[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022

Memorie van toelichting

Nummer: 2021D31885, datum: 2021-09-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-X-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35925 X-2 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022.

Onderdeel van zaak 2021Z14799:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021–2022
35 925X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022
Nr. 2

Memorie van toelichting

Geraamde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 12.391,645

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 141,952

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van het in de staat opgenomen baten-lastenagentschap Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in betreffende begroting opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake het agentschap.

De Minister van Defensie,

F.B.J Grapperhaus

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

1. Leeswijzer

Algemeen

De leeswijzer volgt de opbouw van de memorie van toelichting van de begroting. De memorie van toelichting is de uitleg bij het hierboven beschreven wetsvoorstel.

Het Ministerie van Defensie bestaat uit zeven organisatiedelen. De vier krijgsmachtdelen (Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marechaussee) zorgen ervoor dat de militairen en het materieel klaar zijn voor inzet. Het Defensie Ondersteuningscommando en de Defensie Materieel Organisatie ondersteunen door producten en diensten te leveren. De Bestuursstaf bestaat uit een aantal uitvoeringsorganisaties waaronder de MIVD en heeft daarnaast een rol in het maken van beleid.

De Minister en Staatssecretaris zijn verantwoordelijk voor het algehele beleid van Defensie. De ambtelijke leiding ligt in handen van de Secretaris-Generaal. De Commandant der Strijdkrachten - verantwoordelijk voor een groot deel van de uitvoering - is de militaire adviseur van de Minister en stuurt de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Defensie Materieel Organisatie, Defensie Ondersteuningscommando, NLD Commando Speciale Strijdkrachten en Defensie Cyber Commando aan.

Hoofdstuk 2 Beleidsagenda

De beleidsagenda beschrijft de beleidsprioriteiten van Defensie en sluit af met de onderdelen:

  1. De belangrijkste beleidsmatige mutaties;
  2. Het overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven;
  3. De meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen;
  4. Het overzicht risicoregelingen;
  5. Het overzicht coronamaatregelen.

Hoofdstuk 3 Beleidsartikelen

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierde (common funded) NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht van de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld van de Koninklijke Marechaussee en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Het artikel maakt gebruik van het financiële instrument «opdrachten», met daarin de categorieën:

  1. Internationale inzet (BIV), zoals crisisbeheersingsoperaties;
  2. Financiering nationale inzet krijgsmacht (FNIK);
  3. Overige inzet.

In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor respectievelijk de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Koninklijke Marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1 Inzet. Deze operationele commando’s maken gebruik van de financiële instrumenten «opdrachten», «personele uitgaven» en «materiële uitgaven».

Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF.

In de beleidsartikelen 7 Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieonderdelen. De ondersteunende onderdelen werken met dezelfde financiële instrumenten als de krijgsmachtdelen.

De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden verantwoord op beleidsartikel 8 DOSCO onder het financieel instrument «schadevergoeding».

Hoofdstuk 4 Niet-beleidsartikelen

In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. Onder dit artikel zijn twee financiële instrumenten opgenomen:

  1. De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: het betreft de bijdragen voor kennisopbouw bij het TNO, NLR en MARIN, die via de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat lopen.
  2. De schadevergoeding voor de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie die bedoeld is voor claims. Het budget voor potentiële veteranenclaims is bij artikel 8 DOSCO verantwoord waar het Nationaal Fonds Ereschuld is opgenomen.

In het niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder de bestuursstaf met de defensietop, (hoofd)directies inclusief de Defensiestaf en bijzondere organisatie-eenheden. De bijzondere organisatie-eenheden van de bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV) die aan het hoofd staat van de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG), de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), het Militair Huis van de Koning (MHK) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Onder het financiële instrument «personele uitgaven» worden onder «uitkeringen» de uitgaven voor het Sociaal Beleidskader Defensie (SBK) van de pensioenen en wachtgelden verantwoord.

Ten slotte zijn er ramingen voor de niet-beleidsartikelen 11 Geheim, 12 Nog onverdeeld en 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds opgenomen.

Hoofdstuk 5 Begroting agentschappen

In hoofdstuk 5 is de baten-lastendienst Paresto opgenomen.

Hoofdstuk 6 Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk bieden wij u inzicht in een aantal defensiespecifieke onderwerpen. Het betreft nadere informatie over pensioenen en uitkeringen, de verdeling van de apparaatsuitgaven, het overzicht formatie defensiepersoneel en ruimte(vaart).

Hoofdstuk 7 Bijlagen

In de bijlagen is informatie opgenomen over de volgende onderwerpen: 7.1 Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (ZBO/RWT’s), 7.2 een verdieping op de mutaties, 7.3 de moties en toezeggingen, 7.4 een subsidieoverzicht, 7.5 de toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda, 7.6 een uitgavenoverzicht voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, 7.7 het overzicht met uitgaven aan Caribisch Nederland en ten slotte is in 7.8 een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Op grond van deze motie hebben landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op basis van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats gekregen in de departementale begrotingen. Er zijn geen specifieke aanbevelingen die betrekking hebben op de begroting van het Ministerie van Defensie.

Defensieprojectenoverzicht

Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer tegelijkertijd met deze begroting het Defensieprojectenoverzicht (DPO). Hierin wordt per project meer informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten gedetailleerder weergegeven dan in de begroting mogelijk is. Het DPO biedt inzicht in de lopende en de geplande materieel-, wapensysteemgebonden IT- en vastgoedprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel.

Groeiparagraaf

In de begroting 2022 zijn ten opzichte van de begroting 2021 de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  1. De beleidsagenda heeft niet meer de structuur ‘mensen, middelen en manieren’, de indeling is nu op basis van de eigenschappen van de Defensievisie 2035.
  2. In beleidsartikel 2, Marine, zijn onder de financiële instrumenten «personele uitgaven», «materiële uitgaven» en «apparaatsontvangsten» de details «Kustwacht NL» en «Kustwacht CARIB» toegevoegd. Dit is gedaan om de uitgaven aan de kustwachten die op de begroting van Defensie staan inzichtelijk te maken.
  3. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2021 is opgenomen dat de uitgaven ten behoeve van het Caribisch gebied per ministerie op de eigen begroting inzichtelijk gemaakt dienen te worden. Dit is opgenomen in bijlage 7.7, bijlage uitgaven Caribisch Nederland.
  4. Het financiële instrument «schadevergoeding» is bij artikel 8 DOSCO en artikel 9 Algemeen toegevoegd en de middelen die onder het financiële instrument «inkomensoverdrachten» vielen zijn hier per 2022 naar overgeheveld.

Toelichtingsgrens

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

2. Beleidsagenda

Inleiding

Veiligheid is het fundament onder een bloeiende en vrije samenleving, Defensie draagt bij aan de bescherming van dit fundament. In een wereld die aan verandering onderhevig is neemt de dreiging om ons heen toe. Om bescherming te kunnen bieden tegen oude en nieuwe dreiging past Defensie zich voortdurend aan. Op weg naar een toekomstbestendige krijgsmacht zoals geschetst in de Defensievisie 2035 hebben we de ambitie om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken.

Nu de samenleving weer stapsgewijs open gaat, voelen we eens te meer het belang van vrijheid. COVID-19 is een voorbeeld gebleken van een bedreiging die ons leven raakt en onze vrijheid beperkt. Ook andere dreigingen hebben invloed op onze samenleving. In juni bleek dat bijvoorbeeld in de Zwarte Zee toen Russische gevechtsvliegtuigen de Zr. Ms. Evertsen intimideerden. Ook de recente ontwikkelingen in Afghanistan maken pijnlijk duidelijk hoe fragiel vrede en stabiliteit kunnen zijn. De langetermijngevolgen van de machtsovername door de Taliban zijn onzeker. Vast staat dat de Nederlandse belangen, waaronder de veiligheid van Nederlanders en Afghanen die voor Nederland hebben gewerkt, onder druk zijn komen te staan. Het is een pijnlijk voorbeeld van welke gevolgen de toenemende internationale onrust kan hebben.

Geopolitieke verhoudingen verharden en dreigingen nemen toe in aantal, variëteit en complexiteit. Dit is de conclusie van de inlichtingendiensten, de Nationale Veiligheidsstrategie, de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie en van onderzoek binnen de VN en de NAVO. Tegenstanders worden sterker en slimmer. Rusland en China moderniseren hun krijgsmachten en net als landen als Iran en Noord-Korea plegen ze (proxy-)aanvallen op andere landen. Zoals ook in de Defensievisie 2035 ‘Vechten voor een veilige toekomst’ staat, wordt ons Koninkrijk dagelijks aangevallen in het cyber- en informatiedomein en wordt regelmatig onjuiste informatie verspreid. Cruciale fysieke en digitale knooppunten zijn steeds vaker het doelwit. Daar moeten wij ons tegen wapenen. Naast het beschermen van eigen grondgebied en belangen, doen ook de civiele autoriteiten een beroep op Defensie bij dreigingen en problemen. Zo hielp Defensie dit voorjaar in het Caribisch gebied met de strijd tegen COVID-19 en bleek deze zomer de inzet van Defensie onmisbaar om de problemen van de overstromingen in Limburg te voorkomen en te verhelpen met transport, herstel- en reparatiewerkzaamheden. Naarmate extreem weer en andere gevolgen van klimaatverandering zich vaker voordoen, of dat nu binnen of buiten ons Koninkrijk is, zal er steeds meer van Defensie worden gevraagd. Dit terwijl de overige veiligheidsdreigingen uiteraard niet verdwijnen als er ergens een bosbrand of overstroming gaande is.

Hoe groter en complexer het aantal dreigingen, hoe meer men rekent op onze krijgsmacht. Van Defensie wordt verwacht dat zij altijd gereed staat om het Koninkrijk te beschermen en te verdedigen tegen iedere dreiging, snel en effectief, waar en wanneer dan ook. Met de verwachte groei aan inzetscenario’s en de veranderende manieren van conflictvoering kunnen we dit in de toekomst niet garanderen. Defensie is op dit moment niet adequaat toegerust om het Koninkrijk te beschermen tegen toekomstige (en sommige huidige) dreigingen. De taken die Defensie nodig acht om haar grondwettelijke taken volledig uit te voeren kunnen we onvoldoende waarmaken en afspraken met bondgenoten komen we onvoldoende na. Om dat wel te kunnen zijn stappen nodig. In de Defensievisie is uiteengezet welke stappen genomen kunnen worden. Veiligheid is namelijk niet vanzelfsprekend.

Op 15 oktober 2020 is de Defensievisie 2035 ‘Vechten voor een veilige toekomst’ gepresenteerd, waarin het kabinet transparant laat zien wat nodig is. Als we alles zo goed mogelijk inrichten dan is er structureel € 13 miljard tot € 17 miljard extra nodig. Het is op dit moment duidelijk dat niet alles kan en dat verder niet alles tegelijk kan. Richting de toekomst zijn keuzes en fasering dus noodzakelijk. De Defensievisie schetst een nieuw profiel, waar we ongeacht het budget aan gaan werken. Maar zonder aanvullende stappen zullen we ingrijpende keuzes moeten maken, die gevolgen zullen hebben voor onze veiligheid en onze internationale positie als betrouwbaar bondgenoot. De krijgsmacht moet toekomstbestendig invulling kunnen geven aan zijn drie hoofdtaken, die voortvloeien uit de grondwet.

In de afgelopen jaren zijn al belangrijke eerste stappen gezet voor het herstel van de defensieorganisatie. Er is gewerkt aan het herstel van vertrouwen bij het personeel door betere arbeidsvoorwaarden te scheppen, meer aandacht te geven aan fysieke en sociale veiligheid en door achterstallig onderhoud op het gebied van voorraden, vastgoed en IT stapsgewijs aan te pakken. De operationele gevechtsondersteuning is versterkt en er is aanzienlijk geïnvesteerd in de modernisering van de krijgsmacht.

Dit is echter niet genoeg. Defensie heeft meer aanpassingsvermogen, snelheid en voortzettingsvermogen nodig. Met de Defensievisie werken we aan een nieuw organisatieprofiel aan de hand van drie eigenschappen en tien inrichtingsprincipes. In deze begroting wordt benoemd wat in 2022 nodig is om naar dat profiel van de toekomst toe te werken aan de hand van de drie eigenschappen: technologisch hoogwaardig, informatiegestuurd en een betrouwbare partner en beschermer. Daarbij streven we naar maximale operationele inzetbaarheid, het behoud en versterken van slagkracht en snelheid, verdere investeringen in onze mensen en de bedrijfsvoering ten behoeve van het moderniseren van de organisatie en betere aanpassing aan de digitalisering van het slagveld.

In de Defensievisie 2035 is inzichtelijk gemaakt welke stappen Defensie kan nemen om haar hoofdtaken adequaat te kunnen nakomen gegeven de toekomstige (en sommige huidige) dreigingen. De drie hoofdtaken van Defensie zijn:

  1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk;
  2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit;
  3. Ondersteuning (onder alle omstandigheden) van de civiele autoriteiten bij de handhaving van de openbare orde, de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, de bestrijding van rampen en incidenten en de beheersing van crises, zowel nationaal als internationaal.

Ook zijn in de Defensievisie 2035 deze stappen op hoofdlijnen financieel gekwantificeerd inclusief tweede en derde orde effecten.

Urgente problematiek

Doordat het huidig toegekende budget ontoereikend is voor de uitdagingen waar Defensie voor staat, ontstaat een mismatch tussen behoeften en budget. Deze mismatch kan op dit moment niet in de reguliere bedrijfsvoering opgelost worden. In deze begroting is de meest urgente problematiek incidenteel ingepast door het investeringsbudget aan te wenden. Dit kan vanzelfsprekend niet zonder consequenties voor de aantallen wapensystemen/eenheden, minder kwaliteit (en daardoor slagkracht) en de bijbehorende ondersteuning (onder andere voorraden, IT en munitie). Zonder extra stappen zijn echter ingrijpende keuzes nodig om de organisatie structureel in balans te brengen.

Effecten COVID-19 op de defensieorganisatie

COVID-19 heeft veel gevraagd van onze samenleving en economie. Op Defensie kan worden gerekend wanneer de nood hoog is. Ook in de fase van herstel kan Defensie een rol spelen, bijvoorbeeld als werkgever of door investeringen te laten uitvoeren door Nederlandse bedrijven. Defensie speelt verder een rol om de samenleving weerbaarder te maken voor crisissituaties.

De COVID-19 maatregelen leiden tot beperkingen van de geoefendheid en inzetbaarheid. Zodra de COVID-19 maatregelen vervallen kan het volledige oefenplan hervat worden. Bij de inhaalslag zijn met name oefeningen op grotere schaal en deelname aan oefeningen op de hogere geweldsniveaus en in grotere verbanden noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te kunnen brengen. Naast deze inhaalslag staat Defensie voor de opgave het hybride werken voor de gehele organisatie verder uit te werken en te implementeren.

Het achterliggende jaar was de impact van de COVID-19 uitbraak nog beperkt op de realisatie van de grote materieel- en IT-projecten. Nu de crisis al meer dan een jaar duurt ontkomt Defensie niet aan negatieve effecten op projecten. Reisbeperkingen hebben grote invloed op de wijze waarop programma’s van eisen en complexe engineeringsvraagstukken samen met de industrie tot stand komen. Over de breedte hebben contractonderhandelingen ‘op afstand’ in 2021 meer tijd in beslag genomen en verliepen ze moeizamer. Bij de leveranciers en partners leiden de langdurige maatregelen tot het sluiten van fabrieken en lokale COVID-19 uitbraken zorgen voor beperkingen in de productie: de leverzekerheid neemt hierdoor af. Ook heeft een aanzienlijk aantal Nederlandse en buitenlandse bedrijven reeds beroep gedaan, dan wel heeft gemeld dit te gaan doen, op de overmacht clausule (force majeure) uit de contracten. Voor meerdere projecten leidt dit derhalve tot 'vertraging door overmacht'. Naast vertraging zijn schaarste bij verkrijgbaarheid en hogere prijzen van grondstoffen eveneens neveneffecten van de pandemie. Steeds vaker leidt dit tot negatieve effecten op productie en op de distributieketen. Het betreft onder andere gestegen prijzen van staal en bouwmaterialen, maar ook verminderde beschikbaarheid van specifieke grondstoffen voor ballistische beschermingsartikelen, waaronder de benodigde grondstoffen voor productie van de nieuwe helmen. Dit onderstreept het belang van het defensiematerieelbegrotingsfonds: financiële «schokken» door externe omstandigheden zoals COVID-19 kunnen binnen de mogelijkheden van het DMF in latere jaren opgevangen worden. Desondanks heeft Defensie in overleg met haar partners ook mogelijkheden gezien om projecten te versnellen; dit betreft met name kleinere vastgoedprojecten. In het kader van thematische revitalisering heeft versnelling plaatsgevonden voor Fase 1 Verbetering Legering waardoor deze in 2022 kan worden afgerond en de volgende fase kan worden gestart.

Omdat het na verlichting van de COVID-19 maatregelen nog tijd kost om terug te komen op het oorspronkelijke niveau, wordt het inlopen van de opgelopen achterstanden geen eenvoudige opgave.

Financiële ontwikkelingen

Na de investeringen in Defensie aan het begin van de afgelopen kabinetsperiode bedraagt het defensiebudget in 2022 € 12,4 miljard. Een gedeelte hiervan bestaat uit incidentele middelen; daarom neemt de omvang van het defensiebudget de komende jaren licht af. De defensie-uitgaven uitgedrukt in een percentage van het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt in 2022 naar verwachting 1,47%.

Figuur 3 Ontwikkeling defensie-uitgaven als percentage van het bbp

Het percentage defensieuitgaven zal na 2022 dalen door de combinatie van een licht dalend defensiebudget en het door het Centraal Planbureau verwachte economische herstel na de COVID-19 pandemie. Nederland voldoet daarmee niet aan het streven om toe te groeien naar de NAVO-norm van 2% in 2024. Nederland laat als één van de weinige landen de komende jaren juist een daling zien in het bbp-percentage. Partnerlanden om ons heen investeren verder in Defensie, waardoor het Europees gemiddelde naar verwachting stijgt van 1,76% in 2022 naar 1,85% in 2024. Nederland raakt hierdoor verder achterop: naar verwachting bedragen de Nederlandse defensie-uitgaven in 2024 1,38% van het bbp.

Een aantal Europese bondgenoten, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, haalt al de NAVO-norm van 2%. Nederland blijft ver achterop ten opzichte van deze landen. Ook kleinere Europese landen, zoals Kroatië, Albanië en Tsjechië, halen de NAVO-norm of hebben concrete plannen om in 2024 naar een bbp-percentage van 2% te groeien. Vergeleken met alle NAVO-bondgenoten komt Nederland in 2024 qua verwacht bbp-percentage op plaats 26 van de 30. De EU, de NAVO en in het bijzonder de VS (dat circa 70 procent van de totale NAVO-uitgaven doet) verwachten meer van Nederland: afspraak is afspraak. Er is ruim € 4 miljard per jaar extra nodig om aan te sluiten bij het Europese gemiddelde en ruim € 5 miljard om toe te groeien naar de 2% norm.

Figuur 4 Ontwikkeling NAVO defensie-uitgaven

Investeringen

Defensie ziet nu een aantal jaren op rij een lichte overrealisatie in de exploitatie en een significante stijging van de geplande investeringsverplichtingen; Defensie is dus goed in staat het geld uit te geven conform de plannen. In 2022 stijgt de vijfjaars-gemiddelde investeringsquote verder tot 24,2%, waarmee Defensie voldoet aan de NAVO-richtlijn dat minimaal 20% van de uitgaven bestemd is voor vervanging van materieel en gerelateerd onderzoek. Echter, het NAVO-uitgangspunt hierbij is dat de defensie-uitgaven 2% van het totale bbp bedragen (de NAVO-norm) en de defensie-organisatie financieel gezond is. Voor een financieel gezonde organisatie moeten investeringen en instandhouding met elkaar in balans zijn. Dat is nu niet het geval. Zie voor een nadere toelichting hierop de paragraaf over materiële gereedheid en de defensiematerieelagenda in het DMF.

Investeringsquote

2.1 Beleidsprioriteiten

In de Defensievisie hebben we inzichtelijk gemaakt wat de problematiek bij Defensie is. Defensie is nu niet adequaat toegerust om een antwoord te hebben op de vele toekomstige (en sommige huidige) dreigingen. De Defensievisie laat de stappen zien die nodig zijn om in de toekomst wel voldoende toegerust te zijn. In de Defensievisie hebben we een nieuw profiel geschetst, waar we ongeacht het budget van Defensie mee aan de slag gaan. Als er geen extra investeringen komen zullen echter ingrijpende keuzes moeten worden gemaakt en zal de organisatie structureel moeten krimpen. Hieronder wordt geschetst wat we in 2022 gaan doen en hoe we daarmee eerste stappen zetten om invulling te geven aan de Defensievisie.

Voor de volgende jaren zullen keuzes nodig zijn, want niet alles kan en zeker niet alles kan tegelijk. De komende vier jaar willen we de prioriteit leggen bij het behoud en versterken van slagkracht en snelheid van Defensie, het tegengaan van achterstallig onderhoud en het moderniseren van de organisatie, het aanpassen op de digitalisering van het slagveld, het versterken van het cyberdomein, het personeelsbeleid en de HR-transitie. De invulling hiervan hangt af van het beschikbare budget. Daarbij zullen ook slagen moeten worden gemaakt om het gebied van efficiëntie en effectiviteit.

2.1.1 Technologisch hoogwaardig

Defensie als technologisch hoogwaardige organisatie is de eerste van drie eigenschappen die de Defensievisie noemt. Een technologisch hoogwaardige organisatie vraagt om een sterke innovatiefunctie en een kwalitatief sterk personeelsbestand met een groter aandeel van personeel geschoold in (informatie)technologie. Hoe dan ook zijn de mensen de belangrijkste bouwsteen van Defensie. Het personeelsbeleid blijft er in 2022 op gericht om - conform de doelstellingen van de Defensievisie - een goede werkgever en een inclusieve organisatie te zijn, die de juiste mensen weet aan te trekken en te behouden.

Flexibel optreden: snel inzetbaar, schaalbaar en zelfstandig
De Defensievisie zet de koers uit waarlangs Defensie zich moet ontwikkelen tot een slimme, technologisch hoogwaardige organisatie. Een flexibele en schaalbare krijgsmacht, die proactief op dreigingen kan reageren en die zowel kleinschalig en specialistisch, maar ook in groter verband kan optreden. De krijgsmacht moet militair vermogen voor alle hoofdtaken kunnen leveren, maar schiet daar voor met name de eerste hoofdtaak in tekort. Daarvoor blijft, ook na de investeringen van de afgelopen jaren, herstel van de operationele gereedheid noodzakelijk. Dit doen we door in 2022 verder te werken aan de drie elementen van operationele gereedheid: personele gereedheid, materiële gereedheid en geoefendheid. Dit is hieronder verder uitgewerkt. Daarmee kunnen we stappen zetten, maar zijn we er nog niet. Op de langere termijn zijn stappen nodig om het maximale uit de organisatie te halen - ten aanzien van personeel, vastgoed, IT en materieel en ondersteuning -, om mensen en capaciteiten effectiever en doelmatiger in te zetten en meer inzet te kunnen realiseren met de huidige krijgsmacht.

Personele gereedheid

Voor het verbeteren van de personele gereedheid verlegt Defensie haar focus van kwantitatief ‘vullen’ van formatieplaatsen naar het kwalitatief realiseren en borgen van de personele gereedheid met voldoende geschikte en beschikbare mensen, op de korte en de langere termijn. Dit betekent concreet dat sturen op het verminderen van het aantal vacante functies niet meer de basis is, maar dat wordt gestuurd op kwalitatieve bezetting van specifieke functies die beperkend werken op de gereedheid. Voorbeelden hiervan zijn technisch onderhoudspersoneel en luchtverkeersleiders. Deze sturing op personele gereedheid is integraal onderdeel van de HR-transitie die de komende jaren plaatsvindt. Een technologisch hoogwaardige organisatie vraagt om een sterke innovatiefunctie en een kwalitatief sterk personeelsbestand met een groter aandeel van personeel geschoold in (informatie)technologie. We werken in aansluiting op de Defensievisie 2035, verder aan het aanpassen naar het nieuwe HR-model en het opnieuw inrichten van de processen. We werken in 2022 verder aan het kunnen invoeren van snel inzetbare, flexibele en opschaalbare gevechtseenheden die grotendeels zelfstandig kunnen optreden en snel op- en afschalen met personeel en materieel. Ook wordt het ingezette verbetertraject met betrekking tot data-kwaliteit over de personele gereedheid op strategisch niveau verder uitgerold, waardoor data-gestuurde (informatiegestuurde) regie op de personele gereedheid structureel verbeterd wordt. Daarnaast zal in 2022 een meerjarige kwalitatieve aanstellingsopdracht in de instroomketen worden uitgevoerd, die - naast de werving van vast bestand en reservisten - meer focust op het oplossen van tekorten in de schaarstecategorieën die direct impact hebben op de totale personele gereedheid. Parallel hieraan - en in lijn hiermee - ondersteunen de volgende aanvullende maatregelen in 2022 de ambitie om op korte termijn de personele gereedheid te verhogen:

  1. Ondersteuning van de jaarlijkse aanstellings- en opleidingsopdrachten van het Dienstencentrum Personeelslogistiek (DCPL);
  2. Extra inspanningen voor werving en selectie van schaarste categorieën die cruciaal zijn voor de personele gereedheid. Dit doen we met hulp van een externe daarin gespecialiseerde partij;
  3. Alternatieve vulling door het inrichten van een loket om tijdelijk personeel in te lenen van andere organisaties;
  4. Bijdrage leveren aan de werving van reservisten.

Materiële gereedheid

Materiële gereedheid is de mate waarin het materieel van een eenheid beschikbaar en geschikt is voor het uitvoeren van de opdracht. De materiële gereedheid van de (hoofd)wapensystemen is onder de norm door een mismatch in behoefte en het instandhoudingsbudget en in personele capaciteit. Dit leidt tot ernstige beperkingen in de materiële gereedheid en daarmee in de algehele operationele gereedheid.

Geoefendheid

Geoefendheid als derde component van operationele gereedheid is de mate waarin een eenheid de taken heeft beoefend en daarvoor voldoende niveau van beheersing van de taken heeft getoond. Zodra de beperkingen van de COVID-19 maatregelen op het oefenprogramma komen te vervallen, kan met hervatting van het oefenprogramma de geoefendheid in 2022 verbeteren. Bij de inhaalslag zijn met name oefeningen op grotere schaal en deelname aan oefeningen op de hogere geweldsniveaus en in grotere verbanden noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te kunnen brengen. Dergelijke oefeningen zijn echter intensief qua materieel, wat onder andere zal leiden tot een grotere behoefte aan reservedelen en munitie. Dit zal leiden tot een verdere afname van de materiële gereedheid en een hoger verbruik van oefenmunitie. Mede om deze reden voegt het Kabinet structureel € 60 miljoen aan de defensiebegroting toe voor de tekorten ten aanzien van munitie, opleiding en training. Er wordt in 2022 onder meer opgewerkt voor de NATO Response Force (NRF) stand-by periode in 2023 van een German Netherlands Corps HQ in de rol van Land Component Command en voor ten minste een Battlegroup als onderdeel van de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF).

Voorraden

Ondanks belangrijke investeringen in onze voorraden hebben we voor de toekomstige scenario’s, zoals beschreven in de Defensievisie 2035, een mismatch tussen behoefte en budget. Dit gaat om voorraden voor instandhouding, opleiding en training en inzet. Bij het aanvullen van de voorraden is nog veel achterstand in te lopen, het zal dus tijd (en geld) kosten. Voor munitie, opleiding en training heeft het Kabinet besloten om jaarlijks structureel € 60 miljoen additioneel beschikbaar te stellen. Het Beleidskader Inzetvoorraden (BKI) beschrijft de uitgangspunten voor de gegarandeerde beschikbaarheid van deze inzetvoorraden. Defensie heeft nog minimaal tot en met 2025 nodig om de acht operationele assortimenten (munitie, operationele rantsoenen en water, disposables en hygiëneartikelen, militaire kleding en uitrusting, geneeskundige verbruiksartikelen, operationele infrastructuur, bedrijfs- en brandstoffen en systeemgebonden artikelen (reservedelen)) op de benodigde voorraadniveaus te brengen, gedimensioneerd naar de tweede en derde hoofdtaak. In 2022 vinden nieuwe deelleveringen plaats om de inzetvoorraad munitie op norm te brengen. Ook worden de eerste gespecialiseerde containers voor transport en geconditioneerde opslag van munitie, bedrijfsstoffen en geneeskundige artikelen uitgeleverd. Voor de eerste hoofdtaak heeft Defensie momenteel nog onvoldoende voorraden. Voor het munitiedomein is dit nader toegelicht in de Kamerbief «Stand van zaken defensiemunitie» (Kamerstuk 27 830, nr. 337).

Kennis en Innovatie

De Defensievisie 2035 benadrukt dat Defensie voorop moet lopen in onderzoek en ontwikkeling om technologisch hoogwaardig te blijven. Innovatie voor militaire doeleinden gaat vaak gepaard met mogelijkheden voor andere sectoren, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid en verduurzaming. Zo draagt een sterke kennis- en innovatiefunctie bij Defensie, verbonden met de Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven, ook bij aan de weerbaarheid van onze samenleving. De Strategische Kennis- en Innovatieagenda (SKIA) 2021-2025 geeft de krijgsmacht richting om middels innovatie (potentiële) tegenstanders voor te blijven, de implementatie van deze agenda is reeds gestart en wordt in 2022 en daarna voortgezet. Defensie rapporteert daarnaast conform de motie van het kamerlid Belhaj (34775-X, nr. 45) over uitgaven aan kennis en innovatie. Voor 2022 is het verwachte percentage uitgaven aan kennis en innovatie 1,2% van de defensiebegroting.

Investeren in nieuw materieel

De Defensienota 2018 vormde het startsein voor een investeringsprogramma voor het herstel, de versterking en de modernisering van de krijgsmacht. In 2022 stijgt de vijfjaars-gemiddelde investeringsquote verder tot 24,3%, waarmee Defensie voldoet aan de NAVO-richtlijn dat minimaal 20% van de uitgaven bestemd is voor vervanging van materieel en gerelateerd onderzoek.

In 2020 is het wetsvoorstel aangenomen om het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) in te stellen. Hiermee is een belangrijke stap gezet naar een voorspelbare en schokbestendige defensiematerieelbegroting. Uitgaven, verplichtingen en ontvangsten ten behoeve van de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel, ICT-middelen en infrastructuur van het Ministerie van Defensie worden vanaf 2021 opgenomen in het DMF.

In de materieelagenda van het DMF en het Defensieprojectenoverzicht wordt verder ingegaan op (investeringen in) materieelprojecten. Hierbij valt voor 2022 te denken aan de defensiebrede vervanging nachtzichtkijkers, verwerving van het Licht Indirect Vurend Systeem (LIVS), verwerving van gespecialiseerde containers, de geplande Midlife Update van de patrouilleschepen, vervanging van de tactische luchttransportcapaciteit en de vervanging en uitbreiding Short Range Anti-Tank capaciteit. Daarnaast verwachten we onder andere de D-brief voor het project vervanging M-fregatten naar de Kamer te kunnen sturen. Ook werkt Defensie verder aan de vervanging van de onderzeebootcapaciteit waarvoor Defensie momenteel in dialoog is met de drie kandidaat-werven.

Een veilige werkomgeving bij Defensie

Veiligheid moet in de taakuitvoering en bedrijfsvoering van Defensie een vanzelfsprekendheid zijn. De afgelopen jaren hebben de Visitatiecommissie Defensie & Veiligheid, de Inspectie Veiligheid Defensie en de andere toezichthouders bij Defensie ons een spiegel voorgehouden op het gebied van veilig werken bij Defensie. Verbeteringen zijn zichtbaar, maar we komen van ver en zijn er nog niet. In 2022 neemt Defensie daarom de volgende stappen:

  1. Wij gaan verder met gestalte geven aan de omarmde aanbevelingen van de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid en andere toezichthouders.
  2. Wij richten ons met prioriteit op de uitvoering van de resterende maatregelen uit het plan van aanpak ‘Een veilige defensieorganisatie’ uit 2018. In 2021 levert de Auditdienst Rijk (ADR) een evaluatie van het plan van aanpak op. Wij nemen de uitkomsten van de evaluatie mee in het verder uitvoeren van de maatregelen.
  3. Wij breiden deze maatregelen uit met de plannen uit de Agenda voor Veiligheid. Via deze Agenda wordt veiligheid verder verankerd in de bedrijfsvoering en taakuitvoering. Defensieonderdelen kunnen met de Agenda verder richting geven aan de verbetering van veiligheid. Hiertoe hebben zij in 2022 en 2023 de beschikking over € 32,2 miljoen, bovenop bestaande middelen, om de plannen uit te voeren.
  4. Wij gaan door met het versterken van de sociale veiligheid en integriteit in onze organisatie. Momenteel bevinden we ons in de derde fase van het ‘Plan van aanpak sociale veiligheid’ (Kamerstuk 34 919 nr. 39), die als doel heeft sociale veiligheid te bestendigen in de reguliere bedrijfsvoering door te borgen, te evalueren, te leren en te verbeteren. Er lopen al veel initiatieven naar aanleiding van het ’Plan van aanpak sociale veiligheid’. Specifiek voor NLDA zijn alle bestaande onderzoeken en rapporten van de afgelopen tien jaar door de in 2019 ingestelde Taskforce NLDA (Kamerstuk 35 000 X, nr. 144) integraal vertaald naar een toetssteen, waarbij kameraadschap als leidend principe geldt in de omgang tussen vaste staf, cadetten en adelborsten. Hiertoe zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld (circa € 0,5 miljoen in 2021 oplopend naar bijna € 0,8 miljoen in 2022 en verder). In 2022 wordt verder invulling gegeven aan onder andere het opleidings- en begeleidingsconcept.
  5. Defensie heeft een groot aantal maatregelen uit het plan van aanpak beheersing chroom-6 reeds gerealiseerd of in gang gezet. Deze maatregelen passen wij nu breder toe op de overige gevaarlijke stoffen in de gehele keten. Daarvoor wordt de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen vervolgd zodat de komende drie tot vijf jaar stap voor stap de risicobeoordelingen worden afgerond en te nemen maatregelen worden gerealiseerd. Hierbij wordt het zogenoemde S-T-O-P-principe toegepast. Substitutie (vervanging) van gevaarlijke stoffen, Technische maatregelen zoals afzuiging, spuitcabines en gereedschappen op het niveau van de ‘stand der techniek’, Organisatorische maatregelen, zoals afzetten, opleiden en toezicht en Persoonlijke beschermingsmiddelen. Stap voor stap worden hiermee verbeteringen doorgevoerd - gericht op het toepassen van de arbeidshygiënische strategie - met als doel om het gebruik en de toepassing van chroom-6 zo snel mogelijk Rijksbreed uit te bannen (Kamerstuk nr. 35 000 X nr. 147).

HR-transitie

Om Defensie te kunnen ontwikkelen tot een hoogtechnologische, flexibele en schaalbare krijgsmacht gaat het er uiteindelijk om dat Defensie over de mensen beschikt om haar taken uit te voeren en operationele eenheden klaar heeft staan om in te zetten waar en wanneer dat nodig is. Daarom voert Defensie de komende jaren een nieuw HR-model in dat de ambities voor de defensieorganisatie uit de Defensievisie 2035 ondersteunt, de individuele kwaliteiten van de medewerkers beter benut en van Defensie een aantrekkelijker werkgever maakt. Hierover is de Kamer uitgebreid geïnformeerd in de Kamerbrief HR-transitie (35570 X, nr. 91, d.d. 28 mei 2021). Belangrijke aspecten voor Defensie zijn de hervorming van het beloningsstelsel en het pensioenstelsel, waarbij de gewijzigde discontovoet voor de pensioenregeling een budgettaire uitdaging is voor Defensie. In 2022 versterkt Defensie haar capaciteit voor het pensioenakkoord en de implementatie van het bezoldigingsstelsel.

Zoals in de paragraaf personele gereedheid gemeld, verschuiven we de focus van sturen op vacante functies naar het sturen op de kwalitatieve bezetting. Het aantal vacante functies alleen geeft namelijk een vertekend beeld, omdat voor een deel daarvan bewust gekozen wordt voor de tijdelijke inzet van reservisten en inhuurkrachten. Juist de kwalitatieve bezetting is noodzakelijk om de gereedheid te verbeteren.

In 2022 begint in de zogenoemde HR-transitie de overgangsfase van voorbereiden naar verder concretiseren en experimenteren met en binnen de defensieonderdelen naar vervolgens het stapsgewijs defensiebreed implementeren van de verschillende elementen van het HR-model.

Het gaat om een meerjarig traject dat moet leiden tot een structurele verbetering van de gereedheid. Daarom heeft de CDS een cruciale rol in de aansturing van de HR-transitie. Maar Defensie bepaalt niet alleen de voortgang. De bonden en de medezeggenschap hebben hierin vanuit hun eigen verantwoordelijkheid een belangrijke rol. Defensie wil in 2022 onder meer overeenstemming bereiken met de bonden over nieuwe aanstellings- en contractvormen en over de rechtspositionele effecten die de invoering van strategisch talentmanagement met zich meebrengt. Ook wil Defensie verder gaan met het vereenvoudigen en verbeteren van het beloningsmodel en de uitkomsten van het paritaire onderzoek naar de functiewaardering bij Defensie verwerken in het HR-model.

Defensie neemt binnen de HR-transitie ook maatregelen op het gebied van diversiteit en inclusiviteit (D&I) om een aantrekkelijke werkgever te worden voor een bredere doelgroep. Defensie moet een werkomgeving bieden waarin al haar werknemers zich betrokken, gewaardeerd en gerespecteerd voelen om wie ze zijn en wat ze bijdragen aan de organisatiedoelstellingen. Met het oog hierop worden in 2022 een aantal concrete acties genomen om D&I te borgen in de organisatie. In 2022 worden streefcijfers en voorkeursbeleid voor vrouwelijk personeel verder geïmplementeerd. Dit voorkeursbeleid is ook van toepassing op MD-opleidingen en plaatsingen. Daarnaast wordt in 2022 gestart om D&I een vast onderdeel te maken van alle initiële opleidingen, niveau-opleidingen en opleidingen voor leidinggevenden. Zij zullen op reguliere basis een D&I-module moeten volgen. In het streven naar een meer diverse en inclusieve organisatie lopen in 2022 de acties door in het kader van het Defensie Actieplan 1325 (2021-2025) om gender beter te integreren in plannen, beleid, uitvoering en evaluaties. Ten slotte wordt in 2022 onderzoek gedaan naar de barrières die vrouwelijke militairen ervaren om op uitzending te gaan.

Veteranen

Defensie heeft een bijzondere zorgplicht voor veteranen. Met het oog hierop wordt in 2022 onder meer verder gewerkt aan het vormgeven van een modern stelsel van uitkeringen en voorzieningen voor de veteraan, gericht op maatschappelijke participatie en re-integratie, en worden maatregelen genomen om de transitie van de veteraan van Defensie naar de civiele maatschappij te verbeteren. Ook staan thema’s als de invloed van technische ontwikkelingen op de Veteranenstatus en de positie van «de jonge veteraan» op de rol om te worden uitgewerkt. Ten slotte staat 2022 in het teken van het uitvoeren van de aanbevelingen op grond van de beleidsreactie «aanbevelingen Dutchbat-III» naar aanleiding van het onderzoek «Focus op Dutchbat-III».

Militaire Gezondheidszorg

Een ander aspect van bijzondere zorgplicht betreft de wettelijke taak om militaire gezondheidszorg (MGZ) te verlenen. Het programma MGZ 2020 is afgerond. Dit heeft geleid tot structurele verbeteringen in de MGZ, die zijn geborgd in de hele MGZ-keten. De Kamer wordt dit najaar geïnformeerd over de evaluatie van het programma MGZ 2020.

2.1.2 Informatiegestuurd (in optreden en organisatie)
De Defensievisie 2035 noemt als tweede eigenschap die Defensie nastreeft: informatiegestuurd in organisatie en optreden. De wereld digitaliseert snel. Landen, organisaties en individuen maken in een groeiend tempo gebruik van computertechnologie, waarbij ook steeds meer componenten met elkaar zijn verbonden. Hoewel dit bijdraagt aan een wereldwijde betere samenwerking maken sommige landen, organisaties en individuen hier ook misbruik van. Dit maakt Nederland, en ook Defensie, kwetsbaar. Om te kunnen beschermen wat ons dierbaar is, moet Defensie hierop inspelen. Met de doorontwikkeling naar een technologisch hoogwaardige organisatie en het informatiegestuurde optreden moet Defensie een relevante bijdrage kunnen leveren in het conflict of potentieel gevecht ten opzichte van de potentiële tegenstanders.

