar ben ik naar op zoek.
Kunnen wij het begin september hebben over een pakket op basis van wat u
op dat moment heeft? We zullen elkaar na september nog vaker in debatten
treffen, maar we zijn met z'n allen op zoek naar houvast. Het gaat niet
om mij of om D66; het gaat erom die reductie echt te halen.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik begrijp wat de heer Boucke zegt. Laat mij er in de tweede termijn op
terugkomen of ik september waar kan maken. Dat hangt van heel veel
processen af, bijvoorbeeld van een augustusbesluitvorming, waar ik ook
naar verwees in de brief. Laat mij er heel even op terugkomen of ik dat
waar kan maken. Dan spreken wij af dat ik in ieder geval laat zien: dit
is wat er voor staat en binnen deze kaders komen we hierop uit. Dan
kunnen de heer Boucke en iedereen in de politiek daar van alles van
vinden. Ik gebruik deze woorden om niet de valse verwachting te wekken
dat ik dan met een pakket van volledig afgetikte maatregelen kom die ik
meteen kan uitrollen en waarmee we overmorgen de doelen halen. Dat is
niet wat de heer Boucke vraagt, maar ik wil heel duidelijk zijn over wat
ik dan wel neer kan leggen. Als ik daar in tweede termijn wat concreter
op terug kan komen, dan kunnen we daar misschien een goede afspraak over
maken.
De voorzitter:
Dan kan ik nu de heer Bontenbal het woord geven.
De heer Bontenbal (CDA):
De heer Boucke van D66 vroeg mij om creatief mee te denken. Dat doe ik
graag, want ik worstel hier ook mee. Ik heb zitten denken: het klimaat
houdt zich niet aan één jaar. Elk jaar heb je een zachte winter of een
strenge winter. Je hebt ook te maken met allemaal fluctuaties. Ik vind
dat we naar langjarig, structureel, stabiel beleid moeten werken in
termen van carbon budgets, want dat is uiteindelijk wat er toe doet.
Vorig jaar zaten we op 24,5%. Dat is ietsje te kort. Dit jaar lopen we
dan misschien te kort. We zouden met elkaar een timeframe kunnen
bedenken waarbij je, als je het ene jaar iets te weinig doet, het
volgend jaar inhaalt. Want uiteindelijk gaat het om het totale
cumulatieve effect. Dan zouden we kunnen verdedigen dat we misschien dit
jaar wat minder presteren, maar als we dan wel met elkaar structurele
maatregelen nemen en dat lange pad hebben, dan gaan we op de langere
termijn versnellen. Ik zoek gewoon naar een manier om belastinggeld
zinvol in klimaatbeleid te steken.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik denk dat al dit soort ideeën uiteindelijk bijdragen aan hoe we hier
op een zinnige manier mee om kunnen gaan, omdat we uiteraard én aan een
doel willen vasthouden dat de rechter ons oplegt — punt; dat is gewoon
wat het is — én onze eigen langetermijndoelen hebben. Straks komen er
overigens ook nog Europese doelen. We doen dit allemaal niet omdat we
cijfertjes en doelen willen halen, maar omdat we het verschil willen
maken en omdat we ons land en de wereld — de heer Kops is het daar niet
helemaal mee eens, maar de rest van u denk ik wel — op een goede manier
willen doorgeven aan de generaties na ons. Wij denken dat dat met zinnig
klimaatbeleid kan. Ondertussen zal ik doorgaan met het inventariseren
van al die maatregelen waar we het zojuist over hadden. Je moet niet
stilzitten. Voorzitter, zal ik nog heel even doorgaan?
De voorzitter:
Mevrouw Teunissen heeft op dit punt ook nog een interruptie.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Kijken naar de lange termijn en nu minder doen: zo werkt een vonnis
gewoon niet. Het is een doelstelling waar we al in 2020 aan moesten
voldoen. Wij moeten voldoen aan de rechtsstaat. Wij hebben voor het eind
van het jaar dus gewoon extra maatregelen nodig. Ik ben benieuwd of de
staatssecretaris de toezegging kan doen dat ze in september met
maatregelen komt, maar ik hoor ook een tegenstrijdigheid in haar
verhaal. Over het sluiten van kolencentrales zegt ze: ik ben benieuwd
naar úw plannen. Zo legt ze het bij de Kamer neer. Maar volgens mij is
de vraag of het mogelijk is om zo'n kolencentrale per direct te sluiten
en welke consequenties daaraan vastzitten, juist een onderdeel van die
inventarisatie. Dan kunnen wij als Kamer een goede afweging maken of we
overgaan tot sluiting. Het is belangrijk dat we die informatie snel
hebben. Kan ik verwachten dat in die inventarisatie, waar de
staatssecretaris hopelijk in september mee komt — daar sturen we op aan
— expliciet wordt gemaakt welke mogelijkheden er zijn om aan het eind
van het jaar aan de doelstellingen van Urgenda te voldoen en wat de
financiële en maatschappelijke consequenties zijn?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ten eerste heeft uw Kamer uitvoerig gedebatteerd over de kolencentrales,
de sluiting daarvan en de effecten en analyses. Daar was, denk ik,
iedereen bij. Uiteindelijk is bijvoorbeeld besloten dat ze in 2030
allemaal gesloten moeten zijn. Daar staan we voor. Daarvoor lopen nu al
die rechtszaken tegen de Staat omdat de kolencentrales het er niet mee
eens zijn. In dat debat is het allemaal langsgekomen naar aanleiding van
de 35% productiebeperking. Ik weet dat er ook nog discussies zijn
geweest rond de vraag: kan dat niet naar nul, kan dat niet naar 25? Er
is uitvoerig aan de hand van analyses bepleit waarom dat nu niet kan.
Als er mensen zijn die er toch een andere analyse bij hebben, namelijk
dat het wel kan, dan lijkt het mij redelijk om te vragen waar die ligt,
want we zijn al heel lang met elkaar in dit traject bezig. Ik verwees
net al naar een van de onderzoeken: dat van TenneT over de
leveringszekerheid. Als je ze allemaal morgen sluit, als dat al zou
kunnen, wat betekent dat dan voor Nederland? Dat is minder gunstig dan
sommige mensen doen denken. Dat is dat.
Voorzitter. Laat ik daar nog één ding aan toevoegen. Dat is wat de heer
Boucke of de heer Bontenbal net ook zei — Bontenbal was het volgens mij.
Wij weten in november, december niet of wij dit jaar de Urgendadoelen
hebben gehaald. Zo werken de ramingen en berekeningen van de planbureaus
niet. Dat weten we pas later. Alles wat we doen, is ernaar streven om er
zo dicht mogelijk bij te komen of om het te halen. Ik kan dus geen
pakket neerleggen waarvan ik met zekerheid kan zeggen hoe het per
definitie met zekerheid uitpakt. Om die reden noem ik het. Dat heeft
namelijk ook te maken met de markt. Daar hebben we het net ook uitvoerig
over gehad. Dat heeft te maken met hoe het zich ontwikkelt en wat voor
winter wij hebben gehad. Nou, kijk naar vorig jaar met corona. Er spelen
heel veel andere zaken. Zo hadden wij gedacht dat die productiebeperking
van 35% voor kolen dit jaar behoorlijk mee zou wegen. Maar vorig jaar
heeft de Tweede Kamer gezegd: we gaan het nog niet behandelen. Dus hij
is later behandeld. Toen hebben we in de Kamer gezegd: we doen een AMvB,
die eerst gaat naar de Tweede Kamer. Daardoor kan het ook in de zomer
nog niet ingaan. Ik begrijp de hele redenering wel, maar van dat soort
aspecten weet je pas als je midden in zo'n jaar zit. De berekeningen
laten achteraf zien hoe dat jaar heeft uitgepakt.
Maar nogmaals, hiermee bedoel ik op geen enkele wijze te zeggen dat we
lekker gaan zitten wachten. Dat is op geen enkele wijze wat ik hier zeg.
We gaan op zoek naar die maatregelen. We gaan ze inventariseren. We gaan
kijken binnen welke kaders, binnen een demissionaire status, we waar wat
mee kunnen. Dat blijft overeind, natuurlijk.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het klopt inderdaad dat de cijfers of wij dan voldoen aan het
Urgendadoel pas later bekend zijn. Maar het is klimaatcrisis. We hebben
te maken met een klimaatcrisis. Eigenlijk is het alleen een vraag of je
daar achteraf wel aan voldoet als je continu onder aan die bandbreedte
blijft zitten. Je blijft continu net doen wat nodig is, terwijl we in
een crisissituatie zitten. We moeten dus sowieso aan dat doel voldoen.
We moeten sowieso doen wat nodig is. We hebben met de coronacrisis
gezien dat er uitzonderlijk veel maatregelen mogelijk zijn. Het is nu
aan het kabinet om in een crisissituatie te gaan voldoen aan de
uitspraak van de rechter. Dat kan gewoonweg niet wachten. Daarom is het
belangrijk dat we losgaan van …
De voorzitter:
En uw vraag?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
… dat hele paradigma van: misschien halen we het wel, misschien halen we
het niet. Nee, we moeten vól vooruit, dus ik vraag echt — ik benadruk
het nog eens — aan de staatssecretaris: zorg er nou voor dat in die
inventarisatie, die we als het aan de Partij voor de Dieren ligt in de
zomer krijgen, ook exact duidelijk wordt welke maatregelen nodig zijn om
in ieder geval dat minimum …
De voorzitter:
Punt.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
… dat Urgenda noemt te halen. Het is gewoon echt een minimum.
De voorzitter:
Punt. De staatssecretaris.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Wat ik wel kan doen, is bij die inventarisatie van maatregelen erbij
zeggen wat ze opleveren, met de kanttekening zoals bij de
productiebeperking. Ik begrijp heel goed dat mevrouw Teunissen zegt: dit
is urgent. We hebben gisteren in de Eerste Kamer een wet erdoorheen
gekregen waarbij we fors ingrijpen op bedrijfsprocessen van organisaties
en bedrijven. Dat doe je als land, als Nederland, onderbouwd, waarbij je
ook bereid bent om straks echt flinke nadeelcompensatie te betalen. Daar
hebben we het ook uitvoerig met elkaar over gehad. U heeft dat met mijn
voorganger gedaan en ik heb dat in de Eerste Kamer gedaan. Ik denk ook
dat de Kamer zich niet tekort moet doen. We waren bereid dat soort
stappen te nemen, juist omdat het zo urgent is. Dat we verder gaan
zoeken naar maatregelen waarmee we dichter bij die urgentie en het
percentage kunnen komen, is één ding, maar u hoort het mij herhalen: ik
vind dat we ons eigen werk tekortdoen als je kijkt naar waarvoor ik
gisteren in de Eerste Kamer stond. Ik heb tegen bedrijven gezegd dat ze
niet meer dan 35% mogen produceren, terwijl ze het technisch gezien
gewoon prima kunnen, in een land als Nederland. Dat doe je alleen maar
als er zo veel urgentie wordt gevoeld.
De voorzitter:
Dank. De heer Boucke, wilde u nog?
De heer Boucke (D66):
Ja, heel kort, heel kort. De staatssecretaris haalde namelijk één punt
aan. Ze zei: je kunt met koude winters te maken hebben en dan weet je
dus niet precies of je het net wel of net niet haalt. Is de
staatssecretaris het met mij eens dat we daar juist vanaf moeten en dat
we zo beleid moeten maken dat we gewoon zeker zijn dat we het doel
halen? Als we er iets boven zitten, is het alleen maar meegenomen, want
daar doen we het voor, voor het klimaat. Je wil zo snel als mogelijk zo
veel als mogelijk CO2 reduceren, dus moeten we juist niet toe
naar beleid waarbij we niet elk jaar onder het doel blijven hangen, maar
er gewoon boven zitten? En als we een koude winter hebben, dan komen we
er misschien net op, maar dan hebben we het doel wel gehaald. Bent u het
daarmee eens?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik vind dat een hele begrijpelijke en zinnige opmerking van de heer
Boucke. Ik wijs alleen op de systematiek waar we momenteel in zitten,
waar ik mee te maken heb en waarnaar ik in mijn demissionaire status ook
moet handelen. Maar als de heer Boucke zegt "laten we nou misschien ook
onze manier van ramen en plannen en berekenen van het klimaatbeleid eens
anders doen", dan zou ik vanuit mijn rol vooral nu moeten kunnen zeggen:
dat lijkt mij een mooie uitdaging voor een nieuw kabinet, voor de
partijen die nou net aan tafel zitten om te onderhandelen over hoe je
dat inricht. Ik kan dat nu in deze vijf weken niet veranderen, dus ik
heb het te doen met de kaders waar ik nu in zit.
De heer Thijssen (PvdA):
Ja, helaas, toch mijn derde interruptie dan hier; dan bewaar ik de
vierde wel voor biomassa. Ik vind het echt ongelofelijk wat er hier
wordt gezegd over de rechten van bedrijven. Ja, je hebt een recht als
bedrijf om in Nederland kolen te verstoken en je mag inderdaad ook winst
maken. Maar de mensenrechten van 17 miljoen Nederlanders worden geschaad
door de Nederlandse Staat. Dat heeft de rechter gezegd. Als de rechten
van een paar bedrijven misschien geschaad worden omdat die centrales per
direct dicht moeten, dan is dat zo. Dan is er een rechtsstaat die ervoor
zorgt dat een rechter gaat bepalen wat een reële nadeelcompensatie is.
Daar is geld zat voor, want we verstoken namelijk niet meer miljarden
subsidie op aan biomassa in diezelfde kolencentrales. Ik snap dat het
allemaal zorgvuldig moet, maar ik wil de staatssecretaris toch vragen om
echt heel serieus te kijken naar hoe ernstig de uitspraak van de rechter
is. We kunnen echt op een vrij makkelijke manier voldoen aan de
Urgenda-uitspraak. Ik heb toch het idee dat ik hier iets meer praat met
de staatssecretaris van kolen dan met de staatssecretaris die opkomt
voor de mensenrechten van al die Nederlanders.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Als ik de heer Thijssen was geweest, had ik deze interruptie bewaard,
want hier lopen dingen door elkaar. Het was een antwoord op mevrouw
Teunissen en ik reageerde op hetgeen ik juist in de Eerste Kamer twee
keer behoorlijk heb lopen verdedigen, namelijk waarom juist die
productiebeperking op kolen er moet komen. Ik zeg dus niet: ik kwam daar
op voor bedrijven en ik zei dat ze zo zielig zijn. Ik zeg dat we als
land in een situatie zijn beland en daarbij heb ik ook vol vuur
verdedigd waarom we zeggen: ik ga ingrijpen op bedrijfsprocessen, zo
urgent is het. Dat wilde ik benadrukken en daarbij wilde ik meegeven:
laten we onszelf niet tekortdoen; we nemen daar forse stappen. Als
vervolgens wordt gezegd dat het redelijk makkelijk en simpel is om nu
een kolencentrale te sluiten en daarmee je doelen te halen … Stel dat
dat nu wordt besloten, dan is er niet morgen een kolencentrale gesloten.
Als je een onteigeningsprocedure begint, dan zorgt de rechtsstaat, waar
we allemaal zo dankbaar voor zijn en die we willen eren, ervoor dat je
dat niet morgen kunt doen. Óf een kolencentrale zegt "ik doe het
vrijwillig" — dat hebben we al uitgezet; daarvan kwam een binnen en daar
zijn we nu over in gesprek — óf je zegt "ik grijp nu in en ik ga je
onteigenen". Maar in een rechtsstaat heb je dat dus niet morgen
geregeld. Ik wil best uitzoeken hoe zo'n procedure eruitziet, als dat de
vraag is, maar dat zal dus niet, denk ik, weet ik wel zeker, bijdragen
aan het doel voor dit jaar, en daar ging het debat nou net over.
