[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het terugvorderen en kwijtschelden van WIA-voorschotten (Kamerstuk 32716-44)

Evaluatie Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D36163, datum: 2021-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D36163).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z14649:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D36163 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 30 augustus 2021 ontvangen brief inzake het terugvorderen en kwijtschelden van WIA-voorschotten (Kamerstuk 32 716, nr. 44).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Peters

De adjunct-griffier van de commissie,
Van den Broek

Inhoudsopgave blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie 3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie 3
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie 4
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie 5
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie 6
II Antwoord/Reactie van de Minister 7

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister over het terugvorderen en kwijtschelden van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)-voorschotten. Zij zijn al langer bezorgd over de achterstanden in de WIA-claimbeoordelingen van Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de oorzaken daarvan. Deze leden vinden het goed om te zien dat de Minister – naast een kortetermijnoplossing – ook kijkt hoe voorkomen kan worden dat dergelijke situaties in de toekomst opnieuw ontstaan. Werknemers die wegens arbeidsongeschiktheid aanspraak maken op sociale zekerheid moeten ervan op aan kunnen dat hun rechten en plichten begrijpelijk zijn en worden uitgevoerd conform wet- en regelgeving.

De leden van de VVD-fractie constateren dat zowel werkgevers als werknemers de gevolgen ondervinden van onjuiste of vertraagde uitvoering. Naast de financiële gevolgen, waarvoor nu een regeling is getroffen, hebben mensen gedurende de voorschotperiode geen dienstverlening van UWV ontvangen. Deze leden ondersteunen de Minister in zijn stelling dat, zeker wanneer de voorschotperiode een langere duur kent (en iemand niet arbeidsongeschikt in de zin van de WIA wordt geacht), kostbare tijd om te re-integreren verloren gaat. De Minister laat weten dat UWV onderzoekt of en hoe het deze mensen alsnog op vrijwillige basis maatwerk kan leveren, door alvast te starten met de re-integratiedienstverlening in afwachting van de claimbeoordeling. Deze leden vragen of het aanbieden van dergelijk maatwerk ook in de toekomst aangeboden wordt aan werknemers die in afwachting zijn van hun claimbeoordeling. En op welke manier wordt beoordeeld of dat aanbod succesvol is, kan de Minister daarvan aangeven hoe hij daarnaar kijkt?

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of hij een overzicht kan geven van de verschillen tussen de publieke voorziening, UWV, en de eigenrisicodragers en private uitvoerders als het gaat om de verwerking van WIA-claims, de vertraging in de beoordeling en de mate van dienstverlening als het gaat om re-integratie en voorschotten. En kan de Minister hierbij aangeven hoe hij de vertraagde claimbeoordelingen van UWV en de kwijtschelding van de voorschotten beoordeelt in vergelijking met de particuliere uitvoerders? Hoe groot is het risico dat door de vertragingen bij UWV rechtsongelijkheid ontstaat tussen werkgevers én werknemers die publiek dan wel privaat verzekerd zijn? En wat doet de Minister om rechtsgelijkheid te borgen en het speelveld voor de dienstverleners gelijk te houden?

De leden van de VVD-fractie hebben geconstateerd dat de Minister aangeeft een aantal vervolgstappen te nemen om de ongewenste situatie van schulden, ontstaan door de oplopende doorlooptijden van WIA-claimbeoordelingen, te voorkomen. Daarbij wenst hij een principiële discussie over de mate van hardvochtig beleid of wetgeving en hoe hiermee moet worden omgegaan. Welke knelpunten heeft de Minister voor ogen in deze specifieke casus? En wat is de stand van zaken met betrekking tot de door de Minister aangekondigde maatregelen om de oorzaken (capaciteit, mismatch tussen vraag- en aanbod van sociaal-medische beoordelingen) die ten grondslag liggen aan het achterblijven van WIA-claimbeoordelingen, te verhelpen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met veel belangstelling kennisgenomen van de kamerbrief over het terugvorderen en kwijtschelden van WIA-voorschotten. Zij zijn verheugd dat UWV heeft besloten om de voorschotten die niet verrekend kunnen worden, kwijt te schelden. Zij hebben daarover nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie vragen of is overwogen om het recht op de WIA te laten bestaan tot het moment van de claimbeoordeling. Deze leden vragen wat de voor- en nadelen daarvan kunnen zijn en of dat een meer eerlijke situatie op kan leveren tussen mensen met Werkloosheidswet (WW)-recht en zonder. Deze leden vragen daarnaast of het kwijtschelden van de voorschotten van invloed zou kunnen zijn op het recht op toeslagen en wat er zou gebeuren als het recht op de WIA dus tot de claimbeoordeling zou bestaan.