Om in te kunnen spelen op de fysieke gevolgen van cyberaanvallen en de digitalisering van het slagveld moeten we op de langere termijn slimmer, sterker en sneller worden in alle domeinen:

  1. slimmer, door met meer inzicht, begrip en voorspellend vermogen op te kunnen treden;
  2. sneller, door onze besluitvorming sneller dan onze opponent te kunnen doorlopen; en
  3. sterker, doordat we informatie ook als wapen kunnen inzetten.

Om daar invulling aan te geven, zijn verdere investeringen nodig. Hieronder wordt ingegaan op wat we in 2022 in gang gaan zetten.

Informatiegestuurd Optreden (IGO)

Defensie staat aan het begin van een grootschalige digitale transformatie. Deze kan alleen voltooid worden als operationele commando’s, bondgenoten en internationale partners sneller en slimmer in staat zijn betrouwbaar informatie uit te wisselen. Het groeiende belang van informatie en de digitalisering van het slagveld heeft grote gevolgen voor de ontwikkeling van het werk en de manier van optreden van Defensie. Investeringen in IGO verbeteren het vergaren, verwerken, snel verspreiden en inzetten van informatie. Dit is cruciaal in het hedendaagse gevecht. Nieuwe wapensystemen zoals de F35 zijn en worden ontworpen om bij te kunnen dragen aan het concept van IGO. De omgang met informatie kan de commando- en bedrijfsvoering sneller en slimmer maken, maar informatie kan Defensie ook sterker maken.

IGO geeft richting aan het groeiende belang van informatie en digitalisering van het slagveld. Om defensiebreed sturing te geven aan de vele initiatieven wordt gewerkt aan een Beleidsvisie IGO. Naast investeringen in de vorm van nieuwe wapensystemen, sensorsystemen en upgrades zijn ook investeringen in de achterliggende processen, organisatiestructuren en capaciteiten noodzakelijk. Dit vereist innoverend vermogen, een sterke IT-infrastructuur, goed opgeleide mensen en interoperabele systemen. Deze beleidsonderwerpen komen in deze ontwerpbegroting ook veelvuldig terug. IGO heeft daarmee betrekking op zowel het primaire als het secundaire proces; zowel op onze operationele inzet, als op de organisatie en bedrijfsvoering.

Deze digitale transformatie is cruciaal, grootschalig en een van de lange adem. Met de huidige budgettaire middelen kunnen in 2022 eerste stappen gezet worden.

IT

Defensie werkt in 2022 verder aan de vervanging en vernieuwing van de IT die Defensie in staat moet stellen een gezaghebbende informatiepositie in te kunnen nemen. Defensie is hiervoor gestart met enkele grote programma’s die ook in 2022 doorlopen en afgestemd zijn op de Defensievisie 2035. Het programma Grensverleggende IT (GrIT) moet de komende tien jaar de gehele infrastructuur voor het nationale, statische en mobiele domein gaan vernieuwen. Het project VOSS gaat de militair te velde met nieuwe IT ondersteunen. Het programma FOXTROT/TEN moet alle overige operationele omstandigheden - mobiel, uitgestegen en te voet - gaan ondersteunen door ervoor te zorgen dat platformen interoperabel zijn en dat men daarbinnen veilig met elkaar verbonden is. Dit programma wordt samen met Duitsland uitgevoerd in een aantal deelprogramma’s, zogenaamde spirals. Op dit moment is alleen de eerste spiral financieel gedekt, wat inhoudt dat op dit moment slechts een deel van het totale programma kan worden geïmplementeerd. Al deze domeinen moeten niet alleen met elkaar, maar ook met internationale partners kunnen praten. Hiervoor loopt bij de NAVO het programma Federated Mission Networking (FMN), waarin alle ervaringen in het samenwerken in internationale missies zich moeten vertalen in een gezamenlijke IT-interoperabiliteit.

De omslag in de IT-keten die nodig is voor IGO behelst echter meer dan bovengenoemde programma’s. Defensie werkt daarom ook in 2022 verder aan de veranderingen die nodig zijn in de grote logistieke systemen op het gebied van personeel en materieel, om daarmee te kunnen bijdragen aan de ambities van IGO. Vanuit het oogpunt van command & control wil Defensie op termijn alle essentiële informatie vanuit alle bronnen in haar commandoruimtes verzamelen en deze gedigitaliseerd aan de defensieleiding beschikbaar stellen. Dit gehele veranderende en nieuwe IT-landschap moet bovendien digitaal veilig worden op- en uitgebouwd. Deze vernieuwingsslag werkt door tot in de haarvaten van de organisatie, inclusief bestaande (wapen)systemen. Daar waar dit laatste additionele financiële consequenties heeft, zal dit in het Defensie Projectenoverzicht (DPO) worden opgenomen.

Tegelijkertijd kent Defensie een mismatch tussen de behoefte binnen de IT-keten op de gebieden exploitatie, investeringen en personeel en het budget. Deze mismatch is inzichtelijk gemaakt in het rapport Defensie Duurzaam Digitaal (DDD, Kamerbrief 31 125, nr. 118). Om de uitdagingen, zoals geïdentificeerd in het rapport DDD het hoofd te kunnen bieden, moet Defensie in 2022 verder kunnen investeren in IT wil het IGO tot een succes kunnen brengen. Om zich aan de voorkant beter te organiseren werkt Defensie in 2022 al wel een aantal no-regret maatregelen uit die voortkomen uit het rapport DDD en die geen financiële consequenties kennen. Zo gaat Defensie onder meer de sturing op IT verbeteren door het opstellen van een producten- en dienstencatalogus, gaat de recent geïnstalleerde Chief Information Officer (CIO) ook oordelen uitvoeren op wapensysteem-gerelateerde projecten en wordt een begin gemaakt met het om- en bijscholen van niet IT-personeel. Voor de gebieden data science, artificiële intelligentie (AI) en cyber heeft Defensie in 2021 aan routekaarten gewerkt waarmee richting wordt gegeven aan de prioriteiten die vanaf 2022 op deze gebieden moeten worden gesteld. Het werken aan een verbeterde opslag en uitwisseling van data in het laag- en hooggerubriceerde data analytics domein en een algehele grotere digitale weerbaarheid, waarmee we onze veiligheid in het digitale domein bedoelen, staat hierbij in 2022 centraal. Verder pakt Defensie het zowel kwantitatieve als kwalitatieve tekort aan IT-personeel aan door samen met kennispartners te investeren in opleidingen, onder meer via de NLDA, de IT-Academie van DMO en het Cyber Warfare & Training Centre van CDS.

Cyber

Onze eerste hoofdtaak, bescherming van het grondgebied, beperkt zich niet meer alleen tot het territoriale grondgebied. We worden in toenemende mate geconfronteerd met cyberaanvallen en beïnvloedingscampagnes. Defensie is een belangrijke speler in het nationale cyberecosysteem en kan onder eigen gezag of op verzoek middels bijstand of steunverlening van het civiel gezag acteren. Er is toenemende vraag naar de veelzijdige cyber-gereedschapskist van Defensie. Zoals in het Jaarverslag 2020 gemeld zijn door het beschikbare budget niet alle ambities uit de Defensie Cyber Strategie waargemaakt. Met de huidige budgettaire middelen staan de operationele slagkracht en toekomstbestendigheid van de I&V-diensten onder druk, zoals aangetoond door de Algemene Rekenkamer in het rapport Slagkracht AIVD en MIVD. De cyberdreiging groeit sneller dan de cyberbescherming. Defensie zet zich maximaal in om deze dreiging het hoofd te bieden.

Het digitale domein is voor Defensie naast land, lucht, zee en ruimte het vijfde domein. Binnen dit domein wil Defensie continu zicht krijgen en houden op dreigingen. De MIVD zorgt voor inlichtingen hierover en stelt deze indien mogelijk ter beschikking aan relevante organisaties binnen en buiten Defensie zoals het Openbaar Ministerie en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Defensie zet zich, mede op basis van de inlichtingen van de MIVD, samen met andere departementen in internationaal verband in voor versterking van coördinatie op het gebied van technische, politieke en eventueel juridische attributie van cyberaanvallen.

Defensie continueert haar ambitie om het afschrikkende vermogen bij het Defensie Cyber Commando te vergroten. Hiervoor bouwt Defensie haar capaciteiten verder uit binnen de huidige mogelijkheden en beperkingen in het cyberdomein. Defensie ontwikkelt deze capaciteiten om het optreden van onze krijgsmacht ter land, ter zee en in de lucht te versterken en om zelfstandige cyberoperaties uit te voeren. Op tactisch niveau experimenteert Defensie met nieuwe Cyber Electromagnetic Activities (CEMA) capaciteiten. Hier vallen ook ontwikkelingen op het gebied van electronic warfare onder.

Daarnaast blijft Defensie onverminderd actief rondom de bescherming en beveiliging van eigen IT- en wapensystemen. Het Defensie Cyber Security Centrum (DCSC) blijft zich inzetten om onze essentiële systemen altijd en overal te beschermen.

De Koninklijke Marechaussee (KMar) draagt dagelijks bij aan rechtshandhaving door het bestrijden van de digitale criminaliteit die zij tegenkomt in haar taakgebieden. De KMar werkt daarbij nauw samen met de Politie en de FIOD. Komend jaar zal de KMar verder gaan met het vernieuwen en uitbreiden van haar bestaande cybercapaciteiten.

Ten slotte draagt Defensie actief bij aan het versterken van de samenwerking tussen bondgenoten, NAVO en EU. Hiermee verbetert Defensie het delen van cyberdreigingsinformatie, versterkt Defensie de nationale en gemeenschappelijke bescherming, handhaaft de internationale rechtsorde en draagt zorg voor geloofwaardige (bondgenootschappelijke) afschrikking in het cyberdomein.

Missies & operaties

Deelname aan missies en operaties behoort tot de kerntaken van Defensie. Missies en operaties zijn onderdeel van een bredere inzet, verbonden met de prioriteiten van het Nederlandse buitenland en veiligheidsbeleid. Naast de politiek-strategische redenen die aan de Nederlandse bijdrage ten grondslag liggen zoals de bescherming en verdediging van de belangen van het Koninkrijk en het bondgenootschappelijk grondgebied en de bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit, zijn deze bijdragen ook van belang voor de ontwikkeling van het eigen personeel.

Defensie wil proportioneel en in verhouding met vergelijkbare lidstaten bijdragen aan EU- en NAVO-missies en VN-vredesoperaties, in klein of groot verband. Defensie blijft investeren in de multilaterale samenwerkingsverbanden waarin wij opereren, zoals de NAVO, de EU en de VN. Daar zetten we onder andere in op het verbeteren van de effectiviteit van missies en het verbeteren van verschillende soorten vredes- en stabiliteitsoperaties en -activiteiten.

Ook in 2022 spant Defensie zich in om voldoende flexibiliteit te behouden voor mogelijke inzet in het kader van missies en operaties in crisissituaties. Dit betekent dat ook in 2022 besluitvorming over verlenging van bestaande bijdragen aan missies en operaties en eventuele bijdragen in het kader van één van de drie hoofdtaken van Defensie iedere keer weer een zorgvuldige afweging zal blijven vergen.

Conflictpreventie

De Defensievisie 2035 stelt dat geïntegreerde inzet vaker gericht zal zijn op het voorkomen van (hernieuwd) conflict. Omdat voorkomen nauw samenhangt met vooruitzien, zullen we er in 2022 aan werken om het anticiperend vermogen van de organisatie verder te versterken (‘strategic foresight’). In diverse opleidingstrajecten binnen Defensie wordt aandacht besteed aan het belang van conflictpreventie en de specifieke bijdrage van de krijgsmacht daaraan. Ook worden initiatieven genomen op relevante thema’s, zoals conflictsensitiviteit, security sector reform en militaire diplomatie. In 2022 wordt bovendien meer aandacht besteed aan de capaciteiten die Defensie kan inzetten in het kader van conflictpreventie, met name ten aanzien van training en advisering van veiligheidssectoren. Samenwerking met andere departementen, maatschappelijke organisaties, denktanks en internationale partners en organisaties blijft hierbij essentieel. Inzet van Defensie om conflicten te voorkomen kan immers alleen effectief en duurzaam zijn als deze deel uitmaakt van een geïntegreerde aanpak en er gebruik wordt gemaakt van kennis en ervaring ‘van buiten’.

2.1.3 Betrouwbare partner en beschermer
Voor onze veiligheid, zeker ook in de toekomst, is de geloofwaardigheid van onze samenwerkingsverbanden essentieel. Dankzij de NAVO en de EU leven we al meer dan 75 jaar in vrijheid. Samenwerking is de enige manier waarop we de verscheidenheid aan verschillende dreigingen aan kunnen. Daarvoor moeten we zelf ook substantieel en proportioneel bijdragen aan het reageren op nationale en internationale crises en de daarbij horende risico’s durven nemen; we moeten niet te vaak ‘nee’ verkopen. De noodzaak van specifieke kennis en een groter scala aan capaciteiten neemt toe. Internationaal blijft onze geïntegreerde benadering de standaard en ook nationaal opereren we geïntegreerd met onze civiele partners.

Én-én benadering: sterke NAVO, sterke EU

Zoals in de Defensievisie 2035 is aangegeven zet Nederland in op een sterker en zelfredzamer Europa. De Nederlandse opstelling ten aanzien van de rol van de EU is in de afgelopen jaren geëvolueerd en ambitieuzer geworden. In 2022 zal deze inzet op de én-én benadering, waarbij zowel de EU als de NAVO worden versterkt, leidend blijven.

In 2022 zal de EU verder richting geven aan haar doelstellingen op het Europese Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) met het uitbrengen van het Strategisch Kompas. De inzet van Nederland hierbij is dat de EU ambitie toont en nieuwe stappen zet, en tegelijkertijd realistisch is in het formuleren van de nieuwe doelstellingen opdat deze ook militair uitvoerbaar zijn. De NAVO brengt in 2022 haar volgend Strategisch Concept uit. Beide documenten zullen waar mogelijk worden afgestemd en geven de EU, de NAVO en de individuele landen strategische richtlijnen. In lijn met de Defensievisie 2035 zal Nederland zich blijven inzetten om op politiek, strategisch en operationeel niveau de samenwerking tussen de EU en de NAVO te bevorderen. Nederland pleit in het in voorjaar 2021 gepresenteerde non-paper daarover onder andere voor meer politieke consultaties, shared situational awareness, betere samenwerking op de thema’s weerbaarheid, klimaat & veiligheid, EDTs (emerging & disruptive technologies), ruimte, militaire mobiliteit, defensieplanning en capaciteitsontwikkeling.

Een sterker en zelfredzamer Europa vergt dat Europese landen investeren in het versterken en vergroten van interoperabiliteit en in hun militaire capaciteiten die kunnen worden ingezet in EU- of NAVO-verband. Nederland voldoet op dit moment niet aan alle bijdragen die door EU en NAVO zijn afgesproken. Het volledig voldoen aan het oplossen van de tekortkomingen in EU en NAVO-verband vergt een aanzienlijke verhoging van de sdefensiebegroting. Door ook in 2022 goed aan te sluiten en gebruik te maken van de EU-instrumenten zoals het Capability Development Plan (CDP) en de Coordinated Annual Review on Defence (CARD) worden deze, net als het NAVO-defensieplanningsproces, zo goed mogelijk ingebed in het nationale planningsproces. In dit kader blijft Defensie zich in 2022 ook inzetten om optimaal gebruik te maken van de kansen van het Europees Defensie Fonds (EDF) en de Permanent Gestructureerde Samenwerking (PESCO).

Militaire Mobiliteit
De afgelopen jaren heeft Nederland een leidende positie ingenomen inzake Militaire Mobiliteit. Deze rol zal Nederland voortzetten en verder versterken. Het door Nederland geleide PESCO-project Militaire Mobiliteit blijft een belangrijk forum voor afstemming van nationale inzetten van lidstaten en afstemming met EU instituties. Daarnaast is het ook een belangrijk forum voor de versterking van de EU-NAVO samenwerking.

Samenwerking in kleinere multilaterale verbanden
Om in te kunnen zetten op een zelfredzamer Europa maakt Defensie zich naast de inzet op een versterkte NAVO en EU ook sterk voor samenwerking in kleinere Europese verbanden waaronder de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2). Hierbij wordt niet gedupliceerd, maar wordt juist gekeken hoe samenwerking binnen Europa kan worden versterkt tussen gelijkgestemde landen. Met de strategische partners België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten wordt ook bilateraal steeds nauwer samengewerkt. In 2022 blijft Defensie kansen benutten om gezamenlijk onze krijgsmachten te versterken en onderlinge samenwerking te verbeteren, waaronder op het gebied van materieel, inzet en oefenen. Daarnaast wordt samengewerkt op strategische onderwerpen en worden kennis en ervaringen uitgewisseld over gezamenlijke (nieuwe) dreigingen en het vergroten van onze weerbaarheid.

Bilaterale samenwerking met strategische partners
Met onze strategische partners België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten werken we steeds nauwer samen. Ook in 2022 blijven we kansen benutten om gezamenlijk onze krijgsmachten te versterken en onderlinge samenwerking te verbeteren, waaronder op het gebied van materieel, inzet en oefenen. Daarnaast werken we samen op strategische onderwerpen en wisselen we kennis en ervaringen uit over gezamenlijke (nieuwe) dreigingen en het vergroten van onze weerbaarheid.

Inzetten op verdere specialisatie binnen de NAVO en EU
Gelet op de steeds complexer wordende veiligheidsomgeving en de toename van het aantal en het aantal soorten dreigingen is in de Defensievisie 2035 onder andere de beleidsinzet opgenomen om in de NAVO en de EU te komen tot verdere specialisatie. Dit heeft als doel om gezamenlijk meer effecten te bereiken, de kwaliteit van het optreden te verhogen en tegelijk de benodigde veelzijdigheid aan vereiste militaire middelen te borgen. Het draagt daarmee bij aan de strategische autonomie van onze partnerschappen. Specialisatie komt neer op het maken van afspraken over wie wat doet voor het grotere geheel - de NAVO, de EU of mogelijk een kleiner verband van landen - en daarbij meer gebruik te maken van de respectievelijke unieke meerwaarden van de partners en bondgenoten. Op die manier kunnen we gezamenlijk beter onze veiligheid beschermen.

We willen samen met onze partners en bondgenoten komen tot afspraken over wie wat bijdraagt en op welke wijze tekorten ingevuld worden. Daarbij zijn verschillende lijnen waarlangs specialisatie kan worden vormgegeven, zoals de lijn van (de ondersteuning van) capaciteiten en de lijn van inzetscenario's. Daarover zijn we in gesprek met onze EU-partners en NAVO-bondgenoten en ook in 2022 agenderen we specialisatie in beide gremia. Het traject in aanloop naar het EU Strategisch Kompas biedt een uitstekend vehikel om deze dialoog te voeren tussen EU-lidstaten. Ook binnen de NAVO en met NAVO-bondgenoten bespreken we hoe er eerste stappen zijn te zetten richting verdere specialisatie. Het NAVO-defensieplanningsproces (NDPP) biedt hier bijvoorbeeld aanknopingspunten voor, aangezien dit proces er al op toeziet dat kwaliteiten en capaciteiten worden verdeeld onder de leden.

Specialisatie is een langdurig proces: uiteindelijk hoeven landen niet meer alles te kunnen, maar moeten zij datgene waarop ze specialiseren wel beter kunnen en in grotere mate uitvoeren. Zo stellen landen hun capaciteiten voor anderen beschikbaar en vice versa. Het vergroten van de wederzijdse afhankelijkheid en het inleveren van nationale autonomie vraagt veel onderling vertrouwen van bondgenoten en partners. Nederland neemt de komende tijd het initiatief om samen met onze bondgenoten de dialoog te voeren om het concept specialisatie verder vorm te geven.

Transparantie
De Toeslagenaffaire heeft de noodzaak laten zien van een open en transparant functionerende overheid, waarbij de menselijke maat centraal staat en de informatievoorziening op orde is. Defensie heeft transparantie reeds eerder opgenomen als één van de inrichtingsprincipes in de Defensievisie 2035, namelijk de ambitie om transparant en zichtbaar te zijn in een betrokken samenleving (inrichtingsprincipe 7). De afgelopen periode zijn er reeds belangrijke stappen gezet op dit onderwerp. Onder meer is een defensiebreed programma Informatiehuishouding & Transparantie vastgesteld, waarin de ambities aan de hand van vier speerpunten zijn vastgelegd. In 2022 zal het accent liggen op verdere uitwerking van maatregelen binnen deze speerpunten en uitrol daarvan in de organisatie. In de uitvoering van het programma zijn ook investeringen beoogd in benodigde randvoorwaarden, inclusief de IT en het opleiden en trainen.

De vier speerpunten zijn:

  1. Het verbeteren van de informatievoorziening aan het parlement en de samenleving en het komen tot een meer open bestuursstijl. Dit betekent onder meer dat beslisnota’s bij Kamerstukken actief openbaar worden gemaakt, de communicatie met de burger wordt verbeterd en de functionaliteit van dossiervorming en dossierarchivering worden ingericht. Hiermee wordt invulling gegeven aan de beleidslijn Actieve openbaarmaking nota’s.
  2. Het verbeteren van de informatiehuishouding binnen de ambtelijke bedrijfsvoering en het verbeteren van de informatiehuishouding in de operationele omgeving. Verbetering hiervan draagt bij aan het werk van alle defensiemedewerkers en voorziet in het voldoen aan (archief) wet- en regelgeving, waaronder de recent gepubliceerde beleidslijn Actieve openbaarmaking nota’s. Dit sluit aan bij de implementatie van de Wet Open Overheid en het interdepartementale actieplan ‘Open op Orde’.
  3. Het versterken van het ambtelijk en militair vakmanschap waarmee een transitie in werkwijzen en aanpassing van houding en gedrag van medewerkers wordt beoogd. Hiermee wordt invulling gegeven aan de maatregelen uit het Rijksbrede programma Versterken ambtelijk vakmanschap.
  4. Het verbeteren van de wijze waarop Defensie omgaat met signalen van buiten en binnen de organisatie. Het gaat daarbij om vragen als komen de signalen op het juiste niveau binnen? Worden mensen juist bejegend (met de menselijke maat) en onderkent Defensie in voldoende mate patronen in de verschillende signalen? Heeft de organisatie het vermogen om tijdig te anticiperen?

Nationaal en civiel-militaire samenwerking
Op nationaal niveau is samenwerking met regionale en lokale bestuurders en nationale partners van cruciaal belang om onze nationale taken met draagvlak uit te voeren. Concreet wil Defensie in 2022 haar betrokkenheid aan de voorkant bij de crisisbeheersing binnen het Koninkrijk verankeren in bestuurlijke afspraken en operationele planvorming.

Sinds 2018 loopt het interdepartementale Programma Civiel-Militaire Samenwerking (PCMS) tussen Defensie, Justitie&Veiligheid en de veiligheidsregio’s. Het programma (waarbij ook de overige departementen, het vitale bedrijfsleven en de Nationale Politie zijn aangehaakt) heeft een doorlooptijd tot 2023 en heeft als opdracht de rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein structureel te verstevigen en de civiel-militaire samenwerking verder te ontwikkelen als een robuuste pijler van de nationale crisisbeheersing. Het gaat hierbij zowel om de verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk in het algemeen, als om het waarborgen van de nationale veiligheid en het beheersen van nationale crises in het bijzonder.

De nationale veiligheidsarchitectuur bestaat uit een groot aantal spelers, waar Defensie er één van is. Gezamenlijk moeten we vitale capaciteiten kunnen garanderen voor crises en noodsituaties. Defensie moet daarbij met haar unieke capaciteiten kunnen bijdragen als één van de first responders en als de last line of defence. Defensie moet dan de capaciteiten hebben waarmee het zowel onder normale als ook in buitengewone omstandigheden (extra) voortzettingsvermogen kan leveren ter ondersteuning aan het civiele gezag. Ten aanzien van dit laatste heeft Defensie dus als organisatie ook een mate van autonomie nodig. Op deze manier draagt Defensie bij aan de weerbaarheid van de samenleving. De geactualiseerde rol van Defensie wordt onder andere in de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s en in de nieuwe Rijksbrede Veiligheidsstrategie meegenomen.

In 2021 zijn stappen gezet ten aanzien van het brede offensief tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit (BOTOC). Defensie is een belangrijke partner in dit offensief. In 2022 zal BOTOC verder vorm worden gegeven door deelname aan het ‘multidisciplinaire interventieteam’ en door verder te investeren in de ‘bewakings- en beveiligingstaak’ van de Koninklijke Marechaussee, de aanpak van drugscriminaliteit in het Caribisch gebied en in keteneffecten, zoals voor de Explosieven Opruimingsdienst Defensie en advanced search-capaciteit van de Koninklijke Landmacht.

De COVID-19 crisis heeft Nederland hard geraakt. Het jaar 2022 zal mede in het teken staan van herstel van de gevolgen van de pandemie. Defensie ziet mogelijkheden om bij te dragen aan het herstel van de samenleving, economie en het voorbereiden op de bestrijding van nieuwe crises. Besluitvorming over de herstelopgaven vindt nog plaats.

De COVID-19 crisis heeft ook het Caribisch deel van het Koninkrijk getroffen. Binnen de Landspakketten (herstelmaatregelen voor liquiditeitssteun) die met de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten ten tijde van de COVID-19 crisis zijn overeengekomen, zal Defensie (waaronder KMar en Kustwacht Carib) diverse maatregelen ten uitvoer brengen die bijdragen aan de versterking van de rechtsstaat, zoals de versterking van het grenstoezicht en de professionalisering van de Arubaanse en Curaçaose milities.

Vastgoed

Defensie heeft een urgente en omvangrijke vastgoedopgave, waarbij de portefeuille de komende tien jaar ingrijpend moet worden herzien omdat de huidige situatie onbetaalbaar is en niet toekomstbestendig. Als tijdelijke oplossing heeft Defensie in 2020 en 2021 € 140 miljoen per jaar extra uitgetrokken voor instandhouding. Zonder ingrijpen lopen de kosten gedurende de komende 15 jaar verder op, terwijl de achterstand niet wordt ingelopen. In het Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar het Defensievastgoed (Kamerstuk 34 919, nr. 77; maart 2021) is geconcludeerd dat Defensie 35-40% van de huidige vastgoedportefeuille moet afstoten om een betaalbare portefeuille over te houden. Defensie werkt aan een verkenning om te komen tot het concentreren, vernieuwen en verduurzamen van het defensievastgoed. De budgettaire consequenties en kansen voor andere maatschappelijke opgaven van dit kabinet zoals versnellen woningbouw, huisvesting van aandachtsgroepen, locaties voor hernieuwbare energie en transitie van landbouw naar groen/water/natuur in verband met vermindering stikstofuitstoot, worden in kaart gebracht.

Naast de verkenning om te komen tot het concentreren, vernieuwen en verduurzamen van het defensievastgoed zullen in 2022 de normen ten aanzien van het vastgoed worden herzien en wordt naar aanleiding van de bevindingen van de Algemene Rekenkamer verder gewerkt aan het vereiste inzicht in de staat van het vastgoed en de aansturing van het vastgoedmanagement.

Duurzaamheid

Op basis van het Plan van aanpak Energietransitie Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 74) stellen we in 2021 de Verduurzamingsroute Vastgoed en de roadmap Energietransitie Materieel vast. Deze instrumenten gebruiken we vanaf 2022 bij behoeftestellingen en inkopen voor het aanjagen van innovatie waarbij we oog houden voor operationele meerwaarde. We dragen bij aan het rijksbeleid voor verduurzaming met Zon op Rijksdaken, Energieopwekking op Rijksgronden en duurzaam mobiliteit. In dit kader ontwikkelt Defensie met EZK financieringsvormen. Verder sluiten we met projectvoorstellen aan op het Groeifonds en de Recovery and Resilience Facility. Defensie doet met de huidige middelen het maximaal mogelijke om aan de wettelijke eisen en ambities te voldoen, verdergaande eisen voor verduurzaming van (de bedrijfsvoering van) Defensie vereisen aanvullende investeringen.

De huidige stikstofproblematiek is ook belemmerend voor de (uitbreiding van) activiteiten door Defensie. Binnen de recente wetgeving en de huidige stikstofplannen is voor de korte termijn weinig ontwikkelruimte, terwijl Defensie die stikstofruimte wel nodig heeft. In de meeste gevallen heeft Defensie geen mogelijkheid om haar activiteiten te verplaatsen. Waar dat tot stikstoflast leidt, zullen anderen ruimte moeten bieden. Op andere plaatsen kan Defensie een deel van de oplossing bieden, zie hiervoor de voorgaande tekst over vastgoed.

Omgeving

Activiteiten van Defensie hebben impact op de omgeving waarin mensen wonen, werken en recreëren. Het is van belang dat Defensie oog heeft voor andere ruimtelijke belangen en hier, waar mogelijk, gezamenlijk invulling geeft aan deze opgave. Randvoorwaardelijk voor de uitvoering van onze kerntaken zijn passende vergunningen. Toezichthouders van onder andere ILT en LNV wijzen Defensie meer en meer op tekortkomingen. Proactief zal Defensie de regie over het vergunningenproces, die bij eerdere reorganisaties is wegbezuinigd, in 2022 opnieuw inrichten bij de Defensiestaf. Zo kan Defensie met het RVB planmatig verouderde vergunningen snel herzien, beter tijdig nieuwe vergunningen verkrijgen en actueel houden, en verder belanghebbenden actiever informeren over het vergunningenprocedures.

Daarnaast is Defensie zelf vergunningverlener. De Minister van Defensie treedt op als bevoegd gezag voor militaire luchthavens. Het proces van vergunningverlening is voor inwerkingtreding van de Omgevingswet geïmplementeerd. Ook in 2022 zal Defensie zich voorbereiden op de inwerkingtreding van de Omgevingswet door samen met andere partijen, zoals ILT en RVB, betekenis te geven aan de Omgevingswet.

Luchthavenbesluiten en luchtruimherziening

Bij de Wet van 2 juni 2021, houdende verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden en invoering van een jaarlijkse rapportageplicht (Stb. 2021, 282) is voorzien in een jaarlijks verslag aan de Staten-Generaal over de voortgang van de vaststelling van luchthavenbesluiten voor die luchtvaartterreinen waarvoor nu nog een aanwijzing geldt. Dit betreft de vliegbases De Peel, Gilze-Rijen en Woensdrecht. Dit verslag wordt aan de Kamer separaat aangeboden, gelijktijdig met de begrotingsstukken.

Het programma Luchtruimherziening is gericht op het bereiken van drie samenhangende doelen: efficiënter gebruik en beheer van het luchtruim, beperking van klimaateffect en hinder in de omgeving en verruiming van de civiele capaciteit en militaire missie effectiviteit. Het programma volgt een op het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) geïnspireerde aanpak, waarin participatie en internationale samenwerking centraal staan. Met de definitieve voorkeursbeslissing in 2021 werkt het programma in de planuitwerkingsfase toe naar een definitief besluit: de programmabeslissing in 2023. Het jaar 2022 staat in het teken van het maken van inhoudelijke stappen; onderzoek, ontwerp en simulaties. Met het nemen van de programmabeslissing start de realisatiefase met stapsgewijze implementatie vanaf 2024 tot 2035. De Tweede Kamer ontvangt halfjaarlijks een voortgangsbrief.

KPI

Figuur 5

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Standen ontwerpbegroting 2021 11.628,7 12.057,4 11.796,2 11.825,4 11.400,8 11.376,8
Belangrijkste mutaties
1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 443,5 231,3 202,4 245,7 224,6 239,7
1.a Loonbijstelling 120,7 121,5 120,8 120,4 120,4 120,0
1.b Prijsbijstelling 128,0 137,7 133,7 134,8 125,0 124,8
1.c Eindejaarsmarge Defensie 53,4
1.d Eindejaarsmarge HGIS 35,0
1.e Digitale veiligheid 45,0
1.f Incidentele nood- en steunmaatregelen covid-19 27,6
1.g Valuta ‒ 30,9 ‒ 66,2 ‒ 81,1 ‒ 43,7 ‒ 59,5 ‒ 44,2
1.h Overige mutaties 1e supp.begroting en extrapolatie 64,8 38,3 29,0 34,2 38,7 39,1
Mutaties begroting 2022 100,4 102,9 113,3 ‒ 93,6 304,0 106,0
2. Interdepartementale budgetoverhevelingen 1,7 23,4 34,2 30,0 28,2 29,2
3. Bijstellen valuta berekeningsmethode 2,7 1,6 1,2 ‒ 1,5 ‒ 2,2 ‒ 1,1
4. Herschikking ontvangsten tussen defensie en het DMF ‒ 17,2 ‒ 17,2 ‒ 17,2 ‒ 17,2 ‒ 17,2
5. Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel marine 5,0
6. Kasschuif i.v.m. over- en onderprogrammering ‒ 200,0 200,0
7. Budget t.b.v. munitie, opleiding en training 60,0 60,0 60,0 60,0 60,0 60,0
8. Budget t.b.v. veteranen 30,0 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0
9. Versterken inlichtingen en veiligheidsdiensten (MIVD) 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0
10. Overige mutaties 1,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Standen ontwerpbegroting 2022 12.172,6 12.391,6 12.111,8 11.977,5 11.929,4 11.722,5

Toelichting

  1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

    Met de 1e suppletoire begroting 2021 zijn de loon- en prijsbijstellingen en de doorwerking van de eindejaarsmarge 2020 toegevoegd aan de defensiebegroting.

  2. Interdepartementale budgetoverhevelingen

    Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 23,4 miljoen voor 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is in de verdiepingsbijlage opgenomen.

  3. Bijstellen valuta berekeningsmethode

    De generale bijstelling vanuit het Ministerie van Financiën voor de koersgevoeligheid van de contracten in vreemde valuta is aangepast omdat bij de initiële uitdeling uitgegaan is van een verouderde berekeningsmethode.

  4. Herschikking ontvangsten tussen Defensie en het DMF

    Dit betreft het overhevelen van ontvangsten voor logistieke bedrijven en het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) van de DMO vanuit de defensiebegroting naar het DMF, omdat de uitgaven in het DMF plaatsvinden. De ontvangsten zijn via de bijdrage aan het fonds in mindering gebracht, hierdoor daalt de totale begrotingsomvang van het kerndepartement.

  5. Hogere ontvangst ten behoeve van instandhouding materieel marine

    De verwachte hogere overige ontvangsten worden aangewend voor de instandhouding matereel marine.

  6. Kasschuif in verband met over- en onderprogrammering

    Als gevolg van de huidige afspraken om tot een realistische en gecontroleerde overprogrammering te komen is er een kasschuif verwerkt op de begroting van het DMF. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en sluit over de gehele looptijd van het fonds op nul. Nadere informatie over de afspraken zijn opgenomen in het DMF zelf.

  7. Budget ten behoeve van munitie, opleiding en training

    Voor de tekorten ten aanzien van munitie, opleiding en training wordt structureel € 60 miljoen toegevoegd aan de defensiebegroting.

  8. Budget ten behoeve van veteranen

    Veteranen met uitzendgerelateerde aandoeningen kunnen compensatie aanvragen bij het Nationaal Fonds Ereschuld. De middelen op de begroting zijn echter ontoereikend. Meer (jonge) veteranen doen een beroep op compensatie. Daarom wordt € 30 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld in 2021 en wordt de begroting met € 20 miljoen structureel verhoogd.

  9. Versterken inlichtingen- en veiligheidsdiensten (MIVD)

    Voor het versterken van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten heeft het Kabinet extra middelen (€ 15 miljoen) aan de MIVD beschikbaar gesteld.

2.3 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

1 Inzet 190.426 35.969 154.457 De aard van dit artikel maakt dat een groot deel nog niet-juridisch verplicht is. Het betreft de voorziening HGIS voor het aangaan van nieuwe missies en verlengen van bestaande missies
19% 81%
2 Koninklijke Marine 844.737 766.479 78.258 Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (oefenvaardagen, operationele zaken) en overige personele en materiële exploitatie.
91% 9%
3 Koninklijke Landmacht 1.439.238 1.294.294 144.944 Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken) en overige personele en materiële exploitatie
90% 10%
4 Koninklijke Luchtmacht 680.941 611.978 68.963 Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken) en overige personele en materiële exploitatie.
90% 10%
5 Koninklijke Marechaussee 486.905 448.575 38.330 Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor de overige personele en materiële exploitatie voor alle districten van de KMar.
92% 8%
7 Defensie Materieel Organisatie 607.093 449.166 157.927 Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor operationele zaken (brandstof) en overige personele en materiële exploitatie
74% 26%
8 Defensie Ondersteuningscommando 1.205.578 852.798 352.780 Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor energie en water en de overige personele en materiële exploitatie (opleidingen, werving en selectie, ondersteuning personeel op buitenlandse posten, sociaal beleidskader).
71% 29%
Totaal niet verplichte uitgaven 995.659

2.4 Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Inleiding

Elke minister is op basis van de Comptabiliteitswet 2016 verantwoordelijk voor het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Hiervoor is de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) opgesteld, die uit drie hoofdthema’s bestaat: (1) Inzetbaarheid, (2) Adaptief en informatiegestuurd en (3) Betrouwbare partner en werkgever.

Om als departement doeltreffend en doelmatig beleid te voeren is inzicht in het effect van beleid noodzakelijk. Hiervoor is enkel achteraf (ex-post) evalueren niet voldoende. Beleidsevaluaties dienen integraal onderdeel te zijn van beleidsontwikkeling, met als doel om tijdig kennis en inzichten te verzamelen. Een goede invulling van de SEA kan deze integrale benadering van beleidsevaluaties aandrijven. Daarbij bevordert de SEA de transparantie van het departement en ondersteunt het Defensie in de ontwikkeling als lerende organisatie.

Zoals aangegeven in de vierde voortgangsrapportage van de rijksbrede Operatie Inzicht in Kwaliteit, gelden de begrotingsjaren 2022 en 2023 als overgangsperiode voor het werken met de SEA1. Voor de begroting van 2022 heeft Defensie per thema geïnventariseerd welke evaluaties lopen en op de planning staan. Dit hoofdstuk geeft het overzicht weer. Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn in bijlage 7.5 de drie hoofdthema’s van de SEA nader uitgewerkt. Tevens wordt in bijlage 7.5 een toelichting per evaluatie gegeven. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) de tabel met agendering van evaluaties en onderzoeken en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema.

Afgeronde evaluaties 2020-2021

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) Ex-durante evaluatie Inzetbaarheid Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget.
Nationaal comité herdenking capitulatie Wageningen 1945 (NCHC) Periodieke subsidie-evaluatie Betrouwbare partner en werkgever Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2020 is daarom de subsidie aan het NCHC geëvalueerd.
Vastgoed IBO Inzetbaarheid Interdepartementaal beleidsonderzoek naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille voor Defensie.
Initiatief cybersecurity Ex-durante / ex-post evaluatie Adaptief en informatie-gestuurd Dit initiatief was aangedragen i.h.k.v. de Operatie Inzicht in Kwaliteit (OIIK). Deze operatie is formeel afgerond met de vierde voortgangsrapportage van de OIIK.

Uit het IBO Vastgoed Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 77) en het Strategisch vastgoedplan (Kamerstuk 33 763, nr. 151) blijkt dat een grote inspanning nodig is om de vastgoedportefeuille in evenwicht te krijgen. De omvang van de defensieportefeuille is niet in balans met het beschikbare budget. Er is meer budget nodig of minder vastgoed. Vanwege de urgente situatie is eind 2020 alvast gestart met een interne verkenning naar handelingsopties langs de lijnen van concentratie, verduurzaming en vernieuwing om de financiering van het vastgoed niet langer ten koste te laten gaan van andere prioriteiten binnen de defensieorganisatie, zoals IT, munitie, personeel en materieel. Deze interne verkenning vormt één van de elementen die het komende kabinet kan gebruiken bij de inhoudelijke appreciatie van alle aanbevelingen uit het IBO. Daarnaast is Defensie met het RVB in overleg over het verbeteren van de informatievoorziening, rapportagesystematiek en meetindicatoren, zoals hersteltijd storingen, projecttevredenheid, inspecties en doelmatigheid. De noodzaak en urgentie hiertoe sluiten aan op de bevindingen van de Algemene Rekenkamer die hebben geleid tot de ernstige onvolkomenheid voor vastgoedmanagement (Kamerstuk 35830 X, nr. 2).

