Antwoord op vragen van het lid Helder over het bericht ‘Machtsstrijd om aanpak van zware criminaliteit’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D44731, datum: 2021-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-821).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2021Z18369:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: L.M.J.S. Helder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
821
Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Machtsstrijd om aanpak van zware criminaliteit» (ingezonden 22 oktober 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 716.
Vraag 1
Kent u het bericht «Machtsstrijd om aanpak van zware criminaliteit»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het, dat sinds juli van dit jaar de zogeheten Taskforce Aanpak Criminele Machtsstructuren (ACM) actief is?
Antwoord 2
Het klopt dat er sinds juli van dit jaar een zogeheten Taskforce Aanpak Criminele Machtsstructuren (ACM) actief is. Deze Taskforce betreft geen nieuw organisatieonderdeel maar een samenwerking vanuit de diensten van de Landelijke Eenheid (LE) van de politie en staat onder het bevoegd gezag van het Landelijk Parket (LP) van het Openbaar Ministerie. In juli heeft de LE op initiatief van de Dienst Landelijke Recherche (DLR) – in samenspraak met het LP – besloten tot een gerichte aanpak met een herprioritering en -verdeling van haar capaciteit naar aanleiding van de urgentie die ontstond na de moord op Peter R. de Vries. Dit past binnen de huidige taakstelling van de LE.
Vraag 3
Klopt het, dat ook een Strategisch Kenniscentrum voor Georganiseerde en Ondermijnende Criminaliteit in oprichting is?
Antwoord 3
Ja. De oprichting van het strategisch kenniscentrum voor georganiseerde, ondermijnende criminaliteit (SKC) maakt onderdeel uit van het breed offensief tegen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit (BOTOC).2
Vraag 4
Bent u het eens dat deze versnippering, onderlinge concurrentie en geruzie over «wie wat mag doen» precies het tegenovergestelde is van wat nodig is, namelijk een geoliede samenwerking tussen bewezen succesvolle samenwerkingsverbanden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Voor een effectieve aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is een integrale aanpak op alle niveaus noodzakelijk. Om versnippering van beschikbare capaciteit en informatie tegen te gaan is een overheidsbrede bundeling van de informatie, capaciteit, bevoegdheden en coördinatie van alle relevante diensten/organisaties noodzakelijk, zoals onder anderen in het MIT gebeurt.
Vraag 5, 6 en 7
Klopt het, dat leden van het Multidisciplinair Interventie Team (MIT) reeds buitenlandse diensten bezoeken en zich zelfs al voorstellen als criminaliteitsbestrijders?
Zo ja, deelt u de mening dat dit een dikke middelvinger is naar de Tweede Kamer die nog met de (eventuele) oprichting van het MIT moet instemmen? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, gaat u hier per direct een einde aan maken en, indien nodig, de korpsleiding op dit punt de wacht aanzeggen nu zij de Tweede Kamer schofferen door op de besluitvorming vooruit te lopen?
Antwoord 5, 6 en 7
Zoals ook vermeld in de rectificatie in de krant zijn er door het MIT geen dienstreizen naar het buitenland gemaakt. Wel zijn er presentaties gehouden voor geïnteresseerde buitenlandse diensten. Deze presentaties hadden betrekking op de bouw en ontwikkeling van het MIT. Het houden van presentaties over de bouw en ontwikkeling van het MIT zie ik dan ook niet als een onomkeerbare stap.
Vraag 8
Bent u het eens dat de professionals op de werkvloer leidinggevenden verdienen die verder kijken dan hun eigen ego en hen juist steunen in hun strijd tegen de georganiseerde criminaliteit in plaats van tegenwerken met een prestigeproject of taskforce of wat dan ook? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
De politie is over de gehele line gecommitteerd aan de inzet tegen georganiseerde criminaliteit, en daarbij hoort een leiding die professionals op de werkvloer tijdens de uitoefening van hun wettelijke taak steunt. Zeker daar waar het gaat om de aanpak van ernstige vormen van criminaliteit, zoals de aanpak van de georganiseerde misdaad. De taskforce betreft een herprioritering en verdeling van de bestaande capaciteit in samenspraak met het gezag.
Vraag 9
Deelt u voorts de mening dat het standpunt van de korpsleiding, inhoudende dat «dedicated capaciteit en andere competenties» nodig zijn, een schoffering is van de professionals op de werkvloer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee die mening deel ik niet. Ik onderschrijf juist dat voor een effectieve aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit een integrale, multidisciplinaire aanpak op alle niveaus noodzakelijk, is, waarbij professionals met diverse competenties en vaardigheden vanuit verschillende organisaties bij elkaar komen en elkaar versterken en aanvullen. De benodigde expertise kan – afhankelijk van het aan te pakken fenomeen – ook van buiten de politieorganisatie komen.