Overzicht ondermijningswetgeving
Bijlage
Nummer: 2021D44154, datum: 2021-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Voortgang aanpak ondermijnende criminaliteit (2021D44150)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage 3 Overzicht ondermijningswetgeving
Wetsvoorstel Versterking strafrechtelijke aanpak ondermijning I
Het wetsvoorstel versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit dat een aantal voorstellen op strafrechtelijk terrein bevat die bijdragen aan een effectievere aanpak van ondermijnende criminaliteit is op 1 juni 2021 met steun van alle fracties door uw Kamer aangenomen (m.u.v. de Fractie Den Haan die afwezig was bij de stemming).1 De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer heeft op 14 juli 2021 haar voorlopig verslag over bovengenoemd wetsvoorstel uitgebracht.2 Op 29 september 2021 heeft de Eerste Kamer de memorie van antwoord ontvangen.3 Op 2 november 2021 is wetsvoorstel met algemene stemmen door de Eerste Kamer aanvaard (fractie OSF was afwezig).
Het wetsvoorstel bevat voorstellen voor de volgende onderwerpen:
Maatregel kostenverhaal vernietiging inbeslaggenomen voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid;
Verhoging strafmaximum bedreiging;
Strafbaarstelling binnendringen containerterminals op havens, luchthavens en spoorwegemplacementen;
Precursoren;
Verruiming van het strafrechtelijk executie onderzoek (SEO).
Wetsvoorstel Versterking aanpak ondermijning II
De zogenoemde non-conviction based confiscation (NCBC) betreft de confiscatie van vermogensbestanddelen zonder voorafgaande veroordeling van een persoon voor het beramen of plegen van een strafbaar feit. In mijn brief van 20 november 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de contouren van een procedure NCBC.4 Op basis daarvan is een wettelijke regeling uitgewerkt die onderdeel zal uitmaken van een breder wetsvoorstel ter versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit (Ondermijning II). In dit bredere wetsvoorstel worden ook wijzigingen van bestaande wetten opgenomen die bijdragen aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Dit betreft:
Uitbreiding van de bestraffingsmogelijkheden (verhoging boetecategorie en ruimere mogelijkheid om ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2°, 4° en 5° van het Wetboek van Strafrecht vermelde rechten te kunnen uitspreken) van strafbare feiten, waarvan een ondermijnend effect naar de samenleving uitgaat;
De mogelijkheid om de maatregel tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel hoofdelijk op te leggen;
De toedeling van omvangrijke en complexe strafzaken aan het gerecht en het parket van het openbaar ministerie dat daarvoor het meest aangewezen is;
Het op verzoek van de Financiële inlichtingen eenheid tijdelijk niet uitvoeren van een financiële transactie door een bank om te voorkomen crimineel geld wordt weggesluisd voordat er beslag kan worden gelegd in het belang van de strafvordering;
Wijziging van de wrakingsregeling in het Wetboek van Strafvordering, de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering om een vereenvoudigde en versnelde behandeling door de wrakingsrechter mogelijk te maken van wrakingsverzoeken die kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond zijn en te voorzien in een wettelijke mogelijkheid voor de rechter die is gewraakt om na een op de terechtzitting ingediend wrakingsverzoek nog beslissingen te kunnen nemen die geen uitstel dulden.
Wetsvoorstel VOG-politiegegevens
Het conceptwetsvoorstel VOG politiegegevens beoogt te regelen dat voor bepaalde functies de VOG niet alleen kan worden geweigerd op basis van justitiële documentatie, maar ook uitsluitend op basis van relevante politiegegevens.5 Beoogd wordt de VOG politiegegevens in te zetten bij aangewezen functies die een hoge mate van integriteit vereisen. Hierbij wordt onder meer gedacht aan functies bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), het OM, de Douane en aan bepaalde categorieën buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). Het wetsvoorstel is op 9 november 2021 door de Eerste Kamer aanvaard.
NPS
Dit wetsvoorstel voorziet in een verbod op bepaalde, veel voorkomende, groepen nieuwe psychoactieve stoffen (NPS-en) en beoogt daarmee de productie en handel in deze stoffen die qua werking sterk lijken op de reeds verboden drugs te belemmeren. Met de nieuwe wet wordt het voor drugscriminelen moeilijker om varianten van illegale drugs te ontwikkelen waarmee ze de Opiumwet kunnen omzeilen, bijvoorbeeld van het recentelijk verboden middel 3-MMC. Het conceptwetsvoorstel NPS was in het voorjaar van 2020 is in consultatie gegeven. Na verwerking van de ontvangen adviezen kon het wetsvoorstel nog niet in procedure worden gebracht, omdat geen financiële dekking aanwezig was voor de handhavingskosten. De benodigde middelen zijn in oktober 2021 beschikbaar gekomen in het kader van de extra investeringen in het breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit. De Staatssecretaris van VWS heeft het wetgevingstraject vervolgens direct hervat. Inmiddels heeft de Ministerraad ingestemd met het in procedure brengen van het wetsvoorstel
Toezeggingen aan getuigen
Onderdeel van het wetgevingsprogramma voor de aanpak van ondermijning is de verkenning van mogelijkheden tot verruiming van de regeling omtrent toezeggingen aan getuigen. Deze regeling staat ook wel bekend als de ‘kroongetuigenregeling’. Een ambtelijke werkgroep heeft deze verruimingsmogelijkheden nader uitgewerkt. Gezien de demissionaire status van het kabinet laat ik de opvolging hiervan aan mijn ambtsopvolger.
