[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Najaarsnota 2021

Najaarsnota 2021

Brief regering

Nummer: 2021D44165, datum: 2021-11-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35975-1).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35975 -1 Najaarsnota 2021.

Onderdeel van zaak 2021Z20472:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021‒2022
35 975 Najaarsnota 2021
Nr. 1

Brief van de minister van financiën

Ontvangen 30 november 2021

1 Inleiding

Deze Najaarsnota geeft de laatste stand van zaken van de uitgaven en inkomsten voor het begrotingsjaar 2021. Het gaat hierbij om de wijzigingen die zich hebben voorgedaan na de Miljoenennota 2022, die op Prinsjesdag is gepresenteerd. Deze wijzigingen in de inkomsten en uitgaven zijn het gevolg van reguliere actualisatie van de uitvoering van beleid, bijstellingen van ramingen en nieuwe maatregelen.

Naast deze Najaarsnota worden ook de daarmee samenhangende tweede suppletoire begrotingswetten aangeboden aan de Tweede Kamer. De tweede suppletoire begrotingswetten zijn de laatste reguliere mogelijkheid voor het kabinet om voor het lopende begrotingsjaar 2021 beleidsmatige mutaties aan de Tweede Kamer voor te leggen.

Leeswijzer

Paragraaf 2 geeft een toelichting op de verandering in de uitgaven onder het uitgavenplafond sinds de Miljoenennota 2022. Hierbij wordt eerst een overzicht van de totale stand van de uitgaven onder het uitgavenplafond gepresenteerd. Vervolgens worden per deelplafond de plafondtoetsen gemaakt en de uitgavenmutaties toegelicht. In paragraaf 3 wordt het inkomstenbeeld gepresenteerd, met ook hierbij de bijstellingen sinds de Miljoenennota 2022. In paragraaf 4 wordt het effect van de wijzigingen in inkomsten en uitgaven op het overheidssaldo en de overheidsschuld behandeld. In paragraaf 5 wordt ten slotte een totaaloverzicht gegeven van de belangrijkste budgettaire gegevens voor het jaar 2021.

In bijlage 1 wordt de actuele stand van de corona-uitgaven gepresenteerd. Bijlage 2 geeft de belasting- en premieontvangsten op kasbasis weer. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de Regeerakkoordmiddelen op de Aanvullende Post. Bijlage 4 geeft een uitgebreid overzicht van de uitgaven gerelateerd aan het herstel van de Toeslagenaffaire en de uitgaven voor schade/versterken in Groningen. Bijlage 5 geeft een overzicht van de interdepartementale beleidsonderzoeken (IBO's). Bijlage 6 bevat de Verticale Toelichting.

2 Het uitgavenbeeld

In het regeerakkoord heeft het kabinet afgesproken hoeveel er elk jaar maximaal kan worden uitgegeven. Dit uitgavenplafond is onderverdeeld in drie deelplafonds: Rijksbegroting, Sociale Zekerheid en Zorg. Met de plafondtoetsen toetst het kabinet of het verwachte uitgavenniveau binnen het vastgestelde uitgavenplafond blijft. Deze toets laat een overschrijding van het totale plafond zien van 5,4 miljard euro in 2021. Dit komt voornamelijk doordat het verwachte uitgavenniveau Rijksbegroting 5,4 miljard euro hoger ligt dan het uitgavenplafond Rijksbegroting. Bij Miljoenennota 2022 werd het totale plafond in 2021 ook overschreden met 5,4 miljard euro. Het verwachte niveau van de plafondrelevante uitgaven bij Najaarsnota 2021 blijft nagenoeg gelijk ten opzichte van het uitgavenniveau bij Miljoenennota 2022.

Bijstelling coronagerelateerde uitgaven

Het jaar 2021 wordt nog altijd getekend door de coronacrisis, met forse gevolgen voor de Nederlandse begroting. Om de gevolgen van de coronacrisis te beperken heeft het kabinet omvangrijkere nood- en steunmaatregelen genomen dan ooit tevoren. Dit heeft in de afgelopen twee jaar geleid tot hogere uitgaven. De coronagerelateerde uitgaven zijn niet ten koste gegaan van de reguliere uitgaven, maar hebben geleid tot een stijging van het begrotingstekort en de overheidsschuld. Het plaatsen van de coronagerelateerde uitgaven buiten de begrotingskaders is een uitzonderlijke keuze, die het kabinet bewust heeft gemaakt vanwege het unieke karakter van deze crisis. Lagere uitgaven aan de steunmaatregelen leveren hierdoor ook geen ruimte op voor reguliere uitgaven.

In deze Najaarsnota is een aantal bijstellingen verwerkt op de steunmaatregelen. Het gaat om ramingsbijstellingen op basis van realisaties en uitvoeringsinformatie, het doorschuiven van uitgaven van 2021 naar 2022 en om een aantal nieuwe steunmaatregelen zoals aangekondigd in de Kamerbrieven van 16 en 26 november over het steunpakket in het vierde kwartaal.12

De uitgaven aan corona in 2021 zijn bij Najaarsnota geraamd op 36,3 miljard euro. Dit betekent dat deze uitgaven per saldo met 3,1 miljard euro neerwaarts zijn bijgesteld ten opzichte van de geraamde uitgaven bij Miljoenennota 2022 (39,4 miljard euro). Dit komt onder andere door lagere uitgaven dan eerder geraamd en door het schuiven van uitgaven naar 2022 op de VWS-begroting. De totale bijstelling op de VWS-begroting bedraagt ‒ 1,7 miljard euro in 2021, onder meer door lagere uitgaven voor vaccinaties en testen. Er wordt 0,8 miljard euro aanvullend beschikbaar gesteld in 2022. Bij de OV-beschikbaarheidsvergoeding worden de uitgaven in 2021 met ‒ 0,7 miljard euro bijgesteld, 0,3 miljard euro wordt hiervan doorgeschoven naar 2022. Daarnaast worden de uitgaven bijgesteld vanwege een ramingsbijstelling voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in eerdere kwartalen met ‒ 1,3 miljard euro in 2021 en met ‒ 0,3 miljard euro in 2022. Het openstellen van de TVL in het vierde kwartaal van 2021 leidt naar verwachting tot 0,5 miljard euro hogere uitgaven in 2021 en 1,4 miljard euro hogere uitgaven in 2022. Het openstellen van de NOW in het vierde kwartaal leidt tot 1,5 miljard euro hogere uitgaven in 2021.

In bijlage 1 is een actueel meerjarig budgettair overzicht van de nood- en steunpakketten opgenomen. Op www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd is een gedetailleerd overzicht van de steunmaatregelen opgenomen.

Bijstelling uitgaven onder de plafonds
Ook de ramingen van reguliere uitgaven zijn bijgesteld sinds de Miljoenennota 2022. De belangrijkste posten zijn een tegenvaller van 223 miljoen euro op de BZK-begroting en een neerwaartse bijstelling van 1.089 miljoen euro op de EZK-begroting vanwege latere ontvangsten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Op de begroting van Financiën is er een meevaller van 215 miljoen euro door ontvangen dividenden van staatsdeelnemingen. Daarnaast is er een tegenvaller van per saldo 96 miljoen euro op de EU-afdrachten vanwege een nabetaling naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane. Hiermee is de TEM-hoofdsom onder voorbehoud afgedragen en is de vertragingsrente nog niet betaald. Voor 2022 dient rekening te worden gehouden met mogelijke additionele naheffingen en vertragingsrente. Onder het deelplafond Zorg leidt de actualisatie van de Zvw tot een tegenvaller van 243 miljoen euro.

Alle bijgestelde uitgaven worden toegelicht onder de plafondtoetsen in de volgende paragrafen. In de bijlage bij deze nota geeft het kabinet ook een toelichting over de laatste ontwikkelingen op het dossier van de Kinderopvangtoeslag. Hieruit volgen voor 2021 geen budgettaire wijzigingen.

Naast de mee- en tegenvallers is in deze Najaarsnota in totaal 1,4 miljard euro aan onderuitputting verwerkt (geld dat voor dit jaar was begroot, maar niet is uitgegeven). Deze onderuitputting staat verder in detail toegelicht onder de plafondtoets in paragraaf 2.1.1. De in=uit-taakstelling inclusief de taakstelling bij Voorjaarsnota 2020 bedraagt 1,9 miljard euro. Hiervan wordt 105 miljoen euro ingevuld bij Najaarsnota. Er staat nog 1.818 miljoen euro aan taakstelling open richting de Slotwet.

Totaal uitgavenplafond reguliere uitgaven
Uitgavenplafond reguliere uitgaven 312,0
Uitgavenniveau reguliere uitgaven 317,4
Over-/onderschrijding 5,4
Rijksbegroting reguliere uitgaven
Uitgavenplafond reguliere uitgaven 148,0
Uitgavenniveau reguliere uitgaven 153,3
Over-/onderschrijding 5,4
Sociale zekerheid reguliere uitgaven
Uitgavenplafond reguliere uitgaven 87,7
Uitgavenniveau reguliere uitgaven 88,1
Over-/onderschrijding 0,4
Zorg reguliere uitgaven
Uitgavenplafond reguliere uitgaven 76,3
Uitgavenniveau reguliere uitgaven 76,0
Over-/onderschrijding ‒ 0,4

2.1 Deelplafonds

2.1.1 Plafondtoets Deelplafond Rijksbegroting

1 Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2022 147.890
Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van:
2 Overboekingen met plafonds Sociale Zekerheid en Zorg (incl. GF/PF) 56
3 Valuta Defensie 4
4 Overige plafondcorrecties 1
5 Uitgavenplafond bij Najaarsnota 2021 (= 1 t/m 4) 147.951
6 Reguliere uitgaven bij Miljoenennota 2022 153.480
Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond
7 Overboekingen met plafonds Sociale Zekerheid en Zorg (incl. GF/PF) 56
8 Valuta Defensie 4
9 Overige plafondcorrecties 1
Uitgavenmutaties met beslag budgettaire ruimte
10 EU-afdrachten 96
11 Rente staatsschuld 75
12 Dividend staatsdeelnemingen ‒ 215
13 Gemeente-, Provincie- en Btw-Compensatiefonds 408
14 Limburg tegemoetkoming schade ‒ 73
15 NAM betalingen 1312
16 Onderuitputting ‒ 1489
17 Invullen in=uit-taakstelling 105
18 Diversen ‒ 413
19 Reguliere uitgaven bij Najaarsnota 2021 (= 6 t/m 18) 153.348
20 Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Miljoenennota 2022 (= 6-1) 5.590
21 Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Najaarsnota 2021 (= 19-5) 5.396
21 Uitgavenniveau corona bij Najaarsnota 2021 26.413
22 Totale uitgaven bij Najaarsnota 2021 (= 19+21) 179.761

De toets op het deelplafond Rijksbegroting laat een overschrijding bij Najaarsnota zien van 5.396 miljoen euro in 2021. Bij Miljoenennota 2022 was voor 2021 sprake van een overschrijding van 5.590 miljoen euro.

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond


7. Overboekingen met plafonds Sociale Zekerheid en Zorg

Het uitgavenplafond Rijksbegroting wordt bij de Najaarsnota met 56 miljoen euro opwaarts bijgesteld voor overboekingen met de deelplafonds Sociale Zekerheid en Zorg.

8. Valuta Defensie
Dit betreft hogere uitgaven als gevolg van verschillen in de dagkoersen ten opzichte van de raming van de euro/dollarkoers uit het CEP van het Centraal Planbureau. Het Agentschap verzorgt de inkoop van dollars voor Defensie. Conform kabinetsafspraak komen budgettaire mee- en tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo. De verwerking vindt plaats via een correctie van het uitgavenplafond.

9. Overige plafondcorrecties
De overige plafondcorrecties bevat een bijstelling voor de apparaatskosten van het Nationaal Groeifonds.

Uitgavenmutaties binnen plafond Rijksbegroting

10. EU-afdrachten
Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie verzocht om een nabetaling. Nederland aanvaardt aansprakelijkheid voor een bedrag van 12,7 miljoen euro en stelt 110,9 miljoen euro onder voorbehoud ter beschikking. Over TEM-afdrachten ontvangt Nederland een perceptie-kostenvergoeding van 26,1 miljoen euro, waardoor de nettobetaling 97,5 miljoen euro bedraagt. Aangezien Nederland de naheffing grotendeels betwist, is de TEM-hoofdsom onder voorbehoud afgedragen en is de vertragingsrente (circa 170 miljoen euro) nog niet betaald. Ditzelfde geldt voor eerdere TEM-naheffingen van de Europese Commissie (Zonnepanelen en Lage waarde textiel en schoenen, circa 396 miljoen euro vertragingsrente). Momenteel loopt een bezwaarprocedure (constructieve dialoog) met de EC. Voor 2022 dient rekening te worden gehouden met mogelijke additionele naheffingen en vertragingsrente.

Hiernaast is sprake van een meevaller op de Nederlandse bni-afdracht (1,2 miljoen euro) als sluitstuk van de EU-begroting, doordat de totale opbrengst van de plasticafdracht op EU-niveau in 2021 hoger uitvalt.

11. Rente staatsschuld
De raming van de rentelasten wijzigt als gevolg van realisaties en door een bijstelling van de financieringsbehoefte.

12. Dividend staatsdeelnemingen
De onzekerheid in de dividendramingen als gevolg van de coronapandemie is gedaald, dit leidt tot hogere dividendontvangsten.

13. Gemeente-, Provincie- en Btw-compensatiefonds

De grondslag van het Gemeentefonds, Provinciefonds en het Btw-compensatiefonds neemt toe als gevolg van diverse overboekingen van departementale begrotingen naar deze fondsen.

14. Limburg tegemoetkoming schade

Als gevolg van het hoogwater in Limburg worden Rijkwaterstaat en ProRail voor circa 27 miljoen euro gecompenseerd. Daartegenover staan lagere uitgaven van 100 miljoen euro ten aanzien van de Regeling tegemoetkoming schade 2021 onder de Wet tegemoetkoming schade (Wts).

15. NAM betalingen
Ten aanzien van de geraamde ontvangsten voor BZK zijn deze met 223 miljoen euro naar beneden bijgesteld, aangezien de NAM te kennen heeft gegeven de openstaande facturen vooralsnog niet geheel te willen voldoen. Zoals recent aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 33529, nr. 908), ziet het kabinet er streng op toe dat de NAM aan haar betaalverplichting voldoet en zal de Kamer nader worden geïnformeerd over de vervolgstappen. De bijstelling bij EZK is het gevolg van uitstel van de heffing die aan de NAM wordt opgelegd voor schadeherstel. Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Zorgvuldige onderbouwing van heffingsbesluiten vergt meer tijd dan eerder verwacht. De eerder geraamde ontvangsten van 959 miljoen euro worden daardoor pas in 2022 verwacht. Daarnaast komt 130 miljoen euro pas begin 2022 binnen, omdat de daarmee samenhangende uitgaven later dan verwacht zijn gerealiseerd.

16. Onderuitputting
Op diverse begrotingen is er sprake van onderuitputting in 2021. Tabel 2.1.1.2 geeft inzicht in de verdeling hiervan over de verschillende departementale begrotingen onder het deelplafond Rijksbegroting, zoals toegezegd in het Voorjaarsnotadebat 2021 na een vraag van het lid Heijnen. Hieronder volgt een toelichting van de grootste posten. De Verticale Toelichting in bijlage 6 geeft per begrotingshoofdstuk meer gedetailleerde informatie over de mutaties die hebben plaatsgevonden.

De meeste onderuitputting doet zich voor op de begrotingen van Financiën, LNV, OCW en HGIS (cumulatief 708 miljoen euro) en het Defensiematerieelbegrotingsfonds, Deltafonds en Infrastructuurfonds (cumulatief 553 miljoen euro).

Voor Financiën wordt het grootste deel van de onderuitputting veroorzaakt door de niet-belastingontvangsten. Bij LNV is onderuitputting op de stikstofmaatregelen waarvan onder andere de gerichte opkoop (133,3 miljoen euro) en sanering varkenshouderijen (7,2 miljoen euro). Bij OCW wordt de onderuitputting mede veroorzaakt door het afboeken van 50 miljoen euro aan overlopende verplichtingen en door een meevaller op de reguliere bekostiging van het voortgezet onderwijs van bijna 10 miljoen euro. Op de HGIS-begroting treedt onder andere onderuitputting op door pauzering van een project gericht op veiligheid van hoogrisicoposten vanwege de ontwikkelingen in Kaboel (18 miljoen euro); lagere contributie aan het crisisbeheersingsprogramma VN (15,7 miljoen euro) en lagere realisaties op de uitkeringsregeling Dutchbat III en Srebrenica (12,7 miljoen euro).

De grootste onderuitputting op het Defensiematerieelbegrotingsfonds wordt veroorzaakt door vertragingen in productie en leveringen door leveranciers voor investeringen en het niet tot betaling komen van onder andere risicoreserveringen en delta-exploitatiereeksen. Enkele projecten die hieronder vallen zijn de conventionele munitie (45 miljoen euro), de Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) (35 miljoen euro), de verwerving van de F35 (83 miljoen euro) en de Chinook (107 miljoen euro). Daarnaast betreft dit ongeveer 60 miljoen euro aan onderuitputting bij munitie. Op het Deltafonds zijn per saldo lagere uitgaven van 126 miljoen euro gedaan door enerzijds programmavertraging (177 miljoen euro) en anderzijds overprogrammering (51 miljoen euro). De voornaamste programmavertragingen vinden plaats op het Hoogwaterbeschermingsprogramma (164 miljoen euro) en het programma Kader Richtlijn Water (18 miljoen euro). Daarnaast is sprake van 6 miljoen euro hogere ontvangsten. Ook op het Infrastructuurfonds is er programmavertraging (503 miljoen euro) en overprogrammering (276 miljoen euro), wat per saldo leidt tot lagere uitgaven van 227 miljoen euro. Daar staat tegenover dat op de ontvangsten 162 miljoen euro minder binnenkomt dan geraamd. De voornaamste programmavertragingen vinden plaats op de reservering voor pakket Zeeland (46 miljoen euro), Nieuwe Sluis Terneuzen (40 miljoen euro), Spoorcapaciteit 2030 (23 miljoen euro) en vervanging en renovatie vaarwegen (25 miljoen euro).

Justitie en Veiligheid ‒ 65
Defensie ‒ 7
Defensiematerieelbegrotingsfonds ‒ 356
Staten-Generaal en Hoge Colleges van Staat ‒ 2
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ‒ 11
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ‒ 95
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Deelplafond R) ‒ 33
Economische Zaken en Klimaat ‒ 41
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Deelplafond R) ‒ 37
Financiën ‒ 359
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ‒ 160
HGIS ‒ 94
Infrastructuur en Waterstaat ‒ 29
Infrastructuurfonds ‒ 65
Deltafonds ‒ 132
Totaal ‒ 1.489

Op basis van de onderuitputting ontvangt een departement in het voorjaar de eindejaarsmarge. Op deze manier kunnen middelen die niet tot besteding zijn gekomen in het huidige jaar volgend jaar alsnog besteed worden. De eindejaarsmarge is gelijk aan de onderuitputting per begroting met een maximum van 1,0 procent van de totale begroting. 

17. Invulling in=uit-taakstelling
De in=uit-taakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. De eindejaarsmarge is bedoeld om ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar te voorkomen door de onbestede middelen naar het volgende jaar door te schuiven. Hiervoor geldt een maximum van 1,0 procent van de totale begroting, uitgezonderd het Defensiematerieelbegrotingsfonds, het Deltafonds en het Infrastructuurfonds, die een 100 procent eindejaarsmarge hebben. Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenaamde in=uit-taakstelling. Hierdoor levert het doorschuiven via de eindejaarsmarge dus geen extra middelen op in het jaar waarnaar wordt doorgeschoven. De in=uit-taakstelling kent geen concrete invulling, maar wordt gaandeweg ingevuld. De invulling kan bestaan uit (toevallige) onderuitputting of andere meevallers. De taakstelling van Voorjaarsnota 2020 wordt bij Najaarsnota voor 105 miljoen euro ingevuld. De resterende in=uit-taakstelling voor de Slotwet bedraagt 1.818 miljoen euro.

18. Diversen
De post overig bevat het saldo van de resterende uitgavenmutaties op de departementale begrotingen, waaronder de overboekingen naar het GF, PF en BCF.

2.1.2 Plafondtoets Deelplafond Sociale Zekerheid

1 Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2022 (excl. corona) 87.839
Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van:
2 Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg ‒ 3
3 Niet-beleidsmatige mutaties WW en Bijstand ‒ 167
4 Overige plafondcorrecties 0
5 Uitgavenplafond bij Najaarsnota 2021 (= 1 t/m 4) 87.669
6 Reguliere uitgaven bij Miljoenennota 2022 (excl. corona) 88.279
Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond
7 Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg ‒ 3
8 Niet-beleidsmatige mutaties WW en Bijstand ‒ 167
9 Overige plafondcorrecties 0
Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte
10 AOW en IOAOW ‒ 42
11 Arbeidsongeschiktheid ‒ 27
12 Compensatie Transitievergoeding Langdurige Arbeidsongeschiktheid ‒ 18
13 Kinderopvangtoeslag (KOT) 34
14 Re-integratie ‒ 38
15 SVB ‒ 25
16 Toeslagenwet ‒ 22
17 UWV ‒ 17
18 Wajong 51
19 Wet Arbeid en Zorg (WAZO) 77
20 Wet Kindgebonden Budget (WKB) 41
21 Ziektewet ‒ 36
22 Diversen ‒ 17
23 Uitgaven bij Najaarsnota 2021 (= 6 t/m 22) 88.069
24 Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Miljoenennota 2022 (= 6-1) 440
25 Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Najaarsnota 2021 (= 23-5) 400
26 Uitgavenniveau corona bij Najaarsnota 2021 9.600
27 Totale uitgaven bij Najaarsnota 2021 (= 23 + 26) 97.670

De toets op het deelplafond Sociale Zekerheid laat een overschrijding bij Najaarsnota zien van 400 miljoen euro in 2021. Bij Miljoenennota 2022 was voor 2021 sprake van een overschrijding van 440 miljoen euro.

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond

7. Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg

Er zijn naast herschikkingen binnen de begroting van SZW enkele overboekingen met andere departementen op plafond Rijksbegroting, bijvoorbeeld voor de uitvoeringstoets EESSI en het pensioenakkoord en voor de vereenvoudiging van de beslagvrije voet met de ministeries van Financiën en van Justitie en Veiligheid. Daarnaast is er een overboeking naar het Gemeentefonds voor inburgeringsplichtigen die aan het einde van de leningsperiode zitten.

8. Niet-beleidsmatige mutaties WW en Bijstand

Op basis van uitvoeringsinformatie van UWV zijn de WW-lasten voor 2021 naar beneden bijgesteld. Vooral de WW-uitstroom is hoger uitgevallen dan eerder verwacht. Ook de instroom is iets lager uitgevallen dan eerder verwacht. Daarnaast zijn de faillissementsuitkeringen lager uitgevallen dan eerder verwacht. De raming van de bijstand is niet bijgesteld.

Uitgavenmutaties binnen plafond Sociale Zekerheid

10. Algemene Ouderdomswet (AOW) en Inkomensondersteuning AOW (IOAOW)

De neerwaartse bijstellingen op de AOW-uitgaven en de IOAOW-uitgaven worden hoofdzakelijk veroorzaakt doordat het verwachte aantal AOW-gerechtigden voor 2021 lager ligt dan eerder geraamd. Deze bijstelling in het aantal AOW-gerechtigden komt door hogere sterfte onder AOW-gerechtigden en een lagere instroom in het buitenland dan eerder verwacht.

11. Arbeidsongeschiktheid

De per saldo neerwaartse bijstelling komt voor het grootste deel door een lagere gemiddelde uitkering in de WGA en WAO. De meevaller wordt enigszins gedempt door een hoger aantal uitkeringen in de WGA, vooral bij eigenrisicodragers. Er is aangesloten op de bijstellingennota van het UWV.

12. Compensatie Transitievergoeding Langdurige Arbeidsongeschiktheid (CTVLAO)

De raming voor de compensatieregeling bij ontslag na langdurige ziekte is op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie over het tweede tertaal van 2021 in totaal met 18 miljoen euro neerwaarts bijgesteld. De bijstelling is met name het gevolg van een lagere gemiddelde compensatie dan eerder geraamd.

13. Kinderopvangtoeslag (KOT)

Op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie zijn de ontvangsten kinderopvangtoeslag naar beneden bijgesteld. De ontvangsten uit terugvorderingen over eerdere toeslagjaren komen lager uit dan verwacht. Dit hangt deels samen met de voortzetting van de pauzering van (dwang)invorderingen in het kader van zowel de coronapandemie als de afwikkeling van de hersteloperatie toeslagen. Daarnaast heeft het kwijtschelden van toeslagschulden uit de hersteloperatie mogelijk tot meer ontvangstenderving geleid dan was verwacht.

14. Re-integratie

In verband met corona zijn er minder re-integratietrajecten en voorzieningen verstrekt dan verwacht. Hierdoor worden de beschikbare budgetten voor de rest van het jaar naar beneden bijgesteld. Daarnaast heeft het UWV ESF-gelden ontvangen voor oude projecten, waardoor de bevoorschotting van 2021 naar beneden is bijgesteld. Dit heeft geen gevolgen voor het feitelijke re-integratiebudget bij het UWV.

