Fondsversterking ROM’s - ROM Regio Utrecht B.V. en InnovationQuarter B.V.
Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid
Brief regering
Nummer: 2021D36755, datum: 2021-10-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29697-105).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29697 -105 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid.
Onderdeel van zaak 2021Z17086:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-10-12 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-11-23 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-19 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2021
Met deze brief wil ik uw Kamer inlichten over de voorgenomen uitgifte van aandelen in het kapitaal van ROM Regio Utrecht B.V. («ROM Utrecht») en InnovationQuarter B.V. («InnovationQuarter») en bijbehorende kapitaalstortingen. Daarbij wil ik u gelijktijdig informeren over de stand van zaken van uitvoering van de motie Moorlag, W.J. (PvdA) en Amhaouch, M. (CDA)1 (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 44).
In de brief van 28 augustus 20202 heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat («EZK»), mede namens de Minister van Financiën («FIN»), de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid («SZW»), de Staatssecretaris van EZK, de Staatssecretaris van FIN en de Staatssecretaris van SZW, aangegeven dat het kabinet, als onderdeel van het «Noodpakket banen en economie» extra wil investeren in de economie. De economische situatie als gevolg van de coronacrisis vraagt om een aanpak die de werkgelegenheid en bedrijvigheid beschermt en gelijktijdig ook investeert in het verdienvermogen van de toekomst. Het investeringspakket, zoals benoemd in de brief d.d. 28 augustus 2020, bestaat uit vier lijnen: het versnellen van publieke investeringen, het uitlokken en aanjagen van private investeringen, het versterken van de solvabiliteitspositie van Nederlandse bedrijven en het stimuleren van innovatie.
Als onderdeel van dit investeringspakket heeft het kabinet aangekondigd € 150 miljoen beschikbaar te stellen voor de versterking van het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelings-maatschappijen (ROM’s). Met het versterken van het fondsvermogen van de ROM’s worden de ROM’s in staat gesteld nieuwe financieringsrondes te doen om het eigen vermogen en daarmee de solvabiliteitspositie van veel innovatieve mkb-ondernemingen in hun portefeuilles te versterken, waaronder ook de doelgroep die met de Corona-Overbruggingslening («COL») is ondersteund3. Hierbij is de voorwaarde gesteld dat de regio’s fiftyfifty cofinanciering verschaffen. De verdeling van de € 150 miljoen over de ROM’s vindt plaats op basis van het aandeel van de betreffende regio’s in het Bruto Nationaal Product (BNP). Dit leidt tot de volgende verdeling van de € 150 miljoen:
Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. | 15,7% | 23,55 miljoen |
BOM Capital I B.V. | 15% | 22,5 miljoen |
NOM N.V. | 7,8% | 11,7 miljoen |
N.V. Limburgs Instituut voor Ontwikkeling en Financiering | 5,8% | 8,7 miljoen |
Investeringsfonds Zeeland B.V. | 1,8% | 2,7 miljoen |
Groeifonds Flevoland B.V. | 1,8% | 2,7 miljoen |
ROM Regio Utrecht B.V. | 10,7% | 15,99 miljoen |
ROM InWest B.V. | 20,2% | 30,36 miljoen |
InnovationQuarter B.V. | 21,2% | 31,8 miljoen |
Totaal | 100% | 150 miljoen |
Naar aanleiding van dit kabinetsvoornemen heb ik de afgelopen periode overleg gevoerd met alle aandeelhouders van de afzonderlijke ROM’s om met elkaar te bezien hoe we het traject om te komen tot cofinanciering vanuit de aandeelhouders van de ROM’s vorm willen geven. Het is de wens van de Staat en overige aandeelhouders om gezamenlijk te investeren in de ROM’s teneinde de krachten te bundelen ten dienste van het (regionaal) groeivermogen van innovatieve bedrijven. Dit sluit aan op de motie van de leden Pieter Heerma en Segers4, waarin het kabinet wordt gevraagd om in het verlengde van het IPO-herstelplan het overleg met IPO en VNG aan te gaan over samenwerking in groei- en herstelmogelijkheden, en waarover ik u in de brief d.d. 16 december 20205 heb geïnformeerd.
De gesprekken met de aandeelhouders van de ROM’s verlopen constructief. Tot op heden is er overeenstemming bereikt met de aandeelhouders van Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. («OostNL»). Middels een uitgifte van aandelen in het kapitaal van OostNL hebben de aandeelhouders van OostNL op 9 maart 2021 Oost NL gezamenlijk versterkt met € 47,1 miljoen. Vanuit het Rijk is € 23,55 miljoen en provincies Gelderland en Overijssel € 23,55 miljoen geïnvesteerd in OostNL. De verwachting is dat de gesprekken met BOM Capital I B.V., Investeringsfonds Zeeland B.V., NOM N.V., N.V. Limburgs Instituut voor Ontwikkeling en Financiering en Groeifonds Flevoland B.V. op korte termijn zullen leiden tot concrete voorstellen voor besluitvorming over fondsversterking van deze ROM’s. Op grond van artikel 4.7 lid 3 sub c van de Comptabiliteitswet («CW») worden deze voorstellen niet voorgehangen, omdat verhoging van het relatieve belang van de Staat in het eigen vermogen van voornoemde ROM’s niet aan de orde is.