Wijzigingen Wet Bibob
Met ingang van 1 augustus 2020 is de wetswijziging Bibob eerste tranche en de bijhorende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in werking getreden.6 Het wetsvoorstel Bibob tweede tranche is aangemeld voor plenaire behandeling in uw Kamer. Dit wetsvoorstel regelt een verruiming van de mogelijkheden tot informatiedeling (tussen het Landelijk Bureau Bibob en bestuursorganen en tussen bestuursorganen onderling met het oog op de toepassing van de Wet Bibob), uitbreiding van de reikwijdte van de Wet Bibob (met het toestemmingsvereiste bij vervreemding van een opstalrecht en met bepaalde omgevingsvergunningen) en uitbreiding van de eigen onderzoeksbevoegdheden van bestuursorganen (met de toegang tot fiscale gegevens over derden).
Wetsvoorstel gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden
Het wetsvoorstel gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden is op 17 december 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.7 Dit wetsvoorstel maakt optimale gegevensuitwisseling mogelijk tussen overheidsinstanties, zoals gemeenten, politie, openbaar ministerie en de Belastingdienst. Voor de bestrijding van ernstige en ondermijnende criminaliteit moeten overheden die daarover informatie hebben, die gegevens met elkaar kunnen uitwisselen om effectiever op te treden. Doordat nu een specifieke wettelijke grondslag voor gezamenlijke gegevensverwerking ontbreekt, is er in veel opzichten onduidelijkheid over de bestaande juridische mogelijkheden om informatie met meerdere overheidsorganisaties te delen en gezamenlijk te verwerken. Met dit wetsvoorstel wordt een duidelijk juridisch kader voor gezamenlijke gegevensverwerking gecreëerd. Waar dat echt noodzakelijk is, kan in beperkte mate ook informatie worden uitgewisseld met private partijen, bijvoorbeeld banken. Doel van het wetsvoorstel is om de effectiviteit te vergroten van de integrale aanpak van georganiseerde criminaliteit, van risico’s van inbreuken op de integriteit van het financiële stelsel, van witwas- of fraudeconstructies, van complexe problemen rond personen op het vlak van zorg en veiligheid, en van onder meer (andere) ernstige vormen van criminaliteit. In aanvulling op de AVG wordt een aantal waarborgen vastgelegd voor een goede bescherming van de persoonsgegevens die door deze samenwerkingsverbanden worden verwerkt. Het gaat om gegevensverwerking door het FEC (Financieel Expertisecentrum), iCOV (Infobox voor Crimineel en Onverklaarbaar vermogen), de RIEC’s (de Regionale Informatie- en Expertisecentra) en de Zorg- en Veiligheidshuizen. De Eerste Kamer heeft op 12 juli 2021 voorlichting gevraagd aan de Afdeling advisering van de Raad van State over dit wetsvoorstel.8 Daarnaast heeft de Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid op 19 april 2021 nadere adviezen aangevraagd over dit wetsvoorstel bij de Autoriteit Persoonsgegevens en het College voor de Rechten van de Mens.9 De commissie heeft op 24 juni 2021 de reactie van het College voor de Rechten van de Mens en op 9 november 2021 de reactie van de Autoriteit Persoonsgegevens ontvangen.10
MIT
In de huidige situatie functioneert het MIT als een samenwerkingsverband op het gebied van gegevensdeling en –verwerking. Daartoe is een (concept)instellingsbesluit en een convenant voor gegevensdeling opgesteld. De gegevensverstrekking en –verwerking wordt begrensd door de bestaande wettelijke kaders; met het instellingsbesluit en het convenant kunnen immers geen nieuwe bevoegdheden tot verstrekking of verwerking worden geschapen. Dat betekent dat de mogelijkheden om gegevens te delen beperkt zijn. Daarom wordt gewerkt aan een wettelijke regeling op grond waarvan alle voor het MIT relevante informatie en gegevens op een zorgvuldige manier gedeeld kunnen worden. Daarbij krijgt het MIT een zelfstandige taak op het gebied van de informatieverwerving en informatieverwerking. Deze wettelijke regeling zal vanzelfsprekend worden vormgegeven met inachtneming van de vereiste waarborgen, zoals deze onder meer volgen uit de AVG en het EVRM. Op basis van de beoogde toegang tot, en de verwerving van, relevante gegevens wordt het MIT in staat gesteld om proactief hoogwaardige systeemgerichte analyses en integrale informatiebeelden op te stellen over criminele systemen die een bedreiging (kunnen gaan) vormen voor de Nederlandse rechtsstaat. Deze analyses zien op het in kaart brengen van fenomenen over criminele structuren, bedrijfsprocessen en verdienmodellen, en zijn derhalve niet gericht op individuele (rechts)personen.