15. SVB

In totaal ontvangt SZW in 2021 39,3 miljoen euro terug van de SVB. Deze 39,3 miljoen euro bestaat uit 20,7 miljoen euro terugontvangsten jaarlijkse afrekening Rijksgefinancierde uitvoeringskosten en 18,6 miljoen euro terugontvangsten van het exploitatieresultaat. Eerder is hier al op basis van prognose 18 miljoen euro voor geboekt. De overige 21,3 miljoen euro wordt nu geboekt. Daarnaast is er onderbesteding van 4 miljoen euro bij de premiegefinancierde regelingen.

16. Toeslagenwet (TW)

De verwachte uitgaven over 2021 worden neerwaarts bijgesteld op basis van uitvoeringsinformatie van UWV. Dit is voornamelijk het gevolg van een lager aantal uitkeringen, vooral door minder TW aanvullingen voor de WW. Ook is sprake van een lagere gemiddelde uitkering.

17. UWV

Er is een onderbesteding van 18 miljoen euro aan de premiegefinancierde regelingen van uitvoeringskosten UWV. Dit heeft onder andere te maken met vertraging van opdrachten.

18. Wajong

In verband met een hogere instroom dan verwacht in de Wajong en een lagere uitstroom in de Wajong2015 stijgen de uitkeringslasten. Daarnaast blijkt uit de gegevens van het UWV dat de kosten van de Vereenvoudiging Wajong hoger uitvallen dan verwacht.

19. Wet Arbeid en Zorg (WAZO) 

De opwaartse bijstelling wordt vooral verklaard door een hoger aantal geboortes. Daarnaast is de gemiddelde uitkeringshoogte op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie naar boven bijgesteld.

20. Wet Kindgebonden Budget (WKB)

De uitgaven kindgebonden budget nemen toe met 41 miljoen euro. Dit is het per saldo effect van 13 miljoen euro hoger uitgaven en 28 miljoen euro lagere ontvangsten. De hogere uitgaven zijn met name het gevolg van hogere nabetalingen over het toeslagjaar 2020. De lagere ontvangsten over de toeslagjaren 2015-2021 worden deels verklaard door het pauzeren van dwangvorderingen in 2020 en 2021 i.v.m. de coronacrisis. Een andere mogelijke verklaring is een groter effect van de hersteloperatie Toeslagen dan aanvankelijk geraamd.

21. Ziektewet (ZW)

De verwachte uitgaven in 2021 worden neerwaarts bijgesteld op basis van de Bijstellingennota van UWV. Dit is voornamelijk het gevolg van een lager dan verwacht aantal mensen met een ZW-uitkering op basis van eindedienstverband. Er zijn minder mensen met een tijdelijk contract dan voorheen. Ook is er sprake van een lager dan verwachte gemiddelde uitkering bij de groep zieke WW’ers.

22. Diversen

Hieronder vallen onder andere neerwaartse bijstellingen op de IOW, Compensatie transitievergoeding voor het MKB bij bedrijfsbeëindiging en het WGA scholingsexperiment. Deze worden gesaldeerd met opwaartse bijstellingen op onder andere de AKW en het aanvullend geboorteverlof. Daarnaast vallen de ontvangsten per saldo hoger uit dan verwacht.

2.1.3 Plafondtoets Deelplafond Zorg

1 Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2022 76.387
Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van:
2 Overboekingen met Rijksbegroting ‒ 53
3 Uitgavenplafond bij Najaarsnota 2021 (= 1 t/m 2) 76.335
4 Reguliere uitgaven bij Miljoenennota 2022 75.771
Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond
5 Overboekingen met Rijksbegroting ‒ 53
Uitgavenmutaties met beslag budgettaire ruimte
6 Actualisatie Zvw o.b.v. Q3 220
7 Eigen risico 23
8 Diversen ‒ 9
9 Reguliere uitgaven bij Najaarsnota 2021 (= 4 t/m 8) 75.951
10 Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Miljoenennota 2022 (= 4-1) ‒ 617
11 Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Najaarsnota 2021 (= 9-3) ‒ 383
12 Uitgavenniveau corona bij Najaarsnota 2021 261
13 Totale uitgaven bij Najaarsnota 2021 (= 12+9) 76.213

De toets op het deelplafond Zorg laat een onderschrijding bij Najaarsnota zien van 383 miljoen euro in 2021. Bij Miljoenennota 2022 was voor 2021 sprake van een onderschrijding van 617 miljoen euro. Ten opzichte van de Miljoenennota 2022 is er sprake van een afname van de onderschrijding van het plafond Zorg met 234 miljoen euro.

De totale netto zorguitgaven bedragen 76,2 miljard euro, inclusief de corona-uitgaven. De corona-uitgaven op het deelplafond Zorg betreffen onder meer meerkosten in de Wlz (150 miljoen euro), opschaling IC- en eerstelijnsverblijf (ELV)-capaciteit (29 miljoen euro) en verlenging van de regeling Voorwaardelijke toelating paramedische herstelzorg (25 miljoen euro).

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond

5. Overboekingen met Rijksbegroting

Dit betreft een aantal overboekingen met het uitgavenplafond Rijksbegroting. De grootste is het gevolg van een herschikking van de subsidies Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt op artikel 4. Op dit artikel is zowel sprake van budgetten vallend onder het plafond Zorg als budgetten vallend onder het plafond Rijksbegroting.

Uitgavenmutaties binnen plafond Zorg

6. Actualisatie Zvw o.b.v. Q3

Op basis van actuele ramingen van zorgverzekeraars zijn de Zvw-uitgaven 2021, inclusief de effecten van COVID-19, geactualiseerd. Deze cijfers zijn gebaseerd op de daadwerkelijke declaraties van de eerste drie kwartalen van 2021, aangevuld met een raming voor de nog te verwachten lasten van 2021.

7. Eigen risico

Dit betreft een tegenvaller op de opbrengstenraming van het eigen risico naar aanleiding van de derdekwartaalcijfers.

8. Diversen

Er is onder meer een herverdeling geweest tussen plafond Rijksbegroting en plafond Zorg (10,4 miljoen euro) bij de eerder ingeboekte taakstellende onderuitputting.

3 Het inkomstenbeeld

De raming van de totale belasting- en premieontvangsten voor 2021 is met 2,3 miljard euro opwaarts bijgesteld ten opzichte van de raming voor 2021 in de Miljoenennota 2022 (tabel 3.1).

Belastingen en premies volksverzekeringen 242,2 244,5 2,3
waarvan belastingen 202,5 205,0 2,6
waarvan premies volksverzekeringen 39,7 39,5 ‒ 0,2
Premies Werknemersverzekeringen 71,6 71,6 0,0
Totale belasting- en premieontvangsten 313,8 316,1 2,3

De Najaarsnotaraming van de belasting- en premieontvangsten is gebaseerd op de gerealiseerde kasontvangsten tot en met de maand oktober. Bij het opstellen van de raming was geen geactualiseerd economisch beeld van het CPB beschikbaar ten opzichte van de MEV2022.

Tabel 3.2 toont de geraamde belasting- en premieontvangsten op EMU-basis per belastingsoort. Op EMU-basis valt de belasting- of premieontvangst toe aan het jaar waarin de onderliggende economische transactie zich heeft voorgedaan. Dat betekent dat de cijfers in deze tabel zijn gecorrigeerd voor de effecten van uitstel van betaling vanwege de coronacrisis. De belastingontvangsten op kasbasis staan vermeld in bijlage 2. In de tabel in deze bijlage is ook het effect van de verlenging van het belastinguitstel op de ontvangsten in de laatste maanden van 2021 meegenomen.

Indirecte belastingen 98.676 98.905 229
Omzetbelasting 62.913 63.413 500
Accijnzen 11.776 11.679 ‒ 97
MRB 4.245 4.291 46
Belastingen op milieugrondslag 4.647 4.573 ‒ 74
Invoerrechten 3.561 3.607 46
Overdrachtsbelasting 3.603 3.603 0
Assurantiebelasting 3.228 3.228 0
Verhuurderheffing 1.880 1.840 ‒ 40
BPM 1.665 1.522 ‒ 143
Bankbelasting 672 699 27
Belasting op zware motorrijtuigen 211 202 ‒ 9
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. 277 249 ‒ 28
Directe belastingen en premies volksverzekeringen 143.214 145.301 2.087
Loon- en inkomensheffing 108.895 109.700 806
Vennootschapsbelasting 27.451 28.438 988
Dividendbelasting 4.170 4.570 400
Schenk- en erfbelasting 2.448 2.348 ‒ 100
Kansspelbelasting 250 244 ‒ 6
Overige belastingontvangsten 303 303 0
Totaal belastingen en premies volksverzekeringen 242.192 244.508 2.316
Premies werknemersverzekeringen 71.566 71.566 0
waarvan zorgpremies 46.269 46.269 0
Totaal belastingen en premies 313.758 316.074 2.316

De geraamde ontvangsten van de indirecte belastingen zijn opwaarts bijgesteld (+0,2 miljard euro). Dit betreft een optelsom van bijstellingen van verschillende belastingsoorten op basis van de gerealiseerde ontvangsten tot en met oktober. De belangrijkste opwaartse bijstelling (+0,5 miljard euro) betreft de omzetbelasting (btw). In de Miljoenennota 2022 en de daaraan voorafgaande ramingen was reeds rekening gehouden met een flinke groei van de opbrengst van de btw in 2021 ten opzichte van 2020. De kasontvangsten tot en met oktober geven aanleiding deze groei nog wat hoger in te schatten. De raming voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) is met 0,1 miljard euro neerwaarts bijgesteld, wat relatief veel is ten opzichte van de totale opbrengst. De opbrengst van de bpm is gedurende de coronacrisis stevig gedaald. Onder meer door het chiptekort in de auto-industrie is het herstel gedurende 2021 beperkt. De jaaropbrengst van de verhuurderheffing en de bankbelasting is inmiddels zo goed als gerealiseerd omdat voor deze belastingsoorten in één keer aangifte wordt gedaan over het hele belastingjaar. De opbrengst van deze belastingen sluit relatief nauw aan bij de raming uit de Miljoenennota 2022.

Bij de directe belastingen en premies volksverzekeringen is sprake van een opwaartse bijstelling (+2,1 miljard euro). Dit wordt voornamelijk verklaard door de vennootschapsbelasting (vpb), waar sprake is van een opwaartse bijstelling van circa 1,0 miljard euro. Dit hangt vooral samen met een incidentele hoge ontvangst over het huidige belastingjaar, binnengekomen na de Miljoenennota 2022. Bij de loon- en inkomensheffing, de meest omvangrijke belastingsoort, is daarnaast sprake van een opwaartse bijstelling van 0,8 miljard euro. Onderliggend betreft dit vooral een opwaartse bijstelling bij de inkomensheffing (+0,5 miljard euro) op basis van gunstige gerealiseerde kasontvangsten. De raming van de dividendbelasting is met 0,4 miljard euro opwaarts bijgesteld. De raming van de dividendbelasting is meer dan normaal onzeker, omdat veel bedrijven hun dividendbeleid gedurende de coronacrisis hebben aangepast, bijvoorbeeld vanwege onzekerheid over economische vooruitzichten of vanwege de voorwaarden die worden gesteld aan het ontvangen van NOW-steun (een verbod op het uitkeren van dividend). Op basis van de relatief gunstige ontvangsten in de afgelopen maanden lijkt het effect hiervan in 2021 beperkter dan vooraf ingeschat. Mogelijk dat bij enkele bedrijven ook sprake is van een inhaaleffect.

Tot slot is de geraamde opbrengst van de schenk- en erfbelasting met 0,1 miljard euro neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is in overleg met de Belastingdienst tot stand gekomen op basis van uitvoeringsinformatie: het opleggen van aanslagen erfbelasting over belastingjaar 2021 is later gestart dan gebruikelijk. Bij de Miljoenennota 2022 werd er nog vanuit gegaan dat de bij de systeemontwikkeling opgelopen vertraging ingehaald zou worden en er geen kaseffect zou zijn in 2021. Ondanks de latere start zal een belangrijk deel van de aanslagen erfbelasting 2021 nog dit jaar opgelegd worden, zodat er waarschijnlijk slechts een relatief beperkt kaseffect over de jaargrens heen is (kasschuif).

4 Overheidssaldo en overheidsschuld

De raming van het EMU-saldo is ‒ 5,1 procent bbp. Dit is een verbetering van 0,9 procent bbp ten opzichte van de Miljoenennota 2022. Deze verbetering van het EMU-saldo komt voornamelijk door lagere uitgaven aan nood- en steunmaatregelen corona en door hogere inkomsten dan eerder geraamd. Daarnaast verbetert het saldo door hogere ontvangen dividenden van financiële staatsdeelnemingen.

Bij het Financieel Jaarverslag Rijk in het voorjaar van 2022 wordt het saldo over 2021 definitief vastgesteld.

EMU-saldo Miljoenennota 2022 ‒ 6,0%
Inkomsten 0,3%
Uitgaven onder het uitgavenplafond 0,0%
Nood- en steunmaatregelen corona 0,4%
Niet-plafondrelevante uitgaven en correcties van EMU-saldo 0,2%
Overig 0,0%
EMU-saldo Najaarsnota 2021 ‒ 5,1%

De huidige raming van de overheidsschuld is 56,4 procent bbp. De raming van de schuld is 1,4 procent bbp lager dan bij de Miljoenennota 2022. Deze verbetering bestaat voor een groot deel uit de doorwerking van het positievere EMU-saldo op de schuld en door een hogere inleg van deelnemers aan het schatkistbankieren.

EMU-schuld Miljoenennota 2022 57,8%
EMU-saldo ‒ 0,9%
Mutatie stand schuld ultimo 2020 0,0%
Schatkistbankieren ‒ 0,6%
Overig 0,1%
EMU-schuld Najaarsnota 2021 56,4%

In het Financieel Jaarverslag Rijk 2020 werd de EMU-schuld eind 2020 vastgesteld op 434,9 miljard euro (54,5 procent bbp). Eind dit jaar komt de schuld naar verwachting 44,4 miljard euro hoger uit op 479,3 miljard euro (56,4 procent bbp).

5 Budgettaire kerngegevens

Tabel 5.1 geeft een totaaloverzicht van de budgettaire kerngegevens bij Najaarsnota 2021. In tegenstelling tot de voorgaande paragrafen van deze Najaarsnota gaat het in onderstaande tabel niet om mutaties ten opzichte van de Miljoenennota 2022, maar om begrote standen voor het jaar 2021.

Inkomsten (belastingen en sociale premies) 316,1
Reguliere netto-uitgaven onder het uitgavenplafond 317,4
Rijksbegroting 153,3
Sociale zekerheid 88,1
Zorg 76,0
Steunmaatregelen corona relevant voor het EMU-saldo (uitgaven) 36,3
Overige netto-uitgaven en correcties relevant voor het EMU-saldo 3,5
Totale netto-uitgaven relevant voor het EMU-saldo 357,1
EMU-saldo centrale overheid ‒ 41,0
EMU-saldo decentrale overheden ‒ 2,3
EMU-saldo collectieve sector ‒ 43,3
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp) ‒ 5,1%
EMU-schuld collectieve sector 479,3
EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp) 56,4%
Bruto binnenlands product (bbp) 850

Hoe deze standen zijn gewijzigd sinds de Miljoenennota 2022 wordt toegelicht in de voorgaande paragrafen van deze Najaarsnota. De inkomsten worden besproken in paragraaf 3 en de uitgaven onder het uitgavenplafond in paragraaf 2.

Naast de plafondrelevante uitgaven zijn er ook uitgaven die niet onder het uitgavenplafond vallen, maar wel relevant zijn voor het EMU-saldo. Deze posten zijn opgenomen onder «overige netto-uitgaven en correcties relevant voor het EMU-saldo» in tabel 5.1. Op deze uitgaven zijn geen grote wijzigingen geweest sinds de Miljoenennota.

Bijlagen bij de Najaarsnota

Bijlage 1: Coronagerelateerde uitgavenmaatregelen

Het kabinet heeft besloten dat het reguliere uitgavenplafond niet geldt voor de uitgaven aan noodmaatregelen. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste gaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgen voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld.

De raming van het budgettair beslag van veel noodmaatregelen is met onzekerheid omgeven en hangt sterk af van het uiteindelijke beroep op bepaalde regelingen. Omdat de noodmaatregelen in de praktijk buiten het uitgavenplafond vallen, leiden lagere uitgaven niet tot ruimte voor nieuwe maatregelen. Omgekeerd leidt een hoger dan verwacht gebruik van deze regelingen niet tot problematiek onder de uitgavenplafonds.

In deze Najaarsnota zijn er een aantal bijstellingen verwerkt op de steunmaatregelen. Tabel 1.1 geeft een overzicht van de grootste bijstellingen die zijn verwerkt sinds Miljoenennota 2022. Het gaat om ramingsbijstellingen op basis van realisaties en uitvoeringsinformatie en om aanvullende maatregelen zoals aangekondigd in de Kamerbrieven34over het steunpakket in het vierde kwartaal.5

De uitgaven aan corona in 2021 zijn per saldo met 3,1 miljard euro neerwaarts bijgesteld, in 2022 stijgen de geraamde uitgaven met 3,3 miljard euro. Voor een aantal regelingen geldt dat hiervan in 2021 minder gebruik is gemaakt dan eerder geraamd, een deel hiervan wordt doorgeschoven naar 2022. Het openstellen van de TVL en de NOW in het vierde kwartaal van 2021 leidt tot 2 miljard euro hogere uitgaven in 2021 en 1,5 miljard euro hogere uitgaven in 2022.

Stand Miljoenennota 2022 39.393 11.367 2.405 ‒ 27 ‒ 40 ‒ 27
Corona-uitgaven VWS ‒ 1.702 1.431 ‒ 23
Ramingsbijstelling TVL ‒ 1.281 ‒ 325
Reserveringen Aanvullende Post ‒ 1.176 ‒ 115 ‒ 3
OV-beschikbaarheidsvergoeding ‒ 653 270
Ramingsbijstelling uitgaven garantieregelingen ‒ 365
Ramingsbijstelling NOW 7 264 ‒ 346 40 ‒ 41 ‒ 38
TVL vierde kwartaal 2021 500 1.400
NOW vierde kwartaal 2021 1.481 7
Diversen 71 381 63 10 ‒ 6 ‒ 17
Stand Najaarsnota 2021 36.275 14.681 2.096 22 ‒ 87 ‒ 82

Tabellen 1.2 en 1.3 geven een actueel overzicht van de corona-gerelateerde uitgavenmaatregelen waarvoor het reguliere uitgavenplafond niet geldt. Een uitgebreider overzicht van de overheidsfinanciën in coronatijd is ook terug te vinden op www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd.

In tabel 1.2 zijn alle EMU-relevante uitgaven opgenomen. Voor 2021 zijn de uitgaven geraamd op 36,3 miljard euro, in de komende jaren t/m 2026 zijn de geraamde uitgaven in totaal 16,6 miljard euro. Samen met de eerdere uitgaven van 27,8 miljard euro in 2020 komen de EMU-relevante uitgaven in totaal op 80,7 miljard euro uit.

Koninkrijksrelaties en BES fonds 56
Buitenlandse Zaken 18
Justitie en Veiligheid 241 39 3 1
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 213 23 2
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 4.324 3.742 912 55 40 40
Nationaal Programma Onderwijs 3.169 3.636 896 40 40 40
Diversen 1.155 106 15 15
Financiën en Nationale Schuld 545 375 73 ‒ 133 ‒ 138 ‒ 123
Defensie 39 21
Infrastructuur en Waterstaat 1.647 385 28
Beschikbaarheidsvergoeding OV 1.348 382 28
Diversen 298 3
Economische Zaken en Klimaat 6.928 1.907 273 124 96 53
TVL 6.420 1.615
Diversen 508 292 273 124 96 53
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 233 89 1
Sociale Zaken en Werkgelegenheid 9.901 3.242 ‒ 17 ‒ 38 ‒ 86 ‒ 52
NOW 9.189 2.922 ‒ 59 ‒ 46 ‒ 89 ‒ 50
TOZO 857 ‒ 4 ‒ 3 ‒ 2
Diversen 566 320 42 12 6 0
TOZO afrekening 2020 ‒ 710
Volksgezondheid, Welzijn en Sport 10.912 3.585 444 10 2
Testcapaciteit RIVM en GGD 3.524 1.078
GGD'en en veiligheidsregio's 2.822 1.093
Vaccin ontwikkeling en medicatie 1.754 818 378
Diversen Zorg 1.496 577 65 10 2
Zorgbonus 928 19 1
Garanties 388
Gemeentefonds 1.205 103
Provinciefonds 13
Reserveringen Aanvullende post 1.170 378 4
Nationaal Programma Onderwijs 343 360
Diversen 828 19 4
Totale EMU-relevante uitgaven 36.275 14.681 2.096 22 ‒ 87 ‒ 82

Naast de EMU-relevante corona uitgaven zijn er ook uitgaven die niet EMU-relevant zijn. Dit zijn leningen waarvan de verwachting is dat deze (vrijwel volledig) op een later moment worden terugbetaald. In tabel 1.3 is een overzicht opgenomen van de niet EMU-relevante uitgaven.

Koninkrijksrelaties en BES fonds 563
Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao, Sint Maarten 563
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 25 5 ‒ 15
Nationaal Programma Onderwijs 25 5 ‒ 15
Financiën en Nationale Schuld 723 ‒ 1.000
Lening KLM 723 ‒ 1.000
Economische Zaken en Klimaat 548 ‒ 112 ‒ 129 ‒ 129 ‒ 309 ‒ 99
Leningen 148 ‒ 62 ‒ 62 ‒ 62 ‒ 242 ‒ 32
Voucherkredietfaciliteit reissector 400 ‒ 50 ‒ 67 ‒ 67 ‒ 67 ‒ 67
Sociale Zaken en Werkgelegenheid 50 ‒ 54 ‒ 55 ‒ 56
Leningen TOZO 50 ‒ 54 ‒ 55 ‒ 56
Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1 1
Verlaging invorderingsrente Zorgtoeslag 1 1
Totale niet EMU-relevante uitgaven 1.910 ‒ 106 ‒ 128 ‒ 183 ‒ 364 ‒ 1.170

Bijlage 2: Belasting- en premieontvangsten op kasbasis

Tabel 2.1 laat de raming van de belasting- en premieontvangsten van de Miljoenennota 2022 en de Najaarsnota 2021 zien op kasbasis, met op de laatste regels de aansluiting naar de totaalraming op EMU-basis.

Indirecte belastingen 98.322 98.445 122
Omzetbelasting 62.476 62.611 135
Accijnzen 11.760 11.890 130
Motorrijtuigenbelasting 4.246 4.296 50
Belastingen op milieugrondslag 4.654 4.614 ‒ 40
Invoerrechten 3.546 3.596 50
Overdrachtsbelasting 3.746 3.746 0
Assurantiebelasting 3.206 3.206 0
Verhuurderheffing 1.880 1.840 ‒ 40
Belasting op personenauto's en motorrijwielen 1.650 1.500 ‒ 150
Bankbelasting 672 699 27
Belasting op zware motorrijtuigen 210 200 ‒ 10
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. 277 247 ‒ 30
Directe belastingen 101.205 103.179 1.975
Inkomstenbelasting 4.729 5.599 870
Loonbelasting 62.116 61.913 ‒ 203
Vennootschapsbelasting 27.514 28.502 988
Dividendbelasting 4.170 4.570 400
Schenk- en erfbelasting 2.448 2.348 ‒ 100
Kansspelbelasting 227 247 20
Overige 303 303 0
Totaal belastingen 199.830 201.927 2.097
Aansluiting kas-EMU-basis 2.662 3.119 457
Totaal belastingen op EMU-basis 202.492 205.046 2.554
Premies volksverzekeringen 39.389 38.899 ‒ 490
Aansluiting kas-EMU-basis 312 563 251
Premies volksverzekeringen op EMU-basis 39.701 39.462 ‒ 238
Premies werknemersverzekeringen op EMU-basis 71.566 71.566 0
waarvan zorgpremies 46.269 46.269 0
Totaal belastingen en premies op EMU-basis 313.758 316.074 2.316

Bijlage 3: Regeerakkoordmiddelen op de Aanvullende Post

In deze bijlage zijn de mutaties van de regeerakkoordmiddelen op de
Aanvullende Post algemeen opgenomen. Het betreft de mutaties die bij Najaarsnota 2021 zijn verwerkt voor het jaar 2021. Daarnaast bevat deze bijlage de nieuwe stand bij Najaarsnota 2021. De toelichtingen bij de mutaties staan in de verticale toelichting aanvullende post algemeen.

In tabel 3.1 zijn alle mutaties sinds de Miljoenennota 2022 weergegeven. De mutaties betreffen overhevelingen naar begrotingen en kasschuiven. De stand van de reserveringen Regeerakkoord op de aanvullende post bij Najaarsnota 2021 zijn zichtbaar in tabel 3.2. Daar waar een 0 in de reeksen staat, is de mutatie en/of de stand kleiner dan 0,5 miljoen euro. De reserveringen Regeerakkoord die volledig zijn uitgeput, worden niet meer in tabel 3.2 weergegeven.

Totaal 0 0 0 0 0 0 Hoofdstuk en artikel
Openbaar bestuur
A4 Reservering transitie werkgevers zorg en overheid ‒ 47 OCW, art. 91
A4 Reservering transitie werkgevers zorg en overheid ‒ 9 JenV, art. 92
A4 Reservering transitie werkgevers zorg en overheid ‒ 16 Arbeidsvoorwaarden, art. 1
Overige uitgaven
L108 Gasfonds Groningen ‒ 34 BZK, art. 10
Saldo 134 247 214 165 231 227
Openbaar bestuur
A4 Reservering transitie werkgevers zorg en overheid 19 166 150 150 200 200
Milieu
E23 Envelop klimaat 4 11 9 15 31 27
Overige uitgaven
L105 Reservering regionale knelpunten 40
L107 Stimulering ombouw laagcalorisch naar hoogcalorisch 20 55
L108 Gasfonds Groningen 72 50

Bijlage 4: Herstel toeslagen en Groningen: schade en versterken

Herstel Toeslagen

Voor de begrote uitgaven 2021 voor de hersteloperatie toeslagen is in de tweede suppletoire begroting van Financiën een bedrag van 1,7 miljard euro opgenomen. Zie hiervoor ook tabel 4.1.