De voorzitter:
De heer Bontenbal nog steeds? We hebben een beperkt aantal interrupties
en die worden vooral aan dit eerste onderwerp besteed. Het is
goed.
De heer Bontenbal (CDA):
Kort. Als we een kolencentrale sluiten waar biomassa gestookt wordt,
wordt de duurzame-energiedoelstelling ook lastiger, want die biomassa
wordt voor een deel meegeteld als klimaatneutrale energievoorziening.
Welk effect heeft het sluiten van een kolencentrale waar voor een
belangrijk deel biomassa wordt gestookt?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik snap de vraag aan mij, maar het was niet mijn idee om dat zo te doen.
Daar komt nog iets bij. Nog los van wat we allemaal van biomassa vinden,
is het een feit dat we nog beschikkingen en subsidies hebben gegeven
voor die biomassa. We geven al jaren geen nieuwe meer, maar als je
daarmee stopt, is het niet zo dat je dat geld opeens terugkrijgt. Dan is
er dus een gesloten kolencentrale die die miljarden heeft, of dat
bedrag; ik weet niet hoeveel het bij een kolencentrale precies is voor
een biomassasubsidiebeschikking.
Bij wat dit allemaal exact betekent, hebben we het nog niet over het
voor mij belangrijkste argument, de leveringszekerheid. TenneT heeft,
ook op verzoek van ons vanuit het kabinet en volgens mij ook van uw
Kamer — ik weet niet meer precies wie dat onderzoek heeft uitgezet, maar
dat was wel naar aanleiding van de discussie over de kolencentrales —
uitgezocht wat er gebeurt als je alle kolencentrales nu zou sluiten. Dan
kom je dus in de knel met de leveringszekerheid. Na 2025 wordt dat
anders, juist door al het beleid dat we samen inzetten. Dan heb je meer
wind op zee en dan heb je andere bronnen, maar tot dan maak je jezelf
erg afhankelijk van de landen om ons heen. Die landen om ons heen maken
een vergelijkbare beweging, wel vanuit een ander standpunt en een andere
transitie maar de beweging is vergelijkbaar. Om jezelf nou daarvan
afhankelijk te maken voor je leveringszekerheid … Dat klinkt als een
ambtelijk woord. Ik weet dat iedereen hier aan tafel weet wat dat
betekent, maar daarbij gaat het echt om dingen als: hebben we licht,
kunnen de ziekenhuizen draaien en kunnen de hulpdiensten op pad? Zo
basic is het wel. Naast Onyx, waar nu een gesprek over loopt, heb je
eigenlijk nog maar één centrale die je dan zou kunnen sluiten, omdat de
andere ook nog die verplichting heeft voor dierlijk zetmeel en zwaar
afval dat verbrand moet worden en waar ook geen alternatief voor is. En
die ene maakt echt fors onderdeel uit van de huidige productie. Dan zou
je dus moeten weten wat dit betekent voor de leveringszekerheid. Dan
moet je dat onderzoeken, maar dan kom je dus in een situatie waarvan ik
denk: moet je niet kijken naar een inventarisatie van maatregelen
waarmee je zo dicht mogelijk bij die 25% komt en waarmee we gewoon
zinnige dingen kunnen doen, met ook zicht op de langere termijn en met
respect voor wat de rechter heeft gezegd?
De voorzitter:
Goed. Ik stel voor dat de staatssecretaris haar betoog vervolgt,
misschien met het tweede onderwerp, Fit for 55.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik keek nog even in mijn mapje, want de heer Eerdmans had twee vragen
die wel of niet min of meer hierbij passen. Die heb ik dus in dit mapje
gedaan. Dat ging over het onderzoek naar hoe Nederlanders hierin zitten
en wat zij willen. Hij zegt dat veel Nederlanders zitten te wachten op
adaptatie in plaats van op mitigatie. De populairste energiebron is
kernenergie; die komt nog voor zon en wind, zegt de heer Eerdmans.
Aardgasvrij vindt een groot deel ook geen goed idee. Volgens het Sociaal
en Cultureel Planbureau maken inderdaad veel Nederlanders zich zorgen
over klimaatverandering en verlangen zij daar actie van de overheid. Zij
willen wel actie van ons zien. Dat begrijp ik ook heel goed. Ze willen
ook actie zien van bedrijven en ook van medeburgers. De recente
CBS-cijfers laten ook zien dat duurzame energiebronnen vele malen
populairder zijn dan fossiele bronnen. Je ziet die transitie dus ook in
de samenleving. Dat is ook mooi om te zien. Zo wil 83% meer gebruikmaken
van zonne-energie en 73% van windenergie.
Ik denk dus dat we niet moeten kiezen of-of, maar dat beide zaken gewoon
noodzakelijk zijn. Daarbij moeten we wel goed luisteren naar die
onderzoeken. Zoals de heer Eerdmans ook zegt, moet je dat wel op een
manier doet waarmee je duidelijk communiceert wat je aan het doen bent,
waarmee je daar transparant over bent, waarmee mensen het ook mee kunnen
maken en waarmee het niet alleen betaalbaar is maar ook comfort en gemak
kan opleveren, zoals de heer Thijssen zei. Er zitten hier dus ook echt
heel veel kansen in. De heer Eerdmans zei ook ... Ah, ik kom toch nog
even terug op kolen. Ik dacht dat ik daarvanaf was, maar dat was niet
zo. Nederland gaat de kolencentrales sluiten terwijl er in Azïë, aan de
andere kant van de wereld, nieuwe worden geopend. De heer Kops heeft dat
ook gezegd. Specifiek het Chinese klimaatbeleid en de impact daarvan op
het internationale klimaatbeleid staan duidelijk op onze agenda en de
agenda van landen die net als ons allemaal wel die stappen willen
zetten. Zo is Nederland door Italië uitgenodigd om op de G20 te spreken,
zodat we op de klimaattop eind dit jaar met alle landen uitspraken
kunnen doen over de wereldwijde klimaatverandering en we wederom met
elkaar dat commitment uitspreken. Er zijn ook verschillende andere
allianties, zoals de Powering Past Coal Alliance, om in Azië de
kolenuitfasering op de agenda te krijgen. Maar uiteindelijk, en dat kwam
ook langs in het debat, is het zo ... Volgens mij zei de heer Erkens het
als volgt: dat mijn buurman het vuil op straat dondert — ik meen dat hij
een ander woord gebruikte — betekent niet dat ik dat zonder omkijken ook
zou moeten doen. Dus we moeten allemaal onze eigen verantwoordelijkheid
daarin nemen, maar door de internationale context waarin we zitten
kunnen we andere landen die daar minder hun best voor doen, ook erop
aanspreken.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat commitment is toch heel ver te zoeken. Je zou zeggen dat je op basis
van het Parijsakkoord commitment kunt verlangen, maar in de tussentijd
komen er dus nog eens 600 oude, vieze kolencentrales bij terwijl we hier
vechten om er één te sluiten. Dat is dan toch geen commitment? Dan
kunnen we daar met z'n allen op gaan zitten wachten in de G20, maar zij
hebben er gewoon lak aan, totaal. En dat gaan Nederland en u, denk ik,
niet veranderen.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Het is een en-enverhaal. Aan de ene kant moeten wij er in ons eigen land
voor zorgen dat wij het op orde hebben. Dat doen we niet alleen vanwege
een rechterlijke uitspraak en het behalen van doelen, maar ook omdat ik
aan het begin van mijn betoog zei: de energietransitie is ook een
transitie vol kansen, zeker voor een land als Nederland. Als je hier
slim mee omgaat, als je hier je bedrijven en de industrie weet te houden
en ze ook weet te verduurzamen, kun je wereldwijd vooroplopen en kun je
er als land geld mee verdienen. Dus ik denk dat hier heel veel kansen
liggen en dat dat niet gaat werken als we zeggen: laat maar — ik zeg
overigens niet dat de heer Eerdmans dat letterlijk zo zegt — we zien wel
wat de rest van de wereld doet en of wij daar dan aan gaan bijdragen. Ik
heb liever dat wij hier de technieken uitvinden, dat wij hier de
innovatie hebben en dat wij de rest van de wereld daarmee helpen en daar
dus ook geld aan verdienen. Dat is dan een win-winsituatie. Dat spreekt
elkaar zeker niet tegen, integendeel. Het lijkt me heel mooi om na het
reces, als dat mogelijk is vanwege corona, wat werkbezoeken te kunnen
afleggen, misschien ook wel als commissie, aan bijvoorbeeld Delft of
andere plekken om te zien wat voor innovaties daar leven, wat daar
allemaal wordt bedacht en wat voor impact dat wereldwijd heeft. Dat is
mooi. Ik denk dus dat het en-en moet: we blijven elkaar aanspreken maar
we blijven als land ook de kansen pakken.
De voorzitter:
De minister volgt haar betoog.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Minister?
De voorzitter:
U weet dat ik als lid van de commissie heel erg voor een minister ben,
maar als voorzitter moet ik zeggen: staatssecretaris.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Voorzitter, dank. Ik ga verder met het Fit for 55-pakket. Volgende week
krijgen we van de Europese Commissie het Fit for 55-pakket met
voorstellen om de Europese wetgeving in lijn te brengen met het
opgehoogde EU-broeikasgasreductiedoel van ten minste 55% in 2030. Het
betreft dertien voorstellen en het zal onder meer gaan over ETS, het
emissiehandelssysteem, de niet-ETS-sectoren, hernieuwbare energie en
energie-efficiëntie. De Nederlandse prioriteiten zijn hier vaker
gedeeld. Wij vinden onder andere dat het ETS aangescherpt moet worden.
Dat vinden we al langere tijd. Dat wordt gelukkig ook steeds beter
gedaan, maar daar valt nog veel winst mee te boeken, zoals het verlagen
van het ETS-plafond en ambitieuzer EU-bronbeleid, waarmee EU-normen
worden gesteld, bijvoorbeeld CO2-standaarden voor auto's. Dit
heeft als doel ervoor te zorgen dat inspanningen van lidstaten
convergeren, zodat er minder spreiding is tussen de bijdragen van
verschillende lidstaten en ze meer gezamenlijk gaan bijdragen aan de
Europese klimaatdoelen, zoals bij het vertalen van die ESR-doelen. We
hebben nu al bindende ESR-doelen. Door de ophoging naar die 55% is
duidelijk dat er ook een nieuwe opgave zal komen. Ook daar zullen we dan
moeten kijken hoe dat wordt verdeeld en hoe dat eruit ziet.
Hoe al die voorstellen eruit gaan zien en wat precies de inhoud is, zien
we echt volgende week. We hebben ze nu nog niet. Het kabinet gaat
vervolgens in de vakantieperiode dat Fit for 55-pakket op een integrale
manier beoordelen. We gaan dus goed bekijken wat er dan ligt en aan de
hand van onder andere het lijstje dat ik net noemde — dat is hier vaker
langsgekomen — de Nederlandse inzet vaststellen. Vanwege de onderlinge
samenhang van het pakket zal het kabinet de BNC-fiches van het hele Fit
for 55-pakket medio september tegelijkertijd aan de Tweede Kamer
aanbieden. Dat doen we in z'n geheel, omdat er grote samenhang zal zijn
tussen de onderdelen. Anders loopt dat te veel los. De Tweede Kamer
heeft vervolgens natuurlijk de mogelijkheid om hierover met het kabinet
in debat te gaan, er van alles van te vinden en haar specifieke wensen
over de Nederlandse inzet kenbaar te maken, voorafgaand aan de
besprekingen in de verschillende Raden. Dat is een proces dat dan echt
gaat lopen, en overigens ook een hele tijd gaat lopen, maar dan is er
ook ruim de tijd voor de Tweede Kamer om de inzet mee te geven. Daarbij
zullen wij als kabinet steeds scherp houden dat 2030 niet het
eindstation is. Het eind van de transitie is natuurlijk 2050. Daar gaan
we met elkaar naartoe. Daar heb ik nog een paar vragen over liggen. De
heer Dassen had het over het IPCC-rapport. Daar had ook mevrouw
Teunissen een vraag over. Volgens mij was dit hetzelfde punt. Dat was
een gelekt rapport, het conceptrapport. Ik heb nog geen definitief
vastgesteld rapport. Het IPCC heeft het nog niet vastgesteld, dus daar
kan ik nog niet op die manier op reageren. Ik heb wel de berichten
gezien. Die bevestigen dat er flinke stappen gezet moeten worden. Daar
heeft u natuurlijk helemaal gelijk in. Dat zal zowel nationaal als
Europees als mondiaal betekenen. Daar zullen we ook volop met elkaar mee
aan de slag gaan. Dat is ook een van de redenen waarom Nederland erg
heeft gepleit voor het ophogen van die 55%. Wij waren een van de
koplopers de afgelopen jaren die zeiden dat dat doel gewoon omhoog moet.
In die zin is die urgentie heel erg duidelijk. Op wat het rapport exact
zegt en hoe wij daarop reageren, moet ik bij u terugkomen, want er ligt
nog geen definitief rapport, maar in die zin was de urgentie al wel
helder.
De heer Dassen had nog een vraag bij Fit for 55. Hij zei: je hebt
verschillende fondsen, bijvoorbeeld het Groeifonds en de Recovery and
Resilience Facility. Hij vroeg hoe wij die willen inzetten voor de
energietransitie en welke duurzaamheidseisen wij daarbij zullen
hanteren. Minstens 37% van de beschikbare RRF-middelen, die heel
belangrijk zijn voor Nederland, worden aan klimaatprojecten besteed. Het
Groeifonds en Invest-NL, waar de heer Dassen het ook even over had, zijn
niet primair opgericht voor het bekostigen van de klimaattransitie maar
geven daar wel enige aandacht aan. Bij de RRF kunnen we daar wel 37%
voor inzetten. Voor het Groeifonds zullen in de lopende ronde diverse
projecten worden ingediend op klimaatgebied. Dus er zit wel wat ruimte.
Ook voor de RRF zal Nederland plannen indienen, maar dat is ook
afhankelijk van wat het nieuwe kabinet straks besluit. Voor de RRF wordt
het duurzaamheidskader van de Europese Commissie gehanteerd. Daar vroeg
de heer Dassen ook naar. Het Groeifonds en Invest-NL kennen geen vast
kader voor duurzaamheidseisen.
Mag ik nog de laatste vraag van de heer Dassen doen in dit mapje? Hij
vroeg welke hobbels er nog zijn voor Fit for 55, de Klimaatwet en het
aanpassen van de Nederlandse Klimaatwet. We krijgen dertien
wetsvoorstellen. Met sommige zullen we misschien blij zijn. Ik hoop
bijvoorbeeld dat er een goede aanscherping van het ETS in zit. Dat is in
de lijn van wat wij willen. Misschien willen wij het dan iets scherper,
maar wellicht zitten er ook andere voorstellen in die echt een flinke
ophoging van onze eigen nationale doelen zouden betekenen, waardoor we
weer samen moeten bekijken wat dat betekent voor de Nederlandse
praktijk, bijvoorbeeld voor de lasten van huishoudens en het mkb. Op die
dertien wetsvoorstellen kan ik geen integrale reactie geven. Ik heb ze
ook nog niet, maar ik denk dat dat straks ook niet kan. Met sommige
zullen we tevreden zijn en met sommige minder. Gelukkig begint daarvoor
dat hele traject van onderhandelen. Dat duurt nog een jaar à twee
jaar.
