[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overeenkomst de heer Poch

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

Brief regering

Nummer: 2021D38007, datum: 2021-10-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-VI-15).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VI-15 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022.

Onderdeel van zaak 2021Z17674:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2021

In aanvulling op mijn brief d.d. 20 september 20211 informeer ik uw Kamer over het feit dat de heer Poch en ik een overeenkomst hebben gesloten over een tegemoetkoming in de door de heer Poch geleden en nog te lijden schade op humanitaire gronden.

Zoals ik heb toegelicht tijdens het debat in de Tweede Kamer op 14 september 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 105, Debat over de gang van zaken rondom de uitlevering van Julio Poch aan Argentinië) over de gang van zaken rond de uitlevering van de heer Poch aan Argentinië gaat het om een tegemoetkoming op humanitaire gronden, zonder erkenning van aansprakelijkheid, in een deel van door hem geleden schade vanwege zijn detentie in Argentinië en voor gemaakte materiële kosten.

Over de inhoud van de afspraken is afgesproken deze vertrouwelijk te behandelen.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus


  1. Kamerstuk 35 925 VI, nr. 5.↩︎