De kwijtschelding van private schulden is dit jaar later gestart dan initieel verwacht, waardoor budget is overgebleven en overgeheveld naar de compensatieregeling, waar extra budget benodigd is. Bij de Slotwet zullen de middelen op de Aanvullende Post die in 2021 niet tot besteding komen vrijvallen. Deze middelen worden in het voorjaar opnieuw beschikbaar gesteld, zodat de middelen beschikbaar blijven voor gedupeerden.

Voor de voorgestelde nieuwe regelingen, zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 29 oktober6, zijn in de tweede suppletoire begroting 2021 ook de voorgenomen verplichtingen voor 2021 opgenomen.

In totaal is voor de gehele hersteloperatie een bedrag van 5,2 miljard euro gereserveerd, die in de miljoennota 2022 meerjarig is uitgesplitst en toegelicht. Dit totaalbedrag is ongewijzigd gebleven.

(in miljoenen euro) 2021
Totaal Herstel Toeslagen 1.732
Verwerkt in departementale begrotingen 1.417
w.v. compensatie toeslagengedupeerden 1.002
w.v. kwijtschelden publieke schulden 336
w.v. kwijtschelden private schulden 79
Reservering op aanvullende post 315
w.v. actualisatie ramingen 315

Groningen: schade en versterken

In de Voorjaarsnota 2021 is een uitgebreide toelichting gegeven op de werking en ramingen van de schadeherstel- en versterkingsoperatie en het gasgebouw. In de Miljoenennota 2022 is de raming aangepast op basis van de nieuwe werkwijze van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). In totaal is er tot en met 2027 een bedrag van circa 8,4 miljard euro geraamd voor de uitgaven aan schadeherstel, versterking en uitvoering. Deze kosten worden grotendeels doorbelast aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). De raming van 8,4 miljard euro is exclusief 1,5 miljard euro voor de Bestuurlijke Afspraken uit 2020 en 1,15 miljard euro voor het Nationaal Programma Groningen (NPG). De meest actuele stand van zaken van de schadeherstel- en versterkingsoperatie zijn te vinden op de dashboards van het IMG7 en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG).8

In deze Najaarsnota 2021 zijn onder andere de uitgaven voor de versterkingsoperatie op basis van de laatste realisatiecijfers verhoogd met circa 87 miljoen euro en de uitgaven voor de schadehersteloperatie verlaagd met circa 130 miljoen euro. Daarnaast is vanaf de Aanvullende Post circa 34 miljoen euro overgeheveld naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor de uitvoering van het NPG, en 58 miljoen euro naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat ten behoeve van extra subsidiebudget voor de Waardevermeerderingsregeling. Ook zijn de geraamde ontvangsten van de NAM voor 2021 bijgesteld, omdat de NAM te kennen heeft gegeven vooralsnog slechts 60 procent van de facturen te willen betalen. Zoals vermeld in de Kamerbrief over de gedeeltelijke betalingen van de NAM9, hebben uitblijvende ontvangsten geen effect op de uitvoering en de raming aan de uitgavenzijde. Alle mutaties zijn in de Najaarsnota voorzien van een Verticale Toelichting bij de begrotingen van zowel Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als Economische Zaken en Klimaat. In tabel 4.2 wordt op basis van de laatste uitvoeringscijfers een overzicht gegeven van de uitgaven in 2021. Daarbij wordt een uitsplitsing gemaakt in directe kosten en btw.

(in miljoenen euro; - = onderschrijding) 2021
1 Raming schade (2+3) 1.069
2 Waarvan excl. btw 1.041
3 Waarvan btw 28
4 Raming versterken (5+6) 487
5 Waarvan excl. btw 419
6 Waarvan btw 68
7 Totale raming schade en versterken (1+4) 1.555
8 Totale raming excl. btw (2+5) 1.460
9 Totale btw schade en versterken (3+6) 96

De totale raming van 8,4 miljard euro blijft vooralsnog ongewijzigd. Bij het opstellen van de ramingen zijn verschillende aannames gehanteerd, onder andere over het gemiddelde schadebedrag, de scope van de opgave, het gebruik en effect van de typologiebenadering en het verwachte aantal bewoners dat gebruik wil maken van een herbeoordeling. Het blijft een raming met onzekerheden, zo zijn bijvoorbeeld effecten van eventuele nieuwe aardbevingen niet in deze raming meegenomen. Bij Voorjaarsnota 2022 zal een nieuwe meerjarige raming worden opgesteld.

Bijlage 5: Taakopdrachten IBO's

Er vindt dit jaar weer een ronde Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) plaats. IBO's vinden plaats in opdracht van het kabinet en worden uitgevoerd door interdepartementale werkgroepen. In de ronde 2021/2022 vinden IBO's plaats naar de volgende onderwerpen:

  1. Publieke investeringen in een politiek bestuurlijke context
  2. Vermogensverdeling
  3. Ouderenzorg
  4. Vereenvoudiging sociale zekerheid
  5. Sturing op kwaliteit van onderwijs
  6. Jeugdcriminaliteit

Deze bijlage bevat de taakopdrachten van het IBO Vereenvoudiging sociale zekerheid, het IBO Sturing op kwaliteit van onderwijs en het IBO Jeugdcriminaliteit. De taakopdrachten van de andere onderwerpen zijn reeds bij de Miljoenennota gepubliceerd.

Taakopdracht IBO Vereenvoudiging sociale zekerheid

Inleiding
Het socialezekerheidsstelsel in Nederland bestaat uit een groot aantal regelingen (inclusief verschillende voorwaarden, verplichtingen en uitvoerders die bij die regelingen horen) die over de afgelopen decennia veelal los van elkaar tot stand zijn gekomen, maar niet los van elkaar bestaan. Dat heeft geleid tot een complex geheel van op elkaar inwerkende en met elkaar interacterende regelingen waarvan de uitkomsten in de praktijk voor burgers, uitvoerders en werkgevers vaak moeilijk te begrijpen en te voorspellen zijn en onzekere uitkomsten opleveren.

Probleemstelling
De uitdaging voor het stelsel van sociale zekerheid bevindt zich in het vinden van evenwicht tussen twee maatschappelijke doelstellingen:

  1. Het bieden van een inkomenswaarborg (het voorkomen van een grote inkomensterugval met het sociaal minimum als ondergrens) voor de periode dat iemand niet zelf in inkomen kan voorzien;
  2. Het bieden van ondersteuning en aanmoediging (prikkels) om (weer en zoveel mogelijk) zelf te voorzien in inkomen, of wanneer dat niet (direct) mogelijk is op een andere wijze te participeren in de samenleving.

De randvoorwaarde hierbij is dat deze twee functies worden uitgevoerd op een manier die zo uitvoerbaar, handhaafbaar en doelmatig en doeltreffend mogelijk is.

Uit vooronderzoek en anderszins uit de praktijk komen signalen dat de voor burgers beperkte begrijpelijkheid, zekerheid en voorspelbaarheid van het socialezekerheidsstelsel een negatief effect heeft op de mate waarin die doelen worden bereikt en waarin aan de randvoorwaarden wordt voldaan. Bijvoorbeeld wanneer onzekerheid over de gevolgen voor het inkomen leidt tot terughoudendheid om weer aan het werk te gaan.

Opdracht aan de werkgroep en centrale vraagstelling
Opdracht aan de werkgroep is in kaart te brengen of vereenvoudiging vanuit het perspectief van de burger de werking en doelmatigheid van het socialezekerheidsstelsel kan verbeteren, en zo ja hoe.

De werkgroep wordt verzocht daarbij tenminste ook de hieronder genoemde deelvragen te behandelen, waar mogelijk gebruikmakend van reeds beschikbaar materiaal:

  1. Waar is het stelsel voor burgers niet begrijpelijk, voorspelbaar en zeker?
  2. Welke gevolgen heeft dit voor (potentiële) gebruikers en hoe groot zijn die gevolgen? Wie raakt dit, hoe groot is de groep die geraakt wordt, en hoe beïnvloedt dit de doeltreffendheid van het stelsel?
  3. Wat zijn beleidsopties waarmee de ervaren begrijpelijkheid, voorspelbaarheid en zekerheid in de sociale zekerheid kan worden vergroot? De IBO werkgroep wordt verzocht bij het opstellen van die beleidsopties:

    1. Ook fundamenteel naar het stelsel te kijken en daarmee beleidsopties te bezien die betrekking hebben op het schrappen of samenvoegen van regelingen,
    2. De verwachte impact van beleidsopties op de (potentiële) gebruikers, werkgevers, uitvoering (incl. uitvoeringskosten) en overheid in beeld te brengen en daarbij aan te geven of en waar politieke keuzes nodig zijn, omdat af/-uitruilen tussen doelstellingen optreden,
    3. Onder ‘burgers’/‘gebruikers’ ook zelfstandigen mee te nemen,
    4. Ten minste één beleidsoptie voor vereenvoudiging op te nemen die een besparing van 20 procent van de IBO-grondslag realiseert. Deze besparingsvariant beoogt onder meer om (creatieve) oplossingen in beeld te brengen die niet per se passen binnen de gebaande paden.
    5. Ook ruimte te bieden om in het kader van de vereenvoudigingsdoelstelling onder de beleidsvarianten een intensiveringsvariant en budgetneutrale variant op te nemen.
  1. Waardoor wordt complexiteit gedreven en hoe kan worden voorkomen dat vereenvoudiging in de loop van de tijd teniet wordt gedaan door nieuw, complicerend beleid? De werkgroep wordt verzocht hierbij te komen tot een procesadvies of ontwerpprincipes, met daarbij expliciete aandacht voor de rol van beleidsmakers, uitvoerders en politiek.

Gedurende het proces kan inspiratie gehaald worden uit een internationale vergelijking van (de complexiteit van) andere socialezekerheidsstelsels, inclusief de wijze waarop zij van gedragsinzichten gebruik maken.

Nadrukkelijk wordt de werkgroep gevraagd in dit proces het perspectief van met name burgers, en ook werkgevers en uitvoerders mee te nemen, door actief bij hen input op te halen en bevindingen bij hen te toetsen. Klantreizen kunnen hiervoor een instrument zijn. Ook kunnen interviews met gedragsexperts – werkzaam binnen en buiten de overheid – helpen om kansrijke veranderingen van het socialezekerheidsstelsel te identificeren. Bij het bepalen van de effectiviteit van de oplossingsrichtingen is het toepassen van de doenvermogencheck een waardevolle stap.

Afbakening
Vereenvoudiging vanuit burgerperspectief10

Of een maatregel leidt tot vereenvoudiging kan in sommige gevallen afhangen van het perspectief van waaruit men kijkt. Het belangrijkste onderscheid voor dit IBO is tussen het perspectief van de individuele burger, van de uitvoerder, en van de werkgever. Die perspectieven c.q. belangen kunnen parallel lopen. Een vereenvoudiging van regelgeving kan zowel voor de uitvoerder als de burger een verlichting betekenen. Het is ook mogelijk dat de verschillende perspectieven niet in lijn liggen. Zo kan een maatregel die leidt tot vereenvoudiging voor de burger er ook toe leiden dat een werkgever of uitvoerder meer of complexere handelingen moet uitvoeren.

In dit IBO ligt de focus op het perspectief van de individuele burger, namelijk hoe de individuele gebruiker het socialezekerheidsstelsel ervaart, welke gevolgen dat heeft voor zijn of haar gedrag en uiteindelijk welke gevolgen dat heeft voor het bereiken van de doelstellingen van het stelsel. Bij beleidsopties worden natuurlijk wel de gevolgen voor werkgever en uitvoerder in kaart gebracht, en informatie/ideeën vanuit uitvoerders en werkgevers opgehaald.

Het IBO focust zich daarbij op beleidsopties die via vereenvoudiging de werking en doelmatigheid van het stelsel verbeteren (zie de hoofdvraag), en dus niet op een brede verkenning van mogelijkheden tot verbetering van de sociale zekerheid via andere routes. Dit om ervoor te zorgen dat vanuit het gezichtspunt van vereenvoudiging voldoende diepte gerealiseerd kan worden

Met vereenvoudiging wordt (aanpassing van bestaand) beleid bedoeld dat bijdraagt aan een socialezekerheidsstelsel dat voor burgers zowel op regeling- als stelselniveau begrijpelijke, voorspelbare en zekere gevolgen heeft. Wanneer tijdens het onderzoek opties die zien op vereenvoudiging voor de uitvoering of werkgevers in beeld komen kunnen deze, voor zover de opties niet leiden tot meer complexiteit voor de burger, ook worden uitgewerkt.

Grondslag IBO
Het IBO richt zich in de eerste plaats op een kerngebied van inkomensondersteunende regelingen gericht op Europees Nederland op de SZW-begroting inclusief direct aanpalend beleid binnen deze regelingen (zoals re-integratiebeleid). In de analyse kan ook breder worden gekeken naar beleid dat niet op de SZW-begroting staat (bijvoorbeeld fiscaliteit, toeslagen), voor zover sprake is van interactie of samenloop met gebruik van regelingen uit het kerngebied. Met betrekking tot de beleidsopties/-varianten focust het IBO zich op het kerngebied. Als dat haalbaar is binnen de looptijd van het IBO kan ook op het raakvlak tussen SZW-regelingen en andere regelingen breder naar vereenvoudigingsopties worden gekeken.

Buiten de afbakening vallen daarmee regelingen die:

  1. Van tijdelijke, aflopende of crisisaard zijn;
  2. Die gericht zijn op Caribisch Nederland;
  3. Ook toeslagen en verlofregelingen op de SZW-begroting vallen buiten de afbakening: deze zijn eerder bezien in het IBO Toeslagen en de SVK.

Concreet betreft het kerngebied de regelingen in de tabel op de volgende pagina:

01 Arbeidsmarkt Lage-inkomensvoordeel Teg. werkgevers 0,4 NOW Crisismaatregel
Minimumjeugdvoordeel Teg. werkgevers 0 Crisismaatregel CN1 Caribisch Nederland
Loonkostenvoordelen Teg. werkgevers 0,1
Compensatieregegling Transitievergoeding MKB Teg. werkgevers 0
Transitievergoeiding na 2 jaar ziekte Teg. werkgevers 0,8
02 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet Participatiewetuitkeringen Bbz 20042 IO3 6,4 Onderstand CN Caribisch Nederland
AIO4 IO 0 Tozo Crisismaatregel
Toeslagenwet IO 0,4
Bijstand overig5 IO 0,5
Pensioenfonds Wsw IO 0
Teg. werkgevers 0
03 Arbeids-ongeschiktheid WAO IO 3,4
IVA IO 3,5
WGA6 IO 3,6
WAZ IO 0,1
Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZV/WW Direct aanpalend 0,1 Ongevallen- verzekering CN Caribisch Nederland
Uitvoering individuele plaatsing & steun Direct aanpalend 0
Scholingsexperiment WGA Direct aanpalend 0
04 Jonggehandicapten Wajong IO 3,5
Re-integratie Wajong Direct aanpalend 0,1
05 Werkloosheid WW IO 4 Cessantiawet CN Caribisch Nederland
IOW IO 0,1 Tijdelijke Regeling Tegemoetkoming Werknemers Westhaven Tijdelijke maatregel
Scholing WW Direct aanpalend 0 Crisisdienstverlening Crisismaatregel
06 Ziekte en verlofregelingen ZW IO 2 Ziekteverzekering CN Caribisch Nederland
WAZO Verlofregeling
WAZO aanvullend geboorteverlof partners Verlofregeling
Uitkeringslasten ouderschapsverlof Verlofregeling
07 Kinderopvang Kinderopvang Toeslag
Teg. Eigen Bijdrage Crisismaatregel
Agentschap DUO Geen IO
08 Oudedags-voorziening AOW IO 42
Inkomensondersteuning AOW IO 1 AOV inclusief tegemoetkoming CN Caribisch Nederland
Overbruggingsregeling AOW IO 0
09 Nabestaanden Anw IO 0,3 AWW CN Caribisch Nederland
Teg. Anw IO 0
10 Tegemoetkoming ouders AKW IO 3,7 WKB Toeslag
Kinderbijslag- voorziening BES Caribisch Nederland
11 Uitvoeringskosten Uitvoeringskosten UWV Uitvoeringskosten 2,36
Uitvoeringskosten SVB Uitvoeringskosten 0,37
Uitvoeringskosten IB Uitvoeringskosten 0
Landelijke Cliëntenraad Uitvoeringskosten 0
13 Integratie en maatschappelijke samenhang Remigratieregeling Aflopende regeling
CAO Geen IO
DUO Geen IO
50 Gemeentefonds Integratie-uitkering Participatie Direct aanpalend 2
Algemene uitkering (deel participatiebudget gemeenten) Direct aanpalend 0,7
  1. Formeel «Compensatie loonkosten en inkomstenverlies CN»
  2. Hieronder vallen de bijstand, IOAW en IOAZ
  3. IO staat voor inkomensondersteuning
  4. Bijstand voor personen vanaf de AOW-leeftijd
  5. O.a. buitenlandgevallen, gesloten sinds 1996
  6. Inclusief eigenrisicodragers

Organisatie van het onderzoek
De werkgroep zal worden voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter en heeft als beoogde leden: SZW, FIN, AZ, BZK, EZK, UWV, SVB, Divosa, SCP en CPB. Het secretariaat zal worden gevoerd door SZW en FIN.

Het IBO start in januari 2022. De werkgroep rondt haar eindrapport uiterlijk najaar 2022 af.

Taakopdracht IBO Sturing op kwaliteit van onderwijs

Inleiding en probleemstelling
Het belang van onderwijs kan moeilijk worden overschat. Het heeft directe invloed op het geluk en welzijn van alle Nederlanders, op de kansengelijkheid en op de economische ontwikkeling. De kwaliteit van het onderwijs staat al enige tijd onder druk. Zo zijn er meer scholen onvoldoende of zeer zwak volgens het oordeel van de inspectie, laten internationale vergelijkingen voor Nederland een dalende trend zien en groeit de laaggeletterdheid.11 Leerlingen in het voortgezet onderwijs vinden het onderwijs lang niet altijd uitdagend genoeg.12 Dit geeft aanleiding om steviger in te zetten op kwaliteitsverbetering. De BMH Fundament op orde uit 2020 stelt daarom dat de rijksoverheid steviger moet sturen op hoofdlijnen. Bijvoorbeeld door investeringen te doen in de kwaliteit van leraren, in het onderwijs aan achterstandsleerlingen of de voorschoolse educatie, maar ook door aanpassingen in het toezicht door de inspectie.

Tegelijkertijd is er sprake van kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs. Kinderen van verschillende afkomst (opleidingsniveau, beroep, inkomen ouders, migratie-achtergrond) hebben ongelijke kansen op een succesvolle schoolloopbaan. De afgelopen 8 jaar kregen leerlingen met ouders met een hbo- of wo-diploma in groep 8 steeds hogere adviezen. Leerlingen met ouders met maximaal een mbo 2 diploma kregen steeds lagere adviezen. Ook als deze leerlingen gelijk presteerden. In de 3e klas van het voortgezet onderwijs zitten leerlingen met hoger opgeleide ouders gemiddeld op een hoger niveau dan hun advies. Het omgekeerde geldt voor leerlingen met lager opgeleide ouders, zij zitten vaker op een lager niveau dan hun advies. Volgens de inspectie neemt de kansenongelijkheid in het onderwijs niet verder meer toe.13

Volgens artikel 23 van de Grondwet is de overheid verantwoordelijk voor het waarborgen van de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het onderwijs. Het artikel geeft daarbij ruimte voor verschillende visies op hoe het onderwijs in te richten, binnen de grenzen en voorwaarden die de wetgever stelt. De minister ziet via de inspectie toe op de kwaliteit van het onderwijs. De mate van toezicht op en autonomie van scholen heeft gevarieerd over de jaren. Van belangrijkste beleidsactor die scholen met vaak zeer gedetailleerde wet- en regelgeving aanstuurde, ging de overheid naar een positie van één van de beleidsactoren, terwijl het gedrag van schoolbesturen, schoolleiders en leraren de ontwikkelingen in en de resultaten van het onderwijs steeds meer gingen bepalen.14 In de laatste decennia ontvangen schoolbesturen geld via de basis- en aanvullende bekostiging (‘lumpsum’) en kunnen daarmee naar eigen inzicht (binnen de wettelijke kaders) het onderwijs vormgeven.

De uitdaging van ons onderwijsbestel is de balans tussen sturing door de overheid en bewegingsruimte van onderwijsbestuurders. Vanwege de problemen met de onderwijskwaliteit en kansengelijkheid van kinderen in onderwijs staat deze balans de laatste jaren ter discussie. Zo is één van de conclusies uit de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen (BMH) dat de overheid haar kerntaak op het gebied van onderwijs – het zeker stellen van de kwaliteit en het bieden van gelijke leerkansen aan alle kinderen – de afgelopen tijd niet duidelijk heeft ingevuld. De BMH constateert dat het Rijk stelselverantwoordelijk is, en nu stuurt via de wettelijke deugdelijkheidseisen (en inspectietoezicht daarop), bekostigingsvoorwaarden en via het verstrekken van subsidies.15De vraag die nu voorligt is of het huidige sturingsinstrumentarium16 van de overheid doeltreffend is voor de genoemde problemen. In de afgelopen jaren zijn veel verschillende sturingsinstrumenten ingezet17, maar die hebben de kwaliteitsproblemen en kansenongelijkheid niet weten te voorkomen. Ook de tekorten op de arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel spelen hierbij een rol. Het blijkt voor de overheid lastig te zijn om, rekening houdend ook met de verantwoordelijkheid van de besturen, schoolleiders en leraren voor de kwaliteit binnen en toegankelijkheid van hun eigen scholen, over de hele linie van het stelsel impact te hebben.

Om te weten hoe het met het onderwijs gaat is het ook belangrijk te weten hoe het met de leerlingen gaat. Op basis van leerlingvolgsystemen, genormeerde toetsen, internationaal onderzoek en praktijkonderzoek is er kennis en data beschikbaar. Tegelijkertijd ontbreekt op een aantal vlakken ook de benodigde data. Inzicht in kennis en data is belangrijk voor het verkrijgen van een stelselbeeld, en daarmee voor effectief beleid - maar kan ook in de klas zorgen voor gerichter onderwijs en daarmee een hogere kwaliteit.


Opdracht aan de werkgroep
Doel van het IBO
De conclusie uit de BMH Fundament op orde is dat de overheid haar kerntaak op het gebied van onderwijs – het zeker stellen van de kwaliteit en het bieden van gelijke leerkansen aan alle kinderen – de afgelopen tijd niet duidelijk heeft ingevuld. In het IBO moet daarom breed worden gekeken, op basis van wetenschappelijke inzichten en feiten, naar hoe echt impact kan worden gemaakt op de belangrijkste thema’s in het onderwijs: kwaliteitsverbetering, kansengelijkheid in het onderwijs en de onderwijsarbeidsmarkt (kwantiteit en kwaliteit van onderwijspersoneel). Daarbij is tevens aandacht voor:

  1. De wijze van financiering als sturingsinstrument;
  2. Het kennisvraagstuk (hoe zorgen we ervoor dat effectieve interventies worden ingezet);
  3. Kansengelijkheid en inclusiviteit in het onderwijs;
  4. De verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijksoverheid (waaronder inspectie) en schoolbesturen;
  5. De verhouding tussen de vrijheid van schoolbesturen en de maatschappelijke vraag die aan het onderwijs wordt gesteld;
  6. Het volgen van de ontwikkeling van leerlingen.

Het IBO richt zich op het primair en voortgezet onderwijs (i.e. inclusief het (voortgezet) speciaal onderwijs). Zoals gebruikelijk in IBO’s is het aan de IBO-werkgroep om dogma’s en vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen. Het staat de werkgroep dan ook vrij om te werken aan beleidsopties die zowel binnen als buiten artikel 23 van de grondwet vallen. Hierbij kan worden gekeken naar de manier waarop met artikel 23 GW wordt omgegaan en de mogelijkheden om hier anders invulling aan te geven.

Pre-fase
Voorafgaand aan het IBO wordt een pre-fase ingesteld. Deze periode is bedoeld om te komen tot een gemeenschappelijke feitenbasis, zodat de werkgroep snel van start kan gaan. Onderzoekers zijn gevraagd om te komen tot een systematic review van de literatuur aan de hand van de volgende onderzoeksvragen:

  1. Wat zijn de gebruikte definities of afbakeningen van kwaliteit in de studies die zijn opgenomen in de review?
  2. Wat zijn de instrumenten om kwaliteit te bevorderen?
  3. Wat zijn de effecten van die instrumenten en hun onderliggende mechanismen (waarom werken de instrumenten wel of niet)?
  4. Welke buitenlandse instrumenten voor kwaliteitsbevordering in het onderwijs zijn relevant voor de Nederlandse context?
  5. Wat is door de loop der de jaren de ontwikkeling geweest in de manier waarop invulling is gegeven aan sturing op onderwijs(kwaliteit)?

