[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2022

Memorie van toelichting

Nummer: 2021D31872, datum: 2021-09-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-K-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35925 K-2 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2022.

Onderdeel van zaak 2021Z14788:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021–2022
35 925K Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2022
Nr. 2

Memorie van toelichting

Geraamde uitgaven en ontvangsten

Geraamde uitgaven begrotingshoofdstuk K 2022 (bedragen x € 1.000). Totaal € 5.065.362

Geraamde ontvangsten begrotingshoofdstuk K 2022 (bedragen x € 1.000). Totaal € 5.065.362

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Defensie,

F.B.J.Grapperhaus

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

Het Ministerie van Defensie heeft twee begrotingen:

1. De reguliere defensiebegroting (Hoofdstuk X van de Rijksbegroting);
2. De fondsbegroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) (Hoofdstuk K van de Rijksbegroting).

Het DMF zorgt voor de financiering en bekostiging van investeringen en instandhouding van het materieel, infrastructuur en vastgoed en de IT-middelen van Defensie. Door een apart fonds voor het defensiematerieel wordt beter voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, infrastructuur en vastgoed en IT-middelen van het Ministerie van Defensie teneinde te komen tot een meer schokbestendige begroting.

Het DMF wordt gevoed door de bijdragen uit begroting Hoofdstuk X.

1. LEESWIJZER

Structuur

De opzet en de structuur van de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Het DMF is als volgt opgebouwd:

  1. De begrotingsstaat voor het DMF voor het jaar 2022 is opgenomen.
  2. De Defensiematerieelagenda behandelt de prioritaire projecten, waarbij zoveel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen uit de Defensiebegroting is aangegeven.
  3. De begroting van het fonds kent zeven artikelen. Deze worden onderstaand nader toegelicht.
  4. Het DMF sluit af met drie bijlagen:

    1. Instandhoudingsbijlage vastgoed
    2. Verdiepingshoofdstuk
    3. Afkortingenlijst

Opzet DMF

Om het inzicht in de investeringsplanning te vergroten, worden per artikel in de tabel "budgettaire gevolgen van beleid" de verplichtingen, uitgaven en eventuele ontvangsten met betrekking tot investeringen en instandhouding voor een periode van vijftien jaar gepresenteerd.

Instandhoudingsuitgaven zijn de uitgaven die nodig zijn om materieel operationeel te houden. De instandhoudingsuitgaven in de begrotingsartikelen zijn de instandhoudingsuitgaven die door een Defensieonderdeel gedaan worden. Deze uitgaven kunnen ook uitgaven ten behoeve van andere Defensieonderdelen bevatten, als gevolg van het assortimentsgewijs werken (AGW). Het AGW beoogt de logistieke keten van een aantal artikelen centraal te beleggen, dus bij één Defensieonderdeel. Dat Defensieonderdeel wordt dan ook budgettair belast met de uitgaven van voor andere Defensieonderdelen verworven artikelen.

Om meer inzicht te geven in de instandhoudingsuitgaven van grote wapensystemen worden deze uitgaven in de toelichtingen van de verschillende artikelen weergegeven. Deze informatie is - met de komst van het DMF in 2021 - nieuw ten opzichte van voorgaande reguliere begrotingen. Daarnaast zal het DMF 2022 voor het eerst een instandhoudingsbijlage vastgoed kennen, zie hiervoor de Groeiparagraaf.

Personele uitgaven verbonden aan de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel, infrastructuur en vastgoed en IT vallen ook binnen de reikwijdte van het fonds (wetsvoorstel DMF, artikel 5). Op 22 april 2020 is de motie (Motie Diks, Kamerstuk 35 280, nr. 11) aangenomen, met het verzoek om uiterlijk in 2022 personele uitgaven (vallend binnen de reikwijdte van het DMF) op te nemen. Opname van relevante personele uitgaven sluit aan bij de doelstellingen van het DMF om te komen tot een meer schokbestendige en voorspelbare begroting. Daarnaast maakt het een meer integrale afweging tussen inbesteden en uitbesteden mogelijk. Het opnemen van personele uitgaven is echter een grote en ingewikkelde operatie. Zo moeten budgetten ontvlochten worden in de administratie en dit heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering van alle defensieonderdelen. Om de gevolgen van de ontvlechting goed in te kunnen schatten, wordt in 2021 en 2022 proefgedraaid. Het proefdraaien geeft de mogelijkheid te bezien wat de gevolgen van het opnemen van personele uitgaven in het DMF zijn voor bijvoorbeeld het herschikken van budgetten. Daarnaast kunnen eventuele onbedoelde effecten op tijdig worden waargenomen en kan bepaald worden wat de meest voor de hand liggende mogelijkheid is om deze uitgaven in het DMF te presenteren. Deze werkwijze maakt het mogelijk in de eerste helft van 2023 een goed onderbouwd besluit te nemen over het opnemen van de personele uitgaven in het DMF.

De reguliere Defensiebegroting (hoofdstuk X) bevat het voorgenomen Defensiebeleid. De begroting van het DMF bevat de uitwerking van dat beleid in concrete projecten en de instandhouding van het materieel, infrastructuur en vastgoed en IT en heeft daardoor een meer uitvoerend karakter. In het DMF worden alle investeringsprojecten benoemd met een projectbudget van meer dan € 100 miljoen, per categorie onderverdeeld naar voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Deze werkwijze komt overeen met het Defensieprojectenoverzicht (DPO). De systematiek wijkt in de kern niet af van de werkwijze die de afgelopen jaren in de reguliere begroting is gehanteerd, maar de toelichtingen zijn uitgebreider:

  1. Voor projecten in voorbereiding worden de projecten toegelicht waarvan verwacht wordt dat in deze begrotingsperiode een behoeftestellingsbrief (A-brief) verstuurd wordt. Hierbij worden per project de bandbreedtes volgens het Defensie Materieelproces (DMP) gepresenteerd:­

    € 100 – € 250 miljoen, € 250 miljoen – € 1 miljard,

    € 1 miljard – € 2,5 miljard en meer dan € 2,5 miljard.

  1. Bij projecten in onderzoeksfase wordt per project de bandbreedte en de planning van de DMP-brieven gepresenteerd.
  2. Bij projecten in realisatiefase worden de verwachte uitgaven per jaar gepresenteerd, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie betreft. In dat geval wordt de bandbreedte weergegeven.

Informatie over investeringsprojecten die jaarlijks in het DPO wordt gepubliceerd, is op hoofdlijnen geïntegreerd in het DMF. De Kamer ontvangt het DPO – gelijktijdig met het DMF – op Prinsjesdag. Het DPO omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.

Groeiparagraaf

De ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op projectvertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren. Om die reden worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Naar aanleiding van de voorjaarsbesluitvorming is in overleg met het ministerie van Financiën afgesproken dat in gezamenlijkheid de doelmatigheid en omvang van de overprogrammering wordt onderzocht. Indien de uitkomsten van deze analyse aanleiding geven tot wijzigingen wordt dit verwerkt in de komende begrotingsproducten. Vooruitlopend op de afronding van dit onderzoek is met het ministerie van Financiën afgesproken op dit moment een maximum van dertig procent aan overprogrammering te hanteren voor de komende begrotingsjaren. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Vorig jaar heeft de Kamer (Kamerstuk 35 280, nr. 7) geïnformeerd naar de mogelijkheid om – conform het Mobiliteitsfonds – een instandhoudingsbijlage in het DMF op te nemen. Dit om eventuele tekorten zichtbaar te maken. Immers, de instandhoudingsbudgetten voor zowel het materieel, voor de infrastructuur en de IT zijn alle onvoldoende voor de instandhouding van het Defensieapparaat. Ten eerste wordt voor de ernstigste knelpunten investeringsbudget ingezet. Dit gaat ten koste van onze investeringsmogelijkheden in de toekomst. Ten tweede worden incidentele meevallers ingezet voor incidentele reparaties van het budget. Ten derde worden prioriteiten gesteld voor zowel de instandhouding van het materieel, de infrastructuur en de IT. Als gevolg daarvan is de continuïteit van de Defensieorganisatie verstoord. In overleg met de Kamer is in DMF 2022 voor het eerst een instandhoudingsbijlage vastgoed opgenomen.

Omdat dit het tweede jaar is dat het DMF aan de Kamer wordt aangeboden, is het verdiepingshoofdstuk als bijlage opgenomen. Het verdiepingshoofdstuk geeft, in tabelvorm, per beleidsartikel en niet-beleidsartikel de opbouw van de begrotingsstanden vanaf de vorige ontwerpbegroting aan. De belangrijkste nieuwe mutaties worden van een toelichting voorzien.

2. DEFENSIEMATERIEELAGENDA

Algemeen

Veiligheid is het fundament onder een bloeiende en vrije samenleving, Defensie draagt bij aan de bescherming van dit fundament. In een wereld die aan verandering onderhevig is neemt de dreiging om ons heen toe. Om bescherming te kunnen bieden tegen oude en nieuwe dreiging past Defensie zich voortdurend aan. Op weg naar een toekomstbestendige krijgsmacht zoals geschetst in de Defensievisie 2035 hebben we de ambitie om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken. Dit realiseert Defensie binnen een schokbestendige begroting. Om deze schokbestendigheid mogelijk te maken en te vergroten is het DMF ingericht. Sinds het instellen van dit fonds is het de tweede keer dat deze begroting aangeboden wordt. Het investeringsprogramma bij het begrotingsfonds bestaat voor een belangrijk deel uit materieel. Defensie is deze kabinetsperiode tientallen projecten gestart. Sinds 2018 is het aantal projecten boven de 25 miljoen euro gestegen van 88 naar 109. Deze nieuwe projecten dragen voor een groot deel bij aan het herstel van de krijgsmacht. Met het oog op een toekomstbestendige krijgsmacht zoals geschetst in de Defensievisie 2035 verwacht Defensie dat het aantal projecten in uitvoering zal blijven toenemen. Dat is hard nodig voor de operationele inzet en veiligheid van onze mensen. Maar het verwerven van defensiematerieel blijft complex en daarom gaat Defensie zorgvuldig te werk. Voordat contracten tot zichtbare realisaties komen, worden veel stappen door onze mensen gezet, zoals marktverkenning, contractvorming, productie, afname en testen. Daarom hebben projecten veelal een looptijd van meerdere jaren. Inmiddels zijn bij steeds meer projecten de contracten gesloten. Dit is indicatief voor het toegenomen realisatievermogen van Defensie. Realisatie op investeringen bedroeg in 2017 nog € 1.441 miljoen. Ten tijde van de Defensienota 2018 heeft Defensie extra middelen ontvangen. In deze relatief korte tijd heeft zich dit vertaald naar een realisatie op investeringen van € 2.716 miljoen: een stijging in drie jaar tijd van bijna 90%. Dit gestegen realisatievermogen is, ondanks incidentele verstoringen, waaronder vertragingen door COVID-19, bij dit budget structureel van aard. De mogelijkheden die het begrotingsfonds biedt dragen hier aan bij.

Projecten en mijlpalen

Om het materieel, infrastructuur, vastgoed en de IT van Defensie te herstellen en te moderniseren worden in 2022 meerdere nieuwe projecten gestart. Voorbeelden hiervan zijn de vervanging van het middelzwaar landingsvaartuig en het operationeel catering systeem, de midlife update van het Bushmaster wielvoertuig, evenals de verwerving van tactische en strategische lucht-grond bewapening voor de F-35. Ook wordt in 2022 volop verder gewerkt aan de talrijke projecten die nu deel uitmaken van het investeringsprogramma. Zo wordt verder gewerkt aan de vervanging van de onderzeebootcapaciteit waarvoor Defensie momenteel in dialoog is met drie kandidaat-werven, wordt de B-brief voor het Defensiebrede programma Wissellaadsystemen, Trekkeropleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen verwacht en bevindt het programma Grensverleggende IT (GrIT) zich in de realisatiefase.

Verwerven van materieel, infrastructuur, vastgoed en IT voor Defensie is vaak specialistisch werk dat veel inspanning van onze mensen vraagt. Conform plan wordt in 2022 nieuw materieel geleverd; te denken valt aan:

  1. Verdere deelleveringen nieuwe Scania Gryphus vrachtwagens;
  2. Overdracht van gemodificeerde Chinook transporthelikopters;
  3. Levering van F-35 vliegtuigen, die doorloopt tot en met 2024;
  4. Uitlevering van nieuwe SMART-L radars voor de LC-fregatten.
  5. Nieuwe kleding en uitrusting, waarvoor de deelleveringen ondanks COVID-19 op gang zijn gekomen en de eerste verstrekkingen van de nieuwe gevechtsuitrusting en helmen reeds hebben plaatsgevonden. Ook is het contract voor het keuzeconcept gevechtslaarzen getekend.

Naast deze grote materieelprojecten zet Defensie verdere stappen om de inzetvoorraden voor hoofdtaak 2 op norm te brengen, de urgente vastgoedknelpunten aan te pakken en werkt het, conform de uitgangspunten in de Defensievisie 2035, toe naar een informatiegestuurde en duurzame organisatie. De mismatch die op dit moment bestaat tussen de behoefte in de exploitatie, bijvoorbeeld voor trainingsmunitie en voor de instandhouding van vastgoed en materieel en het budget, zijn in 2022 en verder een knelpunt.

Voorraden, vastgoed en IT

Defensie is deze kabinetsperiode gestart met het aanvullen van inzetvoorraden, uiteenlopend van munitie tot en met operationele infrastructuur. In het verleden is er ingeteerd op bestaande voorraden en is er bij de behoeftestelling geen doorkijk geweest naar de beschikbare budgettaire ruimte in relatie tot het gewenste verbruik zoals dat in het verleden is gehanteerd. Het betreft zowel achterstanden in de inzetvoorraden benodigd voor de ondersteuning van onze missies en operaties, als de gereedstellingsvoorraden, waaronder reservedelen, die voor de instandhouding benodigd zijn. In 2022 worden verdere stappen gezet om de inzetvoorraden voor de tweede hoofdtaak aan te vullen, waaronder de operationele assortimenten munitie, geneeskundig en reservedelen. Het Beleidskader Inzetvoorraden (2009) is vooral gericht op de tweede hoofdtaak: internationale missies. Financiering is beschikbaar om de voorraden van alle assortimenten voor deze tweede hoofdtaak op norm te brengen. Voor de verdere doorgroei van de inzetvoorraden gedimensioneerd op een hoger verbruik bij de eigen en boodgenootschappelijke verdediging -de eerste hoofdtaak- ontbreken de benodigde financiële middelen nog. Uit de Defensievisie 2035 blijkt dat ook op de eerste hoofdtaak een inhaalslag noodzakelijk is: Defensie heeft hiervoor onvoldoende (munitie-)voorraden. Daarom wordt het beleidskader inzetvoorraden (BKI) herzien. Op basis van het beleidskader, en waar nodig ook met de lessen van COVID-19 in gedachten, start dit jaar de uitwerking en planvorming voor versterking van de voorraden. Voor het munitiedomein is hiertoe met de Kamerbrief «Stand van zaken defensiemunitie» (Kamerstuk 27 830 nr. 337) een eerste inzicht gegeven.

De investeringen in infrastructuur en vastgoed zijn sinds de Defensienota 2018 structureel opgehoogd (Kamerstuk 34919, nr. 55). Echter, er is sprake van een grote onderhoudsachterstand bij het Defensievastgoed. Deze achterstand is de afgelopen decennia opgebouwd. Door de bestaande disbalans tussen het beschikbare budget en de kosten van het onderhoud neemt de behoefte aan onderhoud de komende jaren verder toe. Zonder ingrijpen nemen de exploitatiekosten verder toe en gaat de kwaliteit van het vastgoed verder achteruit.

In 2020 is gestart met het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar het Defensievastgoed (Kamerstuk 34 919 nr. 77). Hier is onderzocht hoe Defensie tot een doelmatige, toekomstvaste, duurzame vastgoedportefeuille kan komen die voldoet aan wet en regelgeving. Het IBO haalt aan dat met het Strategisch Vastgoedplan (SVP) uit 2019 op hoofdlijnen een eerste stap is gezet richting verbetering, maar constateert tevens dat dit niet genoeg is en dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Het IBO doet aanbevelingen langs drie sporen. Ten eerste wordt aanbevolen de noodzakelijke randvoorwaarden in te vullen, zoals het doorvertalen van de Defensievisie naar een strategisch werkbare vastgoedopgave met een slagkrachtige besturing en het structureren van de informatiehuishouding over de technische staat van het vastgoed en de benutting daarvan. Ten tweede concludeert het IBO dat de vastgoedportefeuille ingrijpend moet worden teruggebracht om de balans te herstellen. Het IBO heeft berekend dat hiervoor een reductie van 35 tot 40 procent van (kosten van) de portefeuille nodig is. Ten derde raadt het IBO aan het vastgoed van Defensie onder te brengen in een (eigen) stelsel in het rijkshuisvestingsstelsel om een toekomstvast en stabiel stelsel te krijgen. Naar aanleiding van het IBO naar Defensievastgoed is gestart met een interne verkenning naar handelingsopties langs de lijnen concentreren, verduurzamen en vernieuwen. Deze verkenning is gestart omdat de situatie vanwege de oplopende exploitatiekosten dermate urgent is, dat niet ingrijpen geen optie meer is. Zonder ingrijpende maatregelen stijgen de jaarlijkse exploitatielasten van het defensievastgoed verder. De budgettaire consequenties en kansen voor andere maatschappelijke opgaven van dit kabinet zoals versnellen woningbouw, huisvesting van aandachtsgroepen, locaties voor hernieuwbare energie en transitie van landbouw naar groen/water/natuur in verband met vermindering stikstofuitstoot.