De heer Dassen (Volt):
Hier heb ik toch even kort een vraag over, ook in relatie tot het
gelekte IPCC-rapport. Ondanks dat het gelekt is, zijn de signalen heel
duidelijk. We hebben de heer Timmermans bij Buitenhof horen zeggen dat
er enige teleurstelling is over het behaalde resultaat voor Fit for 55.
Hij had het liever ambitieuzer gezien. Het Europees Parlement geeft ook
duidelijk aan dat het ambitieuzer had gemoeten. Nu wij weten dat dit
rapport eraan zit te komen, ook al is het gelekt, dat wij hier een
uitspraak hebben liggen en dat de stappen die moeten worden gezet best
wel groot gaan zijn, vraag ik mij af of u al bezig bent om ervoor te
zorgen dat we die doelen uiteindelijk nog kunnen gaan ophogen, ondanks
dat we nu nog moeten wachten op die dertien voorstellen.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Even een verduidelijkende vraag: welke doelen ophogen?
De heer Dassen (Volt):
Die 55%.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Die wet waarin die 55% staat, is net vastgesteld in Europa: op 30 juni.
Alle landen zijn aan het kijken welke wetsvoorstellen er komen, hoe ze
die gaan implementeren in hun land en waar ze over willen onderhandelen.
Om voor die plannen er überhaupt zijn over de invulling te zeggen: ga
maar nog hoger zitten … Ik zeg persoonlijk: hogere doelen formuleren is
niet moeilijk. De invulling, waar het de hele middag al over gaat of
eigenlijk al jaren, sinds we hier met klimaatbeleid bezig zijn, is
natuurlijk de uitdaging. Hoe doe je het op een manier dat je land er
beter van wordt, dat iedereen het meemaakt en dat je die doelen haalt?
Mijn advies richting de heer Dassen en de collega's zou dus zijn: laten
we eerst kijken wat die 55% ons brengt. Daar hebben wij zelf behoorlijk
voor gepleit. Het was in mijn eerste debat als woordvoerder klimaat dat
wij gezamenlijk tegen destijds minister Wiebes zeiden "ga naar Brussel,
ga pleiten voor 55", terwijl we toen zelf nog 49% aan het vormgeven
waren. Laten we eerst kijken, zou mijn idee zijn, hoe we het überhaupt
in ons land implementeren en wat het betekent voor Nederlanders.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik sluit me graag aan bij wat de heer Dassen zegt over wat nodig is om
die 55% op te gaan hogen. Het Europees Parlement vindt dat ook niet
genoeg. Daar moeten we rekening mee houden. Ik hoorde de
staatssecretaris ook zeggen over het doel dat Nederland altijd heel
ambitieus is geweest en ervoor heeft gezorgd dat het 55% wordt. Daar
pronkt het kabinet heel vaak mee. Tegelijkertijd loopt Nederland achter.
Er komt nu een klimaattop aan in Glasgow. Is zij, ook gezien dat
VN-rapport, bezig met een ambitieus maatregelenpakket, zoals wij ook
voorstellen, met een ambitieuze positie van Nederland in de aanloop naar
de klimaattop? En wanneer kunnen wij dat verwachten?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Voordat wij naar de klimaattop gaan, zullen we onze inzet natuurlijk
hier bespreken, maar mijn focus ligt nu op die dertien wetsvoorstellen.
Wat staat daarin? Wat helpt ons land om dichter bij de doelen te komen
op een manier dat alle Nederlanders het mee kunnen maken? Ik ga dat
behoorlijk ambitieus aan omdat ik weet waar ik voor ga: die 55%. Mijn
voorgangers hebben daar terecht veel over gesproken doordat Nederland
als een van de eerste landen zei: dit moeten we doen. We mogen er trots
op zijn dat we dat zelf hebben gezegd en dat we daarvoor hebben gepleit.
Dat brengt ook de verantwoordelijkheid met zich dat we nu kijken hoe we
dat vertalen naar ons land. Dat heeft nu mijn prioriteit. En de inzet en
de hele agenda voor de klimaattop zullen we uiteraard hier weer
bespreken. Daar kan mevrouw Teunissen dan van alles van vinden en van
alles meegeven.
De voorzitter:
De staatssecretaris vervolgt haar betoog. Dat gaat over het derde blokje
en er zijn er tien.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Oké. Ik denk dat ik gewoon even doorga naar biomassa. Meneer Dassen
vraagt naar de verhouding tussen de boomstrategie en biomassa. En moeten
we leunen op de waterstofstrategie? Er is een Europese Bossenstrategie.
Daarmee zet de Commissie zich in voor het behoud van bossen met de
mogelijkheid van bosexploitatie, maar ook voor het beschermen van de
biodiversiteit. Wij zetten er als Nederland op in om alle
biogrondstoffen op een duurzame wijze te gebruiken, of dat nou in
Nederland is of in Europa. Dat betekent dat biomassa moet voldoen aan de
eisen van de Richtlijn hernieuwbare energie (RED II), in de toekomst ook
aan RED III en ook aan de Bossenstrategie. De heer Dassen verbond dat
aan de vraag hoe het dan moet met de waterstofstrategie. De
verduurzaming is een dusdanig grote opgave — daar hebben we het
eigenlijk al de hele middag over — dat we niet moeten kiezen voor één
technologie, maar dat we alle opties moeten ontwikkelen. Ik denk dat het
heel belangrijk is dat we geen zaken moeten uitsluiten maar steeds
kijken hoe we dat zinnig kunnen doen.
Meneer Thijssen en mevrouw Teunissen hadden ook een vraag over biomassa.
Die ging over het onderzoek dat vanochtend is gepubliceerd waarin staat
dat met Nederlands belastinggeld hout uit veenbossen, oerbossen en
waterrijke bossen uit Estland zou komen. Ik heb gehoord van het
SOMO-rapport, als ik het goed zeg. Dat is in opdracht van Greenpeace
gemaakt. Ik heb begrepen dat het een onderzoek betreft naar de mogelijke
schadelijke gevolgen van de productie van houtpellets in Estland. Ik heb
het onderzoek zelf niet gelezen. We hebben het zelf nog niet kunnen
bestuderen, dus ik kan daar geen uitvoerige appreciatie van geven, maar
deze signalen nemen wij uiteraard zeer serieus. We zullen ze uiteraard
ook serieus bestuderen. Ik zal de Nederlandse Emissieautoriteit als
bestuursrechtelijke toezichthouder vragen de zaak te onderzoeken, zodat
we dat op het juiste niveau goed onderzoeken en er contact wordt gezocht
met de Estse autoriteiten. Zodra dat onderzoek klaar is, kom ik er
sowieso bij u op terug.
Misschien is het goed om daar nog het volgende aan toe te voegen
richting de mensen die daar nog vragen over zouden hebben. Als de
uitkomst van het onderzoek is dat bedrijven ons voor de gek hebben
gehouden, zoals de heer Thijssen zei, dat het niet klopt of dat het niet
conform de afspraken is, zal ik uiteraard de subsidie terugvorderen.
Maar laat mij eerst via de autoriteit even goed uitzoeken hoe dat
precies zit.
De voorzitter:
Mevrouw Teunissen, uw vierde interruptie.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Kort vraag. Er ligt natuurlijk al een aantal onderzoeken die aantonen
dat er oerbossen worden gekapt voor biomassa in Nederland. Het rapport
dat we nu krijgen, bevestigt dat weer. Is het niet gewoon tijd om te
erkennen dat op grote schaal houtige biomassa importeren schadelijk is
en dat we daarmee moeten stoppen?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Er zijn inderdaad eerder signalen geweest over de wijze waarop
houtpellets in Estland worden geproduceerd. Dat was nog bij mijn
voorganger Eric Wiebes. Dit is uitvoerig bestudeerd. Er is heel veel
contact geweest met Estland. Hij heeft zijn ambtsgenoot daar brieven
gestuurd met duidelijke kaders. Er is over en weer heel veel contact
geweest. Op basis van al die contacten, die erg serieus zijn opgepakt,
hebben we gezegd: we zien en nemen aan dat dat niet aan de hand is met
die oerbossen. Er ligt nu een nieuw rapport. Wederom zeg ik: ik neem die
signalen heel erg serieus. Dat gaan we ook weer goed uitzoeken. Er
worden dus geen signalen opzij geduwd. Ze worden juist heel erg serieus
onderzocht. Dat gaan we ook hiermee doen. Dat zal de Nederlandse
Emissieautoriteit ook goed op zich nemen, zodat we samen kunnen kijken
wat daaruit komt.
Meneer Erkens stelde een vraag over laagtemperatuur houtige biomassa. De
Kamer heeft besloten om daar deze ronde geen subsidie aan te verlenen.
Hij vroeg wat dat financieel betekent, welke alternatieven er zijn en
hoe dit eruit gaat zien. Dat zat bij de stukken van het vorige debat.
Dat was die quickscan van TNO van de financiële consequenties. Daaruit
bleek dat het enkele honderden miljoenen euro's per jaar gaat kosten, in
ieder geval voor deze ronde. We moeten zien hoe de volgende ronde met
een nieuw kabinet eruitziet en hoe dat met die laagtemperatuur houtige
biomassa — misschien moeten we daar wél een afkorting voor verzinnen —
verder zal gaan. Maar dat zal enkele honderden miljoenen euro's kosten.
Dat zit in het TNO-rapport dat vorige keer bij het commissiedebat was
meegestuurd. Als we het op deze manier doorzetten en de kosten
werkelijkheid worden, zullen ze wel via de ODE doorberekend worden aan
de eindgebruiker. Dat zullen dus de mensen thuis en bedrijven zijn. Ik
heb dat signaal toen aan de Kamer gegeven. Ook de nationale kosten, voor
de samenleving als geheel, zullen bij een onverstandige uitfasering van
biomassa zeer stijgen.
Voorzitter. Er wordt momenteel hard gewerkt aan beleid om alternatieve
warmtebronnen op te schalen. Denk aan geothermie — daar kom ik straks
nog op — en het stimuleren van hybride warmtepompen. Later dit jaar zal
ik uw Kamer daarover informeren. De mate van opschaling is afhankelijk
van de inzet van financiële middelen, maar ook van de vraag of dat extra
financiële middelen zullen zijn. Dat is dan weer afhankelijk van de
formatie. Feit is wel dat je, als je morgen stopt met biomassa, niet
overmorgen al deze technieken hebt klaarstaan, maar dat weet u ook. Ik
denk wel dat het goed is om nog even toe te voegen dat betaalbaarheid
van de duurzame alternatieven voor de gebouwde omgeving echt essentieel
is voor het draagvlak, zeker bij de mensen thuis. Maar volgens mij
verschillen we daarover niet van mening. Wij kijken momenteel naar de
huidige situatie en naar wat er nu nog nodig is om extra te gaan
doen.
Dan ben ik bij industrie.
De voorzitter:
Het vierde blokje.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ja. De heer Thijssen vraagt: kunt u de CO2-heffing zoals die
in het Klimaatakkoord is geformuleerd, nu invoeren? Hij verwees naar de
coronatijd en hoe de start eruit heeft gezien. Hij heeft er natuurlijk
helemaal gelijk in dat de heffing een voorzichtige start kent, onder
andere door de situatie met corona. Maar het einddoel van de heffing
blijft ongewijzigd. Dat is dus wel waar wij naartoe gaan. Het tarief van
de heffing loopt wel op, tot €125 in 2030. De constatering van de heer
Thijssen dat het een voorzichtigere start heeft gehad dan we allemaal
hadden bedacht, klopt. Maar de inzet, de manier waarop die oploopt en de
insteek zijn niet veranderd. Nu de economie hopelijk aantrekt en corona
naar achteren schuift, moeten we alleen even kijken hoe we dat hierin
meenemen.
Dan ben ik nog een keer bij de heer Thijssen, over de verduurzaming van
Tata Steel en het onderzoek. Daar had de heer Erkens ook een vraag over.
Even kort geformuleerd: Tata en FNV doen gezamenlijk onafhankelijk
onderzoek, om te kijken wat beide plannen voor verduurzaming zouden
kunnen betekenen. Als Kamer hebben wij bij het vorige debat ook gezegd
dat wij het heel belangrijk vinden dat er onafhankelijk onderzoek
plaatsvindt. Ik hoor de vragen van de heer Thijssen en de heer Erkens
als: kan je je er niet meer tegenaan bemoeien? Ik vond het eerlijk
gezegd wel mooi dat zowel FNV als Tata zegt: wij gaan nu gezamenlijk dit
onderzoek doen. Dus ik vraag me af of de wereld er per definitie altijd
mooier van wordt als ik me er persoonlijk tegenaan bemoei. Misschien
moeten we heel even kijken wat voor onderzoek dat wordt en wat eruit
komt. Vooralsnog gebeurt dat. Wat ik wel doe, en wat ik ook langs deze
weg graag doe, is duidelijk maken dat wij op dat onderzoek wachten — dat
doe ik ook graag mede namens u — en dat wij ook graag willen dat dat
naast onafhankelijk ook zo snel mogelijk gebeurt. Maar dat signaal wordt
echt wel vanuit ons gegeven. Mijn idee is om die partijen dat dan ook
zelf te laten doen. Overigens staat de minister van EZK, de heer Blok,
in nauw contact met Tata over de verduurzamingsopgave. De collega van
IenW doet dit met betrekking tot de milieueisen. Er wordt dus van alle
kanten behoorlijk op gelet en behoorlijk over gesproken. Er wordt
gekeken wat we kunnen doen. Maar hopelijk vindt dat onderzoek snel
plaats, zodat we het erover kunnen hebben met elkaar.
De heer Erkens had ook een vraag over de indirecte kostencompensatie.
Die is belangrijk voor een gelijk speelveld. Hij vroeg wat de huidige
status, de stand van zaken, hiervan is. Het is inderdaad van belang dat
de verlenging van de IKC-ETS-regeling … Ik moet het andersom doen: het
is heel erg belangrijk voor bedrijven dat die regeling verlengd wordt.
De minister van EZK verkent momenteel de mogelijkheden voor verlenging
van de compensatie voor het jaar 2021. Dus daar kijkt de minister op dit
moment naar. Meerjarige verlenging — ik kan me zomaar voorstellen dat
dat een vraag zou zijn — is wel erg kostbaar. Dan gaat het echt over 1
miljard euro voor vijf jaar. Dat hoort echt op de tafel van een nieuw
kabinet te liggen. Het is een belangrijk punt. De minister kijkt naar
dit jaar. Als het gaat over meer jaren, dan moeten we naar een nieuw
kabinet kijken.
De heer Erkens (VVD):
Het is logisch om te kijken naar één jaar en dat een meerjarige
verlenging op de formatietafel hoort. Kunt u wel toezeggen dat wij
voorafgaand aan het volgende commissiedebat een brief ontvangen over de
status van de IKC voor 2021?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dat zal ik heel even nagaan, omdat de minister dit doet, niet ik. Als u
dat goed vindt, kom ik er in tweede termijn op terug of we dat zo kunnen
doen.
De heer Thijssen (PvdA):
Nog heel even over de CO2-heffing. Ik liet het even op me
inwerken. Ik dacht: het klinkt wel mooi dat we uitkomen op €125 per ton
in 2030. Maar dit is nou echt een strijd geweest in het Klimaatakkoord
van heel veel organisaties tegen de industrie, namelijk dat de grote
vervuilers nu echt eens moeten gaan bijdragen aan een eerlijk
klimaatbeleid. Overigens moet die CO2-heffing ook voor 14
megaton reductie zorgen, dus ook om de doelen te halen is die
verschrikkelijk belangrijk. U zegt nu even snel: we geven ze toch weer
een paar jaar vrijstelling. Daarmee worden de doelen niet gehaald. Voor
een aantal partijen in het Klimaatakkoord valt hiermee ook een heel
belangrijk element van het Klimaatakkoord weg. Denk ook aan die 40.000
mensen die op de Dam stonden en zeiden: wij willen effectief, eerlijk
klimaatbeleid. Het gaat nu goed met de economie, dus de maatregel van uw
voorganger is eigenlijk niet nodig. Waarom kan de CO2-heffing
zoals die in het Klimaatakkoord staat dan niet gewoon worden uitgevoerd?