De leden van de D66-fractie vragen of de Minister uiteen zou willen zetten welke voortrajecten vooraf kunnen gaan aan de WIA-claimbeoordeling, zoals een loondoorbetalingsperiode bij ziekte of een ziektewetuitkering. Deze leden vragen of de Minister zicht heeft op het aandeel mensen dat bij de claimbeoordeling blijkt geen recht te hebben op een WIA-uitkering, of dat verschilt tussen mensen die eerst een ziektewetuitkering hebben gehad en of dat verschillend is bij wel of niet eigen risicodragers. Deze leden vragen of de Minister bereid is om wel bij te gaan houden wanneer een voorschot wordt teruggevorderd omdat de betrokkene minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt geacht, ook als de terugvordering volledig kan worden verrekend met een WW-uitkering.

De leden van de D66-fractie vragen wat de huidige stand is van het inlopen bij de achterstanden van de claimbeoordeling. Deze leden vragen of de duur van de regeling ook aangeeft dat de Minister niet verwacht dat voor 2023 aan de termijn van acht weken kan worden voldaan. Tot slot vragen deze leden of met voorgestelde regeling wordt voldaan aan de wens van UWV in de Stand van de Uitvoering Sociale Zekerheid.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie maken graag van de gelegenheid gebruik een inbreng te leveren naar aanleiding van het agendastuk voor het schriftelijk overleg «Het terugvorderen en kwijtschelden van WIA-voorschotten (32 716, nr. 44)».

De leden van de CDA-fractie lezen dat sinds eind 2019 het aantal en de duur van voorschotten als gevolg van een mismatch tussen vraag en aanbod van sociaal-medische beoordelingen, aanpassingen in de prioritering en kantoorsluitingen door coronamaatregelen fors is toegenomen. Ligt de oorzaak hier alleen bij de coronamaatregelen of zijn er ook nog andere oorzaken gelet op feit dat eind 2019 en begin 2020 nog geen coronamaatregelen van kracht waren?

Voorts lezen de leden van de CDA-fractie dat de al langer bestaande mismatch tussen vraag en aanbod van de sociaal-medische beoordelingen, de combinatie van de mismatch en de afspraak die UWV en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in 2019 hebben gemaakt om een trendbreuk te realiseren, ertoe heeft geleid dat UWV andere keuzes heeft gemaakt over de inzet van capaciteit. Valt hiermee de verdubbeling van het aantal voorschotten in 2019 ten opzichte van 2018 te verklaren?

De leden van de CDA-fractie delen de mening van de Minister en UWV dat het onwenselijk is dat mensen te maken hebben met een niet tijdige claimbeoordeling. Dat een combinatie van factoren ervoor zorgt dat UWV wil afzien van het invorderen van verstrekte voorschotten of uitkeringen kunnen deze leden goed begrijpen. Hoewel UWV daartoe gemachtigd is, kan dit alleen in zeer beperkte gevallen. Kan aangegeven worden hoe groot deze groep is? Onder welke voorwaarden worden voorschotten teruggevorderd?