Geagendeerde evaluaties per thema

Evaluatie Type onderzoek Afronding Toelichting onderzoek
Thema 1. Inzetbaarheid
Subthema 1.1. Bijdragen aan nationale en internationale veiligheid
EMASOH Ex-post (missie) evaluatie 2021 Van eind januari tot eind juni 2020 heeft Nederland deelgenomen aan de European-Led Mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH). Deze deelname wordt door een onafhankelijke partij geëvalueerd.
MINUSMA Ex-post (missie) evaluatie 2022 De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA wordt door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) uitgevoerd.
Subthema 1.2. Betrouwbare organisatie van ondersteunende diensten en voorzieningen
Militaire gezondheidszorg Beleidsdoorlichting 2022 Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode april 2011 tot september 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. Hiervoor wordt naar de herstructurering van de MGZ gekeken.
Subthema 1.3. Realiseren van (technologisch) hoogwaardig en inzetbaar materieel
COTS/MOTS Beleidsdoorlichting 2021 Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het COTS/MOTS-beleid bijdraagt aan een betere voorspelbaarheid en beheersbaarheid van materieelprojecten op de aspecten tijd en geld.
Publieke investeringen in een politieke context Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) 2023 Dit IBO onderzoekt hoe een kabinet schaarse investeringsmiddelen zo doeltreffend en doelmatig kan alloceren. Het onderzoek wordt door het Ministerie van Financiën getrokken en Defensie neemt deel aan de werkgroep.
Defensiematerieelfonds Ex-durante evaluatie 2027 Bij de instelling van het DMF is besloten deze te evalueren in 2027, waarbij het fonds wordt onderzocht op doelmatigheid en doeltreffendheid.
Thema 2. Adaptief en informatiegestuurd
Subthema 2.1. Realiseren van een informatiegestuurde organisatie
IGO KMar Beleidsdoorlichting 2022 In 2008 is de KMar gestart met het programma Informatie Gestuurd Optreden (IGO KMar). De beleidsdoorlichting onderzoekt of de beoogde effecten zijn bereikt en waar ruimte is voor verbetering.
GrIT Ex-durante evaluatie Start 2022 Deze tussenevaluatie wordt uitgevoerd om vast te stellen of de uitvoering van het IT-vernieuwingsprogramma genaamd Grensverleggende IT (GrIT) goed verloopt. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR).
Subthema 2.2. Inbedden van kennis en innovatie
PPS Toeslagregeling Ex-durante evaluatie (interdepartementaal) 2021 In opdracht van MinEZK voert onderzoeksbureau Dialogic samen met de Universiteit Maastricht een evaluatie van de PPS-toeslagregeling 2016-2020 uit. Defensie is hierbij betrokken.
Kennis- en Innovatie Convenant (KIC) Ex-durante evaluatie (interdepartementaal) 2021 Halverwege de looptijd van het KIC wordt onder verantwoordelijkheid van MinEZK geëvalueerd of de afspraken in dit convenant nog voldoen en of de voorgenomen budgetten adequaat zijn.
Thema 3. Betrouwbare partner en werkgever
Subthema 3.1. Zorgen voor goede (inter)nationale relaties en inbedding
Subsidie verstrekkingen onderzoek Ex-durante evaluatie 2022 In 2022 worden 13 subsidie-evaluaties uitgevoerd. Daarna kan een overkoepelend onderzoek naar subsidieverstrekkingen plaatsvinden.
NL-DEU samenwerkingsverbanden Ex-post evaluatie 2023 Tijdens deze evaluatie wordt o.a. gekeken naar succesfactoren en mogelijke verbeterpunten van (een van) de bestaande samenwerkings-verbanden tussen Nederland en Duitsland.
Flag Officer Sea Training (FOST) Ex-durante evaluatie 2024 FOST is een instituut op het gebied van operationele training voor maritieme oorlogsvoering. Met deze evaluatie wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse deelname aan de FOST onderzocht.
Subthema 3.2. Zorgen voor een integere organisatie en veilige werkomgeving
Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) Ex-post evaluatie 2021 De RVS is in 2014 vastgesteld met als doel de afhandeling van de materiële schadevergoeding voor o.a. gewonde veteranen sneller en adequater af te handelen. Bij het vaststellen van de RVS hebben de sociale partners afgesproken om de regeling na een aantal jaren te evalueren. De evaluatie wordt uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR).
PvA Veiligheid Ex-durante evaluatie 2021 Evaluatie van het PvA ‘Een veilige Defensieorganisatie’ om inzicht te krijgen in de status, de uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de 40 maatregelen die in het PvA staan. De evaluatie wordt uitgevoerd door de ADR.
Barrières uitzenden vrouwelijke militairen Ex-durante / ex-post evaluatie 2022 Onderzoek naar de drempels in de organisatie die het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren (onderdeel van ‘Elsie initiatief’).
Etnische diversiteit Meting 2022 Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) doet in samenwerking met de defensieafdeling Trends, Onderzoek & Statistiek (TOS) onderzoek naar de etnische samenstelling van Defensie. Het onderzoek gaat over de periode 2018-2020.

2.5 Overzicht risicoregelingen

Defensie kent één openstaande garantie. Dit betreft een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen.

2.6 Overzicht coronamaatregelen

De afgelopen periode is voor een groot deel getekend door de COVID-19 crisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die door Defensie zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.

1 Inzet FNIK Totaal 17,5 5,0
Inzet Karel Doorman 9,9
Arbo-middelen thuiswerken 2020 5,0
Inzet FNIK in NL 2,6
3 Koninklijke Landmacht Aangepaste veldlegering bij oefeningen 0,1 8,6
3 Koninklijke Landmacht Hotelkosten bij quarantaine bij oefeningen 0,0 0,3
6 Investeringen Nagekomen COVID-19 afrekeningen 0,0
6 Investeringen (DMF) Persoonlijke beschermingsmiddelen 3,3 6,7
7 DMO IT-middelen 5,0
7 DMO IT-middelen (onderhoud, support etc.) 3,7
8 DOSCO COVID-19 indirecte kosten personeel 2,0
8 DOSCO Inzet medisch personeel en materieel 4,0
8 DOSCO Lagere ontvangsten van declaratie zorg 7,0
9 Algemeen Incidentele nood- en steunmaatregelen COVID-19 (Werkgarantie) 7,0 7,0
12 Gereserveerde COVID-19 middelen Initieel 10 miljoen, herschikt naar COVID-19 maatregelen artikel 6 (Nagekomen afrekeningen) en artikel 7 (IT-middelen) 0,0
Totaal 42,6 27,6 7,0
  1. Van een aantal maatregelen uit 2020 loopt de realisatie in 2021 door.

Een toelichting op de afgeronde maatregelen is te vinden in het jaarverslag 2020 Defensie. Hieronder volgt een toelichting op de maatregelen die genomen zijn en budgettaire gevolgen hebben voor het jaar 2021 en verder:

  1. Inzet FNIK: dit betreft diverse inzet van Defensie in het kader van COVID-19.
  2. Aangepaste veldlegering bij landmachtoefeningen en tenten op kazernes: vanwege COVID-19 gelden momenteel extra eisen aan de voorzieningen van de veldlegering. De uitgaven betreffen vooral tenten en toebehoren (onder andere kachels, bedden, sanitair en verbindingen).
  3. Hotelkosten bij quarantaine bij oefeningen: militairen die voor of gedurende deelname aan een oefening in quarantaine moeten worden in hotelkamers en vakantieparken ondergebracht indien huisvesting op een kazerne niet mogelijk is.
  4. Persoonlijke beschermingsmiddelen: DMO heeft twee keer € 5 miljoen toegewezen gekregen voor de aanschaf en voorraadvorming van persoonlijke beschermingsmiddelen voor de inzet van defensiepersoneel.
  5. Incidentele nood- en steunmaatregelen COVID-19 (Werkgarantie): veel sectoren en bedrijven ontslaan momenteel personeel, omdat zij in financieel opzicht in zwaar weer zijn geraakt door de gevolgen van de COVID-19 pandemie. Met de motie-Kerstens (35570 X, nr. 51) is het kabinet gevraagd te onderzoeken of Defensie voor deze samenwerkingsinitiatieven in aanmerking kan komen voor een werkgarantieregeling. Het kabinet heeft in 2021 en 2022 in totaal € 14 miljoen beschikbaar gesteld voor het initiatief van Defensie dat hierbij aansluit. De komende twee jaar zullen hiermee schaarse categorieën personeel, veelal in de technische en maritieme vakgebieden, ingeleend worden. Hiermee draagt Defensie bij aan het behoud van schaarse kennis in Nederlandse topsectoren, helpt het bedrijven die in economisch zwaar weer zitten door mensen tijdelijk over te nemen en wordt voorkomen dat mensen in een uitkeringssituatie terecht komen. Tegelijkertijd wordt zo ook de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht vergroot.

Vanwege de onzekerheid over het verloop van de COVID-19 pandemie valt op dit moment niet te voorzien of er in 2022 nog extra aanvullende uitgaven plaats zullen vinden.

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Inzet

A. Algemene doelstelling

Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Die opdracht is een afgeleide van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de Grondwet. Deze leidt tot drie hoofdtaken:

  1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.
  2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.
  3. Ondersteuning (onder alle omstandigheden) van de civiele autoriteiten bij de handhaving van de openbare orde, de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, de bestrijding van rampen en incidenten en de beheersing van crises, zowel nationaal als internationaal.

Alle drie de hoofdtaken vergen meer inzet vanwege de toegenomen instabiliteit in de wereld. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwer-kelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondge-nootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, wereldwijd. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.

Onder Beleidsartikel 1 Inzet wordt een overzicht geboden van de inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel is daartoe uitgebreid met een niet-financieel overzicht voor de structurele inzet voor nationale en koninkrijkstaken, bijvoorbeeld door de KMar en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD). In Beleidsartikel 1 is ook de begroting opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering begroot voor marine, landmacht, luchtmacht, de marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.

C. Beleidswijzigingen

Van diverse bijdragen loopt het mandaat op 31 december 2021 af. Tijdens het uitkomen van deze begroting heeft over de verlenging, uitbreiding of beëindiging daarvan nog geen besluitvorming plaatsgevonden. De bijdragen die dat betreft, zijn derhalve met «PM» in tabel 9 opgenomen. Daarnaast zijn de landen waarin die bijdragen plaatsvinden in oranje op de overzichtskaart missies weergegeven. De landen waarbinnen de mandaten van de missies in 2021 nog niet aflopen, zijn groen op de kaart weergegeven.

In VN-verband zal Nederland bijdragen blijven leveren aan VN-missies in het Midden Oosten (UNDOF, UNTSO en UNIFIL).

Daarnaast is besloten tot deelname aan danwel verlenging, uitbreiding of beëindiging van de Nederlandse bijdragen aan de volgende missies:

  1. Resolute Support Mission (Afghanistan): beëindiging per 1 juli 2021;
  2. Force Protection Middle East (FPME, Jordanië): beëindiging per 31 december 2021;
  3. Veiligheidsinzet in Irak: uitbreiding met een Force Protection eenheid in Erbil tot 31 december 2021;
  4. United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA): deelname met een C-130 detachement van 15 november 2021 tot 15 mei 2022;
  5. TAKUBA: deelname met twee stafofficieren vanaf maart 2021;
  6. Partnership for Actions in Western Africa (PAWA): deelname met twee stafofficieren vanaf juni 2021.

Defensie blijft Vessel Protection Detachments (VPD's) inzetten ter bescherming van de koopvaardij. Dit wordt begroot en verantwoord onder overige inzet.

De tabel waarin de indicatieve nationale inzet is weergegeven is geactualiseerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 109.842 203.962 162.677 165.113 167.282 168.245 168.485
Uitgaven 153.751 234.711 190.426 192.592 194.761 195.724 195.964
waarvan juridisch verplicht 19%
Opdrachten 153.751 234.711 190.426 192.592 194.761 195.724 195.964
- Internationale Inzet (BIV) 127.381 213.182 182.785 184.952 187.120 188.083 188.323
- Financiering nationale inzet krijgsmacht 20.198 9.484 3.374 3.373 3.374 3.374 3.374
- Overige inzet 6.172 12.045 4.267 4.267 4.267 4.267 4.267
Programma ontvangsten 6.638 2.157 2.907 2.907 2.907 2.907 2.907
- Internationale Inzet (BIV) 6.173 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407
- Overige inzet 465 750 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de uitgaven voor levering van goederen en/of diensten van de lopende missies. Voor 2022 is 19% juridisch verplicht. De voorziening voor de verwachte verlenging van de huidige missies of voor nieuwe missies is juridisch gezien nog niet verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Het financiële instrument «opdrachten» omvat de uitgavencategorieën:

  1. Internationale inzet (BIV), zoals crisisbeheersingsoperaties;
  2. Financiering nationale inzet krijgsmacht (FNIK);
  3. Overige inzet.

Overzicht missies

Figuur 6 Overzicht missies

Toelichting uitgaven per missie

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA) 18.000
Resolute Support Mission (RSM) 10.000
Veiligheidsinzet in Irak PM
Enhanced Forward Presence (EFP) PM
Snelle Inzetbare Capaciteiten (SIC) 3.600
Taskforce Takuba 3.100
Missies Algemeen 17.300 17.300 17.300 17.300 17.300
Personeelszorg 3.100 3.100 3.100 3.100 3.100
Contributies 39.000 42.000 45.000 46.400 46.700
Kleinschalige bijdragen aan missies PM 2.960 2.960 2.960 2.960
Srebrenica arrest (in artikel 9 Algemeen) 15.000
Dutchbat III (commissie Borstlap) 300 300 300 300 300
Geheime Uitgaven (in artikel 11 Geheim) 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
Totaal 144.400 70.660 73.660 75.060 75.360

Toelichting per missie

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission (Mali)

De Nederlandse bijdrage bestaat uit een C-130 transportvliegtuig en ondersteunend personeel ten behoeve van de VN-missie MINUSMA. Het Nederlandse C-130 detachement zal worden ingezet voor de duur van zes maanden, van 15 november 2021 tot 15 mei 2022. Er is nog geen besluitvorming over de verlenging, uitbreiding of beëindiging van de inzet van de stafofficieren en de IPO's.

Resolute Support Mission (Afghanistan)

De Nederlandse inzet in Afghanistan is in juni 2021 beëindigd. De financiële reeks betreft de reset van het materieel dat uit Afghanistan terug naar Nederland is getransporteerd.

Veiligheidsinzet in Irak

Er is nog geen besluitvorming over de verlenging, uitbreiding of beëindiging van deze inzet.

Enhanced Forward Presence (Litouwen)

Er is nog geen besluitvorming over de verlenging, uitbreiding of beëindiging van deze inzet.

Taskforce Takuba (Mali)

Nederland draagt met twee stafofficieren bij in de staf van de Taskforce Takuba. Daarnaast levert Nederland een financiële bijdrage aan de common costs van de Taskforce.

Contributies

Nederland draagt met contributies bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties van de NAVO en de EU. Deze contributies staan los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de NAVO of de EU. Ook de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije, is onderdeel van de contributies. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van twaalf landen, waaronder tien NAVO-lidstaten, en voorziet in een deel van de behoefte aan strategic airlift.

Kleinschalige bijdragen

In onderstaand overzicht staan de kleinschalige Nederlandse bijdragen met een financiële omvang van minder dan € 2,5 miljoen per jaar. De personele omvang van de bijdragen varieert in tijd gedurende de missie van nul tot de maximale omvang. Over de eventuele verlenging, uitbreiding of beëindiging van diverse kleinschalige bijdragen wordt in het najaar van 2021 een besluit genomen.

European Union Border Assistance Mission at the Rafah Crossing Point (EUBAM Rafah)** (3)
European Union Rule of Law Mission in Kosovo (EULEX Kosovo) 5
European Union ATALANTA (EU ATALANTA)** 3
European Union Naval Force Mediterrenean (EU NAVFOR MED) IRINI** 3
European Union Trainings Mission in Mali (EUTM Mali)** 5
European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz (EMASOH)** 4
European Union Liaison and Planning Cell (EULPC)** 1
United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF) 2
United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL) 1
United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO) 12
Partnership for Action in Western Africa (PAWA) 2
Combined Maritime Forces (CMF) 2
Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC) 2
United States Security Coordinator (USSC) 3
Air Task Force Middle East (ATF ME) 11

*personele omvang varieert in tijd gedurende de missie van 0 tot maximale omvang

**nog geen besluit over verlenging, uitbreiding of beëindiging van het lopende mandaat

Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit

Programma’s voor regionale vredeshandhavingscapaciteit worden door derden (met name door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gefinan-cierd en mede door Defensie uitgevoerd.

Global Peace Operations Initiative (GPOI)

Het GPOI-samenwerkingsprogramma draagt bij aan de versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden, zodat zij kunnen deelnemen aan multinationale operaties onder leiding van de VN of de Afrikaanse Unie.

Nederland zet enkele tientallen militairen in voor verschillende trainingen.

Toelichting op nationale inzet

Structurele nationale taken
Defensie voert structurele taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze structurele taken zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, maar ook convenanten of arrangementen. Onder de structurele taken vallen de taken van de Koninklijke Marechaussee, de Kustwachten in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseen-heden en de Explosievenopruiming.

Militaire bijstand en steunverlening (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK))

Defensie verleent militaire bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Deze inzet wordt bekostigd vanuit dit artikel via de afspraken die zijn gemaakt in het convenant FNIK. Deze bijstand wordt zowel door de Koninklijke Marechaussee geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis, of de vrees voor het ontstaan daarvan.

De tabel indicatieve inzet voor 2022 geeft de geprognosticeerde nationale inzet weer, aangezien bijstandsverzoeken niet (altijd) te voorspellen zijn. De inzet van Defensie in Limburg vanwege de overstromingen in dit gebied in de zomer van 2021 is daarvan een voorbeeld. In 2022 vindt in Nederland het internationale evenement 'Invictus Games' plaats. Dit evenement leidt tot een verhoogde inspanning voor wat betreft bijstand Politiewet Openbare Orde en Veiligheid. Verder wordt voor 2022 verwacht dat het aantal steunverlenings- en bijstandsaanvragen weer het niveau zullen bereiken van voor de COVID-19 pandemie.

Explosieven opruiming ruimingen 2000 landmacht/FNIK
Explosieven opruiming Noordzee ruimingen 35 marine
Quick Reaction Alert (onderscheppingen luchtruim) onderscheppingen 4 luchtmacht
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde (Politiewet)* aanvragen 135 Alle krijgsmachtonderdelen (FNIK)
Handhaving openbare orde en veiligheid (Politiewet) aanvragen 25 Alle krijgsmachtonderdelen (FNIK)
Wet veiligheidsregio aanvragen 25 Alle krijgsmachtonderdelen (FNIK)
Militaire steunverlening in het openbaar belang aanvragen 30 Alle krijgsmachtonderdelen (FNIK)
KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacao en Sint Maarten - harde bijstand aanvragen 29 marine/landmacht/FNIK
KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacao en Sint Maarten - zachte bijstand aanvragen 3 marine/landmacht
Wet BES aanvragen 3 marine/landmacht/FNIK
*duikassistentie wordt veelal binnen deze grondslag/activiteit uitgevoerd

Het Single National Point of Contact Host Nation Support (SNPOC HNS) voorziet voor 2022 vier grote doorvoeroperaties van buitenlandse eenheden door Nederland, waaronder Defender '22. Ten opzichte van de afgelopen jaren is er een duidelijk stijging van het aantal doorvoeroperaties waarneembaar.

Toelichting op ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de eventuele vergoedingen van de EU, NAVO, VN en partnerlanden voor de door Nederland geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Ook wordt de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD’s hier geraamd.

3.2 Artikel 2 Koninklijke Marine

A. Algemene doelstelling

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) ter verdediging van de nationale territoriale wateren en ter bescherming van de koopvaardij en helpt bij crisisbeheer-singsoperaties, humanitaire hulpoperaties en rampen. De marine kan zelfstandig operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee en buitenlandse bondgenoten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de marine gereed gesteld. Als gevolg van de in Beleidsagenda genoemde beperkingen is het niet mogelijk om in 2022 deze eenheden volledig operationeel gereed te stellen. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Inzetbaarheidsrapportage die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

Tevens vormt de marine de beheersorganisatie voor zowel Kustwacht Nederland als de Kustwacht Caribisch Gebied.

MARITIEME TAAKGROEP VAN 5 SCHEPEN
De taakgroep voert als geheel gevechtsoperaties uit op zee, projecteert gevechtskracht vanuit zee op land of treedt in delen langdurig op als afschrikking. De taakgroep kan als geheel of in delen ingezet worden voor maritieme veiligheidsoperaties of voor maritieme assistentie.
Maritime Battle Staff (MBS) Levert commandovoering voor maritieme en amfibische operaties.
Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) Bestrijding van maritieme oppervlakte, lucht en ruimte dreigingen. Is daarnaast een platform voor commandovoering voor een taakgroep voor maritieme gevechtsoperaties, veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.
Multipurpose Fregat (MFF) Levert slagkracht ter bestrijding van oppervlakte/onderwater eenheden voor gevechtsoperaties. Levert een platform voor maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.
Landing Platform Dock (LPD) Amfibisch transport voor amfibische gevechtsoperaties, maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.
Joint Support Schip (JSS) Verzorgt bevoorrading op of vanuit zee om voortzettingsvermogen voor amfibische of maritieme gevechtsoperaties te vergroten. Of verzorgt maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.
Onderzeeboot (OZB) Levert slagkracht ter bestrijding van oppervlakte en onderwater eenheden voor gevechtsoperaties. Verzamelt inlichtingen en is een platform voor speciale operaties.
Alkmaar Klasse Mijnenbestrijdingsvaartuig (AMBV) Levert mijnenbestrijdingscapaciteit ten behoeve van maritieme gevechtsoperaties, maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.
Marine Combat Group (MCG) Levert eenheden voor amfibisch gevechtsoperaties en voor veiligheidsoperaties op zee en op land. Kan worden ingezet voor steunverlening en bijstand.
Hydrografisch Opnemingsvaartuigen (HOV) Levert oceanografische inlichtingen en hydrografische survey capaciteit voor civiel/militaire samenwerking.
SPECIALE EENHEDEN VOOR SPECIELE OPERATIES EN VOOR TERREURBESTRIJDING C-SQN Levert een Special Operations Maritime Task Group (SOMTG) voor geplande (maritieme) speciale operaties (Foreseeable Special Operation (FSO)) en voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties met een korte reactietijd (Non-Foreseeable Special Operation (NFSO)).
M-SQN Levert maritieme anti-terreur capaciteit in het hoogste geweldspectrum voor de Unit Interventie Mariniers (UIM) en ter ondersteuning van de Dienst Speciale Interventies .
HARBOUR PROTECTION TEAMS Duikteam Defensie Duikgroep (DDG) Voert onderwater operaties uit met drones en duikers ten behoeve van het onderkennen en neutraliseren van dreigingen onderwater.
FORWARD PRESENCE IN HET CARIBISCH DEEL VAN HET KONINKRIJK Oceangoing Patrol Vessels (OPV) Levert permanente maritieme militaire presentie en neemt deel aan counter-narcotics-operaties. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.
Ondersteuningsvaartuig (Zr. Ms. PELIKAAN) Draagt bij aan tactisch voortzettingsvermogen van de operationele eenheden in het Caribisch deel van het Koninkrijk en levert amfibische transportcapaciteit.
Mariniers Squadron Carib (MSC) Aanwezigheid van mariniers voor amfibische inzet en militaire bijstand.
Mariniers detachement Sint-Maarten (MARNSDET SXM) Aanwezigheid van mariniers voor amfibische inzet en militaire bijstand.
Caribische Militairen (CARMIL) Aanwezigheid van lokale militairen voor territoriale verdediging en militaire bijstand.

C. Beleidswijzigingen

Opdrachten

Om invulling te geven aan haar rol als partner en beschermer levert de marine in 2022 diverse capaciteiten aan de NAVO. Nederland neemt de leiding over Standing NATO Maritime Group 1. De taakgroepcommandant en zijn/haar staf hebben daarvoor achtereenvolgens drie Nederlandse schepen beschikbaar als commandoplatform. Tevens stelt Nederland in geheel 2022 achtereenvolgens twee mijnenjagers voor de Standing NATO MCM Group 1 gereed. Daarnaast stelt Nederland geheel 2022 een fregat en mijnenjager gereed voor het NATO Readiness Initiative. Voor de laatste zes maanden van het jaar is een onderzeeboot toegezegd aan de Immediate Follow-on Force Group (IFFG).

De marine neemt deel aan de inzetten genoemd onder artikel 1 van deze begroting. Daarnaast continueert de marine inzet onder beperkte aansturing in het Caribisch gebied tegen onder andere smokkel van verdovende middelen als CTG 4.4 onder Joint Interagency Task Force South (JIATF-S).

Voor nationale operaties stelt de marine onder andere de navolgende eenheden of capaciteiten beschikbaar:

  1. Ready Duty Ship (AMBV en GBW eenheid);
  2. LPD met enablers ten behoeve van Humanitarian Aid and Disaster Relief (HADR);
  3. HADR gedurende het orkaanseizoen;
  4. Hydrografische opnamecapaciteit;
  5. Unit Interventie Mariniers (UIM - Stelsel Speciale Eenheden);
  6. Staffunctionarissen en operators Dienst Speciale Interventies;
  7. Snel inzetbaar duikteam;
  8. Duikvaartuig van de wacht;
  9. Havenbeschermingseenheid;
  10. Nationale Special Operations TG;
  11. 700 personen ten behoeve van generieke inzet;
  12. Ondersteuning Nederlandse Kustwacht met AMBV;
  13. Ondersteuning Kustwacht Caribisch gebied met OPV.

Voor het gereedstellen en de inzet van operationele eenheden is de beschikbaarheid van voldoende en goed opgeleide medewerkers essentieel, daarom heeft opleiden bij de marine hoge prioriteit. Naast het blijven van een aantrekkelijke werkgever, is op langere termijn ook de beschikbaarheid van voldoende en goed materieel een zorgpunt.

Internationale Militaire Samenwerking

In 2022 zullen de bestaande samenwerkingsverbanden met België, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Duitsland en de Verenigde Staten worden voortgezet. De Tri Marine Corps samenwerking tussen Royal Marines, US Marine Corps en het Korps Mariniers; de invulling van de Duits-Nederlandse samenwerking voor het medegebruik van het Joint Support Ship en de integratie van het See Batallion met het Korps Mariniers; de invulling van de MoU met België voor samenwerking tussen de Belgische Special Operations Regiment en het Korps Mariniers krijgen daarbij speciale aandacht.

Evenementen

Als de situatie omtrent de COVID-19 pandemie het toestaat, zal de Marine ook weer deelnemen aan diverse grotere evenementen. Daarmee vergroot zij haar transparantie en zichtbaarheid in de maatschappij en wordt bijgedragen aan de wervingsinspanning. In 2022 zijn dat de Invictus Games in april, Dutch Water Week in juni, Marinedagen in juli en Wereldhavendagen in september.

Middelen

In 2022 worden geen nieuwe schepen in dienst gesteld voor de marine. Er bestaan nog steeds significante tekorten in operationele en technische functies wat consequenties heeft voor de gereedstelling en inzetbaarheid. Daardoor is het noodzakelijk om sommige eenheden met een gereduceerde bemanning en dus lagere gereedheid in te zetten (forces of lower readiness). Tegelijk wordt de introductie van het Combat Support Ship voorbereid en gewerkt aan vervangingstrajecten zoals M-fregatten, mijnenjagers en onderzeeboten.

Geoefendheid en inzetbaarheid

De COVID-19 maatregelen leiden tot beperkingen van de geoefendheid en inzetbaarheid. Zodra de COVID-19 maatregelen vervallen, kan het volledige oefenplan hervat worden. Bij de inhaalslag zijn met name oefeningen op grotere schaal en deelname aan oefeningen op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te kunnen brengen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.108.335 1.056.876 823.417 830.172 831.638 827.796 830.774
Uitgaven 985.977 846.876 844.737 865.798 867.264 863.422 866.400
waarvan juridisch verplicht 91%
Opdrachten 235.889 46.032 51.841 66.371 66.433 65.993 66.730
- Gereedstelling 33.208 46.032 17.017 17.147 17.190 16.741 17.479
- Instandhouding materieel 202.681 0 0 0 0 0 0
- Kustwacht NL 0 0 26.865 35.298 35.317 35.326 35.325
- Kustwacht CARIB 0 0 7.959 13.926 13.926 13.926 13.926
Personele uitgaven 724.614 795.330 772.458 777.166 781.170 782.615 783.139
- Eigen personeel 677.897 739.128 712.331 715.678 716.912 721.824 722.391
- Externe inhuur 13.541 10.766 100 894 894 894 894
- Overige personele exploitatie 33.176 45.436 34.499 34.833 34.968 34.984 34.934
- Kustwacht NL 0 0 7.472 7.472 8.477 8.477 8.477
- Kustwacht CARIB 0 0 18.056 18.289 19.919 16.436 16.443
Materiële uitgaven 25.474 5.514 20.438 22.261 19.661 14.814 16.531
- Instandhouding infrastructuur 3.859 0 0 0 0 0 0
- Instandhouding IT 1.211 0 0 0 0 0 0
- Overige materiële exploitatie 20.404 5.514 18.845 20.668 18.057 13.210 14.928
- Kustwacht NL 0 0 38 38 49 49 48
- Kustwacht CARIB 0 0 1.555 1.555 1.555 1.555 1.555
Apparaatsontvangsten 28.090 16.319 10.881 10.881 10.881 10.881 10.881
Kustwacht NL ontvangsten 0 0 120 120 120 120 120
Kustwacht CARIB ontvangsten 0 0 4.857 4.857 4.857 4.857 4.857
Kon. Marine ontvangsten 28.090 16.319 5.904 5.904 5.904 5.904 5.904

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2022 volledig verplicht is. Voor 2022 is 91% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling
Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft onder andere operationele zaken, zoals voeding aan boord van schepen en voeding voor mariniers, de inhuur van oefenterreinen en schietbanen, uitgaven bij havenbezoeken en uitgaven bij lanceringen. De amfibische inspanningen van 2021 zullen in 2022 worden voortgezet met deelname aan de grootschalige Noorse oefening Cold Response 2022.

Personele uitgaven
De personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven
De uitgaven voor instandhouding zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

Groene Draeck
De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden verantwoord bij het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. Vanwege het benodigde grote en meerjarige onderhoud wordt dit door tussenkomst van de Dienst Koninklijk Huis (DKH) door een specialistische werf uitgevoerd. Tot een maximum van € 435.000 kunnen kosten worden gefactureerd over de komende vijfjaarsperiode (2021 t/m 2025) waarmee de gemiddelde onderhoudskosten voor het rijk binnen € 87.000 per jaar zullen blijven. De daadwerkelijke uitgaven kunnen over de jaren heen fluctueren.

Kustwacht Caribisch gebied
De Kustwacht Caribisch gebied is een Koninkrijk organisatie die is belast met de maritieme rechtshandhaving in het Caribische deel van het Koninkrijk. Bestrijding van de handel in drugs, de bestrijding van vuurwapensmokkel en de bestrijding van mensenhandel, mensensmokkel en illegale immigratie hebben prioriteit. Daarnaast levert de Kustwacht een belangrijke bijdrage aan de veiligheid op het water door het uitvoeren van zoek- en reddingsoperaties en visserij-, scheepvaart- en milieu-inspecties. De Kustwacht functioneert op basis van de Rijkswet Kustwacht. Het jaarplan en jaarverslag doorlopen een separaat besluitvormend (door de Rijksministerraad) en parlementair proces, waarbij inzicht wordt gegeven in taken, middelen en procesindicatoren. Het jaarplan wordt voorbereid door de kustwachtpresidium, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vier landen en één keer per jaar bijeenkomt. De Rijksministerraad stelt het jaarplan van de Kustwacht vast.

De Kamer ontvangt de specifieke begroting voor de Kustwacht in het «Jaarplan 2022 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied» nadat de Rijksministerraad dit jaarplan heeft vastgesteld.

Kustwacht Nederland
De Kustwacht Nederland is een nationale organisatie, waarvan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het coördinerend ministerie is. Defensie is de beheerder van de Kustwacht en draagt met de marine, de marechaussee en de luchtmacht bij aan de dienstverleningstaken (bijvoorbeeld ruimen van explosieven) en de handhavingstaken (bijvoorbeeld grensbewaking). Tevens levert de marine de directeur Kustwacht. In bijlage 3 van de begroting van het Mobiliteitsfonds is de overzichtsconstructie Kustwacht Nederland opgenomen. Daarin staat hoe de uitgaven met betrekking tot de Kustwacht Nederland worden begroot op de verschillende hoofdstukken van de rijksbegroting.

3.3 Artikel 3 Koninklijke Landmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Landmacht draagt op het land bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in Nederland en daarbuiten. De landmacht doet dit met professionele en goed getrainde militairen en hoogwaardige technologie. Zij gaan door waar anderen moeten stoppen. Onder de zwaarste omstandigheden voeren zij gevechtsoperaties uit, bieden humanitaire hulp, ondersteunen bij rampen en ondersteunen dagelijks de civiele autoriteiten in Nederland.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereed stellen en in stand houden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de landmacht gereed gesteld. Als gevolg van de in Beleidsagenda genoemde beperkingen is het niet mogelijk om in 2022 die eenheden volledig operationeel gereed te stellen. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Inzetbaarheidsrapportage die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

BRIGADE COMBAT TEAM
Vecht en beïnvloedt tegenstanders en de omgeving om gestelde doelen te halen. Dit gebeurt gecoördineerd met alle toegewezen eenheden. Kan worden ingebed in de NAVO-commandostructuur.

Brigade Hoofdkwartier (BHK) Levert het vermogen om landoperaties aan te sturen.
Communication & Information Systems (CIS) Levert ondersteuning om communicatie en informatie te verzorgen tussen en binnen eenheden
Intelligence, Surveillance, Target Acquisition & Reconnaissance All Source Intelligence Cell module (ISTAR ASIC mod) Levert aan het brigade hoofdkwartier capaciteit voor de inlichtingenketen. Kan ook inlichtingen verzamelen en analyseren onder civiel gezag.
Battle Group (BG) Levert gevechtskracht voor gevechts- en beïnvloedingstaken. Samengestelde gevechtseenheid van bataljonsgrootte inclusief eigen ondersteuning (kent varianten met luchtmobiele, gemotoriseerde en gemechaniseerde infanterie en tankeenheden).
Kan ook bijdragen aan de gegarandeerde capaciteiten conform interdepartementale afspraken.
Communication and Engagement team(C&E) Beïnvloedt spelers en/of actoren in het informatiedomein en draagt bij aan het begrijpen van de omgeving.
Sensor Brengt de omgeving en doelen in kaart en ondersteunt daarmee operaties van de brigade. Kan ook onder civiel gezag ingezet worden voor het verzamelen van informatie en inlichtingen.
Vuursteun Afdeling (artillerie) Levert grondgebonden indirecte vuursteun.
Genie Bataljon (Inclusief CBRN- en EOD- capaciteit) Conditioneert het terrein voor militaire operaties, versterkt het voortzettingsvermogen van eenheden (mobiliteit, contra-mobiliteit en bescherming) en levert militare bijstand.
Hospitaal compagnie Levert een Role-2 chirurgisch hospitaal voor geneeskundige ondersteuning van eenheden. Kan ook onder civiel gezag ingezet worden.
Herstel compagnie Voert correctief en preventief onderhoud uit aan al het materieel ten behoeve van het voortzettingsvermogen van de brigade.
Voorraadcentrum Levert bevoorrading en transport ondersteuning ten behoeve van het voortzettingsvermogen van de brigade. Kan ook onder civiel gezag ingezet worden.
SPECIALE EENHEDEN Korps Commandotroepen Levert een Special Operations Land Task Group (SOLTG) voor geplande Speciale Operaties (Foreseeable Special Operations (FSO)) en een SOLTG voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties, (Non Foreseeable Special Operations (NFSO)), met een zeer korte reactietijd.
HEADQUARTERS NLD/DEU Headquarters Stuurt landoperaties aan als Land Component Command of als Korps hoofdkwartier en optioneel als Joint Task Force hoofdkwartier.
(Re)Deployment Task Force Stuurt een (re)deployment aan.
GRONDGEBONDEN LUCHT- EN RAKET-VERDEDIGING TAAKGROEP
PATRIOT Fire Unit (PFU) Levert een grondgebonden Lucht- en raketverdedigingseenheid voor punt- en gebiedsverdediging.
NASAMS Levert een grondgebonden luchtverdedigingseenheid voor punt- en gebiedsverdediging.
STINGER SWP FENNEK Levert een grondgebonden luchtverdedigingseenheid met STINGER voor punt en gebiedsverdediging.
STINGER MANPAD Levert een grondgebonden luchtverdedigingspeloton gespecialiseerd voor maritiem, amfibisch en luchtmobiele inzet.
PERMANENTE/ STRUCTURELE NATIONALE VEILIGHEID Territoriaal Operatiecentrum (TOC) Levert landelijke operationele aansturing voor de operationele planning, voorbereiding, aansturing en afwikkeling van nationale militaire (crisis)operaties op Nederlands grondgebied zoals bijvoorbeeld in het kader van militaire bijstand en steunverlening tot en met inzet zoals Host Nation Support.
Regionaal Militair Commando en Advies (RMCa/RMOA) Regionale aansturing en advies over de hele veiligheidsketen gekoppeld aan een veiligheidsregio en onderdeel van brigadestaven.
Korps Nationale Reserve (NATRES) Bataljon Bewaakt en beveiligt het Nederlands grondgebied, levert assistentie bij rampenbestrijding en levert maatschappelijke dienstverlening.
Explosieve Opruimingsdienst Defensie (EODD) Mitigeren van explosieve dreiging in alle domeinen, omstandigheden en omgevingen.
Responsechemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) Levert advies en assistentie voor CBRN dreiging.

C. Beleidswijzigingen

Opdrachten

De landmacht draagt ook in 2022 bij aan veiligheid in en buiten Nederland. Zo levert de landmacht een infanteriecompagnie met bijbehorende ondersteuning en stafcapaciteit aan de Enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen. Ook wordt er structureel met stafofficieren bijgedragen aan Operation Inherent Resolve (OIR, voor de strijd tegen Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS)) en Nato Mission Iraq in Irak, de multinationale taakgroep Combined Joint Special Operations Task Force Takuba in Mali en bij de missies United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO) en United States Security Coordinator (USCC) in het Midden-Oosten.

Tevens heeft de landmacht in 2022 twee bataljons gereed staan voor NAVO-verplichtingen. Hier zijn ondersteunende elementen aan toegevoegd, zoals vuursteun, een hospitaal, luchtverdediging, logistiek en verbindingen.

In het nationale domein levert de landmacht permanente bijdragen met een compagnie in het Caribisch gebied, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD), assisitentie bij chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN-) incidenten en staan er eenheden gereed om op verzoek van het civiele gezag steun te leveren. Daarnaast zullen verplaatsingen van internationale troepen over Nederlands grondgebied in het kader van Host Nation Support door Defensie gefaciliteerd worden; de landmacht heeft hierin een grote rol.

Voor de gereedstelling van eenheden zal de landmacht in 2022 onder andere deelnemen aan een aantal grote internationale en NAVO-oefeningen. Voorbeelden hiervan zijn: Steadfast Cobalt en Jupiter, Griffin Strike, Orange Warden voor de luchtverdediging en Flintlock en Night Lion voor speciale eenheden.

Middelen

De processen van inzet, gereedstelling voor missies en stand-by-opdrachten zijn tot op heden geborgd. Dit lukt ondanks de beperkende COVID-19 maatregelen, de huidige bemensing en de materiële tekorten. Door de personele en materiele tekorten moeten wel eenheden stil worden gezet. Dit betreft zowel gevechtseenheden als ondersteunende elementen (geneeskundige-, CBRN- en CIS-eenheden).

Internationale Militaire Samenwerking

De genoemde missies en oefeningen zijn bij uitstek voorbeelden van internationale militaire samenwerking. In het bijzonder werkt het CLAS waardevol samen (o.a. op het gebied van kennisdeling, ontwikkeling capaciteiten en integratie) met de strategische partners Duitsland, Engeland, Frankrijk, de Verenigde Staten, België, Luxemburg en Noorwegen. Daarnaast is Litouwen een operationeel partner en is de hernieuwde samenwerking met Suriname in ontwikkeling.