Kunt u daar iets meer woorden aan wijden?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
De heer Thijssen hoort mij graag dingen zeggen die ik niet zeg. Ik heb
niet gezegd: ik geef ze gewoon nog een paar jaar vrijstelling en we zien
wel. Dat is niet wat ik zei. Ik zei dat het een voorzichtige start heeft
gehad, vanwege de economische situatie door corona. Ik kan wel een brief
sturen — misschien is dat een idee — om daar even goed op in te gaan.
Hoe is het gegaan? Hoe zien wij die ontwikkeling? We zien de economie nu
natuurlijk ook aantrekken. Hopelijk zet dat ook door en verdwijnt corona
meer naar de achtergrond. In de brief kan ik dan ingaan op wat dat zou
kunnen betekenen voor de ontwikkeling van die CO2-heffing.
Dat is het proces waar we nu met elkaar in zitten. Zodra we weer in een
normale situatie zitten, kan dat op een andere manier gaan. Maar
misschien is het goed om dat wat uitvoeriger in een brief aan u toe te
zeggen. Dan kunt u daar goed naar kijken. Het is wel goed om nog even te
zeggen — maar dat zei de heer Thijssen ook — dat zo'n
CO2-heffing echt bedoeld is om de CO2-reductie te
realiseren, niet om opbrengsten te genereren. Ook rond het
Klimaatakkoord is daar uitvoerig over gedebatteerd. Daar heeft de heer
Thijssen gelijk in. Dan moeten we ook kijken of het goed werkt om die
reductie te realiseren. Daar kom ik dan in een brief op terug, waarin
ook wordt gekeken naar de andere ontwikkelingen in de economie door
corona, want daar hing dit aan vast. Het is niet alleen iets van klimaat
geweest.
De voorzitter:
De toezegging is genoteerd.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dat was een concrete toezegging, meneer de griffier. Yes, ik leer het
wel.
Even kijken, deze heb ik gehad. Ik denk dat ik nu bij de vragen van de
heer Boucke ben. Hij zegt dat het kabinet aan de slag moet met de doelen
van het Klimaatakkoord en dat de industrie flinke slagen te maken heeft
en schoner moet. Wind op zee moet versneld. Heeft de staatssecretaris
een beeld van wat de komende vier jaar nodig is om de infrastructuur
toereikend te maken? Dat is natuurlijk een grote uitdaging, zorg,
opgave, of hoe je het maar wilt invullen. Ik denk dat het een heel
belangrijke oproep is van de heer Boucke om nu stappen te zetten voor de
aanleg van noodzakelijke energie-infrastructuur. Vorige week heb ik in
een brief aangegeven dat we voornemens zijn om bijvoorbeeld Gasunie uit
te laten zoeken hoe de bestaande infrastructuur voor gasleidingen
omgezet kan worden voor waterstof. Daarbij hebben we de Cluster
Energiestrategieën, de CES'en, waarbij industrie, netbeheerders,
energieproducenten en medeoverheden gezamenlijk de infrabehoefte in
kaart brengen. Dus dat is bezig. We gaan ook nader onderzoeken waar we
de eerste vraag en het eerste aanbod verwachten en hoe concreet die
plannen dan zijn.
Ik zit een beetje te zoeken. Er loopt heel veel tegelijk. De heer Boucke
heeft gelijk dat dit op een gegeven moment wat meer bij elkaar gebracht
moet worden. Op het terrein van wind op zee zijn er natuurlijk mooie
ontwikkelingen. We hebben de subsidievrije windparken op zee, maar ik
heb ook een mooie opdracht van de heer Boucke in mijn achterzak zitten
dat ik met mijn collega's op zoek moet naar extra ruimte op 17 gigawatt.
Dus we zijn met al deze elementen bezig. Wellicht kunnen we in het
najaar, dus september, oktober, als we weer bij elkaar zitten, kijken
hoe we deze dingen meer bij elkaar kunnen brengen in een duidelijk
overzicht, waarbij we kunnen laten zien waar we nu staan en wat er nog
meer nodig is. Dan kan ik namelijk ook terugkomen op die 10 gigawatt. U
weet dat ik met mijn collega's aan het kijken ben waar we dat op de
Noordzee kwijt kunnen, even oneerbiedig gezegd. Ik heb in een vorig
debat gezegd dat ik dacht dat de Noordzee heel groot was, tot ik op zoek
moest naar ruimte voor wind op zee. Toen zag ik: aha, je hebt natuurlijk
de vissers, de scheepvaart, Defensie, natuur en ecologie. Maar in het
najaar — ik zeg najaar, maar dat wordt september, oktober, meen ik — kom
ik sowieso daarop terug. Ik zal zorgen dat die lijnen wat meer bij
elkaar komen, zodat de heer Boucke en de collega's een duidelijker beeld
hebben van waar we staan en waar het heen gaat.
Dan ben ik bij de financiering van de energietransitie. De heer Erkens
zegt dat de actualisatie van de ETS-prijzen kan betekenen dat er meer
ruimte komt in de SDE++. Volgens mij hebben we het daar in het vorige
debat ook even over gehad. De heer Erkens heeft gelijk: de actualisatie
van de ETS-prijzen zal voor de nieuwe SDE++ volgend jaar, 2022, ook echt
een actualisatie betekenen. Dat zal dan ook weer wijzigen aan de hand
van de laatste raming, die we binnenkort ook gaan zien in die Klimaat-
en Energieverkenning. Voor de ronde van dit jaar is het niet wenselijk —
dat hebben we de vorige keer besproken — omdat dat niet meer gaat. Het
moet anders namelijk minimaal met een halfjaar uitgesteld worden, wil je
dat kunnen verwerken. Dus je verwerkt het steeds zo snel mogelijk. Voor
volgend jaar wordt het sowieso weer verwerkt. In de Klimaat- en
Energieverkenning zullen we daar meer over lezen.
De heer Eerdmans noemde mij een potentieel commerciële tante, geloof ik.
Hij heeft wel gelijk dat de energietransitie een commercieel succes kan
zijn. Maar volgens mij is het dat ook en moet het dat ook zijn. Het is
gewoon een win-winverhaal. De heer Thijssen zei het ook: er zitten hier
veel positievere verhalen aan dan vaak naar buiten toe worden verteld.
Zonder private partijen en bedrijven die bereid zijn om te investeren is
er ook geen energietransitie. Zo werkt het gewoon. Daar geloof ik in.
Bedrijven realiseren windparken op zee, houden kerncentrales draaiende
en maken zonnedaken mogelijk. Met slim beleid zorgen we er vervolgens
voor dat we onze systemen zo slim mogelijk inrichten, waardoor er nu
windparken zonder subsidie zijn. Dat is een samenwerking. Zonder
bedrijven zijn we in die zin helemaal niks. Ze komen ook met slimme
oplossingen en innovaties. Ik denk dat het heel erg belangrijk is om ook
steeds te laten zien welke ideeën daarvandaan komen, die ervoor zorgen
dat we de energietransitie sneller en beter kunnen bereiken.
De heer Boucke vroeg naar de RES'en. De Regionale Energiestrategieën
zijn ingediend en we zien waar de regio's mee zijn gekomen. De opdracht
was 35 terawattuur en ze zijn fors extra daarboven gaan zoeken. We
hebben het daar in het vorige debat ook over gehad. Toen zei de heer
Eerdmans bijvoorbeeld: ik vind het niet oké dat ze extra zoeken; dat
moet minder. Nu zegt de heer Boucke: ze hebben meer gevonden; kunnen we
niet meer doen? Zei hij dat niet? Ik zit even te kijken. Als er
draagvlak is voor meer, ondersteun ik dat dan bijvoorbeeld via de SDE?
Zo heb ik het in ieder geval opgeschreven, maar dat komt ongeveer ...
Ja, oké. We hebben gevraagd om bij de RES'en te kijken naar wat er
maximaal te vinden is. Nu begint het hele onderzoek: vallen er gebieden
af, kunnen we alles realiseren? Je gaat aan de bovenkant zitten in de
hoop dat je in ieder geval de 35 gaat halen. In dat proces zitten we op
dit moment. Ik verwacht eerlijk gezegd ook dat we rond die 35 zullen
uitkomen, omdat gebieden zullen afvallen. Uiteindelijk zijn we een
compact land waar we heel veel willen, dus we moeten zien wat er
mogelijk is. In het Klimaatakkoord is afgesproken om dat te faciliteren.
Alle gesprekken met de Nederlanders, met de omwonenden, met de burgers
zijn vanuit dat idee gevoerd, dus laten we dat behouden en laten we nu
kijken wat er overblijft van wat er extra gezocht is.
Meneer Kops van de PVV vraagt: wat ga je nou concreet doen aan de
energierekening? Dat is een terecht punt dat de heer Kops eigenlijk
altijd inbrengt. Ik vertrouw erop dat hij dat blijft doen, want dat
houdt ons scherp. Ik moet zeggen dat ik er op dit onderdeel ook scherp
in zit, want ik ben het helemaal met hem eens. Ik vind oprecht dat alle
Nederlanders dit mee moeten kunnen maken op een manier dat wij het
kunnen uitleggen, ook al zitten we misschien net iets anders in de
doelen en wat we ermee willen bereiken. In die zin is er terecht heel
veel aandacht voor de betaalbaarheid van de energietransitie. Daarom
hebben we bij het Klimaatakkoord afgesproken dat we de belasting op de
energierekening zouden verlagen, en dat hebben we ook gedaan. Dat weet
de heer Kops; daar hebben we het eerder over gehad.
De heer Kops zegt dat er altijd een beetje makkelijk kort door de bocht
wordt gezegd "we gaan niet over alles", maar dat is niet makkelijk kort
door de bocht. De energierekening bestaat uit drie onderdelen: de
nettarieven, de leveringstarieven, als ik het zo goed zeg, en de
belasting. Wij gaan over het belastingdeel. We hebben gekeken of we de
belasting op energie inderdaad kunnen verlagen. We hebben ook naar de
ODE naar gekeken. De opslag duurzame energie werd voorheen voor 50%
betaald door de mensen thuis en voor 50% door bedrijven. We hebben
gezegd dat dat eigenlijk geen eerlijke verdeling is. Daar hebben we een
derde/twee derde van gemaakt.
Het grotere plaatje: wat betekent dat dit jaar bijvoorbeeld voor de
energierekening? Ik zag dat de prijzen stijgen, maar dat heeft te maken
met de tarieven, waar ik niet over ga. Het is misschien goed om hier te
zeggen dat de stijging waar de heer Kops het over had ook te maken heeft
met de contracten die mensen kunnen hebben: flexibele contracten of
vaste contracten. Het is heel goed om, zoals je dat misschien ook doet
met je telefoonabonnement of je zorgverzekering, ook hier te kijken: heb
ik het meest voordelige contract voor mijn situatie? Daar valt echt veel
geld op te besparen voor huishoudens, dus kijk daar goed naar. We
zullen, misschien met een nieuw kabinet, hier weer met elkaar praten
over het bredere plaatje van de koopkracht. Ik vind het dus terecht dat
de heer Kops hier aandacht voor vraagt, en die hebben we ook.
De heer Kops (PVV):
Feit blijft wel dat de helft van de energierekening uit belastingen
bestaat. De staatssecretaris heeft het over het verlagen van de
belastingen. Ik vraag me dan af hoe en welke, want bijvoorbeeld de
gasbelasting gaat alleen maar omhoog. Dat is dan zogezegd bedoeld om
mensen te "verleiden", beter gezegd te dwingen, om van het gas af te
gaan. Maar feit is dat mensen met een enorme energierekening worden
geconfronteerd. Laten we naar de cijfers kijken. Bijvoorbeeld in het
laatste rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau wordt gesproken
over een op de tien huishoudens in energiearmoede. Dat zijn er al
800.000. In eerdere debatten had ik het over 650.000, dus het neemt
alleen maar toe. Dan vraag ik me echt af wat de staatssecretaris
concreet doet voor die mensen. Het aantal energiearme huishoudens neemt
alleen maar toe en de verwachting is dat als die energietransitie verder
wordt doorgevoerd, het alleen maar erger wordt. Dus allemaal mooie
woorden van de staatssecretaris, maar de mensen thuis merken er helemaal
niks van.
De voorzitter:
Uw punt is helder. De staatssecretaris.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Wat hebben we concreet gedaan? We hebben de belastingen op de
energierekening bij een gemiddeld verbruik met €100 verlaagd en gezegd
dat dat volgend jaar niet mag stijgen. Dat is iets wat we heel concreet
hebben gedaan. De heer Kops zegt: maar kijk even naar wat mensen betalen
en of ze daardoor in armoede terechtkomen. Ik snap wel dat hij dat zegt,
want daar zit niemand op te wachten. Maar dat is het bredere verhaal als
we het hebben over alle kosten en alles wat bij mensen binnenkomt. Dan
gaat het over de koopkracht. Wij doen hier niet aan inkomenspolitiek via
de energierekening of via de energietransitie. Dat zou niet werken,
omdat de vraag of een huishouden de energierekening kan betalen niet
alleen afhangt van de uitgaven aan energie, maar ook van het besteedbaar
inkomen en de andere uitgaven. Ik zeg niet dat we het daar niet over
moeten hebben. Integendeel, het is juist superbelangrijk om ervoor te
zorgen dat het goed gaat met mensen, dat werken loont en dat de
middeninkomens in de steden kunnen blijven wonen waar ze willen wonen.
Maar u hoort al dat dat een veel breder verhaal is. Daar gaan we het wel
over hebben, maar dat is niet voor deze commissie. Dat is in het najaar
aan de orde, als het gaat over de koopkracht.
De heer Kops (PVV):
"Dat is niet aan deze commissie". Dat verhaal horen we wel vaker van het
kabinet: "We doen hier niet aan inkomenspolitiek via de energierekening.
We moeten kijken naar het inkomen en naar alle uitgaven." Dat is
natuurlijk heel makkelijk. De staatssecretaris zegt dat de
energierekening €100 omlaag is gegaan. Maar ja, het jaar daarvoor is
diezelfde energierekening met gemiddeld €330 omhooggegaan. Dus ja, het
is allemaal leuk en aardig, maar feit blijft dat de mensen steeds meer
voor hun energie gaan betalen. Die zien de gasbelasting omhooggaan. Die
zien hun ODE-tarieven omhooggaan. Wat doet de staatssecretaris dan nu
voor al die mensen die letterlijk het licht uitzetten of in de kou
zitten, omdat ze het niet meer kunnen betalen?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
De bijdrage aan de ODE is feitelijk omlaaggegaan. De heer Kops wordt een
beetje narrig op mij. Hij zegt "dit zeg je altijd", maar dit is wel hoe
het zit. We moeten vanuit de feiten het debat met elkaar voeren en
vanuit die feiten kijken. Als we daarin iets willen betekenen voor de
mensen en het totale plaatje willen zien, dan moeten we dat echt aan een
andere tafel doen. Wij kunnen hier geen inkomenspolitiek gaan bedrijven
vanuit het energiebeleid. Dat zou ook de mensen tekortdoen, want dat
hangt van zoveel meer elementen af. Ik wil ook dat werken loont. Ik wil
dat mensen een betaalbare woning kunnen vinden. Dat verhaal moet je
breder gaan aanvliegen dan de energietransitie.
