Uitvoering van de motie van de leden Pieter Heerma en Segers over onderzoek naar strategische afhankelijkheden ten aanzien van medische voorzieningen, voedselveiligheid, cyber, energie en defensiematerieel
Nationale Veiligheid
Brief regering
Nummer: 2021D34153, datum: 2021-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30821-153).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 30821 -153 Nationale Veiligheid.
Onderdeel van zaak 2021Z15913:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-29 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-10-26 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
30 821 Nationale Veiligheid
Nr. 153 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2021
Mede naar aanleiding van het aannemen van de motie van de leden Pieter Heerma en Segers (Kamerstuk 35 570, nr. 17) heb ik uw Kamer geïnformeerd over een onderzoek naar een planbureau voor de veiligheid (Kamerstuk 30 821, nr. 127).
De opdracht voor het onderzoek luidde als volgt: onderzoek of en waar een planbureau voor de veiligheid of vergelijkbare instelling toegevoegde waarde zou hebben, met inachtneming van de bestaande coördinatiestructuren op nationale veiligheid en de reeds lopende ontwikkelingen op het gebied van geïntegreerde analyse- en strategievorming binnen de (rijks-)overheid. Werk daartoe de voor- en nadelen van een planbureau voor de veiligheid in hun onderlinge samenhang uit en geef een onderbouwd advies over de toegevoegde waarde, de wenselijkheid en de gewenste scope van een dergelijke instelling. Betrek daarbij de impact op de bestaande rolverdeling tussen de spelers in het nationale veiligheidsveld, inclusief de verhouding tussen een mogelijk planbureau en reeds bestaande (interdepartementale) analysenetwerken ten behoeve van de nationale veiligheid.
Dit onderzoek is uitgevoerd door ABD TOPConsult en zijn rapportage treft u bijgaand aan1.
Het rapport van ABD TOPConsult is gebaseerd op desk research en interviews en komt tot een zestal aanbevelingen over de toegevoegde waarde van een planbureau in relatie tot versterking van bestaande instituties, de integraliteit van het veiligheidsstelsel, versterking van politieke regie, evidence-based scenariovorming, adequate ondersteuning en een mogelijke borging van nationale veiligheid in een wettelijk kader.
De eerste aanbeveling uit het onderzoek gaat in op een planbureau voor de veiligheid en raakt daarmee de motie van de leden Pieter Heerma en Segers (Kamerstuk 35 570, nr. 17).
De onderzoekers constateren dat er goede slagen zijn gemaakt op het gebied van analyse van veiligheidstrends en -bedreigingen. De ambtelijke netwerken die deze integraliteit moeten borgen zijn aanzienlijk versterkt en functioneren – zo stellen de onderzoekers – grotendeels tot tevredenheid van de rechtstreeks betrokkenen. De analysecapaciteit is positief in ontwikkeling en groeit steeds meer toe naar nationale geïntegreerde periodieke analyses. Daarin worden in samenwerking met alle betrokken partijen zowel «safety» als «security» vraagstukken geadresseerd in rijksbrede risico- en dreigingsanalyses.
Daar waar versterking nog wenselijk is, menen de onderzoekers dat versterking van bestaande organisaties in het veiligheidsnetwerk en het toekennen van meer gezag aan onderdelen van dat netwerk voldoende kunnen voorzien.
Bovendien zal volgens de onderzoekers het systematisch inzetten van de bestaande planbureaus in het veiligheidsdomein kunnen bijdragen aan de integraliteit van de veiligheidsanalyse met meer aandacht voor kwantitatieve doorrekening van preventieve en reactieve scenario’s.
Volgens de onderzoekers is een nadeel van de oprichting van een nieuw instituut dat het vrijwel onvermijdelijk schade zal doen aan het netwerk van veiligheidssignalering en -analyses zoals zich dat de afgelopen jaren heeft opgebouwd en nog steeds in ontwikkeling is. De vrees bestaat voorts dat de kosten van de oprichting van een planbureau ten koste zou gaan van andere onderdelen van het kennis- en analysenetwerk.
Naar het oordeel van het kabinet noemen de onderzoekers in hun rapport relevante argumenten om geen planbureau voor de veiligheid op te richten. Nochtans laat het kabinet de definitieve keuze hieromtrent aan een nieuw kabinet.
De onderzoekers doen nog een aantal andere aanbevelingen waarmee in hun ogen het veiligheidsveld versterkt kan worden. Deze aanbevelingen worden eveneens ter overweging aan een nieuw kabinet gelaten.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