Zij integreren de antwoorden op bovenstaande vragen in een handzaam overzicht inclusief bronvermeldingen. Ook maken zij een analyse/synthese van de bronnen en doen suggesties voor mogelijke invalshoeken, probleemstellingen en vraagstellingen ten aanzien van het IBO. De uitkomsten van de pre-fase worden zoveel mogelijk meegenomen in het IBO.

Opdracht aan de werkgroep en centrale vraagstelling
De hoofdvraag van het IBO luidt: hoe kan het Rijk sturen om de kwaliteit, waaronder kansengelijkheid, van het primair en voortgezet onderwijs te vergroten?

Daarnaast zijn er de volgende deelvragen:

  1. Definities

    1. Wat verstaan we onder kwaliteit van onderwijs?
    2. Wat verstaan we onder kansengelijkheid bevorderen als onderdeel van kwaliteit van onderwijs verbeteren?
  2. Instrumenten

    1. Welke rol neemt het Rijk bij het sturen op kwaliteit van onderwijs?
    2. Wat is de rol van relevante actoren in het onderwijsveld bij het sturen op kwaliteit?
    3. Welke voordelen en nadelen kennen de huidige instrumenten voor sturing op kwaliteit van onderwijs?
    4. Aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om sturingsinstrumenten effectief in te kunnen zetten?
      Hoe kan de Rijksoverheid sturen op de zaken die naar verwachting het meest kansrijk/impactvol zijn om de kwaliteit, waaronder kansengelijkheid, van het primair en voortgezet onderwijs te verbeteren?
  3. Hoe kan het Rijk de relevante actoren binnen het onderwijsveld (inspectie, regio, schoolbestuur, schoolleiding en leraren) in positie brengen om de kwaliteit en kansengelijkheid van het primair en voortgezet onderwijs te verbeteren?
  4. Hoe kan de rijksoverheid een bepaalde bekostigingssystematiek (lumpsum, aanvullende bekostiging, subsidies) gebruiken om de kwaliteit, waaronder kansengelijkheid, van het primair en voortgezet onderwijs te verbeteren?
  5. Hoe kan inzicht en gebruik van data in de onderwijskwaliteit/kansengelijkheid worden verbeterd, en het effect van beleid op onderwijskwaliteit worden gemeten? En hoe kan hier naar worden gehandeld?

Grondslag
Onderwijsbegroting Artikel 1 Primair onderwijs (12,6 miljard euro), Artikel 3 Voortgezet onderwijs (9,1 miljard euro) en Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid (circa 0,2 miljard euro).

Organisatie van het onderzoek
De werkgroep bestaat uit leden van AZ, FIN, OCW, SZW, VWS en EZK. Ook wordt het CPB verzocht deel te nemen aan de werkgroep. De werkgroep staat onder leiding van een onafhankelijk voorzitter. De voorzitter wordt ondersteund door secretarissen van de ministeries van FIN en OCW. Daarnaast zullen medeoverheden actief worden betrokken bij het traject en andere experts regelmatig worden geraadpleegd. Het onderzoek start in februari 2022. De werkgroep rondt haar eindrapport uiterlijk 19 september 2022 (voor Prinsjesdag) af.

Taakopdracht IBO Jeugdcriminaliteit

Inleiding
De afgelopen decennia is een daling zichtbaar in jeugdcriminaliteit, maar een stijging van ernstige delicten18. Dit is een zorgelijke ontwikkeling waarbij jongeren verantwoordelijk zijn voor een toename van delicten als (vuur)wapens, drugs en zware geweldsdelicten. Voorkomen moet worden dat jongeren met politie en justitie in aanraking komen, doorgroeien tot (geharde) criminelen en daarmee een groot risico lopen op een uitzichtloze toekomst. Een vroeg begin van de criminele carrière en de aanwezigheid van bepaalde risicofactoren kunnen ervoor zorgen dat daders een grotere kans hebben om een langere periode crimineel actief te blijven.

Vaak zijn er al eerder signalen dat het niet goed gaat met een jongere, zoals schoolverzuim en problemen in de thuissituatie. Er is steeds meer (internationaal) onderzoek beschikbaar over de mechanismen van intergenerationele overdracht van crimineel gedrag, waaruit blijkt dat kinderen van ooit veroordeelde ouders een veel groter risico lopen om met justitie in aanraking te komen dan kinderen met ouders zonder antecedenten. Daarnaast heeft 11 procent tot 13 procent van de jongeren in justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s) een indicatie voor een licht verstandelijke beperking en circa 30 procent is mogelijk zwakbegaafd.19 Eenmaal op het criminele pad komen jongeren hier moeilijk vanaf: recidive onder jeugdige daders is hoog. Ruim een derde van de jeugdige daders en 56 procent van de ex JJI-pupillen valt binnen twee jaar in herhaling.20 Mogelijk dat ook gebrek aan perspectief en kansen op de arbeidsmarkt, scholing of huisvesting hieraan ten grondslag liggen. Voor veruit de meeste jeugdigen is het verblijf binnen een JJI van korte duur. Preventief gehechten vormen de grootste groep instromers in de JJI’s. Ongeveer 50 procent van deze jeugdigen staat binnen een maand weer buiten.21 Dit heeft consequenties voor wat binnen het kader van de vrijheidsbeneming mogelijk is.

Een kleine groep jongeren die in aanraking komt met criminaliteit, komt uiteindelijk terecht in een JJI. Door de beperkte volumes van de JJI’s leidt een toename van behoefte aan detentieplekken al snel tot druk op de inrichtingen: de beheersingsmogelijkheden om hierop te anticiperen zijn beperkt. De behoefte aan detentieplekken wordt geraamd met het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ). Nadat het model een jarenlange daling en uiteindelijke stabilisatie liet zien, is in 2019 besloten de overcapaciteit af te stoten en inrichtingen te sluiten. Er is gestart met het programma Vrijheidsbeneming op Maat (VOM) en laagbeveiligde capaciteit gerealiseerd in de vorm van Kleinschalige Voorzieningen Justitiële Jeugd (KVJJ’s). Daarmee is ingezet op meer maatwerk voor gerichte screening en differentiatie in beveiligingsniveau en zorgintensiteit. De JJI’s zijn specialistische voorzieningen, wat resulteert in een hoge dagprijs. Daardoor leidt een hogere bezetting snel tot een kostenstijging.

De meest recente ramingen laten zien dat de capaciteitsbehoefte aan JJI-plekken, voor met name de hoogbeveiligde plekken, blijft stijgen.

PMJ2019 398 400 402 402 402 402
PMJ2020 402 387 380 358 358 358
PMJ2021 519 517 514 517 514 514
PMJ2022 569 583 595 595 599 596

Op dit moment loopt Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) tegen de grenzen van de huidige capaciteit aan. Dit heeft recent geleidt tot onder andere het tijdelijk openen van een extra locatie. Er is ook een wachtlijst ontstaan van jongeren die hun straf in vrijheid afwachten (‘zelfmelders’), waardoor er voor deze jongeren geruime tijd verstrijkt tussen het vonnis en de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Het tekort zit niet alleen in de beschikbaarheid van JJI-plekken, maar ook in de beschikbaarheid van personeel. Het verloop van medewerkers is groot en er bestaat een reëel risico dat op termijn onvoldoende personeel beschikbaar is. Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie voor het Onderwijs en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben recentelijk aandacht gevraagd hiervoor.22

Doelstelling
Dit IBO heeft als doel om beleidsvarianten in beeld te brengen gericht op een meer toekomstbestendige en beheersbare aanpak van jeugdcriminaliteit zodat toekomstige ontwikkelingen zoals nieuwe criminaliteitsfenomenen en schommelingen in capaciteitsbehoefte goed opgevangen kunnen worden. De vragen in de opdracht aan de werkgroep zijn breed geformuleerd. De werkgroep heeft de ruimte om hier nadere focus in aan te brengen gedurende de uitvoering van het onderzoek. Daarbij wordt zowel één 20 procent intensiveringsvariant als één 20 procent besparingsvariant uitgewerkt t.o.v. het basispad.

De grondslag bestaat in ieder geval uit de bijdrage van Justitie en Veiligheid aan DJI voor de justitiële jeugdplaatsen zoals opgenomen in onderstaande tabel. Afhankelijk van de afbakening die door de werkgroep vastgesteld zal worden, kunnen nog aanvullende posten onderdeel worden van de grondslag.

176.910 174.546 173.366 175.442 176.581 176.581

Opdracht aan de werkgroep
De werkgroep wordt gevraagd om verschillende beleidsvarianten in kaart te brengen voor een toekomstbestendige aanpak van jeugdcriminaliteit. Om tot deze varianten te komen worden eerst verkennende vragen uitgewerkt:

  1. Wat zijn de kenmerken van jongeren die met jeugdcriminaliteit in aanraking komen en in hoeverre is er een ontwikkeling in zichtbaar in criminaliteitsfenomenen?
  2. Welke (historische) ontwikkelingen zijn zichtbaar in de wijze waarop jeugdstraf(recht) wordt toegepast?
  3. Op welke wijze beïnvloeden beleidskeuzes op andere terreinen zoals onderwijs, jeugdhulp, sociaal domein, wonen en het veiligheidsdomein de in- en uitstroom bij in de jeugdstrafrechtketen (zowel positief als negatief)?
  4. Hoe verhoudt het Nederlandse jeugdsanctiebeleid zich internationaal en welke lessen zijn hieruit te trekken voor Nederland?

Vervolgens worden maatregelen uitgewerkt die de aanpak van jeugdcriminaliteit toekomstbestendig maken. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen:

  1. Het voortraject dat zich in het leven van een jongere afspeelt voordat hij of zij in aanraking komt met criminaliteit.

    1. Worden de interventies in het onderwijs en het gemeentelijk domein gericht op het voorkomen van jeugdcriminaliteit op dit moment optimaal ingezet en zo nee, welke maatregelen zijn er nodig om dit te verbeteren?
    2. Welke goede voorbeelden van initiatieven op gemeentelijk niveau op gebied van vroeg signalering en inzet van onderwijs zijn bekend en kunnen mogelijk breder worden ingezet?
  1. De instroom en doorstroom in de jeugdstrafrechtketen, waarbij het van belang is dat jongeren een passende sanctie opgelegd krijgen. Daarbij is gegeven bovenstaande ontwikkelingen in de capaciteit van de JJI’s speciale aandacht voor beheersbaarheid van dit domein.

    1. Zijn JJI’s de juiste plek voor de ouder en zwaarder wordende doelgroep en zo ja, zijn ze hiertoe goed genoeg uitgerust, bijvoorbeeld in het aanbod van onderwijs?
    2. Wat zijn de mogelijkheden voor betekenisvolle alternatieven voor straffen korter dan drie maanden?
    3. Hoe kan in de toekomst flexibel worden ingespeeld op fluctuaties in de instroom bij JJI’s, zowel in de inzet van JJI-plekken als in het aantrekken en behouden van goed personeel?
    4. Hoe ontwikkelt de prijs van JJI-plekken zich in de tijd en in hoeverre is hier meer doelmatigheid mogelijk?
  1. Uitstroom uit de jeugdstrafrechtketen, waarbij het van belang is dat jongeren niet opnieuw de fout in gaan en recidiveren.

    1. Welke maatregelen kunnen worden getroffen om jongeren die in aanraking komen met het jeugdstrafrecht meer perspectief te bieden? 
    2. Welke maatregelen worden momenteel door JJI’s samen met maatschappelijke partners, zoals onderwijs, gemeenten en reclassering, genomen die zorgen voor uitstroom, vermindering van recidive, nazorg en resocialisatie van jongeren uit JJI’s en hoe kan dit waar nodig worden verbeterd?

Organisatie van het onderzoek
De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van JenV, AZ, FIN, VWS, BZK, OCW, SZW en het SCP. De werkgroep staat onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. De voorzitter wordt ondersteund door secretarissen van de ministeries van FIN en JenV.

Het IBO zal starten in januari 2022 en wordt uiterlijk afgerond in juni 2022.

Bijlage 6: Verticale toelichting

De verticale toelichting bevat voor iedere begroting een cijfermatig overzicht van budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan in de uitgaven en niet-belastingontvangsten sinds de Miljoenennota 2020. Dit overzicht sluit aan op de mutaties zoals gepresenteerd in de ontwerpbegrotingen van de departementen.

Per begroting wordt een cijfermatig overzicht gepresenteerd van de voornaamste mutaties, gevolgd door een toelichting hierop. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de mutaties wordt verwezen naar de afzonderlijke memories van toelichting van de ontwerpbegrotingen.

De Verticale Toelichting onderscheidt drie categorieën mutaties:

  1. Mee- en tegenvallers;
  2. Beleidsmatige mutaties;
  3. Technische mutaties.

Alle overboekingen, desalderingen, statistische correcties en mutaties die niet tot een ijklijn (deelplafond) behoren, zijn in de laatste categorie «technische mutaties» geclusterd. Overigens hebben sommige overboekingen en desalderingen wél een beleidsmatig karakter. Dit komt tot uitdrukking in de toelichtingen. Ingeval samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden deze eenmaal toegelicht.

De totalen per begroting worden in eerste instantie gepresenteerd exclusief de bedragen die onder de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) vallen. Door middel van een aansluitregel wordt het deel van de begroting dat onder HGIS valt, zichtbaar gemaakt. De veranderingen die optreden binnen het HGIS-deel van de begroting worden gepresenteerd en toegelicht in de verticale toelichting van alle HGIS-uitgaven. De laatste regel geeft per begroting de totaalstand inclusief HGIS.

De ondergrens voor mutaties die apart zichtbaar worden in de tabellen is afhankelijk van de omvang van de begroting en verschilt voor de verschillende categorieën mutaties. De post diversen bevat de mutaties die onder de ondergrens vallen en wordt in beginsel alleen toegelicht indien zich bijzonderheden voordoen. Als samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden ze eenmaal toegelicht.

De bedragen in de tabellen zijn in miljoenen euro. Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som der onderdelen.

I De Koning 0,0 0,0
IIA Staten Generaal 4,8 1,4
IIB Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten en de Kiesraad ‒ 4,6 ‒ 0,3
III Algemene Zaken 0,1 0,0
IV Koninkrijksrelaties 91,6 4,2
V Buitenlandse Zaken 122,5 26,1
VI Justitie en Veiligheid ‒ 43,4 47,1
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 122,9 ‒ 62,6
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ‒ 198,1 55,7
IXA Nationale Schuld 328,0 5.660,9
IXB Financiën ‒ 116,3 1.031,7
X Defensie ‒ 27,7 ‒ 15,4
XII Infrastructuur en Waterstaat ‒ 744,2 ‒ 4,2
XIII Economische Zaken en Klimaat ‒ 1.791,5 ‒ 1.688,9
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ‒ 193,7 18,0
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid 534,9 ‒ 879,2
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport ‒ 1.938,4 ‒ 24,6
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 0,0 0,0
XIX Nationaal Groeifonds ‒ 0,8 0,0
Sociale Verzekeringen ‒ 257,0 ‒ 2,0
Zorg 157,7 ‒ 23,1
Gemeentefonds 483,5 0,0
Provinciefonds 31,9 0,0
Infrastructuurfonds ‒ 322,8 ‒ 257,7
Defensiematerieelfonds ‒ 253,0 103,4
Diergezondheidsfonds 3,6 1,4
Accres Gemeentefonds 0,0 0,0
Accres Provinciefonds 0,0 0,0
BES fonds 1,0 0,0
Deltafonds ‒ 112,8 19,5
Prijsbijstelling 0,0 0,0
Arbeidsvoorwaarden 0,0 0,0
Koppeling Uitkeringen 0,0 0,0
Algemeen ‒ 1.468,9 0,0
Homogene Groep Internationale Samenwerking ‒ 137,6 ‒ 33,0

De Koning

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 46,8
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen 0
0
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 0
0
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 0
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 46,8
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 46,8
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,3
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,3
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 0,3

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Diversen

De post Diversen bestaat uit één mutatie die vanwege de ondergrens niet apart zichtbaar is. Vanuit de post Arbeidsvoorwaarden zijn middelen beschikbaar gesteld aan het Kabinet van de Koning ter dekking van de kosten voor CAO Rijk. Deze mutatie (0,004 miljoen euro) betreft een doorbelasting vanuit de begroting van Algemene Zaken.

Technische mutaties

Diversen

De post diversen bestaat uit één mutatie die vanwege de ondergrens niet apart zichtbaar is. Er zijn middelen (0,031 miljoen euro) vanuit de post Arbeidsvoorwaarden overgeboekt naar de begroting van de Koning ter dekking van de kosten voor CAO Rijk.

Staten Generaal

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 209,4
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen 3,2
3,2
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 1,6
1,6
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 4,8
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 214,2
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 214,2
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 3,9
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 1,4
1,4
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 1,4
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 5,3
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 5,3

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Dit betreft extra uitgaven op de fractiekostenregeling van de Tweede Kamer. Na de Tweede Kamer verkiezingen van 2021 zijn er meer fracties en hierdoor stijgen de kosten voor deze regeling. De structurele effecten vanaf 2021 zullen bij Voorjaarsnota 2022 worden verwerkt, conform CW art. 4.5.

Technische mutaties

Diversen

Deze post is opgebouwd uit meerdere technische mutaties. Bij de Tweede Kamer vallen de bedrijfsvoeringsuitgaven hoger uit dan eerder geraamd. Hier staan hogere ontvangsten voor onder andere detacheringen tegenover. Daarnaast worden er middelen aan de begroting van de Staten-Generaal toegevoegd voor de nieuwe CAO Rijk

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft een desaldering op de begroting van de Tweede Kamer. Bij de Tweede Kamer vallen de bedrijfsvoeringsuitgaven hoger uit dan eerder geraamd. Hier staan hogere ontvangsten voor onder andere detacheringen tegenover.

Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 156,9
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 5,2
‒ 5,2
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 0,6
0,6
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 4,6
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 152,2
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 152,2
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 6
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 0,5
‒ 0,5
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 0,3
0,3
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 0,3
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 5,8
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 5,8

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Deze post bevat diverse mutaties. Het gaat onder andere om een meevaller van 3,3 miljoen euro op de begroting van de Raad van State voor het Hoger Beroep Vreemdelingen. Op basis van de nieuwe prognose voor 2021 zullen er minder vreemdelingenzaken bij de Raad van State plaatsvinden dan eerder geraamd, dit komt o.a. door een vertraagde instroom van zaken. Daarnaast vallen naar verwachting de bedrijfsvoeringsuitgaven van de Algemene Rekenkamer in 2021 0,35 miljoen euro lager uit dan eerder geraamd. Tevens vallen naar verwachting de bedrijfsvoeringsuitgaven van zowel het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao als het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten lager uit, respectievelijk 0,75 miljoen euro en 0,3 miljoen euro Tot slot heeft de Kiesraad, mede als gevolg van COVID-19, een aantal voornemens voor 2021 niet ten uitvoering kunnen brengen. Hierdoor vallen naar verwachting de uitgaven 0,2 miljoen euro lager uit.

Technische mutaties

Diversen

Deze post bestaat uit een aantal technische mutaties. Zo wordt de tweede tranche middelen voor het verbeteren van de informatiehuishouding overgeheveld van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) naar de begroting van de Kanselarij der Nederlandse Orden. Daarnaast vindt er een desaldering plaats die ziet op de jaarlijkse indexering van de tarieven van de Nationale ombudsman die gesteld worden voor de medeoverheden. De middelen worden ingezet voor de taakuitoefening van de Nationale ombudsman voor de medeoverheden. Tot slot worden er middelen aan de begroting toegevoegd in het kader van de nieuwe CAO Rijk.

Niet-belastingontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Als gevolg van de vertraagde instroom van zaken dit jaar vallen de ontvangsten van de Raad van State naar verwachting 0,5 miljoen euro lager uit dan eerder geraamd.

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft een desaldering die ziet op de jaarlijks indexering van de tarieven van de Nationale ombudsman die gesteld worden voor de medeoverheden. De middelen worden ingezet voor de taakuitoefening van de Nationale ombudsman voor de medeoverheden.

Algemene Zaken

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 85,1
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen 0
0
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 0,1
0,1
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 0,1
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 85,2
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 85,2
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 7,5
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen 0
0
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 0
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 7,5
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 7,5

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Diversen

De post Diversen bestaat uit een aantal mutaties, waarbij aanvullende middelen ter dekking van de kosten voor CAO Rijk worden door verdeeld aan diverse onderdelen. Het saldo van deze mutaties is vanwege de ondergrens niet zichtbaar.

Technische mutaties

Diversen

De post diversen bestaat uit een tweetal mutaties. Het betreft een overboeking naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor een bijdrage aan de realisatie van de kabinetsreactie op het USBO-rapport ‘Kwaliteit van mobiliteit, de werking van het ABD-stelsel’ en een overboeking vanuit de post Arbeidsvoorwaarden voor aanvullende middelen ter dekking van de kosten voor CAO Rijk.

Niet-belastingontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Diversen

De post diversen bestaat uit één mutatie. Er zijn middelen doorverdeeld naar het Kabinet van de Koning ter dekking van de kosten voor CAO Rijk. Dit betreft de technische mutatie die in het kader van de doorbelasting naar de begroting van de Koning (I) tot ontvangst leidt op de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning.

Koninkrijksrelaties

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 907,9
Technische mutaties
Rijksbegroting
Laatste tranche wereldbank 86,1
Diversen 7,3
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen ‒ 1,8
91,6
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 91,6
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 999,4
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 999,4
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 35,2
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 4,2
4,2
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 4,2
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 39,4
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 39,4

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Laatste tranche Wereldbank

Op 23 augustus 2021 heeft Binnenlandse Zaken het betalingsverzoek van de Wereldbank binnengekregen om de volgende tranche wederopbouwmiddelen voor Sint Maarten voor herstel van de schade van orkaan Irma te bekostigen. Deze laatste tranche voor de Wereldbank bedraagt 86 miljoen euro. Het gehele beschikbare budget van de wederopbouwmiddelen Sint Maarten is nu overgeboekt naar de Wereldbank.

Diversen

Dit betreffen onder meer een teruggave van niet-benutte coronamiddelen van de Koninklijke Marine (4,0 miljoen euro) van Defensie aan Binnenlandse Zaken, inzet van ontvangen inkomsten van afnemers voor de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN) voor het doen van uitgaven (2,9 miljoen euro) en extra budget voor het versterken van de financiële kolom en de modernisering van de Belastingdienst Sint Maarten via het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) (2,2 miljoen euro). Ook zijn er voor personele inzet van het COHO middelen overgemaakt naar de begroting van BZK (2,1 miljoen euro).

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Diversen

Deze post betreft een verlaging van het rentevoordeel van Aruba. Op basis van de risicoregeling vallen de totale verplichtingen en kasuitgaven van de rentevoordeellening aan Aruba 5,3 miljoen euro lager uit. Voor 2021 is dit 1,8 miljoen euro en in 2022 volgt nog 3,5 miljoen euro.

Niet- belastingontvangsten

Diversen

Deze post betreft voornamelijk ontvangsten over 2021 van de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN). Deze ontvangsten komen uit verrekeningen met andere departementen. Deze verrekening vindt plaats op basis de afname van departementen van dienstverlening bij SSO CN.

Buitenlandse Zaken

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 10.387,10
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Controle boekhouding tem 123,6
Diversen ‒ 1,2
122,4
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 122,5
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 10.509,60
Totaal Internationale samenwerking 1.524,90
Stand Najaarsnota 2021 12.034,50
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 820
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Perceptiekostenvergoeding controle boekhouding tem 26,1
26,1
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 26,1
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 846,1
Totaal Internationale samenwerking 67,9
Stand Najaarsnota 2021 914

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Controle boekhouding TEM

Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie (EC) verzocht om een nabetaling. Nederland aanvaardt aansprakelijkheid voor een bedrag van 12,7 miljoen euro aan TEM. Daarnaast stelt Nederland een bedrag van 110,9 miljoen euro onder voorbehoud ter beschikking aan de EU om de oploop van de vertragingsrente te stoppen. Over TEM-afdrachten ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding, waardoor de nettobetaling 97,5 miljoen euro bedraagt.

Diversen

In de zesde aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 6, DAB6) valt de raming van de plasticafdracht ca. 20 miljoen euro hoger uit. Dit betekent dat de bni-afdrachten, het sluitstuk van de EU-begroting, lager uitvallen. Hierdoor daalt de Nederlandse bni-afdracht met 1,2 miljoen euro in 2021.

Ontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Perceptiekostenvergoeding controle boekhouding TEM

Nederland draagt naar aanleiding van een onderzoek door de Europese Commissie een TEM-hoofdsom van 123,6 miljoen euro af, waarvan 110,9 miljoen onder voorbehoud. Conform de TEM-systematiek ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding over deze afdracht. Hierdoor bedraagt de nettobetaling 97,5 miljoen euro.

Justitie en Veiligheid

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 14.836,10
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Meevaller njn: meevaller toevoegingen rechtsbijstand ‒ 54,2
Diversen ‒ 2,9
‒ 57,1
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Regeling tegemoetkoming schade 2021 ‒ 100
Diversen ‒ 11,6
‒ 111,6
Technische mutaties
Rijksbegroting
Handhaving coronatoegangsbewijzen 45
Tegenvaller njn: coa bezetting 44,6
Diversen 35,7
125,3
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 43,4
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 14.792,70
Totaal Internationale samenwerking 337,9
Stand Najaarsnota 2021 15.130,60
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 1.991,40
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Diversen 12,3
12,3
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 12,1
‒ 12,1
Technische mutaties
Rijksbegroting
Tegenvaller njn: coa bezetting 44,6
Diversen 2,4
47
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 47,1
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 2.038,50
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 2.038,50

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Meevaller njn: meevaller toevoegingen rechtsbijstand

Dit betreft een meevaller bij de toevoegingen bij rechtsbijstand. Dit bedrag is samengesteld uit drie meevallers: een meevaller als gevolg van een lager aantal afgegeven toevoegingen (circa 41 miljoen euro), een meevaller bij de uitvoering van het project intensiveringen Zo Snel Mogelijk (ZSM) (circa 5 miljoen euro), een meevaller bij het programma herziening stelsel Rechtsbijstand (circa 8 miljoen euro).