De voorzitter:
De staatssecretaris vervolgt haar betoog.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
We hadden het net over de ODE. De heer Bontenbal zegt: we hebben de
inrichting zoals we die nu hebben, maar is dat de meest wijze
inrichting; zou je het niet anders moeten doen, bijvoorbeeld door het
daar weg te halen en het vanuit de algemene middelen te bekostigen? Er
zijn onderzoeken naar geweest en er zijn verschillende mogelijkheden. Ik
denk dat die afweging echt aan een nieuw kabinet is. Het heeft voordelen
en nadelen, maar de heer Bontenbal kent die ook. Dit zorgt er aan de ene
kant voor dat transparant en zichtbaar is hoe we bijdragen aan het
stimuleren van duurzame energie. De heer Kops kan dan zeggen: dat zie ik
en daar word ik narrig van. Anderen kunnen zeggen: dat zie ik en dat
vind ik een goed verhaal. Op het moment dat het naar de algemene
middelen gaat, heeft dat weer andere voordelen en nadelen. Mijn advies
zou zijn: leg dat op tafel bij een nieuwe formatie. Dat gaan wij nu niet
met elkaar veranderen.
Ik kom bij de vraag van de heer Van der Lee over de houtige biomassa,
die in ieder geval in deze ronde eruit is gevallen, en de impact die dat
kan of zal gaan hebben op de gebouwde omgeving. Moeten we niet op een
andere manier of sneller of beter geothermie en aquathermie gaan
stimuleren en hoe past dat in de inrichting van de SDE? Ik vind het een
hele logische en terechte opmerking van de heer Van der Lee. In de
laatste jaren is een aantal wijzingen in de SDE aangebracht die de
toepasbaarheid van geothermie, met name in de gebouwde omgeving, moeten
verbeteren. We zien in de laatste ronde wel dat het effect nog even op
zich laat wachten. We werken daarnaast ook via andere manieren aan de
opschaling van geothermie, zoals het programma SCAN om de ondergrond in
kaart te brengen en de nationale warmtebronnenstrategie. Maar het klopt,
zoals ik net al zei, dat geothermie, aquathermie en groene waterstof in
vergelijking met andere technologieën in de SDE++ nog relatief dure
technologieën zijn, en in het algemeen dat schotten ... Je zou kunnen
zeggen: ik reserveer een deel van de SDE++ specifiek voor deze
technologieën, want als je het niet doet, dan verliezen ze het van
technologieën die goedkoper zijn. Maar de verwachting is — dat zien we
ook in de praktijk — dat op het moment dat je met schotten gaat werken,
je een lagere kosteneffectiviteit hebt en schotten marktpartijen minder
vrijheid geven tot CO2-reductie. Dat is de spanning waar je
dan vervolgens in zit. Dat is ook de reden waarom ik nu terughoudend
ben, omdat we met het geld dat we hebben al die grote stappen moeten
zetten. We doen dat uiteindelijk met belastinggeld — dat zal de heer
Kops ons anders terecht vertellen — dus we moeten daar kritisch naar
kijken. We zullen kijken naar de resultaten van de SDE++ en de werking
van de schotten in relatie tot het doelbereik in diverse sectoren en de
kosteneffectiviteit. Na de tweede openstelling in oktober kom ik hier
met een brief op terug, want ik begrijp de zorg en de vraag.
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Er is een interruptie van de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank aan de staatssecretaris. Ik zie daarnaar uit. Ik wil wel even
benadrukken dat kosteneffectiviteit vanuit het perspectief van 2050 het
beginpunt was van het kabinetsbeleid. Nu hebben we het altijd over
kosteneffectiviteit in een veel kortere tijdshorizon. Daar is voor
gewaarschuwd en we zitten er middenin. Vanuit het perspectief van 2050
hebben we deze opties hoe dan ook nodig. Daarom is een schot heel
belangrijk, dus ik hoop dat, na deze mededeling, daar straks werk van
wordt gemaakt.
Ik wil nog een vraag stellen over een maatregel die goed is voor
Urgenda, dus voor CO2-reductie, goed voor de netcapaciteit en
goed voor het eerlijk verdelen van de lasten: de ETS-bedrijven ook de
plicht opleggen tot energiebesparing. Dat is aan deze commissie. Volgens
mij zou er voor de zomer een notitie komen. Komt die en gaan we die stap
zetten?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dat was een mooie motie van de heer Van der Lee. Ik heb die notitie
gezien. Ik weet alleen niet of die al uit is ... Die ligt nog bij mij,
hoor ik. Die komt zeker. Ik heb die gezien, maar het kan zijn dat het in
de drukte niet helemaal gelukt is. Het is een hele zinnige, waarin
inderdaad wordt gezegd: kijk of de ETS-plichtige bedrijven ook energie
kunnen besparen. Er zal enige overlap zijn, dus het zal misschien geen
megaklapper zijn, maar het zal wel winst kunnen opleveren. Daar is goed
naar gekeken en het komt echt naar u toe. Namens mijzelf excuus voor de
vertraging.
De voorzitter:
Dank. Dan is de heer Van der Lee weer de voorzitter.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
De staatssecretaris gaat door met haar betoog.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
De heer Dassen verwees onder andere naar de studie van de heer Van
Poelgeest en diens input en vroeg om een reactie. Volgens mij komt de
heer Van Poelgeest — ik heb het ook gezien — met een pleidooi voor een
verstandige aanpak van de verduurzaming, ook in de gebouwde omgeving.
Dat betekent dat we zowel collectieve als individuele maatregelen moeten
stimuleren om de klimaatdoelen te behalen. Er zijn nu al diverse
subsidies voor beschikbaar, ik meen in totaal 330 miljoen per jaar. De
studie van Ecorys laat zien dat er meer nodig zal zijn. Het zal aan een
nieuw kabinet zijn hoe dat dan wordt ingevuld, maar ik begrijp het
pleidooi zeer. Ik wilde alleen vooral de heer Dassen meegeven dat, zoals
hij ook weet, we nu niet stilzitten, maar dat er al diverse subsidies
beschikbaar zijn gesteld. Een nieuw kabinet zal dat onderzoek goed
moeten bestuderen om te kijken of daar extra naartoe moet.
De heer Bontenbal had het over de hybride warmtepompen. Is het
verstandig om meer nadruk te leggen op andere routes, bijvoorbeeld
normering van de verkoop van hybride warmtepompen? Ook dat is iets wat
de heer Van Poelgeest gisteren volgens mij heeft aangehaald en ook in
het rapport van Ecorys is gepresenteerd. Er komt ook in terug dat die
individuele verduurzamingsopties inderdaad heel erg belangrijk zijn.
Denk bijvoorbeeld aan isolatie, naast hybride warmtepompen. Daar is die
ISDE-subsidie, weer een mooie afkorting, beschikbaar voor. Normering is
volgens mij echt wel een belangrijk punt, niet alleen bij de mobiliteit
maar ook bij dit soort onderwerpen. Dat moet wel in Europees verband
worden uitgewerkt. We moeten even kijken of daar volgende week al ideeën
over zijn, of dat we het anders zelf ergens in kunnen brengen.
De heer Bontenbal (CDA):
Het mooie is juist dat de sector, dus de fabrikanten enzovoorts,
afgelopen maanden aan een plan hebben gewerkt voor grootschalige uitrol.
Alle sommetjes die gemaakt worden, laten gewoon zien dat we echt flinke
klappers kunnen maken met aardgasreductie door de hybride warmtepomp.
Die focus op de aardgasvrije wijken zorgt ervoor dat we best wel veel
geld uitgeven per woning, terwijl we, als we die meer stapsgewijze
aanpak hanteren, niet alle bewoners in de weerstand jagen. We kunnen dan
alsnog, met behoud van keuzevrijheid en comfort, enorme aardgasreductie
realiseren. Ik vind het dus echt een gemiste kans dat we dit niet in
gang zetten.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik denk dat het heel belangrijk is om naar die alternatieven te kijken.
Dat was natuurlijk ook wel de insteek van het Klimaatakkoord. We wisten
immers dat niet elke wijk en elk huis zomaar van het aardgas af kan. We
hebben ons dus afgevraagd of we dat anders moesten inrichten. Ik neem
dit dus mee als een soort van aansporing. Laten we het samen ook bij een
nieuw kabinet neerleggen, als we eenmaal ergens voor aan tafel
zitten.
Dan de heer Van der Lee. Hij verzocht de regering om binnen de
mededingingsregels in Europa ruimte te maken voor nieuwe en groene
technieken. Dat is een goed punt. Het ministerie stuurt deze zomer een
reactie naar de Europese Commissie, als onderdeel van de publieke
consultatie over de richtsnoeren om deze ruimte juist te creëren. Die
ontvangt u ook na de zomer. Het is dus een terecht punt. We zijn ermee
bezig.
De heer Van der Lee had het ook over de nieuwe warmtenetten en over de
reactie vanuit de VNG, onder andere. Hij zei dat die volgens EU-recht
niet in publieke handen zouden kunnen zijn.
De voorzitter:
Ik heb begrepen dat ú dat tegen de VNG heeft gezegd, en dat dat ook de
reden is waarom het wetsvoorstel niet bij de Raad van State wordt
ingediend. Ik ben benieuwd naar de onderbouwing daarvan en of we die als
Kamer kunnen krijgen.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik zal dan het een en ander even toelichten. Een warmtenet kan namelijk
wel in publieke handen zijn. Dat is ook al praktijk, bijvoorbeeld in
Purmerend. Het EU-recht staat dat niet in de weg. Ik denk dat daar een
misverstand over bestaat. Het wetsvoorstel beperkt die ruimte ook niet.
Dus dat is niet het ding. Het wetsvoorstel gaat uit van een open hybride
markt waaraan publieke en private partijen deelnemen, en daar bestaat
wat discussie over. De discussie gaat erover of je wilt dat die allebei
deelnemen, of alleen publieke partijen. Dat is even het ding. Het
EU-recht zit dat dus niet in de weg. We zullen dat op een gegeven moment
ook met elkaar op een goede manier moeten gaan invullen.
De heer Eerdmans had het over wat er allemaal gaande is in Amsterdam. De
heer Eerdmans verwees naar het beleid voor huishoudens die van aardgas
af gaan en vroeg hoe dat zit. Een betrouwbare energievoorziening is
altijd het uitgangspunt voor het kabinet. Er wordt dus niemand
afgesloten van het gas voordat er een alternatief energieaanbod is. De
randvoorwaarden hiervoor moeten op orde zijn. De randvoorwaarden hebben
we met elkaar in het Klimaatakkoord afgesproken: betaalbaar, betrouwbaar
en duurzaam. In Amsterdam is het uitgangspunt niet anders. Nieuwbouw
moet wachten op aansluiting op het stroomnet nu gas niet meer gewenst
is. Daar is men nu echt kritisch aan het bekijken hoe dit werkt. De heer
Eerdmans vraagt er terecht aandacht voor, maar het is niet zo dat
Amsterdam daar dingen doet of had moeten doen die andere steden niet
doen. Het roept wel vragen op bij de wethouder of het huidige systeem
dat netbeheerders iedereen moeten aansluiten op het elektriciteitsnet,
ongeacht verbruik, nog houdbaar is. Dat wordt meegenomen in de
Energiewet waarmee wij bezig zijn. Kortom, de heer Eerdmans noemt een
belangrijk punt en daar zijn wij ook mee bezig.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik noemde inderdaad twee wethouders, ik dacht allebei van GroenLinks.
Eentje laat ik even rusten, maar die Van Poelgeest, volgens mij
oud-wethouder, zegt als voorzitter van de klimaattafel bewoonde wereld:
we gaan gewoon de belastingen verhogen want we kunnen het niet
rondbreien; we zullen er geld bij moeten leggen en dat kan een extra
belasting op aardgas zijn. Ziet u dat ook?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik hoor heel veel mensen meedenken over hoe de energietransitie eruit
kan zien. Ik stel voor dat we dat vervolgens in samenhang bij de
formatie van een nieuw kabinet bekijken. Maar ik vind de
betrouwbaarheid, de betaalbaarheid en het gegeven dat iedereen het kan
meemaken op een manier dat er redelijke alternatieven zijn, erg
belangrijk.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik kan al mijn spaargeld inzetten voor de energietransitie. Dat is
betaalbaar, maar dan ben ik al mijn spaargeld kwijt. Of ik verkoop mijn
huis. Of ik doe andere gekke dingen: ik ga op brood en water leven. Ik
vind dat dus een non-term. Ik denk dat u met zo veel politiek correcte
woorden bedoelt: we gaan dat gewoon niet doen. Zo denk ik u te kunnen
verstaan. Maar mag dat ook voor de kijker thuis zo zijn?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik ben nu al een paar uur aan het antwoorden dat dit aan de formatie is.
Laat ik dat hier ook doen. Hier ga ik ook niet over. In het
Klimaatakkoord staan wel meer dingen vanuit precies het zorgpunt van de
heer Eerdmans. Er komt bijvoorbeeld een Warmtefonds voor mensen die niet
zomaar €10.000 op de plank hebben liggen voor een nieuwe warmtepomp. Ik
denk overigens niet dat dat de kosten van een warmtepomp zijn. Maar we
willen mensen daarbij helpen. We hebben gezegd dat het
woonlastenneutraal moet zijn. Er zijn dus heel veel randvoorwaarden in
opgenomen. Nu moet je kijken hoe het ervoor staat en wat we ermee gaan
doen. Ik zeg al de hele middag netjes dat dit aan de formatie is. Dat
zeg ik hierbij ook.
Ben ik al bij een nieuw mapje, voorzitter?
De voorzitter:
Ik hoop het wel.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik hoop het ook. Ja, over netbeheer.
De voorzitter:
Even voor de goede orde. We hebben tot 14.45 uur. We hebben ook een
tweede termijn. Dat betekent: het indienen van moties, pauze en de
beoordeling ervan. Dat kost drie kwartier. Ik denk dat er nu nog een
minuut of tien is voor het beantwoorden van een aantal belangrijke
vragen.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dan zal ik sneller praten.
De voorzitter:
De resterende vragen kunnen dan schriftelijk worden behandeld of
misschien in de tweede termijn. Anders redden we het niet. Gaat uw
gang.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ja. Ik ben bij het mapje netbeheer. De heer Thijssen zegt: bent u bereid
om de voorstellen uit het PwC-rapport van de netbeheerders over te
nemen? Ja, want het is belangrijk om nu het voorbereidende werk te doen
voor de flinke opgave na 2030. Nu de juiste randvoorwaarden creëren
maakt het na 2030 behapbaarder. Laat ik het op deze manier maar even
beknopt beantwoorden. Alles wat we voorbereidend binnen de kaders kunnen
doen, zullen we zeker doen.
