[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Wuite c.s. over financiële middelen voor het verhogen van minimumuitkeringen op de BES

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022

Amendement

Nummer: 2021D43798, datum: 2021-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-XV-12).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35925 XV-12 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022.

Onderdeel van zaak 2021Z20533:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 925 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022

Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID WUITE C.S.

Ontvangen 16 november 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 270 (x € 1.000).

II

In artikel 8 Oudedagsvoorziening worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.180 (x € 1.000).

III

In artikel 8 Oudedagsvoorziening worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.440 (x € 1.000).

IV

In artikel 9 Nabestaanden worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 80 (x € 1.000).

Toelichting

Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba leeft ongeveer de helft van de huishoudens van een bedrag onder het ijkpunt sociaal minimum. Het lage inkomen en de hoge kosten van levensonderhoud zorgen ervoor dat veel mensen in of op de rand van armoede leven. Het verhogen van het wettelijk minimumloon (WML) en de minimumuitkeringen is één van de manieren om deze armoede te verlichten. Via de motie Wuite c.s. (35 925 IV, nr. 26) heeft de Tweede Kamer de regering opgeroepen om verhoging te realiseren.1 Het verhogen van de minimumuitkeringen heeft gevolgen voor de Begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het verhogen van het WML komt ten laste van werkgevers.

Dit amendement voorziet in financiële middelen voor een verhoging van de uitkeringen op grond van de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW), de Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) en de Onderstand op Bonaire, Sint Eustatius en Saba met 10% (inclusief de reguliere indexatie), met ingang van 1 januari 2022. Er wordt hier structurele verwerking beoogd. De relevante partijen op de eilanden hebben aangegeven dat deze verhoging nodig en mogelijk is. Daarom willen de indieners niet wachten op een volgend kabinet om deze stap te zetten. In tabel 1 zijn de kosten voor de intensivering weergegeven. Hierin zijn, naast de kosten voor het jaar 2022 (zoals genoemd op pagina 1), ook de meerjarige kosten weergegeven.

AOV 1,44 1,52 1,61 1,70 1,80 8,07
Onderstand 0,27 0,28 0,29 0,29 0,30 1,43
AWW 0,08 0,09 0,09 0,09 0,09 0,44
Totaal 1,79 1,89 1,99 2,08 2,19 9,94

De dekking voor deze verhoging wordt gevonden in de verlaging van de inkomensondersteuning AOW-gerechtigden (IOAOW) met € 0,72 per gerechtigde per jaar (€ 6 cent per maand) per 1 juli 2022. In totaal gaat het om een ombuiging van € 2,5 miljoen structureel (zie tabel 2). Bij een verlaging met € 6 cent per maand komt, vanwege de afronding van de IOAOW op hele centen, de precieze dekking iets hoger uit dan de intensivering.

IOAOW 1,18 2,38 2,40 2,46 2,52 10,93

In de motie Wuite c.s. (35 925 IV, nr. 26), ingediend tijdens de plenaire behandeling van de Begroting van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds voor het jaar 2022, is de regering verzocht om een verhoging van de AOV-gerechtigde leeftijd te verkennen. Hiermee zouden toekomstige verhogingen van de hierboven genoemde uitkeringen gefinancierd kunnen worden.


Wuite

Van den Berg

Aukje de Vries

Ceder

Koekkoek


  1. Kamerstukken II 2021/2022, 35 925 IV, nr. 26.↩︎