De leden van de CDA-fractie constateren dat met deze mogelijkheden in de WIA mogelijk slechts een handvol mensen is geholpen, terwijl het probleem bij veel meer mensen tot (zeer) vervelende situaties kan leiden. Deze leden vinden het dan ook gerechtvaardigd dat UWV heeft besloten om voor de gehele groep een oplossing te zoeken. Kan aangeven worden wanneer deze oplossing voorhanden is en hoe de betrokken mensen hierover worden geïnformeerd?

De leden van de CDA-fractie lezen dat er een tijdelijke kwijtschelding bij specifieke groepen komt. De kwijtscheldingsmaatregel zal tijdelijk worden toegepast tot en met 31 december 2022. De verwachting van de Minister is dat per die datum zodanige maatregelen zullen zijn genomen dat het aantal en de duur van voorschotten weer een normale omvang heeft. Wanneer wordt kenbaar gemaakt of deze maatregelen voldoende zijn en/of de kwijtscheldingsmaatregel mogelijk verlengd kan/moet worden?

De leden van de CDA-fractie lezen dat naast de financiële gevolgen mensen ook gedurende de voorschotperiode geen dienstverlening van UWV hebben ontvangen. Zeker als de voorschotperiode een langere duur heeft en iemand niet arbeidsongeschikt in de zin van de WIA wordt geacht, kan daardoor kostbare tijd om de betrokkene te re-integreren verloren zijn gegaan. UWV onderzoekt de mogelijkheid om voor deze mensen alsnog op vrijwillige basis maatwerk te kunnen leveren, door daar waar een voorschot zich voordoet, alvast te starten met de re-integratiedienstverlening in afwachting van de claimbeoordeling. Om hoeveel personen gaat het hierbij die hiervoor in aanmerking komen? Wanneer gaat dit starten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van brief 32 716, nummer 44 betreffende «Het terugvorderen en kwijtschelden van WIA-voorschotten» en hebben hierover vragen en opmerkingen.

De leden van de SP-fractie vinden het terecht dat de voorschotten voor de betreffende groep WIA-aanvragers wordt kwijtgescholden. Zij zijn immers buiten hun fout om door de lange wachttijden in problemen gekomen. Positief in deze is dat UWV dit zelf naar voren heeft gebracht. Deze leden willen graag meer weten over de maatwerkplaats. Wanneer worden zaken daar behandeld? Hoe wordt besloten welke zaak daar al dan niet wordt behandeld? Kunnen UWV-klanten daar zelf een beroep op doen? Hoeveel zaken zijn bekeken en wanneer is deze maatwerkplaats opgericht?

De leden van de SP-fractie hebben al op verschillende plekken gezien dat fouten van UWV verstrekkende gevolgen hebben in het leven van mensen, zoals huisuitzettingen, schulden, depressies en familieruzies. Deze menselijke drama’s komen naar voren in de Groningse Ondersteuningsteam Noord (OTN) zaak, maar ook bij mensen die zich melden bij de SP. Deze leden vinden het in zijn algemeenheid niet acceptabel dat mensen zo gedupeerd worden door fouten van UWV, of zaken die buiten hun invloedssfeer liggen, zoals in het voorliggende geval de lange wachttijden. Deze leden willen graag het juridisch kader exact uiteengezet krijgen waarbinnen UWV moet werken als het gaat om mensen die gedupeerd raken door fouten van UWV of lange wachttijden. En hoe is dit juridisch kader voor gemeenten bij de Participatiewet? Hoe verhouden deze twee zich tot elkaar? Wanneer mag UWV of de gemeente mensen compenseren voor gemaakte fouten, of lange wachttijden en wanneer niet? Wanneer zijn zij verplicht om terug te vorderen, ook als de fout bij hun ligt? Is er wetgeving die afzien van terugvordering of compensatie in de weg staat bij fouten van UWV of de gemeente? En is er wetgeving waar mensen die gedupeerd raken door fouten van UWV of de gemeente, zich op kunnen beroepen?

