[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2021D44190, datum: 2021-12-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35975-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35975 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2021Z20488:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021‒2022
35 975V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H.P.M.Knapen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer begroting

De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de stand in de 1e suppletoire begroting op artikelniveau.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2021. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven af met EUR 9,3 miljoen en nemen de ontvangsten af met EUR 35,3 miljoen.

Stand uitgaven VJN 2021 5.973,6 4.370,9
Totaal mutaties ‒ 9,3 118,7
Stand uitgaven NJN 2021 5.964,3 4.489,6

De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.

De toename is het gevolg van meerdere mutaties op de verschillende begrotingen. In de hiernavolgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.

Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) 123,6 112,7
Overboekingen van en naar de HGIS ‒ 6,8 0
Desaldering op ontvangsten ‒ 32,4 6,0
Kasschuif 0 0
Toevoeging middelenafspraak huisvesting ‒ 17,0 0
Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting) ‒ 76,8 0
Totaal ‒ 9,3 118,7

Toelichting uitgaven:

  1. Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA): op basis van de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA-budget met EUR 112,7 miljoen verhoogd en wordt het non-ODA-budget met EUR 10,9 miljoen verhoogd.
  2. Overboekingen van en naar de HGIS: er vindt verder nog een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats, waardoor het niet ODA-deel van het HGIS budget per saldo met EUR 6,8 miljoen afneemt. Het betreft overhevelingen met name op het gebied van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De grootste mutatie is een overheveling van Buitenlandse Zaken naar FMHaaglanden van EUR 10,9 miljoen. Deze mutatie wordt toegelicht bij artikel 7 Apparaat van Buitenlandse Zaken.
  3. Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen per saldo af met EUR 32,4 miljoen. Dit is met name het gevolg van een afname in de consulaire ontvangsten van Buitenlandse Zaken als gevolg van COVID-19.
  4. Toevoeging middelenafspraak huisvesting: het huisvestingsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. In dit kader wordt EUR 17 miljoen doorgeschoven naar volgend jaar. Vanwege COVID-19 hebben deze uitgaven op het gebied van huisvesting vertraging opgelopen.
  5. Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting): binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van Defensie en Buitenlandse Zaken. Dit wordt via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren.
Stand ontvangsten VJN 2021 164,1 29,8
Totaal mutaties ‒ 35,3 6,0
Stand ontvangsten NJN 2021 128,7 35,8

Toelichting ontvangsten:

  1. De ontvangsten nemen af met EUR 35,3 miljoen. Hiervan wordt EUR 32,4 miljoen gedesaldeerd met de uitgaven.
  2. De desaldering betreft met name een verlaging van EUR 38,1 miljoen van de geraamde ontvangsten bij Buitenlandse Zaken en een verhoging van EUR 6 miljoen aan ontvangsten bij Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Uitgaven

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verhoging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 383,4 miljoen in 2021.

De belangrijkste mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Vastgestelde begroting 2021 11.393.366
Stand 1e suppletoire begroting 2021 11.651.130
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Gastlandbeleid internationale organisaties 1.3 ‒ 7.255
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde 2.4 ‒ 20.844
3) Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 505.832
4) Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 4.4 3.698
5) Apparaat 7.1 ‒ 82.110
6) Overige mutaties ‒ 15.974
Stand 2e suppletoire begroting 2021 12.034.477

Toelichting

  1. Artikel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties

    Het budget voor Gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo af met EUR 7,3 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Hierdoor worden de middelen in 2021 niet meer uitgegeven.

  2. Artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

    De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de Nederlandse contributie aan de VN-crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd.

  3. Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie

    De opwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten van EUR 505,8 miljoen betreft de optelsom van de verschillende mutaties die zijn toegelicht in de Ontwerpbegroting 2022 (Ă  EUR 383,4 miljoen) en de nieuwe mutaties die met deze 2e suppletoire begroting verwerkt worden (Ă  EUR 122,5 miljoen). Alle mutaties worden hieronder kort en bij artikel 3 in onderdeel 4 Beleidsartikelen nader toegelicht.