Naast de verkenning om te komen tot het concentreren, vernieuwen en verduurzamen van het defensievastgoed zullen in 2022 de normen ten aanzien van het vastgoed worden herzien en wordt naar aanleiding van de bevindingen van de Algemene Rekenkamer verder gewerkt aan het vereist inzicht in de staat van het vastgoed en de aansturing van het vastgoedmanagement.

Met de pilot op de Bernhardkazerne is de start gemaakt met de revitalisering van het vastgoed zoals eerder beschreven in het SVP. Voor de pilot zijn financiële middelen beschikbaar gesteld en is de voorbereiding in volle gang. Voor het tweede te revitaliseren object, de Johannes Postkazerne in Havelte, is budget gereserveerd en zijn de voorbereidingen gestart. Tot slot is het exploitatiebudget opgehoogd om verdere achteruitgang van het vastgoed te beperken. Net als in voorgaande jaren wordt in 2022 en 2023 een deel van het investeringsbudget aangewend om de meest urgente knelpunten aan te kunnen pakken. In 2022 leidt dit bijvoorbeeld tot afronding van Fase 1 Verbetering Legering.

Waar de maatschappij steeds verder digitaliseert, geldt dit bij uitstek voor Defensie. IT wordt belangrijker en reikt tot in de haarvaten van de organisatie. De IT-ontwikkelingen gaan razendsnel en de kosten ervan nemen toe. Deze ontwikkeling is onderkend door Defensie, zoals verwoord in het rapport Defensie Duurzaam Digitaal (Kamerstuk 31 125, Nr. 118). Daarin is de impact van de digitalisering onderzocht en is duidelijk geworden dat Defensie kampt met een mismatch tussen behoefte en budget in de IT-keten. Wel zijn de eerste maatregelen opgenomen die Defensie kan nemen om de uitdagingen het hoofd te gaan bieden. Informatietechnologie is ondersteunend aan alle hoofdwapensystemen en wordt zelf ook gezien als wapensysteem. De waarneembare trend is dat wapensystemen in toenemende mate ook tot de digitale wereld toetreden. Moderne wapensystemen vragen onder meer om moderne dataplatformen en goede cyber- en analyse-instrumenten om een effectieve operationele inzet, gebruik en bescherming van deze systemen mogelijk te maken. Op grond van het huidige en toekomstige dreigingsbeeld moet Defensie daarom de omslag maken naar een informatiegestuurde organisatie (IGO). In de Defensievisie 2035 zijn daarom twee inrichtingsprincipes opgenomen die de doelstellingen aangaande IGO verder beschrijven: inrichtingsprincipe 5: gezaghebbende informatie en inrichtingsprincipe 6: multidomein en geïntegreerd optreden. Deze inrichtingsprincipes worden verder uitgewerkt.

Naast informatie als doel voor inlichtingen en informatie als middel voor de besluitvorming, neemt ook de rol van de informatieomgeving en het cyberdomein als deel van de operationele omgeving aan belang toe. De rol van de informatieomgeving en het cyberdomein als deel van de operationele omgeving neemt aan belang toe. Dit leidt tot veranderingen in het optreden van Defensie en de wijze waarop Defensie het gevecht voert. Als onderdeel van IGO wordt het cyberdomein verder in het bestaande optreden en de afgeleide materieelprojecten geïntegreerd.

Defensie zet met het programma GrIT de eerste randvoorwaardelijke stap naar een robuuste IT-infrastructuur voor het nationale, statische en mobiele domein. Ook zal worden gestart met het eerste deelproject (zogenoemde spiral) van het programma FOXTROT/TEN waarmee een eerste stap naar verbeterde connectiviteit in het mobiel-tactische domein wordt gerealiseerd. IGO en de noodzaak tot verdere digitalisering beperkt zich echter niet tot nieuwe projecten, ook de lopende projecten en de (wapen)systemen die Defensie reeds in gebruik heeft worden hierdoor geraakt. Deze digitale inhaalslag zal ‘met terugwerkende kracht’ ook voor huidige systemen gemaakt moeten worden. Het betreft dan onder andere een toegenomen behoefte aan netwerk- en satellietcapaciteit, cybersecurity van platformgebonden (IT-) systemen en versleutelen van informatie en verbindingen voor de (wapen)systemen die Defensie reeds in gebruik heeft. Daar waar dit voor projecten in uitvoering additionele financiële consequenties heeft, zal dit in het Defensie Projectenoverzicht (DPO) gemeld worden. Om de omslag naar IGO en verdere digitalisering mogelijk te maken zal Defensie moeten kunnen investeren in het juiste materieel, maar ook in haar mensen. Het rapport Defensie Duurzaam Digitaal (Kamerstuk 31 125, Nr. 118) verwoordt dat in toenemende mate sprake is van een negatieve afwijking tussen het beroep op de inzet, noodzakelijke vernieuwing en ambitie op het gebied van IT enerzijds en de benodigde middelen en mensen anderzijds. Met de huidige financiële middelen kan Defensie een start maken met de transitie naar een informatiegestuurde organisatie, maar is zij niet in staat volledig in lijn met de IGO-doelen uit de Defensievisie 2035 te innoveren en zal zij eveneens moeite hebben de benodigde personele groei te realiseren. Zoals ook in het rapport DDD is vermeld, worden voor diverse prangende aandachtsgebieden, zoals datamanagement en cyber separate «roadmaps» (plannen) uitgewerkt.

Instandhouding

Naast het overwegend positieve beeld dat zowel het vijfjaarsgemiddelde van de investeringsquote (24,2%, waarmee Defensie voldoet aan de NAVO-richtlijn dat minimaal 20% van de uitgaven bestemd is voor vervanging van materieel en gerelateerd onderzoek) als het aantal grote projecten deze kabinetsperiode gestegen zijn, houdt Defensie op materieelgebied nog uitdagingen. De instandhoudingsbudgetten van de marine, landmacht en luchtmacht kennen een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Door de groei van het investeringsbudget in de afgelopen jaren en de hoge levensduur van de wapensystemen neemt de behoefte aan materiele instandhouding toe, waardoor tekorten in de voorraad reservedelen voortduren, evenals de knelpunten bij het onderhoud van de wapensystemen. Defensie voelt nog altijd de gevolgen van achterstanden vanuit het verleden in huidige materiële situatie, niet alleen voor de inzetvoorraden, maar zeker bij de instandhoudingsvoorraden, waaronder reservedelen. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit een van de conclusies van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen (Kamerstuk 32359, nr. 4): extra stappen in het kader van herstel op het gebied van instandhouding van wapensystemen zijn in de toekomst nodig. Wanneer materieel als gevolg van latere vervanging langer door vaart, vliegt of rijdt, dan zal het verbruik van reservedelen sterker toenemen. Dit leidt tot een significant tekort in de instandhouding van de krijgsmachtdelen, waardoor verder ingeteerd zal worden op de beschikbare voorraad reservedelen en herstelbare componenten. Het uitstellen van onderhoud leidt tot hogere instandhoudingskosten, waarmee de vicieuze cirkel van stijgende instandhoudingskosten niet doorbroken wordt. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen echter niet alle instandhoudingsknelpunten onmiddellijk aangepakt worden.

Figuur 1 Instandhoudingsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)

Effecten COVID-19

Het achterliggende jaar was de impact van de COVID-19-uitbraak nog beperkt op de realisatie van de grote materieel- en IT-projecten. Nu de crisis al meer dan een jaar duurt, ontkomt Defensie niet aan negatieve effecten op projecten. Reisbeperkingen hebben grote invloed op de wijze waarop programma’s van eisen en complexe engineeringsvraagstukken samen met de industrie tot stand komen. Over de breedte hebben contractonderhandelingen ‘op afstand’ in 2021 meer tijd in beslag genomen en verliepen ze moeizamer. Bij de leveranciers en partners leiden de langdurige maatregelen tot het sluiten van fabrieken en lokale COVID-19 uitbraken zorgen voor beperkingen in de productie: de leverzekerheid neemt hierdoor af. Ook heeft een aanzienlijk aantal Nederlandse en buitenlandse bedrijven reeds beroep gedaan, dan wel heeft gemeld dit te gaan doen, op de overmacht clausule (force majeure) uit de contracten. Voor meerdere projecten leidt dit derhalve tot 'vertraging door overmacht'. Omdat het na verlichting van de COVID-19-maatregelen nog tijd kost om terug te komen op het oorspronkelijke niveau, wordt het inlopen van de opgelopen achterstanden geen eenvoudige opgave. Naast vertraging zijn schaarste bij verkrijgbaarheid en hogere prijzen van grondstoffen eveneens neveneffecten van de pandemie. Steeds vaker leidt dit tot negatieve effecten op productie en op de distributieketen. Het betreft onder andere gestegen prijzen van staal en bouwmaterialen, maar ook verminderde beschikbaarheid van specifieke grondstoffen voor ballistische beschermingsartikelen, waaronder de benodigde grondstoffen voor productie van de nieuwe helmen. Dit onderstreept het belang van het materieelbegrotingsfonds: financiële «schokken» door externe omstandigheden zoals COVID-19 kunnen binnen de mogelijkheden van het DMF in latere jaren opgevangen worden. Desondanks heeft Defensie in overleg met haar partners ook mogelijkheden gezien om projecten te versnellen; dit betreft met name kleinere vastgoedprojecten. In het kader van thematische revitalisering heeft versnelling plaatsgevonden voor Fase 1 Verbetering Legering waardoor deze in 2022 kan worden afgerond en de volgende fase kan worden gestart.

Figuur 2 Investeringsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)

In bovenstaand figuur wordt het totale investeringsprogramma van € 45 miljard in de periode 2021 tot en met 2036 weergegeven. In de grafiek is het investeringsprogramma onderverdeeld naar de artikelen in dit begrotingsfonds. De artikelen geven de actuele verdeling van de investeringen over de domeinen defensiebreed, land, lucht, zee, vastgoed en infrastructur en IT. Deze verdeling staat niet vast, maar wisselt in de loop van de tijd. Zo hebben projecten als de verwerving van de F-35, vervanging van de onderzeeboten en de pantservoertuigen grote invloed op de verdeling van investeringsmiddelen tussen de verschillende artikelen. De verdeling van het investeringsprogramma berust op een integrale afweging.

De roze lijn is het totale investeringsbudget, wat geldt als het budgettaire uitgavenplafond: Defensie kan niet meer uitgaven doen in een jaar dan beschikbaar is onder dit uitgavenplafond. De grafiek maakt zichtbaar dat in de eerste jaren het investeringsprogramma optelt tot een hoger bedrag dan het daadwerkelijke budget (de staven komen boven de roze lijn uit); er is sprake van overprogrammering in de eerste jaren. Investeringsopdrachten kunnen dus niet zomaar naar voren worden gehaald. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget (de staven komen onder de roze lijn uit); er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. De gele lijn laat de reeds aangegane verplichtingen zien. Deze toont aan dat, ondanks de overprogrammering, er geen risico is op overschrijding van het beschikbare budget.

Figuur 3 Investeringsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)

Bovenstaand figuur geeft inzicht in de mate van flexibiliteit van het totale investeringsprogramma. De investeringsprojecten zijn onderverdeeld naar de volgende fasen:

  1. Projecten in voorbereidingsfase (groen): voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Er is in de voorbereidingsfase nog sprake van flexibiliteit in de programmering van de projecten; voor de besteding van deze budgetten zijn nog geen juridisch of bestuurlijk bindende afspraken gemaakt. Voor de DMP-plichtige projecten worden de A-brieven naar de Kamer verzonden. In het gelijktijdig aangeboden Defensie Projectenoverzicht (DPO) is een tabel opgenomen met de planning van de te versturen DMP-brieven.
  2. Projecten in onderzoeksfase (paars): voor deze projecten geldt dat de behoeftestelling is vastgesteld, maar nog wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
  3. Projecten in realisatiefase (blauw): dit betekent dat de realisatiefase is gestart. De opdracht voor verwerving is aan de uitvoeringsorganisaties gegeven. In de grafiek worden daarnaast de uitgaven aan projecten kleiner dan € 25 miljoen ook als in realisatie weergegeven, omdat deze (als ware het projecten in realisatie) zijn belegd bij de uitvoerende defensieonderdelen.

Het volledige budget is benodigd en het investeringsprogramma is volgepland met projecten voor het herstellen en moderniseren van de krijgsmacht. Investeringsopdrachten zijn dus niet zomaar naar voren te halen. Elk project kent wel een vooraf bepaalde reservering voor risico’s. De mogelijkheid om gedurende een project wijzigingen door te voeren is afhankelijk van de fase waarin een project zich bevindt. Logischerwijs is de flexibiliteit groter bij projecten in voorbereidingsfase dan bij een project in realisatiefase, waar in veel gevallen het contract al is getekend.

Investeringsquote en EDA-norm

Een moderne krijgsmacht moet voldoende investeringsruimte hebben om haar inzetbaarheid op langere termijn te garanderen en haar materieel te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor is de investeringsquote. Defensie streeft er naar op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn. Als gevolg van het benodigde herstel na de lange periode van bezuiniging en schaarste in het verleden, zal deze investeringsquote ook de komende periode boven deze norm liggen. Voor het bepalen van de (gewenste) investeringsquote voor de begrotingsperiode wordt gebruik gemaakt van een voortschrijdend vijfjaars gemiddelde. Voor het jaar 2022 is dit naar verwachting 24,2%.

De volgende figuur toont de gerealiseerde investeringsquote van 2010 tot en met 2020 en het verwachte vijfjaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2021.

Investeringsquote

Kennis en technologie zijn essentieel voor Defensie om materieel, vastgoed en IT te kunnen realiseren dat inspeelt op bedreigingen en kansen een veranderende wereld. Defensie hanteert hierbij de norm van het Europees Defensie Agentschap (EDA) dat ten minste twee procent van haar uitgavenbudget wordt besteed aan kennis en technologie. Voor het jaar 2022 is dit naar verwachting 1,2%. De uitgaven van Defensie aan kennis en innovatie vallen deels, namelijk waar het investeringen betreft, binnen het DMF.

Defensieprojectenoverzicht

Het DPO wordt jaarlijks tegelijkertijd, maar separaat van de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds aan de Kamer aangeboden. Het geeft meer gedetailleerde informatie over projecten van meer dan € 25 miljoen die Defensie uitvoert voor de verwerving van materieel, IT-middelen en vastgoed. Het DPO sluit daarmee aan bij deze begroting en ook bij het «Voorstel integrale rapportage en kritieke prestatie indicatoren (kpi’s)» (Kamerstuk 35000, nr. 68). Met het DPO beoogt Defensie de Kamer completer en met meer overzicht van informatie te voorzien.

Valuta

Valutaschommelingen hebben invloed op het begrotings- en verwervingsproces binnen Defensie. Budgetten worden geraakt door zowel mee- als tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen. Dit leidt ertoe dat bijvoorbeeld in het ene jaar bezuinigd moet worden als gevolg van tegenvallers in de wisselkoersen en een jaar later juist sprake kan zijn van meevallers als gevolg van de ontwikkeling van de wisselkoersen. Dit brengt onrust met zich mee in het planproces van de investeringsportefeuille, vertraagt de uitvoering van projecten en draagt niet bij aan een voorspelbare begrotingsuitvoering en rust in het begrotingsproces. Om de verstorende werking van valutaschommelingen op de defensiebegroting tegen te gaan, heeft het kabinet in 2020 de afspraak gemaakt dat mee- en tegenvallers als gevolg van valutaontwikkelingen niet langer als niet-plafondrelevante mutaties worden verwerkt, maar dat deze direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo komen. Het betrof uitsluitend mutaties die op artikel 6 van de Defensiebegroting (hoofdstuk X) werden geboekt. Vanaf de begroting 2021 zijn deze uitgaven onderdeel van het DMF. Met deze afspraak wordt invulling gegeven aan het regeerakkoord waarin is opgenomen dat het kabinet komt met voorstellen voor het vergroten van de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de materieelbegroting, zoals een specifieke prijsindex of een structurele oplossing voor valutaschommelingen. In 2021 zijn de ministeries van Defensie en Financiën overeengekomen dat ook instandhoudingsprojecten, waarvan vaststaat dat die in vreemde valuta worden betaald, onder deze afspraak vallen. De tweede helft van 2021 wordt benut om nadere afspraken te maken tussen Defensie en Financiën over de administratieve verwerking van deze afspraak. Hierover wordt het parlement op een later tijdstip geïnformeerd.

2.1 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Standen ontwerpbegroting 2021 4.610,3 4.946,6 4.773,7 4.827,6 4.416,8 4.406,2
Belangrijkste mutaties
1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 340,9 69,1 48,6 88,2 78,7 79,2
1.b Prijsbijstelling 104,9 113,5 109,5 110,7 101,1 100,8
1.b Eindejaarsmarge DMF 166,5
1.c Digitale veiligheid 45,0
1.g Valuta ‒ 30,9 ‒ 66,2 ‒ 81,1 ‒ 43,7 ‒ 59,5 ‒ 44,2
1.e Digitale veiligheid 45,0
1.f Incidentele nood- en steunmaatregelen covid-19 6,7
1.g Dubbele btw-heffing op reserveonderdelen F-35 2,2 3,8 5,0 6,0 6,8 6,8
1.h Overige mutaties 1e supp.begroting 1,6 18,1 15,3 15,2 30,3 15,7
Mutaties begroting 2022 121,2 49,6 49,4 ‒ 106,9 312,1 111,6
2. Interdepartementale budgetoverhevelingen 2,9 3,7 ‒ 0,1 ‒ 1,4 ‒ 1,2 0,5
3. Bijstellen valuta berekeningsmethode 2,7 1,6 1,2 ‒ 1,5 ‒ 2,2 ‒ 1,1
4. Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 20,0
5. Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed 16,6
6. Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel marine 15,0
7. Kasschuif i.v.m. over- en onderprogrammering ‒ 200,0 200,0
8. Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35 28,3 28,3
9. Bijstellen ontvangsten DLP 21.1 2,2 4,9 8,7 18,7 8,7 8,7
10. Budget t.b.v. munitie, opleiding en training 60,0 60,0 60,0 60,0 60,0 60,0
Overige mutaties begroting 2022 1,8 ‒ 20,6 ‒ 20,4 17,4 18,5 15,2
Standen ontwerpbegroting 2022 5.072,4 5.065,4 4.871,8 4.808,9 4.807,6 4.597,0

Toelichting

  1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

    Met de 1e suppletoire begroting 2021 zijn o.a. de prijsbijstelling en de doorwerking van de eindejaarsmarge 2020 toegevoegd aan het DMF.