Diversen

De post diversen bestaat uit de overige mee- en tegenvallers, waaronder tegenvallers op het gebied van ICT binnen het Openbaar Ministerie (OM) van 10 miljoen euro, alsmede binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van 9,2 miljoen euro. Daarnaast is sprake van een meevaller op het gebied van ondermijning van 9,1 miljoen euro, die o.a. veroorzaakt wordt door de vertraging van de implementatie van het Beslag Informatie Systeem (BIS).

Beleidsmatige mutaties

Regeling tegemoetkoming schade 2021

De uitgaven voor de Regeling tegemoetkoming schade 2021 onder de Wet tegemoetkoming schade (Wts) vallen in 2021 100 miljoen euro lager uit dan voorzien. Deze aanpassing heeft geen gevolgen voor het wel of niet uitkeren van de tegemoetkoming. Voor het begrotingsjaar 2022 is voor de Wts een Nota van Wijziging (NvW) opgesteld.

Diversen

De post diversen bestaat uit meerdere mutaties, waaronder een overboeking van 0,3 miljoen euro naar Buitenlandse Zaken voor de financiering van werkzaamheden rondom het MH17-proces en een overheveling van middelen aan het Openbaar Ministerie van 0,8 miljoen euro voor verbeurd verklaarde gelden bij afpakken. Daarnaast stonden er nog middelen (12,1 miljoen euro) gereserveerd op artikel 92 ter dekking van de te verwachten tegenvaller bij de ontvangsten van griffierechten. Deze middelen zijn hier bij Najaarsnota voor ingezet. Zie hiervoor ook de mutatie bij de ontvangsten.

Technische mutaties

Handhaving coronatoegangsbewijzen

Door het loslaten van de 1,5 meter maatregel en het inzetten op coronatoegangsbewijzen (CTB) op plekken waar personen dicht op elkaar verblijven, worden ondernemers, instellingen en verenigingen geacht te toetsen of bezoekers een geldig CTB hebben. Omdat dit een extra opgave neerlegt bij ondernemers maar ook gemeenten, wordt 45 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit geld kan worden ingezet voor bijvoorbeeld beveiligers, gastvrouwen of zogenaamde city hosts die ondernemers helpen bij de controle van het CTB.

Tegenvaller njn: COA bezetting

De bezetting bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is een stuk hoger dan bij Voorjaarsnota werd verwacht, omdat er rekening werd gehouden met een lagere instroom dan in 2020 en een uitstroom van vergunninghouders conform de taakstelling. De totale tegenvaller is circa 83 miljoen euro. Een deel van de kosten van de opvang van eerstejaars asielzoekers uit ontwikkelingslanden wordt toegerekend aan ODA (38,2 miljoen euro). Het overige deel van de tegenvaller (44,6 miljoen euro) wordt gedekt vanuit de asielreserve. Deze post betreft zodoende een desaldering van de asielreserve ter dekking van de hogere kosten van het COA. Bij de ontvangsten is de onttrekking van de asielreserve opgenomen.

Diversen

De post diversen bestaat uit een groot aantal mutaties, waaronder diverse overboekingen naar andere departementen en een tweetal desalderingen. Daarnaast bestaat deze post uit onder andere een meevaller op de regeling tijdelijke coronabanen van 25 miljoen euro door minder aanvragen vanuit de gemeenten en een tegenvaller bij de crisiscommunicatie van 7,5 miljoen euro door aanvullende taken voor het corona-callcenter.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

De post diversen bestaat uit een viertal mutaties. De twee grootste mutaties zijn een meevaller van 8,8 miljoen euro bij DJI vanwege een afrekening over 2020 en een meevaller van 4,8 miljoen euro bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) in het kader van kwijtschelden publieke schulden gerelateerd aan de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Bij de incidentele suppletoire begroting was de verwachting dat er 5,6 miljoen euro aan boetes kwijtgescholden zou worden. Het blijkt dat dit langzamer loopt dan verwacht en de verwachting is dat dit jaar slechts 0,8 miljoen wordt kwijtgescholden.

Beleidsmatige mutaties

Diversen

De post diversen bestaat uit één mutatie die vanwege de ondergrens niet zichtbaar is. Het betreft de inzet van gereserveerde middelen op artikel 92 ter dekking van de tegenvaller als gevolg van corona bij griffierechten van 12,1 miljoen euro.

Technische mutaties

Tegenvaller njn: COA bezetting

Dit betreft een uitname uit de asielreserve ter dekking van de hogere kosten van het COA. Zie voor de inhoudelijke toelichting de gelijknamige post bij de uitgaven.

Diversen

De post diversen bestaat uit twee mutaties, waaronder een desaldering van 6 miljoen euro van de bijdragen die Australië en Maleisië in 2021 hebben geleverd aan het MH17-proces. Ten tweede betreft het een desaldering van 10 miljoen euro door het opschonen van de balans door de Immigratie- en Naturalisatiedienst, welke nodig zijn om de productie te bekostigen.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 8.895,40
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 1,2
‒ 1,2
Technische mutaties
Rijksbegroting
Nationaal programma groningen 34
Versterkingsopgave nam 76,5
Diversen 13,5
124
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 122,9
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 9.018,20
Totaal Internationale samenwerking 0,5
Stand Najaarsnota 2021 9.018,80
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 1.198,40
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Afboeking ontvangsten nam ‒ 222,9
Diversen 9,6
‒ 213,3
Technische mutaties
Rijksbegroting
Versterkingsopgave nam 76,5
Diversen 13,5
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Generale ontvangsten 60,5
150,5
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 62,6
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 1.135,80
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 1.135,80

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Deze post bevat meerdere mutaties. Zo betreft het middelen voor advieskosten die gegeven hun aard niet activeerbaar zijn en geen onderdeel vormen van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten. Deze kosten zijn ontstaan naar aanleiding van gewijzigde ontwerpen, extra onderzoeken en acties gerelateerd aan de definitieve besluitvorming over de renovatie van het Binnenhof begin 2021. Daarnaast bevat deze post meerdere mutaties op het Groningendossier. Zo zijn er in 2021 naar verwachting hogere uitgaven en daardoor ook hogere btw uitgaven in het kader van de versterkingsoperatie. Ook zijn er hogere uitgaven voor de subsidie Verduurzaming en Verbetering Groningen en vallen de uitgaven met betrekking tot de knelpuntenpot in 2021 hoger uit. De knelpuntenpot is bedoeld om knelpunten in de versterkingsoperatie Groningen snel op te kunnen lossen teneinde de operatie sneller en beheersbaar te laten verlopen. Tegelijkertijd worden in 2021 middelen voor onder andere de bestuurlijke afspraken Groningen niet volledig uitgeput. Het betreft onder andere middelen voor energiebesparende maatregelen (Blok A), de projecten Opwierde en Appingedam, de huurderscompensatie en de regeling herbeoordeling. Meerjarig blijven dezelfde middelen beschikbaar voor het Bestuursakkoord.

Technische mutaties

Nationaal Programma Groningen

Dit betreft een overboeking van de Aanvullende Post naar de begroting van BZK ten behoeve van diverse projecten die samen met de regio zijn geselecteerd als onderdeel van het Nationaal Programma Groningen.

Versterkingsopgave NAM

In 2021 worden extra uitgaven gedaan voor de voortgang van de versterkingsoperatie. Deze uitgaven hebben onder andere betrekking op de afkoop van scholen, tijdelijke huisvesting en een inhaalslag van de aanvragen voor de Bouwimpuls. De kosten zullen bij de NAM in rekening worden gebracht.

Diversen

Deze post heeft veel verschillende mutaties. Het gaat met name om overboekingen met andere departementen. Vanuit andere departementen worden middelen overgeheveld naar de BZK-begroting voor hun bijdragen aan onder andere de dienstverlening van FMHaaglanden, de budgetfinanciering van de BRP en de dienstverlening van Doc-direkt. Vanuit het Gemeentefonds worden middelen overgeboekt naar de begroting van BZK voor DigiD, MijnOverheid en de GDI voorzieningen. Daarnaast worden vanaf de BZK-begroting middelen naar andere departementen overgeboekt, waaronder de tweede tranche middelen voor informatiehuishouding. Er worden tevens middelen overgeheveld naar het btw-compensatiefonds voor het volkshuisvestingfonds en het Nationaal Programma Groningen. Ook worden middelen overgeheveld naar het Gemeentefonds voor de implementatiekosten van de Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb) en voor de voortzetting van de pleegzorg van alleenstaande minderjarige vreemdelingen. In het kader van versterking van de dienstverlening door gemeenten worden vanaf de Aanvullende Post middelen overgeheveld voor het project Informatiepunt Digitale Overheid (IDO). Tot slot vinden er diverse desalderingen plaats (zie voor een nadere toelichting de ontvangsten).

Niet-belastingontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Afboeking ontvangsten NAM

Dit betreft een bijstelling van de ontvangstenraming van de NAM. De raming is naar beneden bijgesteld omdat de NAM onlangs heeft aangegeven dat zij vooralsnog slechts 60% zal betalen van de facturen voor het derde en vierde kwartaal 2020 en het eerste kwartaal 2021. BZK en EZK gaan ervan uit dat de uitblijvende ontvangsten in latere jaren alsnog worden gerealiseerd.

Diversen

Deze post bevat verschillende mutaties. Zo zijn er meerontvangsten uit incidentele verkopen van vastgoed dat in materieel beheer van BZK is, Daarnaast betreft het de afrekening over de RVO jaaropdracht 2020 en een teruggave van RVO als gevolg van het positieve resultaat 2020. Tot slot vindt er een correctie plaats op de ontvangstenraming van de NAM voor Q3 en Q4 2020. Bij Voorjaarsnota 2021 is per abuis 1,6 miljoen euro teveel aan ontvangsten geraamd voor deze twee kwartalen en dit wordt nu gecorrigeerd.

Technische mutaties

Versterkingsopgave NAM

Dit betreft de geraamde ontvangsten van de NAM als gevolg van hogere uitgaven binnen de versterkingsoperatie in 2021.

Diversen

Onder deze post vallen verschillende desalderingen. Het betreft onder meer desalderingen in het kader van detacheringen, de bijdragen van andere departementen aan de budgetfinanciering van de BRP en de afrekeningen 2020 met Rijkswaterstaat en het Kadaster inzake werkzaamheden voor de Omgevingswet.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Generale ontvangsten

Dit betreft de meerontvangsten op de post benzineveilingen en bodemmaterialen die op de begroting van BZK worden ontvangen.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 49.835,80
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Diversen ‒ 38,8
‒ 38,8
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Overlopende verplichting lpo ‒ 29,2
Diversen ‒ 22,1
‒ 51,3
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 102
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Meevaller sf uitgaven nr ‒ 295
Tegenvaller sf uitgaven nr 85
‒ 108
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 198,1
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 49.637,70
Totaal Internationale samenwerking 108,1
Stand Najaarsnota 2021 49.745,70
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 1.569,90
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Diversen ‒ 2,5
‒ 2,5
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 18,1
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen 40
58,1
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 55,7
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 1.625,50
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 1.625,50

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Beleidsmatige mutaties

Overlopende verplichting lpo

Betreft een overlopende verplichting op de extra uitgekeerde incidentele loonruimte (0,16%). Dit wordt volgend jaar uitgekeerd aan de sector.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Meevaller sf uitgaven nr

De niet-relevante uitgaven voor rentedragende leningen en het collegegeldkrediet blijken in de realisatie lager dan geraamd, waardoor er een meevaller op de niet-relevante uitgaven voor de studiefinanciering ontstaat.

Tegenvaller sf uitgaven nr

In de realisatie blijkt o.a. dat minder prestatiebeurzen (basis en aanvullend) worden omgezet (in een lening of gift) dan geraamd, waardoor in totaal meer uitgaven aan prestatiebeurzen worden gedaan. Hierdoor ontstaat een tegenvaller op de niet-relevante uitgaven voor de studiefinanciering. Dit is grotendeels een tegenhanger van de bovenstaande meevaller in lagere niet-relevante uitgaven aan rentedragende leningen.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-belastingontvangsten

Mee-en tegenvallers

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.

Nationale Schuld (Transactiebasis)

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 5.938,60
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Diversen 28
28
Technische mutaties
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Verstrekte leningen 300
300
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 328
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 6.266,60
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 6.266,60
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 11.280,20
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Rente vlottende schuld ‒ 47
Diversen ‒ 0,1
‒ 47,1
Technische mutaties
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Mutatie in rekening courant en deposito 5.659,10
Diversen 48,9
5.708,00
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 5.660,90
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 16.941,10
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 16.941,10

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties, waaronder wijzingen in de Rentelasten vaste schuld en in de overige Rentelasten kasbeheer. Het grootste deel van de mutatie wordt veroorzaakt door een bijstelling van de raming van de Rentelasten vaste schuld door de uitgifte van schuld tegen hogere rentepercentages dan eerder geraamd.

Beleidsmatige mutaties

Technische mutaties

Verstrekte leningen (niet-relevant voor het uitgavenplafond)

Op basis van actuele realisaties wordt verwacht dat de aflossingen op leningen binnen het kasbeheer hoger zullen uitkomen dan eerder geraamd.

Niet-belastingontvangsten

Mee-en tegenvallers

Rente vlottende schuld

De rentebaten op de vlottende schuld zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van de actuele realisaties op de geldmarkt.

Diversen

Dit betreft mutaties inzake Rentebaten kasbeheer. De Rentebaten kasbeheer zullen naar verwachting iets lager uitkomen dan eerder geraamd.

Beleidsmatige mutaties

Technische mutaties

Mutatie in rekening-courant en deposito (niet relevant voor het uitgavenplafond)

De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekening-couranten en deposito’s van de deelnemers aan schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van de decentrale overheden en de RWT’s. De mutaties in rekening-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Als een deelnemer een uitgave doet zal het aangehouden saldo op de rekening-courant dalen en dit betekent een uitgave op artikel 12. Een ontvangst van een deelnemer wordt gestort op de rekening-courant en dit zorgt voor een ontvangst op artikel 12. Het Agentschap is uitsluitend beheerder van de rekeningen-courant van het schatkistbankieren.

Diversen (niet relevant voor het uitgavenplafond)

Dit betreft een som van meerdere mutaties, waaronder de aflossingen binnen het kasbeheer, de rentebaten en de voortijdige beëindiging van derivaten. Het grootste deel van de mutatie wordt veroorzaakt door voortijdige beeïndiging van derivaten. Er zijn rentederivaten voortijdig beëindigd waarbij de marktwaarde van het derivaat tussen beide partijen wordt verrekend. De meerjarig geraamde renteontvangsten worden nu in één keer ontvangen.

Financiën

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 10.850,20
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Belasting- en invorderingsrente 65
Mutatie begrotingsreserve (uitgaven) ‒ 92,2
Mutatie definitieve schade-uitkeringen 95
Vrijval beschikbaar budget ‒ 32,2
Diversen ‒ 8,1
27,5
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Bijdrage aan sso's ‒ 33,2
Inhuur externen ‒ 41,7
Diversen ‒ 29,8
‒ 104,7
Technische mutaties
Rijksbegroting
Overboeking bcf afdracht rijnlandroute 2021 42
Diversen 69
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Kapitaalinjectie invest nl ‒ 130
Diversen ‒ 20
‒ 39
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 116,3
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 10.733,90
Totaal Internationale samenwerking 48,7
Stand Najaarsnota 2021 10.782,60
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 2.036,40
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Belasting- en invorderingsrente 220
Dividend staatsdeelnemingen 215
Mutatie begrotingsreserve (ontvangsten) 95
Mutatie premies ekv ‒ 92,2
Ontvangsten boetes en schikkingen 45
Diversen ‒ 0,1
482,7
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen 12,4
12,4
Technische mutaties
Rijksbegroting
Mutaties premies hulk 50
Diversen ‒ 16,8
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Dividend staatsdeelnemingen - financiele deelnemingen 628
Mutatie schaderestitutie na '99 ‒ 124,6
536,6
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 1.031,70
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 3.068,10
Totaal Internationale samenwerking 2,2
Stand Najaarsnota 2021 3.070,30

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Belasting- en invorderingsrente

De uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente zijn hoger uitgevallen dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door de verdeling van de definitieve verdeelsleutel over boetes en rente tussen de Sociale Fondsen en Financiënbegroting. Deze wordt gebaseerd op de verhouding tussen de loon- en inkomstenbelasting en de sociale premies. Aangezien de loon- en inkomstenbelasting hier een groter aandeel in heeft dan eerder ingeschat, wordt ook het aandeel van Financiën in te betalen rente groter.

Mutatie begrotingsreserve (uitgaven)

De raming van de begrotingsreserve wordt met circa 92 miljoen euro naar beneden bijgesteld. De begrotingsreserve wordt gevoed door de premieontvangsten. Door een afname van de verwachte premieontvangsten daalt ook de verwachte storting in de begrotingsreserve. De onderliggende reden hiervoor is het uitblijven van grote transacties.

Mutatie definitieve schade-uitkeringen

In 2021 valt de schade-uitkering EKV naar verwachting 95 miljoen euro hoger uit. Dit heeft grotendeels te maken met het tekenen van een multilateraal akkoord voor de schuldenkwijtschelding van Sudan. Het kwijt te schelden bedrag voor Nederland bedraagt 75 miljoen euro. Er dient nog een bilateraal akkoord gesloten te worden. Op dit moment is het echter onzeker of het bilateraal akkoord nog in 2021 wordt gesloten, gezien de recente ontwikkelingen in Sudan. Indien het bilaterale akkoord niet in 2021 wordt gesloten, valt de schade-uitkering niet hoger uit.

Vrijval beschikbaar budget

Het is de verwachting dat niet alle resterende middelen op artikel 10 (Nog onverdeeld) nodig zijn in 2021. Daarom valt circa 32 miljoen euro aan nog onverdeelde middelen vrij. Deze vrijgevallen middelen komen ten goede aan het generale beeld.

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties, waaronder een ramingsbijstelling op artikel 10 Nog Onverdeeld en hogere uitvoeringskosten van de staatsdeelnemingen.

Beleidsmatige mutaties

Bijdrage aan SSO's

Als gevolg van het thuiswerken vanwege Corona vallen de huisvestings- en facilitaire kosten ten behoeve van de uitbreiding van de Belastingdienst lager uit. In 2021 was er vanwege de thuiswerkmaatregelen minder noodzaak om facilitaire aanpassingen te doen in de kantooromgeving, zijn er diverse meevallers op het terrein van bestellingen van kantoorartikelen en het niet doorgaan van opleidingsdagen. Ook werkt vertraging bij het Rijksvastgoedbedrijf door naar de facilitaire uitgaven van de Belastingdienst.

Inhuur externen

De verwachte uitgaven aan externe inhuur van de Belastingdienst vallen lager uit, omdat eerder dit jaar geschatte aantallen op een aantal dossiers (onder andere registraties E-commerce en inzageverzoeken FSV) lager zijn dan eerder dit jaar verwacht. Hierdoor was het beroep op extra inhuur/uitzendkrachten fors lager. Zo is de omvang van de handmatige werkzaamheden in het noodspoor E-commerce significant lager uitgevallen dan voorzien. Dit komt doordat een lager aantal bedrijven deelneemt aan de regeling dan werd aangenomen. Bovendien is het gelukt de extra werkzaamheden op verschillende terreinen grotendeels met bestaande capaciteit te verrichten. Hierbij speelt ook een rol dat in 2021, vanwege langer aanhoudende Corona-maatregelen, reguliere werkzaamheden als invordering en buitentoezicht op een lager pitje hebben gestaan en bestaande capaciteit ingezet kon worden voor extra werkzaamheden.

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties, waaronder de verdeling van de CAO middelen naar de Financiën begroting en lagere IV (informatievoorziening) uitgaven bij DG Toeslagen.

Technische mutaties

Overboeking BCF afdracht Rijnlandroute 2021

Er vindt een storting van 42 miljoen euro plaats in het Btw-compensatiefonds inzake het project Rijnlandroute.

Diversen

Deze post betreft met name overboekingen van en naar de Financiën begroting.

Kapitaalinjectie Invest-NL (niet relevant voor het uitgavenplafond)

Voor het totale beschikbare kapitaal voor Invest-NL in 2021 zijn verplichtingen aangegaan. Doordat daadwerkelijke investeringen (kasuitgaven) door Invest-NL in bedrijven en fondsen op latere momenten en soms gefaseerd plaatsvindt, moet de kasreeks voor de kapitaalinjectie worden aangepast. Daarom wordt 130 miljoen euro kasbudget naar latere jaren verschoven.

Diversen (niet-relevant voor het uitgavenplafond)

Dit betreft enkel een mutatie voor EKV. De bijstelling van 20 miljoen euro voor de niet-definitieve schade-uitkeringen voor EKV betreft een schuif tussen de definitieve- en de niet-definitieve schades. Een definitieve schade was verkeerd begroot onder de niet-definitieve schades. Vanaf begroting 2022 wordt gewerkt met één begrotingspost schaderaming en vervalt het onderscheid tussen niet-definitieve en definitieve schades.

Niet-belastingontvangsten

Mee-en tegenvallers

Belasting- en invorderingsrente

De ontvangsten voor de belasting- en invorderingsrente vallen hoger uit dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door de definitieve verdeelsleutel over boetes en rente tussen de Sociale Fondsen en de Financiënbegroting. Deze wordt gebaseerd op de verhouding tussen de loon- en inkomstenbelasting en de sociale premies. Aangezien de loon- en inkomstenbelasting hier een groter aandeel in heeft dan eerder ingeschat, wordt ook het aandeel van Financiën – welke dit jaar ver boven de 100% uitkomt - in te ontvangen rente groter.

Dividend staatsdeelnemingen

De onzekerheid in de dividendramingen is als gevolg van de coronapandemie gedaald, wat tot hogere dividendontvangsten leidt.

Mutatie begrotingsreserve (ontvangsten)

Definitieve schades, de kostenvergoeding Atradius en de overige kosten leiden tot een onttrekking uit de begrotingsreserve. Doordat de raming voor de definitieve schades toenemen, neemt ook de raming voor de onttrekking uit de begrotingsreserve met 95 miljoen euro toe. Een aanzienlijk deel hiervan bestaat uit de schuldenkwijtschelding van Sudan, wat gezien de recente ontwikkelingen in Sudan onzeker is.

Mutatie premies EKV

De premies voor EKV worden met circa 92 miljoen euro naar beneden bijgesteld. De verwachte premies over 2021 zijn aanzienlijk afgenomen, wat met name te maken heeft met het uitblijven van een verwachte grote projectfinancieringstransactie.

Ontvangsten boetes en schikkingen

De ontvangsten voor de boetes en schikkingen zijn hoger uitgevallen dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door de definitieve verdeelsleutel over boetes en rente tussen de Sociale Fondsen en de Financiënbegroting. Deze wordt gebaseerd op de daadwerkelijke verhouding tussen de loon- en inkomstenbelasting en de sociale premies. Aangezien de loon- en inkomstenbelasting hier een groter aandeel in heeft dan eerder ingeschat, wordt ook het aandeel van Financiën in te ontvangen boetes groter.

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties, waaronder lagere ontvangsten voor het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) als gevolg van een lager aantal afgenomen Wft (Wet op het financieel toezicht) examens. Daarentegen vallen de ontvangsten voor NLFI (NL Financial Investments) hoger uit, omdat een geraamde betaling in 2020 in 2021 heeft plaatsgevonden.

Beleidsmatige mutaties

Diversen

De ontvangsten op de apparaatskosten bij de Belastingdienst vallen op basis van de realisaties hoger uit dan geraamd.

Technische mutaties

Mutaties premies HULK

De premies voor de coronamaatregel Herverzekering Leverancierskredieten (HULK) wordt met 50 miljoen euro naar boven bijgesteld. De originele raming zag enkel toe op facturen van 2021. Begin 2021 zijn echter ook de laatste facturen gerelateerd aan 2020 betaald, welke over de jaargrens zijn heen geschoven. Derhalve valt het bedrag aan premies hoger uit dan initieel geraamd.

Diversen

De tegenvaller op deze post wordt met name veroorzaakt door een tegenvaller op de HULK als gevolg van lagere schaderestituties en lagere premie- en renteontvangsten op de lening aan KLM.

Dividenden staatsdeelnemingen - financiële deelnemingen (niet-relevant voor het uitgavenplafond)

Als gevolg van een wijziging in het ECB advies aan financiële instellingen om geen dividend uit te keren, is de dividendraming voor 2021 naar boven bijgesteld.

Mutatie schaderestitutie na '99 (niet-relevant voor het uitgavenplafond)

De schaderestituties worden met 125 miljoen euro naar beneden bijgesteld. In de begroting 2021 was voor dit jaar de laatste recuperatie tranche opgenomen voor Argentinië. Argentinië bevindt zich momenteel in betalingsproblemen en is in onderhandeling over herstructurering van haar schuld. Voor 2021 wordt verwacht dat 15 miljoen euro van de totaal verwachte recuperaties van 135 miljoen euro ontvangen van de Argentijnse staat. Zodra een nieuw betalingsschema is overeengekomen, dan zal dit worden verwerkt in de begroting.