    Voor Nederland leidt het surplus (het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de Europese begroting van het jaar 2020) over 2020 tot EUR 101 miljoen lagere afdrachten in 2021. Het totale effect van de Lenteraming en overige inkomsten uit de vierde aanvullende Europese begroting (DAB4) op de afdrachten is een opwaartse bijstelling van EUR 233,6 miljoen. De technische aanpassing voor overheveling van een resterend bedrag voor speciale instrumenten 2020 naar 2021 veroorzaakt een stijging van de verwachte Nederlandse BNI-afdracht van EUR 2,8 miljoen. Aanpassing van het kasritme voor de Brexit Adjustment Reserve (BAR) leidt tot een verhoging van de Nederlandse afdrachten in 2021 met EUR 54 miljoen die in de jaren erna wordt gecompenseerd. Verhoging van het flexibiliteitsinstrument veroorzaakt een verhoging van de BNI-afdracht van circa EUR 9 miljoen. Tevens is er een afdracht onder voorbehoud van EUR 185,4 miljoen aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.

    Tot slot betreft DAB6 een bijstelling van de plasticraming van enkele lidstaten die als effect op het Nederlandse BNI-afdracht een daling van EUR 1,2 miljoen in 2021 als gevolg heeft. Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie tot slot verzocht om een nabetaling van in totaal EUR 123,6 miljoen die (deels onder voorbehoud) is afgedragen.

  4. Artikel 4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

    Op artikel 4.4 hebben de belangrijkste mutaties betrekking op Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB). Daar worden meer uitgaven verwacht vanwege de crisis in Afghanistan (EUR 1,7 miljoen), de monitoringsmissie in Irak (EUR 300.000) en noodhulpondersteuning (EUR 2 miljoen non-ODA) ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19.

  5. Artikel 7 Apparaat

    De uitgaven op apparaat dalen per saldo met EUR 82,1 miljoen. De personele uitgaven dalen per saldo met EUR 12,3 miljoen. De uitgaven worden verlaagd naar aanleiding van de tegenvallende consulaire ontvangsten (artikel 4) middels een desaldering. De materiële uitgaven dalen per saldo met EUR 69,9 miljoen. Dit is het gevolg van een overheveling naar FMHaaglanden (EUR 10,9 miljoen) ten behoeve van de facilitaire dienstverlening op de Rijnstraat 8 en lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting (EUR 21 miljoen) en het doorschuiven van middelen voor veiligheid van hoog-risico posten (EUR 18 miljoen). Ook wordt een bedrag van EUR 17 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gedurende 2021 per saldo EUR 9,3 miljoen lager uitgevallen. De belangrijkste mutaties worden onder de tabel toegelicht.

Vastgestelde begroting 2021 921.285
Stand 1e suppletoire begroting 2021 923.215
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Diverse ontvangsten EU 3.10 29.057
2) Consulaire dienstverlening 4.10 en 4.20 ‒ 12.300
3) Apparaat 7.10 ‒ 24.780
4) Overige mutaties ‒ 1.242
Stand 2e suppletoire begroting 2021 913.950

Toelichting

  1. Artikel 3.10 Diverse ontvangsten EU

    De aanpassing van DAB4 leidt tot lagere EU-ontvangsten (-EUR 34,1 miljoen). Daarnaast nemen de ontvangsten met EUR 37,1 miljoen toe vanwege de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de vraag of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.

    Tot slot stijgt de perceptiekostenvergoeding ook nog met EUR 26,1 miljoen. Als gevolg van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) draagt Nederland (naar aanleiding van deze controle) een TEM-hoofdsom af en ontvangt conform de TEM-systematiek deze perceptiekostenvergoeding over de afdracht.