Evenementen

Als COVID-19 het toelaat zal de landmacht in 2022 bij een aantal evenementen weer steun leveren. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Herdenkingen, Bevrijdingsdag, Prinsjesdag, de Vierdaagse van Nijmegen en de Invictus Games.

Geoefendheid en inzetbaarheid

De COVID-19 maatregelen leiden tot beperkingen van de geoefendheid en inzetbaarheid. Zodra de COVID-19 maatregelen vervallen, kan het volledige oefenplan hervat worden. Bij de inhaalslag zijn met name oefeningen op grotere schaal en deelname aan oefeningen op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te kunnen brengen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.576.567 1.397.120 1.439.238 1.447.964 1.446.690 1.449.150 1.448.209
Uitgaven 1.594.098 1.397.120 1.439.238 1.447.964 1.446.690 1.449.150 1.448.209
waarvan juridisch verplicht 90%
Opdrachten 345.409 62.832 79.131 79.315 78.736 79.608 79.604
- gereedstelling 46.560 62.832 79.131 79.315 78.736 79.608 79.604
- instandhouding materieel 298.849 0 0 0 0 0 0
Personele uitgaven 1.225.482 1.292.684 1.333.095 1.340.573 1.338.878 1.341.968 1.341.027
- Eigen personeel 1.159.863 1.213.082 1.272.635 1.279.159 1.278.056 1.280.505 1.281.376
- Externe inhuur 13.238 15.674 3.780 3.782 3.601 3.601 3.601
- Overige personele exploitatie 52.381 63.928 56.680 57.632 57.221 57.862 56.050
Materiële uitgaven 23.207 41.604 27.012 28.076 29.076 27.574 27.578
- Instandhouding infrastructuur 701 0 0 0 0 0 0
- Instandhouding IT 2 0 0 0 0 0 0
- Overige materiële exploitatie 22.504 41.604 27.012 28.076 29.076 27.574 27.578
Apparaatsontvangsten 8.662 9.588 7.875 7.875 7.875 7.875 7.875

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2022 volledig verplicht is. Voor 2022 is 90% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, voeding en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven

De uitgaven voor instandhouding zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering. Deze uitgaven vallen niet onder de instandhoudingsuitgaven van materieel, infrastructuur en IT. Daarnaast worden hier de uitgaven voor zelfstandige kleine aanschaffingen, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

3.4 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Luchtmacht is een modern en technologisch krijgsmachtdeel dat wereldwijd actief is. De luchtmacht ondersteunt bestrijding van internationale onrust en biedt hulp bij rampen. In Nederland zorgt ze voor veiligheid vanuit de lucht door onder andere bewaking en verdediging van het luchtruim. Hiervoor beschikt het krijgsmachtdeel over hooggekwalificeerd personeel, vliegtuigen, helikopters en andere wapensystemen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtmacht en van de mate van gereedheid van de luchtmacht. De luchtmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht. De luchtmacht is inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als (inter)nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de luchtmacht gereed gesteld. Als gevolg van de in Beleidsagenda genoemde beperkingen is het niet mogelijk om in 2022 deze eenheden volledig operationeel gereed te stellen. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Inzetbaarheidsrapportage die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

JACHTVLIEGTUIGEN Jachtvliegsquadron De luchtmacht stelt wereldwijd jachtvliegtuigen gereed voor het verkrijgen en behouden van luchtoverwicht, het ondersteunen van grondtroepen, het uitvoeren van bombardementen en verkenningen. Daarnaast geeft Defensie met jachtvliegtuigen invulling aan haar speciale taken. Tenslotte staan jachtvliegtuigen gereed voor het bewaken van het nationale luchtruim, waaronder terroristische dreigingen.
LUCHTRUIMBEWAKING EN -BEVEILIGING Luchtgevechts-leidingsquadron De gevechtsleiding levert luchtruimbewaking en -beveiliging voor het NAVO en nationale luchtruim, in samenwerking met jachtvliegtuigen (de Quick Reaction Alert: QRA).
ONBEMANDE VLIEGTUIGEN Onbemand vliegsquadron MQ-9 Reaper squadron is ingericht om ISTAR-operaties (Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance) uit te voeren. De verwerkte data wordt beschikbaar gesteld aan (inter)nationale partners.
HELIKOPTERS
De luchtmacht levert wereldwijd helikopters voor of ter ondersteuning van Control of the Air, Air Attack, Air Mobility en ISR (Intelligence, Surveillance and Reconnaissance), zowel zelfstandig als in (inter-) nationaal coalitieverband. De helikopters kunnen, afhankelijk van het type helikopter, worden ingezet vanaf een vliegbasis, te velde of vanaf de schepen van de marine.
Gevechtshelikopter-squadron Het Apache gevechtshelikoptersquadron kan zelfstandig en ter ondersteuning van grondoperaties worden ingezet voor aanvallen, verkenningen en beveiligingsoperaties.
Transporthelikopter-squadron Het Chinook transporthelikoptersquadron kan worden ingezet voor de verplaatsing van personeel en materieel, ter ondersteuning van gevechtsoperaties, medische evacuaties of om moeilijk bereikbare locaties te bevoorraden. Ook kunnen de helikopters worden ingezet ter bestrijding van (bos)branden.
Transporthelikopter-squadron Het Cougar transporthelikoptersquadron kan worden ingezet voor de verplaatsing van personeel en materieel, ter ondersteuning van gevechtsoperaties, medische evacuaties of om moeilijk bereikbare locaties te bevoorraden. Ook kunnen de helicopters worden ingezet ter bestrijding van (bos)branden.
Maritiem helikopter- squadron Het NH90 maritieme gevechtshelikoptersquadron is in staat om de schepen van de marine te beveiligen tegen oppervlakte- en onderwaterdreigingen. Daarnaast kunnen deze helikopters ook ingezet voor transport en medische evacuaties.
LUCHTTRANSPORT Transportsquadron Het C-130 transportsquadron wordt ingezet voor Air Mobile, Air Drop, Air Landing en (medische) evacuatie. Deze vliegtuigen kunnen opereren vanaf onverharde banen, met een minimum aan (logistieke) ondersteuning en beschikken over zelfbeschermings-middelen.
AIR SUPPORT
De luchtmacht levert ondersteunende eenheden voor luchtoperaties, die zowel kunnen worden gebruikt bij nationale operaties als worden toegevoegd aan een internationaal samenwerkingsverband
Luchtverkeersleiding Levert verkeersleiding in het civiele en militaire luchtruim.
Force Protection Levert eenheden voor objectgrondverdediging (OGRV) en explosievenspeurhonden inclusief commandovoering.
Communications and Information Systems (CIS) Levert eenheden voor het opzetten, onderhouden en bemannen van computernetwerk-, radio- en satellietverbindingen.
Luchttransport handling Verzorgt de passagiers en vrachtafhandeling bij luchttransport.
Operationele Gezondheidszorg Verzorgt de behandeling van gewonden.
Gewondenlucht-transport Levert teams voor het uitvoeren van medische evacuatie door de lucht.
Datalink Management Cel Plannen, ontwerpen en monitoren van tactische datalink operaties.
Target Support Cell (TSC) Levert capaciteit voor het gedetailleerd plannen van wapeninzet.

C. Beleidswijzigingen

Opdrachten
Voor de nationale operaties levert de Koninklijke Luchtmacht, samen met de Belgische luchtmacht, het gehele jaar een bijdrage aan de luchtruimbewaking van de BENELUX, met twee F-16’s ondersteund door de luchtgevechtsleiding (Quick Reaction Alert). Daarnaast wordt het gehele jaar een NH-90 aan het Station Schip Caribisch Gebied (SSCG) toegewezen, staan de Chinook en Cougar helikopters gedurende enkele maanden, als er voldoende capaciteit is, beschikbaar voor de zogenaamde Fire Bucket Operations. Daarnaast staat voor eventuele strategische medische evacuatie een team 24/7 beschikbaar.

Ten behoeve van de snel inzetbare eenheden (SIC) heeft de Koninklijke Luchtmacht het gehele jaar vier F-35’s en de MQ-9 gereed voor het NATO Readiness Initiative (NRI). Gedurende de eerste helft van het jaar levert de luchtmacht een C-130 ten behoeve van inzet in Mali. Gedurende het gehele jaar stelt de luchtmacht een NH-90 beschikbaar aan de Standing NATO Maritime Group One (SNMG1).

Middelen

Zodra de oefenfrequentie en –mogelijkheden aantrekken, zullen knelpunten in personele gereedheid en exploitatiebudget zich nadrukkelijker manifesteren en remmende factoren zijn op de verbetering van de geoefendheid. Het huidige budget en alle opgedragen opgaven dwingen voortdurend tot het maken van keuzes. Zo kunnen F16’s en helikopters minder worden ingezet en is een gelijktijdige helikopter inzet voor de maritieme taak en de landtaak niet langer te garanderen.

Desondanks doorloopt de luchtmacht de komende jaren een aantal ingrijpende transities om te komen tot een moderne vloot. De transitie van de F16 naar de F-35 heeft een grote impact op de luchtmacht. De F16’s worden alleen nog ingezet voor Quick Reaction Alert (QRA) en Dual Capable Aircraft (DCA) taken. Tegelijkertijd komt de eerste vlucht F-35’s gereed voor expeditionaire taken. In de periode naar 2025 wordt de F-16 vloot en de vulling van de bijbehorende organisatie afgebouwd.

De Chinook ondergaat een vervangings- en moderniseringsprogramma en de vloot wordt met drie toestellen uitgebreid. Ook de Apache ondergaat een modificatieprogramma, waarbij is voorzien dat eind 2025 de luchtmacht volledig op norm is. Gedurende de transitieperiodes heeft de luchtmacht minder toestellen ter beschikking voor het defensiebrede operationele gereedstellingsproces en zijn de normen voor de operationele gereedheid voor beide systemen gereduceerd.

De Nederlandse krijgsmacht verkrijgt met de Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) een capaciteit die langdurig tactische en strategische informatie vanuit de lucht kan vergaren. Vanaf begin 2022 beschikt Defensie over een initiële operationele capaciteit, waarmee de kwaliteit van de inlichtingenondersteuning van missies toeneemt.

Digitale transformatie en innovatie

De luchtmacht heeft de ambitie om zich de komende jaren te ontwikkelen tot een 5th Gen Airforce waarin effecten centraal staan en data en informatiedominantie een fundament vormen. Naast een volledig vernieuwde en gemodificeerde vloot, een wendbare en adaptieve organisatie, speelt de verdergaande digitalisering en dataficering (onder andere door de toepassing van big data en data science) daarin een belangrijke rol. Ook de ruimte speelt een rol. In 2021 heeft Defensie voor de eerste keer een militaire satelliet, de BRIK II, in een baan om de aarde laten brengen. Ook in 2022 heeft de ruimte blijvende aandacht.

Geoefendheid en inzetbaarheid

De COVID-19 maatregelen leiden tot beperkingen van de geoefendheid en inzetbaarheid. Zodra de COVID-19 maatregelen vervallen, kan het volledige oefenplan hervat worden. Bij de inhaalslag zijn met name oefeningen op grotere schaal en deelname aan oefeningen op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te kunnen brengen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 887.150 683.469 680.941 676.287 667.425 639.158 638.847
Uitgaven 927.222 683.469 680.941 676.287 667.425 639.158 638.847
waarvan juridisch verplicht 90%
Opdrachten 286.446 22.539 24.070 23.147 23.175 23.231 23.211
- gereedstelling 18.553 22.539 24.070 23.147 23.175 23.231 23.211
- instandhouding materieel 267.893 0 0 0 0 0 0
Personele uitgaven 608.607 639.522 634.143 630.079 623.189 593.356 593.065
- Eigen personeel 513.865 535.186 537.498 541.050 539.352 514.469 514.992
- Externe inhuur 7.649 2.048 0 0 0 0 0
- Overige personele exploitatie 87.093 102.288 96.645 89.029 83.837 78.887 78.073
Materiële uitgaven 32.169 21.408 22.728 23.061 21.061 22.571 22.571
- Instandhouding infrastructuur 1.938 0 0 0 0 0 0
- Instandhouding IT 8.889 0 0 0 0 0 0
- Overige materiële exploitatie 21.342 21.408 22.728 23.061 21.061 22.571 22.571
Apparaatsontvangsten 10.452 13.612 12.111 12.111 12.111 12.111 12.111

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2022 volledig verplicht is. Voor 2022 is 90% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten
Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten, alsmede de daarbij behorende huur van oefenterreinen en andere operationele zaken, zoals de inhuur van Red Air. Voor 2022 staat onder andere de oefening Frisian Flag gepland. Hiermee organiseert Nederland de grootste Europese multinationale oefening voor jachtvliegtuigen. Andere oefeningen die voor 2022 gepland staan, zijn «Falcon» oefeningen, waarbij de landmacht en de luchtmacht geïntegreerde inzet beoefenen. Defensie meldt alle oefeningen vooraf via regionale media en sociale mediakanalen.

Personele uitgaven
Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen (zowel vliegeropleidingen als andersoortige opleidingen), werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven
De uitgaven voor instandhouding zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

3.5 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van koninklijke paleizen tot aan de buitengrenzen van Europa. Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld.

De marechaussee heeft 3 hoofdtaken:

  1. Grenspolitietaak;
  2. Bewaken en beveiligen;
  3. Internationale en militaire politietaken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de Directoraat-Generaal Migratie, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

In artikel 4 van de Politiewet 2012 wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  1. Het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;
  2. De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten en internationale militaire hoofdkwartieren en de personen behorende tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren;
  3. De uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door de Minister van JenV en de Minister van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen en de beveiliging van de burgerluchtvaart;
  4. De verlening van bijstand en de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit;
  5. De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen en op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;
  6. De uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister voor Immigratie en Asiel aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;
  7. De bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;
  8. Het in opdracht van Onze Minister en Onze Minister van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

De Militaire Politiezorgtaak (art 4 lid 1 b PW) wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies, oefeningen en andere inzet uitgevoerd. Door de uitvoering van deze taken levert de KMar een continue bijdrage aan de veiligheid van de Staat en de integriteit van de Krijgsmacht.

Geplande inzet

Het takenpakket van de KMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie hoofdtaken: de grenspolitietaken, bewaken en beveiligen en (inter)nationale en militaire politie(zorg)taken. Deze taken worden hieronder in meer detail beschreven. Om deze taken uit te kunnen voeren, maakt de KMar steeds meer gebruik van informatiegestuurd optreden. Op dit moment is er echter een structureel tekort om de IT van de KMar vorm te kunnen geven, terwijl goede IT een randvoorwaarde is voor informatiegestuurd optreden en het kunnen uitvoeren van de taken van de KMar.

1. Grenspolitietaak

De grenspolitietaken van de KMar worden uitgevoerd op basis van de Politiewet, de Vreemdelingenwet en de Schengengrenscode. Vanuit de grenspolitietaak richt de KMar zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Naast de grenspolitietaken voert de KMar op de aangewezen luchthavens ook de politietaak uit. Deze taken worden (binnen juridische kaders en zo veel mogelijk) informatie- en risico gestuurd verricht door het optimaal benutten van zowel de informatiepositie van de KMar als die van de ketenpartners, in het fysieke en het digitale domein.

Aantal geweigerde personen aan de buitengrens door de KMar 2.700
Aantal personen dat aangeeft asiel te willen aanvragen aan de buitengrens en tijdens Mobiel Toezicht Veilgheid (MTV) controles 875
Aantal personen dat door tussenkomst van de KMar terugkeert (uitzettingen en verwijderingen) 4.500
Aantal aanhoudingen door de KMar op verdenking van mensensmokkel 200
Aantal onderkende illegalen tijdens MTV controles 700
Aantal gecontroleerde personen tijdens MTV controles 130.000
Aantal inklimmers maritieme grens 900

2. Bewaken en Beveiligen

De KMar draagt zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten, personen en diensten. De KMar doet dit zelfstandig, in bijstand aan de politie en ook in samenwerking met nationale en internationale publieke en private partners op het gebied van bewaken en beveiligen. Om bescherming en veiligheid te versterken, onder andere om bewaken en beveiligen te versterken, heeft het Kabinet middelen beschikbaar gesteld aan de begroting van J&V. Daar waar relevant worden de gelden doorverdeeld aan de partners, waaronder de KMar.

Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging Burgerluchtvaart 100%
Het aantal inzetbare Hoog Risico Beveiligingspelotons voor non-permanente bewaking van hoog risico objecten 6 + 1 peloton DNB
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De Nederlandsche Bank 100%
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire persoonsbeveiliging (zie matrix inzetbaarheidsdoelen)

3. (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken

Om de inzetbaarheidsdoelen ten behoeve van de hoofddoelstellingen van Defensie te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de KMar gereed gesteld.

(INTER)NATIONALE EN MILITAIRE POLITIE(ZORG)TAKEN EXPEDITIONAIRE TAKEN Levert militairen voor Expeditionaire inzet (NAVO, EU, VN) voor bijvoorbeeld civiele politiemissies.
CROWD AND RIOT CONTROL Levert een peloton voor crowd & riot control voor Defensie als onderdeel van een missie.
CLOSE PROTECTION CAPACITEIT Levert een eenheid met speciale beveiligingsopdracht
(NAVO) MILITAIRE POLITIE TAKEN Levert militairen voor het uitvoeren van Militaire Politie-taken.

Binnen de pijler (inter)nationale- en (militaire) politie(zorg)taken valt een onderscheid te maken tussen militaire politiezorgtaken, civiele vredes- en internationale taken (waaronder de NAVO Militaire Politietaken en Stability Policing taken), Defensietaken en de taken van de liaison officieren in het buitenland. In de Politiewet zijn de militaire politiezorgtaken voor Defensie opgedragen aan de KMar. Door het uitvoeren van die taak, onder het gezag van het Openbaar Ministerie, levert de KMar een belangrijke bijdrage aan de integriteit van de Krijgsmacht. De uitoefening van deze taken beperkt zich niet alleen tot het Nederlands grondgebied; de KMar gaat ook mee tijdens uitzendingen, inzet en oefeningen van Nederlandse militaire eenheden buiten Nederland. De KMar kan onder aansturing van de CDS bijvoorbeeld als een «combat support force enabler» internationaal worden ingezet op militaire politietaken-functies, ter ondersteuning van militaire operaties onder bevel van een militaire commandant. In Caribisch Nederland is de KMar zelfstandig verantwoordelijk voor de taken die de organisatie ook in het Europese deel van het Koninkrijk heeft. Zo is de KMar onder andere verantwoordelijk voor de grensbewaking van de luchthavens en de zeegrenzen op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en verantwoordelijk voor de uitvoering van de politietaak op de door Onze Ministers en Onze Minister van Defensie aangewezen luchthavens op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede de beveiliging van de burgerluchtvaart. Op Sint-Eustatius en Saba is de KMar belast met de uitvoering van het vreemdelingentoezicht. De KMar ondersteunt daarnaast het politiekorps Caribisch Nederland. Vanuit de militaire politiezorgtaak is de KMar vanuit haar eigen taakstelling ook aanwezig in de Caribische landen van het Koninkrijk (Aruba, Curacao en Sint Maarten). Daarnaast levert de KMar op basis van het protocol Flexpool ook personele ondersteuning aan deze landen. Momenteel wordt tevens gewerkt aan de uitwerking van de extra inzet van de KMar in het kader van het in februari 2021 afgesloten protocol versterking grenstoezicht. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid om bijstand te verlenen, waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen bijstand in Caribisch Nederland en bijstand aan de Caribische landen van het Koninkrijk.

Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan militair parket) 500
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties (zie matrix inzetbaarheidsdoelen)

C. Beleidswijzigingen

Grenzen en Veiligheid

Op het gebied van grenzen en veiligheid speelt een aantal ontwikkelingen als gevolg van nieuwe EU wetgeving inzake een Europees In- en Uitreissysteem (EES), een Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem (ETIAS), wijzigingen in het Schengen Informatiesysteem (SIS), de voorstellen voor aanpassing van EURODAC, het Visum Informatiesysteem (EUVIS) en inzake de interoperabiliteit tussen deze systemen, die op termijn consequenties hebben voor alle betrokken partijen, waaronder de KMar. Ten behoeve van de implementatie van deze wetgeving zijn door het Minsterie Justitie & Veiligheid in 2021 de benodigde incidentele middelen toegekend en de eerste tranche voor de structurele middelen.

Eurostar

De KMar is volgens planning in oktober 2020 gestart met de grenscontroles op Amsterdam en Rotterdam Centraal ten behoeve van twee Eurostartreinen. Eurostar verwacht dat een derde trein begin Q4 2021 zal worden opgenomen in de dienstregeling. Indien de passagiersaantallen weer zullen aantrekken, zal Eurostar haar dienstregeling in 2022 uitbreiden met een vierde en mogelijk zelfs een vijfde trein.

Eurosur

In 2021 en 2022 heeft Nederland en de KMar specifieke plicht om het Nationale Coördinatie Centrum (NCC) in te richten en de belangrijkste ontwikkelingsstappen te zetten voor het nieuwe IV-systeem EUROSUR 2.0. Het NCC moet uiterlijk het derde kwartaal van 2022 in gereedheid zijn.

EMSWe verordening

Op 15 augustus 2019 is de Europese EMSWe-verordening in werking getreden. EMSWe staat voor European Maritime Single Window. Het is de opvolger van de al eerder door de KMar geïmplementeerde Europese verordening «Maritime Single Window». Met de EMSWe verordening wordt de meldplicht vanuit de scheepvaart aan de verschillende partijen (havenautoriteiten, Douane, KMar, Zeehavenpolitie) in de lidstaten geharmoniseerd. EMWSe is voor de KMar / JIVC voornamelijk een ICT-vraagstuk. Nationale implementatie wordt uitgevoerd o.l.v. het ministerie van IenW. EMSWe wordt in 2021 en 2022 ontworpen en gebouwd. Uiteindelijk dient EMWSe op 15 augustus 2025 succesvol geïmplementeerd te zijn.

Geoefendheid en inzetbaarheid

De COVID-19 maatregelen leiden tot beperkingen van de geoefendheid en inzetbaarheid. Zodra de COVID-19 maatregelen vervallen, kan het volledige oefenplan hervat worden. Bij de inhaalslag zijn met name oefeningen op grotere schaal en deelname aan oefeningen op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te kunnen brengen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 481.437 515.231 486.905 494.199 490.784 490.686 490.282
Uitgaven 482.825 515.231 486.905 494.199 490.784 490.686 490.282
waarvan juridisch verplicht 92%
Opdrachten 6.377 5.474 6.873 6.871 6.869 6.921 6.976
- gereedstelling 5.167 5.474 6.873 6.871 6.869 6.921 6.976
- instandhouding materieel 1.210 0 0 0 0 0 0
Personele uitgaven 462.232 489.786 460.685 467.407 463.707 466.260 467.489
- Eigen personeel 435.912 463.561 441.623 444.196 443.716 446.235 447.250
- Externe inhuur 6.484 3.135 158 3.268 176 0 146
- Overige personele exploitatie 19.836 23.090 18.904 19.943 19.815 20.025 20.093
Materiële uitgaven 14.216 19.971 19.347 19.921 20.208 17.505 15.817
- Instandhouding infrastructuur 533 0 0 0 0 0 0
- Instandhouding IT 203 0 0 0 0 0 0
- Overige materiële exploitatie 13.480 19.971 19.347 19.921 20.208 17.505 15.817
Apparaatsontvangsten 8.463 8.069 4.459 4.459 4.459 4.459 4.459

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2022 volledig verplicht is. Voor 2022 is 92% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling/instandhouding

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor (de ondersteuning van) de operationele taakuitvoering alsmede voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, civiele taken en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen. De uitgaven voor oefen- en operationele munitie en instandhouding simulatoren zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel». De uitgaven voor onderhoud en ondersteuning van commandovoering zijn overgegaan naar instandhouding IT.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De uitgaven voor militaire uitrustingen zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel».

Materiële uitgaven

De uitgaven voor instandhouding zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport, voorlichting. En verder de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, de uitgaven voor kennis, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer etc. De uitgaven die een relatie hebben met het instandhouden van het materieel, zoals werkplaatsinrichting en militaire artikelen en uitrustingen zijn overgegaan naar het instrument «instandhouding materieel».

3.6 Artikel 6 Investeringen

A. Algemene doelstelling

Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in van nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de NAVO voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden ook bijdragen gerekend aan de instandhouding, die direct samenhangen met de betreffende investering.

C. Beleidswijzigingen

Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 2.755.819
Opdrachten 2.662.718
Investeringen materieel 2.102.408
Investeringen infrastructuur 252.066
Investeringen IT 308.244
Begrotingsreserve 0
Bekostiging 66.001
Bijdrage aan internationale organisaties 27.100
Uitgaven 2.716.440
waarvan juridisch verplicht
Opdrachten 2.641.111
Investeringen materieel 2.128.195
Investeringen infrastructuur 275.764
Investeringen IT 237.152
Begrotingsreserve
Reserve valutaschommelingen
Bekostiging 46.876
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten 3.737
Technologieontwikkeling 35.599
Kennisgebruik 3.459
Kort-cyclische innovatie 4.081
Bijdrage aan internationale organisaties 28.453
Investeringen infrastructuur NAVO 28.453
Programma ontvangsten 66.513
- Verkoopopbrengsten strategisch materieel 36.602
- Overige ontvangsten materieel 22.054
- Verkoopopbrengsten strategisch infrastructuur 3.901
- Overige ontvangsten infrastructuur 1.458
- Ontvangsten Internationale organisaties 2.498

Budgetflexibiliteit
Niet van toepassing

3.7 Artikel 7 Defensie Materieel Organisatie

A. Algemene doelstelling

De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de DMO gereed gesteld.

PERMANENTE INCIDENT RESPONSE CAPACITEIT TEN BEHOEVE VAN INFORMATIE SYSTEMEN Cyber Rapid Response Team (CRRT)van het Defensie Cyber Security Centrum (DCSC) Levert cyberexpertise op locatie voor incidentcoördinatie, -onderzoek en -afhandeling.

C. Beleidswijzigingen

Dit begrotingsartikel heeft betrekking op de personele exploitatie en het budget voor brandstoffen. De instandhoudingsbudgetten voor het KPU-bedrijf en het Defensie Munitiebedrijf zijn per 2021 ondergebracht in het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF).

Defensie geeft uitvoering aan het speerpunt energie volgens ons Plan van aanpak Energietransitie Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 74). Voor de brandstofvoorziening is het van belang dat Defensie in toenemende mate biobrandstof bij operationeel materieel zal gebruiken en dat de komende jaren ongeveer 400 dienstvoertuigen worden vervangen voor zero-emissie voertuigen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 985.425 583.459 607.093 606.438 606.530 610.452 594.962
Uitgaven 1.120.073 583.459 607.093 606.438 606.530 610.452 594.962
waarvan juridisch verplicht 74%
Opdrachten 389.265 121.305 148.666 148.906 149.092 152.976 152.976
- gereedstelling 93.939 121.305 148.666 148.906 149.092 152.976 152.976
- instandhouding materieel 295.326 0 0 0 0 0 0
Personele uitgaven 431.648 448.722 446.025 443.040 442.691 442.730 427.240
- Eigen personeel 369.436 383.300 397.561 396.763 396.413 396.514 381.039
- Externe inhuur 49.220 43.416 29.648 27.468 27.424 27.362 27.362
- Overige personele exploitatie 12.992 22.006 18.816 18.809 18.854 18.854 18.839
Materiële uitgaven 299.160 13.432 12.402 14.492 14.747 14.746 14.746
- Instandhouding infrastructuur 385 0 0 0 0 0 0
- Instandhouding IT 287.796 0 0 0 0 0 0
- Overige materiële exploitatie 10.979 13.432 12.402 14.492 14.747 14.746 14.746
Apparaatsontvangsten 45.419 34.376 26.245 26.245 26.245 26.245 26.245

Budgetflexibiliteit

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiele instrumenten opdrachten, personele en materiele uitgaven. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2021 volledig verplicht is. Voor 2022 is 74% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Gereedstelling
Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft de uitgaven voor brandstof en smeermiddelen. De prijzen van met name brandstoffen zijn zeer flexibel als gevolg van de snel wijzigende brandstofprijzen en dollarkoersen.

Personele uitgaven
Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven
De uitgaven voor instandhouding zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Materiële uitgaven bestaan bij de DMO hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering.

3.8 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

A. Algemene doelstelling

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor personele diensten, opleidingen, huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het Ministerie van Defensie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO krijgt, net als de operationele commando’s, een generieke gereedstellingsopdracht. In deze begroting laten we die voor het eerst zien op eenzelfde wijze als de andere defensieonderdelen. Vooralsnog ontvangt DOSCO een gereedstellingsopdracht voor de perifere bloedbank en chirurgisch team.

SPECIALISTISCHE MEDISCHE ZORG Chirurgische capaciteit en bloedbank voor Role 2 Medical Treatment Facility. Levert een chirurgisch team ten behoeve van een chirurgisch hospitaal.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 voor DOSCO. Voor de belangrijkste beleidswijzigingen wordt verwezen naar de beleidsagenda.

De gevolgen van COVID-19 zijn met name merkbaar bij de transportuitgaven (minder oefeningen) en de meeruitgaven die gemaakt worden als gevolg van testen, vaccineren, quarantaine en de inzet van personeel zowel binnen als buiten Defensie. Als de COVID-19 maatregelen komen te vervallen dan zullen de OPCO’s in staat zijn om meer te oefenen en zal dit consequenties hebben voor de ondersteunende taken van het DOSCO. Voor specifiek het medisch zorgpersoneel heeft de inzet in ziekenhuizen geleid tot een achterstand in het oefenen en trainen; dit zal ook weer moeten worden ingehaald na afloop van alle inzet.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.541.365 1.188.272 1.205.578 1.186.472 1.175.247 1.175.174 1.176.457
Uitgaven 1.531.401 1.188.272 1.205.578 1.186.472 1.175.247 1.175.174 1.176.457
Waarvan juridisch verplicht 71%
Opdrachten 11.737 0 0 0 0 0 0
- gereedstelling 76 0 0 0 0 0 0
- instandhouding materieel 11.661 0 0 0 0 0 0
Inkomensoverdrachten 67.626 100.420 0 0 0 0 0
- Nationaal Fonds Ereschuld 67.174 96.972 0 0 0 0 0
- Reservering schadevergoedingen chroom 6 Defensie 452 3.448 0 0 0 0 0
Schadevergoeding 0 0 93.265 76.169 76.247 74.791 74.793
- Nationaal Fonds Ereschuld 0 0 77.790 64.183 64.248 62.754 62.754
- Reservering schadevergoedingen chroom 6 Defensie 0 0 7.200 3.700 3.700 3.700 3.700
- Schadevergoeding, overig 0 0 8.275 8.286 8.299 8.337 8.339
Personele uitgaven 774.498 817.967 837.291 839.835 829.037 829.371 830.605
- Eigen personeel 604.573 628.586 662.899 668.985 658.506 658.213 658.444
- Externe inhuur 27.498 21.750 2.840 2.840 2.840 2.840 2.840
- Overige personele exploitatie 128.562 153.366 157.137 152.909 154.250 154.877 155.880
- Attachés 13.865 14.265 14.415 15.101 13.441 13.441 13.441
Materiële uitgaven 677.540 269.885 275.022 270.468 269.963 271.012 271.059
- Instandhouding infrastructuur 434.153 0 0 0 0 0 0
- Instandhouding IT 28 0 0 0 0 0 0
- Overige materiële exploitatie 238.698 262.601 267.738 263.184 262.681 263.730 263.777
- Attachés 4.661 7.284 7.284 7.284 7.282 7.282 7.282
Apparaatsontvangsten 90.346 58.487 68.478 68.478 68.478 68.478 68.478

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2022 en bij schadevergoeding, het Nationaal Fonds Ereschuld en de Reservering schadevergoedingen chroom 6, volledig verplicht zijn. Voor 2022 is 72% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van het personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De salarissen van het attaché personeel worden afzonderlijk gepresenteerd, omdat deze uitgaven onder de internationale inzet (BIV) uitgaven vallen.

Materiële uitgaven

De uitgaven voor instandhouding zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Onder materiële uitgaven worden de geraamde uitgaven voor overige materiële exploitatie en de attachés weergegeven. De uitgaven voor de overige materiële exploitatie bestaan onder andere uit catering, facilitaire dienstverlening, mediadienstverlening, gezondheidszorg, beveiliging, energie en water, schoonmaak en wereldwijd transport van personen en goederen.

Schadevergoeding

De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden bij het DOSCO verantwoord onder het financieel instrument schadevergoeding. Dit fonds is ingesteld voor militairen die een handicap, trauma of andere aandoening hebben opgelopen tijdens missies naar het buitenland. Hierin zijn de budgetten voor schadevergoedingen en regelingen voor schadevergoedingen voor veteranen ondergebracht. De middelen op de begroting zijn echter ontoereikend. Meer (jonge) veteranen doen een beroep op compensatie. Daarom wordt € 30 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld in 2021 en wordt de begroting met € 20 miljoen structureel verhoogd. Daarnaast worden geraamde uitgaven voor uitkeringen in verband met Chroom 6 en overige schadevergoedingen onder het instrument schadevergoeding verantwoord.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 9 Algemeen

Algemene doelstelling
Het kerndepartement voert een aantal defensiebrede taken uit. Dit zijn het verstrekken van subsidies voor defensie-gerelateerde (maatschappelijke) taken, het bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken, de bekostiging van instellingen voor kennisopbouw, het bijdragen aan internationale organisaties, het uitvoeren van opdrachten, schadevergoedingen en de bijdrage aan rijksbrede en defensiebrede beleidsopdrachten.

A. Budgettaire gevolgen

Verplichtingen 142.948 192.240 212.174 186.574 186.323 179.378 179.477
Uitgaven 150.596 192.240 212.174 186.574 186.323 179.378 179.477
Subsidies 36.898 41.536 46.453 41.434 41.677 41.703 41.734
- subsidies 36.898 41.536 46.453 41.434 41.677 41.703 41.734
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 46.172 46.859 46.877 46.876 46.877 47.113 47.113
- kennisopbouw TNO via EZK 43.430 44.179 44.197 44.492 44.492 44.492 44.492
- kennisopbouw NLR via EZK 534 600 600 544 545 544 544
- kennisopbouw MARIN via EZK 1.900 2.000 2.000 1.760 1.760 1.760 1.760
- overige bijdragen 308 80 80 80 80 317 317
Opdrachten 9.139 17.760 18.878 12.114 10.697 7.977 8.066
- opdrachten beleid 4.249 15.624 13.814 6.495 7.068 4.355 4.445
- opdrachten milieu beleid 2.447 590 3.518 4.073 2.073 2.073 2.073
- overige opdrachten 2.443 1.546 1.546 1.546 1.556 1.549 1.548
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 53.037 62.654 74.873 76.056 76.977 77.078 77.058
- bijdrage aan de NAVO 48.818 54.236 58.292 59.411 60.332 60.331 60.313
- bijdrage aan internationale samenwerking 4.219 4.550 5.810 5.870 5.870 5.970 5.968
- overige bijdragen 0 3.868 10.771 10.775 10.775 10.777 10.777
Bekostiging 4.518 3.891 3.891 3.892 3.893 3.893 3.893
- bekostiging diverse instellingen 4.518 3.891 3.891 3.892 3.893 3.893 3.893
Inkomensoverdrachten 832 19.540 0 0 0 0 0
- Regeling uitkering chroom 6 Defensie 332 0 0 0 0 0 0
- Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 500 19.540 0 0 0 0 0
Schadevergoeding 0 0 21.202 6.202 6.202 1.614 1.613
- Reservering regeling uitkering chroom 6 Defensie 0 0 4.588 4.588 4.588 0 0
- Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 0 0 15.000 0 0 0 0
- Schadevergoeding, overig 0 0 1.614 1.614 1.614 1.614 1.613
Programmaontvangsten 1.594 0 0 0 0 0 0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies
Defensie verleent subsidies aan instellingen die een toegevoegde (maatschappelijke) waarde hebben, en die defensiebeleid voor bijzondere doelgroepen uitvoeren, omdat zij hierin gespecialiseerd zijn. De defensiesubsidies worden verleend met als doel instandhouding van de instellingen, zodat deze hun toegevoegde waarde kunnen blijven leveren. De subsidies zijn gecategoriseerd in subsidies voor veteranenzorg en subsidies voor cultureel erfgoed en tradities. Daarnaast worden subsidies verstrekt aan onderwijs en kennis- en technologieontwikkeling. Bijlage 7.4 geeft een overzicht van de subsidies weer.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Defensie draagt bij aan kennisopbouw en innovatie-ontwikkeling. Het Maritiem Research Instituut (MARIN), het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) en de Nederlandse organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) ontvangen een jaarlijkse bijdrage om hun defensie-specifieke kennisbasis in stand te houden. Vanuit de opgebouwde kennis laat Defensie zich adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. Met de uitvoering van onderzoeksprogramma’s en -projecten krijgt de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda 2021–2025 invulling. De overige bijdragen aan begrotingshoofdstukken zijn de bijdragen aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de instandhouding van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Atlantische Commissie.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Defensie draagt jaarlijks met een contributie bij aan de NAVO-exploitatie. Hierin zijn opgenomen onder andere de AWACS-vliegtuigen, de NAVO-commandostructuur en diverse programma’s. Defensie voert in militaire internationaal verband samenwerkingsactiviteiten uit zoals de Very High Readiness Joint Taskforce (VJTF). De komende drie jaar vervult Nederland de functie van Chairman of the Military Committee (CMC) te Brussel.

Opdrachten
Dit zijn jaarlijkse bestedingen aan derden voor de ondersteuning van beleid en rechtspositionele ondersteuning. Ook versterkt Defensie haar HR-model en de capaciteit voor het pensioenakkoord en de implementatie van het bezoldigingsstelsel. ‘Opdrachten’ zijn ook beleidsuitgaven voor het defensiebreed implementeren van energie- en milieuwetgeving (stikstof en omgevingswet).

Bekostiging
‘Bekostiging’ zijn bijdragen aan instellingen, zoals de Stichting Faciliteiten Centraal Georganiseerd Overleg Militairen en de ondersteuning organisaties die deel uitmaken van de sector Defensie.

Schadevergoedingen
De schadevergoedingen (voorheen: Inkomensoverdrachten) zijn bestemd voor doelgroepen die schade ondervinden van defensiebeleid. Hieronder vallen de uitgaven voor de uitkeringsregeling voor chroom-6 slachtoffers: de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie (zie Kamerstukken vergaderjaar 2017–2018, 34 775 X, nr. 126 en vergaderjaar 2020–2021, 35 570 X, nr. 92). Verder vallen hieronder de schade-uitkeringen Srebrenica (zie Kamerstuk vergaderjaar 2019-2020 35 450 X, nr. 2), uitgaven voor herstelprojecten in Hawija (zie Kamerstuk vergaderjaar 2020-2021, 27 nr. 766) en uitgaven voor activiteiten in het kader van Dutchbat III.

4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

Algemene doelstelling

Inzet is de kerntaak van Defensie. De bestuursstaf geeft hier namens de minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het aansturen van de uitvoering door de commandant der strijdkrachten, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie, het toezicht houden op verschillende defensie specifieke taken, het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

A. Budgettaire gevolgen

Verplichtingen 1.522.823 1.563.114 1.511.283 1.500.539 1.491.259 1.453.632 1.458.967
Uitgaven 1.517.171 1.563.114 1.511.283 1.500.539 1.491.259 1.453.632 1.458.967
Personele uitgaven 1.497.054 1.529.596 1.468.095 1.450.770 1.443.369 1.409.951 1.415.293
- Eigen personeel 229.650 268.902 289.542 290.294 290.050 290.683 290.810
- Externe inhuur 9.192 12.648 565 0 0 0 0
- Overige personele exploitatie 11.238 13.687 15.898 15.886 15.951 15.950 15.948
- Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden) 1.246.974 1.234.359 1.162.090 1.144.590 1.137.368 1.103.318 1.108.535
Materiële uitgaven 20.117 33.518 43.188 49.769 47.890 43.681 43.674
- Instandhouding IT 605 0 0 0 0 0 0
- Overige materiële exploitatie 19.512 33.518 43.188 49.769 47.890 43.681 43.674
Apparaatsontvangsten 42.212 35.239 8.996 8.996 8.996 8.996 8.996

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Bestuursstaf

De bestuursstaf, bestaande uit Directoraat-Generaal Beleid, Hoofddirectie Financiën en Control, Defensiestaf en bijzondere organisatie eenheden, draagt zorg voor de sturing van, het beleid voor en het toezicht op Defensie. De bestuursstaf adviseert en ondersteunt ook de bewindspersonen (de minister en de staatssecretaris) bij het besturen van de organisatie en het afleggen van verantwoording aan het parlement. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, zijn vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, externe inhuur en overige exploitatie. De bijzondere organisatie eenheden van de bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV) die aan het hoofd staat van een Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG), de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), het Militair Huis van de Koning (MHK) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).