  2. Interdepartementale budgetoverhevelingen

    Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 3,7 miljoen voor 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is in de verdiepingsbijlage opgenomen.

  3. Bijstellen valuta berekeningsmethode

    De generale bijstelling vanuit het Ministerie van Financien voor de koersgevoeligheid van de contracten in vreemde valuta is aangepast omdat bij de initiële uitdeling uitgegaan is van een verouderde berekeningsmethode.

  4. Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten

    De instandhoudingsbudgetten materieel van de drie operationele commando's staan onder zware druk en om interen op de voorraden te voorkomen is intern Defensie besloten om de budgetten te verhogen met € 60 miljoen. Dit betreft een eenmalige herschikking als gevolg van vertraagde betalingen bij de instandhouding van munitie en KPU. Deze herschikking wordt gefinancierd vanuit artikel 12 Nog onverdeeld van de defensiebegroting (€ 20 miljoen) en door een herschikking vanuit instandhouding munitie en KPU (€ 40 miljoen). Per saldo stijgt de begroting van het DMF hierdoor met € 20 miljoen.

  5. Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed

    Vanwege een tekort op het budget instandhouding infrastructuur wordt € 16,6 miljoen vanuit artikel 8 DOSCO van de defensiebegroting overgeheveld.

  6. Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding materieel marine

    De verwachte hogere overige ontvangsten worden aangewend voor de instandhouding matereel marine

  7. Kasschuif i.v.m. over-en onderprogrammering

    Als gevolg van de huidige afspraken om tot een realistische en gecontroleerde overprogrammering te komen is er een kasschuif verwerkt op de begroting van het DMF. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en sluit over de gehele looptijd van het fonds op nul. Nadere informatie over de afspraken zijn opgenomen in het DMF zelf.

  8. Afbouw personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35

    Door de transitie van de F-16 naar de F-35 vindt er een personeelsreductie plaats per 2025. De vrijgevallen budgetten worden toegevoegd aan het instandhoudingsbudget van de F-35. Deze middelen worden vanuit de Defensiebegroting naar het DMF overgeheveld. Overboekingen naar het DMF lopen worden op het voedingsartikel op de reguliere begroting geboekt, en worden via het ontvangstenartikel toegevoegd aan het DMF. Vanuit de ontvangsten worden deze verdeeld naar de betreffende uitgavenartikelen waar deze betrekking op heeft.

  9. Bijstellen ontvangsten DLP 21.1

    Extra verwachte ontvangsten voor de dienst gezondheidszorg, bestuursovereenkomst Carib en royalties boxer werken door op het uitgavenkader.

  10. Budget ten behoeve van munitie, opleiding en training

    Voor de tekorten munitie, opleiding en training wordt structureel € 60 miljoen toegevoegd aan de defensiebegroting.

3. ARTIKELEN

3.1 Artikel 1: Defensiebreed materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het defensiebrede materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Daarnaast vallen de defensiebrede materieel ontvangsten, over- en onderprogrammering, onzekerheidsreservering en uitgaven aan kennis en innovatie onder dit artikel.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Verplichtingen 0 1.273.330 922.760 1.151.248 1.005.099 1.101.161 974.848
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 954.058 983.034 917.895 847.753 856.704 846.033
waarvan juridisch verplicht 65,7%
Verwerving
Opdrachten 0 720.010 791.035 728.940 617.833 657.622 646.752
Verwerving: voorbereidingsfase 0 20.774 52.116 130.300 92.222 92.272 134.646
Verwerving: onderzoeksfase 0 3.185 0 0 14.010 70.232 93.679
Verwerving: realisatie 0 696.051 738.919 598.640 511.601 495.118 418.427
Instandhouding
Opdrachten 0 378.353 399.167 399.281 368.797 359.528 355.346
Instandhouding materieel 0 378.353 399.167 399.281 368.797 359.528 355.346
Kennis en Innovatie
Bekostiging 0 37.314 32.794 32.710 32.735 32.735 32.835
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten 0 2.898 2.521 2.521 2.521 2.521 2.521
Technologieontwikkeling 0 21.490 23.716 23.566 23.491 23.491 23.491
Kennisgebruik 0 7.068 3.072 3.072 3.172 3.172 3.272
Kort Cyclische Innovatie 0 5.858 3.485 3.551 3.551 3.551 3.551
Onzekerheidsreservering 0 3.336 3.735 12.505 1.772 2.236 5.835
Over-/ onderprogrammering 0 ‒ 184.955 ‒ 243.697 ‒ 255.541 ‒ 173.384 ‒ 195.417 ‒ 194.735
Ontvangsten 0 72.346 62.198 101.438 111.438 101.438 101.438
Overige ontvangsten materieel 0 72.346 62.198 101.438 111.438 101.438 101.438
Verplichtingen 757.471 455.804 475.858 553.015 551.490 612.649 701.353 748.102 921.666 590.620
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 800.677 605.316 664.040 710.017 673.391 815.671 806.117 770.072 802.876 822.541
waarvan juridisch verplicht
Verwerving
Opdrachten 469.119 193.898 220.633 214.265 211.245 184.731 204.364 240.845 250.385 306.458
Verwerving: voorbereidingsfase 144.610 108.394 86.569 104.235 106.795 84.034 72.258 131.114 71.741 90.894
Verwerving: onderzoeksfase 93.679 52 52 52 52 52 52 52 52 52
Verwerving: realisatie 230.830 85.452 134.012 109.978 104.398 100.645 132.054 109.679 178.592 215.512
Instandhouding
Opdrachten 354.365 354.712 354.448 352.511 352.298 353.130 353.140 353.140 353.140 357.530
Instandhouding materieel 354.365 354.712 354.448 352.511 352.298 353.130 353.140 353.140 353.140 357.530
Kennis en Innovatie
Bekostiging 32.835 32.835 32.835 32.835 32.836 32.835 32.835 32.835 32.835 32.835
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten 2.521 2.521 2.521 2.521 2.521 2.521 2.521 2.521 2.521 1.984
Technologieontwikkeling 23.491 23.491 23.491 23.491 23.492 23.491 23.491 23.491 23.491 23.491
Kennisgebruik 3.272 3.272 3.272 3.272 3.272 3.272 3.272 3.272 3.272 3.272
Kort Cyclische Innovatie 3.551 3.551 3.551 3.551 3.551 3.551 3.551 3.551 3.551 4.088
Onzekerheidsreservering 305 305 305 305 635 85.670 10.040 5.425 0 0
Over-/ onderprogrammering ‒ 55.947 23.566 55.819 110.101 76.377 159.305 205.738 137.827 166.516 125.718
Ontvangsten 101.438 101.438 89.058 85.218 85.218 85.218 85.218 85.218 85.218 85.218
Overige ontvangsten materieel 101.438 101.438 89.058 85.218 85.218 85.218 85.218 85.218 85.218 85.218

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 70,0% van het uitgavenbudget.

Aan te gane verplichtingen

De geraamde verplichtingen op artikel 1 betreffen zowel verplichtingen voor de verwerving als voor de instandhouding van defensiebreed materieel. Verplichtingen leiden tot uitgaven. Bij instandhouding is dat doorgaans in het jaar waarin de verplichting wordt aangegaan. Bij verwervingsprojecten is dat vooral in de jaren volgend op het aangaan van de verplichting. In 2021 is Defensie een verplichting van meer dan € 250 miljoen aangegaan voor de Mid-life Update van het infanteriegevechtsvoertuig CV-90. Deze verplichting leidt in de periode 2021 en verder tot uitgaven.

De raming van de verplichtingen is (deels) gebaseerd op het geplande moment dat voor een verwervingsproject een contract getekend wordt. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is daarmee nadrukkelijk een momentopname.

Een onderdeel van de instandhoudingsuitgaven in dit artikel zijn de uitgaven voor munitie. De gereedheid van de Krijgsmacht zal zonder voldoende munitie voor oefening en training ernstig worden beperkt. Daarom is voor 2021, 2022 en 2023 budget vrijgemaakt uit de investeringsbudgetten, door voorraadonttrekking en door prioritering in verbruik van munitie, om verdere beperkingen te voorkomen. Daarnaast voegt het Kabinet met ingang van 2021 structureel € 60 miljoen aan de defensiebegroting toe voor de tekorten ten aanzien van munitie, opleiding en training.

Verwerving Defensiebreed materieel

De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van materieel dat door alle operationele commando’s wordt ingezet en dat dus niet specifiek gericht is op maritiem, land- of luchtoptreden. Het betreft bijvoorbeeld kleding, kleinkaliberwapens, munitie en gevechtssimulatoren als het Mobile Combat Training Centre (MCTC). Ook betreft het de uitgaven aan de Kustwacht Nederland en Kustwacht Caribisch gebied.

Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving defensiebreed materieel - voorbereidingsfase

Vervanging Amarok 100-250 A-Brief B-brief D-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  1. De vervanging van de Amarok is vanuit de voorbereidingsfase voor land materieel verplaatst naar de voorbereidingsfase voor defensiebreed materieel, aangezien dit project in verbinding staat met DVOW.
Projecten in voorbereiding Toelichting
Vervanging Amarok In het project wordt de huidige vloot aan Amaroks vervangen. De Amarok is een civiel terreinvoertuig bedoeld voor personenvervoer en vervoer van persoonlijke uitrusting en vracht in de vredesbedrijfsvoering, tijdens oefeningen en voor nationale inzet.

Verwerving defensiebreed materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en de planning van Kamerbrieven weergegeven van de defensiebrede verwervingsprojecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) 250-1.000 B-Brief D-Brief

Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden .

Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) Het programma Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) voorziet in de defensiebrede vervanging van deze operationele wielvoertuigen en gerelateerd materieel zoals aanhangwagens, opslag-, overslag- en distributiemiddelen.

Verwerving defensiebreed materieel - realisatiefase

De volgende defensiebrede projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) 145,5 126,3 11,4 4,9 2,9
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) 233 35,0 40,5 89,6 52,9 15
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS) 250-1.000 Commercieel vertrouwelijk
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) 342,8 135,3 56,3 51,3 55,0 31,2 13,7
Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) 1624,3 192,6 197,9 276,1 194,3 192,6 179,5 391,3

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  1. Het project 'munitie ten behoeve van inzetvoorraden' is afgerond en daarom - in tegenstelling tot vorig jaar - niet meer zichtbaar in de realisatiefase.
  2. DVOW is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) Doel van het project MILSATCOM is het voorzien in de behoefte van de krijgsmacht aan satellietcommunicatiecapaciteit voor militair gebruik. Het project betreft de gegarandeerde beschikbaarheid van satellietcapaciteit (het ruimtesegment) in verschillende frequentiebanden, het realiseren van grondstations in Nederland en Curaçao (het statische grondsegment) en het verwerven van land- en scheepsterminals (het mobiele grondsegment). Het deelproject MILSATCOM voorziet in de zogenaamde AEHF-satellietcommunicatiecapaciteit met de bijbehorende AEHF-terminals.
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) Het project DBBS voorziet in de vervanging van de huidige bewakings- en beveiligingssystemen, teneinde de continuïteit van de ondersteuning binnen de bewakings- en beveiligingsoperatie te waarborgen, te verbeteren en hierbij kosten te besparen. Onder het bewakingssysteem vallen elektronische toegang, indringerdetectie en de meldkamersystemen. Het project DBBS is randvoorwaardelijk om toekomstvast en structureel betaalbaar de fysieke beveiliging uit te kunnen voeren van Defensielocaties.
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS) Het project Defensie Operationeel Kledingsysteem betreft de invoering van nieuwe gevechtskleding voor de krijgsmacht. Het project dient om individuele militairen en eenheden beter te beschermen. De kleding is bestemd voor wereldwijd gebruik, in alle delen van het geweldsspectrum. Invoering van het Defensie Operationeel Kledingsysteem draagt bij tot een meer effectieve inzet van Nederlandse militairen. De defensiebrede invoering van een nieuw gevechtskledingsysteem leidt tot stroomlijning van de uitrustingspakketten en vereenvoudiging van de bevoorrading en instandhouding.
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) Het project VOSS past in het streven om te voorzien in betere bescherming van ingezette eenheden en het vermogen op te treden in netwerken (Network Enabled Capabilities) verder te vergroten. Met VOSS worden de operationele capaciteit van de individuele militair, maar ook van de lagere eenheden vergroot.
Defensiebrede Vanvanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) De defensiebrede behoefte betreft de vervanging van de operationele wielvoertuigen van Defensie die voor het merendeel zijn ingevoerd tussen 1980 en 2000. Deze wielvoertuigen vormen de basismobiliteit van nagenoeg alle expeditionaire, nationale, opleidings- en overige eenheden van alle operationele commando’s. Het toekomstige wielvoertuigenbestand zal gaan bestaan uit een licht, een middelzwaar en een zwaar type vrachtauto.

Instandhouding defensiebreed materieel

De geraamde uitgaven voor instandhouding van defensiebreed materieel betreffen de instandhoudingsuitgaven van het Kleding- en Personele Uitrustingbedrijf (KPU-bedrijf) en het Defensie Munitiebedrijf (DMunB). Daarnaast is onder de instandhouding van defensiebreed materieel ook de bijdrage aan de NAVO opgenomen. De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op uitgaven voor AWACS-vliegtuigen. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door DMO aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Klein kaliber wapens 74,6 58,9 63,8 63,8 63,8 63,8 63,8
Kleding- en persoonlijke uitrusting 64,5 49,5 75,5 76,6 93,9 94,2 94,4
MILSATCOM 12,5 11,7 11,5 11,7 11,5 11,3 11,3

Kennis en Innovatie

De bekostiging van kennis en innovatie bestaat uit middelen voor de bijdrage aan grote onderzoeksfaciliteiten, technologie-ontwikkeling, kennisgebruik en kort-cyclische innovatie. Deze uitgaven vallen binnen de investeringen en daarmee binnen het DMF. Daarnaast zijn er uitgaven aan kennis en innovatie in de reguliere defensiebegroting, zoals de algemene defensiebijdrage aan TNO, NLR en MARIN (onderdeel van artikel 9).

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

Defensie draagt met deze middelen specifiek bij aan de instandhouding van grote onderzoeksfaciliteiten bij TNO, NLR en MARIN.

Technologie ontwikkeling

Het budget voor technologie-ontwikkeling wordt projectmatig ingezet op die gebieden waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie (inclusief het nationale midden- en kleinbedrijf (MKB)) en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS; Kamerstuk 31125, nr. 92) en het rijksbrede topsectorenbeleid. Technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (met de NAVO en het European Defence Agency (EDA)) afgestemd en ingebed.

CODEMO

De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale MKB. Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten, worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty’s toegevoegd aan de oorspronkelijke € 10 miljoen, resulterend in een totaal van € 13,3 miljoen. In totaal is voor een bedrag van € 10,5 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd, wat resulteert in een resterend budget van € 2,8 miljoen.

Ingediende voorstellen 92
Gehonoreerde voorstellen 27
Afgewezen voorstellen 65
Afgeronde voorstellen 21

De gehonoreerde voorstellen betreffen drieëntwintig midden- en klein bedrijven en drie grootbedrijven, waarvan één MKB-bedrijf twee voorstellen gehoneerd heeft gekregen.

Kennisgebruik

De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning.

Kort-cyclische innovatie

Onder kortcyclische innovatie vallen uitgaven die worden gedaan in het kader van centraal gestuurde innovatie, en het faciliteren van decentrale innovatie door de krijgsmachtdelen. Hiervoor kent Defensie een centrale innovatieorganisatie FRONT (Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking). Daarnaast organiseert Defensie bijvoorbeeld de jaarlijkse Defensie Innovatie Competitie en investeert in innovatie- en kennisnetwerken.

Onzekerheidsreservering defensiebreed materieel

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. De onzekerheidsreserveringen betreffen het gehele portfolio groot materieel en beslaan daarmee artikel 1 t/m 4. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s.

Over-/onderprogrammering defensiebreed materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 4 Defensiebreed materieel

Ontvangsten defensiebreed materieel

De ontvangsten bestaan uit de verkoopopbrengsten van materieel en overige ontvangsten. De in 2022 geraamde ontvangsten bestaan onder meer uit de verkoopopbrengsten van de voorgenomen verkoop van 12 F-16’s aan het Amerikaanse ‘Draken International’ dat de toestellen gaat gebruiken in de rol van oefenvijand voor de Amerikaanse strijdkrachten. ‘Draken International’ heeft een optie op de koop van nog 28 F-16’s. Verder worden hier de opbrengsten die voortkomen uit de planmatige periodieke vernieuwing van de niet-operationele dienstvoertuigen verantwoord, in 2022 € 12,3 miljoen. Voorts bestaat het geraamde begrotingsbedrag uit betalingen voor in het verleden verkochte wapensystemen, zoals F-16’s en Cheetah’s die zijn verkocht aan Jordanië en de ramingen voor af te stoten materieel waarvoor nog geen koper gevonden is of nog geen contract gesloten is. Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:

  1. Pantserrupsvoertuigen (YPR) en diverse wielvoertuigen: dit betreft het afstoten van gevechtsvoertuigen als gevolg van de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
  2. Overtollige voorraden zoals diverse soorten materieel en onderdelen daarvan: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.