  2. Artikel 4.10 en 4.20 Consulaire dienstverlening

    De ontvangsten onder deze twee artikelonderdelen nemen per saldo af met EUR 12,3 miljoen. De geraamde EUR 10 mln MVV-vergoedingen (Machtiging Voorlopig Verblijf) wordt waarschijnlijk pas in 2022 ontvangen. Daarnaast blijven de consulaire ontvangsten (EUR 2,3 miljoen) achter op de prognose. Vanwege COVID-19 wordt er minder consulaire dienstverlening aan niet-Nederlanders (zoals visa en legalisaties) gerealiseerd. Deze lagere ontvangsten worden gedesaldeerd op artikel 7 (d.w.z. tevens in mindering gebracht op de uitgaven).

  3. Artikel 7 Apparaat

    Door vertragingen valt de opbrengst van de verkoop van een aantal panden lager uit. Dit leidt tot EUR 21 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast worden de ontvangsten op de jaarlijkse terugvordering van de loonkosten voor lokaal personeel (EUR 3,7 miljoen) aangepast op basis van de huidige ramingen.

4 Beleidsartikelen

Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 105 376 140 787 1 000 ‒ 23 033 118 754
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 126 449 131 632 1 000 ‒ 6 872 125 760
waarvan juridisch verplicht 76% 100%
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 48 945 49 345 1 000 ‒ 422 49 923
Subsidies (regelingen)
Internationaal recht 3 685 3 685 0 490 4 175
Opdrachten
Verenigde Naties 0 0 1 000 0 1 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Verenigde Naties 34 525 34 525 0 ‒ 400 34 125
OESO 7 135 7 535 0 ‒ 112 7 423
Internationaal Strafhof 3 600 3 600 0 ‒ 400 3 200
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 63 402 63 502 0 805 64 307
Subsidies (regelingen)
Mensenrechtenfonds 25 457 19 694 0 ‒ 1 590 18 104
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Mensenrechtenfonds 30 295 31 658 0 ‒ 105 31 553
Mensenrechten multilateraal 7 650 12 150 0 2 500 14 650
1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties 14 102 18 785 0 ‒ 7 255 11 530
Subsidies (regelingen)
Carnegiestichting 4 400 7 894 0 ‒ 380 7 514
Bijdrage aan agentschappen
Vredespaleis 6 829 6 829 0 ‒ 6 629 200
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal Strafhof 1 012 1 012 0 ‒ 1 1 011
Speciaal Tribunaal Libanon 1 111 2 000 0 68 2 068
Nederland Gastland 750 1 050 0 ‒ 313 737

Toelichting

Verplichtingen

De afname van het verplichtingenbudget voor artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde wordt met name veroorzaakt door het dit jaar niet aangaan van een meerjarige overeenkomst op het gebied van Mensenrechten Multilateraal en doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Daarnaast zien we een stijging voor het Mensenrechtenfonds als gevolg van diverse nieuwe meerjarige verplichtingen.

Uitgaven

Artikel 1.1

  1. De stijging van de uitgaven binnen het subartikel Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak komt voornamelijk door een opdracht van EUR 1 miljoen voor het adviseren en assisteren van de VN bij de realisatie van een studio voor de organisatie van de Algemene Vergadering van de VN in 2021.

Artikel 1.2

  1. De grootste mutatie op Bescherming en bevordering van mensenrechten komt voort uit een overheveling van EUR 2,5 miljoen naar Mensenrechten Multilateraal vanuit het Mensenrechtenfonds. Dit betreft het resterende bedrag van een toezegging tijdens de 2020 World Press Freedom Conference om met een multilaterale aanpak de wereldwijde persvrijheid te ondersteunen.

Artikel 1.3

  1. Het budget voor Gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo af met EUR 7,3 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Hierdoor worden de middelen in 2021 niet meer uitgegeven.

Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 267 823 257 857 0 ‒ 1 292 256 565
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 283 038 262 363 ‒ 5 ‒ 23 891 238 467
waarvan juridisch verplicht 86% 98%
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12 791 14 145 ‒ 5 0 14 140
Subsidies (regelingen)
Atlantische Commissie 556 600 ‒ 5 0 595
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
NAVO 7 120 8 100 0 ‒ 100 8 000
WEU 565 590 0 100 690
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2 700 2 700 0 0 2 700
Veiligheidsfonds 1 850 2 155 0 0 2 155
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 13 041 15 070 0 ‒ 530 14 540
Subsidies (regelingen)
Anti-terrorisme instituut 341 820 0 60 880
Contra-terrorisme 7 420 5 797 0 ‒ 210 5 587
Cyber security 3 080 3 080 0 ‒ 690 2 390
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise 0 1 250 0 0 1 250
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Contra-terrorisme 880 2 803 0 310 3 113
Cyber security 1 320 1 320 0 0 1 320
2.3 Wapenbeheersing 10 882 12 544 0 ‒ 317 12 227
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
IAEA 7 317 7 317 0 ‒ 317 7 000
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1 645 1 707 0 0 1 707
CTBTO 1 920 3 520 0 0 3 520
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 216 502 190 439 0 ‒ 20 844 169 595
Subsidies (regelingen)
Nederland Helsinki Comité 28 28 0 0 28
Stabiliteitsfonds 25 000 25 000 0 0 25 000
Training buitenlandse diplomaten 2 500 2 750 0 ‒ 1 350 1 400
Opdrachten
Makandra 880 880 0 ‒ 295 585
Bijdrage aan agentschappen
Makandra 120 120 0 0 120
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
OVSE 6 000 6 000 0 230 6 230
Stabiliteitsfonds 57 150 62 150 0 ‒ 1 000 61 150
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 98 511 93 511 0 ‒ 18 500 75 011
Overige 1 113 0 0 0 0
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Inzet hoog-risico posten 25 200 0 0 71 71
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 29 822 30 165 0 ‒ 2 200 27 965
Subsidies (regelingen)
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 11 822 12 722 0 ‒ 1 200 11 522
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 9 754 5 342 0 ‒ 100 5 242
Opdrachten
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 0 3 458 0 0 3 458
Bijdrage aan agentschappen
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 0 533 0 0 533
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 8 246 8 110 0 ‒ 900 7 210
Ontvangsten 1 242 1 242 ‒ 242 ‒ 1 000 0
2.10 Doorberekening Defensie diversen 242 242 ‒ 242 0 0
2.40 Restituties programma's 1 000 1 000 0 ‒ 1 000 0

Toelichting

Verplichtingen

Geen toelichting.

Uitgaven

Artikel 2.4

  1. De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de Nederlandse contributie aan de VN-crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd.

Artikel 2.5

  1. Vanwege de COVID-19 pandemie hebben partners gefinancierd uit Matra en Shiraka vertraging opgelopen in de uitvoering en hierdoor een lagere liquiditeitsbehoefte dan voorzien. Een deel hiervan zal worden opgevraagd tijdens de eindejaarsmarge.

Ontvangsten

Geen toelichting.

Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 9 871 674 10 034 842 383 358 121 477 10 539 677
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 10 053 535 10 230 672 383 358 109 762 10 723 792
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 9 813 920 10 003 763 383 358 122 474 10 509 595
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
BNI-afdrachten 5 352 701 5 538 263 165 531 ‒ 1 159 5 702 635
BTW-afdrachten 977 344 981 625 71 707 0 1 053 332
Invoerrechten 3 267 875 3 267 875 157 028 123 633 3 548 536
Plastic-grondslag 216 000 216 000 ‒ 10 908 0 205 092
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 191 123 191 123 0 ‒ 11 640 179 483
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 191 123 191 123 0 ‒ 11 640 179 483
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 10 500 10 500 0 400 10 900
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Raad van Europa 10 500 10 500 0 400 10 900
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 5 892 6 404 0 ‒ 1 472 4 932
Subsidies (regelingen)
EIPA 348 348 0 0 348
Opdrachten
Europa College beurzenprogamma 190 380 0 0 380
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk 1 375 1 697 0 ‒ 1 572 125
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Benelux bijdrage 3 979 3 979 0 100 4 079
3.5 Europese Vredesfaciliteit 32 100 18 882 0 0 18 882
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Europese Vredesfaciliteit 32 100 18 882 0 0 18 882
Ontvangsten 817 219 817 219 2 992 26 065 846 276
3.10 Diverse ontvangsten EU 816 969 816 969 2 992 26 120 846 081
Invoerrechten 816 969 816 969 2 992 26 120 846 081
Overige ontvangsten EU 0 0 0 0 0
3.30 Restitutie Raad van Europa 250 250 0 ‒ 55 195

