Motie van het lid Van Baarle over een budget van 5 miljoen euro voor de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022
Motie
Nummer: 2021D40612, datum: 2021-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-VII-32).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid (DENK)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VII-32 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2021Z18932:
- Indiener: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-10-28 20:35: Begroting Binnenlandse Zaken (VII) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2021-11-02 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022
Nr. 32 MOTIE VAN HET LID VAN BAARLE
Voorgesteld 28 oktober 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onafhankelijke onderzoekers adviseren om voor de instelling van een Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme een meerjarig budget zeker te stellen dat geleidelijk oploopt naar 5 miljoen euro;
constaterende dat de regering nu slechts heeft voorzien in een budget van 2 miljoen euro per jaar;
van mening dat hoofdzaak moet zijn dat het huidige team van de NCDR nu voortvarend en inhoudelijk aan de slag kan, maar dat er duidelijkheid moet zijn over toekomstig budget;
verzoekt de regering als uitgangspunt te hanteren dat toegewerkt wordt naar een budget voor de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme dat geleidelijk opbouwt naar een budget van 5 miljoen euro, conform het onafhankelijke advies, en hiervoor in toekomstige begrotingen dekking te zoeken in de niet-juridisch verplichte uitgaven binnen de begrotingen, zonder dat dit ten koste gaat van de overige uitgaven in het kader van discriminatiebestrijding,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baarle