Defensie

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 11.911,90
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 7,5
‒ 7,5
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 20,2
‒ 20,2
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 27,7
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 11.884,20
Totaal Internationale samenwerking 248
Stand Najaarsnota 2021 12.132,20
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 176,4
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 15,4
‒ 15,4
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 15,4
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 161
Totaal Internationale samenwerking 1,4
Stand Najaarsnota 2021 162,4

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Deze post is het saldo van diverse mutaties. Het betreft o.a. de budgetten voor Chroom 6 (0,7 miljoen euro) de taskforce vergunningen (3,7 miljoen euro), informatiehuishouding (0,4 miljoen euro) en werkgelegenheidsgelden (2 miljoen euro). Deze budgetten zijn in 2021 niet tot realisatie gekomen.  

Technische mutaties

Diversen

Deze post is het saldo van verschillende mutaties. Het gaat o.a. om bijdrages aan het ministerie van Binnenlandse Zaken voor diverse bedrijfsuitvoeringsuitgaven, dataorganisatie, innovatieve software en uitbreiding digitale opslagcapaciteit. Daarnaast vallen onder deze post de hogere uitgaven van de verschillende defensieonderdelen die zijn veroorzaakt door COVID (30,3 miljoen euro) en lagere uitgaven voor o.a. reizen gerelateerd aan missies en oefeningen die wegens COVID geen doorgang hebben kunnen vinden (13,5 miljoen euro). Verder betreft deze post de hogere uitgaven voor valuta als gevolg van verschillen in de dagkoersen ten opzichte van de euro/dollarkoers uit het CEP van het Centraal Planbureau (4,9 miljoen euro). Deze middelen worden overgeboekt naar het DMF omdat daar de uitgaven plaatsvinden.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Diversen

Deze post is het saldo van verschillende mutaties. Het gaat o.a. om de lagere ontvangsten van de geneeskundige organisatie (3 miljoen euro) als gevolg van lagere zorgdeclaraties. Door COVID heeft de landmacht minder ondersteuning geleverd aan derden en daardoor minder ontvangsten ontvangen (3,6 miljoen euro). Ook is er onderrealisatie op de programmaontvangsten van het DMO (8 miljoen euro). Daarnaast zijn er lagere ontvangsten bij de luchtmacht en marine als gevolg van de reisbeperkingen door COVID (2 miljoen euro).

Infrastructuur en Waterstaat

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 12.869,80
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Onderuitputting klimaat ‒ 15,6
Diversen ‒ 13,6
‒ 29,2
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Kosten rijkswaterstaat en prorail door hoogwater limburg 26,6
Diversen ‒ 2,4
24,2
Technische mutaties
Rijksbegroting
Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute ‒ 42
Onderuitputting testen voor reizigers ‒ 60
Vrijval bvov 2020 ‒ 243
Vrijval bvov 2021 ‒ 410
Diversen 15,8
‒ 739,2
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 744,2
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 12.125,60
Totaal Internationale samenwerking 37,1
Stand Najaarsnota 2021 12.162,70
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 27,3
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 2
‒ 2
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 2,2
‒ 2,2
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 4,2
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 23,1
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 23,1

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Onderuitputting klimaat

Op de klimaatsubsidieregelingen (voornamelijk subsidie voor bestelauto’s) is sprake van onderuitputting, onder andere vanwege een chiptekort.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Beleidsmatige mutaties

Kosten Rijkswaterstaat en ProRail door hoogwater Limburg

Rijkwaterstaat en ProRail worden in 2021 gecompenseerd voor de gemaakte kosten als het gevolg van het hoogwater in Limburg.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute

Dit betreft de afdracht aan het BTW-compensatiefonds inzake het project A4-A44 Rijnlandroute.

Onderuitputting testen voor reizigers

De raming voor testen voor reizigers kende een grote onzekerheidsmarge. Het aantal afgenomen testen voor reizigers is uiteindelijk lager uitgevallen dan geraamd, waardoor 60 miljoen euro vrijvalt.

Vrijval bvov 2020

De uitgaven aan de beschikbaarheidsvergoeding hangen sterk samen met de reizigersaantallen in het openbaar vervoer. De raming kende, vanwege het onzekere verloop van COVID-19, een grote onzekerheidsmarge. Uiteindelijk bleven meer reizigers dan geraamd het openbaar vervoer gebruiken. Het benodigde bedrag voor 2020 is daarom lager uitgevallen. In 2021 valt 243 miljoen euro vrij.

Vrijval bvov 2021

Het benodigde bedrag voor de beschikbaarheidsvergoeding voor het OV voor 2021 valt waarschijnlijk ook lager uit dan geraamd. Hierdoor valt in 2021 140 miljoen euro vrij. Een deel van de vergoeding wordt nog in 2022 uitbetaald. Daarom is 270 miljoen euro doorgeschoven naar 2022 via een NvW op de begroting 2022.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen

Niet-belastingontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Deze post bestaat uit diverse beleidsmatige ontvangsten die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Diversen

Deze post bestaat uit diverse technische ontvangsten die onder de ondergrens vallen.

Economische Zaken en Klimaat

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 16.248,00
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Actualisatie kasbudget ‒ 41,4
Diversen 1,7
‒ 39,7
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Bijstelling raming immateriële schade ‒ 34,5
Bijstelling uitgaven img waardedaling ‒ 90
Warmtelinq-middelen 2021 ‒ 23
Diversen ‒ 3,6
‒ 151,1
Technische mutaties
Rijksbegroting
Actualisatie budget trsec ‒ 50
Nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling 58
Ramingsbijstelling tvl ‒ 1.470,00
Ramingsbijstelling tvl startersregeling ‒ 70
Verhoging tvl 500
Verlaging onttrekking reserve duurzame energie ‒ 356,3
Verlaging raming go-c ‒ 200
Diversen ‒ 12,5
‒ 1.600,80
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 1.791,50
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 14.456,50
Totaal Internationale samenwerking 28,6
Stand Najaarsnota 2021 14.485,10
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 6.990,00
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Tegenvaller ontvangsten acm ‒ 27,3
Diversen ‒ 1,7
‒ 29
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Bijstelling ontvangsten img waardedaling ‒ 90
Bijstelling ontvangsten immateriële schade ‒ 26,3
Bijstelling ontvangsten nam ‒ 958,9
Bijstelling ontvangsten nam uitvoeringskosten ‒ 50
Mismatch ontvangsten en uitgaven fysieke schade ‒ 80
Diversen ‒ 5,6
‒ 1.210,80
Technische mutaties
Rijksbegroting
Afroming reserve bmkb-c en kkc 165
Ramingsbijstelling tvl-ontvangsten ‒ 260
Verlaging onttrekking reserve duurzame energie ‒ 356,3
Diversen ‒ 2,3
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen 4,5
‒ 449,1
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 1.688,90
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 5.301,10
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 5.301,10

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Actualisatie kasbudget

De kasbudgetten van diverse instrumenten op artikel 2 zijn op basis van actuele prognoses bijgesteld. Dit betreft onder andere onderuitputting op de Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (7,8 miljoen euro), Cofinanciering Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (9,3 miljoen euro), verduurzaming industrie (7,8 miljoen euro) en het Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (4,5 miljoen euro).

Diversen

Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.

Beleidsmatige mutaties

Bijstelling raming immateriële schade

De uitgaven voor immateriële schade zijn op basis van de meest recente inschattingen van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) neerwaarts bijgesteld. Het IMG verwacht bijna geen uitgaven voor immateriële schade meer te doen in 2021. Deze uitgaven zijn slechts vertraagd en worden in 2022 verwacht. Deze verlaging van de uitgavenraming werkt ook door in de ontvangstenraming.

Bijstelling uitgaven IMG waardedaling

De uitgaven voor waardedaling zijn op basis van de meest recente inschattingen van het IMG neerwaarts bijgesteld. Het IMG heeft aangegeven dit jaar geen 415 miljoen euro aan waardedalingsvergoedingen uit te geven, maar 325 miljoen euro. Deze verlaging van de uitgavenraming werkt ook door in de ontvangstenraming.

WarmteLinQ-middelen 2021

Het grootste deel van de in 2021 beschikbaar gestelde middelen voor de WarmtelinQ (subsidiedeel en leningendeel) zal pas in 2022 beschikt worden, in combinatie met de middelen die nu nog voor de WarmtelinQ op de Aanvullende post gereserveerd staan. De middelen voor 2021 worden nu afgeboekt en met gebruik van de eindejaarsmarge van EZK meegenomen naar 2022.

Diversen

Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.

Technische mutaties

Actualisatie budget TRSEC

De organisatoren van evenementen die door het abrupte kabinetsbesluit op 9 juli jl. niet door konden gaan, hebben veelal kosten gemaakt in de voorbereiding van het evenement. Voor deze organisatoren is de «Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19» (TRSEC) beschikbaar gesteld. Naar verwachting wordt de behandeling van een deel van de aanvragen niet meer in 2021 afgerond. Daarom wordt de uitgavenraming met 50 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Deze middelen worden later aan de begroting van 2022 toegevoegd.

Nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling

Het demissionaire kabinet heeft besloten om het budget van de waardevermeerderingsregeling met 60 miljoen euro te verhogen zodat de regeling naar verwachting gefinancierd is tot 1 april 2022, de juridische looptijd van de regeling. Het volledige bedrag wordt in 2021 bevoorschot aan de uitvoerder Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN). Deze verlenging is aangekondigd in de Kamerbrief Nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling van 8 oktober 2021. Deze verhoging wordt voor 58 miljoen euro gedekt uit de risicoreservering Groningen op de Aanvullende post. De resterende 2 miljoen euro wordt binnen de begroting van EZK gedekt.

Ramingsbijstelling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Het kasbudget voor de TVL wordt voor 2021 verlaagd met 1,5 miljard euro in verband met een lager beroep op de regeling dan geraamd. Dit is het gevolg van de verbeterde economische situatie ten gevolge van de versoepeling van de beperkende maatregelen.

Ramingsbijstelling TVL startersregeling

Het budget van deze regeling is met 70 miljoen euro verlaagd in verband met een lager dan verwacht beroep op de regeling, ondanks uitgebreide communicatie om de regeling bij de doelgroep onder de aandacht te brengen.

Verhoging TVL

Door de maatregelen van 12 november jl. wordt een bredere groep ondernemers getroffen dan waar de op 24 september jl. aangekondigde regeling Vaste Lasten Nachthoreca (VLN) voor bedoeld was, waaronder de detailhandel en horeca. Het kabinet heeft daarom besloten de toegang tot de VLN-regeling te verbreden en maakt hiervoor in 2021 380 miljoen euro beschikbaar. Het initiële budget voor de VLN in 2021 (120 miljoen euro) is toegevoegd aan de TVL. De verhoging van de TVL komt daarmee op totaal 500 miljoen euro.

Verlaging onttrekking reserve duurzame energie

De geplande onttrekking aan de begrotingsreserve duurzame energie wordt met 356 miljoen euro verlaagd. Dit omdat op verschillende instrumenten en het flankerend beleid binnen het Duurzame Energie-domein sprake is van onderuitputting. Omdat de onttrekking als inkomsten wordt geboekt, is deze mutatie zowel aan de inkomsten- als uitgavenkant zichtbaar.

Verlaging raming GO-C

De uitgavenraming voor de coronamodule van de Garantieregeling Ondernemersfinanciering (GO-C) wordt met 200 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Het beroep op de regeling is lager dan verwacht, waardoor er ook minder uitbetalingen van schades plaatsvinden.

Diversen

Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Tegenvaller ontvangsten ACM

Jaarlijks wordt een vast bedrag aan boeteontvangsten voor Autoriteit Consument en Markt (ACM) geraamd. De daadwerkelijke ontvangsten fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van de door de ACM opgelegde boetes. De ACM is volledig onafhankelijk hierin. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boeteontvangsten met 27 miljoen euro verlaagd.

Diversen

Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.

Beleidsmatige mutaties

Bijstelling ontvangsten IMG waardedaling

De ontvangsten voor waardedaling zijn op basis van de meest recente inschattingen van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) neerwaarts bijgesteld. Het IMG heeft aangegeven dit jaar geen 415 miljoen euro aan waardedalingsvergoedingen uit te geven, maar 325 miljoen euro.

Bijstelling ontvangsten immateriële schade

De ontvangsten voor immateriële schade zijn op basis van de meest recente inschattingen van het IMG neerwaarts bijgesteld. Er worden geen ontvangsten meer verwacht in 2021 die samenhangen met de uitgaven van het IMG voor immateriële schade. Dit omdat het IMG na uitvoering van de pilot in 2021 geen extra uitgaven meer verwacht te doen.

Bijstelling ontvangsten Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) uitvoeringskosten

De ontvangsten voor de uitvoeringstskosten van het IMG zijn op basis van de meest recente inschattingen van het IMG neerwaarts bijgesteld. Een groter gedeelte van de uitvoeringskosten dan eerder verwacht valt in het vierde kwartaal van 2021 en de ontvangsten hiervoor komen daarom pas in 2022 binnen. Deze tegenvaller wordt via een negatieve eindejaarsmarge naar volgend jaar meegenomen.

Bijstelling ontvangsten NAM

Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Zorgvuldige onderbouwing van heffingsbesluiten vergt meer tijd dan eerder verwacht. De ontvangsten van 959 miljoen euro worden dan ook verschoven naar 2022.

Mismatch ontvangsten en uitgaven fysieke schade

De ontvangsten vanuit de NAM voor de schadebetalingen lopen in de regel achter op de uitgaven. Middels een kasschuif zijn daarom de ontvangsten afgelopen voorjaar in een kasritme gezet dat beter aansluit bij de praktijk. Echter doordat een groter gedeelte van de schadevergoedingen in het vierde kwartaal van 2021 worden vergoed dan eerder verwacht, ontstaat er een tekort op de ontvangsten. De NAM-ontvangsten over vierde kwartaal van 2021 zullen alsnog in 2022 binnenkomen. Via een negatieve eindejaarsmarge in 2022 wordt het tekort op de ontvangsten voor Groningen ultimo 2022 ingevuld.

Diversen

Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.

Technische mutaties

Afroming reserve BMKB-C en KKC

Op de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC) en de coronamodule van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB-C) is een lager beroep gedaan dan verwacht. Daarom worden de begrotingsreserves naar van beide regelingen naar beneden bijgesteld. Voor de KKC wordt 40 miljoen euro afgeroomd en voor de BMKB-C 125 miljoen euro.

Ramingsbijstelling TVL-ontvangsten

Naar verwachting wordt 260 miljoen euro aan terugontvangsten op de TVL niet in 2021 maar in 2022 gerealiseerd. Daarom wordt de ontvangstenraming in 2021 naar beneden bijgesteld.

Verlaging onttrekking reserve duurzame energie

De geplande onttrekking aan de begrotingsreserve duurzame energie wordt met 356 miljoen euro verlaagd. Dit omdat op verschillende instrumenten en het flankerend beleid binnen het Duurzame Energie-domein sprake is van onderuitputting. Omdat de onttrekking als inkomsten wordt geboekt, is deze mutatie zowel aan de inkomsten- als uitgavenkant zichtbaar

Diversen

Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Diversen

Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 2.240,90
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Onderuitputting maatregel gerichte opkoop (stikstofmiddelen) ‒ 133,3
Diversen ‒ 32,2
‒ 165,5
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 28,2
‒ 28,2
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 193,7
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 2.047,20
Totaal Internationale samenwerking 32,7
Stand Najaarsnota 2021 2.079,90
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 622
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Diversen ‒ 5,1
‒ 5,1
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 23,1
23,1
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 18
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 640
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 640

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Onderuitputting maatregel gerichte opkoop (stikstofmiddelen)

Een deel van de middelen van de saneringsregeling varkenshouderijen is bij de Miljoenennota toegevoegd aan het budget voor de gerichte opkoop (133,3 miljoen euro). De publicatie van wijziging van deze regeling is vertraagd, waardoor de betalingen dit jaar niet mogelijk zijn.

Diversen

Deze diversenpost bestaat onder andere uit een meevaller op het opdrachtgevers budget (10,2 miljoen euro) en een tegenvaller met betrekking tot retributiedemping (7,5 miljoen euro) van de NVWA. Daarnaast bevat deze post onderuitputting op diverse stikstofmaatregelen. Zo is bij programma Natuur minder inzet op de opdracht Kwaliteitsverhoging Riviernatuur dan aanvankelijk geraamd (6,3 miljoen euro). Ook bevat deze post onderuitputting op de regeling sanering varkenshouderijen (7,2 miljoen euro).

Technische mutaties

Diversen

Deze post bestaat voornamelijk uit een overboeking naar het Provinciefonds (18 miljoen euro) voor het verhogen van de beheervergoedingen in het kader van het programma Natuur. Daarnaast bestaat deze post uit een bijstelling naar boven van de regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 (fritesaardappelen) vanwege meer verwachte gegronde bezwaren (7,8 miljoen euro). Ook bevat deze post een bijstelling naar beneden van de regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID–19 (sierteelt) vanwege minder verwachte gegronde bezwaren (6,2 miljoen euro). Verder bevat deze post een afboeking van 2,1 miljoen euro gereserveerd voor de corona-gerelateerde verplichte stoppersregeling nertsenhouderijen. Deze middelen worden middels een Nota van Wijziging weer beschikbaar gesteld in 2022.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

Deze diversenpost bestaat onder andere uit lagere ontvangsten door bijstelling van de ramingen door RVO op de instrumenten vervallen waarborgen (1,9 miljoen euro) en vergoeding kosten (1,4 miljoen euro). Daarnaast bestaat deze post uit een verlaging van de taakstellende ontvangst die door directie Visserij jaarlijks moet worden geboekt (1,8 miljoen euro).

Technische mutaties

Diversen

Deze post bestaat voornamelijk uit terugontvangsten subsidievoorschotten regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID–19 (16 miljoen euro). Deze middelen vloeien terug naar het generale beeld. Veel ondernemers hebben hun omzetterugval te hoog ingeschat, waardoor te hoge subsidievoorschotten zijn verstrekt. Daarnaast bevat deze post een onttrekking uit de begrotingsreserve landbouw. Zo worden klimaatmiddelen gebruikt om het eerste deel van het traject overdimensionering warmtenetten te bekostigen (4,8 miljoen euro).

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 57.739,70
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Bijstelling tweede voortgangsrapportage ‒ 25,4
Diversen ‒ 5
Sociale zekerheid
Re-integratie ‒ 26,8
Toeslagenwet ‒ 22,3
Wajong 50,9
Diversen ‒ 6,9
‒ 35,5
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 1,3
Sociale zekerheid
Diversen 13,5
12,2
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 46,8
Sociale zekerheid
Coronaloket kasritme uwv ‒ 661,7
Einddatum now 2 ‒ 71,3
Naar bzk-gf: sw bedrijven covid 19 ‒ 35
Now 5 1.481,00
Realisaties now 4 ‒ 92
Diversen ‒ 23,1
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen 7,1
558,2
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 534,9
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 58.274,60
Totaal Internationale samenwerking 0,6
Stand Najaarsnota 2021 58.275,20
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 4.716,80
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Diversen 0,3
Sociale zekerheid
Terugontvangst svb 21,3
Terugontvangsten kot ‒ 33,6
Terugontvangsten wkb ‒ 28,4
Diversen 2,2
‒ 38,2
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen 1,4
1,4
Technische mutaties
Sociale zekerheid
Coronaloket kasritme uwv ‒ 661,7
Einddatum now 2 ‒ 180,6
‒ 842,3
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 879,2
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 3.837,60
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 3.837,60

Uitgaven

Mee en tegenvallers

Rijksbegroting

Bijstelling tweede voortgangsrapportage

Bij de uitvoering van divers beleid is gebleken dat er naar verwachting minder wordt uitgegeven op verscheidene budgetten. Dit is voornamelijk veroorzaakt door de coronaperiode.

Diversen

Deze post bevat diverse bijstellingen onder uitgavenplafond Rijksbegroting. SZW heeft middelen gekregen voor de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» en informatiehuishouding. Deze worden in de opstartfase niet volledig benut in 2021.

Sociale zekerheid

Re-integratie

In verband met corona zijn er minder re-integratietrajecten en voorzieningen verstrekt dan verwacht. Hierdoor worden de beschikbare budgetten voor de rest van het jaar naar beneden bijgesteld. Daarnaast heeft het UWV Europees Sociaal Fonds (ESF)-gelden ontvangen voor oude projecten, waardoor de bevoorschotting van 2021 naar beneden is bijgesteld. Dit heeft geen gevolgen voor het feitelijke re-integratiebudget bij het UWV.

Toeslagenwet (TW)

De verwachte uitgaven over 2021 worden neerwaarts bijgesteld met ‒ 22,3 miljoen euro, op basis van uitvoeringsinformatie van UWV. Dit is voornamelijk het gevolg van een lager aantal uitkeringen (-15,5 miljoen euro), vooral door minder TW-aanvullingen voor de WW. Ook is sprake van een lagere gemiddelde uitkering (-9,5 miljoen euro).

Wajong

In verband met een hogere instroom dan verwacht in de Wajong en een lagere uitstroom in de Wajong2015 stijgen de uitkeringslasten met ongeveer 2,4 miljoen euro. Daarnaast blijkt uit de gegevens van het UWV dat de kosten van de Vereenvoudiging Wajong hoger uitvallen dan verwacht. Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van 48,5 miljoen euro.

Diversen

Deze post bevat diverse mee- en tegenvallers onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Er zijn meevallers op onder andere de Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW), het WGA-scholingsexperiment en de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO). Daarnaast zijn er tegenvallers op de Wet op het Kindgebonden Budget (WKB) en de Algemene Kinderbijslagwet (AKW).

Beleidsmatige mutaties

Rijksbegroting

Diversen

Deze post bevat diverse kleine beleidsmatige mutaties onder uitgavenplafond Rijksbegroting. Dit betreft met name een bijstelling in de kostenraming voor het implementeren van Europese subsidies voor technische bijstand (-1,4 miljoen euro).

Sociale zekerheid

Diversen

Bevat diverse kleine beleidsmatige mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Dit betreft onder andere een herschikking van gelden tussen H15 en H40. Verder bevat deze post enkele kleine mutaties op het gebied van onder andere uitvoeringskosten.

Technische mutaties

Rijksbegroting

Diversen

Bevat diverse kleine technische mutaties onder uitgavenplafond Rijksbegroting. Dit betreft een kasschuif van middelen voor de subsidieregeling Nederland leert door van 2021 naar 2022 en 2023 (-21,0 miljoen euro) en verder vooral overboekingen van en naar andere departementen, bijvoorbeeld een ontvangst van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als bijdrage voor het LO-plein. De meerjarige gevolgen hiervan zijn verwerkt in de Nota van Wijziging op de begroting SZW 2022.

Sociale zekerheid

Coronaloket kasritme UWV

De verwachte uitgaven in 2021 worden met 662 miljoen euro verlaagd door het aansluiten van de raming op het kasritme van UWV. UWV verrekent het bedrag dat zij ontvangt voor het verrichten van betalingen aan werkgevers eerst met eventuele terugontvangsten van werkgevers. Hier was eerder geen rekening mee gehouden in de begroting SZW. Tot op heden rapporteerde SZW namelijk de verwachte uitbetalingen en terugontvangsten van NOW-subsidies als aparte geldstromen aan de uitgaven- en ontvangstenkant van de begroting. Door aan te sluiten bij de systematiek van UWV worden deze stromen gesaldeerd, en treden verschuivingen op die van technische aard zijn en geen gevolgen hebben voor de totaal geraamde NOW-gelden. Dat komt omdat de bijstellingen aan de uitgavenkant even groot zijn als de bijstellingen aan de ontvangstenkant van de begroting SZW (zie toelichting verderop).

Einddatum NOW 2

Door het langer openstellen1 van het vaststellingenloket voor de NOW 2 (tweede tranche), duurt het langer voordat afrekeningen plaatsvinden en eventuele nabetalingen door UWV worden verstrekt. Hierdoor treedt een budgettaire verschuiving op van 71 miljoen euro in 2021 naar latere jaren. De meerjarige gevolgen van het langer openstellen van het vaststellingenloket zijn verwerkt in de Nota van Wijziging op de begroting SZW 2022.

Naar BZK-GF: SW-bedrijven Covid-19

Omdat SW-bedrijven geen aanspraak kunnen maken op NOW-steun, is in 2020 besloten tot een tegemoetkoming aan gemeenten voor de loonkosten van SW-personeel. Ook in 2021 is er naar verwachting nog sprake van omzetverlies bij SW-bedrijven als gevolg van de coronamaatregelen. Het kabinet heeft daarom besloten om 35 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de periode 1 januari tot 1 juli 2021. Het bedrag wordt met deze boeking toegevoegd aan de integratie-uitkering Participatie van het Gemeente Fonds (GF) via een verhoging van de Rijksbijdrage Wsw in 2021. Daarnaast wordt een bedrag van 10 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de periode 1 juli tot 1 oktober. Dit bedrag loopt niet via de SZW-begroting en wordt direct toegevoegd aan het GF. Dit is de laatste tranche van compensatie die was aangekondigd in de Kamerbrief23. Het Kabinet is gezien de huidige situatie van de pandemie niet voornemens verdere steun te verstrekken.