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor artikel 3: Effectieve Europese samenwerking neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

Artikel 3.1

Mutaties Miljoenennota

De opwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten bij de Miljoenennota van EUR 383,4 miljoen betreft de optelsom van de verschillende mutaties die zijn toegelicht in de Ontwerpbegroting 2022. Hieronder staan deze mutaties nogmaals toegelicht.

Surplus

In de derde aanvullende Europese begroting (DAB3) heeft de Europese Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de Europese begroting van het jaar 2020 (het surplus) in de Europese begroting voor het jaar 2021 verwerkt. Voor Nederland leidt het surplus tot EUR 101 miljoen lagere afdrachten in 2021.

Vierde aanvullende begroting – Lenteraming en overige inkomsten

Als gevolg van DAB4 stijgt de raming voor de Nederlandse BTW-afdracht met EUR 72 miljoen. De plasticraming daalt met EUR 11 miljoen. Om een zo realistisch mogelijke raming te presenteren heeft het kabinet ervoor gekozen om incidenteel af te wijken van de gebruikelijke ramingsmethodiek (aansluiten bij de Commissieraming) en de Nederlandse raming van de invoerrechten eenmalig te corrigeren ten opzichte van de Commissieraming voor het effect van de voorlopige betalingen in de zonnepanelenzaak die eind 2020 hebben plaatsgevonden. De raming van de invoerrechten daalt hierdoor met EUR 28,4 miljoen. De raming van de BNI-afdracht stijgt als gevolg van DAB4 met EUR 229,3 miljoen.

De Commissie actualiseert in DAB4 ook de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de Europese begroting 2021 en de overige ontvangsten op de Europese begroting 2021. De overige ontvangsten bestaan voornamelijk uit inkomsten door mededingingsboetes. De stijging van de ontvangsten heeft een neerwaarts effect op de verwachte Nederlandse BNI-afdracht, als sluitpost van de Europese begroting, van EUR 28,2 miljoen.

Het totale effect van DAB4 op de afdrachten is daarmee een opwaartse bijstelling van EUR 233,6 miljoen.

Technische aanpassing

In de door de Europese Commissie gepresenteerde technische aanpassing wordt conform de MFK-verordening een resterend bedrag van EUR 48 miljoen voor speciale instrumenten uit 2020 overgeheveld naar 2021. Dit leidt tot een stijging van de verwachte Nederlandse BNI-afdracht van EUR 2,8 miljoen.

Aanpassing kasritme Brexit Adjustment Reserve

Op 17 juni jl. is een akkoord bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement over de verdeling van de middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Dit leidt tot een wijziging van het kasritme t.o.v. het uitgangspunt in de Nederlandse begroting. Daarom wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2021 verhoogd met EUR 54 miljoen, in 2022 en 2023 met EUR 30 miljoen en in 2025 met EUR 19 miljoen. De genoemde verhogingen in de raming worden volledig gecompenseerd door verlagingen van de raming in de jaren 2024, 2026 en 2027.