3.2 Artikel 2: Maritiem materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het maritiem materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instanhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 2 (Koninklijke Marine) van de Begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Verplichtingen 0 4.239.867 439.731 512.046 633.778 607.824 389.674
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 573.570 576.381 611.850 848.711 905.974 1.178.118
waarvan juridisch verplicht 65,1%
Verwerving
Opdrachten 0 539.391 621.452 699.348 987.258 1.090.963 1.488.835
Verwerving: voorbereidingsfase 0 13.485 45.611 88.027 199.950 224.365 193.982
Verwerving: onderzoeksfase 0 23.446 68.701 173.420 352.351 357.625 945.080
Verwerving: realisatie 0 502.460 507.140 437.901 434.957 508.973 349.773
Instandhouding
Opdrachten 172.737 138.525 138.481 138.508 139.198 137.567
Instandhouding materieel 0 172.737 138.525 138.481 138.508 139.198 137.567
Over-/ onderprogrammering ‒ 138.558 ‒ 183.596 ‒ 225.979 ‒ 277.055 ‒ 324.187 ‒ 448.284
Ontvangsten 0 19.600 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684
Overige ontvangsten materieel 0 19.600 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684
Verplichtingen 502.816 1.009.088 1.043.861 942.270 869.762 869.374 460.454 536.854 718.882 1.157.982
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 1.397.298 1.515.783 1.479.485 1.292.009 1.297.992 1.151.457 929.817 936.701 964.647 1.217.513
waarvan juridisch verplicht
Verwerving
Opdrachten 1.430.116 1.229.239 1.070.841 762.775 664.540 722.163 413.475 509.582 497.006 756.964
Verwerving: voorbereidingsfase 132.071 224.872 247.732 207.704 312.820 328.685 348.843 417.867 338.050 659.894
Verwerving: onderzoeksfase 990.705 803.461 664.763 444.202 310.159 362.146 7.535 7.535 7.535 7.535
Verwerving: realisatie 307.340 200.906 158.346 110.869 41.561 31.332 57.097 84.180 151.421 89.535
Instandhouding
Opdrachten 137.736 137.143 137.729 137.279 137.106 137.104 137.112 137.112 137.112 137.112
Instandhouding materieel 137.736 137.143 137.729 137.279 137.106 137.104 137.112 137.112 137.112 137.112
Over-/ onderprogrammering ‒ 170.554 149.401 270.915 391.955 496.346 292.190 379.230 290.007 330.529 323.437
Ontvangsten 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684
Overige ontvangsten materieel 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684 9.684

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 65,1% van het uitgavenbudget.

Verwerving maritiem materieel

De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in maritieme wapensystemen: de Luchtverdedigings- en Commandofregatten, M-fregatten, patrouilleschepen, Landing Platform Docks (LPD’s), het Joint Support Ship (JSS), de onderzeeboten, mijnenbestrijdingsvaartuigen en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving maritiem materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.

Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS) 100-250 A-Brief B-Brief D-Brief
Vervanging MK 48 Torpedo 100-250 A-Brief B-Brief
Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP) 100-250 A-Brief B-Brief D-Brief
Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU) 100-250 A-Brief
Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA) 100-250 A-Brief B-brief D-brief
Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1) 250-1.000 A-Brief B-Brief D-Brief
Vervanging Future Air Defender (FuAD) 1.000-2.500 A-brief
Vervanging Zr.Ms. Johan de Witt (LPD-2) 250-1.000 A-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  1. De behoeftestelling Midlife Update OPV (A-brief) is 18 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 75). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
  2. De vervanging van de LC-Fregatten is nieuw in de voorbeidingsfase.
  3. De vervanging van de Johan de Wit is nieuw in de voorbereidingsfase.
Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS) Dit betreft de Midlife Update van het Joint Support Ship om het schip in de tweede fase van haar levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.
Vervanging MK 48 Torpedo Dit betreft de vervanging van de «heavy weight» torpedo die door onderzeeboten kan worden gelanceerd.
Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP) Dit betreft de vervanging van het Middelzware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het LCVP (Landing Craft Vehicle & Personnel) is een kleiner landingsvaartuig dan de LCU  (Landing Craft Utility) en is in de eerste plaats bedoeld voor het verplaatsen van personeel. Het vaartuig kan eventueel ook twee landrover-terreinwagens of een BV-206 rupsvoertuig vervoeren. Het landingsvaartuig kan vanuit zogenaamde davit (hijstakels) ingezet worden vanaf verschillende typen schepen.
Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU) Dit betreft de vervanging van het Zware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het Landing Craft Utility is bestemd voor het vervoer van (zwaar) materieel vanaf de amfibische transportschepen. Het kan ook personeel vervoeren.
Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA) Dit project betreft de vervanging van de Standard Missile 2 Block IIIA voor de luchtverdediging op grote afstand.
Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1) Dit betreft de vervanging van het amfibische transportschip Rotterdam, een Landing Platform Dock (LPD).
Vervanging Future Air Defender (FuAD) Betreft vervanging van de Zeven Provinciën-klasse Luchtverdedigings- en Commandofregatten.
Vervanging Zr.Ms. Johan de Witt (LPD-2) Dit betreft de vervanging van het amfibische transportschip Zr.Ms. Johan de Witt, een Landing Platform Dock (LPD). Het project is vergelijkbaar met het project vervanging Zr.Ms. Rotterdam (LPD-1). Het streven is om beide projecten te combineren in één A-brief.

Verwerving maritiem materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV) 100-250
ESSM Block 2: Verwerving en Integratie 250-1.000 B-brief D-brief
Vervanging Hulpvaartuigen 250-1.000 B-Brief D-Brief
Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem 100-250

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  1. De behoeftestelling Midlife Update OPV (A-brief) is 18 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 75). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
  2. Het project vervanging Close-in-Weapon System is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.
  1. Het project FLATM BV is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.
Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV) Dit betreft de Midlife Update van de Oceangoing Patrol Vessel om de schepen in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.
ESSM Block 2: Verwerving en Integratie Het betreft het verwerven en integreren van nieuwe luchtverdedigingsraketten voor de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) en Multipurpose fregatten (M-fregatten). Dit is van belang voor de ondersteuning en de beïnvloeding van landoperaties vanuit zee en voor operaties in en nabij maritieme knooppunten en transportroutes.
Vervanging Hulpvaartuigen Dit betreft de vervanging van het torpedowerkschip, de beide Hydrografische Opnemingsvaartuigen, het transport- en ondersteuningsschip in het Caribische Gebied, vier duikvaartuigen van de Cerberusklasse en het duikopleidingsvaartuig, waarbij gestreefd wordt naar een gemeenschappelijk ontwerp en familievorming waar dat doelmatig is. De technische haalbaarheid en financiële consequenties om deze vaartuigen (gedeeltelijk) emissievrij te maken, worden in de onderzoeksfase nader worden onderzocht. Zoals aangekondigd in de Defensie Energie- en Omgeving Strategie (DEOS) wil Defensie zoveel mogelijk aansluiten bij en gebruik maken van rijksbreed beschikbaar gestelde middelen voor het realiseren van klimaatdoelen. Op basis van de resultaten van de onderzoeksfase (inclusief de technische en financiële mogelijkheden) zal worden bezien of het (gedeeltelijk) emissievrij maken van de hulpvaartuigen kan worden meegenomen in het project. Defensie is rijksbreed in gesprek voor additionele middelen om deze vaartuigen (gedeeltelijk) emissievrij te maken.
Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem Ondanks actieve onderzeebootbestrijding kan het voorkomen dat een onderzeeboot een torpedo lanceert tegen een maritieme taakgroep of een afzonderlijk schip. Een verdediging tegen torpedo’s is daarom noodzakelijk.

Verwerving maritiem materieel - realisatiefase

De volgende maritiem materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Vervanging maritiem surface-to-surface missile 100-250 Commercieel vertrouwelijk
Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten 131,7 18,2 12,3 15,0 28,1 23,2 20,1 14,9
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) 145,1 126,7 13,4 1,8 3,1
Verbetering MK48 Torpedo 208,4 116,8 7,5 20,4 18,7 22,1 17,9 5,1
Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF) 195,2 134,8 31,7 18,8 6,7 3,2
Vervanging MK46 Lightweight Torpedo 227,9 9,5 15,5 23,9 35,0 35,0 27,8 81,3
Verwerving Combat Support Ship (CSS) 380,4 48,0 120,6 107,3 58,6 22,2 23,7
Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM) 946,3 38,9 26,0 75,0 101,5 141,8 157,7 405,4
Vervanging M-fregatten 1.000-2.500 Commercieel vertrouwelijk
Vervanging Onderzeeboten > 2.500 Commercieel vertrouwelijk
Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper) 100-250 Commercieel vertrouwelijk
Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM BV) 250-1.000 Commercieel vertrouwelijk

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  1. Voor de vervanging Close-in-Weapon System (kamerstuknr. 27 830, nr. 329) is op 14 januari 2021 de B-brief met het resultaat van de onderzoeksfase verstuurd. Het project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.
  1. In het project FLATM BV worden Military Off The Shelf (van de plank) voertuigen verworven waardoor de risico’s laag zijn en geen noodzaak is voor een onderzoeksfase (B-fase), daarom is dit project naar de realisatiefase verplaatst.
Vervanging maritiem surface-to-surface missile Vanwege de operationele veroudering van het huidige systeem is het nodig dat Defensie haar fregatten met een vervangende SSM-capaciteit uit te rusten om vijandelijke oppervlakteschepen te kunnen bestrijden en andere missies met een hoog geweldsniveau te kunnen uitvoeren.
Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten De LC-fregatten zijn uitgerust met gelaagde sensor-, wapen- en commandosystemen voor de inzet op de korte, middellange en lange afstand. Het huidige 127 mm kanon vormt hiervan een integraal onderdeel maar is sterk verouderd waardoor vervanging noodzakelijk is.
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) Door de modificatie van de SMART-L radar op de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) levert Nederland een belangrijke bijdrage aan de Europese en bondgenootschappelijke raketverdediging.
Verbetering MK48 Torpedo Het torpedowapensysteem voor onderzeeboten kan zowel tegen oppervlakte-eenheden als tegen onderzeeboten worden ingezet. Met deze verbeterde torpedo kan beter in ondiep water worden opgetreden.
Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF) Met dit instandhoudingsprogramma kan Defensie de Luchtverdedigings- en Commando-fregatten in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant houden.
Vervanging MK46 Lightweight Torpedo Het betreft het verwerven van nieuwe Lightweight Torpedo’s. De Lightweight Torpedo kan door fregatten en NH-90 maritieme helikopters tegen onderzeeboten worden ingezet voor zelfverdediging of juist offensief. De Lightweight Torpedo die Nederland momenteel gebruikt is operationeel verouderd en de onderhoudbaarheid staat onder druk.
Verwerving Combat Support Ship (CSS) Bevoorradingsschepen ondersteunen marineschepen tijdens hun inzet en vergroten daarmee hun effectiviteit. Nederland beschikt momenteel over één schip dat de bevoorradingstaak op zee kan uitvoeren, het Joint Support Ship (JSS) Zr.Ms. Karel Doorman. Om de effectiviteit van de inzet van marineschepen van het Commando Zeestrijdkrachten te vergroten heeft Defensie behoefte aan een tweede bevoorradingsschip.
Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM) Bewegingsvrijheid op zee is van belang, maar kan worden bedreigd door zeemijnen en ongesprongen explosieven. Defensie zal zes mijnenbestrijdingsvaartuigen met onbemande mijnenbestrijdingssystemen verwerven. Dit gebeurt in de vorm van internationale samenwerking met België.
Vervanging M-fregatten M-fregatten vormen in combinatie met onderzeeboten en geëmbarkeerde maritieme gevechtshelikopters (NH-90) een belangrijke capaciteit tegen de dreiging van onderzeeboten en van oppervlakteschepen.
Vervanging Onderzeeboten Zowel het garanderen van de vrije doorgang op zee als de bondgenootschappelijke verdediging vereisen het beschermen van de maritieme aan- en afvoerlijnen van Nederland. Maritieme capaciteiten tot op het hoogste geweldsniveau zijn daarvoor van belang en onderzeeboten nemen hierbij een belangrijke plaats in.
Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper) Dit betreft een wapensysteem om tijdens operaties op open zee en in kustwateren op relatief korte afstand luchtdoelen en oppervlaktedoelen te kunnen bestrijden, ook bij een hoge dreiging.
Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM BV) Dit betreft de vervanging van het Over-Snow en All Terrain voertuig van het Korps Mariniers.

Instandhouding maritiem materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door de Directie Maritieme Instandhouding gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste maritieme wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de marine doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de marine aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Luchtverdedidings- en Commandofregatten (LCF) 48,2 34,5 39,2 28,6 29,9 27,1 31,2
M-fregatten 14,7 11,3 9,2 8,7 13,1 11,1 7,7
Patrouilleschepen 16,9 10,7 12,6 14,2 13,6 11,6 10,2
Landing Platform Docks 18,0 12,7 20,8 11,1 23,0 9,4 13,3
Joint Support Ship/Combat Support Ship 13,4 6,4 7,0 9,9 8,1 26,6 8,3
Onderzeeboten 25,4 25,1 26,2 23,8 22,3 23,2 22,6
Mijnenbestrijdingsvaartuigen 17,0 12,0 11,8 12,6 11,7 8,4 6,9

Over-/onderprogrammering maritiem materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 5 Maritiem materieel

3.3. Artikel 3: Land materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het land materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 3 (Koninklijke Landmacht) van de Begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Verplichtingen 0 1.186.233 546.506 552.121 870.157 941.137 736.488
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 617.402 666.136 668.438 832.616 827.379 652.482
waarvan juridisch verplicht 55,8%
Verwerving
Opdrachten 0 469.296 587.824 628.910 810.293 828.650 575.805
Verwerving: voorbereidingsfase 0 9.528 5.689 67.069 196.866 120.060 61.730
Verwerving: onderzoeksfase 0 1 11.052 30.633 101.430 94.543 25.387
Verwerving: realisatie 0 459.767 571.083 531.208 511.997 614.047 488.688
Instandhouding
Opdrachten 0 268.658 251.974 242.747 249.716 246.703 250.050
Instandhouding materieel 0 268.658 251.974 242.747 249.716 246.703 250.050
Over-/ onderprogrammering 0 ‒ 120.552 ‒ 173.662 ‒ 203.219 ‒ 227.393 ‒ 247.974 ‒ 173.373
Ontvangsten 0 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500
Overige ontvangsten materieel 0 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500
Verplichtingen 453.430 381.302 440.677 513.671 642.715 486.318 450.306 649.232 705.106 735.284
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 541.292 442.611 663.299 769.724 884.301 818.558 615.464 774.745 1.024.143 961.287
waarvan juridisch verplicht
Verwerving
Opdrachten 329.795 171.000 329.189 342.765 483.317 291.366 181.732 333.256 463.932 495.926
Verwerving: voorbereidingsfase 54.740 41.066 237.125 235.768 397.278 211.907 114.305 228.751 306.320 369.040
Verwerving: onderzoeksfase 30.693 2.039 2.039 2.039 2.039 2.039 2.039 9.760 2.008 4.090
Verwerving: realisatie 244.362 127.895 90.025 104.958 84.000 77.420 65.388 94.745 155.604 122.796
Instandhouding
Opdrachten 250.828 250.828 250.828 250.828 250.778 250.778 250.778 250.778 251.678 253.461
Instandhouding materieel 250.828 250.828 250.828 250.828 250.778 250.778 250.778 250.778 251.678 253.461
Over-/ onderprogrammering ‒ 39.331 20.783 83.282 176.131 150.206 276.414 182.954 190.711 308.533 211.900
Ontvangsten 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500
Overige ontvangsten materieel 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 55,8% procent van het uitgavenbudget.

Verwerving land materieel

De geraamde uitgaven aan verwerving van land materieel betreffen uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die op het land worden ingezet, zoals de CV90, Fennek, Boxer, Bushmaster, grondgebonden luchtverdedingssystemen, de Leopard II bergings- en brugleggende tanks en de Kodiak, de Pantserhouwitser, UAV’s en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving land materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de land materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Indien van toepassing wordt ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is in de tabel opgenomen.

Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD) 100-250 A-Brief B-Brief D-Brief
MLU Boxer 250-1.000 A-brief
Vervanging Medium Range Anti Tank (MRAT) 250-1.000 A-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  1. De vervanging van de Amarok is verplaatst vanuit de voorberedingsfase voor land materieel naar de voorbereidingsfase voor defensiebreed materieel, aangezien dit project in verbinding staat met DVOW.
  2. De vervanging van de Medium Range Anti-Tank is nieuw in de voorbereidingsfase.
Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD) In dit project is een modernisering van de Very Short Range Air Defence capaciteit voorzien.
MLU Boxer Dit betreft de Midlife Update van het groot pantserwielvoertuig Boxer om dit voertuig in de tweede fase van de levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.
Vervanging Medium Range Anti Tank (MRAT) Dit project betreft de vervanging van de grondgebonden anti-tank capaciteit voor de middellange afstand.