NOW 5

Het kabinet heeft aangekondigd de NOW te heropenen voor de periode 1 november tot en met 31 december 2021. Het budgettair effect van de NOW 5 (7e tranche) wordt ingeschat op 1,5 miljard euro (inclusief uitvoeringskosten). Het bedrag is een grove inschatting en is afhankelijk van de impact op de contactbeperkende maatregelen op bedrijven en werknemers. De regeling wordt voor 80% bevoorschot aan werkgevers en wordt op een later moment afgerekend bij de subsidievaststelling. Zowel de nabetalingen, terugvorderingen als de uitvoeringskosten zullen op een later moment in het juiste kasritme worden geplaatst.

Realisaties NOW 4

Uit realisatiecijfers van UWV blijkt dat er minder subsidie is aangevraagd voor de NOW 4 (zesde tranche) dan aanvankelijk rekening mee werd gehouden. Naar verwachting wordt in 2021 92 miljoen euro minder aan voorschotten uitgekeerd aan werkgevers.

Diversen

Bevat diverse kleine technische mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Hieronder valt onder andere een meevaller door het vrijvallen van uitvoeringskosten voor de NOW 4 doordat deze kosten gefinancierd kunnen worden door NOW 1,2 en 3 (-9,4 miljoen euro). Ook bevat deze post meevallers van middelen voor het scholingsbudget WW (-6,0 miljoen euro) en een kasschuif van middelen voor crisisdienstverlening van 2021 naar 2022 en 2023 (-7,9 miljoen euro). De meerjarige gevolgen hiervan zijn verwerkt in de Nota van Wijziging op de begroting SZW 2022.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Diversen

Bevat twee kleine mutaties die niet relevant zijn voor het uitgavenplafond, zijnde een kleine opwaartse bijstelling van 2,0 miljoen euro bij de rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten (AO) en een opwaartse bijstelling van 5,1 miljoen euro bij de rijksbijdrage voor de Zelfstandige en Zwanger-regeling (ZEZ).

Niet belasting ontvangsten

Mee en tegenvallers

Rijksbegroting

Diversen

De verwachte taakstellende budgetten zijn aangepast aan de gerealiseerde ontvangsten, onder andere op het gebied van arbeidsmarkt (0,3 miljoen euro).

Sociale zekerheid

Terugontvangst SVB

In totaal ontvangt SZW in 2021 39,3 miljoen euro terug van de SVB. Deze 39,3 miljoen euro bestaat uit 20,7 miljoen euro terugontvangsten jaarlijkse afrekening Rijksgefinancierde uitvoeringskosten en 18,6 miljoen euro terugontvangsten van het exploitatieresultaat. Eerder is hier al op basis van prognose 18 miljoen euro voor geboekt. Het verschil tussen prognose en resultaat (21,3 miljoen euro) wordt nu opgevoerd.

Terugontvangsten KOT

Op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie zijn de ontvangsten kinderopvangtoeslag naar beneden bijgesteld. De ontvangsten uit terugvorderingen over eerdere toeslagjaren komen lager uit dan verwacht. Dit hangt deels samen met de voortzetting van de pauzering van (dwang)invorderingen in het kader van zowel de coronapandemie, als de afwikkeling van de hersteloperatie toeslagen. Daarnaast heeft het kwijtschelden van toeslagschulden uit de hersteloperatie mogelijk tot meer ontvangstenderving geleid dan was verwacht.

Terugontvangsten WKB

Bij het kindgebonden budget zijn de verwachte ontvangsten voor 2021 met 28,4 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Enerzijds zorgt het langer pauzeren van de dwanginvorderingen in 2021 i.v.m. de coronacrisis voor een afname in ontvangsten. Anderzijds komt de bijstelling voort uit lagere ontvangsten verspreid over de jaren 2015 t/m 2021. Mogelijke verklaring hiervoor is een groter effect van de hersteloperatie Toeslagen dan aanvankelijk geraamd.

Diversen

De verwachte ontvangsten zijn voor meerdere regelingen aangepast aan de hand van de tot dusver gerealiseerde ontvangsten. Er is een opwaartse bijstelling van 4,6 miljoen euro. Daarnaast bevat deze post een kleine neerwaartse bijstelling van de boeteontvangsten naar aanleiding van de meest recente realisatiecijfers (-2,4 miljoen euro).

Beleidsmatige mutaties

Rijksbegroting

Diversen

Deze post bevat verschillende kleine ontvangsten.

Technische mutaties

Sociale zekerheid

Coronaloket kasritme UWV

De verwachte ontvangsten in 2021 worden met 662 miljoen euro verlaagd door het aansluiten van de raming op het kasritme van UWV. Deze verschuiving is technisch van aard en heeft geen gevolgen voor de totaal geraamde NOW-gelden, omdat de bijstellingen aan de ontvangstenkant even groot zijn als de bijstellingen aan de uitgavenkant van de begroting SZW.

Einddatum NOW 2 

Door het langer openstellen24 van het vaststellingenloket voor de NOW 2 (tweede tranche), duurt het langer voordat afrekeningen plaatsvinden en terugontvangsten terugvloeien naar de begroting SZW. Hierdoor treedt een budgettaire verschuiving op van 181 miljoen euro van 2021 naar latere jaren. De meerjarige gevolgen van het langer openstellen van het vaststellingenloket zijn verwerkt in de Nota van Wijziging op de begroting SZW 2022.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 37.272,10
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 25,1
Zorg
Diversen ‒ 10,3
‒ 35,4
Technische mutaties
Rijksbegroting
Aanschaf vaccins (covid-19) ‒ 128
Bonusgelden pgb-zvw (covid-19) ‒ 73
Brede inzet coronatoegangsbewijzen (covid-19) 452,4
Compensatie meerkosten sociaal domein (covid-19) ‒ 136,1
Entvergoedingen (covid-19) ‒ 124,5
Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt 60
Meerkosten ggd'en (covid-19) 253
Ruimte tegemoetkomingsregelingen sport (covid-19) ‒ 85
Testcapaciteit (covid-19) ‒ 1.454,30
Testen via werkgevers (spoor 2b) (covid-19) ‒ 379,5
Testen voor toegang: spoor 2a (covid-19) ‒ 176,2
Diversen ‒ 56
Zorg
Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt ‒ 60
Diversen ‒ 1,7
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen 5,9
‒ 1.903,00
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 1.938,40
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 35.333,70
Totaal Internationale samenwerking 8,7
Stand Najaarsnota 2021 35.342,40
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 596,4
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen 12,3
12,3
Technische mutaties
Rijksbegroting
Innovatieve behandelingen (aanschaf anti-lichamen) (covid-19) ‒ 30
Diversen ‒ 6,9
‒ 36,9
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 24,6
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 571,8
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 571,8

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Diversen – Rijksbegroting

Dit betreft onder meer hogere kosten voor de pneumokokkenvaccinatie omdat de deelname hoger is dan verwacht (10,7 miljoen euro), onderuitputting bij het personeelsbudget van de inspectie gezondheidszorg (-5,2 miljoen euro), onderuitputting bij diversen regelingen voor opleidingen en arbeidsmarkt (-13 miljoen euro) en op diverse sportbudgetten (-13,6 miljoen euro).

Diversen- Zorg

Er is een herverdeling geweest tussen plafond R en Z (10,4 miljoen euro) bij de eerder ingeboekte taakstellende onderuitputting.

Technische mutaties

Aanschaf vaccins (covid-19)

Vanwege de leveringen van de vaccins wordt nu een neerwaartse bijstelling verwerkt van 128 miljoen euro. Betaling geschiedt pas wanneer de vaccins zijn geleverd.

Bonusgelden pgb-zvw (covid-19)

In 2021 is op het bonusbudget sprake van een onderschrijding, omdat budgethouders PGB minder bonussen hebben aangevraagd dan verwacht. De regeling voor Zvw-pgb-houders wordt op dit moment nog uitgewerkt. Mogelijke toekomstige uitgaven worden in 2022 verwerkt.

Brede inzet coronatoegangsbewijzen (covid-19)

Om een open house constructie te starten via Stichting Open Nederland is in de elfde incidentele suppletoire begroting 2021 de verplichtingenruimte op artikel 1 opgehoogd met 630,1 miljoen euro voor het Testen voor Toegang. Het kasbeslag van deze verplichting is bij de twaalfde incidentele suppletoire begroting verwerkt. Als gevolg van de lagere prijzen per test in de open house constructie en een dubbeltelling voor de maand oktober, is het kasbeslag lager dan de destijds opgenomen verplichting. De uitgaven en verplichtingen voor de open house constructie via de Stichting Open Nederland zijn daarmee bijgesteld naar 452,5 miljoen euro.

Compensatie meerkosten sociaal domein (covid-19)

Dit betreffen de meerkosten in de jeugdzorg en Wmo als gevolg van Covid-19 in 2021 (136,1 miljoen euro) om gemeenten tegemoet te komen. Dit bedrag wordt overgeheveld naar het Gemeentefonds.

Entvergoedingen (covid-19)

In eerdere incidentele suppletoire begrotingen zijn middelen beschikbaar gesteld voor entvergoedingen (899 miljoen euro). Dit was bedoeld voor de vaccinatiekosten die door huisartsen, ziekenhuizen, de GGD-GHOR en andere uitvoerders gemaakt zouden worden. De vaccinatiecampagne is meer naar de GGD’en geschoven, waardoor kosten zijn gemaakt bij de GGD-meerkosten en niet bij de entvergoedingen. Het budget voor de entvergoedingen is naar beneden bijgesteld (124,5 miljoen euro).

Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Op artikel 4 is zowel sprake van budgetten vallend onder het plafond Zorg als budgetten vallend onder het plafond Rijksbegroting. Tussen deze budgetten vindt een budget-neutrale herschikking plaats (60 miljoen euro).

Meerkosten ggd'en (covid-19)

Dit betreft de meerkosten voor GGD’en voor de bestrijding van Covid-19. In 2021 gaat het om een bijstelling van 248 miljoen euro en de afrekening van de meerkosten over 2020 leidt tot additionele hogere uitgaven van 5 miljoen euro (de meerkostenregeling is op basis van voorschotten).

Ruimte tegemoetkomingsregelingen sport (covid-19)

Dit betreft de onderuitputting op diverse regelingen voor sportorganisaties (TASO – Tegemoetkoming amateursportorganisaties, TVL – Tegemoetkoming Vaste Lasten en SPUK – Regeling specifieke uitkering stimulering sport).

Testcapaciteit (covid-19)

Het budget voor de testcapaciteit bij de GGD’en is naar beneden bijgesteld (1,5 miljard euro), omdat de testvraag lager is dan eerder werd verwacht op basis van maximaal gecontracteerde aantallen.

Testen via werkgevers (spoor 2b) (covid-19)

Dit betreft een bijstelling voor het testen via werkgevers. De uitgaven vallen lager uit dan eerder verwacht (-379,5 miljoen euro).

Testen voor toegang: spoor 2a (covid-19)

Dit betreft een bijstelling voor het testen voor toegang. De uitgaven vallen lager uit dan eerder verwacht (-176,2 miljoen euro) in de periode tot en met september.

Diversen – Rijksbegroting

Er zijn diverse bijstellingen geweest op eerder beschikbaar gesteld corona-budget. Onder meer hogere uitgaven voor Covid-zorg in het Caribisch deel van het Koninkrijk (18,5 miljoen euro). Daarnaast zijn lagere uitgaven op de regeling SectorPlanPlus (-22,5 miljoen euro) en digitale oplossingen voor Covid-19 (-8,5 miljoen euro).

Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Op artikel 4 is zowel sprake van budgetten vallend onder het plafond Zorg als budgetten vallend onder het plafond Rijksbegroting. Tussen deze budgetten vindt een budgetneutrale herschikking plaats (60 miljoen euro).

Diversen- Zorg

Er zijn diverse bijstellingen geweest. Zoals een neerwaartse bijstelling van bevolkingsonderzoek in Caribisch Nederland (-2 miljoen euro).

Diversen – niet relevant voor het uitgavenplafond

Er is één bijstelling geweest op de raming voor de zorgtoeslag als gevolg van de doorwerking van de verhoging van de zorgsalarissen (5,9 miljoen euro). De zorgtoeslag van januari 2022 wordt namelijk uitbetaald in december 2021.

Ontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Diversen – Rijksbegroting

Er zijn diverse bijstellingen geweest. Zoals hogere ontvangsten bij de subsidieregeling Publieke Gezondheid (14,8 miljoen euro). Ook zijn er enkele neerwaartse bijstellingen zoals een correctie op de ontvangsten ontvangstenbudget voor de resterende middelen van de Transitie-autoriteit Jeugd (TAJ)-regeling (7,1 miljoen euro) en lagere ontvangsten bij de Zvw wanbetalersregeling (7,1 miljoen euro).

Technische mutaties

Innovatieve behandelingen (aanschaf anti-lichamen) (covid-19)

Dit betreft een tegenvaller op de geraamde ontvangen voor de verkoop van anti-lichamen (30 miljoen euro). De EMA-registratie voor de declaratie door zorgverzekeraars is op dit moment niet afgegeven.

Diversen – Rijksbegroting

Er zijn diverse bijstellingen geweest. Waaronder een desaldering voor de afrekening met het RIVM (2,7 miljoen euro). Bij een desaldering worden de uitgaven en niet-belastingontvangsten gelijktijdig verhoogd.

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0
Totaal Internationale samenwerking 3.155,50
Stand Najaarsnota 2021 3.155,50
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,0
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0
Totaal Internationale samenwerking 57,3
Stand Najaarsnota 2021 57,3

De begroting voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking bestaat volledig uit HGIS-uitgaven en -ontvangsten. Mutaties worden derhalve toegelicht onder Homogene Groep Internationale Samenwerking.

Nationaal Groeifonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 55,3
Technische mutaties
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen ‒ 0,8
‒ 0,8
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 0,8
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 54,5
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 54,5

Uitgaven

Technische mutaties

Diversen

De apparaatsuitgaven van het Nationaal Groeifonds (NGF) worden gerealiseerd op de begroting van Economische Zaken en Klimaat (EZK). In totaal is daartoe 0,8 miljoen euro aanvullend overgeboekt naar EZK. Dit betreft 0,3 miljoen euro ten behoeve van extra inzet van het Cultureel Planbureau (CPB) ter ondersteuning van de onafhankelijk adviescommissie van het NGF en 0,5 miljoen euro ten behoeve van de inzet van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor onder andere de toegangspoort, vooraanvraag en klantfaciliteit.

Sociale Verzekeringen

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 64.348,90
Mee- en tegenvallers
Sociale zekerheid
Aow en ioaow ‒ 42
Arbeidsongeschiktheid ‒ 27,1
Wazo 76,6
Ziektewet ‒ 35,7
Diversen ‒ 59,7
‒ 87,9
Beleidsmatige mutaties
Sociale zekerheid
Diversen 0,8
0,8
Technische mutaties
Sociale zekerheid
Ww ‒ 168,9
Diversen ‒ 1,1
‒ 170
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 257
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 64.091,90
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 64.091,90
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 192
Technische mutaties
Sociale zekerheid
Diversen ‒ 2
‒ 2
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 2
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 190
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 190

Uitgaven

Mee en tegenvallers

Sociale Zekerheid

Algemene Ouderdomswet (AOW) en Inkomensondersteuning AOW (IOAOW)

De neerwaartse bijstellingen voor 2021 op de AOW-uitgaven (39 miljoen euro) en de IOAOW-uitgaven (3 miljoen euro) worden hoofdzakelijk veroorzaakt doordat het verwachte aantal AOW-gerechtigden voor 2021 lager ligt dan eerder geraamd. Deze bijstelling in het aantal AOW-gerechtigden komt door hogere sterfte onder AOW-gerechtigden en een lagere instroom in het buitenland dan eerder verwacht.

Arbeidsongeschiktheid

De per saldo neerwaartse bijstelling komt voor het grootste deel door een lagere gemiddelde uitkering in de WGA en WAO. De meevaller wordt enigszins gedempt door een hoger aantal uitkeringen in de WGA, vooral bij eigenrisicodragers. Er is aangesloten op de bijstellingennota van het UWV.

WAZO

De opwaartse bijstelling wordt vooral verklaard door een hoger aantal geboortes. Daarnaast is de gemiddelde uitkeringshoogte op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie naar boven bijgesteld.

Ziektewet

De verwachte uitgaven in 2021 worden met 35,7 miljoen euro neerwaarts bijgesteld op basis van de Bijstellingennota van UWV. Dit is voornamelijk het gevolg van een lager dan verwacht aantal mensen met een ZW-uitkering op basis van eindedienstverband (-27,9 miljoen euro). Er zijn minder mensen met een tijdelijk contract dan voorheen. Ook is er sprake van een lager dan verwachte gemiddelde uitkering bij de groep zieke WW’ers (-6,9 miljoen euro).

Diversen

Deze post bevat diverse mee- en tegenvallers onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. De raming voor de compensatieregeling bij ontslag na langdurige ziekte is op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie over het tweede tertaal van 2021 in totaal met 18 miljoen euro neerwaarts bijgesteld. Er zijn ook meevallers in de uitvoeringskosten van het UWV en de SVB (-22,0 miljoen euro), op het gebied van re-integratie (-10,8 miljoen euro) en op de compensatieregeling transitievergoeding voor het MKB (-8,0 miljoen euro). Daarnaast zijn er enkele kleine opwaartse bijstellingen, waaronder op het aanvullend geboorteverlof (3,7 miljoen euro).

Beleidsmatige mutaties

Sociale zekerheid

Diversen

Deze post bevat twee kleine beleidsmatige mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid, waaronder een herschikking van SVB-uitvoeringskosten naar UWV-uitvoeringskosten (0,8 miljoen euro).

Technische mutaties

Sociale zekerheid

WW

Op basis van uitvoeringsinformatie van UWV zijn de WW-lasten voor 2021 naar beneden bijgesteld. Vooral de WW-uitstroom is hoger uitgevallen dan eerder verwacht. Ook de instroom is iets lager uitgevallen dan eerder verwacht. Daarnaast zijn de faillissementsuitkeringen lager uitgevallen dan eerder verwacht.

Diversen

Bevat diverse technische mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Dit betreft enkel overboekingen naar andere departementen, bijvoorbeeld naar het Ministerie van Financiën voor de uitvoeringstoets EESSI (-0,6 miljoen euro) en de uitvoeringstoets Nieuwe Stijl (-0,3 miljoen euro).

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Sociale zekerheid

Diversen

De overheid is eigenrisicodrager voor de WW. Het UWV verstrekt WW-uitkeringen aan voormalige overheidswerknemers en verhaalt deze uitkeringen vervolgens op de betrokken overheidswerkgever. Op basis van uitvoeringsinformatie is de verwachting dat er dit jaar minder verhaal op overheidswerkgevers gaat zijn, waardoor de ontvangsten afnemen (-2,0 miljoen euro).

Zorg

Stand Miljoenennota 2022 81.125,20
Mee- en tegenvallers
Zorg
Actualisatie q3 zvw 219,7
219,7
Beleidsmatige mutaties
Zorg
Diversen ‒ 9,3
‒ 9,3
Technische mutaties
Zorg
Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt ‒ 60
Diversen 7,3
‒ 52,7
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 157,7
Stand Najaarsnota 2021 81.282,90
Stand Miljoenennota 2022 5.093,10
Mee- en tegenvallers
Zorg
Diversen ‒ 23,1
‒ 23,1
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 23,1
Stand Najaarsnota 2021 5.070,10

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Actualisatie q3 zvw

Op basis van actuele ramingen van zorgverzekeraars zijn de Zvw-uitgaven 2021 (inclusief de effecten van COVID-19) geactualiseerd. Deze cijfers zijn gebaseerd op de daadwerkelijke declaraties van de eerste drie kwartalen van 2021, aangevuld met een raming voor de nog te verwachten lasten van 2021.

Beleidsmatige mutaties

Diversen – Zorg

Er is onder meer een herverdeling geweest tussen plafond R en Z (10,4 miljoen euro) bij de eerder ingeboekte taakstellende onderuitputting.

Technische mutaties

Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Op artikel 4 is zowel sprake van budgetten vallend onder het plafond Zorg als budgetten vallend onder het plafond Rijksbegroting. Tussen deze budgetten vindt een budget-neutrale herschikking plaats (60 miljoen euro).

Diversen – Zorg

Deze post betreft onder meer de compensatie voor gemeenten vanwege meerkosten door Covid-19 voor de Wmo, onderdeel Beschermd Wonen (8 miljoen euro). Dit deel van het Gemeentefonds valt onder het Uitgavenplafond Zorg.

Ontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen – Zorg

Dit betreft een tegenvaller op de opbrengstenraming van het eigen risico naar aanleiding van de derde kwartaalcijfers.

Gemeentefonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 34.807,00
Technische mutaties
Rijksbegroting
Compensatie meerkosten jeugd en wmo (covid-19) 128,1
Inkomstenderving gemeenten 2020 (covid-19) 84,4
Lokaal cultuuraanbod (covid-19) 41,6
Versterking dienstverlening gemeenten 124
Diversen 52,4
Sociale zekerheid
Sociale werkbedrijven (covid-19) 45
Zorg
Diversen 8
483,5
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 483,5
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 35.290,50
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 35.290,50
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,0
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,0
Totaal Internationale samenwerking 0,0
Stand Najaarsnota 2021 0,0

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Compensatie meerkosten jeugd en wmo (covid-19)
Dit betreft een bijdrage van het ministerie van VWS om gemeenten te compenseren voor de meerkosten op het terrein van jeugd en wmo als gevolg van de coronacrisis.

Inkomstenderving gemeenten 2020 (covid-19)

Dit betreft de voorlopige afrekening van de inkomstenderving 2020 van de lokale belastingen en heffingen als gevolg van de corona maatregelen.

Lokaal cultuuraanbod (covid-19)
Dit betreft middelen die gemeenten ontvangen voor het in stand houden van het lokale cultuuraanbod voor 2021 i.v.m. corona.

Versterking dienstverlening gemeenten

Het kabinet heeft, naar aanleiding van de problematiek rondom de kinderopvangtoeslag, structureel 150 miljoen vrij gemaakt voor versterking van de dienstverlening door gemeenten. Deze middelen worden voor een groot deel via het gemeentefonds uitgekeerd aan de gemeenten. Voor 2021 betreft dit 124 miljoen. De rest van de middelen wordt uitgekeerd via de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Sociale werkbedrijven (covid-19)

Dit betreft een bijdrage van het ministerie van SZW om gemeenten te compenseren voor de exploitatiekosten van de sociale werkbedrijven in verband met de coronacrisis.

Diversen (Rijksbegroting en Zorg)

Dit betreft een som van meerdere mutaties onder het plafond Rijksbegroting en Zorg die onder de ondergrens vallen. Dit betreffen bijdragen aan de algemene uitkering en de decentralisatie uitkering. Bijvoorbeeld ten behoeve van kwaliteitsborging bouw- en woningtoezicht, informatievoorziening inburgering, het programma mantelzorgbeleid en voor de opvang van Alleenstaande Minderjarige Vluchtelingen.

Provinciefonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 2.520,10
Technische mutaties
Rijksbegroting
Au programma natuur 18
Diversen 13,9
31,9
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 31,9
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 2.552,00
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 2.552,00
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,0
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,0
Totaal Internationale samenwerking 0,0
Stand Najaarsnota 2021 0,0

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

AU Programma Natuur

Dit betreft een overboeking van het ministerie van LNV voor de Algemene Uitkering Programma Natuur naar het Provinciefonds.

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties die onder het plafond Rijksbegroting onder de ondergrens vallen. Dit betreft onder andere middelen ter compensatie van de derving van inkomsten van toltunnels.

Infrastructuurfonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 7.430,60
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Saldo aanleg spoor ‒ 25,4
Saldo hoofdvaarwegennet beheer en onderhoud ‒ 20,1
Saldo hoofdvaarwegennet geintegreerde contractvormen ‒ 25,1
Saldo hoofdvaarwegennet realisatie ‒ 29,3
Saldo hoofdvaarwegennet vervanging en renovatie ‒ 34,9
Saldo hoofdwegennet geintegreerde contractvormen ‒ 17,5
Saldo megaprojecten verkeer en vervoer zuidasdok 17,1
Saldo reservering hoofdwegennet ‒ 18,7
Saldo reserveringen spoor ‒ 48,7
Diversen ‒ 24,8
‒ 227,4
Technische mutaties
Rijksbegroting
Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute ‒ 42
Diversen ‒ 53,6
‒ 95,6
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 322,8
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 7.107,80
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 7.107,80
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 7.430,60
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Saldo hoofdwegennet ‒ 106,4
Saldo spoor ‒ 38,3
Diversen ‒ 17,6
‒ 162,3
Technische mutaties
Rijksbegroting
Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute ‒ 42
Diversen ‒ 53,6
‒ 95,6
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 257,7
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 7.172,90
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 7.172,90

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Saldo aanleg spoor

De voorlopige realisatiecijfers op het spoorartikel laten een per saldo onderschrijding zien van circa 25 miljoen euro. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een meevaller op de programma’s spoorcapaciteit 2030, fietsparkeren en grensoverschrijdend spoorvervoer.

Saldo hoofdvaarwegennet beheer en onderhoud

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdvaarwegennet, onderdeel beheer en onderhoud, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 20 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat een betaling voor het project overdracht Brokx-nat doorschuift naar 2022.

Saldo hoofdvaarwegennet geïntegreerde contractvormen

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdvaarwegennet, onderdeel geïntegreerde contractvormen, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 25 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat een betaling voor het project Zeetoegang IJmond doorschuift naar 2022.

Saldo hoofdvaarwegennet realisatie

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdvaarwegennet, onderdeel realisatie, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 30 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door vertragingen bij het project Nieuwe Sluis Terneuzen.