Flexibiliteitsinstrument

In de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement (EP) over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027 is afgesproken om het jaarlijks beschikbare budget voor het flexibiliteitsinstrument (een speciaal instrument voor onvoorziene omstandigheden buiten de MFK-plafonds) met circa EUR 144 miljoen per jaar te verhogen ten opzichte van de eerder bereikte conclusies van de Europese Raad van 21 juli 2020. Voor Nederland leidt dit tot een verhoging van de BNI-afdracht van circa EUR 9 miljoen in 2021 oplopend tot circa EUR 10 miljoen in 2027 (lopende prijzen).

TEM afdracht lage waarde textiel

Tevens wordt een uitgave verwerkt van EUR 185,4 miljoen aan invoerrechten. Het betreft een afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China. Over deze afdracht wordt een perceptie-kostenvergoeding van 20%1 ontvangen voor de inningskosten onder artikel 3.10, waardoor de netto verwerking EUR 148,3 miljoen bedraagt.

Mutaties 2e suppletoire begroting

In de zesde aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 6, DAB6) wordt een update van de raming van de plasticafdracht voor een aantal lidstaten gepresenteerd, waardoor de totale opbrengst van de plasticafdracht op EU-niveau in 2021 EUR 20 miljoen hoger uitvalt dan eerder verwacht. Dit betekent dat de BNI-afdrachten op EU-niveau, het sluitstuk van de EU-begroting, met hetzelfde bedrag afnemen. Het effect hiervan op de Nederlandse BNI-afdracht is een daling van EUR 1,2 miljoen in 2021. De raming van de Nederlandse plastic-afdracht is niet gewijzigd.

De invoerrechten stijgen met EUR 123,6 miljoen. Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie verzocht om een nabetaling van in totaal EUR 123,6 miljoen. Nederland aanvaardt aansprakelijkheid voor een bedrag van EUR 12,7 miljoen aan TEM. De rest van de claim (EUR 110,9 miljoen) stelt Nederland onder voorbehoud ter beschikking aan de EU om de oploop van de vertragingsrente te stoppen. Over TEM-afdrachten ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding (EUR 26,1 miljoen), waardoor de nettobetaling EUR 97,5 miljoen bedraagt. Dit bedrag betreft enkel de hoofdsom en bevat dus geen vertragingsrente.

Artikel 3.2

  1. De Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2021 valt lager uit wegens verrekening van een terugbetaling van resterende middelen uit het 8ste en 9de EOF met de huidige bijdrage.

Artikel 3.4

  1. De Taskforce Verenigd Koninkrijk (voorheen Taskforce Brexit) is in de zomer van 2021 opgeheven, waardoor het budget naar beneden is bijgesteld. Wel zal er nog een externe onafhankelijke evaluatie van de Rijksbrede Nederlandse Brexit-inzet en binnenlandse voorbereidingen 2016-2021 worden uitgevoerd, conform een toezegging aan de Eerste Kamer (Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 3).

Ontvangsten

Artikel 3.10

  1. De mutatie van EUR 3 miljoen bij de Miljoennenota is een optelsom van twee mutaties. De aanpassing van DAB4 leidt tot lagere ontvangsten (-EUR 34,1 miljoen). Daarnaast nemen de ontvangsten met EUR 37,1 miljoen toe vanwege de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.
  2. Bij 2e suppletoire begroting stijgt de perceptiekostenvergoeding met EUR 26,1 miljoen. Nederland draagt naar aanleiding van een onderzoek door de Europese Commissie een TEM-hoofdsom van EUR 123,6 miljoen af, waarvan EUR 110,9 miljoen onder voorbehoud. Conform de TEM-systematiek ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding over deze afdracht. De perceptiekostenvergoeding bedraagt EUR 26,1 miljoen. Hierdoor bedraagt de betaling netto EUR 97,5 miljoen.

Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 51 200 71 349 3 180 6 683 81 212
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 53 810 72 460 3 180 ‒ 105 75 535
waarvan juridisch verplicht 86% 99%
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 10 657 17 941 2 500 ‒ 2 500 17 941
Subsidies (regelingen)
Gedetineerdenbegeleiding 1 560 1 560 0 0 1 560
Inkomensoverdrachten
Gedetineerdenbegeleiding 540 540 0 0 540
Opdrachten
Consulaire bijstand 409 309 2 500 600 3 409
Reisdocumenten en verkiezingen 2 550 2 550 0 ‒ 900 1 650
Consulaire opleidingen 400 400 0 ‒ 300 100
Consulaire informatiesystemen 5 198 4 298 0 ‒ 1 000 3 298
Loket buitenland 0 8 284 0 ‒ 900 7 384
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 15 397 21 862 1 130 ‒ 1 200 21 792
Opdrachten
Ambtsberichtenonderzoek 150 150 0 0 150
Visumverlening 3 058 3 058 0 ‒ 1 600 1 458
Legalisatie en verificatie 80 80 0 0 80
Consulaire informatiesystemen 11 081 17 471 1 130 400 19 001
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Asiel en migratie 1 028 1 103 0 0 1 103
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 8 875 7 771 0 ‒ 553 7 218
Subsidies (regelingen)
Internationaal Cultuurbeleid 6 650 5 251 0 ‒ 390 4 861
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal cultuurbeleid 2 225 2 520 0 ‒ 163 2 357
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 18 881 24 886 ‒ 450 4 148 28 584
Subsidies (regelingen)
Instituut Clingendael 420 800 0 0 800
Programma ondersteuning buitenlands beleid 3 808 3 808 ‒ 100 2 479 6 187
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 99 99 0 ‒ 50 49
Publieksdiplomatie 2 264 2 224 ‒ 25 ‒ 60 2 139
Onderzoeksprogramma 50 50 0 202 252
Opdrachten
Adviesraad Internationale vraagstukken 525 525 0 0 525
Instituut Clingendael 2 000 2 225 603 139 2 967
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 1 000 1 000 ‒ 300 ‒ 400 300
Algemene voorlichting 590 590 0 975 1 565
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten 2 000 2 000 0 0 2 000
China-strategie 550 550 ‒ 403 ‒ 100 47
Onderzoeksprogramma 220 220 0 ‒ 7 213
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 0 3 000 0 2 000 5 000
Kennisplatform Oost-Europa 0 200 ‒ 200 0 0
Bijdrage aan agentschappen
Algemene voorlichting 2 400 2 400 0 ‒ 1 000 1 400
Verkeersnotificaties 0 0 400 ‒ 80 320
Bijdrage aan ZBO's/ RWT's
Verkeersnotificaties 400 400 ‒ 400 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europese bewustwording 250 450 0 ‒ 10 440
Publieksdiplomatie 2 305 2 345 ‒ 25 60 2 380
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 0 2 000 0 0 2 000
Ontvangsten 71 074 30 574 0 ‒ 12 300 18 274
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 7 000 9 200 0 ‒ 1 000 8 200
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 63 000 21 100 0 ‒ 11 300 9 800
4.40 Doorberekening Defensie diversen 874 74 0 0 74
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 200 200 0 0 200

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht. Een deel van de verplichtingen leidt tot uitgaven in 2022 en wordt als Eindejaarsmarge (EUR 5,8 miljoen) opgevraagd.

Uitgaven

Artikel 4.1

  1. Voor het budget voor consulaire dienstverlening werd EUR 3,1 miljoen ontvangen van IenW voor het contract met SOS-internationaal om als helpdesk te werken voor ondersteuning voor de aanvragen van een DCC (Digitaal Corona Centificaat) door Nederlanders in het buitenland (en buitenlandse toeristen). Daarnaast is er nog sprake van EUR 3,1 miljoen eindejaarsmarge, onder andere voor een digitaliseringsprogramma consulaire systemen en vertraagde werkzaamheden van Loket Buitenland.

Artikel 4.4

  1. Op Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB) worden meer uitgaven verwacht vanwege de crisis in Afghanistan (EUR 1,7 miljoen), de monitoringsmissie in Irak (EUR 300.000) en noodhulpondersteuning (EUR 2 miljoen non-ODA) ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19.

