35931 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet bronbelasting 2021, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft de maatregel om mismatches door een omgekeerde hybride tegen te gaan (PbEU 2017, L 144/1) (Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking)
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet bronbelasting 2021, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft de maatregel om mismatches door een omgekeerde hybride tegen te gaan (PbEU 2017, L 144/1) (Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2021D34553, datum: 2021-09-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
Onderdeel van zaak 2021Z16053:
- Indiener: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2021-09-28 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-29 15:00: Pakket Belastingplan 2022 (Hybride) (Technische briefing), vaste commissie voor Financiën
- 2021-09-30 14:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-10-06 14:00: Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2021-10-25 11:00: Pakket Belastingplan 2022 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2021-11-01 11:00: Pakket Belastingplan 2022 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2021-11-03 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-11-09 16:00: Pakket Belastingplan 2022 (35927 t/m 35 932) Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel (35 933) en de Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting (35 873) (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2021-11-10 14:30: Pakket Belastingplan 2022 (35927 t/m 35932) Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel (35933) en de Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting (35873) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2021-11-11 15:10: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over het Pakket Belastingplan 2022, de Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel (35 933), de Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting (35 873) en over moties ingediend bij het tweeminutendebat Mestbeleid) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W06.21.0266/III 's-Gravenhage, 13 september 2021
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 27 augustus 2021, no.2021001642, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet bronbelasting 2021, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft de maatregel om mismatches door een omgekeerde hybride tegen te gaan (PbEU 2017, L 144/1) (Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking), met memorie van toelichting.
Het voorstel is onderdeel van het fiscale pakket voor het jaar 2022, samen met de wetsvoorstellen Belastingplan 2022, Overige fiscale maatregelen 2022, Wet hersteloperatie toeslagen, Wijziging van de Algemene douanewet (versterking grondslag cameratoezicht) en Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen heffingsverminderingen).
Het wetsvoorstel is gericht op het voorkomen van belastingontwijking in internationaal verband. Het voorstel regelt de implementatie van de zogenoemde belastingplichtmaatregel voor omgekeerde hybride lichamen per 1 januari 2022.1 Daarnaast herstelt het voorstel een omissie in de per 1 januari 2020 in werking getreden (reguliere) hybridemismatchmaatregelen in de vennootschapsbelasting.
De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over de wijze van implementeren, de samenhang met het afschaffen van de belastingplicht voor open commanditaire vennootschappen en de administratieve lasten als gevolg van het voorstel. In verband daarmee is aanpassing van de toelichting wenselijk.
1. Implementatie belastingplichtmaatregel voor omgekeerde hybride lichamen
In de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking is onder meer de zogenoemde belastingplichtmaatregel voor omgekeerde hybride lichamen geïmplementeerd. Voor deze belastingplichtmaatregel is een uitgestelde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 opgenomen. In de toelichting is destijds opgemerkt:2
“In dit wetsvoorstel wordt de belastingplichtmaatregel conform ATAD2 geïmplementeerd. (…) De omgekeerde hybride is echter een complexe figuur en het kabinet zal nog bezien of er nadere regels noodzakelijk zijn om zeker te stellen dat er geen ongewenst belastingvoordeel met deze hybride figuur kan worden bereikt. Gezien de complexiteit is hiervoor nader onderzoek nodig. In ieder geval zal worden geregeld dat de omgekeerde hybride inhoudingsplichtig wordt voor de dividendbelasting. Hiervoor zal het kabinet uiterlijk eind 2021 aanvullende maatregelen opnemen in een afzonderlijk wetsvoorstel.”
In het onderhavige wetsvoorstel zijn de bedoelde aanvullende maatregelen opgenomen. De aanvullende maatregelen voorzien in het nader inregelen van de belastingplichtmaatregel in de systematiek van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de dividendbelasting en de bronbelasting. Daarnaast voorziet het voorstel in enkele aanpassingen van de al geïmplementeerde belastingplichtmaatregel. Daarbij is er voor gekozen om de in de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking al geïmplementeerde belastingplichtmaatregel te laten vervallen en die belastingplichtmaatregel, inclusief de genoemde aanvullende maatregelen en aanpassingen integraal op te nemen in het onderhavige wetsvoorstel.
De Afdeling adviseert om het voorgaande duidelijker uiteen te zetten in de toelichting.
2. Afschaffen belastingplicht open commanditaire vennootschappen
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft in de internetconsultatie verzocht om overgangsrecht op te nemen ten aanzien van open commanditaire vennootschappen die met het afschaffen van de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting zouden kunnen kwalificeren als omgekeerd hybride lichaam. In reactie daarop is in de toelichting vermeld dat bij het afschaffen van de belastingplicht van open commanditaire vennootschappen zal worden bezien of en op welke wijze overgangsrecht kan worden opgenomen voor dergelijke situaties.3
De Afdeling acht, gelet op de samenhang tussen het onderhavige wetsvoorstel en de afschaffing van de belastingplicht voor open commanditaire vennootschappen, de wijze waarop het overgangsrecht wordt ingevuld relevant voor het vormen van een oordeel over het onderhavige wetsvoorstel. De Afdeling wijst er in dit verband op dat een concept van een wetsvoorstel Aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen, waarin het afschaffen van de belastingplicht voor open commanditaire vennootschappen wordt geregeld, van 29 maart 2021 tot en met 26 april 2021 in internetconsultatie is geweest. Mede gelet op dit stadium van de wetgeving rondom de afschaffing van de belastingplicht voor open commanditaire vennootschappen moet het toch mogelijk zijn dat wordt toegelicht hoe het hiervoor genoemde overgangsrecht wordt vorm gegeven
De Afdeling adviseert hierop in de toelichting nader in te gaan en het voorstel zo nodig aan te passen.
3. Administratieve lasten / gevolgen voor bedrijfsleven en burger
De toelichting volstaat bij de omschrijving van de administratieve lasten en gevolgen voor bedrijfsleven en burger met de conclusie dat de maatregelen in dit wetsvoorstel geen of slechts zeer beperkte gevolgen hebben voor de administratieve lasten.4 De Afdeling kan zich nauwelijks voorstellen dat dit correct is, alleen al omdat met het onderhavige wetsvoorstel voor omgekeerde hybride lichamen met ingang van 2022 een belastingplicht voor de vennootschapsbelasting en een inhoudingsplicht voor de dividendbelasting wordt geïntroduceerd.
De Afdeling adviseert de gevolgen van het wetsvoorstel voor het bedrijfsleven te motiveren.
4. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal
opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden
voordat het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt
ingediend.
De vice-president van de Raad van State,
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W06.21.0266/III
In artikel VI “onderdeel 2” vervangen door “tweede lid alsmede de aanduiding “1.” voor het eerste lid”.
Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 (ATAD1) wat betreft hybridemismatches met derde landen (PbEU 2017, L 144/1).↩︎
Kamerstukken II 2018/19, 35241, nr. 3.↩︎
Memorie van toelichting, onderdeel 3. Consultatie, onder ‘overgangsrecht’.↩︎
Memorie van toelichting, onderdeel 6. Administratieve lasten / gevolgen voor bedrijfsleven en burger.↩︎