Personele uitgaven
De personele uitgaven bestaan uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, dienstreizen en overige persoonsgebonden uitgaven.

De post Uitkeringen betreft de militaire pensioenen, AOW-gat compensatie, UKW en verstrekking van uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, waaronder het Sociaal Beleidskader en overige regelingen voor voormalig defensiepersoneel.

De komende jaren is budget beschikbaar voor het versterken van de toezichthouders veiligheid, integriteit en de luchtvaartautoriteit, voor de taskforce Host Nation Support (operationele logistiek), voor de ondersteuning van informatievoorziening en parlementaire processen, kennis en beleidsontwikkeling voor de omgevingswet, energie en duurzaamheid en capaciteit voor compliance en veiligheidsfuncties bij de MIVD.

De komende jaren wordt tevens aandacht besteed aan vastgoed, duurzaamheid (in het bijzonder stikstof) en omgeving. Defensie heeft wat betreft vastgoed een urgente en omvangrijke opgave, waarbij de portefeuille de komende tien jaar ingrijpend moet worden herzien omdat de huidige situatie onbetaalbaar is en niet toekomstbestendig. Defensie werkt aan een verkenning om te komen tot het concentreren, vernieuwen en verduurzamen van het defensievastgoed. In het kader van duurzaamheid worden de Verduurzaamroute Vastgoed en de roadmap Energietransitie gebruikt voor het aanjagen van innovatie. Verder draagt de verduurzaming bij aan de reductie van CO2 en stikstof. Tot slot bereidt Defensie zich in 2022 verder voor op de omgevingswet in de rol van zowel aanvrager als verlener van vergunningen.

Ook het Actieplan 1325 Gender is opgenomen in deze post. Hiermee wordt invulling geven aan de motie 35200 X nr 12 van de leden Belhaj en Diks.

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Als grootste eenheid ressorterend onder de bestuursstaf, is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. De uitgaven die daarmee binnen dit artikel gemoeid zijn omvatten vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven en overige niet gecentraliseerde exploitatie-uitgaven. Voor het versterken van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten heeft het Kabinet extra middelen (€ 15 miljoen) aan de MIVD beschikbaar gesteld. Dit bedrag staat nu tijdelijk geboekt op artikel 12 Nog onverdeeld en wordt met de eerste suppletoire begroting 2022 doorverdeeld.

Overig
Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden (budgettair vallend onder het kerndepartement, aansturing door CDS) gereed gesteld.

NLD SPECIAL OPERATIONS COMMAND AND CONTROL Opschaalbare expeditionaire stafcapaciteit Aansturen en coördineren van niet-geplande nationale en/of internationale speciale operaties met een korte reactietijd.
Composite Special Operations Component Command Het Nederlandse deel, in een gezamenlijk hoofdkwartier met Belgie en Denemarken, coordineert de Speciale Operaties en inzet van speciale eenheden.
DEFENSIE CYBER COMMANDO (DCC) Cyber Strategisch Element Levert cybereffecten die bijdragen aan de bescherming van Nederland en de Nederlandse belangen in de wereld.
Cyber Operational Planning & Liaison
(COPL) Element
Levert functionarissen voor een (internationaal) hoofdkwartier.
Cyber ondersteuningsteams Levert teams ter ondersteuning van operaties.

C. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten

Verplichtingen 6.816.018 6.418.939 6.371.929 6.376.918 6.344.647 6.278.154 6.269.834
Apparaat Kerndepartement 1.517.171 1.563.114 1.511.283 1.500.539 1.491.259 1.453.632 1.458.967
Uitvoeringsorganisaties 5.298.847 4.855.825 4.860.646 4.876.379 4.853.388 4.824.522 4.810.867
Koninklijke Marine 750.088 800.844 792.896 799.427 800.831 797.429 799.670
Koninklijke Landmacht 1.248.689 1.334.288 1.360.107 1.368.649 1.367.954 1.369.542 1.368.605
Koninklijke Luchtmacht 640.776 660.930 656.871 653.140 644.250 615.927 615.636
Koninklijke Marechaussee 476.448 509.757 480.032 487.328 483.915 483.765 483.306
Defensie Materieel Organisatie 730.808 462.154 458.427 457.532 457.438 457.476 441.986
Defensie Ondersteuningscommando 1.452.038 1.087.852 1.112.313 1.110.303 1.099.000 1.100.383 1.101.664
Totaal apparaatsuitgaven 6.816.018 6.418.939 6.371.929 6.376.918 6.344.647 6.278.154 6.269.834

4.3 Artikel 11 Geheim

Algemeen
Het niet-beleidsartikel Geheim op basis van artikel 2.8 van de Comptabili-teitswet 2016 kent geen artikelonderdelen. Dit niet-beleidsartikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.

A. Budgettaire gevolgen

Verplichtingen 10.891 16.765 15.265 15.265 15.265 15.265 15.265
Uitgaven 10.891 16.765 15.265 15.265 15.265 15.265 15.265

B. Toelichting op de financiële instrumenten

De geheime uitgaven worden jaarlijks toegelicht aan het college van de Algemene Rekenkamer en het bevat tevens het budget voor MIVD gerelateerde uitgaven ten behoeve van internationale inzet (BIV).

4.4 Artikel 12 Nog onverdeeld

Algemeen
Het niet-beleidsartikel Nog onverdeeld bestaat uit verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Uitgaven worden onderverdeeld naar loonbijstelling, prijsbijstelling, nog onverdeeld en een eventuele taakstelling (negatief bedrag).

A. Budgettaire gevolgen

Verplichtingen 0 180.239 249.393 226.295 195.781 208.628 219.560
Uitgaven 0 180.239 249.393 226.295 195.781 208.628 219.560
Loonbijstelling
Prijsbijstelling
Nog onverdeeld 0 180.239 249.393 226.295 195.781 208.628 219.560
Ontvangsten

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Voor het versterken van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten heeft het Kabinet extra middelen (€ 15 miljoen) aan de MIVD beschikbaar gesteld. Dit bedrag staat nu tijdelijk geboekt op artikel 12 Nog onverdeeld en wordt met de eerste suppletoire begroting 2022 doorverdeeld.

4.5 Artikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

A. Algemene doelstelling

Op dit artikel worden de bijdragen vanuit de reguliere begroting aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds verantwoord.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Zaken die op het Defensiematerieelbegrotingsfonds worden verantwoord zijn terug te vinden in de verschillende beleidsartikelen op de begroting Hoofdstuk X.

C. Beleidswijzigingen

Voor de beleidswijzigingen wordt verwezen naar de betreffende beleidsar-tikelen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 8.644.976 4.186.798 5.003.557 4.527.270 4.753.086 4.123.175
Uitgaven 4.771.129 4.948.612 4.713.414 4.640.194 4.648.719 4.438.089
Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds 4.771.129 4.948.612 4.713.414 4.640.194 4.648.719 4.438.089
Ontvangsten

Budgetflexibiliteit

De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Het betreft hier de bijdrage vanuit de begroting Hoofdstuk X Defensie aan hoofdstuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds ten behoeve van uitgaven die op het fonds worden verantwoord.

5. Begroting agentschappen

5.1 Paresto

Algemeen

Het baten-lastenagentschap Paresto maakt deel uit van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). Paresto is een professionele interne cateringorganisatie die in opdracht van Defensie een pakket aan cateringondersteuning levert aan haar gehele organisatie en aan (Navo)- bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt met een sterke focus op kwaliteit én met de wensen van gasten (voornamelijk defensiepersoneel) en opdrachtgevers als uitgangspunt.

Begroting van baten en lasten

Baten
- Omzet 26.695 75.176 43.523 43.422 43.680 43.974 43.974
waarvan omzet moederdepartement 15.564 56.728 24.828 24.547 24.705 24.869 24.869
waarvan omzet overige departementen 249 495 495 495 495 495 495
waarvan omzet derden 10.882 17.953 18.200 18.380 18.480 18.610 18.610
Rentebaten
Vrijval voorzieningen
Bijzondere baten 31.529 32.392 32.111 32.168 32.308 32.309
Totaal baten 58.224 75.176 75.915 75.533 75.848 76.282 76.283
Lasten
Apparaatskosten
- Personele kosten 41.032 49.387 49.763 49.596 49.790 50.053 50.065
waarvan eigen personeel 38.447 41.128 42.269 42.934 43.492 43.951 44.173
waarvan inhuur externen 2.277 7.560 6.775 5.932 5.558 5.355 5.141
waarvan overige personele kosten 308 699 719 730 739 747 751
- Materiële kosten 17.359 25.733 26.069 25.869 26.041 26.214 26.214
waarvan apparaat ICT 395
waarvan bijdrage aan SSO's
waarvan overige materiële kosten 613 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
Rentelasten
Afschrijvingskosten 82 56 82 68 17 14 3
- Materieel 82 56 82 68 17 14 3
waarvan apparaat ICT 3 56 3 3 3 3 3
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 79 10 79 65 14 11
- Immaterieel
Overige lasten 131
waarvan dotaties voorzieningen
waarvan bijzondere lasten
Totaal lasten 58.604 75.176 75.915 75.533 75.848 76.282 76.283
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 380
Agentschapsdeel Vpb-lasten
Saldo van baten en lasten

Toelichting bij begroting baten en lasten

In deze ontwerpbegroting is geen rekening gehouden met eventuele effecten als gevolg van COVID-19.

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement bestaat grotendeels uit de opbrengst die Paresto in rekening brengt voor onder meer banqueting- en maatwerkactiviteiten. De toename van de omzet moederdepartement ten opzichte van de realisatie 2019 is met name te verklaren door prijsaanpassingen en het toepassen van de prijsindexatie.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt voor onder meer de lakeien van de Dienst Koninklijk Huis, maar ook opdrachten voor andere rijksdiensten zoals politie en justitie.

Omzet derden

De omzet derden betreft met name de opbrengst van hetgeen Paresto in haar bedrijfsrestaurants in rekening brengt bij zowel de eigen defensiemedewerkers als eventuele andere gasten.

Bijzondere baten

De bijzondere baten betreft de aanneemsom2 die bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen om conform de opgestelde afspraken ondersteuning te leveren op de locaties. De definitieve aanneemsom wordt vastgesteld tijdens het bestuurlijk overleg in september op basis van de overeenkomst tussen Paresto en opdrachtgever DOSCO.

Lasten

Personele kosten

Vanwege een toename van het gebruik van de Regeling Partiële Arbeidsparticipatie Senioren (PAS-regeling) en de groei van Defensie neemt de personele bezetting in 2022 toe tot 753 vte’n. Dit verklaart tevens de stijging in personele kosten. Waar nodig doet Paresto een beroep op externe inhuur. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het vervangen van zieke collega’s, piekdrukte of noodzakelijke inzet tijdens (grote) evenementen. Gezien de ontwikkelingen op de flexibele arbeidsmarkt, de veranderingen in flexwetgeving en het verwachte herstel van de uitzendmarkt in het post COVID-19 tijdperk, zoekt Paresto steeds meer naar mogelijkheden om eigen personeel in te zetten.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor 95% uit kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. De producentenbonussen zijn in mindering gebracht op de ingrediëntskosten. De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de Bedrijfsvoering & Ondersteuning in opdracht en de locaties. In 2021 vindt de aanbesteding voor het nieuwe contract ten behoeve van levensmiddelen en ingrediënten plaats. De financiële gevolgen hiervan zijn nog niet bekend. Het nieuwe contract start in 2022.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten hebben betrekking op kleding voor medewerkers en vervanging van klein materieel.

Kasstroomoverzicht

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 5.690 6.813 6.813 6.813 6.813 6.813 6.813
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 62.637 75.176 75.915 75.533 75.848 76.282 76.283
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 59.822 ‒ 75.176 ‒ 75.915 ‒ 75.533 ‒ 75.848 ‒ 76.282 ‒ 76.283
2. Totaal operationele kasstroom 2.815
-/- totaal investeringen ‒ 80
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 80
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 4.352
-/- aflossingen op leningen
+/+ beroep op leenfaciliteit
4. Totaal financieringskasstroom 4.352
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 12.775 6.813 6.813 6.813 6.813 6.813 6.813

Toelichting bij het kasstroomoverzicht

In het overzicht van de kasstromen staat de meerjarige verwachting van de omvang centraal, alsmede de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting. Vanaf 2022 verwacht Paresto geen mutaties in de investerings- en financieringskasstroom.

Doelmatigheidsparagraaf

Onderstaande tabel is onderverdeeld in een generiek deel en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de ondersteuning door Paresto en de sturing op de bruto marge van de locaties. De hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd. Ondergenoemde indicatoren worden beschouwd naar aanleiding van de gewijzigde governance.

Omschrijving Generiek Deel
Totaal omzet verkopen (x € 1.000) 26.694 43.332 43.523 43.422 43.680 43.974 43.974
Vte'n totaal 726 831 833 839 844 850 851
- waarvan in eigen dienst 697 727 753 765 775 783 787
- waarvan inhuur 29 104 80 73 69 66 64
Saldo van baten en lasten (%) ‒ 0,7% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Omschrijving Specifiek Deel
Aantal locaties 76 76 77 77 77 77 77
Productiviteit per medewerker (omzet per Vte) 35.400 52.131 52.218 51.769 51.748 51.748 51.668
% Ziekteverzuim 8,0% 8,0% 8,0% 8,0% 8,0% 8,0% 8,0%
% Bruto marge locaties 35,5% 42,5% 41,0% 41,0% 41,0% 41,0% 41,0%

Toelichting

Het overgrote deel van de kosten van Paresto bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder andere tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet / aantal vte) en het percentage bruto marge (totale omzet verminderd met inkoopkosten ten opzichte van de totale omzet). In 2021 wordt de locatie LC Rucphen geopend. Daarmee stijgt het aantal locaties van Paresto naar 77. Vanwege een toename van het gebruik van de PAS-regeling en de groei van Defensie neemt het volume aan eigen personeel lichtelijk toe ten opzichte van begroting 2021. Daarnaast is de verwachting dat er meer eigen personeel wordt aangetrokken, waardoor minder inhuur nodig is.

6. Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk bieden wij u inzicht in:

  1. Militaire pensioenen en uitkeringen;
  2. Verdeling van de apparaatsuitgaven;
  3. Overzicht formatie defensiepersoneel;
  4. Invulling cyber & space middels ruimte(vaart)3.

6.1 Militaire pensioenen en uitkeringen

Militaire pensioenen en uitkeringen

Op verzoek van de Kamer is in onderstaande grafiek te zien wat de relatieve verdeling is van de militaire pensioenen en uitkeringen ten opzichte van de absolute begroting:

Figuur 7 Relatieve verdeling pensioenen en uitkeringen

De pensioenen en uitkeringen zijn als volgt verdeeld:

Figuur 8 Verdeling pensioenen en uitkeringen

6.2 Verdeling van de apparaatsuitgaven

Verdeling van de apparaatsuitgaven

De apparaatsuitgaven van Defensie zijn als volgt verdeeld over de beleids- en niet beleidsartikelen:

Verplichtingen 6.816.018 6.418.939 6.371.929 6.376.918 6.344.647 6.278.154 6.269.834
Apparaat Kerndepartement 1.517.171 1.563.114 1.511.283 1.500.539 1.491.259 1.453.632 1.458.967
Uitvoeringsorganisaties 5.298.847 4.855.825 4.860.646 4.876.379 4.853.388 4.824.522 4.810.867
Koninklijke Marine 750.088 800.844 792.896 799.427 800.831 797.429 799.670
Koninklijke Landmacht 1.248.689 1.334.288 1.360.107 1.368.649 1.367.954 1.369.542 1.368.605
Koninklijke Luchtmacht 640.776 660.930 656.871 653.140 644.250 615.927 615.636
Koninklijke Marechaussee 476.448 509.757 480.032 487.328 483.915 483.765 483.306
Defensie Materieel Organisatie 730.808 462.154 458.427 457.532 457.438 457.476 441.986
Defensie Ondersteuningscommando 1.452.038 1.087.852 1.112.313 1.110.303 1.099.000 1.100.383 1.101.664
Totaal apparaatsuitgaven 6.816.018 6.418.939 6.371.929 6.376.918 6.344.647 6.278.154 6.269.834

Grafische weergave van de verhouding apparaatsuitgaven (personele en materiële uitgaven) t.o.v. overige financiële instrumenten (programma).

Figuur 9 Verhouding apparaatsuitgaven t.o.v. overige financiële instrumenten

6.3 Overzicht formatie defensiepersoneel

Zoals toegezegd in Kamerstuk 32 733, nr. 37 zijn hieronder de tabellen opgenomen waarin defensiebreed de aantallen per rang of schaal worden vermeld.

Burgerpersoneel
Schaal 16 t/m 18 35 31 30
schaal 15 53 41 41
schaal 14 160 116 115
schaal 13 504 442 444
schaal 12 1.399 1.301 1.299
schaal 11 2.088 1.767 1.767
schaal 10 2.094 2.184 2.179
schaal 9 1.358 1.248 1.251
schaal 8 1.315 1.163 1.167
schaal 7 1.514 1.417 1.425
schaal 6 1.605 1.404 1.413
schaal 5 1.983 1.979 1.979
schaal 1 t/m 4 2.727 2.946 2.946
Totaal burgerpersoneel 16.834 16.039 16.056
Militair personeel
GEN 84 75 75
KOL 337 359 363
LKOL 1.475 1.513 1.517
MAJ 2.380 2.601 2.618
KAP 2.560 3.212 3.267
LNT 2.093 2.544 2.576
AOO 3.028 3.180 3.207
SM 4.519 5.208 5.251
SGT (1) 8.092 10.869 11.004
SLD/KPL 10.151 13.843 13.902
Totaal op functie 34.719 43.404 43.780
Initiële opleidingen (NBOF) 4.731 4.131 4.131
Totaal militair personeel (inclusief NBOF) 39.450 47.535 47.911
Totaal burger en militair personeel 56.284 63.574 63.967

6.4 Ruimte(vaart)

Mondiaal is het militaire gebruik van de ruimte toegenomen en zijn ook de daaruit voortvloeiende bedreigingen toegenomen. Het door de NAVO en Nederland erkennen van de ruimte als vijfde operationeel domein (naast land, zee, lucht en cyber) illustreert dat de ruimte steeds belangrijker is geworden. Tegelijkertijd is onze krijgsmacht in toenemende mate afhankelijk geworden van de ruimte. Het gaat daarbij vooral om het gebruik van satellieten die essentieel zijn voor de navigatie, communicatie, positiebepaling, observatie en intelligence, surveillance and reconnaissance bij het informatiegestuurd optreden van onze strijdkrachten. In juni 2021 heeft Defensie haar eerste militaire satelliet, de BRIK-II, in een baan om de aarde laten brengen. In 2022 volgen twee identieke microsatellieten, in samenwerking met het Noorse ministerie van Defensie, NLR, TNO en de Noorse kennisinstelling FFI. De lanceringen passen in het streven van Defensie om in 2030 te beschikken over een operationeel inzetbare ruimtevaartcapaciteit voor Defensie en Veiligheid, zoals beschreven in de Kennis- en Innovatie Agenda Veiligheid (Kamerstuk 33 009, nr. 81). Defensie onderkent het grote belang van de ruimte en ontwikkelt een Defensie Ruimte Agenda met daarin keuzes ten aanzien van ambities en middelen die Defensie richting 2035 ziet voor het gebruik van het ruimtedomein. Deze agenda zal in de nabije toekomst aan de Tweede Kamer worden aan-geboden.

7. Bijlagen

7 7.1 Bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK) RWT Wordt per Defensieonderdeel (artikel 2,3,4,5,7,8 en 10) betaald uit de post salarissen en sociale lasten € 01 ... ...
Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek (SWOON) RWT Beleidsartikel 8: Defensie Ondersteuningscommando € 15,5 miljoen ... ...
Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD) RWT Niet-beleidsartikel 9: Algemeen € 16,9 miljoen ... ...
Stichting Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) RWT Niet-beleidsartikel 9: Algemeen € 21,8 miljoen ... ...
  1. De Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK) is namens het ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst aangezien deze niet vallen onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW). De SZVK ontvangt geen financiële bijdragen van Defensie om haar taken uit te voeren, maar verkrijgt haar inkomsten uit ziektekostenpremies die Defensie afdraagt. Daarnaast vergoedt Defensie een deel van de kosten van de schadelast die als gevolg van vliegen, inzet, varen en oefenen (VIVO-schade) kan optreden en die niet ten laste van de verzekering wordt gebracht en voor rekening van Defensie als werkgever komt. Naar huidig inzicht kwalificeert deze betaling van de VIVO-schadevergoeding zich niet als een bijdrage van het moederdepartement aan een RWT.

Defensie heeft geen begrotingsraming voor Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak vallend onder andere ministeries.

7.2 Bijlage verdiepingshoofdstuk

In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2021 kort toegelicht.

Toelichting op de mutaties

  1. Interdepartementale overboekingen

Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 23,4 miljoen voor 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is hieronder toegevoegd.

2.a Bijdrage van J&V voor 0,5 vte KWNL voor Maritime Security 2 62 62 62 62 62
2.b Bijdrage van BZK versterking grensbewaking Kustwacht Carib 2 1.000 1.800 3.500
2.c Bijdrage van I&M t.b.v. SAR contract Kustwacht Nederland 2 5.950 11.900 11.900 11.900 11.900
2.d Bijdrage van J&V t.b.v. SAR contract Kustwacht Nederland 2 2.450 4.900 4.900 4.900 4.900
2.e Bijdrage aan ct infobox 5 ‒ 77
2.f Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 5 1000 3.427 4.136 1.128 586
2.g Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 5 6.021 10.234 10.199 9.567 9.208
2.h Bijdrage aan BZK t.b.v. verrekening SSO-CN 5 ‒ 32 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16
2.i Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 8 305 320 240 94
2.j Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 8 537 923 946 1.365 1.603
2.k Bijdrage aan I&W voor programma Luchtruimherziening 9 ‒ 1.000
2.l Bijdrage aan BZ voor Atlantische Commissie 2021 ‒ 2024 9 ‒ 237 ‒ 237 ‒ 237 ‒ 237
2.m Bijdrage aan BZ voor detachering beleidscoördinerend medewerker I&V 10 ‒ 112
2.n Bijdrage MIVD aan ct infobox 10 ‒ 124
2.o Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 10 58 61 45 18
2,p Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 10 102 175 179 258 303
2.q Bijdrage aan EZK voor het Behavioural Insights Netwerk Nederland 10 ‒ 23
2.r Bijdrage aan BZK voor transitie Digi Inkoop 10 ‒ 310
2.s Bijdrage aan BZK voor HRM in het inkoopdomein 10 ‒ 247
2.t Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 13 159
2.u Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 13 318
2.v Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 13 4.243 4.374 1.280 77 30
2.w Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 13 172 295 303 437 513
2.x Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement 13 ‒ 845 ‒ 959 ‒ 1.677 ‒ 1.747 ‒ 1.747
2.y Bijdrage aan EZK voor project I Botics Avatar Xprize 13 ‒ 219
2.z Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten 13 ‒ 630
Totaal 1.705 23.405 34.156 29.989 28.216 29.201
  1. Overige mutaties

    De financiële instrumenten, zoals gereedstelling, personele en materiële uitgaven zijn bijgesteld. Dit o.a. naar aanleiding van het herschikken van activiteiten tussen de defensieonderdelen met de daarbij behorende financiële middelen.

Stand ontwerpbegroting 2021 207.375 207.376 192.375 192.376 192.376 192.376
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 27.336 ‒ 16.950 217 2.385 3.348 3.588
Stand 1e suppletoire begroting 2021 234.711 190.426 192.592 194.761 195.724 195.964
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2022 234.711 190.426 192.592 194.761 195.724 195.964
Stand ontwerpbegroting 2021 794.314 814.237 824.907 826.496 823.670 826.561
Mutatie Nota van Wijziging 2021 3.000 2.800 3.700 4.100 6.700 6.700
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 37.511 9.827 9.954 9.975 9.932 10.019
Stand 1e suppletoire begroting 2021 834.825 826.864 838.561 840.571 840.302 843.280
Nieuwe mutaties
Bijdrage van I&M t.b.v. SAR contract Kustwacht Nederland 5.950 11.900 11.900 11.900 11.900
Bijdrage van J&V t.b.v. SAR contract Kustwacht Nederland 2.450 4.900 4.900 4.900 4.900
Inrichting van de taskforce NLDA ‒ 239 ‒ 385 ‒ 385 ‒ 385 ‒ 385 ‒ 385
Uitbreiding mijnenbestrijdingscapaciteit 46 61 61 15
Verlengen projectfuncties binnen verandermanagement en innovatie 64 84 84 22
Versterking Force Health Protection (FHP) en Chemical, Biological, Radiological and Nuclear (CBRN) Health Threats 114 114 114
Defensity College 839 839 839 839 839
Compensatie pensioenpremie en loonbijstelling Koninklijke Marine 5.400
Verlenging plaatsing reservist 36 36
Tijdelijke functie bij het bureau investeringen van Koninklijke Marine 50 84 84 36
Kwaliteit in beeld 162 162
Bijdrage van BZK versterking grensbewaking Kustwacht Carib 1.000 1.800 3.500
Doorlichting materieellogistieke keten 1.840 2.040
Herschikking budget t.b.v. tijdelijke projectfunctie 38
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken ‒ 164
Bijdrage van J&V voor 0,5 vte KWNL voor maritime security 62 62 62 62 62
Conversie kustwachten ‒ 1.310 ‒ 1.310 ‒ 1.310 ‒ 1.310 ‒ 1.310
Toedelen taakstelling binnen de Koninklijke Marine 6.820 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000
Stand ontwerpbegroting 2022 846.876 844.737 865.798 867.264 863.422 866.400
Stand ontwerpbegroting 2021 1.383.777 1.426.281 1.434.520 1.434.481 1.436.548 1.435.639
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 12.912 10.939 10.957 11.114 11.507 11.472
Stand 1e suppletoire begroting 2021 1.396.689 1.437.220 1.445.477 1.445.595 1.448.055 1.447.111
Nieuwe mutaties
Doorlichting materieellogistieke keten 1.280 1.140
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken ‒ 205 ‒ 459
Versterking Force Health Protection (FHP) en Chemical, Biological, Radiological and Nuclear (CBRN) Health Threats 107 107 107 107 107
Defensity College 991 991 991 991 991
Compensatie pensioenpremie en loonbijstelling Koninklijke Landmacht 5.900
Kwaliteit in beeld 0 252 252
Landmachtbudget beschikbaar gesteld aan het DOSCO ten behoeve van kleine infra-aanpassingen ‒ 5.200 ‒ 150
Bijdrage Landmacht voor IT koppeling Mulan t.b.v. schietbaan Harderwijk ‒ 64 ‒ 3 ‒ 3 ‒ 3 ‒ 3
Stand ontwerpbegroting 2022 1.397.120 1.439.238 1.447.964 1.446.690 1.449.150 1.448.209
Stand ontwerpbegroting 2021 664.284 673.111 669.212 662.806 662.821 662.525
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 14.671 6.922 6.747 6.397 6.386 6.371
Stand 1e suppletoire begroting 2021 678.955 680.033 675.959 669.203 669.207 668.896
Nieuwe mutaties
Doorlichting materieellogistieke keten 2.080 1.980
Inrichting van de Taskforce Nederlandse Defensie Academie (NLDA) ‒ 238 ‒ 383 ‒ 383 ‒ 383 ‒ 383 ‒ 383
Versterking Force Health Protection (FHP) en Chemical, Biological, Radiological and Nuclear (CBRN) Health Threats 114 114 114 114 114
Kwaliteit in beeld 126 126 0 0 0
Defensity College 732 732 732 732 732
Afbouw personeel F-16 ten behoeve van bijstelling budgettair kader F-35 ‒ 28.271 ‒ 28.271
Compensatie pensioenpremie en loonbijstelling Koninklijke Luchtmacht 2.900
Het huren van vastgoed voor het in buitenland geplaatst personeel ‒ 2.225 ‒ 2.225 ‒ 2.225 ‒ 2.225 ‒ 2.225
Fase inspectie Tucsonvloot 1.000 480
Herschikking budget naar militaire uitrusting ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken 158
Herschikking materiële exploitatie Luchtmacht naar instandhouding ‒ 306
Herschikking materiële exploitatie t.b.v. vastlegging NLR-contracten 1.000
Stand ontwerpbegroting 2022 683.469 680.941 676.287 667.425 639.158 638.847
Stand ontwerpbegroting 2021 463.056 463.769 466.023 467.021 466.315 466.716
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 50.171 12.059 12.197 12.195 12.307 12.403
Stand 1e suppletoire begroting 2021 513.227 475.828 478.220 479.216 478.622 479.119
Nieuwe mutaties
Doorlichting materieellogistieke keten 320 300
IT-Problematiek Kmar (exploitatie) 700 700 700 700 700
Versterking Force Health Protection (FHP) en Chemical, Biological, Radiological and Nuclear (CBRN) Health Threats 0 0 114 114 114
Het Instellen van een Ontvangstenbureau n.a.v. rapport ontvangsten 83 83 83 83 83
Kwaliteit In Beeld 54 54
Defensity College 488 488 488 488 488
Compensatie pensioenpremie en loonbijstelling Koninklijke Marechaussee 2.500
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding ‒ 1.175
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken ‒ 212
Bijdrage aan ct infobox ‒ 77
Bijdrage aan BZK t.b.v. verrekening SSO-CN ‒ 32 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16
Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 1.000 9.448 14.370 10.199 10.695 9.794
Stand ontwerpbegroting 2022 515.231 486.905 494.199 490.784 490.686 490.282
Stand ontwerpbegroting 2021 597.449 600.836 600.182 603.822 607.242 592.327
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 ‒ 5.276 1.990 2.155 2.163 2.205 1.805
Stand 1e suppletoire begroting 2021 592.173 602.826 602.337 605.985 609.447 594.132
Nieuwe mutaties
Herschikking gereedstelling DMO naar instandhouding materieel Defensiematerieelbegrotingsfonds ‒ 3.115 ‒ 2.655 ‒ 2.655
Bijstellen van de Instandhoudingsbudgetten + Vrijgave budget brandstof van het DMO ‒ 7.000
IT-problematiek KMar (exploitatie) 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500
Doorlichting materieellogistieke keten 320 360
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken 137 58 ‒ 48 ‒ 48 ‒ 48 ‒ 48
Herschikking formatiebudget voor instandhouding ict 100 275 175 175 175 0
Herschikking materieel naar instandhouding infra ‒ 667 ‒ 667 ‒ 667 ‒ 667 ‒ 667
Herschikken van inhuurbudget van DMO ‒ 2.371
Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten 500
Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding ‒ 80 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300
Kwaliteit In Beeld 81 81
Stand ontwerpbegroting 2022 583.459 607.093 606.438 606.530 610.452 594.962
Stand ontwerpbegroting 2021 1.150.195 1.157.559 1.139.040 1.138.665 1.138.448 1.139.756
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 22.853 13.641 13.098 12.906 12.391 12.275
Stand 1e suppletoire begroting 2021 1.173.048 1.171.200 1.152.138 1.151.571 1.150.839 1.152.031
Nieuwe mutaties
Herschikking budget van instandhouding vastgoed naar het Nationaal Fonds Ereschuld ‒ 16.600
Bewaken en beveiligen 10.000 10.000
Budget t.b.v. veteranen 30.000 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000
Doorlichting materieellogistieke keten 160 180
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken 1.750 777 318 318 318 318
Inrichting van de Taskforce Nederlandse Defensie Academie (NLDA) 477 768 768 768 768 768
Implementatie Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) ‒ 400 ‒ 397 ‒ 397 ‒ 397 ‒ 397
Omgevingswet 307 307 307 307 307
Kwaliteit In Beeld 180 180
Defensity College 2.150 2.150 2.150 2.150 2.150
Herschikking prijsbijstelling naar Defensiematerieelbegrotingsfonds ‒ 249 ‒ 243 ‒ 244 ‒ 244 ‒ 245
Herschikken budgetten naar aanleiding van Maatregelen Nota 2019 MIVD 37 82 82 82 82
Herschikking t.b.v. loods haventerrein Eemshaven ‒ 403
Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 842 1.243 946 1.605 1.697
Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto 17 17 17 17 17
Instandhouding IT-project Elektronisch Patiëntendossier voor DOSCO ‒ 211 ‒ 271 ‒ 271 ‒ 271 ‒ 271
Stand ontwerpbegroting 2022 1.188.272 1.205.578 1.186.472 1.175.247 1.175.174 1.176.457
Stand ontwerpbegroting 2021 162.600 165.379 166.325 167.648 160.701 160.800
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 25.177 30.932 11.786 12.812 12.677 12.677
Stand 1e suppletoire begroting 2021 187.777 196.311 178.111 180.460 173.378 173.477
Nieuwe mutaties
Middelen exploitatie ten behoeve van stikstofmaatregelen 2.000 2.000
Verkregen COVID-19 middelen voor het tijdelijk overnemen van personeel uit de markt middels een inleenloket overnemen 7.000 7.000
Externe inhuur inzake uitwerking pensioenakkoord en bezoldigingsstelsel 2.300 1.900 1.300 1.200 1.200
Formele internationale afspraken NAVO 4.800 4.800 4.800 4.800 4.800
Bijdrage aan BZ voor atlantische commissie 2021 ‒ 2024 ‒ 237 ‒ 237 ‒ 237 ‒ 237
Herschikking van de verkregen eindejaarsmarge t.b.v. de Invictus Games 500
Uitdeling budget t.b.v. taskforce personeel externe werving 2.000
Lagere bijdrage aan de NAVO ‒ 4.800
Stand ontwerpbegroting 2022 192.240 212.174 186.574 186.323 179.378 179.477
Stand ontwerpbegroting 2021 1.627.606 1.613.832 1.581.773 1.554.479 1.509.317 1.539.834
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 ‒ 26.855 ‒ 27.471 4.223 25.969 6.380 1.980
Stand 1e suppletoire begroting 2021 1.600.751 1.586.361 1.585.996 1.580.448 1.515.697 1.541.814
Nieuwe mutaties
Aflossing en rente lening 2018 aan het ABP 25.873
Vrijgave budget naar aanleiding van aflossing lening ABP 2018 ‒ 25.873
Beeindiging financieringsconstructie ABP ‒ 26.000 ‒ 49.000 ‒ 59.000 ‒ 27.000 ‒ 43.000
Bijdrage aan BZK voor HRM in het inkoopdomein ‒ 247
Bijdrage aan BZK voor transitie Digi Inkoop ‒ 310
IT-Problematiek Kmar (exploitatie) ‒ 6.700 ‒ 6.700 ‒ 6.700 ‒ 6.700 ‒ 6.700
Formele Internationale afspraken NAVO ‒ 4.800 ‒ 4.800 ‒ 4.800 ‒ 4.800 ‒ 4.800
Middelen exploitatie ten behoeve van stikstofmaatregelen ‒ 2.000 ‒ 2.000
Beleidsaanpassingen in voorbereiding ‒ 17.500
Externe inhuur inzake uitwerking pensioenakkoord en bezoldigingsstelsel ‒ 2.300 ‒ 1.900 ‒ 1.300 ‒ 1.200 ‒ 1.200
Programma Kwaliteit In Beeld ‒ 855 ‒ 855
Reservering middelen voor implementatie HR-Model ‒ 5.000 ‒ 15.000 ‒ 13.500 ‒ 15.000 ‒ 11.500
Uitdeling middelen ten behoeve van Omgevingswet ‒ 1.781 ‒ 698 872 ‒ 1.778 ‒ 1.778
Vte'en reductie vastgoed 1.000 1.000 900 900 900
Uitbreiding programma Defensity College ‒ 5.200 ‒ 5.200 ‒ 5.200 ‒ 5.200 ‒ 5.200
Hard Ballistic Plating t.v.b. I-701 schietbeleid ‒ 750 ‒ 650 ‒ 750 ‒ 750 ‒ 750
Bijdrage aan BZ voor detachering beleidscoördinerend medewerker I&V ‒ 112
Herschikken Budgetten naar aanleiding van maatregelen Nota 2019 MIVD 174 380 380 380 380
Vrijval als gevolg van lagere instroom Regeling Gewezen Militairen en vrijval als  gevolg van de Regeling Vervroegd Uittreden in het pensioenakkoord ‒ 16.100
Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid 160 236 179 303 321
Inzet RVU heffing & SBK voor uitvoeringsproblematiek ‒ 17.700
Herschikking van de verkregen eindejaarsmarge t.b.v. de Invictus Games ‒ 500
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken ‒ 2.521 ‒ 376 ‒ 270 ‒ 270 ‒ 270 ‒ 270
Bijdrage aan EZK voor het Behavioural Insights Netwerk Nederland ‒ 23
Bijdrage aan ct infobox ‒ 124
BPB Saldo ‒ 3.150 ‒ 950 ‒ 9.250
Stand ontwerpbegroting 2022 1.563.114 1.511.283 1.500.539 1.491.259 1.453.632 1.458.967
Stand ontwerpbegroting 2021 15.068 15.068 15.068 15.068 15.068 15.068
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 1.697 197 197 197 197 197
Stand 1e suppletoire begroting 2021 16.765 15.265 15.265 15.265 15.265 15.265
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2022 16.765 15.265 15.265 15.265 15.265 15.265
Stand ontwerpbegroting 2021 51.629 65.500 62.930 65.221 101.948 69.379
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 128.710 119.830 81.135 59.928 64.448 83.649
Stand 1e suppletoire begroting 2021 180.339 185.330 144.065 125.149 166.396 153.028
Nieuwe mutaties
Beeindiging Financieringsconstructie ABP 26.000 49.000 59.000 27.000 43.000
Versterking Force Health Protection (FHP) en Chemical, Biological, Radiological and Nuclear (CBRN) Health Threats ‒ 221 ‒ 221 ‒ 449 ‒ 449 ‒ 449
Verkregen COVID-19 middelen voor het tijdelijk overnemen van personeel uit de markt middels een inleenloket overnemen ‒ 7.000 ‒ 7.000
Hard Ballistic Plating T.B.V. I-701 Schietbeleid ‒ 100
Uitdeling middelen ten behoeve van Omgevingswet 634 ‒ 449 ‒ 2.019 631 631
Vte'en reductie vastgoed ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 900 ‒ 900 ‒ 900
BPB Saldo 3.150 950 9.250
Beleidsaanpassingen in voorbereiding 17.500
Inzet RVU heffing + SBK voor uitvoeringsproblematiek ‒ 13.000
Uitdeling budget t.b.v. taskforce personeel externe werving 17.700
Plan van aanpak veiligheid ‒ 2.000
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 10.000 20.000
Vrijval als gevolg van lagere instroom Regeling Gewezen Militairen en vrijval als gevolg van de Regeling Vervroegd Uittreden in het Pensioenakkoord 20.900
Compensatie pensioenpremie en loonbijstelling ‒ 16.700
Versterken inlichtingen en veiligheidsdiensten (MIVD) 15.000 15.000 15.000 15.000 15.000
Stand ontwerpbegroting 2022 180.239 249.393 226.295 195.781 208.628 219.560
Stand ontwerpbegroting 2021 4.511.343 4.854.498 4.643.817 4.697.356 4.286.367 4.275.817
Mutatie 1e suppletoire begroting 2021 151.574 66.553 46.046 85.579 76.111 76.571
Stand 1e suppletoire begroting 2021 4.662.917 4.921.051 4.689.863 4.782.935 4.362.478 4.352.388
Nieuwe mutaties
Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35 28.271 28.271
Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten ‒ 630
Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement ‒ 845 ‒ 959 ‒ 1.677 ‒ 1.747 ‒ 1.747
Bijdrage Landmacht voor IT koppeling Mulan t.b.v. schietbaan Harderwijk 64 3 3 3 3
Bijdrage Landmacht voor IT project kennis, innovatie en experimenten 200 150
Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 318
Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL 159
Bijstellen valuta berekeningsmethode 2.743 1.602 1.174 ‒ 1.548 ‒ 2.161 ‒ 1.150
Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026
Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten 20.000
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000 60.000
IT-problematiek KMar (exploitatie) 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500
Reservering HR-model 5.000 15.000 13.500 15.000 11.500
Omgevingswet 840 840 840 840 840
Bewaken en beveiligen ‒ 10.000 ‒ 10.000
Doorlichting materieellogistieke keten ‒ 6.000 ‒ 6.000
Hard Ballistic Plating T.B.V. I-701 Schietbeleid 750 750 750 750 750
Plan van aanpak veiligheid ‒ 10.000 ‒ 20.000
Conversie kustwachten 1.310 1.310 1.310 1.310 1.310
Extrapolatie 2035/2036
Fase inspectie Tucsonvloot ‒ 1.000 ‒ 480
Grenzen en veilgheid 2e/3e orde effecten 4.243 4.546 1.575 303 514 543
Herschikken budget voor IT problematiek KMar ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000
Herschikken budgetten n.a.v. maatregelen nota 2019 MIVD ‒ 211 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462 ‒ 462
Herschikken van inhuurbudget van DMO 2.371
Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten ‒ 500
Herschikking budget naar militaire uitrusting 16 16 16 16 16
Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed 16.600
Herschikking budget t.b.v. tijdelijke projectfunctie ‒ 38
Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17 ‒ 17
Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten ‒ 100 ‒ 275 ‒ 175 ‒ 175 ‒ 175 0
Herschikking gereedstelling DMO naar instandhouding materieel DMF 3.115 2.655 2.655
Herschikking materieel naar instandhouding infra 667 667 667 667 667
Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding 80 300 300 300 300 300
Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding 1.175
Herschikking materiële exploitatie Luchtmacht naar instandhouding 306
Herschikking materiële exploitatie t.b.v. vastlegging NLR-contracten ‒ 1.000
Herschikking ontvangsten tussen defensie en DMF ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160 ‒ 17.160
Herschikking prijsbijstelling naar DMf 249 243 244 244 245
Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken 1.057
Herschikking t.b.v. loods haventerrein Eemshaven 403
Het huren van vastgoed voor het in buitenland geplaatst personeel 2.225 2.225 2.225 2.225 2.225
Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel Marine 5.000
Implementatie Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Capaciteit 400 397 397 397 397
Instandhouding IT-project Elektronisch Patiëntendossier voor DOSCO 211 271 271 271 271
Kasschuif i.v.m. onder- overprogrammering ‒ 200.000 200.000
Landmachtbudget t.b.v. kleine infra-aanpassingen 5.000
Bijdrage aan EZK voor project I Botics Avatar Xprize ‒ 219
Tijdelijke functie bij het bureau investeringen van Koninklijke Marine ‒ 50 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 36
Toedelen taakstelling Marine ‒ 6.820 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000 ‒ 7.000
Uitbreiding mijnenbestrijdingscapaciteit ‒ 46 ‒ 61 ‒ 61 ‒ 15
Verlengen projectfuncties binnen verandermanagement en innovatie ‒ 64 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 22
Verlenging plaatsing reservist ‒ 36 ‒ 36
Stand ontwerpbegroting 2022 4.771.129 4.948.612 4.713.414 4.640.194 4.648.719 4.438.089