In de gesprekken met BOM Capital I B.V. (hierna «CAP I») wordt onder andere de leningsovereenkomst op grond waarvan de verkoop van aandelen van de Staat in CAP I aan de provincie Noord-Brabant in 2013 is gerealiseerd, meegenomen. De voorgenomen beëindiging van deze leningsovereenkomst heeft geen gevolgen voor of effect op de borging van de publieke belangen, zoals dat tot nu toe in de praktijk gebruikelijk was. Er is derhalve sprake van continuïteit van beleid. In de Kamerbrief van 12 juli 20216 bent u geïnformeerd over de oprichting van de ROM InWest B.V. (hierna «ROM InWest») in Noord-Holland. Na het doorlopen van de voorhangprocedure zal de ROM InWest in Noord-Holland worden opgericht en de kapitaalstorting worden geëffectueerd.
ROM Utrecht
ROM Utrecht heeft zeven aandeelhouders, te weten de Staat (36,4%), de provincie Utrecht (36,4%), gemeente Utrecht, gemeente Hilversum, gemeente Amersfoort, Universiteit Utrecht en Universitair Medisch Centrum Utrecht. De gemeenten, Universiteit Utrecht en Universitair Medisch Centrum Utrecht bezitten een gezamenlijk belang van 27,2% in de ROM Utrecht. ROM Utrecht ondersteunt de provincie Utrecht en gemeenten in de Gooi- en Vechtstreek, waaronder Hilversum. Deze regio heeft een aandeel van 10,66% in het BNP. Op grond van het aandeel van de regio in het BNP is er vanuit de € 150 miljoen voor de fondsversterking van de ROM’s vanuit EZK € 15,99 miljoen beschikbaar voor ROM Utrecht.
De Staat zal € 15,99 miljoen storten op nieuw uit te geven aandelen in het kapitaal van ROM Utrecht. De andere aandeelhouders hebben, na hun bestuurlijke procedures te hebben afgerond, aangegeven € 15,99 miljoen in de vorm van cofinanciering beschikbaar te willen stellen voor de fondsversterking van ROM Utrecht. Hiervan zal door de andere aandeelhouders in totaal € 13,5 miljoen worden gestort op nieuw uit te geven aandelen in het kapitaal van ROM Utrecht. Daarnaast zal € 2,49 miljoen afkomstig uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (hierna «EFRO») uiterlijk in 2023 in het participatiefonds van de ROM Utrecht landen. Dit heeft tot gevolg dat ROM Utrecht na het doorlopen van de voorhangprocedure zal worden versterkt met in totaal € 31,98 miljoen. Omwille van het feit dat de Staat niet naar rato van zijn huidige aandelenbelang (36,4%) in ROM Utrecht stort, heeft de uitgifte van nieuwe aandelen in het kapitaal van de ROM Utrecht tot gevolg dat het aandelenbelang van de Staat stijgt van 36,4% naar 44%.
InnovationQuarter
InnovationQuarter heeft twaalf aandeelhouders, te weten de Staat (40,1%), de provincie Zuid-Holland (40,1%), gemeente Rotterdam, gemeente Den Haag, gemeente Delft, gemeente leiden, gemeente Westland, Drechtsteden, Technische Universiteit Delft, Universiteit Leiden, Universitair Medisch Centrum Leiden en Erasmus MC Holding. De gemeenten, Technische Universiteit Delft, Universiteit Leiden, Universitair Medisch Centrum Leiden en Erasmus MC Holding bezitten een gezamenlijk belang van 19,8% in InnovationQuarter. InnovationQuarter ondersteunt de provincie Zuid-Holland met een aandeel van 21,2% in het BNP. Op grond van het aandeel van de regio in het BNP is er vanuit de € 150 miljoen voor de fondsversterking van de ROM’s vanuit EZK € 31,8 miljoen beschikbaar voor InnovationQuarter.
De Staat zal maximaal € 31,8 miljoen storten op nieuw uit te geven aandelen in InnovationQuarter. De andere aandeelhouders hebben op bestuurlijk niveau aangegeven € 31,8 miljoen in de vorm van cofinanciering beschikbaar te willen stellen. Zij doorlopen op dit moment de bestuurlijke procedures voor het vrijmaken van het individuele cofinancieringsbedrag en wachten op finaal akkoord. De andere aandeelhouders storten gezamenlijk maximaal € 31,8 miljoen op nieuw uit te geven aandelen in InnovationQuarter. Indien uit de bestuurlijke procedures komt dat de andere aandeelhouders niet in staat zijn om de gehele € 31,8 miljoen te kunnen cofinancieren, zal de Staat het lagere door de regionale aandeelhouders beschikbaar gestelde bedrag matchen. Omwille van het feit dat de Staat bij een kapitaalstorting van maximaal € 31,8 miljoen niet naar rato van zijn aandelenbelang in het kapitaal van InnovationQuarter (40,1%) stort, kan de storting tot gevolg hebben dat het aandelenbelang van de Staat stijgt van 40,1% naar maximaal 45,1%.