De leden van de SP-fractie willen graag weten wat het UWV-beleid is aangaande alle mensen die door fouten van UWV financieel gedupeerd raken. Het gaat dus niet om de beperkte in de brief genoemde groep maar om alle mensen die in de problemen raken door onterechte betalingen, onterechte terugvorderingen, onterecht weigeren van betalingen en te lange wachttijden. Heeft het kabinet zicht op de grootte van de groep mensen die door fouten van UWV in de knel komt? Welk deel van de klachten en welk deel van de bezwaarprocedures betrof fouten van UWV?

Tot slot willen de leden van de SP-fractie graag weten wat er gaat gebeuren als de duur van de voorschotten op 31 december 2022 niet tot normale proporties is geslonken. Wordt de Kamer dan op de hoogte gesteld? Wat is volgens het kabinet een normale duur van voorschotbetalingen en wat niet?

De leden van PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie hebben met waardering kennisgenomen van het besluit om in bepaalde gevallen terugvorderingen kwijt te schelden. Zij willen hun complimenten geven aan UWV voor het aankaarten van dit probleem en het bedenken van een oplossing. Deze leden hebben naar aanleiding van de brief en de antwoorden op de schriftelijke vragen nog wel enkele aanvullende vragen.

De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie lezen dat een WIA-voorschot niet automatisch of verplicht wordt verstrekt, maar dat mensen dit zelf moeten aanvragen. Wat is de reden om mensen niet automatisch een voorschot te geven? Is het mogelijk om dit in bepaalde gevallen wel te doen? Klopt het dat niet bekend is hoe vaak er wel of niet een voorschot wordt aangevraagd? Is de Minister bereid dit beter in beeld te brengen, en daarbij ook te achterhalen waarom mensen afzien van het aanvragen van een voorschot, en wat de gevolgen hiervan zijn voor deze mensen? De leden van de GroenLinks-fractie hebben al eerder gevraagd naar het aantal keren dat UWV in het verleden gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om in bepaalde gevallen af te zien van terugvordering. Is deze informatie inmiddels beschikbaar?

De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie constateren dat de regelingen in de sociale zekerheid voor veel mensen erg ingewikkeld zijn en dat het vaak niet duidelijk is waar mensen terecht kunnen. Hierdoor kunnen mensen onnodig in financiële problemen komen. Deze leden hebben in dat kader enkele vragen over de huidige werkwijze. Deze leden lezen dat het ministerie en UWV in gesprek zijn met de Belastingdienst over de fiscale aspecten. Kan de Minister nader toelichten wat hierbij de knelpunten en dilemma’s zijn? In antwoord op de gestelde schriftelijke vragen schrijft de Minister dat mensen zelf hun onterecht afgedragen loonheffing terug kunnen vorderen van de Belastingdienst, door dit als negatief inkomen op te geven. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt geheel bij de betrokkene zelf. Is er een manier om dit voor mensen makkelijker te maken en/of ze hierbij te helpen? Voorts lezen deze leden dat UWV een persbericht zal verspreiden om duidelijk te maken wat de rechten zijn van mensen. Worden de mensen bij wie een terugvordering wordt kwijtgescholden ook individueel geïnformeerd (bijvoorbeeld per brief)? Ook vragen deze leden zich af of het voor UWV mogelijk is om een nog warmere overdracht te doen naar het Werkbedrijf, als blijkt dat er geen recht is op een WIA-uitkering. Zo nee, wat zijn de belemmeringen? Hoe warm is de overdracht tussen UWV en gemeenten in het geval van een bijstandsaanvraag? Wat zijn daar mogelijke verbeteringen?

De leden van PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie vragen zich af of de Minister zich ervan bewust is dat er al in 2008 zorgen waren over de voorschotten voor mensen die geen recht hebben op een WW-uitkering en de bijstand niet met terugwerkende kracht kunnen aanvragen.1 Wat is er sindsdien gebeurd om deze groep te monitoren? Is bekend hoe vaak gemeenten in dergelijke gevallen toch bijstand met terugwerkende kracht hebben toegekend?

