Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de voorhang Besluit tot wijziging van onder andere het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met de uitwerking van het taalschakeltraject als opleiding educatie en de onderwijsroute in het inburgeringsstelsel (Kamerstuk 31 288-915)
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D32842, datum: 2021-09-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D32842).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D. de Jong-van de Graaf, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z11875:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-07-01 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-07-08 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-09-09 10:00: Voorhang Besluit tot wijziging van onder andere het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met de uitwerking van het taalschakeltraject als opleiding educatie en de onderwijsroute in het inburgeringsstelsel (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-10-07 10:15: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-10-27 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D32842 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 25 juni 2021 inzake de voorhang van het Besluit tot wijziging van onder andere het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met de uitwerking van het taalschakeltraject als opleiding educatie en de onderwijsroute in het inburgeringsstelsel (Kamerstuk 31 288, nr. 915).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie,
De Jong-van de Graaf
Inhoud | blz. | ||
I | Vragen en opmerkingen uit de fracties | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de VVD-fractie | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de D66-fractie | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de CDA-fractie | 3 | |
• | Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie | 4 | |
II | Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 5 |
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorgehangen besluit met de uitwerking van het taalschakeltraject. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er verschillende taalschakeltrajecten zijn die toegang kunnen geven tot vervolgopleidingen. Kan de Minister toelichten op welke manier binnen de brede intake wordt gekeken naar het niveau waarop inburgeraars kunnen instromen? Gaat het daarbij puur om het niveau van eerder behaalde diploma’s of ook om andere mogelijkheden zoals de leerbaarheidstoets? Is het daarbij mogelijk om eerst te stapelen in taalschakeltrajecten voor het verhogen van het instroomniveau in reguliere vervolgopleidingen of is het oorspronkelijk bepaalde niveau het niveau waarop de statushouder kan instromen na succesvol afronden van het traject, zo vragen de voornoemde leden.
Deze leden hebben begrip voor de keuze dat vervolgopleidingen zelf kunnen bepalen of iemand voldoet aan de toelatingseisen van de opleiding. Tegelijkertijd zijn zij van mening dat het van groot belang is dat taalschakeltrajecten daadwerkelijk leiden tot het volgen en succesvol kunnen doorlopen van een vervolgopleiding. Op welke manier heeft de Minister gesproken en/of afspraken gemaakt met vervolgopleidingen? Welke eisen stellen zij aan statushouders om hun vervolgopleiding te kunnen volgen? De leden vragen voorts of de trajecten daarvoor voldoende basis bieden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er in reactie op de internetconsultatie een steunpunt voor taalschakelinstellingen wordt ingericht waar aanvragers met hun vragen terechtkunnen. Daar wordt op dit moment aan gewerkt. De leden vragen wat de deadline hiervoor is.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voorhang van het Besluit tot wijziging van onder andere het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met de uitwerking van het taalschakeltraject als opleiding educatie en de onderwijsroute in het inburgeringsstelsel. Zij hebben nog enkele kritische vragen en opmerkingen.
Algemeen
De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen over leerlingen die na de eerste opvang in Nederland op een praktijkschool komen en vervolgens na hun achttiende verjaardag inburgeringsplichtig worden. De voornoemde leden hebben zorgwekkende signalen ontvangen over leerlingen die goed kunnen meekomen op de praktijkschool, maar door wetgeving in de knel raken. Deze leerlingen zijn namelijk niet altijd in staat om aan de eisen van het inburgeringsdiploma te voldoen (referentieniveau A2 Nederlandse taal), terwijl hun aanwezigheid op een praktijkschool en het behalen van een diploma geen vrijstelling daarvoor oplevert. Hierdoor kiezen leerlingen er soms voor om vroegtijdig de praktijkschool te verlaten, om via een andere route toch een vrijstelling te ontvangen voor de inburgering, bijvoorbeeld door zich in te schrijven bij een entreeopleiding in de hoop door te kunnen stromen naar mbo-2. Vaak is dit geen succesvolle route. Het gevolg is dat leerlingen de voorbereiding op de arbeidsmarkt op de praktijkschool mislopen, waardoor de kans op een succesvolle uitstroom kleiner wordt. Bovendien hebben zij dan alsnog niet aan hun verplichting tot inburgeren voldaan. De voornoemde leden constateren dat met de nieuwe Wet inburgering de regie bij gemeenten komt te liggen. Zij vragen de Minister of met de nieuwe wet wordt geborgd dat deze problematiek verholpen wordt en of de Minister de genoemde problematiek herkent.
De leden van de D66-fractie hebben daarnaast vernomen dat een aantal onderwijsinstellingen in Groningen en Drenthe stopt met het aanbieden van inburgeringscursussen, omdat dit te duur zou zijn. De te hoge kosten zouden met name komen door de nieuwe Wet inburgering. Gemeenten moeten namelijk zelf inburgeringscursussen inkopen, waar dit voorheen de taak was van de inburgeraar zelf. Klopt het dat scholen niet genoeg budget krijgen om dit te realiseren? Vindt de Minister het wenselijk dat scholen moeten stoppen met het aanbieden van inburgeringscursussen? Welke gevolgen heeft dit voor inburgeraars in Groningen en Drenthe, zo vragen de leden.
De leden van de D66-fractie hebben opgemerkt dat regelmatig onduidelijkheid bestaat over de verschillende inburgeringsroutes en de plichten die inburgeraars hebben. Zij vragen of een stroomschema kan worden verstrekt van de verschillende inburgeringstrajecten en de bijbehorende rechten en plichten die inburgeraars hebben, waarbij duidelijk inzicht wordt gegeven in de wijze waarop de onderwijsroute, de zelfredzaamheidsroute en de B1-route zich tot elkaar verhouden en van elkaar verschillen.