7.3 Bijlage moties en toezeggingen

​Motie van de leden Belhaj en Boswijk over tijdens besloten debatten beschikken over vertrouwelijke stukken WGO Jaarverslag en Slotwet 2020, 29-6-2021 35830 X, nr. 9 In behandeling
​Gewijzigde motie van de leden Ceder en Van Wijngaarden over decoraties uit het normale stelsel mogelijk maken voor Dutchbatters (t.v.v. 26122-52) Tweeminutendebat Dutchbat-III, 23-6-2021 26122, nr. 56 In behandeling
​Gewijzigde motie van de leden Ceder en Van Wijngaarden over voorkomen dat uitkeringen aan Dutchbatters in beslag genomen worden (t.v.v. 26122-53) Tweeminutendebat Dutchbat-III, 23-6-2021 26122, nr. 57 In behandeling
​Gewijzigde motie van het lid Kuzu c.s. over een nationaal herdenkingsmonument voor Srebrenica (t.v.v. 26122-54) Tweeminutendebat Dutchbat-III, 23-6-2021 26122, nr. 58 In behandeling
​Motie van het lid Belhaj c.s. over duidelijke kaders voor toekomstige experimenteeromgevingen. Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving, 26-5-2021 32761, nr. 184 In behandeling
​Motie van het lid Belhaj c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de besluitvorming rond het LIMC Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving, 26-5-2021 32761, nr. 186 In behandeling
Motie van het lid Belhaj c.s. over een beleidsvisie voor informatiegestuurd optreden.​ Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving, 26-5-2021 32761, nr. 187 In behandeling
​Motie van het lid van Wijngaarden over het versterken van de positie van juridische experts binnen Defensie Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving, 26-5-2021 32761, nr. 188 In behandeling
​Motie van het lid Belhaj c.s. over aanbeveling 2 van de functionaris gegevensbescherming niet uitvoeren Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving, 26-5-2021 32761, nr. 193 In behandeling
​Motie lid van Dijk: wenst een onafhankelijk onderzoek naar de betrokkenheid van NAVO landen bij de oorlog in Afghanistan Plenair debat art. 100 Afghanistan, 22-4-2021 27925, nr. 772 In behandeling
​Motie van het lid van der Lee c.s. over de opzet voor een onafhankelijk overkoepelend onderzoek tijdig aan de Kamer verstrekken. Plenair debat art. 100 Afghanistan, 22-4-2021 27925, nr. 775 In behandeling
​v Helvert CDA, CU, SP, PVV en PvdA: Roept het kabinet op om de RCR te stoppen en een alternatieve locatie te zoeken voor de SMART-L Radar. Nota Overleg Materieel, 3-2-2021 27830, nr. 332 In behandeling
v Helvert CDA: ​verzoekt de regering, de omstreden verkoop van de handvuurwapens terug te draaien, de verkochte wapens terug te kopen en de (nog te achterhalen) wapens alsnog te vernietigen. Nota Overleg Materieel, 3-2-2021 27830, nr. 334 Uitgevoerd Afgedaan in Kamerbrieven 22054, nr. 335 en 2021D14289 inzake de verkoop van MP5's in de Maltese Wapenhandel
​Motie Karabulut (27 925, nr 760 gewijzigd) verzoekt de regering, de Kamer volgens het aangepaste beleid te informeren over de militaire inzet boven Irak en de gevolgen daarvan en betrokkenheid bij het doelontwikkelingsproces te bewerkstelligen. plenair debat art 100 brief inzake inzet in de strijd tegen ISIS, 17-12-2020 27925, nr. 762 In behandeling
Motie van het lid Belhaj c.s. over een commissie voor advies over recht op een uitkering voor wie een aandoening hebben die niet op de ziektelijst staat Vaststelling begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2021, 8-12-2020 35570 X, nr. 60 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief ontwikkelingen op personeelsgebied, kamerstuk 35570 X nr. 84
Fritsma ​PVV: Verzoekt de regering om een einde te maken aan de praktijk dat middels door Defensie verstrekte leningen de kas van het Turkse leger wordt gespekt. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 36 In behandeling
​vd Bosch VVD: Verzoekt de regering de mogelijkheden in kaart te brengen om een dergelijke dag (voor achttienjarigen) ook in Nederland in te voeren. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 37 In behandeling
​Van den Nieuwenhuizen GL: Verzoekt de regering, een voorstel te doen voor het intensiveren van de informatie die de Kamer ontvangt over lopende missies, bij voorbeeld middels vertrouwelijke briefings aan de vaste commissie defensie. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 38 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Uitvoering van de motie van het lid Nieuwenhuijzen over het intensiveren van de informatie die de Kamer ontvangt over lopende missies, 35570 X, nr. 101
​vd Nieuwenhuizen GL en Belhaj D66: Verzoekt de regering, scenario's op te stellen voor mogelijke routes van specialisatie van defensie binnen haar internationale partnerschappen en deze scenario's voor te leggen aan de Kamer. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 39 In behandeling
​vd Nieuwenhuizen GL, VVD, D66, CDA: Verzoekt de regering, de bij de naamgeving van marineschepen betrokken instanties binnen defensie de uitdrukkelijke wens vanuit de Kamer mee te geven dat tenminste twee van de nieuw te verwerven marineschepen, waaronder fregatten, naar vrouwen met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid worden vernoemd. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 40 In behandeling
​v Helvert CDA en Kerstens PvdA: Verzoekt de regering een externe commissie tbv Chroom 6 in te stellen om deze vraag te onderzoeken en advies ter zake uit te brengen. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 41 Uitgevoerd ​Afgedaan met kamerbrief Beleidsreactie inzake RIVM-onderzoek naar blootstelling aan chroom-6 en
arbeidsomstandigheden op defensielocaties, 35570 X, nr. 92
​Gewijzigde motie van de leden Van Helvert en Stoffer over de exportkansen van de drie aanbieders voor de Nederlandse marinebouw in kaart brengen. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 63 In behandeling
​Belhaj D66: Verzoekt de regering op basis van de defensievisie aan te geven hoe dreigingen het meest effectief en in welk verband ( nationaal, bilateraal niveau, EU- en NAVOverband), het best geadresseerd kunnen worden; en daarbij vervolgens aan te geven op welke dreigingen Nederland het best kan focussen in het kader van de verdere uitwerking van het strategisch kompas van de EU, en de Kamer te informeren over de ontwikkelingen en de Nederlandse inzet voor het aankomend strategisch dialoog. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 47 In behandeling
Kerstens PvdA, SP en GL:​ Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat ten aanzien van de inmiddels herhaaldelijk door de Veteranenombudsman in dezen gedane aanbevelingen bij zijn eerstvolgende Klachtmonitor duidelijke verbeteringen te zien zijn. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 48 In behandeling
​Kerstens PvdA en GL:
Verzoekt de regering te handelen in de geest van bedoelde compensatie regeling nabestaanden Indonesie en bovenstaand vereiste te schrappen dan wel buiten werking te stellen.
Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 49 Uitgevoerd ​Afgedaan met kamerbrief van BZ mede namens MinDef, 26049, nr. 90
Kerstens PvdA, CDA en D66: ​Verzoekt de regering in het eerste kwartaal van 2021 een dergelijk «masterplan» (over personeelsplanning) aan de Kamer te doen toekomen. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 50 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief HR-transitie Defensie van 28 mei 2021, Kamerstuk 35570 X, nr. 91
Kerstens PvdA: ​Verzoekt de regering op zo kort mogelijke termijn te onderzoeken of Defensie voor bedoelde regeling in aanmerking komt en de Kamer zo snel mogelijk te informeren. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 51 Uitgevoerd ​Afgedaan met kamerbrief Ontwikkelingen op personeelsgebied van 16 februari 2021, 35570 X, nr. 84 + Personeelsrapportage 2020 van 19 mei 2021, 35570 X, nr. 90
Voordewind CU, CDA, D66: ​Verzoekt de regering om met de middelen uit de defensiebegroting met prioriteit alles te doen wat nodig is om het personeel te verwerven dat vereist is om de materiële gereedheid significant te verbeteren. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 52 Uitgevoerd ​Afgedaan met kamerbrief Personeelsrapportage 2020 van 19 mei 2021, 35570 X, nr. 90
​Stoffer SGP: Verzoekt de regering, te onderzoeken of Nederland hier (ontwikkeling van MGCS) in een vroeg stadium bij betrokken kan worden. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 53 In behandeling
Stoffer SGP en VVD: ​Verzoekt de regering, de defensievisie aan te vullen met een nader uitgewerkt kader voor de wijze waarop taakspecialisatie kan vormgegeven inclusief de voor- en nadelen daarvan. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 54 In behandeling
Stoffer SGP en CDA: ​Verzoekt de regering, bij evaluatie van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) te betrekken hoe daarin de notie kan worden opgenomen dat mede ten behoeve van investeringen in en instandhouding van materieel gestreefd wordt naar het realiseren van de NAVO-norm. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 55 In behandeling
Belhaj c.s. over de kamer te informeren over de lessen die geleerd kunnen worden over de toekomstige locatiekeuzes van Defensievastgoed Plenaire behandeling voorgenomen verhuizing marinierskazerne in Doorn, 20-2-2020 33358, nr. 22 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Project ‘Herinrichting Kamp Nieuw-Milligen’ (KNM), 27830, nr. 328
Ozturk DENK: ​Verzoekt de regering voldoende middelen in te zetten voor goede begeleiding van militairen en veteranen, die naar aanleiding van hun actieve militaire carrière een PTSS hebben opgelopen. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 56 In behandeling
motie Belhaj c.s. over behoud van het Mariniersmuseum in Rotterdam WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 27 In behandeling
motie Belhaj over de uitkomst van de blootstellingssimulatie evenwichtig laten meewegen in het ontwerp van de SMART-L-radar WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 29 In behandeling
motie van Helvert c.s. over een andere locatie voor de radar zoeken WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 24 In behandeling
Motie Stoffer c.s. over optimaal gebruikmaken van een zelfscheppend Nederlands marinecluster WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 30 In behandeling
Motie van de leden van den Bosch en van Helvert over de interne aanwijzing over extern optreden WGO 30-11-2020 35570 X, nr. 21 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief ontwikkelingen op personeelsgebied, kamerstuk 35570 X nr. 84
Motie van de leden Kerstens en Karabulut over onderzoek naar inkomensverlies door het stoppen van de uitkering gewezen militairen voor de pensioenleeftijd WGO 30-11-2020 35570 X, nr. 25 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief ontwikkelingen op personeelsgebied, kamerstuk 35570 X nr. 84
Van den Nieuwenhuijzen cs Over het al dan niet uitbreiden van de medische staf en het verwerven van voorraden medische goederen. VAO Personeel 30-6-2020 35300, nr. 76 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief ontwikkelingen op personeelsgebied, 35570 X nr. 84
Kerstens en cs: over de aanwending van de onderbesteding van Veteranendag. VAO Personeel 30-6-2021 35300, nr. 79 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief 'Reactie op de motie van het lid Kerstens c.s. over de na Veteranendag resterende gelden bestemmen ten behoeve van veteranen; Kamerstuk 30139 nr. 238
Bosman cs: onafhankelijk onderzoek vervroegd uittreden militairen en RVU-heffing. VAO Personeel 30-6-2022 35300, nr. 80 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief en rapport Commissie Onderzoek Regeling Vervroegde Uittreding Militairen, Kamerstuk 35570 X, nr. 102
Voordewind: verzoekt de regering te wachten met de bouw van de radar tot het ALS-onderzoek er is. AO Vastgoed 11-6-2020 34919, nr. 60 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief Project Militair Radarstation Herwijnen: aanvullende informatie omtrent alternatieve locaties, gezondheid en ICNIRP-2020 richtlijnen, Kamerstuk 31936, nr. 806
Gewijzigde motie van het lid Diks over onderzoeken van incidenten bij militaire inzet in coalitieverband (t.v.v. 35363, nr. 3) Plenair debat transparantie burgerslachtoffers, 19-12-2019 35363, nr. 4 In behandeling
Kerstens over de randvoorwaarden van een nieuw functie- en beloningsgebouw tot stand brengen en zo bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever VAO Personeel, 19-12-2019 35300, nr. 50 In behandeling
​Helvert c.s. over gebruikmaken van rijksbreed beschikbaar gestelde middelen voor klimaatdoelen Plenair debat begroting 2020, 7-11-2019 35300 X, nr. 26 In behandeling
​De Roon over zelfstandig beslissen over aanbesteden van Defensieprojecten Plenair debat begroting 2020, 7-11-2019 35300 X, nr. 19 In behandeling
​Bosman c.s. over bewapening voor de Reaper Plenair debat begroting 2020, 7-11-2019 35300 X, nr. 23 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief over de behoeftestelling MQ-9 Reaper, Kamerstuk 30806, nr. 52
​Belhaj en Voordewind over het beschermingsbeleid voor tolken.
BS 2019022088
Plenair debat begroting 2020, 7-11-2019 35300 X, nr. 32 en 35300 X, nr. 44 In behandeling ​Afgedaan met kamerbrief staatssecretaris J&V inzake Reactie op motie beschermingsbeleid tolken uit Afghanistan, 19637, nr. 2573
​Kerstens over middelen uit RVU-boetes ten goede laten komen aan Defensiemedewerkers Plenair debat begroting 2020, 7-11-2019 35300 X, nr. 35 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Ontwikkelingen op personeelsgebied bij Defensie, 35300 X, nr. 54
​Voordewind c.s. over voormalige Turkse delen van het F-35-programma naar NL halen Plenair debat begroting 2020, 7-11-2019 35300 X, nr. 38 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief Antwoorden op de feitelijke vragen over de eenentwintigste voortgangsrapportage project Verwerving F-35, Kamerstuk 26488, nr. 462
​Stoffer over prioriteit geven aan een zo spoedig mogelijke implementatie van GrIT Plenair debat begroting 2020, 7-11-2019 35300 X, nr. 39 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Aanbieden commercieel-vertrouwelijke definitieve business case GrIT, 35728, nr. 2
Belhaj c.s.: over onderzoek naar burgerslachtoffers in Hawija in verband met de vergoeding (27925, nr. 678) Plenair debat transparantie burgerslachtoffers, 27-11-2019 27925, nr. 678 In behandeling Afgedaan met kamerbrief voortgangsrapportage brede veiligheidsinzet Irak, 27925, nr. 722
Gewijzigde motie van de leden Belhaj en Voordewind over een vrijwillige schadevergoeding voor de nabestaanden (t.v.v. 27925, nr. 668) Plenair debat transparantie burgerslachtoffers, 5-11-2019 27925, nr. 671 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief voortgangsrapportage brede veiligheidsinzet Irak, 27925, nr. 722
Motie Sjoerdsma c.s. over interparlementair netwerk standing committees NO Initiatiefnota Europees Leger, 23-9-2019 35189, nr. 6 In behandeling
​Motie Diks en Kerstens over het monitoren van mogelijke gezondheidsgevolgen voor het Defensiepersoneel VAO militair radarstation Herwijnen, 11-9-2019 31936, nr. 654 In behandeling
​Motie Voordewind c.s. over het in kaart brengen van alternatieve locaties voor het radarstation VAO militair radarstation Herwijnen, 11-9-2019 31936, nr. 655 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Onderzoeken in het kader van de Rijkscoördinatieregeling voor de radar in Herwijnen, 31936, nr. 718
​Motie Kerstens c.s. over ook andere wetenschappelijke instituten betrekken bij het onderzoek naar de gezondheidseffecten van cumulatieve straling VAO militair radarstation Herwijnen, 11-9-2019 31936, nr. 656 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Onderzoeken in het kader van de Rijkscoördinatieregeling voor de radar in Herwijnen, 31936, nr. 718
​Diks: verzoekt de regering, in samenwerking met alle betrokken instanties en de IOM, te komen tot een meer nauwkeurige monitoring van het aantal personenj dat in het Nederlandse Search-and-Rescuegebied wordt gered, zelfstandig de Carabische eilanden bereikt en omkomt dan wel vermist raakt, en de Kamer hierover bij het Jaarverslag van de Kustwacht Caribisch Gebied te informeren. AO Materieelprojecten, 11-9-2019 27830, nr. 286 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Jaarverslag 2020 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied, 35570 X, nr. 89
​Karabulut en Kerstens: verzoekt de regering deze specifieke groep PTSS-patiënten zo spoedig mogelijk in kaart te brengen; verzoekt de regering tevens het gewijzigde PTTS-protocol zo spoedig mogelijk in te voeren, Notaoverleg Veteranenbeleid, 24-06-2019 30139, nr. 217 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Reactie op de gewijzigde motie van de leden Karabulut en Kerstens over spoedig invoeren van het gewijzigde PTSS-protocol, 30139, nr. 219
​Diks en Stoffer: verzoekt de regering, met de ministeries van Defensie, van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een landelijke campagne te ontwikkelen die leidt tot bredere bewustwording en eerdere herkenning in de samenleving van de symptomen en kenmerken van PTSS en hoe hiermee om te gaan, Notaoverleg Veteranenbeleid, 24-06-2019 30139, nr. 216 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Veteranennota 2020 ‒ 2021, 30139, nr. 243
​Kerstens: inzicht in kosten en omvang flexibele schil WGO Jaarverslag, 19-6-2019 35200 X, nr. 10 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief HR-transitie Defensie van 28 mei 2021, 35570 X, nr. 91
​Belhaj: over voortgang implementatie DAP 1325 WGO Jaarverslag, 19-6-2019 35200 X, nr. 11 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Ontwikkelingen op personeelsgebied bij Defensie, 35300 X, nr. 54
Kerstens: verzoekt de regering, ingeval Defensie in het gelijk wordt gesteld (bezwaar tegen RVU boetes) de daarmee gepaard gaande bedragen ten goede te laten komen aan de medewerkers van Defensie, bijvoorbeeld in de vorm van arbeidsvoorwaardenruimte. AO Personeel, 9-4-2019 35000 X, nr. 117 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Ontwikkelingen op personeelsgebied bij Defensie, 35300 X, nr. 54
Belhaj: Verzoekt de regering, en specifiek het ministerie van Defensie, in de afweging tussen chroom-6-houdende verf of gelijkwaardige alternatieven, het financieel-economische aspect de laagste prioriteit te geven binnen budgettaire kaders van Defensie en indien dit een afweging zal zijn hierover expliciet de Kamer te informeren, AO Chroom-6, 9-4-2019 35000 X, nr. 121 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Toezeggingen over chroom-6, 35000 X, nr. 147
Belhaj: verzoekt de regering, en specifiek het Ministerie van Defensie, om zo spoedig mogelijk actief te stoppen met het werken met chroom-6-houdende verf, het vervangingsproces en certificeringsproces te versnellen en chroomvrije verfsystemen te implementeren AO Chroom-6, 9-4-2019 35000 X, nr. 120 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Toezeggingen over chroom-6, 35000 X, nr. 147
Diks: verzoekt de regering, het besluit over de instelling en de opdracht van de commissie vergemakkelijk toekomstige schadeafhandeling bij beroepsziekten op de kortst mogelijke termijn te nemen en deze commissie in staat te stellen om zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk haar werk op een zorgvuldige wijze af te ronden. AO Chroom-6, 9-4-2019 35000 X, nr. 124 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief 25883, nr. 352
Kerstens: verzoekt de regering, voor eens en altijd duidelijk te maken dat het bij het melden van misstanden en calamiteiten onder druk laten ondertekenen van geheimhoudingsverklaringen niet aan de orde is. AO Personeel, 9-4-2019 35000 X, nr. 118 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Ontwikkelingen op personeelsgebied bij Defensie, 35300 X, nr. 54
Belhaj: verzoekt de regering, alle mogelijke maatregelen te treffen om blootstelling aan en gezondheidsschade veroorzaakt door uitstootgassen van burnpits zo veel als mogelijk te voorkomen. AO Personeel, 9-4-2019 35000 X, nr. 113 In behandeling
Belhaj: verzoekt de regering, om de nota Defensie Industrie Strategie en de Innovatiestrategie Defensie aan te vullen met voorstellen die volgen uit het plan van aanpak Defensie Operationele Energiestrategie. NO DIS, 18-2-2019 31125, nr. 98 In behandeling
Bruins Slot: verzoekt de regering, op deze voorgaande punten aan de Kamer duidelijkheid te bieden en een ethisch en juridisch kader te ontwikkelen waarbinnen het onderzoek, de ontwikkeling en de toepassing van human enhancement gaan plaatsvinden, en de Kamer hierover voor de zomer van 2019 te informeren. NO DIS, 18-2-2019 31125, nr. 97 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Reactie op de motie van het lid Bruins Slot c.s. over een ethisch en juridisch kader voor human enhancement, 31125, nr. 105
Bruins Slot: verzoekt het kabinet het ontwerp, de ontwikkeling, bouw, instandhouding en eindregie van onderzeeboten binnen de gouden driehoek te accommoderen. NO DIS, 18-2-2019 31125, nr. 96 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Onderzoeksfase Vervanging Onderzeeboten, 34225, nr. 24
​Bruins Slot c.s. over meer reservisten werven bij de Rijksoverheid NO Reservisten, 11-2-2019 35059, nr. 7 In behandeling
​Bosman c.s. over in gesprek gaan met onderwijsinstellingen over reservistenwerving NO Reservistenbeleid, 11-2-2019 35059, nr. 5 Uitgevoerd ​Afgedaan met kamerbrief Personeelsrapportage midden 2020, 35570 X, nr. 5
​Bosman c.s. over het informeren via de dienstplichtbrief NO Reservistenbeleid, 11-2-2020 35059, nr. 6 Uitgevoerd ​Afgedaan met kamerbrief toezeggingen en moties inzake reservisten, 35059, nr. 9
Belhaj: verzoekt de regering, na één jaar het functioneren van de IVD, het MID en de COID te evalueren, het personeel (burgers en militairen) te betrekken bij deze evaluatie en de onderzoeksopzet van de evaluatie vooraf aan de kamer voor te leggen. AO Veiligheid en integriteit, 7-2-2019 35000 X, nr. 97 In behandeling
Belhaj: verzoekt de regering, bij onderzoeken naar en bij de afhandeling van klachten door het MID, de COID en de Inspectie Veiligheid Defensie, de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen, door personen (niet zijnde de melder zelf en/of getuigen) die een rol hebben gespeeld waarover de melding gaat, niet te betrekken in het onderzoek en/of bij de afhandeling van klachten; verzoekt de regering, bij gevraagde en ongevraagde onderzoeken van de Inspectie Veiligheid Defensie en de COID, de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen door personen die een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van het te onderzoeken beleid niet te betrekken in het doen van onderzoek. AO Veiligheid en integriteit, 7-2-2020 35000 X, nr. 90 Deels uitgevoerd ​Gerapporteerd in Kamerbrief Reactie op de motie van het lid Belhaj over het waarborgen van onafhankelijkheid van onderzoeken door IVD en COID, 35000 X, nr. 106
Stoffer en Verhoeven: verzoekt de regering, een Ruslandstrategie op te stellen en deze in 2019 aan de Kamer voor te leggen. Plenair debat Rusland, 20-12-2018 33694, nr. 37 In behandeling
Verhoeven en Bruins Slot: verzoekt de regering het initiatief te nemen om internationale overeenstemming te bereiken over de praktische toepassing van het bestaande internationale recht op het digitale domein en de Kamer hierover te informeren. Plenair debat Rusland, 20-12-2018 33694, nr. 35 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Internationale rechtsorde in het digitale domein, ​33694, nr. 47
Stoffer: verzoekt de regering, deze samenwerking verder te optimaliseren door meer gebruik te maken van dual-use-innovatie en het waar mogelijk bevorderen van afspraken over reële toegang voor Nederlandse bedrijven tot door Defensie ontwikkelde kennis. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 64 In behandeling
Bruins Slot: verzoekt de regering, de Defensie Cyber Strategie te verbreden met de inzet van cybersoldaten om Nederland te beschermen als cyberaanvallen in de ruimte dreigen de samenleving te ontwrichten, en de Kamer daarover te informeren. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 52 In behandeling
Bruins Slot: verzoekt de regering, te voorzien in draadloos breedbandinternet van goede kwaliteit, thuiswifi, voor alle legering binnen Defensie, daartoe een plan te maken en de Kamer daarover uiterlijk voorjaar 2019 te informeren. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 51 Uitgevoerd Kamerbrief Stand van zaken vastgoed Defensie, 34919, nr. 35
Belhaj: draagt de regering op de Tweede Kamer eerst te informeren over alle financiële implicaties en nut en noodzaak van het voornemen tot de heroverweging van het Marine Etablissement Amsterdam alvorens stappen worden gezet met betrekking tot de heroverweging. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 58 Uitgevoerd Kamerbrief Voortgang bestuurlijk overleg Marineterrein in Amsterdam, 34919, nr. 50
Popken: verzoekt de regering, vanaf volgend jaar in de Defensiebegroting cyber en space duidelijk te specificeren en uit te werken, zodat inzichtelijk wordt welke activiteiten c.q. doelstellingen gesteld worden en welke financiële middelen hiervoor beschikbaar gesteld worden. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 46 Uitgevoerd Wordt jaarlijks meegenomen in de begroting.
Bruins Slot en Stoffer: verzoekt de regering, interdepartementaal in overleg te treden om ruimte te creëren voor maatschappelijke diensttijd bij Defensie. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 53 Uitgevoerd ​Afgedaan met kamerbrief Personeelsrapportage midden 2020, 35570 X, nr. 5
Stoffer en Bruins Slot: verzoekt de regering, de Franse en Duitse regering formeel op de hoogte te brengen van de Nederlandse bezwaren tegen een Europees leger, en actief samenwerking te zoeken met de regeringen van andere EU-lidstaten voor een effectief gezamenlijk tegenwicht. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 63 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 24 januari 2019, over de EU Defensieraad, 21501 28, nr. 185
Kerstens: verzoekt de regering, uiterlijk in de volgende Veteranennota een uitgewerkt plan daartoe te presenteren alsook vertegenwoordigers van het thuisfront bij die uitwerking te betrekken. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 59 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Veteranennota 2018–2019, 30139, nr. 218
Bruins Slot: verzoekt de regering, indien het dit jaar niet tot een arbeidsvoorwaardenakkoord komt, nog voor de jaarwisseling met een aanvullend voorstel te komen, waaruit de waardering voor het Defensiepersoneel concreet blijkt. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 50 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Eenmalige uitkering voor defensiepersoneel, ​35000 X, nr. 72
Diks en belhaj: verzoekt de regering, in aanloop naar de herijking van de Defensievisie in 2020 een inspraaktraject in te zetten om de Kamer, Defensiepersoneel en de samenleving te betrekken bij fundamentele keuzes over de toekomstige inrichting van Defensie. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 47 Uitgevoerd
Afgedaan met kamerbrief Aanvullende antwoorden op vragen gesteld tijdens het plenair debat over de visie op de toekomst van Defensie van 22 januari 2019, 34919, nr. 32
Belhaj: verzoekt de regering om, in de volgende begroting en jaarverslag inzichtelijk te maken wat de financiële middelen zijn van multicultureel netwerk, Vrouw en Defensie, Homoseksualiteit en Krijgsmacht en Jong Defensie. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 56 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Opbrengsten programma Behoud en Werving, 34919, nr. 38
Voordewind: verzoekt de regering, zorg te dragen dat Nederland voor het motoronderhoud van de Nederlandse F-35’s niet afhankelijk wordt van motoronderhoud in Turkije. Begrotingsbehandeling 2019, 21-11-2018 35000 X, nr. 62 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief Antwoorden op de feitelijke vragen over de eenentwintigste voortgangsrapportage project Verwerving F-35, Kamerstuk 26488, nr. 462
Kerstens: over gezamenlijk aanbod op de arbeidsmarkt door Defensie, de brandweer en de politie. WGO Personeel, 12-11-2018 35000 X, nr. 30 Uitgevoerd DCPL en Nationale Politie doen ook gezamenlijke werving voor Defensie en politie.
Karabulut en Kerstens: verzoekt de regering om samen met de vakbonden, en gedragen door het Defensiepersoneel, een goede cao overeen te komen. WGO Personeel, 12-11-2018 35000 X, nr. 28 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Ontwikkelingen op personeelsgebied bij Defensie, 35300 X, nr. 54
Diks: verzoekt de regering, jaarlijks bij het jaarverslag een integraal inzicht te verschaffen in de actieplannen, programma's en trajecten die tot doel hebben de bedrijfsvoering bij de Defensieorganisatie te verbeteren, de onderlinge samenhang toe te lichten en de geboekte resultaten in kaart te brengen. WGO Personeel, 12-11-2018 35000 X, nr. 27 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief Jaarverslag Ministerie van Defensie 2018, 35200 X, nrs. 1,3 en 4
Belhaj: verzoekt de regering, om voor het programma Behoud en Werving duidelijke doelstellingen te formuleren, met een tijdsplanning en de daarbij benodigde financiële middelen en over de voortgang voortaan bij het jaarverslag te rapporteren. WGO Personeel, 12-11-2018 35000 X, nr. 31 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Opbrengsten programma Behoud en Werving, 34919, nr. 38
Diks: verzoekt de regering, te onderzoeken of Fast Track Procurement als standaardoptie kan worden overwogen voor het versnellen van het verwerven van uitrusting voor militairen die op korte termijn op missie of oefening gaan, zodat deze spoedverwervingen, als het niet anders kan, buiten de regulier van toepassing zijnde administratieve regels maar binnen de wettelijke kaders kunnen plaatsvinden, en de Kamer hierover te informeren. WGO Materieel, 5-11-2018 27830, nr. 273 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief Defensie Projectenoverzicht 2019, ​27830, nr. 292
Belhaj; verzoekt de regering om over de planning en uitvoeringsvoortgang van de centraal te verwerven en te leveren kleding en uitrusting, jaarlijkse naar de Kamer te rapporteren; verzoekt de regering om op hoofdlijnen naar de kamer te rapporteren over de afhandelingen van problemen met kleding en uitrusting gemeld bij het interventieteam. WGO Materieel, 5-11-2018 35000 X, nr. 24 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief Defensie Projectenoverzicht 2019, ​27830, nr. 292
Van Raan en Kerstens: Verzoekt de regering de militaire luchthavens nadrukkelijk aan te sporen zich op te stellen als goede buur. Plenair debat luchthavenbesluit, 5-7-2018 34932, nr. 6 In behandeling
Kerstens: verzoekt het kabinet in het kader van bedoelde zorgvuldigheid in overleg met betrokkenen zoals hiervoor genoemd te bezien op welke wijze tot een gedragen besluit kan worden gekomen en de Kamer hierover te informeren. Plenair debat luchthavenbesluit, 5-7-2018 34932, nr. 9 In behandeling
Helvert: verzoekt de regering de toenadering van Turkije tot Rusland en de aanschaf van het S-400 systeem door Turkije in het kader van de NAVO aan de orde te stellen. VAO NAVO, 5-7-2018 28676, nr. 294 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 3 en 4 oktober 2018 te Brussel, 28676, nr. 303
Diks: verzoekt de regering, bij gemandateerde materieelverwervingsprojecten van defensie met een financiële omvang van meer dan €100 miljoen de A-brieven ter behandeling aan de Kamer voor te leggen en geen onomkeerbare stappen te zetten voorafgaand aan deze behandeling, voor dergelijke projecten of indien geen B-brief wordt verzonden in de A-brief uitgebreid te informeren over de risico's van het project en het al dan niet voorhanden zijn van verwervingsalternatieven. VAO Materieel, 5-7-2018 27830, nr. 254 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Materieelprojectenoverzicht 2018, 27830, nr. 259
Van den Bosch: verzoekt de regering met concrete voorstellen te komen om de in de veteranenwet vastgelegde zorgplicht volledig in de praktijk te brengen en de Kamer hier binnen een jaar over te informeren. NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 187 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Veteranennota 2018–2019, 30139, nr. 218
Van den Bosch: verzoekt de regering, te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de financiering van het Nationaal Fonds Ereschuld ook open te stellen voor derden om additioneel in te investeren, opdat dit een écht nationaal fonds kan worden, en de Kamer hier voor de behandeling van de Defensiebe-groting 2019 over te informeren. NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 188 Uitgevoerd Kamerbrief Reactie op motie van het lid Van den Bosch c.s. over medefinanciering Nationaal Fonds Ereschuld door derden, ​30139, nr. 203
Bruins Slot en Kerstens: verzoekt de regering om, in overleg met betrokken organisaties zoals de samenwerkende veteranenontmoetingscentra, het vfonds, het Veteraneninstituut en betrokken gemeenten te werken aan een passende ondersteuning van de inloophuizen voor komende jaren en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren. NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 189 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Inloophuizen veteranen 30139, nr. 207 en kamerbrief Inloophuizen veteranen 30139, nr. 211
Belhaj: verzoekt de regering, de mogelijkheid te onderzoeken om het dragen van een militair uniform door niet actief dienende veteranen tijdens veteranenevenementen mogelijk te maken en bestaande regelingen daarvoor aan te passen. NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 190 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Draagrecht uniformen veteranen, 30139, nr. 212
Belhaj: verzoekt de regering, spoed te betrachten bij het afhandelen van het aanpassen van het voorzieningenstelsel en maximaal gebruik te maken van de voorlopige voorziening wanneer veteranen in afwachting zijn van een definitieve toekenning. NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 191 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Veteranennota 2018–2019, 30139, nr. 218
Belhaj: verzoekt de regering om, onderzoek naar moral injury te stimuleren en moral injury een vast onderdeel van het curriculum van opleidingen van de Nederlandse Defensie Academie te laten gelden. NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 192 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Veteranennota 2018–2019, 30139, nr. 218
Belhaj: verzoekt de regering, te onderzoeken in welke mate het noodzakelijk is om externe medische adviseurs te betrekken bij het schaderegelingsproces en te onderzoeken of dit op een andere wijze (intern) georganiseerd kan worden, en hierover de Kamer te informeren voor november 2018. NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 193 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Reactie op de motie van het lid Belhaj c.s. over externe medische adviseurs, 30139, nr. 205
Diks: verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om de mogelijkheden in kaart te brengen voor het verbeteren van de aandacht voor veteranen in gemeenten. NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 194 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Inloophuizen veteranen 30139, nr. 211
Kerstens: verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze andere ministeries en de private sector, daaronder in de eerste plaats begrepen de (Nederlandse) defensie-industrie breder kunnen bijdragen aan het veteranenbeleid en de Kamer hierover te informeren NO Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 200 Uitgevoerd Kamerbrief Reactie op motie van het lid Van den Bosch c.s. over medefinanciering Nationaal Fonds Ereschuld door derden, ​30139, nr. 203
Van Dijk: verzoekt de regering de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer betreffende de administratie van de munitieopslag over te nemen, en onderzoek te doen of dit probleem ook speelt bij de administratie van de voorraad van explosieven. WGO Jaarverslag, 20-6-2018 34950 X, nr. 9 In behandeling
Bruins Slot: verzoekt de regering, de ondertekening van het contract met de te selecteren leverancier voor GrIT te laten voorafgaan door een nieuw BIT-advies, waarbij ook ingegaan wordt op de implementatie van eerdere aanbevelingen door het BIT; verzoekt de regering tevens, de Kamer over dit uitgebrachte BIT-advies te informeren, tijdig voorafgaand aan de contractondertekening. VAO IT, 19-6-2018 31125, nr. 88 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Derde BIT-advies programma ‘Grensverleggende IT’ (GrIT), 31125, nr. 104
Bruins Slot: verzoekt de regering, de Kamer tijdig te informeren als het programma GrIT duurder wordt dan de initiële reservering dan wel dat de functiona-liteit wordt verminderd of het niveau van IT-dienstverlening naar beneden wordt gesteld, omdat het maximum van de reservering bereikt is. VAO IT, 19-6-2018 31125, nr. 87 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Aanbieden commercieel-vertrouwelijke definitieve business case GrIT, 35728, nr. 2
Motie Stoffer: constaterende dat tijdens de NAVO-top in Wales in 2014 is afgesproken dat het Nederlandse Defensiebudget wordt verhoogd richting 2% van het bbp in 2024; overwegende dat de Defensienota hoofdzakelijk ingaat op de versterking van de krijgsmacht tijdens deze kabinetsperiode, maar onduidelijk is over de periode 2020–2024; verzoekt de regering, conform de NAVO-norm en in lijn met de aange-nomen motie-Dijkgraaf over langjarige financieringssystematiek (34 775 X, nr. 57), prioriteit te geven aan een spoedige uitwerking van een perspectief op Defensie na 2020. NO Defensienota, 28-5-2018 34919, nr. 17 Uitgevoerd Afgedaan tijdens begrotingsbehandeling Defensie 2019, 21 november 2018
Motie bruins Slot: overwegende dat de inzet van drones vaker plaatsvindt en steeds eenvoudiger wordt voor niet-statelijke actoren; overwegende dat Defensie nog niet over voldoende counterdrones-middelen beschikt; verzoekt de Minister, in te zetten op het ontwikkelen van counterdrones-capaciteiten en de Kamer hierover te informeren. NO Defensienota, 28-5-2018 34919, nr. 14 Uitgevoerd Aanhangsel Handelingen 2018/19, nr. 2248
Motie Diks: overwegende dat gelet op de destabilisering van Venezuela en de daarmee gepaard gaande politieke onvoorspelbaarheid in dat land een robuuste verdediging van de Caribische eilanden noodzakelijk is, en een verder geïntegreerde verdediging met andere westerse mogendheden bovendien kosten kan besparen; verzoekt de regering, te bezien of en hoe een verregaande vorm van geïntegreerde en gezamenlijk verdediging van het Caribisch gebied met andere westerse mogendheden mogelijk en wenselijk is, en daarbij tevens de mogelijkheid van wederzijdse verdediging te onderzoeken. NO Defensienota, 28-5-2018 34919, nr. 13 Uitgevoerd Afgedaan in kamerbrief Stand van zaken van de bilaterale defensiesamenwerking met de strategische partners van Defensie, 33279, nr. 29
