Het bericht ‘Kritiek op hoofddoek bij boa’s barst los: ‘Het vlaggenschip van politieke islam’’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D44661, datum: 2021-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z20961).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Eerdmans, Tweede Kamerlid (JA21)
Onderdeel van zaak 2021Z20961:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: B.J. Eerdmans, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z20961
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Kritiek op hoofddoek bij boa’s barst los: «Het vlaggenschip van politieke islam»» (ingezonden 19 november 2021).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de ene na de andere gemeente zich inmiddels uitspreekt voor het toestaan van religieuze uitingen (waaronder hoofddoeken) bij buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) en agenten?1
Vraag 2
Klopt het dat u het toestaan van hoofddoeken voor boa’s afdoet als een «lokale kwestie» en dat u hiermee dus geen problemen heeft? Zo nee, wat is dan wel uw standpunt? Zo ja, hoe is het mogelijk dat u als eindverantwoordelijke voor de openbare orde in Nederland geen mening heeft over de neutraliteit van handhavers die, al dan niet in de vorm van pilots, over bewapening kunnen beschikken en daarmee namens de overheid geweld mogen uitoefenen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de geloofwaardigheid van ordehandhavers staat of valt bij een neutrale uitstraling en dat het toestaan van zichtbare religieuze uitingen, in de praktijk vaak hoofddoeken, hier in ernstige mate afbreuk aan doet? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Vindt u nog steeds dat hoofddoeken bij politieagentes niet toegestaan moeten zijn, dat de politie «onverminderd neutraal in haar publiekscontacten» moet zijn en dat «de neutrale uitstraling van een politieambtenaar in het belang van diens veiligheid en gezag in het optreden is», zoals u op 20 november 2017 aan de Kamer schreef?2
Vraag 5
Is het voor boa’s níét van belang om neutraal te zijn in hun publiekscontacten en is het voor hun veiligheid en gezag níét van belang om een neutrale uitstraling te hebben? Indien u dit inderdaad niet van belang vindt, waarom dan niet? Indien u dit wél van belang acht, vindt u dan louter om procedurele redenen (namelijk dat zij in dienst zijn van de gemeente) dat zij alsnog een hoofddoek mogen dragen?
Vraag 6
Waarom laat u in dat geval een procedurele afweging prevaleren boven fundamentele principes en, in uw eigen woorden, de veiligheid van boa’s?
Vraag 7
Bent u bereid los te breken uit uw procedurele werkelijkheid, pal te gaan staan voor de neutraliteit van de Nederlandse overheid en gemeenten op te dragen geen hoofddoeken (of andere zichtbare religieuze uitingen) bij handhavers toe te staan?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Michon-Derkzen (VVD), ingezonden 17 noveber 2021 (vraagnummer 2021Z20674).