Verwerving land materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de land materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit) 250-1.000 B-brief D-brief

Er is een wijziging ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  1. Het projectbudget van de Medium-Range Air Defence (MRAD) (interceptiecapaciteit) is gewijzigd van € 100-250 miljoen naar € 250-1.000 miljoen, omdat - vanwege operationele en doelmatigheidsredenen - de projecten MRAD en Army Ground Based Air Defense (AGBADS) in 2021 zijn samengevoegd. Met ingang van het DMF 2022 wordt dus enkel nog gerapporteerd over MRAD. Een uitgebreidere toelichting is terug te vinden in de 'Afwijkingsrapportage ten opzichte van het Defensie Projecten Overzicht 2020', die op 19 mei 2021 aan de Kamer is aangeboden.
Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit) Dit project betreft de vervanging van interceptiecapaciteit van de luchtverdediging op middellange afstand om eenheden, vitale objecten en gebieden te beschermen tegen aanvallen van vliegtuigen, helikopters, grote Unmanned Aircraft Systems (UAS) en Cruise Missiles.

Verwerving land materieel - realisatiefase

De volgende land materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten 228,6 3,2 0,0 0,0 0,0 89,1 136,3
Verlenging levensduur Patriot 146,6 42,8 21,3 29,9 27,4 17,5 7,7
C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit 153,3 72,2 26,9 26,4 16,2 11,5
Midlife Update Fennek 422,6 8,3 14,6 40,4 78,4 107,2 180,8
Midlife Update voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL 773,2 28,7 91,0 34,7 42,4 157,6 148,8 270,0
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie 837,5 791,1 15,6 20,0 5,0 5,8
Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL) 100-250 Commercieel vertrouwelijk
Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT) 100-250 Commercieel vertrouwelijk

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden in het volgende project:

  1. In juli 2021 is met de Amerikaanse overheid de overeenkomst van de 'aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten' ondertekend. Daarmee is dit project niet langer commercieel vertrouwelijk.
  2. Het project Army Ground Based Air Defence System (AGBADS) is - vanwege operationele en doelmatigheidsredenen - samengevoegd met de MRAD en daarom - in tegenstelling tot vorig jaar - niet meer zichbaar als project in realisatie. Met ingang van het DMF 2022 wordt dus enkel nog gerapporteerd over MRAD. Een uitgebreidere toelichting hierover is terug te vinden in de 'Afwijkingsrapportage ten opzichte van het Defensie Projecten Overzicht 2020', die op 19 mei 2021 aan de Kamer is aangeboden.
  1. De bracket van de MLU Pantserhouwitser is gewijzigd van € 25-100 miljoen naar € 100-250 miljoen, omdat het aantal Pantserhouwitsers dat een MLU zal ondergaan met tien stuks is verhoogd naar een totaal van vijfendertig. Waar vorig jaar dit project enkel zichtbaar was in het DPO, is het door de bracketverhoging (groter 100 miljoen) vanaf dit jaar dus ook zichtbaar in het DMF.
  2. De Midlife Update Fennek is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.
  3. De Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-pakket is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.
Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten Dit project betreft het aanvullen van de voorraad PAC-3 Patriotraketten tot het niveau dat benodigd is voor de tweede hoofdtaak van Defensie.
Verlenging levensduur Patriot Het project betreft de vernieuwing en instandhouding van componenten van de Patriot en de aan het wapen verbonden apparatuur. Hierdoor zal het Patriot-systeem tenminste tot 2040 operationeel kunnen worden ingezet voor lucht- en raketverdediging. Dit project versterkt de effectieve inzet, veiligheid en bescherming en hoogwaardige commandovoering.
C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit Nederlandse militaire eenheden worden steeds vaker geconfronteerd met de dreiging van aanvallen met Rockets, Artillery and Mortars (RAM). Vooral de geïmproviseerde varianten van deze wapens zijn eenvoudig te verkrijgen, gemakkelijk te bedienen en vormen een significante bedreiging voor Nederlandse eenheden. Ook is er een toenemende dreiging van kleine onbemande vliegtuigen (Class 1 UAV of drones). Gestreefd wordt naar de introductie van multi-missie-sensoren die naast de dreigingen van RAM en Class 1 UAV ook de dreiging van Air Breathing Threats (vliegtuigen en helikopters) en Cruise Missies aankunnen.
Midlife Update Fennek Dreigingen zijn complexer geworden en daarbij is het belang van het snel verzamelen, verwerken en analyseren van informatie vergroot. De Fennek levert aan informatievergaring een belangrijke bijdrage. Het doel van de Midlife Update is de Fennek technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden tijdens de resterende levensduur. De Midlife Update omvat een breed scala aan maatregelen voor verbetering van de functionaliteiten bescherming, vuurkracht, mobiliteit, waarneming, commandovoering, training en instandhouding.
Midlife Update voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL De Midlife Update dient om het wapensysteem technisch inzetbaar te houden tot aan het einde van de levensduur en de operationele relevantie te waarborgen binnen de huidige veiligheidscontext en dreiging. Met de Midlife Update blijven ook de instandhoudingskosten van de CV90 beheersbaar. Daarnaast wordt de bescherming van de CV90 verhoogd.
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie Dit project betreft de internationale ontwikkeling van een nieuw pantserwielvoertuig, de Boxer. Het betreft de ontwikkeling van een gemeenschappelijk basisvoertuig en specifieke landgebonden missiemodulen. Voor Nederland worden momenteel voor operationeel gebruik vier versies voorzien: commandopost, ambulance, vracht, en genie.
Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL) Dit project is een binationale samenwerking met Duitsland. De werkzaamheden omvatten onder andere het moderniseren van het elektronicaconcept en het vervangen van het interne ventilatiesysteem. Dit moet de beschikbaarheid van het systeem verbeteren. Daarnaast wordt het laadsysteem aangepast, zodat het mogelijk wordt de reguliere vuursnelheid ook met de lange dracht projectielen te behalen. Ten slotte wordt de bepantsering gemoderniseerd en wordt het zicht bij verplaatsingen bij duisternis verbeterd door aanpassingen van de nachtzichtapparatuur.
Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT) Defensie beschikt over niet-voertuig gebonden anti-tank wapensystemen, waarmee vijandelijke pantservoertuigen en tanks kunnen worden bestreden. Om technische en operationele veroudering te voorkomen worden de huidige Very Short Range Anti-Tank (VSRAT) systemen en de Short Range Anti-Tank (SRAT) systemen vervangen.

Instandhouding land materieel

De instandhouding van het land materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Materieel Logistiek Commando gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de volgende tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de Landmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat er sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de Landmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

CV9035NL Infanterie Gevechtsvoertuigen 57,1 44,7 47,0 38,0 33,7 32,7 32,7
Pantserwielvoertuigen 13,0 31,6 31,7 31,2 30,5 30,3 33,3
Grondgebonden Luchtverdediging 36,0 40,9 52,3 64,6 50,5 50,4 45,7
Wissellaadsystemen en trekkeropleggercombinaties 17,6 13,0 15,5 15,5 15,5 15,5 15,5
Ondersteunende tanks 17,7 12,6 15,6 14,9 14,9 14,9 14,9
Artillerie 29,1 27,0 26,7 26,7 26,2 28,2 28,2
Unmanned Aerial Vehicles 5,1 5,8 24,6 24,7 24,5 24,5 24,5
Vrachtwagens 16,9 13,5 17,5 15,3 14,4 13,4 12,8

Over-/onderprogrammering land materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering.

Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 6 Land materieel

3.4. Artikel 4: Lucht materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het lucht materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 4 (Koninklijke Luchtmacht) van de Begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Verplichtingen 0 649.025 636.913 1.220.762 849.210 1.204.329 945.741
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 1.321.130 1.196.398 1.089.750 1.136.912 1.084.409 855.897
waarvan juridisch verplicht 82,7%
Verwerving
Opdrachten 0 1.418.534 1.359.903 1.244.563 1.228.174 1.120.616 791.750
Verwerving: voorbereidingsfase 0 333 13.117 10.454 148.150 345.077 295.914
Verwerving: onderzoeksfase 0 0 0 0 0 0 0
Verwerving: realisatie 0 1.418.201 1.346.786 1.234.109 1.080.024 775.539 495.836
Instandhouding
Opdrachten 0 266.987 238.253 247.341 253.402 296.792 302.540
Instandhouding materieel 0 266.987 238.253 247.341 253.402 296.792 302.540
Over-/ onderprogrammering 0 ‒ 364.391 ‒ 401.758 ‒ 402.154 ‒ 344.664 ‒ 332.999 ‒ 238.393
Ontvangsten 0 0 0 100 400 600 600
Overige ontvangsten materieel 0 0 0 100 400 600 600
Verplichtingen 918.000 930.224 638.756 465.813 391.287 392.174 521.407 507.937 520.581 87.204
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 795.497 934.933 774.858 620.636 515.763 541.711 668.294 555.261 555.189 433.897
waarvan juridisch verplicht
Verwerving
Opdrachten 559.240 563.140 376.230 210.110 163.573 123.120 182.688 161.405 152.429 92.921
Verwerving: voorbereidingsfase 224.115 285.337 89.298 62.563 12.235 10.122 61.505 50.825 36.398 ‒ 26.777
Verwerving: onderzoeksfase 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verwerving: realisatie 335.125 277.803 286.932 147.547 151.338 112.998 121.183 110.580 116.031 119.698
Instandhouding
Opdrachten 302.951 303.349 303.445 302.560 301.355 301.789 301.689 301.489 301.389 301.273
Instandhouding materieel 302.951 303.349 303.445 302.560 301.355 301.789 301.689 301.489 301.389 301.273
Over-/ onderprogrammering ‒ 66.694 68.444 95.183 107.966 50.835 116.802 183.917 92.367 101.371 39.703
Ontvangsten 600 600 700 800 800 900 900 1.000 1.000 1.000
Overige ontvangsten materieel 600 600 700 800 800 900 900 1.000 1.000 1.000

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 82,7% van het uitgavenbudget.

Verwerving lucht materieel

De geraamde uitgaven betreffen de uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die in de lucht worden ingezet, zoals de jachtvliegtuigen (F-16 en F-35), helikopters (Apache, Chinook, Cougar en NH-90) en tank- en transportvliegtuigen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving lucht materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt - indien van toepassing - de planning weergegeven van de lucht materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.

Block upgrade NH-90 100-250 A-Brief B/D-Brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  1. De behoeftestelling van het project Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit (A-brief) is 16 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 325). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
Block upgrade NH-90 Het doel is om samen met de andere Europese NH-90 NATO Frigate Helicopter (NFH)-gebruikers in het internationale samenwerkingsverband zeker te stellen dat het wapensysteem tot de geplande End Life of Type (ELOT) (2040-2045) operationeel relevant en inzetbaar blijft en interoperabiliteit met andere eenheden gegarandeerd is.

Verwerving lucht materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt - indien van toepassing - de planning weergegeven van de lucht materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.

Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit 100-250 B-brief D-brief
Vervanging tactische luchttransport capaciteit 250-1.000 B-brief D-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  1. De behoeftestelling van het project Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit (A-brief) is 16 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 325). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
  2. De behoeftestelling van het project tactische luchttransport capaciteit (A-brief) is 12 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk Kamerstuk 27 830, nr. 317). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.
Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit Dit betreft de vervanging van de PC-7 opleidingsvliegtuigen in verband met het geplande einde van de levensduur in 2026.
Vervanging tactische luchttransport capaciteit Dit betreft de vervanging van de C-130 transportvliegtuigen. Einde levensduur stond in verband met een MLU gepland in 2030. Nu de MLU vervalt, wordt de C-130 eerder vervangen.

Verwerving lucht materieel - realisatiefase

De volgende lucht materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

AH-64D block II upgrade 118,3 79,9 6,1 16,4 16,0
F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket 127,7 5,2 4,8 19,4 5,6 0,8 49,5 42,3
Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) 194,3 81,1 50,0 50,0 8,0 5,2
Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT)) 250-1.000 Commercieel vertrouwelijk
Apache Remanufacture 952,5 33,9 44,8 142,8 165,2 261,8 179,1 125,0
Chinook Vervanging en Modernisering 1012,8 620,6 262,9 58,2 27,7 43,3
NH-90 1226,0 1080,2 5,3 27,0 56,5 40,0 17,0
Verwerving F-35 5928,1 2863,5 678,5 696,1 548,5 361,9 189,1 590,6
Bouw en inrichting F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35) 103,6 73,1 13,1 6,2 6,2 4,9

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  1. AH-64D zelfbescherming (ASE) is dit jaar niet meer opgenomen in het DMF, omdat het project een financiële omvang onder de 100 miljoen kent. Het DPO, dat gelijktijdig met het DMF op Prinsjesdag aan de Kamer wordt aangeboden, omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.
  2. De reeks voor de verwerving van de F-35 is niet langer commercieel vertrouwelijk en om die reden in deze begroting openbaar. Meer informatie over dit project is terug te vinden in de 'Voortgangsrapportage project Verwerving F-35', die jaarlijks gelijktijdig met de defensiebegrotingen op Prinsjesdag aan de Kamer wordt aangeboden.
  3. Eind 2020 is het project 'bouw en inrichten F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35) uitgebreid om invulling te geven aan de verdere doorgroei van het F135 motoronderhoud in de komende jaren tot eind 2024. Daarom is dit project dit jaar voor het eerst zichtbaar in het DMF.
AH-64D block II upgrade De huidige versie van de Nederlandse Apache, de block I-versie, heeft de grenzen van haar operationele capaciteiten bereikt. De enige andere gebruiker van deze versie van de Apache, de Amerikaanse landmacht, is in hoog tempo zijn toestellen aan het moderniseren. Door de block II upgrade houdt Nederland operationele en logistieke aansluiting met de Verenigde Staten.
F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket Het project betreft de behoefte aan een lucht middellange- tot lange afstandsraket voor de F-35. Voor het jachtvliegtuig is een middellange tot lange afstandsraket een onmisbare capaciteit voor het scheppen en behouden van het luchtoverwicht en zelfverdediging.
Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) Dit betreft de verwerving en introductie van een MALE UAV-systeem, bestaande uit vier MALE UAV-toestellen met sensoren en grondstations van waaruit de toestellen worden bediend.
Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT)) Doel van dit internationale project onder de vlag van het Europees Defensie Agentschap is de gezamenlijke verwerving van Air-to-Air refueling- en lucht-transportcapaciteit (Multi Role Tanker Transport vliegtuigen) (MRTT). Het gaat hierbij om een reductie van de tekortkoming van een belangrijke strategische capaciteit in Europa. Naast het gebruik voor Air-to-Air refueling en luchttransport wordt inzet van de vliegtuigen voorzien voor humanitaire noodhulp en (medische) evacuaties.
Apache Remanufacture De inzet van de AH-64D (Apache) wordt gaandeweg bemoeilijkt door technische en operationele factoren. De US Army, de belangrijkste gebruiker, biedt een Remanufacture programma aan waarmee de helikopter gemoderniseerd wordt naar de nieuwe E-standaard. Door deel te nemen aan het Remanufacture programma beschikt Defensie vanaf begin 2025 over een operationeel relevante, kosteneffectieve en toekomstbestendige Apachevloot en loopt daarmee gelijk op met de laatste standaard van de US Army, de AH-64E.
Chinook Vervanging en Modernisering Dit betreft de verwerving van veertien nieuwe CH-47F MYII CAAS Chinook helikopters voor de vervanging van de elf oudere CH-47D toestellen en de uitbreiding van de vloot, alsmede de standaardisatie van de Chinookvloot door de modernisering van de huidige zes CH-47F(NL).
NH-90 Dit project betreft het verwerven van twaalf helikopters voor diverse maritieme taken en acht helikopters in een transportconfiguratie, die geschikt zijn gemaakt voor tactische transporttaken vanaf het land en vanaf schepen. Defensie neemt daarom deel aan het helikopterproject NH-90, een internationaal programma met België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Helikopters zijn inmiddels geleverd. Er vinden nog werkzaamheden plaats om de reeks geleverde producten op de afgesproken configuratie te brengen.
Verwerving F-35 Het project Verwerving F-35 heeft tot doel te voorzien in de aanschaf en invoering van de F-35 ter vervanging van het F-16 gevechtsvliegtuig. Defensie wil over 46 F-35 toestellen beschikken die in 2024 volledig operationeel inzetbaar zijn. Het project is er op gericht dat doel, het bereiken van de status Full Operational Capability (FOC), tijdig en binnen het investeringsbudget te halen.
Bouw en inrichten F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35) Het project bouw en inrichten F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35) heeft tot doel het tijdig bouwen en inrichten van een nieuwe F-35 motorenonderhoudsfaciliteit op locatie Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW).