Op grond van de voorhangprocedure conform artikel 4.7 lid 1 b van de CW informeer ik beide Kamers hierbij over het voornemen om in het kader van de fondsversterking ROM’s nieuw uit te geven aandelen te nemen in het kapitaal van ROM Utrecht en InnovationQuarter en de bijbehorende kapitaalstortingen. Na het verstrijken van de voorhangprocedure zullen de aandelen worden uitgegeven en zal de kapitaalstorting worden geëffectueerd.
Uitvoering motie Moorlag en Amhaouch
Op grond van deze motie wordt het kabinet gevraagd om actief te monitoren of de beschikbaar gestelde € 150 miljoen extra investeringskapitaal aan de ROM’s toereikend is en zo nodig extra kapitaal beschikbaar te stellen voor verantwoorde participatie in mkb-bedrijven om zo het economisch herstel uit de coronacrisis te bevorderen.
Voor de fondsversterking van de ROM’s geldt dat in de bestaande rapportagestructuur, de (geconsolideerde) jaarrekeningen en bestuursverslagen van de ROM’s verantwoording wordt afgelegd over het gebruik van de beschikbare middelen. Dit betekent dat de aandeelhouders jaarlijks tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (hierna «AvA») van de betreffende ROM worden geïnformeerd over de voortgang en de prestaties van de betreffende fondsen van de ROM’s. Ook ben ik voornemens om de fondsversterking van de ROM’s onderdeel te laten uitmaken van de evaluatie van de ROM’s in 2026. Deze afspraken bieden adequate mogelijkheden om de besteding van deze middelen actief te monitoren en de komende tijd vast te stellen of de beschikbaar gestelde € 150 miljoen extra investeringskapitaal vanuit EZK samen met het extra investeringskapitaal van de andere aandeelhouders van de ROM’s toereikend is.
Jaarlijks investeren de ROM’s ongeveer tussen de € 5 en € 10 miljoen. Onderstaande tabel laat zien dat het bedrag aan de liquide middelen beschikbaar voor het participeren in en verstrekken van (achtergestelde) leningen aan ondernemingen na het effectueren van de fondsversterking sterk zal toenemen. De verwachting is dat de ROM’s na de effectuering van de fondsversterking naast hun reguliere inkomsten voldoende kapitaal bezitten om investeringen in de komende jaren te kunnen financieren. De fondsversterking stelt de ROM’s in staat om meer te gaan investeren in groeiende en innovatie ondernemingen of de COL-doelgroep. Deze middelen zouden toereikend moeten zijn om aan de behoefte van dergelijke ondernemingen te doen. In onderstaande tabel vindt u een overzicht van de liquide middelen per 2020 en een indicatie van de beschikbare liquide middelen na de effectuering van de fondsversterking in 2021. De door de Staat beschikbaar gestelde liquide middelen ten behoeve van de uitvoering van de Programma’s Corona-OverbruggingsLening 1 en 2 zijn in dit overzicht niet meegenomen.
Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. | 34,2 miljoen | 81,3 miljoen |
BOM Capital I B.V. | 12,5 miljoen | 51,4 miljoen |
NOM N.V. | 48,7 miljoen | 117,1 miljoen |
N.V. Limburgs Instituut voor Ontwikkeling en Financiering | 49,7 miljoen | 69 miljoen |
Investeringsfonds Zeeland B.V. | 11,5 miljoen | 14,5 miljoen |
Groeifonds Flevoland B.V. | 0 | 13,4 miljoen |
ROM Regio Utrecht B.V. | 22 miljoen | 51 miljoen |
ROM InWest B.V. | 0 | 40 miljoen |
InnovationQuarter B.V. | 23 miljoen | 86,6 miljoen |
Ten slotte constateer ik dat de inzet van de ROM’s in het herstel en de groei van de (regionale) economie op een breed draagvlak kan rekenen. Dat blijkt ook uit de bereidheid van de andere aandeelhouders (merendeel decentrale overheden) om gezamenlijk financieel bij te dragen aan de fondsversterking van de ROM’s. Door deze samenwerking en positionering van de ROM’s ontstaan er extra mogelijkheden voor bedrijven om zich verder te ontwikkelen, binnen en buiten de eigen regio.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Motie van de leden Moorlag en Amhaouch over de Fondsversterking ROM’s, Delphi nr. 2413. In deze motie wordt de regering verzocht om actief te monitoren of de beschikbaar gestelde € 150 miljoen extra investeringskapitaal aan de regionale ontwikkelingsmaatschappijen toereikend is en zo nodig extra kapitaal beschikbaar te stellen voor verantwoorde participatie in mkb-bedrijven om zo het economisch herstel uit de coronacrisis te bevorderen↩︎
Kamerstuk 35 420, nr. 105↩︎
Kamerstuk 32 637, nr. 465↩︎
Kamerstuk 35 570, nr. 16↩︎
Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 75↩︎
Kamerstuk 29 697, nr. 104↩︎