De heer Erkens zegt: er zijn problemen met de transportcapaciteit op het
net, wat kunnen we op korte termijn doen? Ik weet dat u de
transportcapaciteit op het net op korte en lange termijn een belangrijk
punt vindt. Die zorgen zijn gewoon heel erg reëel. Het is een probleem
dat nu in bepaalde regio's heel erg speelt. Ik heb afgelopen week met
een paar regio's gesproken. Het gaat heel snel het hele land door. Het
is dus echt een ding. Het moet ook gewoon een gezamenlijke
verantwoordelijkheid zijn van het Rijk, de lokale overheden, de
netwerken en de marktpartijen. Voor de korte termijn hebben we een
aantal maatregelen genomen, zoals het in gebruik nemen van een
spitsstrook, zoals dat heet. Dat gaat om de 5% tot 30% extra capaciteit
die apart werd gehouden, die nu gewoon beschikbaar komt voor opwek. Dat
is een kortetermijnmaatregel. Zo zijn er al een paar
kortetermijnmaatregelen genomen. De structurele oplossing is natuurlijk
uitbreiding en versterking van het net door het bijbouwen van
infrastructuur. Dat zal voor een deel aan het nieuwe kabinet zijn. De
netbeheerders investeren nu natuurlijk ook al fors. Het Rijk wil via het
Programma Energiesysteem de publieke regie, planning en prioritering van
energie-infrastructuur vorm gaan geven op nationaal niveau. Dit is een
belangrijk verzoek, dat ik nu al een paar keer vanuit de regio's heb
gehoord. Vanaf het moment dat netcapaciteitsproblemen spelen, hebben we
gekeken hoe het buitenland, waaronder Duitsland, hiermee omgaat, want we
zijn niet het enige land dat hiermee te maken heeft. Die lessen nemen we
mee en zullen we betrekken bij de Energiewet die naar u toe komt. Er
worden dus zowel op korte termijn als op lange termijn allerlei stappen
genomen om zo veel mogelijk te handelen.
De heer Bontenbal had het ook over het prioriteringskader van
netbeheerders of in ieder geval over het met de netbeheerders werken aan
het prioriteringskader. Het ging ook over de integrale
infrastructuurverkenning van de netbeheerders. Dat is een scenariostudie
en geen optimalisatiestudie. In het kader van het Nationaal Programma
Energiesysteem kan een dergelijke studie wel worden uitgevoerd. Dat zei
ik ook tegen de heer Erkens. Ik denk wel dat we niet echt grote wonderen
moeten verwachten van een dergelijke studie, omdat de onzekerheden over
de CO2-prijs, de energieprijs en noem maar op richting 2050
zo groot zijn dat die de aannames over de toekomst in grote mate zullen
bepalen. Bovendien is het niet heel snel gereed. Die kanttekeningen wil
ik daarbij nog plaatsen.
De heer Bontenbal (CDA):
Heel kort. U hoeft hier niet op te reageren, maar het is alleen maar
duiding. Er gaan dilemma's ontstaan vanwege de workload. Gaan we eerst
een woonwijk die nieuw gebouwd wordt, aansluiten op het net of een
andere verbruiker? Er gaan ook verschillende types opwek komen, waar je
misschien ook wel in wilt prioriteren. Een type opwek dat de kabel heel
goed benut, bijvoorbeeld met een benuttingsgraad van 90%, heb je
misschien liever dan een type opwek dat maar 10% van die kabel gebruikt.
Er zijn datacenters die gewoon capaciteit reserveren en bezet houden.
Wellicht moeten we naar een vorm van prioritering om de workload in
bedwang te houden. Ook wil je de netbeheerders guidance geven daarin,
want je wilt niet dat ze dat alleen zelf bepalen.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Daar heeft de heer Bontenbal helemaal gelijk in. Het is gewoon een heel
breed vraagstuk. Het gaat vanaf de manier van opwek tot en met
woningbouw en alles daartussen. Laat ik wat de heer Bontenbal zei nu
meenemen, maar we zullen daar zeker nog op terugkomen.
De heer Van der Lee zegt dat we op dit onderwerp ook tempo nodig hebben.
Je moet gewoon snel besluiten nemen. Dat is ook zo. Het is ontzettend
belangrijk dat er snel stappen gezet worden als het gaat over de
infrastructuur. Volgens mij heb ik net al aangegeven dat we via het
Programma Energiesysteem vorm willen gaan geven aan de regieplanning en
prioritering. Daar ligt een belangrijke taak voor ons, voor het Rijk,
maar we moeten dat ook samen met de decentrale overheden doen.
Dan ben ik bij de RES'en en de datacenters. De heer Dassen sprak over de
burgerfora. Daar hadden we het vorige keer ook al een beetje over.
Kunnen we nou meer informatie krijgen over de concrete uitrol, vraagt de
heer Dassen. We hebben dit debat vorige keer ook gehad. De echte keuze
voor een burgerforum is voor een nieuw kabinet. Naar aanleiding van de
motie van het lid Agnes Mulder bekijken we op dit moment samen met de
minister van BZK wat de organisatie van een burgerforum rond klimaat- en
energiebeleid behelst en welke keuzes dan voor een volgend kabinet op
tafel zouden liggen. Het voorbereidende werk wordt daarmee dus wel
gedaan. Volgens mij zijn we daarmee een slag verder dan waar we het bij
het vorige debat over hadden met de heer Dassen.
Meneer Erkens en meneer Eerdmans hadden allebei vragen over de uitspraak
van de Raad van State over wind op land en de impact op de RES'en. Laat
ik eerst beginnen met de RES'en. De ambities van de 30 concept-RES'en
tellen op tot ongeveer 55. Daar hadden we het net met de heer Boucke
over. Die 26,7 is dan de aanvullende extra ambitie. We moeten bekijken
welk deel daar nou wel of niet van overblijft, dus wat dit nou echt voor
de RES'en betekent. Een groot deel van wind was al ver gevorderd als
gevolg van de afspraken over de 6.000 megawatt die er al eerder
stonden.
Ik focus nu toch even op de uitspraak van de Raad van State. Die is
natuurlijk zeer actueel. Als het goed is, heeft u inmiddels een brief
gehad van mij over de volgstappen die ik samen met de staatssecretaris
van IenW zal nemen als gevolg van de uitspraak van de Raad van State. Er
zal een plan komen dat wordt uitgevoerd. Daarnaast zullen de decentrale
overheden ook zo goed mogelijk ondersteund worden bij hoe ze hiermee om
moeten gaan. Het is nogal een nieuwe situatie. Voor bestaande windparken
die over een omgevingsvergunning beschikken, blijft de vergunning
gelden. Dat is één punt. Deze vergunde windparken hoeven dus niet
stilgezet te worden. Wel gelden de algemene milieuregels ten aanzien van
geluid, slagschaduw, lichtschittering en externe veiligheid niet meer
voor deze parken. De uitspraak over de hinder die een windpark mag
veroorzaken, kan dus wel tot rechtsonzekerheid leiden. Om dit tegen te
gaan, kunnen bevoegde gezagen — dat is echt aan hen — voor een windpark
een besluit nemen waarin wordt bepaald welke hinder een windpark mag of
kan veroorzaken. Dat is de huidige situatie.
Er is ook nog gevraagd of dit gevolgen heeft voor de SDE. Voor nu lijkt
dat beperkte gevolgen te hebben, maar het zou kunnen dat het in sommige
gevallen ertoe leidt dat het langer duurt voordat er een
omgevingsvergunning wordt afgegeven. Maar dat moeten we nog even
bezien.
Volgens mij heb ik een interruptie.
De heer Erkens (VVD):
Ik zal het heel kort houden, voorzitter. Het is duidelijk dat de
staatssecretaris ermee aan de slag gaat en het is duidelijk wat ze wil
doen. Het enige wat wij daarin van belang vinden en willen meegeven, is
dat een aantal plannen al best vergevorderd is, zoals de
staatssecretaris zelf ook zei. We willen volgens mij voorkomen dat we
over een jaar, als die plannen net van start gaan, erachter komen dat
een deel daarvan niet kan doorgaan. We willen dus wel meegeven: let hier
scherp op en probeer heel duidelijk te maken aan gemeenten hoe ze
hiermee om moeten gaan. Daarmee voorkomen we dat we over één of twee
jaar erachter komen dat er een heleboel geld in gepompt is, maar het
eigenlijk gewoon niet kan.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dat nemen we zeker mee.
De heer Eerdmans vroeg: erkent de staatssecretaris dat windturbines
leiden tot leed bij omwonenden? Het klopt dat er omwonenden zijn die
hinder kunnen ondervinden van windturbines. Dat kunnen er in sommige
gebieden heel veel zijn en in andere minder, maar dat weet de heer
Eerdmans ook. Ik denk dat het goed is om daar drie kanttekeningen bij te
plaatsen. Zoals ik de vorige keer ook zei: elke vorm van energieopwek
kent nadelen. Ik ken in ieder geval geen enkele vorm waarvan iedereen
zegt: mooi, doe die maar in mijn achtertuin. Dat is dus wel iets waar
wij mee te dealen hebben. Ik zeg niet dat de mensen thuis daarmee te
dealen hebben. Maar het is wel een gegeven dat we bij elke energieopwek
tegen zullen komen.
Misschien is het goed om nog toe te voegen dat het opvalt dat veel
minder mensen hinder ervaren van windturbines dan van bijvoorbeeld weg-
of railverkeer. Het is ook hoe je het wilt zien. Het is dus waar én een
beetje flauw dat de heer Eerdmans vraagt: heb je nou ook aandacht voor
mensen die hier hinder van ondervinden? Het is daarom ook heel
belangrijk dat we onderzoek blijven doen naar de effecten van
windturbines en naar hoe we die hinder zo veel mogelijk kunnen beperken.
Dat is ontzettend belangrijk. Dat heeft wel mijn focus. We hebben het er
in het vorige debat over gehad. Dat was op verzoek van onder anderen de
heer Eerkens en volgens mij de heer Eerdmans. Het RIVM heeft opdracht
gekregen om de mogelijkheden te verkennen voor extra onderzoek naar dit
soort effecten.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik rijd elke dag over de A20. Daar staat zo'n enorm scherm naast de
snelweg. Daarachter wonen mensen. In Overschie wonen gewoon heel veel
mensen. Die zijn daar niet gaan wonen met het idee: goh, er komt ineens
een snelweg langs mijn huis. De snelweg was er eerst, zeg maar.
Bovendien is daar een scherm dat ze nog enigszins helpt. Dat zie je ook
bij railverkeer. Die vergelijking gaat natuurlijk totaal niet op. Mensen
wonen er en krijgen gewoon een windmolen voor hun deur of op 500 meter
afstand. 10% van de mensen klaagt erover dat ze niet kunnen slapen en
stress hebben. Dat is dus extra. Ik zeg niet dat mensen geen last hebben
van auto's of treinen, maar dit wordt zo opgedrongen. Bent u dat met mij
eens?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik ben het niet eens met "opgedrongen", omdat we het proces met elkaar
juist zo aan het inrichten zijn dat er zo veel mogelijk participatie en
informatiedeling is. Mensen praten mee. Er zijn ook gebieden waarbij de
gemeente heeft gezegd "wacht even, we doen dit toch anders" of "we doen
het niet". Er zijn gebieden waar de omgeving er juist om vraagt. Zoals
ik net al zei: ik ben het niet aan het bagatelliseren. Ik begrijp heel
goed dat het voor veel mensen ook hinder kan betekenen. Juist daarom heb
ik het RIVM die opdracht gegeven. Er liggen veel onderzoeken. Daar heb
ik net ook uit voorgelezen. Maar dan nog heb ik gezegd: hier moeten we
goed onderzoek naar blijven doen, omdat het gewoon superrelevant is.
Daar heeft de heer Eerdmans gelijk in.
De voorzitter:
Het is 14.00 uur. U bent nog niet helemaal door uw vragen heen.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Maar wel bijna. Zullen we het nog vijf minuten proberen?
De voorzitter:
Ja. Dan is er maar een korte schorsing mogelijk tussen de indiening van
de moties en de beoordeling.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dat is in mijn eigen nadeel.
De voorzitter:
Dat is aan u. Ik denk dat het beter is om even de tweede termijn te
doen. Als heel dringende vragen dan nog niet beantwoord zijn, kunnen die
in tweede termijn worden gesteld. Dan kunt u die misschien aan het eind
nog beantwoorden. Het is een beetje abrupt, maar we doen het toch. De
heer Eerdmans heeft me gevraagd om als eerste te mogen spreken, omdat
hij zo dadelijk naar een ander debat moet. Ik geef hem als eerste het
woord voor twee minuten en daarna de heer Thijssen. Dan gaan we het
rijtje af.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik denk: als Volt het kan, dan kan JA21 het ook. Nee, maar dank
daarvoor, voorzitter. En dank voor de antwoorden. De staatssecretaris
heeft al mijn vragen beantwoord, dus merci. Ik ben niet met alles even
blij, maar het is wel goed dat ze dat zo doet. Ook dank voor de brief
die ik nog van de voorzitter kreeg over de Raad van State. Die gaan we
ook nog even bestuderen.
Ik heb één motie in te dienen in dit notaoverleg. Noem het maar de
"motie-Van Poelgeest" of de "motie niet-Van Poelgeest".
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de voorzitter van de klimaattafel gebouwde omgeving
naar aanleiding van een onderzoek door Ecorys pleit voor verregaande
extra stappen om de aardgasvrije doelstelling te halen, waaronder het
verhogen van de gasprijs en het inzetten van dwang;
overwegende dat dit onwenselijk is;
overwegende dat het kabinet tot nu toe stelt dat er geen dwang ingezet
wordt;
verzoekt de regering de adviezen van de voorzitter van de klimaattafel
gebouwde omgeving niet te implementeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 760 (32813).
Dank u wel. De bode neemt de motie graag in ontvangst. Dank u wel, dat
was uw tweede termijn. Dan ga ik naar de heer Thijssen namens de
PvdA.
De heer Thijssen (PvdA):
Ik ben nog niet klaar.
De voorzitter:
Wilt u uw moties eerst even uitprinten? Of wat wilt u?
De heer Thijssen (PvdA):
Als het goed is komen ze er nu aan.
De voorzitter:
Is het goed als ik de heer Erkens dan even het woord geef? De heer
Erkens.
De heer Erkens (VVD):
Dank u, voorzitter. Voor ik naar de moties ga, heb ik twee punten. We
hebben in het debat al veel discussie gehad over de Urgenda-uitspraak.
Ik wil daarbij nog steeds vooropstellen dat het ook voor ons van belang
is dat we moeite doen om de doelen uit de uitspraak te halen, maar dat
het wel gaat om maatregelen die ons ook structureel en voor het doel van
2030 helpen. Voor we verdergaan, wil ik dat wel verduidelijkt
hebben.
Dan heb ik een tweede vraag. Daar kwam ik net niet aan toe, omdat de
staatssecretaris geen tijd meer had. We hebben nu best wel breed
geconstateerd dat we ambitie willen voor de verduurzaming van de
industrie. Dat zal op meerdere vlakken het geval zijn. Ik noem
elektrificatie, meer waterstof, en CCS op sommige vlakken waar niet meer
kan. Hoe is de staatssecretaris van plan om te gaan met een plafond voor
CCS, met name als we nu op de korte termijn ook meer gaan inzetten op
waterstof? Alles wat we nu uit de lucht halen, helpt daarin natuurlijk
ook mee.
Dan twee moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Tata Steel IJmuiden en de FNV samen de wens hebben
uitgesproken om een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de
alternatieve plannen die zij hebben opgesteld om te komen tot duurzaam
staal, maar dat dit onderzoek nog niet gestart is;
constaterende dat zowel het FNV-plan alsook de eerder opgestelde plannen
van Tata Steel IJmuiden mogelijk honderden miljoenen tot miljarden
euro's aan belastinggeld gaan kosten;
overwegende dat er een gemeenschappelijk belang is om een onafhankelijk
onderzoek uit te laten voeren waarin alle relevante aspecten zijn
meegenomen;
verzoekt de regering in overleg te treden met de directie van Tata Steel
IJmuiden en de FNV om het gewenste onderzoek mogelijk te maken en
daarbij in ieder geval te betrekken:
de CO2-reductie over tijd;
het benodigde koolstofbudget totdat er klimaatneutraal staal wordt geproduceerd;
de benodigde investeringen en subsidies;
de impact op andere vormen van uitstoot;
de gevolgen voor de werkgelegenheid;
de impact op de regio;
verzoekt de regering geen onomkeerbare stappen te zetten zolang het
onderzoek nog niet is afgerond en besproken is in de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens en Thijssen.