Instandhouding lucht materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Logistiek Centrum in Woensdrecht gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de luchtmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de luchtmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Jachtvliegtuigen F-16 50,7 40,6 36,6 26,9 20,0 7,5 4,0
Jachtvliegtuigen F-35 63,3 99,3 124,8 154,0 198,5 242,6 242,4
Tankvliegtuigen KDC-10 11,0 7,1 4,0 3,2 3,0 3,0 3,0
Multi Role Tanker Transport (MRTT) 4,2 7,4 18,4 21,2 22,4 22,4 22,5
Transportvliegtuigen C-130 12,1 14,5 13,7 13,5 13,9 13,3 13,3
Gevechtshelikopters AH-64 Apache 32,5 38,5 30,4 30,4 30,9 30,1 30,1
Transporthelikopters CH-47 Chinook 23,8 25,4 26,4 26,3 26,8 25,9 25,9
Transporthelikopters AS-532 Cougar 29,9 23,9 16,6 13,0 13,2 13,5 13,5
Maritieme helikopers NH-90 44,1 42,9 50,6 50,8 51,4 51,5 51,5

Over-/onderprogrammering lucht materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2028 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 7 Lucht materieel

3.5. Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 8 (Defensie Ondersteuningscommando) van de Begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Verplichtingen 0 740.127 812.035 793.068 588.068 579.038 524.772
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 781.878 851.402 826.380 622.464 616.757 564.761
waarvan juridisch verplicht 18,8%
Verwerving
Opdrachten 0 404.136 576.337 607.067 536.410 539.234 469.974
Verwerving: voorbereidingsfase 0 108.341 208.478 220.053 204.524 261.713 239.006
Verwerving: onderzoeksfase 0 0 0 0 0 0 0
Verwerving: realisatie 0 295.795 367.859 387.014 331.886 277.521 230.968
Instandhouding
Opdrachten 0 420.169 401.083 403.542 261.760 254.540 252.249
Instandhouding infrastructuur 0 420.169 401.083 403.542 261.760 254.540 252.249
Onzekerheidsreservering 0 0 0 0 0 0 0
Over-/ onderprogrammering 0 ‒ 42.427 ‒ 126.018 ‒ 184.229 ‒ 175.706 ‒ 177.017 ‒ 157.462
Ontvangsten 0 25.199 25.599 27.899 27.899 27.899 27.899
Overige ontvangsten infrastructuur 0 25.199 25.599 27.899 27.899 27.899 27.899
Verplichtingen 499.337 488.768 485.483 555.838 556.594 560.628 559.878 559.870 597.612 548.637
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 538.404 522.930 521.233 594.495 595.354 599.371 599.046 599.037 597.612 548.637
waarvan juridisch verplicht
Verwerving
Opdrachten 437.285 406.911 320.969 181.198 165.667 165.650 184.436 165.708 140.609 132.210
Verwerving: voorbereidingsfase 216.434 171.672 122.011 18.180 18.180 18.180 36.909 18.180 18.180 17.482
Verwerving: onderzoeksfase 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verwerving: realisatie 220.851 235.239 198.958 163.018 147.487 147.470 147.527 147.528 122.429 114.728
Instandhouding
Opdrachten 253.142 258.047 256.349 252.130 252.989 257.006 256.681 256.681 256.872 256.847
Instandhouding infrastructuur 253.142 258.047 256.349 252.130 252.989 257.006 256.681 256.681 256.872 256.847
Onzekerheidsreservering 42.188 2.033
Over-/ onderprogrammering ‒ 152.023 ‒ 142.028 ‒ 56.085 161.167 176.698 176.715 115.741 174.615 200.131 159.580
Ontvangsten 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899
Overige ontvangsten infrastructuur 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899 27.899

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het op 1 januari 2022 naar verwachting om 18,8% van het uitgavenbudget. Dit percentage is exclusief de jaarovereenkomst tussen het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Defensie en om die reden relatief laag, omdat de jaarovereenkomst tussen het RVB en Defensie begin januari 2022 tot stand komt en dan verplicht wordt. Naar verwachting wordt op basis van de jaarovereenkomst in januari 2022 61,4% van het jaarbudget verplicht.

Verwerving infrastructuur en vastgoed

De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van infrastructuur en vastgoed, inclusief de bijbehorende apparaatskosten RVB en de inrichtingskosten. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget.

Met de Kamerbrief over het Strategisch Vastgoedplan ((SVP), Kamerstuk 33763, nr. 151) is de Kamer geïnformeerd over de ambitie van Defensie om de vastgoedportefeuille op lange termijn weer gezond te krijgen. Zoals ook uit het IBO Vastgoed Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 77) blijkt, is de omvang van de Defensieportefeuille niet in balans met het beschikbare budget. Er is meer budget nodig of minder vastgoed. Voor de voorbereiding en uitwerking van het SVP is een eerste bedrag van € 700 miljoen gereserveerd voor de komende tien jaar. Binnen dit beschikbare budget kunnen nu, naast het bestaande bouw- en onderhoudsprogramma, twee revitaliseringsprogramma's ontwikkeld worden. Daarnaast zijn de middelen ingezet om reguliere investeringsachterstanden in te lopen, enkele locaties open te houden die niet conform planning konden worden afgestoten en voor dringende thematische problematiek, waarvoor op korte termijn moest worden ingegrepen vanwege (voedsel)veiligheid, wet- en regelgeving en prioriteiten ten behoeve van het personeel, zoals legering.

Verwerving infrastructuur en vastgoed - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.

Revitalisering Johannes Postkazerne 100-250 A-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  1. Het project revitalisering Johannes Postkazerne is nieuw toegevoegd aan de voorbereidingsfase.
  2. De behoeftestelling Revitalisering Bernhardkazerne (A-brief) is 2 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 70). Dit project is daarmee naar de realisatiefase verschoven.
Revitalisering Johannes Postkazerne Dit is de tweede kazerne die in het revitaliseringsplan is opgenomen, waarbij integraal het hele object doelmatig gereed gemaakt wordt voor de toekomst en weer op technische kwaliteit gebracht wordt.

Verwerving infrastructuur en vastgoed - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD 250-1.000

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  1. Op 20 januari 2021 is de A-brief voor de herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342). Dit project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.
Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD Dit project voorziet in de gezamenlijke huisvesting van de AIVD en MIVD. Met de kamerbrief van 4 juni 2021 (Kamerstuk 30 977, nr. 342) is de Kamer over de laatste stand van zaken inzake de gezamenlijke huisvesting voor de AIVD en MIVD geinformeerd.

Verwerving infrastructuur en vastgoed - realisatiefase

De volgende infrastructuur en vastgoed projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

DBFMO Nationaal Militair Museum 118,4 25,80 5,43 5,34 5,10 5,34 5,87 65,6
Verbeteren Legering Defensiebreed (fase 1) 165,0 5,4 75,1 63,0 21,4
Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid 156,4 123,9 17,8 14,8
Nieuwbouw Technology Center Land (TCL) 100-250 Commercieel vertrouwelijk
Aanpassing Vastgoed Defensie 313,6 58,1 45,4 57,8 39,3 30,4 29,9 52,7
DBFMO Kromhoutkazerne 621,6 169,6 33,5 31,8 28,2 29,1 31,9 297,6
Herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) 250-1.000 Commercieel vertrouwelijk
Revitalisering Bernhardkazerne 250-1.000 Commercieel vertrouwelijk

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  1. Op 20 januari 2021 is de A-brief voor de herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342). Dit project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.
  2. De behoeftestelling Revitalisering Bernhardkazerne (A-brief) is 2 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 70). Dit project is daarmee naar de realisatiefase verschoven.
DBFMO Nationaal Militair Museum De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie integraal aanbesteed. Om deze reden is dit geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van het gebouw, is het Design, Build en Finance deel van het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels is het gebouw in gebruik genomen.
Verbeteren Legering Defensiebreed (fase 1) Het programma Legering Defensiebreed is gestart naar aanleiding van de bevindingen van de vastgoedinventarisatie in 2019. Dit project betreft het eerste deel van het programma, fase 1, waarvan de uitvoering is gepland van 2020 tot en met 2022. Binnen fase 1 wordt voor 68 gebouwen groot onderhoud gepleegd en interieur vervangen. In 2022 wordt gestart met de voorbereiding van fase 2 Verbetering Legering.
Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid Dit project betreft het op veiligheidsniveau aanpassen van de legeringsgebouwen in Nederland, Duitsland en het Caribisch gebied en is in uitvoering. Waar nodig worden interim-maatregelen getroffen voor de legering. De Kamer is hierover op 25 april 2019 en 22 mei 2020 geïnformeerd met de brieven Stand van zaken vastgoed Defensie (Kamerstukken 2018-2019, 34919, nr. 35 en 2019-2020, 34919, nr. 55) en de afwijkingsrapportage Defensie Projectenoverzicht op 20 mei 2020 (Kamerstuk 2019-2020, 27830, nr. 306). In 2022 wordt het programma naar verwachting afgerond.
Nieuwbouw Technology Center Land (TCL) De huidige zeer gedateerde en niet meer passende huisvesting van MatlogCo, Afdeling Techniek wordt vervangen door nieuwe en toekomstbestendige huisvesting in het Nieuwbouw Technology Center Land (TCL). Het TCL wordt het Centrum voor technologische activiteiten in het grondgebonden domein. Defensie krijgt met de bouw) van het TCL een moderne faciliteit voor technisch hoogwaardige, betrouwbare en
innovatieve instandhouding, modificaties en beproevingen van grondgebonden systemen en voor concept development & experimentation ICD&E).
Aanpassing Vastgoed Defensie Dit project betreft het aanpassen van bestaande infrastructuur aan nieuwe en aangescherpte wet- en regelgeving en bestaat uit zeven deelprojecten: o.a. vervanging HCFKs, op norm brengen van drinkwaterinstallaties, verwijderen van asbest, vervangen brandmeldinstallaties, inventarisatie onderhoudsstaat monumenten, middelgrote stookinstallaties en brandveilig maken van overige gebouwen niet zijnde legering.
DBFMO Kromhoutkazerne De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie integraal aanbesteed. Om deze reden is dit geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van deze gebouwen, is het Design, Build en Finance deel van het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels zijn de gebouwen in gebruik genomen.
Herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) Op 14 februari 2020 heeft het Kabinet het voorgenomen besluit genomen om de marinierskazerne op Kamp Nieuw Milligen (KNM) in Apeldoorn te realiseren (Kamerbrief 33 358, nr. 15). Dit is op 14 juli 2020 omgezet in een definitief besluit waarover de Kamer is geïnformeerd met de Kamerbrief "definitief besluit verhuizing Korps Mariniers". Op 20 januari 2021 is de A-brief van dit project aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342) .
Revitalisering Bernhardkazerne Dit is het eerste project in het revitaliseringsplan voor het Defensievastgoed. De Bernhardkazerne vormt een pilot waarbij wordt gekozen voor een integrale aanpak vanuit een objectbenadering in plaats van de huidige gebouwbenadering, om zo een object in samenhang weer op technische kwaliteit te brengen.

Instandhouding infrastructuur en vastgoed

De geraamde uitgaven dienen voor de instandhouding van het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. De omvang van de vastgoedportefeuille van Defensie is bijna 6 miljoen m2 bebouwd vloeroppervlak verdeeld over totaal 464 locaties in binnen- en buitenland. De portefeuille omvat circa 11.000 gebouwen. Daarnaast bezit Defensie circa 350 miljoen m2 terrein, waarvan circa 260 miljoen m2 aan oefen- en schietterreinen. Defensie gebruikt bovendien ook indirect ruimte: geluidsruimte om te kunnen vliegen en veiligheidszones rondom bijvoorbeeld munitieopslag. Zoals aangegeven in de leeswijzer onder de opzet DMF wordt naar aanleiding van de toezegging van de Minister (Kamerstuk 35 280, nr. 7) vanaf dit jaar de instandhoudingsbijlage vastgoed opgenomen in de begroting van het DMF.

Daarnaast kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie - zoals ook in de materieelagenda aangegeven - een mismatch met de behoefte. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhousingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Over-/onderprogrammering infrastructuur en vastgoed

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2029 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 8 Infrastuctuur en vastgoed

Ontvangsten

De verkoopopbrengsten infrastructuur en vastgoed hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Het overtollig vastgoed wordt in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder de oude werkwijze plaats.

Onzekerheidsreservering

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s. Voor vastgoedprojecten met een financiële omvang in het Defensie Lifecycle Plan (DLP) van meer dan € 50 miljoen en waarvoor door het RVB nog geen financiële verplichting is aangegaan met een marktpartij wordt één keer per jaar beoordeeld of de gehanteerde kostenkengetallen nog actueel zijn.

3.6. Artikel 6: IT

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van de IT van Defensie. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is nauw gerelateerd aan beleidsartikel 7 (Defensie Materieel Organisatie) van de begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Verplichtingen 0 824.387 689.361 757.491 520.428 516.386 499.688
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 824.387 792.011 757.491 520.428 516.386 499.688
waarvan juridisch verplicht 39,7%
Verwerving
Opdrachten 0 663.264 773.237 627.935 516.329 429.903 335.242
Verwerving: voorbereidingsfase 0 225.994 425.475 369.808 346.176 330.031 255.883
Verwerving: onderzoeksfase 0 0 0 0 0 0 0
Verwerving: realisatie 0 437.270 347.762 258.127 170.153 99.872 79.359
Instandhouding
Opdrachten 0 308.453 303.866 302.702 250.621 251.229 249.219
Instandhouding infrastructuur 0 308.453 303.866 302.702 250.621 251.229 249.219
Onzekerheidsreservering 0 0 0 0 0 0 0
Over-/ onderprogrammering 0 ‒ 147.330 ‒ 285.092 ‒ 173.146 ‒ 246.522 ‒ 164.746 ‒ 84.773
Ontvangsten 0 15.181 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769
Overige ontvangsten infrastructuur 0 15.181 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769
Verplichtingen 470.971 434.720 507.680 448.673 467.638 489.154 803.875 787.243 463.913 443.172
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 470.971 434.720 507.680 448.673 467.638 489.154 803.875 787.243 463.913 440.172
waarvan juridisch verplicht
Verwerving
Opdrachten 308.909 233.670 198.746 327.619 129.121 127.181 126.141 123.398 122.214 117.610
Verwerving: voorbereidingsfase 226.666 153.015 123.684 251.975 55.968 55.968 55.968 53.161 53.248 48.000
Verwerving: onderzoeksfase 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verwerving: realisatie 82.243 80.655 75.062 75.644 73.153 71.213 70.173 70.237 68.966 69.610
Instandhouding
Opdrachten 237.101 237.414 237.018 237.183 237.466 237.002 237.052 239.809 237.879 238.124
Instandhouding infrastructuur 237.101 237.414 237.018 237.183 237.466 237.002 237.052 239.809 237.879 238.124
Onzekerheidsreservering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Over-/ onderprogrammering ‒ 75.039 ‒ 36.364 71.916 ‒ 116.129 101.051 124.971 440.682 424.036 103.820 84.438
Ontvangsten 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769
Overige ontvangsten infrastructuur 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769 16.769

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 39,7% van het uitgavenbudget.

Verwerving IT

De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in IT. Onderstaande tabellen tonen de IT-projecten voor de komende vijftien jaar die groter zijn dan € 100 miljoen, onderverdeeld naar voorbereidingsfase, onderzoeksfase en realisatiefase. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget. Aangezien Defensie een nog meer informatiegestuurde organisatie wil worden zal een groter deel van het investeringsbudget binnen de Defensiebegroting, nu en in de toekomst, bestemd worden voor IT uitgaven. Momenteel wordt gewerkt aan een analyse van de concrete investeringsbehoefte voor IT.

Verwerving IT - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de IT projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.

Joint EOV: Electronic attack 100-250 A-brief
SAP4HANA 100-250

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:

  1. Het project Joint EOV: Electronic attack is toegevoegd aan de voorbereidingsfase.
Joint EOV: Electronic attack Het project Joint EOV: Electronic attack voorziet in capaciteit om cyber- en elektromagnetische activiteiten te beïnvloeden.
SAP4HANA Dit project betreft het invoeren van een nieuw Enterprise Resource System, ter vervanging van het huidige verouderende SAP, bedoeld om de defensiebrede bedrijfsvoering, materiele gereedheid en besturing doelmatig te ondersteunen op het gebied van materieellogistiek en financiën. Als zodanig is het essentieel voor het ondersteunen van operationele activiteiten.

Verwerving IT - onderzoeksfase

Er zijn dit jaar geen IT verwervingsprojecten boven de € 100 miljoen die zich in de onderzoeksfase bevinden.

Verwerving IT - realisatiefase

GrIT 250-1.000 Commercieel vertrouwelijk

Er is een wijziging ten opzichte van de begroting 2021 bij het volgende programma:

  1. Het programma GrIT is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.
Projecten in realisatie Toelichting
GrIT De IT-infrastructuur binnen Defensie dient te worden vervangen, om voor de langere termijn de continuïteit te waarborgen. Het belang en invloed van IT op zowel de operationele inzet als de bedrijfsvoering is groot. Vernieuwing van de IT-infrastructuur is nodig om invulling te kunnen geven aan de ambities van Defensie zoals verwoord in de Defensienota 2018. Met GrIT legt Defensie hiervoor de basis. De doelstelling van GrIT is het samen met de markt realiseren van het fundament voor de nieuwe IT van Defensie en het migreren van de bijbehorende huidige applicaties en voorzieningen naar de nieuwe IT. Het programma GrIT heeft daarmee de opdracht om in samenwerking met de markt een technisch en organisatorisch IT-platform voor de IT vernieuwing van Defensie te realiseren.

Instandhouding IT

De geraamde uitgaven dienen voor instandhouding van de IT van Defensie.

De instandhoudingsbudgetten van Defensie zijn te laag. Dat geldt ook voor de instandhouding IT. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten bij de IT aangepakt worden. Onderzoek door een extern bureau heeft aangegeven dat de mismatch tussen behoefte en budget in de instandhouding IT tenminste € 100 miljoen per jaar is. Hierdoor zal de IT bij Defensie nu en in de toekomst niet volledig kunnen bijdragen aan de inzet en de bedrijfsvoering. Voor 2022 en 2023 is reeds € 50 miljoen per jaar vrijgemaakt uit de investeringen en toegevoegd aan het budget voor IT-exploitatie.

Over-/en onderprogrammering IT

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2031 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 9 IT

Ontvangsten

Dit zijn de ontvangsten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan IT, bijvoorbeeld als het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) van Defensie diensten levert aan derden.

Onzekerheidsreservering

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s.