Saldo hoofdvaarwegennet vervanging en renovatie

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdvaarwegennet, onderdeel vervanging en renovatie, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 25 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat een betaling voor het project Waalbrug Nijmegen doorschuift naar 2022.

Saldo hoofdwegennet geïntegreerde contractvormen

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdwegennet, onderdeel geïntegreerde contractvormen, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 18 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat een betaling voor het project A15 Maasvlakte-Vaanplein doorschuift naar 2022.

Saldo megaprojecten verkeer en vervoer Zuidasdok

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel megaprojecten, project Zuidasdok, laten een per saldo overschrijding zien van circa 17 miljoen euro vanwege hogere kosten door het omzetten van Project naar Programma.

Saldo reservering hoofdwegennet

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel verkenningen, reserveringen en investeringsruimte, onderdeel hoofdwegennet, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 20 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door lagere uitgaven op het programma Slimme Duurzame Mobiliteit.

Saldo reserveringen spoor

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel verkenningen, reserveringen en investeringsruimte, onderdeel reserveringen spoor, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 50 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat de middelen voor het pakket Zeeland vanaf 2022 tot betaling komen.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute

Dit betreft de afdracht aan het BTW-compensatiefonds inzake het project A4-A44 Rijnlandroute.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Saldo hoofdwegennet

Op het artikel hoofdwegennet zijn de ontvangsten ruim 100 miljoen euro lager. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt doordat een bijdrage van circa 80 miljoen euro van de provincie Groningen doorschuift naar 2022.

Saldo spoor

Op het artikel spoorwegen zijn de ontvangsten circa 40 miljoen euro lager. Een verwachte ontvangst van het Havenbedrijf Rotterdam wordt waarschijnlijk in 2022 betaald.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee-en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute

Dit betreft de afdracht aan het BTW-compensatiefonds inzake het project A4-A44 Rijnlandroute.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Diergezondheidsfonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 42,9
Technische mutaties
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen 3,6
3,6
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 3,6
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 46,5
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 46,5
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 83,6
Technische mutaties
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen 1,4
1,4
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 1,4
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 85
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 85

Uitgaven

Technische mutaties

Diversen

Deze diversenpost bevat verschillende bijstellingen van prognoses. Zo is onder andere de prognose voor bestrijding van dierziekten naar boven bijgesteld met 2,6 miljoen euro vanwege bestrijding van vogelgriep.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Diversen

Deze post bevat twee bijstellingen van prognoses. Zo is de prognose voor ontvangsten van de sector naar boven bijgesteld met 3,7 miljoen euro vanwege een ontvangst uit de rundersector als gevolg van afronding van de vorige convenantperiode. Daarnaast is de prognose voor ontvangsten uit de EU naar beneden bijgesteld met 2,3 miljoen euro vanwege een sanctie opgelegd door de EU.

Accres Gemeentefonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00

Ten opzichte van Miljoenennota 2022 zijn er geen mutaties geweest.

Accres Provinciefonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00

Ten opzichte van Miljoenennota 2022 zijn er geen mutaties geweest.

BES-fonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 57,5
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 1
1
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 1
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 58,6
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 58,6
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0

Uitgaven

Technische mutaties

Diversen

Aansluitend aan het besluit om in Europees Nederland extra middelen toe te kennen aan Europees Nederlandse gemeenten, zijn voor Caribisch Nederland extra middelen vrijgemaakt voor aanvullend eilandelijk beleid over het vierde kwartaal 2021. De middelen worden verstrekt via de vrije uitkering.

Deltafonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 1.405,60
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Saldo ijsseldelta fase 2 41,4
Saldo investeren in waterkwaliteit ‒ 17,6
Saldo investeren in waterveiligheid ‒ 135,5
Diversen ‒ 14,6
‒ 126,3
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 13,5
13,5
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 112,8
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 1.292,80
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 1.292,80
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 1.405,60
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Diversen 6
6
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 13,5
13,5
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 19,5
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 1.425,10
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 1.425,10

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Saldo 2021 ijsseldelta fase 2

De voorlopige realisatiecijfers op het project IJsseldelta fase 2 laten een per saldo overschrijding zien van circa 42 miljoen euro doordat uitgaven uit 2022 in 2021 zijn gedaan.

Saldo 2021 investeren in waterkwaliteit

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel investeren in waterkwaliteit laten een per saldo onderuitputting zien van circa 18 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door vertraging als gevolg van PFAS en Covid-19.

Saldo 2021: investeren in waterveiligheid

De voorlopige realisatiecijfers op het artikel investeren in waterveiligheid laten een per saldo onderuitputting zien van circa 135 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat er vertragingen optreden bij de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Diversen

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-belastingontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Diversen

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 5.072,40
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Bijstellen instandhouding ‒ 61
Bijstellen investeringen ‒ 295,5
Diversen 3,9
‒ 352,6
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 99,5
99,5
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 253
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 4.819,40
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 4.819,40
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 5.072,40
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen 3,9
3,9
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 99,5
99,5
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 103,4
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 5.175,90
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 5.175,90

Uitgaven
Beleidsmatige mutaties

Bijstellen instandhouding
Dit betreft o.a. het bijstellen van de middelen voor munitie, opleiding en training van militairen. Het kabinet heeft hiervoor extra middelen beschikbaar gesteld. Een groot deel van dit budget is in 2021 niet tot realisatie gekomen en wordt doorgeschoven naar latere jaren.

Bijstellen investeringen
Dit betreft het naar beneden bijstellen van de middelen voor investeringen als gevolg van vertragingen. De vertragingen worden veroorzaakt door o.a. vertraging in productie en leveringen door leveranciers, en het later dan verwacht aangaan van verplichtingen. Enkele projecten die hieronder vallen zijn de conventionele munitie (45 miljoen euro), de Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) (35 miljoen euro), de verwerving van de F35 (83 miljoen euro) en de Chinook (107 miljoen euro).

Diversen
De post diversen betreft het toevoegen van budgetten vanuit de reguliere Defensiebegroting voor de gereedschapsuitrusting en werkplekinrichting, en voor de verwerving van dieplaadwagons.

Technische mutaties

Diversen

Deze post is het saldo van verschillende mutaties. In 2019 is besloten om tijdelijk het investeringsbudget voor exploitatie aan te wenden, voor de marine worden deze middelen nu teruggestort (15 miljoen euro).

Verder betreft deze post de hogere uitgaven voor valuta als gevolg van verschillen in de dagkoersen ten opzichte van de euro/dollarkoers uit het CEP van het Centraal Planbureau (4,9 miljoen euro). Daarnaast betreft deze post een bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) om de kosten te compenseren van de voorbereidingen van het project om de AIVD en MIVD gezamenlijk te huisvesten (11,4 miljoen euro). Verder zijn exploitatiebudgetten die niet tot besteding zijn gekomen terug in het fonds geplaatst (6,2 miljoen euro). Ook bevat deze post een herschikking binnen het DMO van de budgetten voor gereedstelling en personele uitgaven naar instandhouding materieel (12,4 miljoen euro).

Ontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Diversen
De post diversen betreft het toevoegen van budgetten vanuit de reguliere Defensiebegroting voor de gereedschapsuitrusting en werkplekinrichting, en voor de verwerving van dieplaadwagons. Overboekingen van en naar het DMF worden op het voedingsartikel op de reguliere begroting geboekt, en worden via het ontvangstenartikel toegevoegd aan het DMF. Vanuit de ontvangsten worden deze verdeeld naar de betreffende uitgavenartikelen waar deze betrekking op heeft.

Technische mutaties

Diversen
Deze post is het saldo van verschillende mutaties. In 2019 is besloten om tijdelijk het investeringsbudget voor exploitatie aan te wenden, voor de marine worden deze middelen nu teruggestort (15 miljoen euro). Verder betreft deze post de hogere uitgaven voor valuta als gevolg van verschillen in de dagkoersen ten opzichte van de euro/dollarkoers uit het CEP van het Centraal Planbureau (4,9 miljoen euro). Daarnaast betreft deze post een bijdrage aan de het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) om de kosten te compenseren van de voorbereidingen van het project om de AIVD en MIVD gezamenlijk te huisvesten (11,4 miljoen euro). Verder zijn exploitatiebudgetten die niet tot besteding zijn gekomen terug in het fonds geplaatst (6,2 miljoen euro). Ook bevat deze post een herschikking binnen het DMO van de budgetten voor gereedstelling en personele uitgaven naar instandhouding materieel (12,4 miljoen euro). Deze middelen zijn verwerkt op het ontvangstenartikel van het DMF om deze gelijk te laten lopen met het voedingsartikel op de regulier Defensiebegroting.

Prijsbijstelling

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00

Ten opzichte van Miljoenennota 2022 zijn er geen mutaties geweest.

Arbeidsvoorwaarden

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00

Uitgaven

Technische mutaties

Diversen

De post Diversen bestaat uit een aantal mutaties die vanwege de ondergrens niet zichtbaar zijn. Vanuit de aanvullende post zijn extra middelen (16,479 miljoen euro) beschikbaar gesteld ter dekking van CAO Rijk. Deze middelen zijn via H81 Arbeidsvoorwaarden doorgeboekt naar de departementale begrotingen.

Koppeling Uitkeringen

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 0,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) 0,00
Totaal Internationale samenwerking 0
Stand Najaarsnota 2021 0,00

Ten opzichte van Miljoenennota 2022 zijn er geen mutaties geweest.

Algemeen

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) 384,4
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Invullen in=uit taakstelling njn 2021 105,4
105,4
Technische mutaties
Rijksbegroting
Aanvullende tegemoetkoming evenementen ‒ 120
Dierentuinen ‒ 65
Inkomstenderving gemeenten 2020 ‒ 312,5
Inkomstenderving gemeenten 2021 ‒ 200
Overboeken bzk pok dienstverlening gemeenten ‒ 145,5
Overboeken cultuur medeoverheden gf ‒ 41,6
Overboeken nationaal programma groningen ‒ 34
Overboeken onderwijs a4 reservering transitie werkgevers ‒ 39,2
Overboeken wederopbouw sint maarten ‒ 88,3
Overboeking inkomstenderving gemeenten 2020 ‒ 84,4
Reservering aanvullende tegemoetkoming evenementen 40
Sneltesten ocw ‒ 63,5
Solvabiliteitsfonds ‒ 250
Voucherbanklening ezk ‒ 40
Waardevermeerderingsregeling ‒ 58
Diversen ‒ 72,4
‒ 1.574,40
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 1.468,90
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) ‒ 1.084,50
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 ‒ 1.084,50

Uitgaven

Technische mutaties

Aanvullende tegemoetkoming evenementen

Een goede uitwerking van de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) vergt meer tijd dan verwacht. Daarom zal de regeling niet in 2021 maar in 2022 opengesteld worden. Het gereserveerde budget voor 2021 wordt afgeboekt en later toegevoegd aan 2022.

Dierentuinen

In het steun- en herstelpakket in verband met corona zijn middelen beschikbaar gesteld voor dierentuinen. De tweede openstelling van deze regeling vindt binnenkort plaats maar leidt niet tot uitgaven in 2021, vandaar dat de beschikbare middelen in 2021 (65 miljoen euro) worden afgeboekt bij de Najaarsnota en middels een Nota van Wijziging beschikbaar komen in 2022.

Inkomstenderving gemeenten 2020

De middelen die waren gereserveerd voor de inkomstenderving voor gemeenten in 2020 in het kader van de coronacrisis, zijn nog niet volledig uitgeput. De middelen worden overgeheveld naar 2022.

Inkomstenderving gemeenten 2021

Pas na het verschijnen van de jaarverslagen 2021 van gemeenten in de zomer van 2022, wordt de inkomstenderving naar aanleiding van de coronacrisis in 2021 inzichtelijk. Daarom worden deze middelen overgeheveld naar 2022.

Overboeken BZK POK dienstverlening gemeenten

Vanuit de enveloppe POK dienstverlening zijn de middelen voor verbetering van dienstverlening bij gemeenten naar de begroting overgeboekt. In 2021 bedraagt deze overboeking 145 miljoen euro. Voor de jaren 2022 en verder zijn tevens middelen vrijgemaakt, deze worden met een Nota van Wijziging overgeboekt.

Overboeken cultuur medeoverheden gemeentefonds

Dit betreft een overboeking naar het gemeentefonds van middelen die gemeenten ontvangen voor het in stand houden van het lokale cultuuraanbod voor 2021 i.v.m. corona

Overboeken nationaal programma Groningen

Dit betreft een overboeking van de Aanvullende Post naar de begroting van BZK ten behoeve van diverse projecten die samen met de regio zijn geselecteerd als onderdeel van het Nationaal Programma Groningen.

Overboeken onderwijs A4 reservering transitie werkgevers

Incidenteel is in 2021 aanvullende incidentele loonruimte beschikbaar. Er is 200 miljoen euro per jaar gereserveerd voor overheids- en zorgwerkgevers ter compensatie voor het afschaffen van de doorsneesystematiek. Omdat de nieuwe Pensioenwet in 2021 nog niet ingaat, is besloten deze middelen voor 2021 geoormerkt ten goede van de loonruimte te laten komen. Dit levert uitgedrukt in de loonsom 0,16% incidente loonruimte op. Dit bedrag is overgeboekt naar de OCW-begroting.

Overboeken wederopbouw Sint Maarten

Dit betreft overboeking van de vierde tranche wederopbouwmiddelen voor Sint Maarten. Deze middelen zijn bestemd voor het herstel van de schade van orkaan Irma in 2017. Deze laatste tranche voor de Wereldbank bedraagt 86 miljoen euro. Het gehele beschikbare budget van de wederopbouwmiddelen Sint Maarten is nu overgeboekt naar de Wereldbank.

Overboeking inkomstenderving gemeenten 2020

Dit betreft een overboeking naar het gemeentefonds voor de middelen van de inkomstenderving 2020 van de lokale belastingen en heffingen als gevolg van de corona maatregelen voor een groot deel van de gemeenten.

Reservering aanvullende tegemoetkoming evenementen

Voor evenementen die geen gebruik kunnen maken van de ‘Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19' is het kabinet voornemens een aanvullende tegemoetkoming evenementen in te richten. Het kabinet beoogt hiermee organisatoren van (veelal kleinere) evenementen tegemoet te komen. Op 14 juli is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd Bij brief op 28 juli jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd dat dit budget met 40 miljoen euro is opgehoogd.

Sneltesten OCW

De gereserveerde middelen komen niet meer tot besteding en worden daarom afgeboekt.

Solvabiliteitsfonds

In augustus 2020 is 250 miljoen euro gereserveerd voor een solvabiliteitsfonds om (middel)grote bedrijven te herkapitaliseren. Het kabinet heeft afgezien van oprichting van dit fonds en via verruiming van de Groeifaciliteit een alternatieve oplossing geboden. Onlangs heeft het comité voor ondernemerschap (CvO) een advies uitgebracht voor de oprichting van een fonds ter versterking van het eigen vermogen van mkb-ondernemingen. Een beleidsmatige reactie hierop is aan een volgend kabinet. De reservering voor het solvabiliteitsfonds wordt afgeboekt.

Voucherbanklening EZK

Ten behoeve van de voucherkredietfaciliteit is 440 miljoen euro gereserveerd. Hiervan is 400 miljoen euro overgeboekt naar EZK ten behoeve van een lening aan Stichting Garantiefonds Reisgelden. De aanvullende 40 miljoen euro voor leningen aan kleinere fondsen is niet meer nodig en wordt afgeboekt.

Waardevermeerderingsregeling

Het kabinet heeft besloten om het budget van de waardevermeerderingsregeling met 60 miljoen euro te verhogen zodat de verlenging van de regeling wordt gefinancierd, naar verwachting tot 1 april 2022, de juridische looptijd van de regeling. Het volledige bedrag wordt in 2021 bevoorschot aan de uitvoerder Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN). Deze verlenging is aangekondigd in de brief Nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling van 8 oktober 2021. Deze verhoging wordt voor 58 miljoen euro gedekt uit de risicoreservering Groningen op de Aanvullende Post. De resterende 2 miljoen euro wordt binnen de begroting van EZK gedekt.

Diversen

Dit betreft onder andere de reservering en het overboeken van de 10 miljoen euro voor SW-bedrijven, de overboeking van middelen voor provincies voor het in stand houden van het regionale cultuuraanbod voor 2021 i.v.m. corona, de overboeking inkomstenderving gemeenten 2020 en voor inkomstenderving voor provincies voor toltunnels en een overboeking naar EZK voor de Bruine Vloot.

Consolidatie

Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) ‒ 13.084,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) ‒ 13.084,00
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 ‒ 13.084,00
Stand Miljoenennota 2022 (excl. IS) ‒ 13.084,00
Stand Najaarsnota 2021 (subtotaal) ‒ 13.084,00
Totaal Internationale samenwerking
Stand Najaarsnota 2021 ‒ 13.084,00

De post Consolidatie wordt gebruikt voor het corrigeren van de Rijksbegroting voor dubbeltellingen die ontstaan door het brutoboeken van bijdragen. Het brutoboeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het ontvangende departement raamt daarnaast de te ontvangen bijdragen ook aan de ontvangstenkant van de begroting. Hierdoor wordt het rekenkundig niveau van de totale rijksuitgaven en de rijksontvangsten hoger dan het feitelijk niveau. Op de post Consolidatie wordt hiervoor gecorrigeerd. De hoogte van de post wordt in belangrijke mate bepaald door de bijdragen van de begroting van Infrastructuur & Waterstaat aan het Infrastructuurfonds.

Homogene Groep Internationale Samenwerking

Stand Miljoenennota 2022 5.669,00
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diverse ondersteunende activiteiten ‒ 24,2
Functionerende rechtsorde ‒ 36
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen bni en/of toerekeningen 15,5
Noodhulpprogramma's 23,5
Onderuitputting hgis non-oda ‒ 81,1
Diversen ‒ 3,2
‒ 105,5
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 32,1
‒ 32,1
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 137,6
Stand Najaarsnota 2021 5.531,30
Stand Miljoenennota 2022 161,7
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen ‒ 32,1
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen ‒ 0,8
‒ 32,9
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2022 ‒ 33
Stand Najaarsnota 2021 128,7

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Diverse ondersteunende activiteiten

Deze mutatie bestaat uit een aantal componenten. In de eerste plaats neemt dit budget af omdat de reservering voor de Verdragsmiddelen voor Suriname van 16,5 miljoen euro in 2021 naar verwachting niet meer tot uitgaven komt. Deze middelen worden overgeheveld naar het verdeelartikel 5.4 op de BHOS-begroting. Deze middelen blijven, conform de uitvoering van het verdrag, de komende jaren wel beschikbaar. Ten tweede zijn non-ODA-middelen (2,6 miljoen euro) aangewend voor de financiering van programma’s gericht op de bevordering van internationaal ondernemen. Ten derde heeft er een overheveling plaatsgevonden naar het instrument Noodhulp niet-DAC-landen voor de inzet van Defensie bij bluswerkzaamheden bij de bosbranden in Albanië (5 miljoen euro). Het restant op deze post is afkomstig van mutaties op kleinere activiteiten voor cultuur en ontwikkeling.

Functionerende rechtsorde

Door de situatie in Afghanistan zijn middelen van post Kaboel niet meer inzetbaar. Daarom wordt 23,5 miljoen euro overgeheveld naar artikel 4.1 Humanitaire hulp. Hiernaast wordt door een aantal van de posten budget teruggegeven (ca. 10,3 miljoen euro). Dit gaat om Juba, vanwege vertragingen door COVID, en Kampala en Tunis die programma’s opschorten vanwege lokale politieke ontwikkelingen en geweld. Het budget van de post in Ouagadougou krijgt een verhoging van het budget voor een programma op het gebied van internationaal recht (IDLO).

Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen bni en/of toerekeningen

De mutatie op het ODA-verdeelartikel bestaat voor het grootste deel uit de nog niet uitgegeven Verdragsmiddelen voor Suriname (zie Diverse ondersteunende activiteiten). De bezetting van het COA was in 2021 hoger dan eerder geraamd. De tegenvaller vanwege de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit ontwikkelingslanden die hieruit volgt is van het ODA-bufferartikel overgeboekt naar de begroting van JenV (38,2 miljoen euro).

Noodhulpprogramma’s

Vanwege de situatie in Afghanistan zijn de niet meer inzetbare middelen van post Kaboel (23,5 miljoen euro) van artikelonderdeel 4.3 overgeheveld naar humanitaire hulp op artikel 4.1. Van deze middelen is 20 miljoen euro ingezet ten behoeve van het Afghanistan Humanitarian Fund en 3,5 miljoen euro ten behoeve van het Regional Refugee Preparedness and Response Plan van UNHCR. Daarnaast is het budget voor humanitaire hulp non-ODA met 5 miljoen euro verhoogd in verband met de inzet van blushelikopters voor de bestrijding van bosbranden in Albanië.

Onderuitputting HGIS non-ODA

Vanwege de ontwikkelingen in Kaboel is een project gericht op de veiligheid van hoogrisicoposten tot nader order gepauzeerd (18 miljoen euro). Hiernaast valt een contributie aan het crisisbeheersingsprogramma van de VN lager uit (15,7 miljoen euro). Ook de uitkeringsregeling Dutchbat III en Srebrenica komt in 2021 niet volledig tot realisatie (12,7 miljoen euro). Verder blijft een saldo op het bufferartikel onbenut (met name bni-mutaties en onderuitputting op LNV-middelen à 11,8 miljoen euro) en is er nog geen overeenstemming omtrent de renovatie van het Vredespaleis, waardoor de hiervoor gereserveerde middelen niet aangewend zijn (6,6 miljoen euro). Als laatste is er in het kader van de middelenafspraak huisvesting sprake van in totaal 17 miljoen euro aan onderuitputting op het apparaat, voortkomend uit de verkoop van vastgoed. De overige onderuitputting komt voort uit enkele kleinere posten.

Technische mutaties

Diversen

De technische mutaties bestaan voornamelijk uit de tegenvallende consulaire ontvangsten (12,3 miljoen euro) en inkomsten uit de verkoop van vastgoed (21 miljoen euro). Deze tegenvallers worden gedesaldeerd op artikel 7 van de BZ-begroting. 

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Diversen

De technische mutaties bestaan voornamelijk uit de tegenvallende consulaire ontvangsten (12,3 miljoen euro) en inkomsten uit de verkoop van vastgoed (21 miljoen euro). Deze tegenvallers worden gedesaldeerd op artikel 7 van de BZ-begroting.


  1. __Kamerbrief aanpassingen steunpakket 4e kwartaal 2021 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  2. __Kamerbrief aanvullende aanpassingen in het steunpakket in het vierde kwartaal | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  3. __Kamerbrief aanpassingen steunpakket 4e kwartaal 2021 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  4. __Kamerbrief aanvullende aanpassingen in het steunpakket in het vierde kwartaal | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  5. __Aanvullende maatregelen die leiden tot hogere uitgaven in 2022 zullen via Nota's van Wijziging op de begroting worden verwerkt.↩︎

  6. __Kamerstukken II, 2020/21, 31066, nr. 912.↩︎

  7. __https://www.schadedoormijnbouw.nl ↩︎

  8. __https://www.nationaalcoordinatorgroningen.nl/versterken/versterking-resultaten↩︎

  9. __Kamerbrief over gedeeltelijke betaling NAM↩︎

  10. __Het volgende voornamelijk op basis van het vooronderzoek opgestelde maar niet uitputtende lijstje van onderwerpen zou onder vereenvoudiging kunnen vallen: zekerheid over inkomen, terugval van nieuw werk naar inkomensregeling, harmonisatie en uniformering van begrippen, verbetering van informatie-uitwisseling tussen uitvoerders van verschillende regelingen, (on)mogelijkheden rondom regelingen met terugwerkende kracht, onredelijk harde gevolgen van (kleine) fouten, overgangsrecht, hoe interactie tussen regelingen uitwerkt bij veranderingen in het leven van burgers (life events), samenvoegen of schrappen van regelingen, wegnemen van onderscheid tussen werknemers en volksverzekeringen. ↩︎

  11. __Inspectie van het Onderwijs. Staat van het Onderwijs, 2020.↩︎

  12. __Inspectie van het Onderwijs. Staat van het Onderwijs, 2019.↩︎

  13. __Inspectie van het Onderwijs. Staat van het Onderwijs , 2019.↩︎

  14. __Bronnenman-Helmers (2011). Overheid en onderwijsbestel. Beleidsvorming rond het Nederlandse onderwijsstelsel (1999-2010). Den Haag: SCP.↩︎

  15. __BMH 1 Kwalitatief goed onderwijs met kansen voor iedereen | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  16. __Zoals wet- en regelgeving/deugdelijkheidseisen en het toezicht daarop, geld in de vorm van lumpsum voor schoolbesturen en subsidies, communicatie↩︎

  17. __Extra deugdelijkheidseisen, bestuursakkoorden, bestuursgericht toezicht, ondersteuningsorganisaties, etc.↩︎

  18. __WODC (2021). Monitor jeugdcriminaliteit: ontwikkelingen sinds begin deze eeuw.↩︎

  19. __https://nscr.nl/app/uploads/2021/03/DJI_Kenmerken-vanjustitiabelen_rapport_20210104.pdf.↩︎

  20. __WODC (2021). Ontwikkelingen in de recidive onder jeugdigen.↩︎

  21. __Kamerstukken II 2018/19, 28 741, nr. 53.↩︎

  22. __Voortgangsbrief intensief toezicht inspecties JJI's | Brief | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (igj.nl)↩︎

  23. __Kamerstuk II 2021-2022, 21220 nr. 232↩︎

  24. __Kamerstuk II 2021-2022, 35 420 nr. 415↩︎