Tot slot waarderen de leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie het voornemen van UWV om het beleid rondom verstrekking van voorschotten aan te passen, maar vragen zij zich af wat er wordt bedoeld met «meer aandacht voor de hoogte en duur van het voorschot»?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de brief over het terugvorderen en kwijtschelden van WIA-voorschotten. Zij hebben daarover nog enkele vragen.

Duiding ontstane situatie

De leden van de SGP-fractie hebben begrip voor de gekozen oplossing, vanuit het oogpunt van de menselijke maat. Echter, voorkomen is uiteraard beter dan genezen. Daarom zijn deze leden vooral ook geïnteresseerd in de vraag hoe dit in het vervolg voorkomen gaat worden. Kan de Minister, daarnaast, aangeven hoe het risico op bevoordeling van mensen, terwijl dat niet strikt noodzakelijk is en zij hier geen recht op hebben, wordt beperkt?

Tijdelijke kwijtschelding bij specifieke groepen

De leden van de SGP-fractie constateren dat de kwijtscheldingsmaatregel bij specifieke groepen tijdelijk zal worden toegepast tot en met 31 december 2022. Eind 2022 is nog wel ver weg, terwijl het hier een urgent probleem betreft. Deze leden vragen zich daarom af hoe de Minister is gekomen tot deze datum. Welke mogelijkheden ziet de Minister om eerder al te komen met maatregelen om het aantal en de duur van de voorschotten te normaliseren? Deze leden zouden het goed vinden als de Kamer over de voortgang hiervan met enige regelmaat wordt geïnformeerd. Kan de Minister dit toezeggen?

Vervolgstappen

De leden van de SGP-fractie lezen in de brief dat door de beoogde komst van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen de mismatch zal doen toenemen. Kan de Minister concreet aangeven welke toename verwacht wordt als gevolg van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Financiële gevolgen voor werkgevers

De leden van de SGP-fractie vinden het onwenselijk dat werkgevers indirect op moeten draaien voor de capaciteitstekorten bij UWV. Het is een goede zaak dat de lasten die verband houden met het kwijtschelden niet ten laste komen van de individuele werkgevers. Toch heeft dit mogelijk wel invloed op de Werkhervattingskas (Whk)-premie. Door middel van compensatie zou dit ondervangen kunnen worden, maar in het verleden zijn dergelijke compensatieacties niet altijd succesvol gebleken. Hierdoor zou disbalans kunnen ontstaan tussen het publieke bestel en private bestel. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan, en hoe zorgt de Minister ervoor dat ook hierin sprake is van een balans tussen het publieke bestel en private bestel?

Ontwikkeling vaststelling sector premie Ziektewet

De leden van de SGP-fractie maken zich zorgen over de balans in het hybride socialezekerheidsstelsel. Zo wordt nu zelden tot nooit de individuele premiecomponent berekend voor terugkerende eigen risicodragers met een aanzienlijke schadelast, maar de halve sectorale premie. Dit leidt tot onevenwichtigheid in het stelsel, terwijl UWV dit volgens artikel 2.17 Besluit Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) wel zou moeten doen. Hoe kijkt de Minister aan tegen het feit dat de terugkeerpremie zelden of nooit conform de wet wordt vastgesteld? Is de Minister het met deze leden eens dat ook dit onderdeel van de wet naar letter en geest uitgevoerd dient te worden? Hoe voorkomt de Minister dat werkgevers met een hoge schadelast voor de Ziektewet zullen terugkeren naar het publieke bestel, waardoor de druk op UWV nog verder zal toenemen? En hoe gaat de Minister de oneigenlijke prikkels in de keuze voor publieke of private uitvoering verder minimaliseren? Graag vernemen we een uitvoerige reactie op dit punt.

II Antwoord/reactie van de Minister


  1. Aanhangsel Handeling II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 1142 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20072008-1142.html),.↩︎