3.7. Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit begrotingsartikel is technisch van aard. Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord die vanuit de reguliere Defensiebegroting (Hoofdstuk X) overgeheveld worden naar het DMF. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn daarom terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X; artikel 13: Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Ontvangsten 0 4.937.599 4.948.612 4.713.414 4.640.194 4.648.719 4.438.089
Subtotaal 0 4.937.599 4.948.612 4.713.414 4.640.194 4.648.719 4.438.089
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1) 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 0 4.937.599 4.948.612 4.713.414 4.640.194 4.648.719 4.438.089
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1) 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 0 4.937.599 4.948.612 4.713.414 4.640.194 4.648.719 4.438.089
Ontvangsten 4.385.249 4.297.403 4.463.985 4.292.684 4.291.569 4.272.952 4.279.643 4.279.989 4.265.310 4.280.977
Subtotaal 4.385.249 4.297.403 4.463.985 4.292.684 4.291.569 4.272.952 4.279.643 4.279.989 4.265.310 4.280.977
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 4.385.249 4.297.403 4.463.985 4.292.684 4.291.569 4.272.952 4.279.643 4.279.989 4.265.310 4.280.977
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 4.385.249 4.297.403 4.463.985 4.292.684 4.291.569 4.272.952 4.279.643 4.279.989 4.265.310 4.280.977

4. BIJLAGEN

Bijlage 1: Instandhouding Vastgoed

In deze bijlage wordt een toelichting gegeven op de instandhouding van het vastgoed van Defensie.1

1. Instandhouding van het vastgoed

Scope van instandhouding
Onder instandhouding vallen alle activiteiten op het vlak van het onderhouden van het vastgoed in eigendom, de huur van vastgoed en de inrichting van ruimten. Daarnaast vallen ook de Commandanten Voorzieningen (COVO) voor kleine aanpassingen binnen de scope, net als adviesuren van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Aanpassingen aan nieuwe wetgeving en verduurzaming van vastgoed vallen onder investeringen, tenzij deze bij onderhoud gelijk mee te nemen zijn. Door de ruimere definitie van instandhouding is de budgetreeks in onderstaande tabel groter dan die opgenomen in het strategisch vastgoedplan.

Aanpak instandhouding
Voor het onderhoud van het vastgoed wordt onderscheid gemaakt tussen planbaar en niet-planbaar onderhoud. Planbaar onderhoud (PO) wordt gepland op basis van inspecties die worden verzorgd door het RVB. Niet-planbaar onderhoud (NPO) vindt plaats op moment dat storingen optreden. Periodiek worden gebouwen geïnspecteerd om de staat van het vastgoed vast te stellen. Het streven is om gemiddeld genomen een gebouw een keer in de zes jaar te inspecteren. Op dit moment loopt bij het RVB de aanbesteding van een onderhoudsmanagementsysteem (OMS) waardoor frequenter, near realtime inzicht gaat ontstaan in de staat van het vastgoed.

De bevindingen uit de inspecties worden afgezet ten opzichte van het gevraagde kwaliteitsniveau en worden daarna via het Meerjarig Onderhoudsplan (MJOP) geprioriteerd en afgestemd met de Defensieonderdelen. Hierbij wordt gekeken naar criteria zoals veiligheid, wettelijke verplichting en operationele noodzaak. NPO betreft de herstelwerkzaamheden en reparaties die niet zijn voorzien en niet kunnen wachten om opgenomen te worden in het MJOP. Ook het opheffen van manco’s naar aanleiding van keuringen wordt vanuit het NPO betaald. Voor een gezonde portefeuille zou een verhouding tussen PO en NPO van 80 / 20 verwacht worden. In werkelijkheid is door de achterstanden in onderhoud die verhouding 40 / 60.

Binnen instandhouding kan onderscheid gemaakt worden in de volgende activiteiten die het RVB voor Defensie uitvoert:

  1. Instandhouding Gebouwen
  2. Instandhouding Start & Rolbanen
  3. Instandhouding ECT (ondergrondse infra, wegen, havens)
  4. Instandhouding Schietbanen
  5. Cyclisch Terrein Technisch onderhoud (bos- en groenvoorziening)
  6. Vastgoedinformatie
  7. Juridisch- en omgevingsbeheer
  8. Keuringen

Instandhouding van Beveiligingssystemen wordt op dit moment door RVB uitgevoerd, maar gaat met de implementatie van DBBS over naar Defensie. Ook de instandhouding van vastgoed buiten Nederland voert Defensie zelf uit, net als de storingen via de Servicedienst Vastgoed Defensie.

Prioritering van werkzaamheden is noodzakelijk. Zoals ook uit het IBO Vastgoed Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 77) blijkt is de omvang van de Defensieportefeuille niet in balans met het beschikbare budget. Er is meer budget nodig of minder vastgoed. Er is onvoldoende budget beschikbaar om de bestaande onderhoudsachterstand van het vastgoed weg te werken en deze op de afgesproken kwaliteitsniveaus te krijgen en te behouden. Prioriteit wordt gegeven aan veiligheid en wettelijke verplichtingen.

Met het RVB worden in een jaaropdracht afspraken gemaakt over de te leveren prestaties en de hiervoor beschikbare middelen. Het RVB is verantwoordelijk voor de uitvoering van de daarbij horende beheer- en onderhoudsregimes. De prestaties van vastgoed en infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. De indicatoren leggen de verbinding tussen de sturing op en verantwoording over de prestaties.

Kengetallen
Defensie heeft met het RVB een afspraak gemaakt over de hoeveelheid te beheren vastgoed en om tenminste 90 procent van de wettelijke keuringen voor installaties tijdig goedgekeurd te hebben. Defensie is met het RVB in overleg over het verbeteren van de informatievoorziening, rapportagesystematiek en meetindicatoren, zoals hersteltijd storingen, projecttevredenheid, inspecties en doelmatigheid. De noodzaak en urgentie hiertoe sluiten aan op de bevindingen van de Algemene Rekenkamer die hebben geleid tot de ernstige onvolkomenheid voor vastgoedmanagement (Kamerstuk 35830-X, nr. 2).

Bruto Vloer Oppervlakte (x 1.000) Aantal m2 kantoren/lesgebouwen 1.584
Aantal m2 legering 804
Aantal m2 hangars/stallingen 500
Aantal m2 bunkers/shelters 158
Aantal m2 werkplaatsen/magazijnen 1.801
Aantal m2 overige gebouwen 1.148
Aantal m2 totaal 5.995
Keuringen % installaties 90%

2. Budgettaire aspecten

Onderstaand worden de beschikbare budgetten en de budgetbehoefte tot en met 2036 in een overzicht samengebracht. De behoefteraming vindt plaats op basis van normering van instandhoudingskosten per locatie op basis van pxq (m2 per type terrein of gebouw x tarief). Hoe hoger het kwaliteitsniveau, hoe hoger de instandhoudingskosten. Ten aanzien van de instandhoudingsbehoefte wordt uitgegaan dat de komende jaren extra budget nodig is. Net als eerder voor 2020 en 2021 is hiertoe voor 2022 en 2023 € 140 miljoen per jaar vrijgemaakt uit de investeringen en toegevoegd aan het onderhoudsbudget. Het tekort is groot, waarbij de verwachting is dat met € 140 miljoen extra geen achterstanden worden ingelopen, maar nog wel sprake is van een beheerste realisatie. Zoals uit het Strategisch vastgoedplan (Kamerstuk 33 763, nr. 151) en het IBO blijkt, is een grote inspanning nodig om de vastgoedportefeuille in evenwicht te krijgen. Doordat in de feitelijke situatie de komende jaren nog sprake is van achterstanden is de daadwerkelijke behoefte door niet-gepland onderhoud hoger. Zonder ingrijpen is het de verwachting dat de instandhoudingsbehoefte en het potentiële tekort verder oplopen. Vanwege de urgente situatie is eind 2020 alvast gestart met een interne verkenning naar handelingsopties langs de lijnen van concentratie, verduurzaming en vernieuwing om de financiering van het vastgoed niet langer ten koste te laten gaan van andere prioriteiten binnen de Defensieorganisatie, zoals IT, munitie, personeel en materieel. Deze interne verkenning vormt één van de elementen die kan worden gebruikt bij de inhoudelijke appreciatie van alle aanbevelingen uit het IBO.

DMF 5.2 Instandhouding
Behoefte/raming 0 420.169 401.083 403.542 401.760 394.540 392.249 393.142 398.047
Budget 0 420.169 401.083 403.542 261.760 254.540 252.249 253.142 258.047
Potentiele disbalans ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000
Artikelonderdeel 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036
DMF 5.2 Instandhouding
Behoefte/raming 396.349 392.130 392.989 397.006 396.681 396.681 396.872 396.847
Budget 256.349 252.130 252.989 257.006 256.681 256.681 256.872 256.847
Potentiele disbalans ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000 ‒ 140.000

3. Overig

Defensie heeft een aantal instandhoudingsprogramma’s opgenomen in de investeringen, met name op het gebied van Keukens en Legering. Het betreft vervangingsinvesteringen en zijn daarom geen onderdeel van het instandhoudingsbudget, maar dragen wel gericht bij aan het wegwerken van achterstanden en het verbeteren van het leefklimaat.

Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk

In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2021 kort toegelicht.

Toelichting op de mutaties

  1. Interdepartementale overboekingen

Vanuit diverse ministeries is budget naar het DMF overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 3,7 miljoen voor 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is hieronder toegevoegd.

2.a Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten 1 ‒ 630
2.b Bijdrage aan EZK voor project I Botics Avatar Xprize 1 ‒ 219
2.c Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 1 318
2.d Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 1 159
2.e Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 3 4.243 4.276 1.177 30
2.f Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement 6 ‒ 845 ‒ 959 ‒ 1.677 ‒ 1.747 ‒ 1.747 513
2.g Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 6 98 103 77
2.h Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 6 172 295 303 437
Totaal 2.867 3.746 ‒ 102 ‒ 1.444 ‒ 1.233 543
  1. Overige mutaties

    De financiële instrumenten, zoals instandhouding en verwerving zijn bijgesteld. Dit o.a. naar aanleiding van het herschikken van activiteiten tussen de defensieonderdelen met de daarbij behorende financiële middelen.

Artikel 1: Defensiebreed materieel

Stand ontwerpbegroting 2021 669.194 796.997 491.898 571.538 558.270 617.581 709.996 651.759 681.867 655.832 620.903 763.032 690.016 578.866
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 80.314 88.048 44.789 37.515 40.395 26.705 27.208 22.328 25.997 27.837 27.827 27.827 ‒ 43.347 38.837
Stand 1e suppletoire begroting 2021 749.508 885.045 536.687 609.053 598.665 644.286 737.204 674.087 707.864 683.669 648.730 790.859 646.669 617.703
Nieuwe mutaties
Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten ‒ 630
Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 318
Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 159
Bijstellen ontvangsten DLP 21.1 2.240 4.880 8.720 8.720 8.720 8.720 8.720 8.720 5.240 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400
Bijstellen valuta berekeningsmethode 145 56 23
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten ‒ 40.000
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000
IT-exploitatie ‒ 50.000 ‒ 50.000
Bewaken en Beveiligen ‒ 10.000 ‒ 10.000
Instandhouding vastgoed ‒ 140.000 ‒ 140.000
Doorlichting Matlogketen ‒ 6.000 ‒ 6.000
Hard ballistic plating t.b.v. i-701 schietbeleid 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750
Plan van aanpak veiligheid ‒ 10.000 ‒ 20.000
Budgetoverheveling vanuit DMO t.b.v. supportcontract met industrie ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480 ‒ 480
Conversie kustwachten 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310
DLP 21.0 beleidsrijk ‒ 4.668 ‒ 22.095 ‒ 36.334 ‒ 32.934 ‒ 29.734 ‒ 28.434 76.110 84.412 80.612 80.612 84.812 84.812 84.812 7.512 51.866 ‒ 5.700
Extrapolatie 2035/2036 599.802 795.828
Fase inspectie Tucsonvloot ‒ 1.000 ‒ 480
Herschikken budgetten n.a.v. maatregelen nota 2019 MIVD 3 207 207 207 207 207 207 207 207 207 207 207 207 207 207
Herschikken van inhuurbudget van DMO 2.371
Herschikking binnen bekostigingsuitgaven van kennis en innovatie
Herschikking budget maritieme grensversterking 2.226
Herschikking budget militaire uitrusting 7.495 7.495 7.495 7.495 7.495
Herschikking budget t.b.v. aanschaf warmtebeeldkijkers ‒ 1.750
Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11 ‒ 11
Herschikking gereedstelling DMO naar instandhouding materieel DMF 3.115 2.655 2.655
Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding 80
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding 707
Herschikking onder- en overprogrammering 173.140 333.082 605.233 230.467 178.768 155.673 ‒ 85.186 ‒ 226.872 ‒ 192.216 ‒ 121.608 ‒ 123.328 ‒ 130.166 11.707 81.475 80.406 ‒ 38.514
Herschikking prijsbijstelling naar DMF 249 243 244 244 245 245 245 245 245 245 245 245 245 245 245
Herschikking prijsbijstellling a.g.v. fluctuaties in budget ‒ 795 12 ‒ 7 ‒ 7 ‒ 7 ‒ 6 1.210 2.178 597 86 ‒ 255 ‒ 761 ‒ 7.998 ‒ 7.545 ‒ 125
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken ‒ 461 ‒ 500 ‒ 500 ‒ 500 ‒ 500
Herschikkingen binnen het DLP 21.1 13.326 ‒ 62.957 ‒ 31.957 1.722 2.192 1.107 587 759 ‒ 89 3.826
Implementatie breed offensief tegen de ondermijnende capaciteit 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11
Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering ‒ 33.914 33.914
Overboeking defensie naar TNO voor Avatar ‒ 219
Stand ontwerpbegroting 2022 954.058 983.034 917.895 847.753 856.704 846.033 800.677 605.316 664.040 710.017 673.391 815.671 806.117 770.072 802.876 822.541

Artikel 2: Maritiem materieel

Stand ontwerpbegroting 2021 631.224 863.319 860.001 1.126.310 1.124.504 1.307.309 1.487.230 1.416.324 1.289.013 1.069.514 1.030.954 921.757 1.003.677 1.055.836
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 ‒ 42.223 1.971 11.627 18.945 12.647 24.042 28.393 28.610 29.858 28.295 28.796 28.805 28.753 28.901
Stand 1e suppletoire begroting 2021 589.001 865.290 871.628 1.145.255 1.137.151 1.331.351 1.515.623 1.444.934 1.318.871 1.097.809 1.059.750 950.562 1.032.430 1.084.737
Nieuwe mutaties
Bijstellen valuta berekeningsmethode 802 586 437 461 1.108 525 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 27 ‒ 28 ‒ 28 ‒ 26
Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026 ‒ 4.081 ‒ 3.706 ‒ 1.543 ‒ 4.251 ‒ 3.383 ‒ 3.368 ‒ 3.458 ‒ 3.201 ‒ 6.101
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 20.000
DLP 21.0 beleidsrijk ‒ 19.997 ‒ 13.597 ‒ 13.597 ‒ 13.597 ‒ 19.997 ‒ 19.997 ‒ 19.997 ‒ 1.631 ‒ 11.746
Extrapolatie 2035/2036 1.052.104 823.416
Herschikking budget maritieme grensversterking ‒ 2.226
Herschikking budget t.b.v. tijdelijke projectfunctie ‒ 38
Herschikking onder- en overprogrammering ‒ 39.220 ‒ 282.080 ‒ 252.986 ‒ 235.740 ‒ 279.477 ‒ 146.758 ‒ 87.221 95.178 182.780 219.074 268.648 231.287 ‒ 72.130 ‒ 136.176 ‒ 62.584 401.097
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken ‒ 200 ‒ 150
Herschikking van de instandhoudingsbudgetten 650
Herschikkingen binnen het DLP 21.1 ‒ 2.200
Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel Marine 15.000
Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering ‒ 54.192 54.192
Tijdelijke functie bij het bureau investeringen van de Marine ‒ 50 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 36
Toedelen taakstelling Marine ‒ 7.803 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000
Uitbreiding mijnenbestrijdingscapaciteit ‒ 46 ‒ 61 ‒ 61 ‒ 15
Verlengen projectfuncties binnen verandermanagement en innovatie ‒ 64 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 22
Verlenging plaatsing reservist ‒ 36 ‒ 36
Stand ontwerpbegroting 2022 573.570 576.381 611.850 848.711 905.974 1.178.118 1.397.298 1.515.783 1.479.485 1.292.009 1.297.992 1.151.457 929.817 936.701 964.647 1.217.513

Artikel 3: Land materieel

Stand ontwerpbegroting 2021 605.553 643.123 731.966 774.749 713.549 615.400 566.644 470.228 801.038 847.017 1.001.982 904.893 611.532 727.861
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 28.541 ‒ 15.297 506 29.962 39.940 41.849 17.440 22.591 18.921 17.071 16.844 16.841 16.830 15.786
Stand 1e suppletoire begroting 2021 634.094 627.826 732.472 804.711 753.489 657.249 584.084 492.819 819.959 864.088 1.018.826 921.734 628.362 743.647
Nieuwe mutaties
Bijstellen ontvangsten DLP 21.1 10.000
Bijstellen valuta berekeningsmethode 1.454 738 727 1.465 2.005 1.969 ‒ 66 ‒ 64 ‒ 74 ‒ 66 ‒ 233 ‒ 68 ‒ 78 ‒ 70 ‒ 80
Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026 ‒ 566 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 21 ‒ 433 ‒ 437 ‒ 439 ‒ 2.250 ‒ 3.537
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 20.000
DLP 21.0 beleidsrijk ‒ 44.403 ‒ 44.403 ‒ 44.403 ‒ 44.403 ‒ 42.203 ‒ 42.203 ‒ 42.203 ‒ 9.797 ‒ 28.855
Extrapolatie 2035/2036 1.088.270 927.844
Grenzen en veilgheid 2e/3e orde effecten 4.243 4.276 1.177
Herschikking budget t.b.v. aanschaf warmtebeeldkijkers 1.750
Herschikking onder- en overprogrammering ‒ 44.006 34.493 ‒ 65.724 61.131 27.620 ‒ 6.523 2.456 ‒ 5.524 ‒ 111.966 ‒ 49.661 ‒ 91.443 ‒ 60.255 30.035 43.428 ‒ 31.442 33.656
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken ‒ 133
Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering ‒ 44.478 44.478
Risicoreservering en delta exploitatie naar realisatie ‒ 214 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213
Vervanging hekwerk Nassaukazerne voor de Landmacht door het DOSCO ‒ 1.197
Stand ontwerpbegroting 2022 617.402 666.136 668.438 832.616 827.379 652.482 541.292 442.611 663.299 769.724 884.301 818.558 615.464 774.745 1.024.143 961.287