Motie Diks: constaterende dat in de Defensienota een bedrag van 20 miljoen euro structureel voor cyberdefensie wordt vrijgemaakt en hiermee gedurende deze kabinetsperiode slechts één cyberoperatie kan worden uitgevoerd; verzoekt de regering bij de nog uit te werken cyberstrategie expliciet te onderzoeken of de beschikbare capaciteit van het Defensie Cyber Commando voldoende is om cyberdreigingen het hoofd te kunnen bieden, en tevens te onderzoeken of en hoe cyber offensief – indien opportuun en proportioneel – ingezet zou kunnen worden in het kader van het verdedigen van de internationale rechtsorde. NO Defensienota, 28-5-2018 34919, nr. 11 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Defensie Cyber Strategie, 33321, nr. 9
Motie Belhaj en Voordewind: verzoekt de regering, wetgeving voor te bereiden voor het instellen van een Defensie Materieel begrotingsfonds. NO Defensienota, 28-5-2018 34919, nr. 19 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Hoofdlijnen Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF), 27830, nr. 281
Diks: verzoekt de regering, tijdelijke ontheffingen vanwege operationele noodzaak voortaan altijd te laten vergezellen door een formeel vastgelegde schriftelijke verslaglegging van de uitgevoerde veiligheidschecks waaruit blijkt dat de munitie gedurende deze periode veilig kan worden gebruikt, en na het verstrijken van de tijdelijke ontheffing de typeclassificatie alsnog zo spoedig mogelijk uit te voeren. AO Veiligheid en integriteit, 16-5-2018 34775 X, nr. 116 Uitgevoerd Afgedaan in Kamerbrief beantwoording kamerrvagen van het lid Karabulut (SP) over ongelukken met de SM-2 raket op Duitse en Amerikaanse oorlogsbodems, Kamerstuk 2018D41904 en met verslag Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020, 35300 X, nr. 47
Belhaj: verzoekt de regering, te allen tijde de Kamer actief te informeren, mocht de taak die opgenomen is in een instellingsbesluit voor het oprichten van een (tijdelijke) commissie onverhoopt geheel of gedeeltelijk wijzigen. AO Veiligheid en integriteit, 16-5-2018 34775 X, nr. 110 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerbrief Lijst van vragen en antwoorden over de Jaarrapportage 2019 Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid, 34919, nr. 41
Motie Karabulut en Ploumen verzoekt de regering, het tijdelijke externe meldpunt open te houden tot de behandeling van de definitieve aanbevelingen van de commissie-Giebels door de Tweede Kamer. AO Veiligheid en integriteit, 16-5-2018 34775 X, nr. 117 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Eindrapport commissie Giebels en openhouden extern meldpunt, 34775 X, nr. 130
Van Dijk: verzoekt de regering, alle mogelijke middelen in te zetten om het beantwoorden van de schuldvraag mogelijk te maken en daaraan consequenties te verbinden. AO Veiligheid en integriteit, 16-5-2018 34775 X, nr. 112 In behandeling
Bruins Slot: verzoekt de regering, een onafhankelijke visitatiecommissie in te stellen ten behoeve van de uitvoering van het plan van aanpak integrale veiligheid en integriteit bij Defensie, die jaarlijks over de stand van zaken van het verbetertraject rapporteert aan de bewindslieden van Defensie en de Kamer, en halfjaarlijks aan de Kamer te rapporteren over de voortgang van de uitvoering van het plan van aanpak en de aanbevelingen van deze visitatiecommissie AO Veiligheid en integriteit, 16-5-2018 34775 X, nr. 113 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Nadere informatie over maatregelen plan van aanpak ‘Een veilige defensieorganisatie’, 34919, nr. 24
Belhaj: verzoekt de regering, na het voltooien van het strafrechtelijk onderzoek door het OM, onderzoek te doen naar de mogelijkheid om tot (aanvullende) interne disciplinaire maatregelen over te gaan indien er op enig moment sprake is geweest van nalatig en/of verwijtbaar handelen. AO Veiligheid en integriteit, 16-5-2018 34775 X, nr. 109 In behandeling
Diks: verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat slachtoffers van misbruik binnen defensieorganisatie op geen enkele wijze worden beperkt in hun communicatie met externen over de misbruikzaak, anders dan ter voorkoming van onderlinge beïnvloeding hangende het onderzoek. AO Veiligheid en integriteit, 16-5-2018 34775 X, nr. 115 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Ontwikkelingen op personeelsgebied bij Defensie, 35300 X, nr. 54
Sjoerdsma over: verzoekt de regering, zonder militairen in gevaar te brengen, gedetailleerder te rapporteren over militaire wapeninzet. VAO ISIS, 21-12-2017 27925, nr. 625 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Voortgangsrapportage Nederlandse bijdrage in de strijd tegen ISIS, 27925, nr. 629
Van Ojik: overwegende dat klimaatverandering in Mali een bedreiging is voor de voedselproductie en watervoorziening, en daarmee een bron voor conflict; overwegende dat Nederland bij de aanpak van conflicten een integrale aanpak voorstaat waar defensie, diplomatie en ontwikkeling hand in hand gaan; verzoekt de regering om, samen met internationale en Malinese partners te bezien hoe meer kan worden gedaan om klimaatverandering als bron van conflict in Mali tot staan te brengen, VAO Vredesmissies, 12-12-2017 29521, nr. 357 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Nederlandse bijdrage aan MINUSMA in 2019 en veiligheidsinzet in de Sahel 2019 tot en met 2021 (artikel 100) 29521, nr. 368
Belhaj: verzoekt de regering om, de diversiteit en het diversiteitsbewustzijn in alle geledingen van Defensie te versterken door in te zetten op een inclusieve cultuur wat resulteert in zowel instroom als behoud van medewerkers uit groepen die tot nu toe ondervertegenwoordigd zijn; en hierbij specifiek te kijken naar de regelgeving en (bedrijfsvoerings-)voorschriften die belemmeringen zouden kunnen opwerpen voor de hier voor genoemde groepen en dit te betrekken bij de beleidsnota Diversiteit en Inclusiviteit VAO Personeel, 12-12-2017 34775 X, nr. 63 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Diversiteit en inclusiviteit bij Defensie, 35000 X, nr. 12
Dijkgraaf: verzoekt de regering, zo mogelijk in de komende Defensienota, te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om tot een langjarige financieringssystematiek te komen. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 57 Uitgevoerd ​Begrotingsbehandeling 21 november 2018, 35000 X
Voordewind: verzoekt de regering, de tweedaagse geestelijkeverzorgingsconferentie ook tot vast onderdeel te maken van de opleiding van de landmachtcadetten en de deelname van militairen aan de geestelijkeverzorgingsconferenties voorafgaande aan uitzendingen te stimuleren. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 51 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Personeelsrapportage Defensie over 2017, 34775 X, nr. 102
Bruins Slot: verzoekt de regering het onderzoek naar het delegeren van personeelsbesluiten te benutten om commandanten meer bevoegdheden en bijbehorende middelen op personeelsgebied te geven en daartoe met concrete maatregelen te komen. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 38 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Rapportage adaptieve krijgsmacht, ​33763, nr. 146
Bruins Slot: verzoekt de regering, de effecten van het AOW-pensioengat inzichtelijk te maken, integraal af te wegen en nader te bezien bij de Defensienota. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 39 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Defensienota 2018 - investeren in onze mensen, slagkracht en zichtbaarheid, 34919, nr. 1
Bruins Slot: verzoekt de regering, te investeren in cyber als volwaardig vijfde militaire domein en daarbij ook in te zetten op een grotere rol van Defensie in het kader van de derde hoofdtaak, om zo samen met civiele veiligheids-partners op te kunnen treden tegen digitale bedreigingen en aanvallen. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 40 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Defensie Cyber Strategie, 33321, nr. 9
Belhaj: verzoekt de regering, de Kamer over het groeipad voor uitgaven aan research and development en innovatie te informeren bij het aanbieden van de Defensienota en bij de volgende aanvullende nota van wijziging of de suppletoire begroting (die de verdere verdeling van de extra middelen van Rutte III realiseert) inzichtelijk te maken. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 45 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief 35000 X, nrs. 2 en 18
Belhaj: verzoekt de regering om, de mogelijkheden te onderzoeken om de huidige maximalisering van leeftijd bij de aanbieding van betrekkingen te verruimen en daarmee bij te dragen aan de adaptieve krijgsmacht. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 46 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Rapportage adaptieve krijgsmacht, ​33763, nr. 146
Ploumen en Voordewind: verzoekt de regering, jaarlijks een thuisfrontcheck uit te voeren waarbij wordt gekeken naar de uitkomsten en leerpunten om de bestaande dienstverlening te laten aansluiten op deze uitkomsten zodat tegemoetgekomen wordt aan de behoefte van het thuisfront. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 48 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Veteranennota 2017–2018, 30139, nr. 186
Ploumen en Karabulut: verzoekt de regering, te waarborgen dat er ook na het melden van een incident een mogelijkheid tot nazorg is Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 49 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Rapport «Onderzoek naar een sociaal veilige werkomgeving bij Defensie», 35000-X, nr. 13 en kamerbrief Beleidsreactie eindrapport commissie-Giebels, 35000 X, nr. 75
Diks en Van de Molen: verzoekt de regering, te bezien hoe Defensie bij kan dragen aan deze Elfwegentocht door bijvoorbeeld experimenten te doen met alternatieve brandstoffen of in die periode geen of veel minder fossiele brandstoffen te gebruiken. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34775 X, nr. 37 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Evaluatie van de Operationele Energiestrategie, ​33763, nr. 142
Agema en Popken. Regering dient een einde te maken aan de Regeling faciliteiten Turkse dienstplicht defensie-ambtenaren. Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34665 X, nr. 35 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Agema en Popken over de Regeling faciliteiten Turkse dienstplicht defensie-ambtenaren, 34775 X, nr. 67
​Voordewind: verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze in het toetsingskader voor deelname aan internationale missies duidelijke, controleerbare criteria voor de veiligheid en de medische zorg voor Nederlandse militairen tijdens internationale missies opgenomen kunnen worden, en de Kamer hierover te informeren, Begrotingsbehandeling 2018, 23-11-2017 34665 X, nr. 52 In behandeling
Karabulut et al.: over het verzoek de commissie die onafhankelijk en extern onderzoek gaat doen naar intimidatie en seksueel geweld , voldoende middelen en mogelijkheden te geven om ook de praktijk mede bij de operationele eenheden te onderzoeken. VAO Personeel, 13-11-2017 34775 X, nr. 21 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Commissie sociaal veilige werkomgeving, 34775 X, nr. 61
Motie De Roon over het plaatsen van langeafstandkruisraketten op nieuwe fregatten. Begrotingsbehandeling 2017, 17-11-2016 34550 X, nr. 34 In behandeling
Günal-Gezer/Vuijk: over een overzicht van de toegekende prijsbijstelling, de verdeling daarvan over de investeringsprojecten en exploitatie-uitgaven en de mate waarin de prijsbijstelling toereikend is. WGO Materieel, 2-11-2015 34300 X, nr. 35 Uitgevoerd Afgedaan met de defensiebegroting 2017, 34550 X, nr. 2
Knops: over het bij de uitvoering van de motie-Van der Staaij voorzien in een structurele oplossing voor de problematiek van onvoldoende ontvangen prijsbijstelling en stijgende kosten van defensiematerieel. WGO Jaarverslag, 17-6-2015 34200 X, nr. 9 Uitgevoerd Afgedaan in Regeerakkoord «Vertrouwen in de Toekomst»
verzoekt de regering, de problemen met de informatievoorziening en ICT bij Defensie binnen het nu gereserveerde budget op te lossen en indien dit niet mogelijk is geen extra geld uit te trekken zonder de Kamer daarover vooraf te informeren VAO Informatievoorziening en ICT bij Defensie 18-12-2014 31125, nr. 48 Uitgevoerd Afgedaan met Kamerbrief Voortgangsrapportage IT en ERP, Kamerstuk 31125, nr. 72 + BIT-advies Grensverleggende IT, Kamerstuk 31125, nr. 115 + het delen van de CV business case GrIT, Kamerstuk 35728, nr. 2
Van Tongeren/Smaling over de Kamer op de hoogte houden over de voortgang van de aanplant van compensatiebos. AO AWACS, 13-5-2014 33750 XII, nr. 86 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Stand van zaken AWACS en de Navo-vliegbasis Geilenkirchen, ​34300 XII, nr. 69
Eijsink c.s. over monitoren van geluidscontouren rond vliegbases Volkel en Leeuwarden. NO Toekomst van de krijgsmacht, 6-11-2013 33763, nr. 22 Uitgevoerd Afgedaan met kamerbrief Uitvoering motie-Eijsink over het geluid van de F-35, ​33763, nr. 96 en kamerbrief Instellingsbesluit Stuurgroep «Uitvoering motie geluidsmeetnetten» (Kamerstuk 33 763, nr. 22), ​33763, nr. 121
De minister van Defensie zegt toe voor het einde van het zomerreces 2021 de Kamer te zullen informeren over de beperkende maatregelen in het verre Oosten als gevolg van corona voor Zr.Ms. Evertsen als onderdeel van de carrier strike group. CD Missies/ operaties, 08-7-2021 2021D29294 Afgedaan in Kamerstuk 29521, nr. 424
De minister van Defensie informeert de Kamer over (de afwikkeling van) de schijnaanval van Russische gevechtsvlietuigen op de Zr.Ms. Evertsen. WGO Jaarverslag en Slotwet, 29-6-2021 2021D26567 In behandeling
In de volgende begroting wordt expliciet aandacht besteed aan de proeftuinen met betrekking tot het decentraal budget. CD Personeel, 23-6-2021 2021D26576 Afgedaan met de «p-rapportage midden 2021»
De minister stuurt haar brief aan de Veteranenombudsman over het geval van verlopen rijbewijzen van in Duitsland gestationeerde militairen aan de Kamer. Notaoverleg Veteranen, 22-6-2021 2021D25599 Afgedaan in Kamerstuk 30139, nr. 246
De minister van Defensie informeert de Kamer in de volgende Veteranennota nader over de uitkomsten van het gezondheidsonderzoek naar welzijn en zorgbehoefte van ISAF-veteranen. Notaoverleg Veteranen, 22-6-2021 2021D25599 In behandeling
De minister van Defensie informeert de Kamer in de volgende Veteranennota nader over het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV). Notaoverleg Veteranen, 22-6-2021 2021D25599 In behandeling
De minister van Defensie informeert de Kamer in de volgende Veteranennota over de stand van zaken met betrekking tot revalidatietrajecten van veteranen. Notaoverleg Veteranen, 22-6-2021 2021D25599 In behandeling
De Minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota’s ook in te zullen gaan op de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen van de commissie-Borstlap inzake Dutchbat-III (toezegging aan het lid Piri). CD Missies/ Operaties Dutchbat-III, 08-6-2021 26122, nr. 55 In behandeling
De minister van Defensie informeert de Kamer over het versnellen van procedures van de coalitiepartners (met name het Verenigd Koninkrijk) om tolken naar de betreffende landen te halen. CD Afghanistan, 02-6-2021 35570 X, nr. 105 Afgedaan in Kamerstukken 35570 X, nr. 113 en 35570 X, nr. 94
De minister van Defensie stuurt de Kamer, zo mogelijk binnen één week, een brief waarin de versnellingen in de procedures worden gemeld die tot nu toe zijn gerealiseerd en welke versnellingen nog mogelijk zijn. CD Afghanistan, 02-6-2021 35570 X, nr. 105 Afgedaan in Kamerstukken 35570 X, nr. 113 en 35570 X, nr. 94
De minister van Defensie zendt de verkorte vragenlijst van de IND vóór 3 juni 2021 aan de Kamer. CD Afghanistan, 02-6-2021 35570 X, nr. 105 Afgedaan in Kamerstuk 35570 X, nr. 94
De minister zendt de resultaten van haar gesprek met de minister van Buitenlandse Zaken over de (mogelijkheid van) stationering van een vertaler op de ambassade in Kabul vóór 3 juni 2021 aan de Kamer. CD Afghanistan, 02-6-2021 35570 X, nr. 105 Afgedaan in Kamerstuk 35570 X, nr. 94
De staatssecretaris van Defensie zegt toe in de komende P-rapportages of personeelsbrief in te zullen gaan op eventuele ontwikkelingen in het oplossen van de resterende langlopende zaken. CD Veiligheid en Integriteit, 01-6-2021 35570 X, nr. 104 Doorlopend
In het verslag van de NAVO Defensie Ministeriële vermeldt de minister van Defensie welke overzichten van disruptieve technologieën al dan niet met de Kamer kunnen worden gedeeld. CD NAVO Defensieministeriële, 25-5-2021 28676, nr. 367 Afgedaan in Kamerstuk 2021Z11901
In het verslag van de NAVO Defensie ministeriële wordt aandacht besteed aan de ambities van Nederland op het gebied van klimaat versus die van de NAVO. CD NAVO Defensie Ministeriële 25-5-2021 28676, nr. 367 Afgedaan in Kamerstuk 2021Z11901
In het verslag van de NAVO Defensie ministeriële wordt een update van de cijfers inzake het halen van de 2%-norm en de brutobedragen opgenomen. CD NAVO Defensieministeriële, 25-5-2021 28676, nr. 367 Afgedaan in Kamerstuk 2021Z11901
De minister zendt het zogenaamde PFCA als bijlage bij het verslag van de EU Defensieraad aan de Kamer. CD Defensieraad, 20-4-2021 21501 28, nr. 218 Afgedaan in Verslag (VTC) Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 6 mei 2021, Kamerstuk 21501 28, nr. 220
De staatssecretaris zendt ieder in het kader van GrIT uitgebracht BIT-advies aan de Kamer. AO Grensverleggende IT, 10-12-2020 31125, nr. 117 Afgedaan in Kamerstuk 31125, nr. 119
De staatssecretaris zegt toe de definitieve business case GrIT (of een deel ervan) naar de Kamer te zullen versturen. AO Grensverleggende IT, 10-12-2020 31125, nr. 117 Afgedaan in Kamerstuk 35728, nr. 2
De staatssecretaris verwacht het IBO Vastgoed in juni 2021 de Kamer te doen toekomen Begrotingsbehandeling 2021, 3-12-2020 Plenair verslag 33e vergadering Donderdag 3 december 2020 Afgedaan in Kamerstukken 34919, nr. 77 en 34919, nr. 79
De minister van Defensie zegt toe in de volgende Veteranennota ook te zullen ingaan op eventuele voortzetting van het project Horse Power. WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 72 Afgedaan in Kamerstuk 30139 nr. 243
De minister van Defensie zegt toe in gesprek te zullen gaan met de veteranenopvang in Tilburg of een faciliteit kan worden ingericht voor een proefperiode van één jaar voor de professionele opvang van moeilijk bereikbare veteranen met psycho-sociale klachten, en de Kamer hierover schriftelijk te zullen informeren, zo enigszins mogelijk uiterlijk medio januari 2021. WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 72 Afgedaan in Kamerstuk 35570 X, nr. 84
De staatssecretaris van Defensie zegt toe direct na ontvangst van de reactie van het RIVM schriftelijk aan de Kamer te zullen rapporteren over de beantwoording van de vragen diebij het RIVM zijn uitgezet over de categorieën en ziektes in relatie tot verschillende stoffen. WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 72 Afgedaan in Kamerstuk 35570 X, nr. 84
De staatssecretaris van Defensie zegt toe een commissie in te stellen om een brede impact-analyse uit te voeren voor de situatie waarbij de uitgangspunten van de uitkeringsregeling Chroom-6 worden losgelaten (bijvoorbeeld voor de groep (gewezen) Defensiemedewerkers die buiten de bestaande regeling vallen en ernstig ziek zijn) en zal de Kamer hierover zo spoedig mogelijk schriftelijk informeren. WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 72 Vervangen door motie 35570 X, nr. 28. Motie in behandeling. Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 35570 X, nr. 84
De staatssecretaris van Defensie zegt toe in gesprek te zullen gaan met de initiatiefnemer van de kaartenactie m.b.t. de UGM-problematiek om nader te achterhalen wat de problematiek precies inhoudt, en zal de Kamer hierover direct na dit gesprek schriftelijk informeren. WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 72 Afgedaan in Kamerstuk, 35570 X, nr. 108
De staatssecretaris van Defensie zegt toe nader onderzoek te zullen initiëren of er specifiek voor de POMS een aparte schadevergoedingsregeling kan worden opgezet, en de Kamer hierover schriftelijk te zullen informeren. WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 72 Uitgevoerd in Kamerstuk, 35570 X, nr. 92
De staatssecretaris van Defensie zegt toe zo enigszins mogelijk in het voorjaar van 2021 schriftelijk aan de Kamer te zullen berichten hoe de voorgestelde vergoedingsregelingchroom-6 Defensie zich verhoudt tot het rapport van de commissie-Heerts en andere ontwikkelingen op dit terrein. WGO Personeel/ Materieel, 30-11-2020 35570 X, nr. 72 Afgedaan in Kamerstuk 35570 X nr. 92
De minister zegt toe het schematische overzicht van de toekomstige procedure te sturen Notaoverleg Burgerslachtoffers, 07-10-2020 27925, nr. 750 Afgedaan in Kamerstuk 27925, nr. 746
De minister informeert de Kamer over de onderzoeksvragen (van de onafhankelijke commissie) zodra deze zijn vastgesteld, alsmede over de voortgang van het onafhankelijke onderzoek. Notaoverleg Burgerslachtoffers, 07-10-2020 27925, nr. 750 In behandeling
De staatssecretaris van Defensie zegt toe uiterlijk 1 februari 2021 de Kamer nader te zullen informeren over de wijze waarop vervolg zal worden gegeven aan de werkzaamheden van de visitatiecommissie. AO Veiligheid Defensie, 08-9-2020 35570 X, nr. 4 Afgedaan in Kamerstuk 34919, nr. 76
De Minister van Defensie stuurt de evaluatie van het rapport van de IVD in Juni naar de Tweede Kamer. AO Personeel, 18-6-2020 35300, nr. 86 Afgedaan in Kamerstuk 35300 X, nr. 69
Staatssecretaris informeert de kamer over resterende punten wat betreft AOW-gat en RVU boetes. De Staatssecretaris zegt toe het gesprek aan te willen gaan met de Kamer over andere zaken die nog spelen. AO Personeel, 18-6-2020 35300, nr. 86 Deels afgedaan, gerapporteerd in 35300-X, nr. 62
Staatssecretaris informeert Kamer (schriftelijk) over nader onderzoek van de paritaire commissie dat voor het eind van het jaar (2020) wordt afgerond. AO Personeel, 18-6-2020 35300, nr. 86 Afgedaan in Kamerstuk 35300 X, nr. 85
Minister informeert de Kamer in het derde kwartaal (schriftelijk) over de geleerde lessen mbt COVID-19 en Defensie. AO Personeel, 18-6-2020 35300, nr. 86 Afgedaan in Kamerstuk 35570 X, nr. 10
Bij toekomstige missies wordt vooraf duidelijk gemaakt hoe de voortgang van de missie zal worden gemeten en in de artikel 100-brieven wordt standaard een paragraaf opgenomen waarin de aandachtspunten en risico's worden benoemd, en de maatregelen die we willen nemen om die te beperken. Plenair debat over misleiding VS t.a.v. de oorlog in Afghanistan, 06-2-2020 Plenaire verslag (stenogram) Doorlopend, o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr. 755
De minister van Defensie onderzoekt of/hoe het PESCO-projecten met de Kamer kan worden gedeeld, aangezien deze nu «government use only» is gerubriceerd. Zij informeert de Kamer hierover AO EU Defensieraad, 03-3-2020 21501-28, nr. 200 Afgedaan in Kamerstuk 21501-28, nr. 201
Niet in de geannoteerde agenda’s, maar in de verslagen van de EU Defensieraden informeert de minister van Defensie de Kamer voortaan over de voortgang en stand van zaken van de Europese Defensiesamenwerking. AO EU Defensieraad, 03-3-2020 21501 28, nr. 200 Doorlopend
De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal de minister van Defensie – conform de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag en de begroting zal de minister u hierover informeren. Nota naar aanleiding van het verslag, 03-2-2020 35280, nr. 7 In behandeling
Over de wijze waarop de Kamer nader geïnformeerd kan worden over instandhouding ten aanzien van vastgoed, komt de minister van Defensie graag terug in de eerste begroting van het DMF. Nota naar aanleiding van het verslag, 3-2-2020 35280, nr. 7 Afgedaan in Kamerstuk 35570 K
N.a.v. verzoek Stoffer (SGP)
De Minister van Defensie zegt toe te investeren in de verbetering van het politieke bewustzijn en de informatievoorziening op het bestuursdepartement van Defensie.
Plenair debat Burgerslachtoffers Hawija, 27-11-2019 Plenaire verslag (stenogram) Afgedaan in Kamerstuk 28362, nr. 56
De staatssecretaris van Defensie informeert de Kamer op reguliere momenten, bijvoorbeeld in het kader van het jaarverslag, over de invulling van de motie Van Helvert m.b.t. inzet klimaatgelden voor verduurzaming Defensievastgoed. AO Vastgoed, 26-11-2019 34919, nr. 49 Doorlopend, gerapporteerd in Kamerstruk 27830 313
De minister van Defensie brengt de komende periode in kaart of en op welke wijze het opnemen van de relevante personele uitgaven vorm zou kunnen krijgen. De Kamers worden hierover in de eerste begroting van het DMF nader geïnformeerd. Brief Minister van Defensie met beantwoording vragen Vaste Commissie voor Defensie, 14-11-2019 35280, nr. 5 Afgedaan in Kamerstuk 35 570 K
De staatssecretaris neemt het verschil in beloning tussen KMar en Politie mee in het onderzoek van de herziening van het loongebouw. Begrotingsbehandeling Defensie, 07-11-2019 Plenaire verslag (stenogram) In behandeling
De minister zegt toe bij de geannoteerde agenda’s van de Raad Buitenlandse Zaken-Defensie een update aan de Kamer te sturen over de ontwikkelingen over Europese Defensiesamenwerking. AO EU Defensieraad, 06-11-2019 21501 28, nr. 195 Doorlopend
De minister informeert de Kamer nader over de invulling van Veteranenzorg. WGO Personeel/ Materieel, 30-10-2019 35300 X, nr. 47 Afgedaan in Kamerstuk 30139, nr. 234
De minister informeert de Kamer over de stand van zaken met betrekking tot het Marine Etablissement Amsterdam, zodra het overleg met de gemeente Amsterdam dat toestaat. WGO Personeel/ Materieel, 30-10-2019 35300 X, nr. 47 Afgedaan met Kamerstuk 34919, nr. 50
De minister stelt het onderwerp interne sanctiemogelijkheden aan de orde tijdens de NAVO Defensie ministeriële en rapporteert hierover in het verslag van die vergadering. AO NAVO Defensie Ministeriële, 16-10-2019 28676, nr. 327 Afgedaan, gestalte gegeven in verslag met Kamerstuk 28676, nr. 325
De minister zegde toe dat zij een onderzoek zal (laten) uitvoeren naar de haalbaarheid en wenselijkheid van het openstellen van de Nederlandse krijgsmacht voor EU burgers Nota Overleg Krijgsmacht van en voor Europeanen, 23-9-2019 35189, nr. 9 In behandeling
De minister onderzoekt of zij de SG aanwijzing inzake speciale operaties aan de Kamer kan sturen. Indien dit mogelijk is, wordt deze aanwijzing aan de Kamer toegezonden. AO MIVD, 03-7-2019 29924, nr. 187 In behandeling
Uiterlijk bij de vaststelling van het voorlopig ontwerp inzake de co-locatie voor de MIVD en AIVD informeert de minister van Defensie de Kamer over de voortgang van dit project. Daarnaast geeft zij ook aan of en welke mogelijkheden tot versnelling er zijn. AO MIVD, 03-7-2019 29924, nr. 187 Uitgevoerd
De minister verwerkt de rapportage over de voortgang in de zorg in de volgende Veteranennota. Notaoverleg Veteranenbeleid, 24-6-2019 30139, nr. 220 Afgedaan in Kamerstuk 30139, nr. 234
Staatssecretaris van Defensie zegt toe de twee scenario’s na uitwerking (op zijn vroegst begin 2020) aan de Kamer te zullen toesturen, inclusief een schets van de belangrijkste risico’s (waaronder langer doorgaan met het huidige systeem). AO IT, 4-9-2019 31125, nr. 107 Afgedaan in Kamerstuk 31125, nr. 115
De Staatssecretaris zegt toe de Kamer te betrekken bij de herziening van het DMP. AO Materieel, 25-4-2019 27830, nr. 285 In behandeling
De Staatssecretaris informeert de Kamer bij het volgende Materieel Projectenoverzicht over de inrichting van een evaluatie van internationale aanschaftrajecten van materieel. AO Materieel, 25-4-2019 27830, nr 285 Afgedaan in Kamerstuk 27830, nr. 313
De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer bij de begrotingen en bij de verantwoordingsstukken te zullen informeren over de experimenten en ervaringen m.b.t. innovatief partnerschap. Notaoverleg Defensie Industrie Strategie, 18-2-2019 31125, nr. 102 Doorlopend; gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 303
De staatssecretaris van Defensie zal in de komende jaarverslagen integriteit het aantal meldingen van misstanden melden, inclusief de daarna genomen maatregelen. AO Integrale aanpak Veiligheid en integriteit, 17-1-2019 35000 X, nr. 95 Doorlopend
De minister informeert de Kamer dit jaar over het onderzoek inzake vitale infrastructuur. Dit i.r.t. de Cyber strategie. AO verzamel AO, 16-1-2019 35000, nr. 87 Afgedaan; zie ook Kamerstuk 26643, nr. 673
In de jaarverslagen zal inzichtelijk worden gemaakt wat de stand van zaken is van de realisatie van doelstellingen op het gebied de energiestrategie (nulmeting in 2019 en realisatie vanaf 2020). Notaoverleg Defensie Energiestrategie, 10-9-2018 34895, nr. 8 Doorlopend; gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 74
De minister van Defensie zegt toe in de komende voortgangsrapportages en evaluaties van militaire missies nader in te zullen gaan op de effecten van lopende missies op de gereedheid van de Defensie-organisatie in brede zin. AO voortgang missies/ operaties, 27-6-2018 29521, nr. 366 Doorlopend
De minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota meer in te zullen gaan op de langere termijn, en dit tweejaarlijks te zullen herhalen. (Start 2019). Notaoverleg Veteranen, 26-6-2018 30139, nr. 201 Doorlopend Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 30139, nr. 220 en 30139, nr. 243
De minister zegt toe de Kamer te informeren over alle stappen die worden gezet op het gebied van militaire mobiliteit, inclusief de uitkomsten van de interdepartementale inventarisatie naar de fysieke, procedurele en juridische knelpunten op het gebied van militaire mobiliteit. AO EU Defensieraad, 25-4-2018 21501 28, nr. 174 Afgedaan in Kamerstukken 21501 33, nr. 834 en 35570 X, nr. 75
De minister informeert de Kamer over de financiële en personele consequenties van de NAVO commandostructuur vóór de NAVO Defensie Ministeriële van juni 2018. AO NAVO Defensie ministeriele, 08-2-2018 28676, nr. 284 Afgedaan in Kamerstuk 33279, nr. 32
De minister zendt een overzicht naar aanleiding van de inventarisatie van grensoverschrijdende militaire mobiliteit aan de Kamer en zij zal de datum waarop deze toezending zal geschieden zo spoedig mogelijk aan de Kamer meedelen. AO NAVO Defensie Ministeriële, 08-2-2018 28676, nr. 284 Afgedaan in Kamerstuk 21501-33, nr. 834
De minister informeert de Kamer over de gevolgen van de nieuwe commandostructuur van de NAVO voor het Joint Forces Command in Brunssum. AO NAVO Defensie Ministeriële, 31-10-2017 28676, nr. 279 Afgedaan in Kamerstuk 33279, nr. 32
De minister van Defensie zegt toe in de volgende evaluaties het aantal militairen en het aantal missies te vermelden. AO Evaluatie missies/ operaties, 13-9-2017 29521, nr. 350 Doorlopend
De minister informeert de Kamer over de aangepaste commandostructuur, die in oktober 2017 wordt besproken, zodra dat mogelijk is. AO NAVO Defensie Ministeriële, 22-6-2017 28676, nr. 275 Afgedaan in Kamerstuk 33279, nr. 32
De minister zegt toe om in de Jaarverslagen het stoplichtmodel te implementeren voor de maatregelen ter versterking van de basisgereedheid. WGO Jaarverslag Ministerie van Defensie 2016, 14-6-2017 34725 X, nr. 11 Doorlopend; laatst gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 78
Minister Defensie zegt toe in oktober 2017, en vervolgens ieder jaar in oktober, een vervolgrapportage m.b.t. het Total Force Concept aan de Kamer te doen toekomen. AO Personeel Defensie, 26-1-2017 34550 X, nr. 74 Afgedaan met kamerstuk 35000 X, nr. 136
De Kamer blijft regulier betrokken en geïnformeerd worden bij/over de uitwerking van alle afspraken van de NAVO-top in Warschau. De manier waarop zal de minister nog bepalen. AO NAVO Defensie Ministeriële, 13-10-2016 28676, nr. 257 Afgedaan. Hierover is de Tweede Kamer geinformeerd in kamerbrieven 33279, nr. 32; 28676, nr. 348; 28676, nr. 345; 28674, nr. 342; 29521, nr. 408; 28676, nr. 334; 28676, nr. 333
De minister stuurt de afgeronde onderzoeken van het RZO meteen naar de Kamer (en niet 1x per jaar). Notaoverleg Veteranen, 20-6-2021 30139, nr. 164 Doorlopend
De minister gaat nog duidelijker aangeven in rapportages en brieven wat het aandeel van pensioenen en uitkeringen is. WGO Slotwet Ministerie van Defensie 2015, 16-6-2016 34475 X, nr. 15 Doorlopend, laatst gerapporteerd in Kamerstukken 35570 X, nr. 1 en 35570 X, nr. 2
De minister houdt de Kamer op de hoogte van de gesprekken met het ministerie van VWS en de consequenties voor het calamiteitenhospitaal en de rol 4 als een deel van de financiering wordt stopgezet. AO Personeel Defensie, 21-4-2016 34300 X, nr. 116 Afgedaan in Kamerstuk 35570 X, nr. 84
De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door de minister van Financiën. WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel, 02-11-2015 34300 X, nr. 68 Doorlopend
De minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde  materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten. Dit met als voorbeeld dit jaar om de MALE UAV voor aantal jaar uit te stellen. WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel, 02-11-2015 34300 X, nr. 68 Doorlopend. Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 313
De minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren). AO MIVD 09-9-2015 29924, nr. 135 In behandeling
De minister van Defensie zal de Kamer informeren over de resultaten van het onderzoek naar de actief dienende militair die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS, zodra de vertrouwelijkheid zich daartegen niet meer verzet. AO MIVD 09-9-2015 29924, nr. 135 In behandeling
De minister van Defensie informeert de Kamer twee keer per jaar  met een integrale rapportage (IV, ICT en ERP) over de uitvoering van het ICT-plan, uitgedrukt in produkt, tijd en geld. De eerste rapportage is in september 2015 en betreft de eerste verfijning van de uitwerking van het high level IT-ontwerp. AO Informatievoorziening en ICT bij Defensie en ERP, 23-6-2015 31125, nr. 60 Afgedaan. De Kamer wordt hierover geinformeerd met het Defensie Projectenoverzicht (DPO).
De minister van Defensie neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgend aarvan voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan. WGO Jaarverslag en Slotwet 2014, 17-6-2015 34200, nr. 15 Doorlopend. Laatst gerapporteerd in 27925, nr. 769,
De Kamer wordt bij toekomstige aanschaf van meer F-35 toestellen opnieuw vooraf geïnformeerd, echter niet meer met een DMP-D brief. AO DMP-D vervanging F-16, 26-2-2015 26488, nr. 384 Doorlopend
De ministers van Defensie en buitenlandse Zaken zeggen toe het gender-aspect, daar waar relevant, bij missies mee te nemen in een volgende evaluatie. AO kleine operaties, 26-11-2014 29521, nr. 282 Doorlopend. Laatst gerapporteerd 27925, nr. 755, 27925, nr. 732
De Kamer wordt bij toekomstige oepraties/missies voortaan geinformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de Krijgsmacht. AO Personeel, 27-5-2014 33750, nr. 69 Doorlopend
De inzet van de minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van NAVO-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt.
AO NAVO Defensie Ministeriële, 18-2-2014 28676, nr. 200 Doorlopend. Laatst gerapporteerd in 2021Z11901
De minister zegt toe de Kamer te informeren over nieuwe ontwikkelingen in het UAV-project, indien deze zich voordoen. AO Drones/UAV, 05-2-2014 30806, nr. 22 Afgedaan in Kamerstuk 27830, nr. 206
De minister stuurt de rapporten van de Raad voor Zorg en Onderzoek weer standaard naar de Kamer. AO Personeel, 16-4-2013 33400, nr. 82 Afgedaan
Per missie zal in het vervolg op voorhand een inschatting van de kosten voor de zorg worden aangegeven. De kosten voor nazorg zullen ook worden meegenomen in de evaluatie van missies. AO Personeel 25-3-2009 31700 X, nr. 109 Doorlopend, Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755 en 27925, nr. 732
In de toekomst zal de minister van Defensie in artikel-100 brieven en stand van zaken-brieven, wanneer van toepassing, ingaan op civiele dienstverlening tijdens uitzendingen. AO Civiele Dienstverlening, 23-10-2008 31700 X, nr. 58 Doorlopend, Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755 en 27925, nr. 732

7.4 Bijlage subsidieoverzicht

De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben. Verder zijn de subsidie beschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten niet op wettelijk voorschrift, anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies (http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/).

In 2017 is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) ‘Subsidies, robuust en proportioneel’ uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een aantal aanbevelingen. Vanaf 2019 publiceert Defensie daarom de, vanaf dat moment uitgevoerde, subsidie-evaluaties op www.rijksbegroting.nl. De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico’s beoordeeld. De grootte en eventuele risico’s zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen, waarna afhankelijk van de uitkomst, kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie.

Stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD)1 2.758 2017 2022 2022
Stichting Veteraneninstituut (Svi)1 7.0392 2017 2022 2022
Stichting de Basis1 3.891 2017 2022 2022
Stichting Nederlands Veteraneninstituut3 21.765 21.765 2017 2022 2022
Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen 25 25 25 25 25 25 25 2021 2026 2026
Stichting Veteranen Platform (VP)1 304 178 178 2017 2022 2022
Stichting Koninklijke Defensiemusea 16.550 16.902 16.902 16.902 16.902 2019 2024 2024
Stichting Nationale Taptoe 276 282 282 2017 2022 2022
Universiteit van Amsterdam 74 74 74 2017 2022 2022
Stichting Maritiem Kenniscentrum 28 23 23 2017 2022 2022
Stichting Phantasy in Blue 25 25 25 2017 2022 2022
Stichting Historische Vlucht 111 114 114 2017 2022 2022
SWoon NLDA 15 22 22 2017 2022 2022
ASL BISL Foundation 40 40 40 2017 2022 2022
Stichting Power of Freedom, Invictus Games 0 0 5.000 n.v.t. 2022 2022
Stichting monument Nagasaki 25 Eenmalige subsidie
  1. Beoogd is dat deze stichtingen vanaf 1 januari 2021, inclusief bijdrage zorgcoördinatie, gefuseerd zijn tot een enkele stichting. Voor het VP betreft dit een deel van de subsidie.
  2. De subsidie is tijdelijk verhoogd in verband met het project Governance Uitvoering Veteranenbeleid. De evaluatie van deze tijdelijke subsidie is onderdeel van de vijfjaarlijkse evaluatie van de Svi, NLVD, de Basis en het VP.
  3. Het Veteraneninstituut is op 1 januari gefuseerd met stichting de Basis en stichting Nederlandse Veteranendag. Tevens zijn daarbij zorgcoördinatie van het APG, de BOE LZV en de nuldelijnsondersteuning van het Veteranenplatform samengevoegd.

7.5 Bijlage toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) is in deze bijlage een uitwerking van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) opgenomen. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) de tabel met agendering van evaluaties en onderzoeken en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema.

