[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag evaluatie artikel III Deltawet

Evaluatie Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening

Brief regering

Nummer: 2021D42503, datum: 2021-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34513-3).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34513 -3 Evaluatie Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening.

Onderdeel van zaak 2021Z19851:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

34 513 Evaluatie Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2021

Op 1 december 2011 is de Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening in werking getreden (hierna te noemen Deltawet). In de Deltawet is een zogenoemd experimenteerartikel opgenomen (artikel III) op basis waarvan kan worden geëxperimenteerd met integrale bekostiging om aanvullende ambities op het gebied van natuur, milieu en ruimtelijke kwaliteit te faciliteren, die samenhangen met de opgaven waterveiligheid, zoetwater of waterkwaliteit.

In de Deltawet is in artikel V, tweede lid, bepaald dat de Minister van IenW uiterlijk tien jaar na inwerkingtreding van artikel III (zijnde uiterlijk 1 december 2021), aan de Staten-Generaal een verslag stuurt over de doeltreffendheid en e Verslag evaluatie artikel III Deltawet ffecten van artikel III in de praktijk, waarbij ook de bevindingen van de Deltacommissaris worden betrokken. Het verslag van de evaluatie ontvangt u bijgaand1.

Uit de evaluatie komt naar voren dat in de afgelopen tien jaar slechts één keer gebruik is gemaakt van artikel III. Daarmee heeft het experimenteerartikel zeer beperkt bijgedragen aan integrale bekostiging vanuit het deltafonds. Hiervoor is een aantal redenen te noemen:

1. Er zijn eenvoudiger en meer op maat passende oplossingen voor integrale bekostiging. De noodzaak om artikel III te gebruiken ontbreekt hiermee grotendeels.

2. Voor de beheerder van het Deltafonds, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, geldt dat:

• deze bij gebruik van artikel III verantwoordelijk is voor eventuele financiële risico’s bij de uitvoering;

• er een zekere mate van onbekendheid is met het gebruik van het artikel. Hierdoor is eerder gekozen voor meer bekende instrumenten, zoals financiële afspraken (in bestuurlijke overeenkomsten) over rechtstreekse bijdragen van andere begrotingen of overheden in projecten.

3. Voor derde partijen geldt dat:

• zij een aantal knelpunten zien rondom de verdeling van en sturing op financiële risico’s;

• instrumenten waarbij zijzelf aan de lat staan en die zij zelf kunnen vormgeven, meer mogelijkheden bieden voor het uitdragen van resultaten en successen;

• artikel III in veel gevallen niet bekend is en daarmee geen instrument is dat vanuit hen wordt aangedragen als financieringsconstructie.

De evaluatie bevat daarnaast een aantal overwegingen om het artikel ondanks het beperkte gebruik toch te handhaven. Deze overwegingen zullen de komende periode in overleg met betrokken partijen nader worden uitgewerkt. Op basis hiervan zal een besluit worden genomen over het al dan niet in gewijzigde vorm voortbestaan van artikel III Deltawet. U wordt hierover in de eerste helft van 2022 geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