Artikel 4: Lucht materieel

Stand ontwerpbegroting 2021 1.420.232 1.314.045 1.409.728 1.275.133 939.931 848.550 629.983 805.998 638.986 654.602 554.798 563.624 624.169 501.860
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 ‒ 26.177 ‒ 32.801 ‒ 34.179 ‒ 12.182 ‒ 19.733 ‒ 15.597 16.373 15.117 23.441 23.210 23.577 25.420 23.512 24.193
Stand 1e suppletoire begroting 2021 1.394.055 1.281.244 1.375.549 1.262.951 920.198 832.953 646.356 821.115 662.427 677.812 578.375 589.044 647.681 526.053
Nieuwe mutaties
Aanvullende opdrachten commandantenvoorziening ‒ 1.000
Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271
Bijstellen valuta berekeningsmethode 305 153 14 ‒ 3.474 ‒ 5.274 ‒ 3.644 ‒ 6.248 ‒ 6.660 ‒ 6.660 ‒ 6.660 ‒ 6.660 ‒ 6.660 ‒ 6.660 ‒ 6.660 ‒ 6.660
Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026 ‒ 15.230 ‒ 17.408 ‒ 2.979 ‒ 3.379 ‒ 2.743 ‒ 475 ‒ 3.783 ‒ 2.601 ‒ 2.106
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 20.000
Budget t.b.v. de aanleg van gebouwbekabeling in Gilze Rijen ‒ 25
Budgetoverheveling vanuit DMO t.b.v. supportcontract met industrie 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480
DLP 21.0 beleidsrijk ‒ 28.312 ‒ 28.312 ‒ 28.312 ‒ 28.312 ‒ 28.312 ‒ 28.312 ‒ 28.312 ‒ 1.784 ‒ 16.965
Extrapolatie 2035/2036 538.320 801.172
Herschikking budget naar militaire uitrusting 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16
Herschikking materiële exploitatie luchtmacht naar instandhouding 306
Herschikking materiële exploitatie t.b.v. vastlegging NLR-contracten ‒ 1.000
Herschikking onder- en overprogrammering ‒ 89.914 ‒ 85.495 ‒ 286.523 ‒ 55.858 73.089 ‒ 2.392 169.951 137.218 121.402 ‒ 47.805 ‒ 53.877 ‒ 40.866 30.388 11.273 13.620 ‒ 396.239
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken ‒ 165
Herschikking van de instandhoudingsbudgetten ‒ 1.912
Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering ‒ 67.416 67.416
Risicoreservering en delta exploitatie naar realisatie 214 213 213 213 213 213 213 213 213 213 213 213 213 213
Stand ontwerpbegroting 2022 1.321.130 1.196.398 1.089.750 1.136.912 1.084.409 855.897 795.497 934.933 774.858 620.636 515.763 541.711 668.294 555.261 555.189 433.897

Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed

Stand ontwerpbegroting 2021 684.927 617.788 611.140 582.084 576.481 525.672 508.961 508.320 507.589 579.388 580.085 584.102 583.777 583.773
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 75.281 18.388 12.934 12.074 11.970 10.783 10.783 10.783 10.783 10.465 10.627 10.627 10.627 10.627
Stand 1e suppletoire begroting 2021 760.208 636.176 624.074 594.158 588.451 536.455 519.744 519.103 518.372 589.853 590.712 594.729 594.404 594.400
Nieuwe mutaties
Aanvullende opdrachten commandantenvoorziening 1.000
Omgevingswet 800 800 800 800 800 800 800 800 800 800 800 800 800 800 800
Instandhouding vastgoed 140.000 140.000
DLP 21.0 beleidsrijk 1.368 17.095 23.934 23.934 23.934 23.934 14.702
Extrapolatie 2035/2036 593.003 545.232
Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed 16.600
Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6 ‒ 6
Herschikking materieel naar instandhouding infra 667 667 667 667 667 667 667
Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding 300 300 300 300 300 300 300
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding 460
Herschikking prijsbijstellling a.g.v. fluctuaties in budget 836 59 ‒ 414 ‒ 545 ‒ 544 1.237 1.237 1.237 1.237 1.232 1.204
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken 810
Herschikking t.b.v. loods haventerrein Eemshaven 403
Herschikking van de instandhoudingsbudgetten ‒ 750
Herschikkingen binnen het DLP 21.1 ‒ 5.400 52.500 34.000
Het huren van vastgoed voor het in buitenland geplaatst personeel 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225
Implementatie Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Capaciteit 389 386 386 386 386 386 386 386 386 386 386 386 386 386 386
Landmachtbudget t.b.v. kleine infra-aanpassingen 5.000
Toedelen taakstelling Marine 1.343
Vervanging hekwerk Nassaukazerne voor de Landmacht door DOSCO 1.197
Stand ontwerpbegroting 2022 781.878 851.402 826.380 622.464 616.757 564.761 538.404 522.930 521.233 594.495 595.354 599.371 599.046 599.037 597.612 548.637

Artikel 6: IT

Stand ontwerpbegroting 2021 599.169 711.352 669.010 497.768 504.058 491.731 457.589 422.347 489.079 435.382 450.180 471.190 697.490 762.490
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 225.181 8.828 12.953 1.849 ‒ 6.524 ‒ 8.627 11.723 11.723 11.723 11.598 11.598 11.598 92.782 11.598
Stand 1e suppletoire begroting 2021 824.350 720.180 681.963 499.617 497.534 483.104 469.312 434.070 500.802 446.980 461.778 482.788 790.272 774.088
Nieuwe mutaties
Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement ‒ 845 ‒ 959 ‒ 1.677 ‒ 1.747 ‒ 1.747
Bijdrage Landmacht voor IT koppeling Mulan t.b.v. schietbaan Harderwijk 64 3 3 3 3
Bijdrage Landmacht voor IT project kennis, innovatie en experimenten 200 150
Bijstellen valuta berekeningsmethode 37 69 ‒ 27
IT-problematiek KMar (exploitatie) 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500
IT-exploitatie 50.000 50.000
Reservering HR-model 5.000 15.000 13.500 15.000 11.500
Omgevingswet 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
Budget t.b.v. de aanleg van gebouwbekabeling in Gilze Rijen 25
DLP 21.0 beleidsrijk 3.300 5.000 12.400 9.000 5.800 4.500 1.900 1.900 5.700 5.700 5.700 5.700 5.700 5.700 5.700 5.700
Extrapolatie 2035/2036 458.150 433.330
Grenzen en veilgheid 2e/3e orde effecten 270 398 303 514 543
Herschikken budget voor IT problematiek KMar ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000
Herschikken budgetten n.a.v. maatregelen nota 2019 MIVD ‒ 214 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669 ‒ 669
Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten ‒ 500
Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten ‒ 100 ‒ 275 ‒ 175 ‒ 175 ‒ 175
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding 8
Herschikking prijsbijstellling a.g.v. fluctuaties in budget ‒ 41 ‒ 71 7 7 7 6 ‒ 796 ‒ 1.633 ‒ 53 ‒ 1.323 ‒ 982 ‒ 476 6.761 6.313 ‒ 1.079
herschikking taken en middelen agv van assortimentsgewijs (agw) werken 706
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken 500 650 500 500 500
Herschikking van de instandhoudingsbudgetten 2.012
Herschikkingen binnen het DLP 21.1 ‒ 5.726 10.457 ‒ 2.043 ‒ 1.722 ‒ 2.192 ‒ 1.107 ‒ 587 ‒ 759 89 ‒ 3.826
Instandhouding IT-project Elektronisch Patiëntendossier voor DOSCO 211 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271
Ontvangst Portugal gebaseerd op extra uitgaven 757
Toedelen taakstelling Marine ‒ 360
Stand ontwerpbegroting 2022 824.387 792.011 757.491 520.428 516.386 499.688 470.971 434.720 507.680 448.673 467.638 489.154 803.875 787.243 463.913 440.172

Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk

Stand ontwerpbegroting 2021 4.511.343 4.854.498 4.643.817 4.697.356 4.286.367 4.275.817 4.229.977 4.144.550 4.285.946 4.120.009 4.117.176 4.086.772 4.088.835 4.088.760
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 318.044 66.553 46.046 85.579 76.111 76.571 109.336 108.568 118.139 115.892 116.685 118.534 126.573 127.358
Stand 1e suppletoire begroting 2021 4.829.387 4.921.051 4.689.863 4.782.935 4.362.478 4.352.388 4.339.313 4.253.118 4.404.085 4.235.901 4.233.861 4.205.306 4.215.408 4.216.118
Nieuwe mutaties
Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271 28.271
Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten ‒ 630
Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement ‒ 845 ‒ 959 ‒ 1.677 ‒ 1.747 ‒ 1.747
Bijdrage Landmacht voor IT koppeling Mulan t.b.v. schietbaan Harderwijk 64 3 3 3 3
Bijdrage Landmacht voor IT project kennis, innovatie en experimenten 200 150
Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 318
Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 159
Bijstellen valuta berekeningsmethode 2.743 1.602 1.174 ‒ 1.548 ‒ 2.161 ‒ 1.150 ‒ 6.340 ‒ 6.750 ‒ 6.760 ‒ 6.752 ‒ 6.919 ‒ 6.755 ‒ 6.766 ‒ 6.758 ‒ 6.766
Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026 ‒ 19.877 ‒ 21.118 ‒ 4.526 ‒ 7.651 ‒ 6.559 ‒ 4.280 ‒ 7.680 ‒ 8.052 ‒ 11.744
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 20.000
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000
IT-problematiek KMar (exploitatie) 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500
Reservering HR-model 5.000 15.000 13.500 15.000 11.500
Omgevingswet 840 840 840 840 840 840 840 840 840 840 840 840 840 840 840
Bewaken en beveiligen ‒ 10.000 ‒ 10.000
Doorlichting materieellogistieke keten ‒ 6.000 ‒ 6.000
Hard Ballistic Plating T.B.V. I-701 Schietbeleid 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750
Plan van aanpak veiligheid ‒ 10.000 ‒ 20.000
Conversie kustwachten 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310
Extrapolatie 2035/2036 4.205.139 4.202.312
Fase inspectie Tucsonvloot ‒ 1.000 ‒ 480
Grenzen en veilgheid 2e/3e orde effecten 4.243 4.546 1.575 303 514 543
Herschikken budget voor IT problematiek KMar ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000
Herschikken budgetten n.a.v. maatregelen nota 2019 MIVD ‒ 211 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462
Herschikken van inhuurbudget van DMO 2.371
Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten ‒ 500
Herschikking budget naar militaire uitrusting 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 7.511 7.511 7.511 7.511 7.495
Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed 16.600
Herschikking budget t.b.v. tijdelijke projectfunctie ‒ 38
Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto 0 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17
Herschikking formatiebudget voor instandhouding IT ‒ 100 ‒ 275 ‒ 175 ‒ 175 ‒ 175
Herschikking gereedstelling DMO naar instandhouding materieel DMF 3.115 2.655 2.655
Herschikking materieel naar instandhouding infra 667 667 667 667 667 667 667
Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding 80 300 300 300 300 300 300 300
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding 1.175
Herschikking materiële exploitatie Luchtmacht naar instandhouding 306
Herschikking materiële exploitatie t.b.v. vastlegging NLR-contracten ‒ 1.000
Herschikking ontvangsten tussen defensie en DMF ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160
Herschikking prijsbijstelling naar DMf 249 243 244 244 245 245 245 245 245 245 245 245 245 245 245
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken 1.057
Herschikking t.b.v. loods haventerrein Eemshaven 403
Het huren van vastgoed voor het in buitenland geplaatst personeel 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225
Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel Marine 5.000
Implementatie Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Capaciteit 400 397 397 397 397 397 397 397 397 397 397 397 397 397 397
Instandhouding IT-project Elektronisch Patiëntendossier voor DOSCO 211 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271 271
Kasschuif i.v.m. onder- overprogrammering ‒ 200.000 200.000
Landmachtbudget t.b.v. kleine infra-aanpassingen 5.000
Bijdrage aan EZK voor project I Botics Avatar Xprize ‒ 219
Tijdelijke functie bij het bureau investeringen van Koninklijke Marine ‒ 50 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 36
Toedelen taakstelling Marine ‒ 6.820 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000
Uitbreiding mijnenbestrijdingscapaciteit ‒ 46 ‒ 61 ‒ 61 ‒ 15
Verlengen projectfuncties binnen verandermanagement en innovatie ‒ 64 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 22
Verlenging plaatsing reservist ‒ 36 ‒ 36
Stand ontwerpbegroting 2022 4.937.599 4.948.612 4.713.414 4.640.194 4.648.719 4.438.089 4.385.249 4.297.403 4.463.985 4.292.684 4.291.569 4.272.952 4.279.643 4.279.989 4.265.310 4.280.977

Bijlage 3: Lijst met afkortingen

AAR After Action Review
AGBADS Army Ground Based Air Defence System
AGW Assortimentsgewijs werken
AH-64D Gevechtshelikopter
AIVD Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
ASE AH-64D zelfbescherming
AWACS radarvliegtuig
BKI BeleidsKader Inzetvoorraden
Boxer Pansterwielvoertuig
C-130 transportvliegtuig
CODEMA Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel
CODEMO Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling
COVO Commandanten Voorzieningen
C-RAM Counter Rockters, Artillery & Mortars
CSS Combat Support Ship
CV-90 Infanterie Gevechtsvoertuig
DBBS Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem
DBFMO Design, Build, Finance, Maintain and Operate
DIS Defensie Industrie Strategie
DLP Defensie Lifecycle Plan
DMF DefensieMaterieelbegrotingsFonds
DMO Defensie Materieel Organisatie
DMP Defensie Materieel Proces
DmunB Defensie Munitiebedrijf
DOKS Defensie Operationeel Kledingsysteem
DOSCO Defensie OndersteuningsCommando
DPO Defensieprojectenoverzicht
DVOW Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen
EDA European Defence Agency
ELOT End Life of Type
EOV Elektronische Oorlogsvoering
EZK Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
F-16 Jachtvliegtuig
F-35 Vijfde generatie jachtvliegtuig
FIN Ministerie van Financiën
FLATM Future Littoral All Terrain Mobility
FOC Full Operational Capability
FOXTROT Draadloze IT infrastructuur en command- en controlsystemen
FRONT Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking
GPW Groot Pantserwielvoertuig
GrIT Grensverleggende Informatie Technologie
HCFK Chloorfluorkoolstofverbinding
HR Human Resources
IBO Interdepartementaal Beleidsonderzoek
ICD&E International Concept Development and Experimentation
IGO Informatie Gestuurd Optreden
IGV Infanterie Gevechtsvoertuig
IT Informatietechnologie (incl communicatie)
JenV Ministerie van Justitie Veiligheid
JSS Joint Support Ship
KMar Koninklijke Marechaussee
KNM Kamp Nieuw Milligen
KORV Kader Overname Rijksvastgoed
KPU Kleding en Persoonlijke Uitrusting
KWNL Kustwacht Nederland
LCF Luchtverdedigings- en Commandofregatten
LCU Zwaar Landingsvoertuig
LCVP Middelzwaar Landingsvaartuig
LPD Landing Platform Dock
MALE UAV Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle
MARIN Maritime Research Institute Netherlands
MBMD Maritime Ballistic Missile Defence
MCM Mijnenbestrijdingscapaciteit
MCTC Mobile Combat Training Centre
MJOP Meerjarig Onderhoudsplan
MILSATCOM Militaire Satelliet Communicatie
MIVD Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
MK46 torpedo
MK48 torpedo
MKB Midden- en KleinBedrijf
MLU Midlife Update
MPO Materieelprojectenoverzicht
MQ-9 MALE UAV
MRAT/SRAT Medium en Short Range Anti-Tank
MRTT Multi Role Tanker-Transporttoestel
NATO North Atlantic Treaty Organization
NAVO Noord Atlantische VerdragsOrganisatie
NH-90 Helikopter
NLR Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum
NPO Niet-planbaar onderhoud
OMS Onderhoudsmanagementsysteem
OPV Oceangoing Patrol Vessel
PAC Patriot Advanced Capability
PC-7 Lesvliegtuig
RVB Rijksvastgoedbedrijf
SM2-IIIA Standard Missile 2 Block IIIA
SMART-L radar Signaal Multibeam Acquisition Radar for Targeting, Longrange
SVP Strategisch Vastgoedplan
TCL Technology Center Land
TEN Tactical Edge Networking
TNO Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek
UAV Unmanned Aerial Vehicle
US United States
VOSS Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat
VSHORAD Very Short Range Air Defence
WTB Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen

  1. __De Minister heeft toegezegd (Kamerstuk 35 280, nr. 7) in de eerste begroting van het DMF terug te komen over de wijze waarop de Kamer nader geïnformeerd kan worden over instandhouding ten aanzien van vastgoed. Om zo goed mogelijk invulling te geven aan deze toezegging is uitgezocht of het mogelijk is een dergelijke bijlage te maken en besloten deze in het DMF van 2022 op te nemen.↩︎