Toelichting thematische indeling

«Defensie beschermt wat ons dierbaar is» - De missie van Defensie staat aan de basis van al het beleid binnen het departement. De missie bepaalt immers de koers van de organisatie en het beleid moet hieraan bijdragen. Om haar missie te realiseren, heeft Defensie drie hoofdtaken: (1) het beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten, (2) het bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit en (3) het leveren van bijstand bij rampen en crises.

Defensie zet in op het ontwikkelen van capaciteiten die voor alle drie de hoofdtaken van belang zijn. De richting die hierbij wordt gevolgd is uiteengezet in een aantal strategische documenten zoals de Defensievisie 2035 en de Defensienota 2018. Voor het opstellen van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) zijn hoofdthema’s uit voorgenoemde documenten geclusterd en, in afstemming tussen diverse stakeholders, aangescherpt. Het resultaat is een nieuwe SEA-indeling die uit drie hoofdthema’s bestaat:

  1. Inzetbaarheid
  2. Adaptief en informatiegestuurd
  3. Betrouwbare partner en werkgever

In de komende jaren (periode 2022-2024) werkt Defensie deze SEA-thema's naer uit4. Zo wordt per thema in kaart gebracht wat aan kennis beschikbaar is en op welke gebieden behoefte aan kennis bestaat. Om in deze kennisbehoefte te voorzien, worden voor alle thema’s aanvullende evaluaties gepland en wordt de SEA verder aangevuld. Met het verder vullen van de SEA, wordt tevens duidelijk wanneer in de komende 4-7 jaar voor welke thema’s voldoende (relevante) inzichten voor een periodieke rapportage zijn verzameld5. Deze periodieke rapportage vervangt op termijn de bekende beleidsdoorlichtingen.

Thema 1 Inzetbaarheid

De Kamer wordt twee keer per jaar, bij de begroting en het jaarverslag, met een rapportage geïnformeerd over de inzetbaarheid en gereedheid van de krijgsmacht. In deze rapportages wordt toegelicht in hoeverre de krijgsmacht haar drie hoofdtaken heeft kunnen uitvoeren. Zoals in de laatste rapportages toegelicht, wordt er steeds vaker een beroep op Defensie gedaan6. Ook blijkt uit veiligheidsanalyses dat dreigingen toenemen in aantal, soort en complexiteit7. Om een antwoord op deze dreigingen te bieden, nu en in de toekomst, moet Defensie een sterke organisatie zijn. Dit betekent bijvoorbeeld voldoende opgeleid personeel en technologisch hoogwaardig materieel. Defensie plant daarom evaluaties waarmee inzichten worden verzameld voor/over het:

  1. Bijdragen aan de nationale en internationale vrede en veiligheid (subthema 1.1. omvat evaluaties van missies en operaties)
  2. Zorgen voor kwantitatief en kwalitatief inzetbaar personeel (subthema 1.2. omvat evaluaties ten aanzien van het personeels- en reservistenbeleid)
  3. Realiseren van (technologisch) hoogwaardig en inzetbaar materieel (subthema 1.3. omvat evaluaties die betrekking hebben op de wijze waarop materieel wordt aangeschaft)
  4. Borgen van een betrouwbare organisatie van ondersteunende diensten en voorzieningen (subthema 1.4. omvat evaluaties die betrekking hebben op beleid ten aanzien van ondersteunende diensten, zoals geleverd door de DMO en het DOSCO).
1.1 EMASOH Ex-post (missie) evaluatie 2021
1.1 MINUSMA Ex-post (missie) evaluatie 2022
1.2 Militaire gezondheidszorg Beleidsdoorlichting 2022
1.3 COTS/MOTS Beleidsdoorlichting 2021
1.3 Publieke investeringen in een politiek-bestuurlijke context Interdepartementaal Beleidsonderzoek 2023
1.3 Defensiematerieelfonds Ex-durante evaluatie 2027

Toelichting per evaluatie

Toelichting evaluatie EMASOH

Van eind januari tot eind juni 2020 heeft Nederland deelgenomen aan de European-Led Mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH), ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio. Deze deelname wordt door een onafhankelijke partij (The Hague Centre for Strategic Studies) geëvalueerd. De eindevaluatie is gericht op het beoordelen van de mate waarin de doelstellingen van de Nederlandse bijdrage aan EMASOH, kortweg de missie, zijn gehaald en op welke wijze de ingezette militaire en diplomatieke capaciteiten daaraan hebben bijgedragen. Startpunt voor de evaluatie is het Amerikaanse verzoek op 16 september 2019 om deel te nemen aan een missie in de Golf, het International Maritime Security Construct (IMSC). Eindpunt is het vertrek van Zr. Ms. De Ruyter uit het operatiegebied op 8 juni 2020. Voor het onderzoek wordt zo veel als mogelijk gebruikgemaakt van triangulatie. Zo wordt voor het verzamelen van data een literatuurstudie en documentenanalyse uitgevoerd. Tevens worden interviews afgenomen, met o.a. medewerkers van Defensie en Buitenlandse Zaken.

Toelichting evaluatie MINUSMA

De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA wordt door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB), de onafhankelijke evaluatiedienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken, uitgevoerd. Tijdens deze evaluatie wordt onderzocht in hoeverre de doelen voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA zijn bereikt en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken voor de besluitvorming over en opzet en uitvoering van toekomstige missies. Daarbij wordt de volledige Nederlandse bijdrage meegenomen: de inzet van militairen, politiefunctionarissen en civiele deskundigen. Hiervoor wordt tijdens de evaluatie de beleidstheorie, die ten grondslag ligt aan de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA, gereconstrueerd. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen gebruikt IOB verschillende onderzoeksmethodieken. Zo vinden interviews plaats (in Nederland en Mali) met medewerkers van o.a. Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid. Ook maakt IOB gebruik van een documentenanalyse en literatuurstudie.

Toelichting beleidsdoorlichting militaire gezondheidszorg

Zoals toegezegd in de memorie van toelichting bij de begroting-2020 (Kamerstuk 35300, nr. 2) wordt in 2022 de beleidsdoorlichting Militaire Gezondheidszorg uitgevoerd. Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in welke mate de herstructurering van de Militaire Gezondheidszorg (MGZ) doelmatig en doeltreffend is geweest. Voor het uitvoeren van deze beleidsdoorlichting wordt een kwalitatief evaluatiedesign gehanteerd. Hierbij wordt in de eerste plaats gebruikgemaakt van bestaande documentatie over de herstructurering van de MGZ en waar nodig wordt aanvullende informatie verzameld door middel van interviews.

Toelichting beleidsdoorlichting COTS/MOTS

Deze beleidsdoorlichting heeft betrekking op het beleid ‘Verwerving van de plank’, ook wel bekend als Commercial Off The Shelf en Military Off The Shelf (COTS/MOTS). Tijdens de doorlichting wordt onderzocht in hoeverre het COTS/MOTS-beleid bijdraagt aan een betere voorspelbaarheid en beheersbaarheid van materieelprojecten op de aspecten tijd en geld. De scope (en aanpak) van het onderzoek beslaat een selectie van in uitvoering genomen materieelprojecten, die zijn gestart in de periode van 11 juli 2012 (vanaf de publicatie van het toetsingskader ‘Verwerving van de plank’) tot en met 31 december 2020. Het veldwerk voor deze beleidsdoorlichting bestaat uit onder meer een documentenstudie, deskresearch, een analyse van materieelprojecten en, indien nodig, interviews met direct betrokkenen binnen Defensie.

Toelichting IBO publieke investeringen in een politiek-bestuurlijke context

Voor het interdepartementale beleidsonderzoek ‘Investeringen in een politieke context’ is een taakopdracht vastgesteld. In deze taakopdracht staat dat het IBO inzichten biedt in de structuren die binnen het rijk bestaan om op zowel de korte als lange termijn te investeren. Verder wordt tijdens dit IBO onderzocht hoe een kabinet schaarse investeringsmiddelen zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kan alloceren met het oog op de doelen die de politiek nastreeft, de economische situatie of de maatschappelijke uitdaging. Onder investeringen vallen voor dit onderzoek forse uitgaven aan materiele activa, zoals defensiematerieel. Het onderzoek wordt getrokken door het Ministerie van Financiën. Andere betrokken departementen zijn Infrastructuur & Waterstaat, Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat en Defensie.

Toelichting evaluatie Defensiematerieelfonds

Bij de begroting 2021 is het DMF ingesteld. Het DMF heeft ten doel te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de ICT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie. Door het inrichten van een separaat fonds nemen naar verwachting de schokbestendigheid en betrouwbaarheid toe. Bij de instelling van het DMF is besloten deze in 2027 te evalueren; het fonds wordt dan op doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld.

Thema 2. Adaptief en informatiegestuurd

Technologische ontwikkelingen en veranderende verhoudingen in de wereld maken dat Defensie zich de komende jaren gaat begeven op relatief nieuwe domeinen. Zo moet Defensie informatie in alle domeinen als wapen kunnen inzetten en over een gezaghebbende informatiepositie beschikken8. Informatiegestuurd optreden (IGO) wordt in de Defensievisie 2035 benoemd als de basis van de toekomstige defensieorganisatie. IGO houdt in dat Defensie in staat is om alle relevante informatie op ieder gewenst niveau tijdig te verwerven, te verwerken en te verspreiden zodat Defensie zo veel mogelijk met de juiste middelen, op het juiste moment op de juiste plaats kan zijn9. Defensie plant daarom evaluaties waarmee inzichten worden verzameld voor/over het:

  1. Realiseren van een informatiegestuurde organisatie (subthema 2.1. omvat evaluaties ten aanzien van informatie- en communicatietechnologie, inclusief big-data, artificial intelligence, business intelligence en cyber).
  2. Inbedden van kennis en innovatie (subthema 2.2. omvat evaluaties die voortkomen uit nieuwe, innovatieve vormen van bedrijfsvoering of afgeleid zijn uit de Strategische Kennis & Innovatie Agenda).
  3. Creëren van een flexibele, schaalbare en snel inzetbare organisatie (subthema 2.3. omvat evaluaties gericht op het adaptief vermogen van de organisatie).
2.1 IGO KMar Beleidsdoorlichting 2022
2.1 GrIT Ex-durante evaluatie Start 2022
2.2 PPS Toeslagregeling Ex-durante evaluatie (interdepartementaal) 2021
2.2 Kennis- en Innovatie Convenant (KIC) Ex-durante evaluatie (interdepartementaal) 2021

Toelichting per evaluatie

Toelichting beleidsdoorlichting IGO KMAR

In 2008 is de KMar gestart met het Programma Informatie Gestuurd Optreden (IGO KMar). De beleidsdoorlichting richt zich op de periode juli 2008 tot december 2020 en reconstrueert het gevolgde traject van IGO KMar aan de hand van genomen besluiten. Tevens wordt onderzocht welke beoogde effecten (outcomes) zijn bereikt. Daarnaast wordt naar de toekomst gekeken: welke ontwikkelingen worden verwacht en hoe kan IGO KMar hierop inspelen? Voor het verzamelen van data wordt tijdens deze beleidsdoorlichting gebruikgemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethodieken, waaronder een documentenanalyse en interviews met functionarissen die (in)direct verbonden zijn geweest aan het gevoerde beleid.

Toelichting evaluatie GrIT

In 2015 is het ministerie van Defensie gestart met een grootschalig IT-vernieuwingsprogramma, genaamd Grensverleggende IT (GrIT). De Tweede Kamer heeft GrIT in februari 2021 aangewezen als groot project, zoals bedoeld in de Regeling Grote Projecten. Dit betekent dat Defensie de Tweede Kamer met voortgangsrapportages op de hoogte moet houden. De ARK doet sinds 2016 onderzoek naar GrIT. In het verantwoordingsonderzoek 2020 heeft de ARK de minister van Defensie aanbevolen om in 2022 een tussenevaluatie uit te voeren om vast te stellen of de uitvoering van GrIT goed verloopt. Tijdens deze evaluatie kan dan worden bekeken of de aanpak van de blokkenplanning, de samenwerking in gemengde teams, de afspraken in het contract met de leverancier en de sturing op het programma functioneren zoals beoogd. De minister van Defensie heeft deze aanbeveling overgenomen.

Toelichting evaluatie PPS-Toeslagregeling

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken voert onderzoeksbureau Dialogic samen met de universiteit Maastricht een evaluatie van de PPS-toeslagregeling 2016-2020 uit. Hierbij worden de departementen en andere relevante stakeholders i.r.t. het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MITB) betrokken. Ook Defensie is vanwege haar rol bij de KIA Veiligheid betrokken10.

Toelichting evaluatie Kennis- en Innovatie Convenant (KIC)

Het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MITB) is door MinEZK in april 2019 aan de Kamer toegelicht (Kamerstuk 33009-70). In het Kennis- en Innovatie Convenant (KIC) zijn de afspraken vastgelegd tussen de publieke en private partijen die participeren in het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Defensie is één van die partijen, als medetrekker van de Kennis- en Innovatie Agenda Veiligheid. Halverwege de looptijd van het KIC (eind 2021) wordt bezien of de afspraken in dit convenant nog voldoen en of de voorgenomen budgetten adequaat zijn. Nu, bijna halverwege de eerste termijn, wordt het KIC geëvalueerd en bekeken of er aanvullende tussentijdse afspraken nodig zijn. Middels een voortgangsbrief zal de Kamer over de uitkomst worden geïnformeerd.

Thema 3. Betrouwbare partner en werkgever

De kern van het optreden van Defensie bestaat uit goed getrainde en geoefende mensen. De mensen maken immers het verschil. Defensie stelt zichzelf dan ook ten doel om een goede werkgever te zijn, waarbij sociale en fysieke veiligheid in zowel de bedrijfsvoering als taakuitvoering verankerd zit11. Zonder samenwerking met (externe) partners is het echter niet mogelijk om de belangen van het Nederlands Koninkrijk te verdedigen. Zoals aangekondigd in de Defensienota 2018, is Nederland daarom de afgelopen jaren nog intensiever gaan samenwerken met strategische partners12. Naast samenwerking met militaire partners (bijvoorbeeld in EU- en NAVO-verband), wordt ook ingezet op samenwerking met civiele organisaties zoals bedrijven en kennisinstellingen. Defensie plant daarom evaluaties waarmee inzichten worden verzameld voor/over het:

  1. Zorgen voor goede (inter)nationale relaties en inbedding (subthema 3.1. omvat evaluaties die betrekking hebben op de relatie van de Nederlandse krijgsmacht met zowel militaire en civiele partners in binnen en buitenland)
  2. Zorgen voor een integere organisatie en veilige werkomgeving (subthema 3.2. omvat evaluaties die betrekking hebben op de fysieke en sociale veiligheid binnen Defensie)
  3. Realiseren van een duurzame organisatie (subthema 3.3. omvat evaluaties die gericht zijn op duurzaamheidsvraagstukken en –beleid van de organisatie en de leefomgeving)
3.1 Subsidie verstrekkingen onderzoek Ex-durante evaluatie 2022
3.1 NL-DEU samenwerkingsverbanden Ex-post evaluatie 2023
3.1 Flag Officer Sea Training (FOST) Ex-durante evaluatie 2024
3.2 Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) Ex-post evaluatie 2021
3.2 PvA Veiligheid Ex-durante evaluatie 2021
3.2 Barrières uitzenden vrouwelijke militairen Ex-durante/ ex-post evaluatie 2022
3.2 Etnische diversiteit Meting 2022

Toelichting per evaluatie

Toelichting onderzoek subsidieverstrekkingen:

Voor 2022 staan 13 subsidie-evaluaties gepland (zie bijlage 7.4 subsidieoverzicht, tabel 56). Hieronder vallen bijvoorbeeld subsidieverstrekkingen aan vier veteranenorganisaties die nu gezamenlijk onderdeel zijn van een enkele stichting: het Nederlands Veteranen Instituut. Na het uitvoeren van de subsidie-evaluaties, kan een overkoepelend onderzoek naar subsidieverstrekkingen plaatsvinden.

Toelichting beleidsdoorlichting samenwerking Nederland-Duitsland

De Nederlandse en Duitse defensieorganisaties werken al langere tijd structureel samen. Ter versterking van de bilaterale defensiesamenwerking, tekenden de Nederlandse en Duitse minister van Defensie in 2019 een Declaration of Intent (DOI). De DOI bevat als annex een roadmap met een inventarisatie van zowel lopende als toekomstige samenwerkingsprojecten. In deze evaluatie wordt o.a. gekeken naar succesfactoren en mogelijke verbeterpunten van (een van) deze samenwerkingsverbanden / -projecten.

Toelichting evaluatie Flag Officer Sea Training

Flag Officer Sea Training (FOST) is een instituut op het gebied van operationele training voor maritieme oorlogsvoering. Nederland doet al tientallen jaren mee aan de FOST. Met deze evaluatie wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse deelname aan de FOST onderzocht.

Toelichting evaluatie Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

In 2014 is de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) in werking getreden. Deze regeling voorziet in de toekenning van een volledige schadevergoeding aan militaire oorlogs- en dienstslachtoffers zonder discussie over de vraag of Defensie aansprakelijk is voor de ontstane schade. Deze regeling beoogde een vereenvoudiging en versnelling van de claimafwikkeling. Zoals vermeld in de Veteranennota 2018 ‒ 2019, is een start gemaakt met de evaluatie van de RVS waarbij de ervaringen met deze regeling in kaart worden gebracht om te beoordelen in hoeverre de doelstellingen van de regeling worden gehaald en om te bezien of, en zo ja welke, verbeteringen doorgevoerd moeten worden. Dit evaluatieonderzoek wordt uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR).

Toelichting Evaluatie PvA Veiligheid

Naar aanleiding van ongevallen in Mali en in Ossendrecht heeft Defensie op basis van de aanbevelingen van de Onderzoekraad voor Veiligheid en de commissie Van der Veer een plan van aanpak gemaakt ter verbetering van de veiligheid bij Defensie. Dit plan van aanpak gaat over fysieke en sociale veiligheid en beschrijft de maatregelen om het werken bij Defensie veiliger te maken. In het plan zijn vier sporen (Strategie, Structuur, Systeem en Cultuur) met veertig maatregelen opgenomen. De voortgang van het plan van aanpak werd in de periode 2018-2020 jaarlijks getoetst door de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid. De derde en laatste rapportage van deze commissie is op 21 juni 2021 opgeleverd. Om inzicht te krijgen in de status, uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de 40 maatregelen uit het plan van aanpak, heeft Defensie aan de Auditdienst Rijk (ADR) gevraagd (ex durante) een evaluatie uit te voeren. Voor het verzamelen van inzichten, maakt de ADR gebruik van een documentenanalyse en interviews. Het evaluatierapport wordt in 2021 opgeleverd.

Toelichting onderzoek barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Op 24 september 2018 heeft de Nederlandse krijgsmacht zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat zich richt op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren.

Toelichting meting etnische diversiteit (CBS)

Het Ministerie van Defensie streeft naar een divers personeelsbestand. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) doet daarom in 2022 in samenwerking met de defensieafdeling Trends, Onderzoek & Statistiek (TOS) kwantitatief onderzoek (conform de AVG) naar de etnische samenstelling van Defensie. Het onderzoek gaat over de periode 2018-2020 en geeft o.a. inzicht in de in- en uitstroom van defensiemedewerkers met een (niet-westerse) migratie-achtergrond.

7.6 Bijlage overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg

Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht is dit samengebracht.

Subsidie Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) - erkenning & waardering1 9.229
Subsidie Vereniging Veteranen Platform (VP) 178
Ondersteuning organisatie dag voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers 340
Ondersteunen veteranenzaken voor operationele commando's 776
Totaal 10.523
  1. Op 1 januari 2021 zijn 6 organisaties/organisatieonderdelen gefuseerd tot het Nederlands Veteraneninstituut, te weten: stichting het Veteraneninstituut, stichting De Basis, stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD), het programmabureau Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV), de zorgcoördinatie van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en de coördinatie van de nuldelijnsondersteuning van het Veteranenplatform (VP).
Koninklijke Marine 334
Koninklijke Landmacht 300
Koninklijke Luchtmacht 102
Koninklijke Marechausse 40
Totaal 776

Uitgaven erkenning en waardering

De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

In navolging op de aanbeveling die voortkwam uit de evaluatie van het veteranenbeleid is het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) op 1 januari 2021 ontstaan uit 6 organisaties/organisatieonderdelen, te weten: stichting het Veteraneninstituut, stichting De Basis, stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD), het programmabureau van het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV), de zorgcoördinatie van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en de coördinatie van de nuldelijnsondersteuning van het Veteranenplatform (VP). Het NLVi is een stichting die een groot deel van de uitvoering van het veteranenbeleid op het gebied van erkenning, waardering, en zorg (beschreven in de Veteranenwet en nader uitgewerkt in het Veteranenbesluit), tot haar takenpakket heeft. De oprichting van het NLVi moet leiden tot meer duidelijkheid voor de veteraan en andere partijen en tot een doeltreffende en doelmatige uitvoering van activiteiten op het gebied van erkenning, waardering en zorg. Het NLVi is een rechtspersoon met een wettelijke taak en heeft een eigen onafhankelijke raad van toezicht, die de taken van de voormalige Raad van civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) heeft overgenomen. De begroting voor de totale subsidie aan het NLVi bedraagt voor 2022 € 21,8 miljoen. In deze paragraaf is de totale subsidie uitgesplitst in de posten voor erkenning & waardering, zorg en onderzoek. Voor 2022 zijn de uitgaven aan erkenning en waardering begroot op € 9,2 miljoen.

Vereniging Veteranen Platform (VP)

De Vereniging Veteranen Platform (VP) behartigt de belangen van de Nederlandse veteranen en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers via aangesloten veteranenorganisaties. De afgelopen jaren heeft het VP de positie als gewaardeerd gesprekspartner voor Defensie verworven. Dit houdt in dat Defensie het VP beschouwt als vertegenwoordiger van alle veteranen en in die hoedanigheid het VP betrekt bij beleidsveranderingen. Het VP werkt continu aan het verbeteren van de beeldvorming over veteranen. Ook stimuleert het VP de deelname aan activiteiten door de jonge generatie veteranen. De coördinatie van de nuldelijnsondersteuning, die belegd was bij het VP, is vanaf 1 januari 2021 ondergebracht bij het Nederlands Veteraneninstituut.

Dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers)

Defensie organiseert vijf keer per jaar een dag voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers). De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning en waardering aan MOD-ers en hun partners, het bieden van informatie over de (pensioen)regelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.

Reüniefaciliteiten

Verenigingen voor veteranen, post-actieven en MOD-ers, die geregistreerd zijn in het reünieregister van het Nederlands Veteraneninstituut, kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen veteranendag die, waar mogelijk, wordt gecombineerd met de open dag van het operationeel commando.

Invaliditeitspensioenen 59.859
Nabestaandenpensioenen 18.819
Nationaal Fonds Ereschuld 57.790
Ereschulduitkering 0
Sociale Zorg (Voorzieningenregeling MOD-slachtoffers) 11.906
Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie 700
Subsidie Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)
◦ Landelijk Zorgsysteem Veteranen1 2.085
◦ Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen2 4.515
◦ Zorgcoördinatie Veteranenloket2 5.151
◦ Nuldelijnsondersteuning 135
Totale uitgaven 160.960
  1. Inclusief Overig onderzoek & Research & development LZV
  2. Op 1 januari 2021 zijn 6 organisaties/organisatieonderdelen gefuseerd tot het Nederlands Veteraneninstituut, te weten: stichting het Veteraneninstituut, stichting De Basis, stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD), het programmabureau Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV), de zorgcoördinatie van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en de coördinatie van de nuldelijnsondersteuning van het Veteranenplatform (VP).

Uitgaven zorg

De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement.

Kaderwet militaire pensioenen

Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, MOD-ers, militairen buiten dienst en ex-militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid. Voor 2022 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 59,9 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2022 zijn de uitgaven begroot op € 18,9 miljoen. Het Nationaal Fonds Ereschuld is bedoeld voor de claims van veteranen met uitzendgerelateerde aandoeningen. Hierin zijn de Veteranenclaims PTSS en Regeling Volledige Schadevergoeding ondergebracht.

Sociale zorg (o.a voorzieningenregelingen)

Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties.

Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie

De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van een dienstgerelateerde aandoening. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 700.000 geraamd.

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

o Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV)

Het programmabureau van het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) is sinds 1 januari 2021 onderdeel van het NLVi. Het LZV is een civiel-militaire ketenorganisatie met als doel post-actieve veteranen, dienstslachtoffers en hun relaties bij missie gerelateerde psychische en psychosociale problemen overal in Nederland de meest geëigende zorg te bieden. In april 2018 is de samenwerkingsovereenkomst tussen Defensie en de LZV-instellingen opnieuw bekrachtigd met een convenant. Voor 2022 zijn de uitgaven begroot op € 2,1 miljoen. Hierin zijn de uitgaven voor de Veteranen Intensieve Behandel Unit meegenomen (€ 125.000).

o Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen

De eerstelijnszorg voor post-actieve veteranen wordt verzorgd door het gespecialiseerd maatschappelijk werk van het NLVi (vóór 2021 Stichting de Basis). Hiermee wordt beoogd te bereiken dat de post-actieve veteraan weer deel kan nemen aan het maatschappelijk verkeer. De subsidie voor het gespecialiseerd maatschappelijk werk voor post-veteranen bedraagt voor 2022 € 4,5 miljoen.

o Zorgcoördinatie Veteranenloket (VL)

De zorg coördinatie Veteranenloket maakt sinds 1 januari 2021 integraal onderdeel uit van het NLVi. Het Veteranenloket (VL) faciliteert de toegang tot zowel de materiële als de immateriële zorg en dienstverlening voor Veteranen en MOD’ers en hun relaties. De kostenraming (€ 5,1 miljoen) betreft de totale uitvoeringskosten (inclusief zorgcoördinatoren van het ABP).

o Nuldelijnsondersteuning

Het NLVi is sinds 1 januari 2021 belast met de integrale coördinatie van de nuldelijnsondersteuning aan post-actieve veteranen en de aansluiting daarvan op de professionele hulpverlening van het LZV. Het NLVi voert de regie over de inrichting van dit landelijk dekkend systeem van nuldelijnsondersteuning. Defensie draagt jaarlijks bij aan de organisatie-, opleidings- en inzetkosten van de nuldelijnshelpers van het landelijk dekkend en genormeerd nuldelijnsondersteuningssysteem. De uitgaven voor Defensie bedragen € 135.000 per jaar.

Militaire Geestelijke Gezondheidszorg 500
Subsidie Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)
◦Wetenschappelijk onderzoek verbetering veteranenzorg 500
◦ Research & Development LZV 150
Totaal 1.150

Uitgaven onderzoek

In de begroting van DOSCO is € 500.000 opgenomen ten behoeve van onderzoeken naar de neurobiologische gevolgen van stress en trauma dat vanuit de Wetenschappelijke Onderzoeksgroep van de MGGZ wordt uitgevoerd. Verder is als onderdeel van de subsidie aan het NLVi € 650.000 voor wetenschappelijk onderzoek toegezegd. Daarvan is € 500.000 bestemd voor onderzoek naar de verbetering van de kwaliteit van zorg in het LZV. € 150.000 is opgenomen ten behoeve van toegepast, meer praktijk gericht onderzoek bij het LZV, in navolging van een aanbeveling uit het rapport Duurzame Financiering Veteranenzorg. Deze € 150.000 is toegezegd voor de duur van drie jaar (2020 t/m 2022) waarna dit wordt geëvalueerd.

Totaal 400
  1. Jaarlijkse overheveling naar Ministerie van Binnenlandse Zaken

Uitgaven overig

Nationale ombudsman

Conform de Veteranenwet heeft de Nationale ombudsman tevens een rol als ombudsman van de veteranen. In die rol behandelt hij klachten van veteranen over overheidsinstanties en over niet-overheidsinstanties die een taak uitvoeren op het gebied van veteranen. Daarnaast onderzoekt hij of er structurele knelpunten zijn. In april 2018 heeft Defensie, op verzoek van de Veteranenombudsman, besloten om het budget te verhogen van € 300.000 naar structureel € 400.000 per jaar.

7.7 Bijlage uitgaven Caribisch Nederland

2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026
Totaal uitgaven
Artikel 2 Koninklijke Marine
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven R S Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Artikel 3 Koninklijke Landmacht
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven R S Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Artikel 5 Koninklijke Marechaussee
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven R S Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven R S Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) dient er in de Rijksbegroting op grond van de motie Hachchi (Kamerstuk 33 000, nr. 28) een totaaloverzicht te worden opgenomen van alle uitgaven die de Rijksoverheid in Caribisch Nederland heeft gedaan. Daartoe wordt jaarlijks een overzichtstabel in de bijlage van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgenomen. Bovenstaande tabel is de bijdrage van Defensie aan dit overzicht, de in de tabel opgenomen letters R en S staan voor respectievelijk Rijk en Structureel en zijn conform het RBV-model van de bijlage. De bijdrage van de afzonderlijke departementen dienen in hun eigen begrotingen te worden opgenomen. Het Ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Koninkrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.

7.8 Bijlage afkortingen

ABP Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
ADR Auditdienst Rijk
AI Artificiële Intelligentie
AIVD Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
AMBV Alkmaarklasse Mijnenbestrijdingsvaartuig
AO Algemeen Overleg
AOO Adjudant Onderofficier
AOW Algemene Ouderdoms Wet
AR Algemene Rekenkamer
ASL BISL Application Services Library Business Information Services Library
AVG Algemene Verordening Gegevensbescherming
AWACS Airborne Warning and Control System (radarvliegtuig)
BBP Bruto Binnenlands Product
BENELUX België Nederland Luxemburg
BES Bonaire, Saba en Sint Eustatius
BG Battle Group
BHK Brigade Hoofdkwartier
BIT Bureau ICT-toetsing
BIV Budget Internationale Veiligheid
BKI BeleidsKader Inzetvoorraden
BOE Bijzondere Organisatie Eenheid
BPB Beleid, Plannen en Begroten
BOTOC Brede Offensief Tegen de georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit
BRIK-II Satelliet
BZ Ministerie van Buitenlandse Zaken
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
C-130 Transportvliegtuig
CARD Coordinated Annual Review on Defence
CARMIL Caribische Milities
CBRN Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) middelen
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CD CommissieDebat
CDP Capability Development Plan
CDS Commandant der Strijdkrachten
C&E Communication and Engagement team
CIO Chief information Officer
CIS Communicatie- en Informatiesystemen
CLAS Commando Landstrijdkrachten
CLSK Commando Luchtstrijdkrachten
CMC Chairman of the Military Committee
COID Centrale Organisatie Integriteit Defensie
COPL Cyber Operational Planning & Liaison
COTS/MOTS Commercial/Military Off The Shelf
CRRT Cyber Rapid Response Teams
CZSK Commando ZeeStrijdKrachten
DCA Dual Capable Aircraft
DCC Defensie Cyber Commando
DCPL Dienstencentrum Personeelslogistiek
DCSC Defensie Cyber Security Centrum
DDG Duikteam Defensie Duikgroep
DEU Duitsland
DMF DefensieMaterieelbegrotingsFonds
DMO Defensie Materieel Organisatie
DMP Defensie Materieel Proces
DNB De Nederlansche Bank
DOI Declaration of Intent
DOSCO Defensie OndersteuningsCommando
DPO DefensieProjectenOverzicht
EDA European Defence Agency
EDF Europees Defensiefonds
EDT Emerging & Disruptive Technologies
EES Europees In- en Uitreissysteem
EFP Enhanced Forward Presence
EI2 European Intervention Initiative
EMASOH European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz
EMSWe European Maritime Single Window
eNRF enhanced NATO Response Force
EODD Explosieven Opruimingsdienst Defensie
ERP M&F Enterprise Resource Planning Materieellogistiek & Financiën
ETIAS Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem
EU Europese Unie
EUVIS Europees Visum Informatiesysteem
EZK Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
F-16 Jachtvliegtuig
F-35 Vijfde generatie jachtvliegtuig
FIN Ministerie van Financiën
FMN Federated Mission Networking
FNIK Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht
FOST Flag Officer Sea Training
FOXTROT Draadloze IT infrastructuur en command- en controlsystemen
FPME Force Protection Middle East
FIOD Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst
FRONTEX Frontières extérieures (agentschap inzake buitengrenzen EU)
FSO Foreseeable Special Operation
GBVS Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie
GVDB Europese Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
GEN Generaal
GPOI Global Peace Operations Initiative
GrIT Grensverleggende Informatie Technologie
HADR Human Aid and Disaster Relief
HGIS Homogene Groep Internationale Samenwerking
HOV Hydrografisch opnamevaartuig
HQ Head Quarters (brigade hoofdkwartier)
HR Human Resources
IBO Interdepartementaal Beleidsonderzoek
ICT Informatie- en CommunicatieTechnologie
IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
IFFG Initial Follow On Force Group
IGK Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht
IGO Informatie Gestuurd Optreden
IGV Inspecteur-Generaal Veiligheid
ILT Inspectie Leefomgeving en Transport
IMG Inspectie Militaire Gezondheidszorg
IMSC International Maritime Security Construct
IND Immigratie- en Naturalisatiedienst
IOB Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie
IOM International Organization for Migration
ISAF International Security Assistance Force
ISIS Islamitische Staat
ISTAR Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance
IT Informatietechnologie (incl communicatie)
I&T Information & Technology
IVD Inspectie Veiligheid Defensie
IenW Infrastructuur en Waterstaat
JenV Ministerie van Justitie en Veiligheid
JEF Joint Expeditionary Force
JIATF-S Joint Interagency Task Force South
JIVC Joint Informatievoorzieningscommando
JSS Joint Support Ship
KAP Kapitein
KIC Kennis en Innovatie Convenant
KMar Koninklijke Marechaussee
KOL Kolonel
Kon. Koninklijk
KPI Key Performance Indicator
KPL Korporaal
KPU Kleding en Persoonlijke Uitrusting
KWNL Kustwacht Nederland
LIVS Licht Indirect Vurend Systeem
LKOL Luitenant-Kolonel
LNT Luitenant
LNV Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
LPD Landing Platform Dock
LPO Loon- en Prijsbijstelling
LZV Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen
MAJ Majoor
MALE UAV Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle
MARIN Maritime Research Institute Netherlands
MBS Maritime Battle Staff
MCG Marine Combat Group
MCGS Militaire Commissie Gevaarlijke Stoffen
MFF Multipurposefregat
MG Materiële Gereedheid
MGGZ Militaire Geestelijke GezondheidsZorg
MGZ Militaire Gezondheidzorg
MHK Militair Huis van de Koning
MINUSMA United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission
MIP Militair Invaliditeits Pensioen
MITB Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid
MIVD Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
MLA Militaire Luchtvaart Autoriteit
MOD Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers
MOU Memorandum of Understanding
MPZ Militaire Politie Zorg
MSC Zoe Mariniers Squadron Carib
MTV Mobiel Toezicht Veiligheid
NATO North Atlantic Treaty Organization
NAVO Noord Atlantische VerdragsOrganisatie
NBOF Niet Beschikbaar Op Functie
NDPP NAVO-DefensiePlanningsProces
NCHC Nationaal comité herdenking capitulatie Wageningen 1945
NCC Nationale Coördinatie Centrum
NH-90 Helikopter
NLD Nederland(se)
NLDA Nederlandse Defensie Academie
NLR Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum
NLVi Stichting Nederlands Veteraneninstituut
NO Nota Overleg
NRF NATO Response Force
NRI NATO Readiness Initiative
N.V. Naamloze Vennootschap
OG Operationele Gereedheid
OIIK Operatie Inzicht in Kwaliteit
OIR Operation Inherent Resolve
OM Openbaar Ministerie
OPV Oceangoing Patrol Vessel
PAS Partiële Arbeidsparticipatie Senioren
PAWA Partnership for Actions in Western Africa
PCMS Programma Civiel-Militaire Samenwerking
PFU Patriot Fire Unit
PESCO Permanent Structured Cooperation
POMS Prepositioned Organizational Materiel Storage
PPS-aanbesteding Publiek Private Samenwerking
PTSS Posttraumatische stressstoornis
PV Permanente Vertegenwoordiging
PvA Plan van aanpak
PW Politie Wet
QRA Quick Reaction Alert
RBV Rijksbegrotingsvoorschriften
RCR Rijkscoördinatieregeling
RHB Rijkshoofdboekhouding
RI&E Risico Inventarisatie en - Evaluatie
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
ROC Regionaal Opleidings Centrum
RMCa/RMOA Regionaal Militair Commando en Advies
RSM Resolute Support Mission
RVB Rijksvastgoedbedrijf
RVS Regeling Volledige Schadevergoeding
RVU Regeling voor vervroegde uittreding
RWT Rechtspersonen met een Wettelijke Taak
RZO Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek
SAC Strategic Airlift Capability
SAR Search and Rescue
SBK Sociaal Beleidskader
SCP Sociaal Cultureel Planbureau
SEA Strategische Evaluatie Agenda
SDM Stichting Defensiemusea
SGT Sergeant
SIC Snel Inzetbare Capaciteiten
SKD Stichting Koninklijke Defensiemusea
SKIA Strategische Kennis- en Innovatieagenda
SLD Soldaat
SM Sergeant-Majoor
SMART-L radar Signaal Multibeam Acquisition Radar for Targeting, Longrange
SNMG1 Standing NATO Maritime Group One
SOCOM Special Operations Command
SOF Special Operations Forces
SOLTG Special Operations Land Task Group
SOMTG Special Operations Maritime Task Group
SSCG Station Schip Caribisch Gebied
SSO Single Service Organisation
SVi Stichting Veteraneninstituut
SVP Strategisch Vastgoedplan
SWOON Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA
SZVK Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht
TAKUBA Taakgroep van de multinationale Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF)
TEN Tactical Edge Networking
TNO Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
TOC Territoriaal Operatie Centrum
TOD Toelage Onregelmatige Dienst
TOS Trends, Onderzoek & Statistiek
TSC Target Support Cell
UAV Unmanned Aerial Vehicle
UGM Uitkeringswet Gewezen Militairen
UIM Unit Interventie Mariniers
UNDOF United Nations Disengagement Observer Force
UNIFIL United Nations Interim Force in Lebanon
UNTSO United Nations Truce Supervision Organisation
US United States
USK Uniform Subsidiekader
USSC United States Security Coordinator
VAO Voorgezet Algemeen Overleg
VIVO Vliegen, inzet, varen en oefenen
VJTF(A) Very High Readiness Joint Task Force (Air)
VJTF(M) Very High Readiness Joint Task Force (Maritime)
VK Verenigd Koninkrijk
VL Veteranen Loket
VN Verenigde Naties
VOSS Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat
VP Vereniging Veteranen Platform
VPB Vennootschapsbelasting
VPD Vessel Protection Detachment
VS Verenigde Staten
vte Voltijdsequivalent
VUT/WUL Vervroegde UitTreding/Wet Uniformering Loonbegrip
WGO Wetgevings Overleg
WIV Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
ZBO Zelfstandige Bestuursorganen
ZKA Zelfstandige Kleine Aankopen
Zr. Ms. Zijner Majesteits
ZVW Zorgverzekeringswet
ZZF Zaterdag, Zondag, Feestdag

  1. __Kamerstuk 31865, nr. 184↩︎

  2. __Voorheen werd de term ‘werkgeversbijdrage’ gebruikt. Dit is een onjuiste term. Het is geen bijdrage maar een vergoeding voor de geleverde dienstverlening. Daarom is deze term vervangen door de term ‘aanneemsom’.↩︎

  3. __De Kamer heeft verzocht in de defensiebegroting cyber en space duidelijk te specificeren en uit te werken, zodat inzichtelijk wordt welke activiteiten c.q. doelstellingen gesteld worden en welke financiële middelen hiervoor beschikbaar gesteld worden (Kamerstuk 35000 X, nr. 46). Cyber is inmiddels een onderdeel van de begroting en komt aan bod in de beleidsagenda, beleidsartikel 7 Defensie Materieel Organisatie en niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement. Space is nog geen onderdeel van de begroting.↩︎

  4. __In de periode 2022-2024 werkt Defensie jaarlijks een SEA-thema uit↩︎

  5. __Elk SEA-thema wordt na 4-7 jaar looptijd afgerond met een periodieke rapportage. Voor deze rapportage wordt een synthese van verzamelde inzichten gemaakt↩︎

  6. __BS2020016415, BS2021002675↩︎

  7. __Defensievisie 2035, Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie 2018-2022 (GBVS)↩︎

  8. __Defensievisie 2035↩︎

  9. __Defensienota 2018↩︎

  10. __De in de KIA Veiligheid genoemde missies zijn onder leiding van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Defensie gedefinieerd.↩︎

  11. __Defensievisie 2035↩︎

  12. __BS2020025112↩︎