Aanleiding
De leden van de D66-fractie lezen dat een taalschakelprogramma, mede vanwege mogelijke rechtsongelijkheid met andere vo-leerlingen1, geen eigenstandig toelatingsrecht geeft tot vervolgonderwijs, maar dat wel wordt verwacht dat de inhoudelijke invulling van de taalschakeltrajecten tezamen met de eventueel opgedane werk- en onderwijservaring in het land van herkomst voldoende zullen zijn om toegang tot het vervolgonderwijs mogelijk te maken. Deze leden vragen op welke wijze dit kenbaar wordt gemaakt onder de personen die een taalschakeltraject volgen en op welke manier zij enige zekerheid kunnen hebben over hun mogelijkheden om in aanmerking te komen voor het volgen van vervolgonderwijs.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot wijziging van onder andere het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met de uitwerking van het taalschakeltraject als opleiding educatie en de onderwijsroute in het inburgeringsstelsel. De leden hebben nog enkele vragen.
Taalschakeldiploma geeft geen toelatingsrecht tot vervolgopleiding
De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre taalschakelinstellingen lokaal/landelijk taalschakeltrajecten aanbieden. Wat betekent het advies voor taalschakelinstellingen om afspraken te maken met mbo- en ho-instellingen over de toelating van geslaagde taalschakeldeelnemers? Gaat dit om individuele afspraken of om afspraken met de koepels? Is dit haalbaar vanwege de hoeveelheid instellingen en opleidingen? Zijn de mbo- en ho-instellingen hier volgens de Minister toe bereid, zo vragen de leden.
Samenvattend: complexiteit regels rondom taalschakeltraject
De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre de taken van examencommissies van taalschakelinstellingen te vergelijken zijn met de taken van een examencommissie van een mbo- en ho-instelling. In hoeverre zitten er ook mensen vanuit het mbo en ho in zo’n examencommissie om de overgang van een taalschakeltraject naar een vervolgopleiding gemakkelijker te maken, zo vragen de leden van de voornoemde fractie.
Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze
De leden van de CDA-fractie vragen tot slot in hoeverre vervolgopleidingen in het mbo en ho worden betrokken bij de voorbereiding van de beoogde student op Nederlandse vervolgopleiding.
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met bijzondere belangstelling kennisgenomen van onderhavig besluit inzake de regels van de examens van het taalschakeltraject. De voornoemde leden zien de onderwijsroute in de nieuwe Wet inburgering als een belangrijke route naar succesvol inburgeren. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de nota van toelichting dat taalschakelinstellingen wordt aangeraden om afspraken te maken met mbo en ho-instellingen over de toelating van geslaagde taalschakeldeelnemers. Kan de Minister toelichten hoe die afspraken vormgegeven zouden moeten worden? Gaat het hier om jaarlijkse afspraken? Gaat het om afspraken per inburgeraar of per vervolgopleiding? Hoe wordt voorkomen dat er geen landelijk of regionaal dekkend aanbod is van taalschakelinstellingen die afspraken hebben met mbo- en ho-onderwijsinstellingen? Kan het voorkomen dat bepaalde beoogde vooropleidingen niet beschikbaar zijn voor inburgeraars, omdat daar geen afspraken mee zijn gemaakt? Welke rol speelt de Minister in het aanmoedigen van afspraken tussen de taalschakelinstellingen en de mbo en ho-instellingen? De leden vragen of de Minister voornemens is dit te monitoren en, indien dit niet het geval is, waarom dat niet zo is.
Voorts lezen de leden van de GroenLinks-fractie dat alleen de onderwijsinstelling van de beoogde vooropleiding uiteindelijk kan bepalen of de deelnemer na afronding van het taalschakeltraject daadwerkelijk de juiste kennis en vaardigheden heeft om met de vervolgsopleiding te kunnen starten. De leden volgen deze redenering. Deze leden hebben echter enkele vragen ter verduidelijking. Kan het voorkomen dat een inburgeraar een diploma heeft gehaald bij een taalschakelinstelling om vervolgens niet toegelaten te worden door de onderwijsinstelling van de beoogde vervolgopleiding, ondanks eerdere afspraken om dit wel te doen? Zo ja, wie is op dat moment verantwoordelijk voor de voortgang van de onderwijsroute van de inburgeraar? Mogen onderwijsinstellingen aanvullende toelatingstoetsen afnemen, naast het diploma van een taalschakelinstelling, of kan de inburgeraar er altijd van uitgaan dat dit diploma voldoende is, zo vragen de leden.
Ten slotte hebben de leden van de GroenLinks-fractie nog enkele algemene vragen over de onderwijsroute in de nieuwe Wet inburgering. Deze leden maken zich grote zorgen over de dreigende mislukking van de onderwijsroute. Aanbieders van de onderwijsroute hebben aangegeven dat het budget dat het kabinet beschikbaar stelt voor deze route niet dekkend is en zij schrijven zich daarom niet in op de aanbestedingen. Hierdoor is vooralsnog geen sprake van een landelijk dekkend aanbod voor de onderwijsroute. Vormt dit gegeven volgens de Minister geen belemmering voor de afspraken die taalschakelinstellingen kunnen maken met onderwijsinstellingen? Heeft de Minister zicht op wat het effect van dit ontoereikende budget is op potentiele taalschakelinstellingen? Kan de Minister aangeven hoe het staat met het onderzoek om dit in kaart te brengen? De leden vragen tot slot wanneer de Kamer de resultaten van dit onderzoek kan verwachten en hoe de vervolgstappen en het tijdpad er volgens de Minister uitzien.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Vo: voortgezet onderwijs↩︎