Ontvangsten

De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 12,3 miljoen. De geraamde EUR 10 mln MVV-vergoedingen (Machtiging Voorlopig Verblijf) wordt waarschijnlijk pas in 2022 ontvangen. Daarnaast blijven de consulaire ontvangsten achter op de prognose. Vanwege COVID-19 wordt er minder consulaire dienstverlening aan niet-Nederlanders (zoals visa en legalisaties) gerealiseerd. Dit betreft minus EUR 2,3 miljoen. Deze lagere ontvangsten worden gedesaldeerd op artikel 7.

5 Niet-beleidsartikelen

Artikel 5: Geheim

Verplichtingen 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Geen toelichting.

Artikel 6: Nog onverdeeld

Verplichtingen 4 255 970 10 778 ‒ 11 748 0
Uitgaven
Uitgaven totaal 4 255 970 10 778 ‒ 11 748 0
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 4 255 970 10 778 ‒ 11 748 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Als gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS-budget afgelopen najaar gestegen met EUR 10,8 miljoen. Aan het eind van dit jaar valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS meegenomen naar de volgende jaren.

Artikel 7: Apparaat

Verplichtingen 872 279 953 033 ‒ 11 071 ‒ 71 039 870 923
Uitgaven 872 279 953 033 ‒ 11 071 ‒ 71 039 870 923
7.1.13 Personele uitgaven 566 317 575 300 158 ‒ 12 851 562 607
7.1.13.1 Eigen personeel 554 317 563 300 158 ‒ 12 851 550 607
7.1.13.2 Inhuur extern 12 000 12 000 0 0 12 000
7.1.13.3 overige personeel 0 0 0 0 0
7.1.14 Materiele uitgaven 305 962 377 733 ‒ 11 229 ‒ 58 188 308 316
7.1.14.1 ICT 59 931 65 277 ‒ 315 948 65 910
7.1.14.2 Bijdragen aan SSO's 60 391 60 391 ‒ 10 930 0 49 461
7.1.14.3 Overige materieel 185 640 252 065 16 ‒ 59 136 192 945
7.2 Koersverschillen 0 0 0 0 0
Ontvangsten 31 750 74 180 0 ‒ 24 780 49 400
7.10 Diverse ontvangsten 31 750 74 180 0 ‒ 24 780 49 400
7.11 Koersverschillen 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

Uitgaven

7.1.13 Personele uitgaven

Eigen personeel:

  1. De personele uitgaven dalen met EUR 12,9 miljoen. Dit komt voornamelijk door een desaldering van de tegenvallende consulaire ontvangsten (beleidsartikel 4) als gevolg van de pandemie.

7.1.14 Materiële uitgaven

Bijdragen aan SSO's:

  1. Er wordt een bedrag van EUR 10,9 miljoen overgeheveld aan FMHaaglanden voor de centrale bekostiging van de dienstverlening op Rijnstraat 8.

Overig materieel:

  1. De overige materiële uitgaven vallen lager uit. Dit komt onder meer door de desaldering van de lagere opbrengsten van EUR 21 miljoen.
  2. Daarnaast wordt een bedrag van ongeveer EUR 21,1 miljoen via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de komende jaren. Dit betreft grotendeels uitgaven met betrekking tot veiligheid op hoog-risico posten, waar door de crisis in Kaboel vertragingen optreden in de uitgaven.
  3. Tot slot wordt een bedrag van EUR 17 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren ten behoeve van het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille.

Ontvangsten

  1. Door vertragingen valt de opbrengst van de verkoop van een aantal panden lager uit. Dit leidt tot EUR 21 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast worden de ontvangsten op de jaarlijkse terugvordering van de loonkosten voor lokaal personeel (EUR 3,7 miljoen) naar beneden bijgesteld op basis van de huidige ramingen.

  1. __Perceptiekostenvergoedingspercentage over de betreffende periode.↩