Zij krijgt nr. 761 (32813).
De heer Erkens (VVD):
En de laatste motie, voorzitter. Ik zal snel lezen.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat ondanks de voortvarende uitvoering van de afspraken in
de elektriciteitssector de verwachte CO2-emissies van deze
sector in 2030 op basis van de KEV 2020 hoger liggen dan verwacht;
overwegende dat dit grotendeels komt doordat Nederlandse gascentrales de
productie overnemen van centrales in het buitenland;
overwegende dat dit een negatief effect heeft van circa 5 megaton voor
Nederlandse emissies, terwijl het juist een positief effect heeft op de
Europese emissies;
overwegende dat als Nederland in het kader van het terugdringen van de
nationale CO2-emissies de export van gas zou terugdringen,
dit een negatief gevolg kan hebben op de Europese emissies (het
waterbedeffect);
verzoekt de regering om bij de noodzakelijke aanpassing van de nationale
Klimaatwet als gevolg van het aannemen van de Europese klimaatwet te
bekijken hoe om te gaan met emissies van geïmporteerde en geëxporteerde
elektriciteit,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens en Bontenbal.
Zij krijgt nr. 762 (32813).
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Thijssen.
De heer Thijssen (PvdA):
Dank u wel. Ik heb vier moties, dus ik zal meteen beginnen met heel snel
lezen.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een grote versnelling van de netwerkuitbreiding nodig is
om de klimaatdoelen te halen;
overwegende dat de gemiddelde doorlooptijd van elektrificatieprojecten
negen jaar is en er daarom haast is geboden om het klimaatdoel van 2030
te halen;
overwegende dat ongeveer 70% van de totale doorlooptijd bestaat uit
besluitvormingsprocedures;
verzoekt de regering om samen met de decentrale overheden te onderzoeken
welke ruimte er bestaat, met inachtneming van zorgvuldigheid en
rechtvaardigheid, voor het versnellen van de bestaande doorlooptijden
voor netuitbreidingen als gevolg van besluitvormingsprocedures,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen, Van der Lee,
Bontenbal, Dassen en Boucke.
Zij krijgt nr. 763 (32813).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de ontwikkeling van een landelijk waterstofnetwerk een
randvoorwaarde is voor de verduurzaming van de industrie;
overwegende dat besluiten hierover zo snel mogelijk gemaakt dienen te
worden om vertraging van de verduurzaming van de industrie te voorkomen,
maar het demissionaire kabinet voornemens is deze besluiten aan een
volgend kabinet te laten;
verzoekt de regering om bij de augustusbesluitvorming de nodige middelen
beschikbaar te stellen om de ontwikkeling van een landelijk
waterstofnetwerk mogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen, Van der Lee en
Dassen.
Zij krijgt nr. 764 (32813).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de in het Klimaatakkoord afgesproken nationale
CO2-heffing vanwege de economische gevolgen van de
coronapandemie is afgezwakt door extra dispensatierechten voor de
industrie te verlenen;
overwegende dat hiermee de doelstelling van de heffing, namelijk
CO2-reductie in de sector industrie, werd ondermijnd;
overwegende dat het CPB raamt dat de Nederlandse economie zich snel
herstelt en voor de jaren 2021 en 2022 een economische groei van ruim 3%
verwacht;
verzoekt de regering om het aantal dispensatierechten versneld af te
bouwen zodat de heffing vanaf 2022 bijdraagt aan uitstootreductie door
de industrie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen, Van der Lee en
Dassen.
Zij krijgt nr. 765 (32813).
De heer Thijssen (PvdA):
En de laatste. Die is kort, voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek van SOMO blijkt dat de Nederlandse
duurzaamheidscriteria voor biomassa niet worden nageleefd;
verzoekt de regering de subsidiëring van bij- en meestook van biomassa
in kolencentrales per direct te beëindigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen, Van der Lee, Teunissen
en Dassen.
Zij krijgt nr. 766 (32813).
Dank u wel. Precies binnen de twee minuten, dus het kan. Dan is de
volgende spreker de heer Boucke namens D66.
De heer Boucke (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste motie gaat over
Urgenda. Ik lees hem even op.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het niet zeker is dat in 2021 de
25%-CO2-doelstelling gehaald wordt, zoals rechterlijk
opgelegd in het Urgendavonnis;
constaterende dat indien de regering niet spoedig voldoet aan het
Urgendavonnis, de rechter dwangsommen kan opleggen aan de Staat;
verzoekt de regering om zich tot het uiterste in te spannen om
dwangsommen te voorkomen door uiterlijk met Prinsjesdag 2021 de nodige
maatregelen voor te bereiden waarmee het klimaatdoel van 25%
CO2-reductie kan worden gehaald,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boucke, Thijssen, Van der Lee en
Dassen.
Zij krijgt nr. 767 (32813).
De heer Boucke (D66):
De tweede motie gaat over een fundament bouwen voor groene
industrie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Europese klimaatdoel gesteld is op 55%
CO2-reductie in 2030;
overwegende dat de industriesector een fundamentele bijdrage kan, wil en
zal moeten leveren aan de CO2-reductiedoelstelling;
overwegende dat windenergie op zee met een toereikend elektriciteits-,
waterstof- en CO2-netwerk een van de fundamenten kan vormen
voor een geslaagde transitie naar een groene industrie;
verzoekt de regering om snel inzichtelijk te maken welke
no-regretmaatregelen al genomen kunnen worden in de demissionaire status
voor de verduurzaming van de industrie;
verzoekt de regering om te inventariseren wat in de komende vier jaar
nodig is aan investeringen voor de energie-infrastructuur en de
transportcapaciteit op het elektriciteitsnet om te kunnen voldoen aan de
klimaatdoelen, en de Kamer uiterlijk 1 november hierover te
informeren;
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boucke en Erkens.
Zij krijgt nr. 768 (32813).
De heer Boucke (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Kops namens de PVV.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb er drie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering de kolencentrales volledig open te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.
Zij krijgt nr. 769 (32813).
De heer Kops (PVV):
Dan de tweede.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat één op de tien huishoudens moeite heeft met het
betalen van de energierekening;
verzoekt de regering energiearmoede uit te bannen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.
Zij krijgt nr. 770 (32813).
De heer Kops (PVV):
Dan de derde en laatste.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat windturbines onrendabel, onbetrouwbaar,
horizonvervuilend, landschapvernietigend, dodelijk voor dieren, slecht
voor de natuur en slecht voor de gezondheid zijn;
constaterende dat artsen waarschuwen voor gezondheidsklachten bij
omwonenden, zoals hartklachten, slapeloosheid, langdurige stress,
concentratieverlies, depressie et cetera;
verzoekt de regering alle windturbineplannen en -projecten onmiddellijk
te schrappen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.
Zij krijgt nr. 771 (32813).
De heer Kops (PVV):
Ik dank u.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de heer Bontenbal namens het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Dank, voorzitter. Vier moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat twaalf bedrijven in Nederland verantwoordelijk zijn voor
circa een vijfde van de totale uitstoot van broeikasgassen in
Nederland;
overwegende dat verduurzaming van deze bedrijven een belangrijke
bijdrage zal leveren aan de overgang naar een klimaatneutrale
economie;
constaterende dat ambitieuze, bindende maatwerkafspraken tussen deze
bedrijven en het Rijk een belangrijk instrument kunnen zijn in de
verduurzaming van de industrie, waarbij het van belang is dat de Kamer
daarin gekend blijft worden;
constaterende dat het Rijk met Tata Steel IJmuiden reeds een expression
of principles is overeengekomen;
verzoekt de regering om bij de vertaling van de Europese
55%-reductiedoelstelling naar het Nederlandse klimaatbeleid een aanpak
mee te nemen die zich richt op het maken van gerichte ambitieuze
maatwerkafspraken met de twaalf grootste uitstoters, een aanpak die
reductie vraagt op die specifieke plekken waar meer mogelijk is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Grinwis.
Zij krijgt nr. 772 (32813).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Klimaat- en Energieverkenning van het PBL nu niet
verder kijkt dan 2030;
overwegende dat een langere zichtperiode gewenst is, bijvoorbeeld om de
verduurzaming van de industrie goed in beeld te krijgen;
constaterende dat ontwikkelingen in de import of export van
elektriciteit een sterk positief of negatief effect hebben op de
berekende Nederlandse uitstoot, terwijl het voor het klimaat vaak
tegengesteld uitpakt;
verzoekt de regering het PBL te vragen de KEV niet alleen tot 2030, maar
ook tot 2050 te laten rekenen;
verzoekt de regering het PBL te vragen het effect van import en export
van elektriciteit in de KEV helder te kwantificeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Boucke.
Zij krijgt nr. 774 (32813).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het werkpakket van de regionale netbeheerders voor de
komende jaren groot is en er nu al op verschillende plekken onvoldoende
netcapaciteit beschikbaar is;
overwegende dat het onvermijdelijk wordt dat netbeheerders moeten gaan
prioriteren in de realisatie van nieuwe aansluitingen op het
elektriciteitsnet en capaciteitsuitbreidingen;
overwegende dat daarvoor dan een transparant en gedegen
prioriteringskader nodig is, waar ook door de ACM op kan worden
toegezien;
verzoekt de regering samen met de netbeheerders te onderzoeken of en in
welke vorm een prioriteringskader duidelijkheid kan bieden bij een
gebrek aan netcapaciteit,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Thijssen.
Zij krijgt nr. 775 (32813).
De heer Bontenbal (CDA):
Dan de tweede.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er op dit moment geen duidelijk beeld is naar welk
energiesysteem en energiemix de Nederlandse energievoorziening toe
beweegt;
overwegende dat scenariostudies behulpzaam zijn bij het verkennen van de
hoeken van het speelveld en de consequenties daarvan;
overwegende dat kostenoptimalisatiestudies inzicht geven in een
kosteneffectieve energiemix in 2050, rekening houdend met beperkende
condities zoals beschikbaarheid van grondstoffen en ruimte;
constaterende dat scenariostudies voor de energievoorziening zijn
gemaakt, maar optimalisatiestudies ontbreken;
verzoekt de regering een gedegen optimalisatiestudie te laten uitvoeren
om inzicht te krijgen wat een kostenoptimale energiemix in 2050 kan
zijn, rekening houdend met beperkende condities en met alle beschikbare
opties,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Erkens.
Zij krijgt nr. 773 (32813).
De heer Bontenbal (CDA):
Ik ben blij dat een heel aantal partijen met mij mooie moties willen
indienen. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank. De volgende keer ietsje korter in de overwegingen, dan blijft u
binnen de spreektijd. Mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter, dank. Ik heb drie moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Urgendadoel — dat vanaf eind 2020 jaarlijks met
zekerheid gehaald moest worden, zoals bekrachtigd door de Hoge Raad —
verder uit zicht dreigt te raken door de stijgende uitstoot in het jaar
2021;
verzoekt de regering zo snel mogelijk aanvullende maatregelen te treffen
om het Urgendadoel dit jaar en structureel in de daaropvolgende jaren
met zekerheid te halen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.
Zij krijgt nr. 776 (32813).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Eerste Kamer de motie Koffeman c.s. (35668, F)
heeft aangenomen, die de regering verzoekt definitief geen nieuwe of
verlengde subsidies te geven op het stoken van houtige biomassa;
constaterende dat het onderzoeksrapport van SOMO "Wood Pellet Damage:
How Dutch Government Subsidies for Estonian Biomass Aggravate the
Biodiversity and Climate Crisis" bevestigt dat de productie van biomassa
voor Nederland ernstige natuurschade in Estland veroorzaakt,
bijvoorbeeld doordat er oerbos met honderden jaren oude dennenbomen en
bedreigde schimmelsoorten worden gekapt;
verzoekt de regering zo snel mogelijk het beleid structureel te wijzigen
zodat grootschalige import van houtige biomassa verboden wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Teunissen en Van Raan.
Zij krijgt nr. 777 (32813).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er nog te veel gebouwen zijn zonder
zonnepanelen;
constaterende dat de salderingsregeling voor zelfopgewekte stroom met
zonnepanelen veel mensen enthousiasmeert om zonnepanelen op hun dak te
installeren;
verzoekt de regering de salderingsregeling voor zelfopgewekte stroom met
zonnepanelen niet af te bouwen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.
Zij krijgt nr. 778 (32813).
Dank u wel. Mevrouw Teunissen sprak namens de Partij voor de Dieren. Nu
is het woord aan de heer Volt. Nee, de heer Dassen ván Volt.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Ik heb geen moties, dus hierbij laat ik het.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan vraag ik de heer Kops …
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Zeker! Het woord is aan de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de staatssecretaris voor de
beantwoording. Ik heb vijf moties meegetekend en dat betekent dat ik er
maar eentje indien.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vrijwel alle grootste CO2-uitstoters in
Nederland zelf plannen voor hun klimaattransitie hebben
ontwikkeld;
overwegende dat deze plannen niet altijd inpasbaar zijn binnen het
bestaande instrumentarium, zoals de SDE++, waardoor de transitie minder
snel loopt dan zou kunnen;
overwegende dat wanneer additionele maatregelen worden genomen om het
instrumentarium passender te maken, dit op relatief korte termijn forse
CO2-besparingen kan opleveren;
overwegende dat deze CO2-besparingen in het kader van het
Urgendavonnis meer dan welkom zijn;
verzoekt de regering te inventariseren of en zo ja welke obstakels er
momenteel nog liggen voor het zo optimaal mogelijk matchen van
transitieplannen van de grootste CO2-uitstoters met het
bestaande instrumentarium, en welke mogelijke additionele maatregelen
dit verder kunnen verbeteren;
verzoekt de regering de resultaten van dit onderzoek voor Prinsjesdag
met de Kamer te delen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Boucke en
Thijssen.
Zij krijgt nr. 779 (32813).
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik wil op één punt vragen of de staatssecretaris nog een antwoord wil
geven, en dat heeft toch te maken met de positie van decentrale
overheden in de klimaattransitie. Zij hebben aangegeven, voor uitvoering
van de RES'en echt 70 miljoen nodig te hebben. Er komen extra taken bij,
ook door de uitspraak van de Raad van State gekoppeld aan wind op land.
Meer werk, meer verantwoordelijkheden. De staatssecretaris kan
vermoedelijk nog niet de garantie geven, maar misschien wel uitspreken
dat het hoogstwaarschijnlijk is dat ook het volgende kabinet zal borgen
dat de financiering voor de decentrale overheden op dit punt echt
gerealiseerd wordt. Dank u wel.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan de staatssecretaris, met de vraag hoeveel tijd
zij nodig heeft voor de twintig moties die zijn ingediend.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Het voelde alsof het er 88 waren. Vorig jaar had u 88 vragen en nu dacht
ik 88 moties. Ik heb wel even tien minuten nodig, maar ik zal zo beknopt
en helder mogelijk de moties appreciëren.
De voorzitter:
Dan schors ik voor een kwartier om die voorbereiding te kunnen
doen.
De vergadering wordt van 14.18 uur tot 14.30 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de tweede termijn van de zijde
van de regering met de beoordeling van de moties. Er is een volgende
vergadering om 15.00 uur en er is een kwartier schorsing nodig voor het
schoonmaken. We moeten dus echt om 14.45 uur de zaal uit. Ik vraag de
staatssecretaris daarom om de beoordelingen over de moties heel
geconcentreerd te geven. Er is morgen ook nog een tweeminutendebat. Als
u echt nog iets heeft, dan kan dat morgen ook nog. De
staatssecretaris.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dank u wel, voorzitter. Ik zal het kort en bondig doen; daarmee bedoel
ik niet bot.
