Advocaat Ridhouan T. aangehouden
Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Brief regering
Nummer: 2021D37702, datum: 2021-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29911-332).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29911 -332 Bestrijding georganiseerde criminaliteit.
Onderdeel van zaak 2021Z17575:
- Indiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-10-26 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-11-03 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-11-04 09:30: Juridische beroepen (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 332 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2021
Zojuist heeft het Openbaar Ministerie (OM) bekend gemaakt dat in opdracht van het Landelijk Parket van het OM vrijdag 8 oktober 2021 een advocaat is aangehouden op verdenking van deelneming aan een criminele organisatie. Blijkens het persbericht heeft de advocaat, in die hoedanigheid, langere tijd vrije toegang gehad tot zijn neef Ridouan T., hoofdverdachte in het Marengo-proces. Hij is aangehouden tijdens een bezoek aan T. in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught.
Over de verdenking kan ik hangende het strafrechtelijk onderzoek uiteraard geen nadere informatie geven. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat het bij velen verbazing zal wekken dat een familielid van een gedetineerde, die in het strengste detentieregime dat wij in Nederland kennen is geplaatst, min of meer ongestoord toegang tot een gedetineerde heeft. Op grond van de penitentiaire beginselenwet heeft een advocaat recht op toegang tot zijn cliënt in een penitentiaire inrichting. Het aantal advocaten waarvoor dit geldt is niet gelimiteerd. DJI kan de toegang niet weigeren op grond van familiebanden van de advocaat met een gedetineerde. Advocaten behoren tot de zogenaamde geprivilegieerde personen hetgeen onder andere betekent dat de advocaat zich tijdens het bezoek in beginsel vrijelijk met de gedetineerde kan onderhouden. Eventuele toezichthoudende maatregelen van DJI mogen er niet toe leiden dat vertrouwelijke mededelingen in het onderhoud tussen de gedetineerde en diens advocaat bij derden bekend kunnen worden.
Als DJI het vermoeden heeft dat een advocaat misbruik maakt van zijn privileges dan maakt DJI hiervan melding bij de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten. De deken onderzoekt een dergelijke melding. Ten aanzien van de vandaag aangehouden advocaat is door DJI eind 2020 een dergelijke melding gedaan. Hangende het onderzoek door de deken is door DJI aan deze advocaat de toegang tot de penitentiaire inrichting geweigerd. In maart 2021 heeft de deken aan DJI bericht dat uit zijn onderzoek niet van misbruik is gebleken. Daarmee verviel voor DJI de grond om de toegang te weigeren. Door DJI is, zoals gebruikelijk bij mogelijke strafbare feiten in detentie of het vermoeden daarvan via het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP), actief informatie gedeeld met politie en OM. OM, Politie en DJI hebben nauw contact onderhouden en samengewerkt in deze kwestie.
Het kabinet investeert fors in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Op 4 oktober 2021 heeft de Minister van Justitie en Veiligheid u mede namens mij geïnformeerd over de aanwending van een extra investering van 434 miljoen euro structureel1. Deze wordt onder andere ingezet om DJI beter toe te rusten op de vraagstukken die de aanpak van ondermijnende criminaliteit met zich mee brengt.
De aanhouding laat zien dat de partners in de strafrecht- en executieketen in de strijd tegen de zware georganiseerde criminaliteit alert zijn op signalen van voortgezet crimineel handelen in detentie en daar tegen optreden, ook als daar advocaten bij zijn betrokken. Tegelijkertijd maken wij ons ernstige zorgen over het verschijnsel dat de zware georganiseerde criminaliteit misbruik maakt van de waarborgen die onze rechtstaat biedt. Mede daarom bezien wij of (de toepassing van) wet- en regelgeving aanpassing behoeft om (voortzetting van) zware georganiseerde criminaliteit nog beter tegen te kunnen gaan. Zo is onder andere deze casus voor mij aanleiding om te onderzoeken of de bevoegdheden van de instanties om, preventief dan wel repressief, op te treden tegen (voortgezet) crimineel handelen door of via geprivilegieerde personen, nog voldoen in het licht van de praktijken waarvan de zware georganiseerde criminele organisaties zich bedienen.
Daarbij geldt dat inbreuk op het grondbeginsel van vertrouwelijke communicatie tussen advocaat en cliënt terecht zware waarborgen kent. Nu zijn er al bevoegdheden, zoals het tappen van gesprekken bij concrete aanwijzingen van strafbaar handelen van de advocaat. Dat zijn zware maatregelen, waarbij dan ook zware waarborgen gelden. Samen met de Minister van Justitie en Veiligheid spreek ik hierover met het OM en de Nederlandse Orde van Advocaten.
Voor de behandeling van de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid zal ik u hier nader over informeren.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Kamerstuk 29 911, nr. 329↩︎