Wetsvoorstel sluitingsbevoegdheid bij verstoren openbare orde door aantreffen wapens of beschieten van een woning
Het wetsvoorstel is voor advies bij de Raad van State geweest. Er wordt nu een nader rapport opgesteld. Als de ministerraad daarmee heeft ingestemd, wordt het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend.
Initiatiefvoorstel Wet bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties van de leden Kuiken, Kuik, Van Wijngaarden, Bikker en Van der Staaij
Dit initiatiefwetsvoorstel voorziet in een bevoegdheid voor de Minister voor Rechtsbescherming om organisaties die een cultuur van wetteloosheid creëren, bevorderen of in stand houden bij beschikking te verbieden.11 Het voorstel is blijkens de toelichting gericht op het verbieden van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) en soortgelijke organisaties. De Tweede Kamer heeft dit voorstel op 23 juni 2020 aangenomen, waarna het voorstel is ingediend bij de EK. De Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid heeft op 2 maart 2021 het eindverslag uitgebracht. De plenaire behandeling is op verzoek van de initiatiefnemers aangehouden. Het is aan de initiatiefnemers om verdere mededelingen te doen over de inhoud en voortgang van hun voorstel.
Wetgeving integriteit openbaar bestuur
Het eerder aangekondigde wetsvoorstel ter bevordering van de bestuurlijke integriteit, dat onder andere de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor wethouders en gedeputeerden verplicht stelt, is inmiddels aanhangig bij de Tweede Kamer. De planning is erop gericht dat dit wetsvoorstel voor de gemeenteraadsverkiezingen van kracht zal zijn. Daarnaast stimuleert de minister van BZK dat voorafgaand aan de benoeming van wethouders en gedeputeerden een risicoanalyse integriteit plaatsvindt. Om gemeenten en provincies hierin te ondersteunen, is al in 2019 de Handreiking basisscan integriteit voor kandidaat-bestuurders uitgebracht. De minister van BZK spant zich in om deze vorm van screening ook in de Gemeentewet en de Provinciewet vast te leggen, tezamen met een uitbreiding van de bestaande screening van burgemeesters en commissarissen van de Koning.
Wetsvoorstel plan van aanpak witwassen
Om de aanpak van witwassen effectiever te maken is een plan opgesteld waarin hiertoe maatregelen zijn aangekondigd.12 Deze maatregelen verhogen de barrières voor witwassen, vergroten de effectiviteit van de poortwachtersfunctie en het toezicht op de naleving ervan en versterken de opsporing en vervolging. Het plan van aanpak witwassen behelst in totaal negen verschillende wetsvoorstellen. Een vijftal daarvan zijn reeds in werking getreden, te weten de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn, de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten, de Wet verwijzingsportaal bankgegevens, de wijziging van de Wwft BES en de fiscale verzamelwet 2021. De vier andere wetsvoorstellen bevinden zich in verschillende stadia.13 Zo zal het conceptwetsvoorstel plan van aanpak witwassen dit najaar aan uw Kamer worden aangeboden. Dit conceptwetsvoorstel voorziet in wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en betreft de volgende onderwerpen: verbod op contante betalingen vanaf € 3.000 voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren; vergemakkelijking van gegevensdeling tussen Wwft-instellingen behorende tot dezelfde categorie bij een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering; mogelijkheid voor gezamenlijke transactiemonitoring door banken en verbieden trustdiensten met bijzonder hoge integriteitrisico’s.
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit) (Kamerstukken 35564).↩︎
Kamerstukken I 2021/22, 35564, nr. B.↩︎
Kamerstukken I 2021/22, 35564, nr. C.↩︎
Kamerstukken II 2020/21, 29911, 297.↩︎
Wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met het mogelijk maken van het in bepaalde gevallen weigeren van afgifte van een verklaring omtrent het gedrag op basis van politiegegevens (Kamerstukken 35355)↩︎
Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet Bibob in verband met diverse uitbreidingen van de toepassingsmogelijkheden daarvan alsmede enkele overige wijzigingen (Staatsblad 2020, 278); Besluit van 15 juli 2020, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de verstrekking van justitiële gegevens over de zakelijke omgeving van betrokkene ten behoeve van het eigen onderzoek door bestuursorganen op grond van de Wet Bibob (Staatsblad 2020, 279).↩︎
Kamerstukken 35447.↩︎
Kamerstukken I 2020/21, 35447, F.↩︎
Kamerstukken I 2020/21, 35447, B en C.↩︎
Kamerstukken I 2020/21, 35447, D en G.↩︎
Kamerstuk 35079.↩︎
Kamerstukken II 2018/19, 31477, nr. 41↩︎
Zie de brieven over de voortgang van het plan van aanpak witwassen, Kamerstukken II 2019/20, 31477, nr. 50 en nr. 51.↩︎