De motie op stuk nr. 760 van de heer Eerdmans wordt ontraden. Dat is aan
de minister van BZK.
De motie op stuk nr. 761 is van de heren Erkens en Thijssen. Die vraagt
om geen onomkeerbare stappen te zetten zolang het onderzoek van Tata en
FNV nog niet is afgerond en besproken in de Kamer. Ik kan die motie
oordeel Kamer geven, ervan uitgaande dat daarmee niet wordt bedoeld dat
ik bijvoorbeeld niet door kan gaan met de SDE-beschikking als Tata met
een aanvraag zou komen voor iets; dat weet ik niet. Maar dit gaat echt
over dat onderzoek. In het geval dat we die dingen uit elkaar trekken,
krijgt de motie oordeel Kamer.
Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 762 van de heer Erkens en de heer
Bontenbal over de omgang met de Klimaatwet als gevolg van het aannemen
van de Europese klimaatwet. Die krijgt oordeel Kamer. Ik heb een mooie
uitleg daarbij, maar die sla ik even over.
Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 763 van de heer Thijssen en een
heleboel collega's. Die verzoekt de regering om samen met de decentrale
overheden te onderzoeken welke ruimte er bestaat. Die krijgt oordeel
Kamer, ook met een mooie uitleg. U moet er maar op vertrouwen dat die
heel mooi was en dat heel veel ambtenaren daar heel hard aan gewerkt
hebben.
Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 764 van de heren Thijssen, Van der
Lee en Dassen die verzoekt om bij de augustusbesluitvorming de nodige
middelen beschikbaar te stellen om de ontwikkeling van een landelijk
waterstofnetwerk mogelijk te maken. Ik vind het heel erg fijn dat alle
leden hier heel hard eraan werken om mij een missionaire
staatssecretaris te maken die over een zak met geld beschikt, maar deze
motie kan ik helaas alleen maar ontraden. De inzet van de middelen is
aan een volgend kabinet.
Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 765 van de heren Thijssen, Van der
Lee en Dassen over het versneld afbouwen van dispensatierechten. Ik
vraag de indieners om deze motie aan te houden, omdat ik net een brief
heb toegezegd over de context en de manier waarop, ook gezien alle
maatregelen in de economische sfeer en in verband met corona. Ik zou
deze motie graag willen laten aanhouden en anders moet ik de motie
ontraden. Maar ik heb liever dat u de motie aanhoudt, zodat we even over
die brief kunnen praten.
De heer Thijssen (PvdA):
Wanneer komt de brief?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Zo snel mogelijk. Ik kan het nu echt niet zeggen.
De voorzitter:
De brief komt zo snel mogelijk.
De heer Thijssen (PvdA):
Ik weet het nog niet. Ik moet hier even over nadenken, maar we hebben
morgen nog een tweeminutendebat.
De voorzitter:
Ja, oké.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Het is dus aanhouden en anders ontraden.
De motie op stuk nr. 766 is ook van de heer Thijssen. Die vraagt om de
subsidiëring van bij- en meestook van biomassa in kolencentrales per
direct te beëindigen. Deze motie ontraad ik. Ten eerste geven we geen
nieuwe subsidies voor bij- en meestook van biomassa. Ten tweede kan ik
de bestaande verplichtingen niet intrekken. Dat is nou eenmaal onderdeel
van de rechtsstaat.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 767 is inmiddels medeondertekend door de heer
Dassen van Volt.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Klopt dat?
De voorzitter:
Daar gaat u nu een oordeel over geven.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ja, dan kom ik op de motie op stuk nr. 767 van de heer Boucke en
allerlei collega's. Die gaat over de discussie van zojuist over wat je
kunt toezeggen. Ik denk dat ik de motie ingediend op deze manier oordeel
Kamer kan geven. Maar ik verwijs daarbij ook naar mijn input van eerder,
waarbij we dus een inventarisatie maken of de maatregelen technisch
mogelijk zijn. Daar kom ik op terug. Ik zal dan ook de mogelijkheden en
de onmogelijkheden rondom de kolencentrales toevoegen. Daar hadden we
het ook eerder over. Ik zal de inventarisatie zo uitgebreid mogelijk
doen. Daarbij vraag ik als demissionair staatssecretaris nu alvast
begrip voor mijn beperkingen. Daar hebben we het over gehad.
De motie op stuk nr. 768 is van de heren Boucke en Erkens en gaat over
een inventarisatie van wat in de komende vier jaar nodig is. Die krijgt
oordeel Kamer.
Dan hebben we de motie op stuk nr. 769 van de heer Kops, die helaas weg
is. Ik ga die motie ontraden, maar ik vind dat hij altijd mooie moties
heeft. Zijn moties op stukken nrs. 769, 770 en 771 worden
ontraden.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 772 van de heren Bontenbal en
Grinwis over de 55%-reductiedoelstelling in het Nederlandse
klimaatbeleid. Die krijgt oordeel Kamer. Ik moet wel zeggen dat dit het
beleidsterrein van de minister is, maar een meer gerichte aanpak,
waarbij er echt gericht wordt gekeken, is erg goed. Een gebalanceerde
aanpak is nodig. Het is het terrein van de minister, maar wij kunnen dit
oordeel Kamer geven.
De motie op stuk nr. 773 is een motie van meneer Bontenbal en meneer
Erkens over een optimalisatiestudie naar de energiemix. Die motie geef
ik oordeel Kamer.
In de motie op stuk nr. 774 van meneer Bontenbal en meneer Boucke, wordt
de regering verzocht om het PBL te vragen om het effect van import en
export van elektriciteit te kwantificeren. Ook die motie geef ik oordeel
Kamer. Ik voel me echt schuldig richting alle ambtenaren die echt hele
mooie toelichtingen hebben geschreven bij mijn beoordelingen, en die ik
nu allemaal oversla.
De motie op stuk nr. 775 over een prioriteringskader, een motie van de
heer Bontenbal en de heer Thijssen, geef ik ook oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 776 van mevrouw Teunissen, ontraad ik vanwege de
formulering, en ook op grond van het debat dat we zojuist hadden. Ik
denk dat de motie van de heer Boucke en zijn collega's iets dichter bij
de mogelijkheden komt.
De motie op stuk nr. 777 van mevrouw Teunissen roept op om de import van
houtige biomassa te verbieden. Een verbod op import is niet mogelijk,
nog los van het feit dat je houtige biomassa nodig hebt voor de
transitie. Dat laatste laten alle onderzoeken ons zien. Een verbod op
import is niet mogelijk, want we hebben vrij verkeer van goederen. Deze
motie ontraad ik dus.
Mevrouw Teunissen vraagt in haar motie op stuk nr. 778 om de
salderingsregeling niet af te bouwen. Die motie moet ik ook ontraden.
Minder subsidie is nodig gezien het feit dat zonnepanelen snel goedkoper
zijn geworden. Maar het wetsvoorstel is verder ook controversieel
verklaard. Ook dit is iets voor een nieuw kabinet. Ik kan hier dus niet
veel in handelen.
De motie op stuk nr. 779 is alweer de laatste motie. Zij is van Van der
Lee, Boucke en Thijssen en gaat over de grote uitstoters. In de motie
wordt gevraagd om een onderzoek daarnaar vóór Prinsjesdag. Die motie kan
ik ook oordeel Kamer geven.
Ik moet nog ingaan op een paar vragen. Ik heb nog vragen openstaan over
de Urgendamaatregelen en dergelijke van de heer Boucke, maar volgens mij
hebben we daar nu met die motie wel min of meer een afspraak over kunnen
maken met elkaar.
Dat geldt ook voor het uitzoeken van vragen rond de onteigening van
kolencentrales. Ik neem zo veel mogelijk van de informatie mee die we
dan hebben kunnen verzamelen. Ik moet daarbij zeggen dat ik niet weet of
het ons lukt om dan bijvoorbeeld ook een uitgebreide studie te doen naar
bijvoorbeeld wat het voor de leveringszekerheid zou betekenen als we één
kolencentrale zouden stilleggen. Maar ik zal ervoor zorgen dat we alle
informatie die we dan hebben en die we nog kunnen verzamelen, gewoon bij
u aanleveren.
De heer Erkens vroeg om een brief over de status van een IKC. Ja, die
kan ik toezeggen. Voor het volgende commissiedebat Klimaat en energie
krijgt de Kamer een brief over die IKC.
In de tweede termijn is er ook nog een vraag gesteld door de heer Erkens
over het plafond voor CCS. In het Klimaatakkoord hebben we begrenzingen
afgesproken voor CCS. Die moet ik dus gewoon handhaven en dat is ook de
afspraak die we met elkaar hebben. Ik wil er wel bij zeggen dat CCS voor
de industrie een onmisbare techniek is om aan de reductieopgave te
voldoen. Ik denk dat het goed is dat vanuit de industrie in deze
transitiefase de potentie om meer te kunnen halen als er meer mogelijk
zou zijn met CCS, groter is dan die begrenzing nu aangeeft. Ik heb dat
in een vorig debat ook gezegd en dit staat ook in de onderzoeken. Maar
vanuit mijn rol kan ik natuurlijk alleen maar het Klimaatakkoord
uitvoeren zoals we het hebben afgesproken. En als het nodig is voor de
2030-doelstelling, kan je ook nog altijd kijken of een aanpassing van
CCS gewenst is. Mocht de Kamer eerder en sneller die doelstellingen
willen behalen, dan zul je daar eerder naar moeten kijken. Maar daar ga
ik niet over.
Ik zie dat het tijd is, voorzitter, maar mag ik nog één ding zelf
toevoegen? Het gaat om iets wat ik de hele tijd al vergeet en wat ik
graag nog voor deze commissievergadering had willen regelen, maar dat is
me gewoon niet gelukt vanwege die hoge stapel van dingen die ik allemaal
nog moest lezen. De marktconsultatie naar kernenergie, die is gevraagd
door een meerderheid van de Kamer, is binnengekomen. Dus die komt echt
een dezer dagen naar u toe. Excuses voor het feit dat het niet gelukt is
om dit op tijd te doen zodat we die marktconsultatie hier ook hadden
kunnen behandelen. Dan hadden er overigens zomaar 23 extra moties
ingediend kunnen worden. Dit is een grapje. Het is een interessante
marktconsultatie. Dit komt naar de Kamer, maar u weet nu waarom het
onhandig net na het debat zal gebeuren. Maar hier komen we vast ook over
te spreken.
De voorzitter:
De heer Thijssen.
De heer Thijssen (PvdA):
Ik heb nog twee vragen aan de staatssecretaris. De eerste gaat over de
motie op stuk nr. 761, over Tata en over die onomkeerbare stappen. Dat
gaat natuurlijk over de subsidie. Want als de subsidie verstrekt is,
hebben we niks meer om over te debatteren. Begin september hebben we een
debat over Tata. Als dan de resultaten van het onderzoek er liggen, is
er natuurlijk geen probleem. Maar dit is nou juist een slot op de deur:
als het onderzoek er niet ligt, moeten we niet zomaar die subsidie
toekennen.
Mijn tweede vraag gaat over mijn biomassamotie op stuk nr. 766. Die
ontraadt u. Ik kan me toch voorstellen dat als de kolenbedrijven zich
niet aan de afspraken houden, we gewoon de subsidiekraan kunnen
dichtdraaien? Maar u wilt onderzoek doen. Dat juich ik helemaal toe.
Kunt u toezeggen dat we begin september dan de uitkomsten van dit
onderzoek krijgen? En het zou mij veel waard zijn als u niet alleen met
die Estse autoriteiten gaat praten, maar ook met de milieuorganisaties
in dat land, omdat ik denk dat het heel belangrijk is dat in dat
onderzoek die stem te horen is.
De voorzitter:
De vragen gaan over de motie op stuk nr. 761 en die op stuk nr.
766.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Ik kom eerst op de vraag over de motie over Tata. Ik hoop dat het
onderzoek snel gereed is. Dat heb ik ook bij ons vorige debat gezegd, en
ik heb dat ook bij Tata en bij FNV aangegeven. Maar ik kan dit niet
afdwingen. Dus in deze motie wordt mij, als ik het nu goed begrijp,
feitelijk gevraagd om CCS uit te sluiten van de SDE-regeling als het
onderzoek er nog niet is. Ik kan echter niet één bedrijf uitsluiten of
discrimineren. Ik kan niet zeggen: iedereen mag subsidie aanvragen,
alleen jij niet. Dat kan niet en zo zit de wetgeving niet in elkaar. Dus
dan zou je CCS er helemaal uit moeten halen. Het is niet nieuw als ik
zeg dat als we dat doen, we al helemaal niet in de buurt van die doelen
gaan komen. Volgens mij laten alle doorrekeningen van
verkiezingsprogramma's die doorgerekend zijn op klimaat, zien dat het
zonder CCS echt onhaalbaar is. Dus vraagt de motie of ik bereid ben om
Tata geen CCS-subsidie te geven als het onderzoek niet gereed is in
september. Ik kan op basis van de wetgeving niet één bedrijf daarvan
uitsluiten, en ik zou zeker niet adviseren om CCS helemaal uit te
sluiten. Punt.
De voorzitter:
Dan de vraag over de motie op stuk nr. 766.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
In deze motie wordt de regering inderdaad gevraagd om de subsidiëring
van bij- en meestook van biomassa in kolencentrales per direct te
beëindigen. Er komen sowieso geen nieuwe subsidies. Ik kan bestaande
beschikkingen niet zomaar intrekken. Ik heb toegezegd dat wij echt een
goed onderzoek gaan doen. We gaan dat onderzoek meteen uitzetten, maar
ik kan niet garanderen dat de resultaten in september beschikbaar zijn.
Ik heb wel toegevoegd dat we natuurlijk zullen handelen als blijkt dat
daar misstanden zijn, dat het niet deugt en dat de zaken niet zijn zoals
we met elkaar hebben afgesproken, terwijl we dat keer op keer hebben
gecheckt. Als het niet deugt, zullen we natuurlijk handelen en zullen we
zaken terugvorderen. Dat doe je altijd als je merkt dat iets waaraan je
subsidie gaf, niet deugde. Dus laten we dit ook zorgvuldig en goed doen,
maar ik kan niet garanderen dat dit in september al afgerond is.
De voorzitter:
Punt. En ik zet nu ook een punt achter de vergadering, want het is nu
14.45 uur.
Er zijn twee toezeggingen gedaan.
De Kamer krijgt een brief over de CO2-heffing, de tariefstelling en de relatie tot corona.
De Kamer krijgt een brief over de IKC, een compensatie in het kader van de ETS voor bedrijven die een grote hoeveelheid energie verbruiken.
Verder zeg ik dat we morgen al gaan stemmen over de ingediende
moties. Er is morgen ook nog een tweeminutendebat, dus spijtoptanten
kunnen daar nog verhaal halen. De voorzitter verleent u deze
service.
Ik dank de leden, de staatssecretaris, de ondersteuning en ook de
ondersteuning van de staatssecretaris. En ik wens de bodes succes met
het schoonmaken zodat de volgende vergadering om 15.00 uur kan
beginnen.
Sluiting 14.46 uur.
ONGECORRIGEERD STENOGRAM Verslag OSV 131 (2020-2021) van 7 juli 2021 |
---|
Aan ongecorrigeerde verslagen kan geen enkel recht worden ontleend. Uit ongecorrigeerde verslagen mag niet letterlijk worden geciteerd. Inlichtingen: verslagdienst@tweedekamer.nl |