Nahang Aanpassingsbesluit WVO 2020
Voortgezet Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2021D40698, datum: 2021-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31289-498).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Beslisnota's
- Besluit houdende wijziging van verschillende besluiten om deze in overeenstemming te brengen met de Wet voortgezet onderwijs 2020 (Aanpassingsbesluit WVO 2020)
Onderdeel van kamerstukdossier 31289 -498 Voortgezet Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2021Z18979:
- Indiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-11-02 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-11-04 10:15: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-12-09 14:29: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal | 1/2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 289 Voortgezet Onderwijs
O/ Nr. 498 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2021
Hierbij bied ik u het Aanpassingsbesluit WVO 2020 aan1. Voor de inhoud van het besluit verwijs ik u naar de nota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure, bedoeld in artikel 13.1, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, de artikelen 38a, vierde lid, 42, derde lid, 69, vierde lid en 176i, derde lid, van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 13, zevende lid, 38a, vierde lid, 43, derde lid, 70, vierde lid, en 162l, derde lid, van de Wet op de expertisecentra, de artikelen 2.3.6a, dertiende lid, en 2.5.5a, zestiende lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en artikel 6, zevende lid, van de Les- en cursusgeldwet.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de inwerkingtreding van het besluit niet dan nadat vier weken zijn verstreken na de overlegging van het besluit aan de Tweede Kamer, respectievelijk beide Kamers der Staten-Generaal.
Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 augustus 2022.
Eenzelfde brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