Regionale voedselstrategieën
Voedingsbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D45707, datum: 2021-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31532-269).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31532 -269 Voedingsbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z21430:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-12-02 10:00: Procedurevergadering LNV (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-12-07 17:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-30 14:00: Landbouw, klimaat en voedsel (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-03-31 14:55: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 532 Voedingsbeleid
Nr. 269 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2021
Hierbij geef ik uw Kamer een stand van zaken over de inzet van LNV op het stimuleren van korte ketens en regionale voedselstrategieën. Daarbij ga ik ook in op de motie van de leden Dik-Faber en Geurts (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 44) om de regionale foodhub Amersfoort/FoodValley/Betuwe/Flevopolder actief te ondersteunen als proeflocatie voor de uitvoering van een ketenmodel en verdienvermogen, met stevige routekaart richting ontwikkeling van regionale voedselstrategieën elders in het land.
Stimuleren korte ketens
Belang regionale voedselsystemen
Regionale voedselsystemen en korte ketens zijn een manier om de transitie naar kringlooplandbouw vorm te geven, nieuwe verdienmodellen voor de boer te realiseren, de ontwikkeling van agrarische producten en concepten met een hogere toegevoegde waarde te stimuleren en de verbinding tussen boer en burger te versterken. Daarnaast zijn de voordelen van regionale voedselsystemen en korte ketens dat de herkomst betrouwbaar is, er minder transportkilometers gemaakt worden en het kan beter zijn voor milieu en landschap. Daarom is het ook een belangrijk onderdeel van mijn inzet op korte ketens1. De regio’s zijn de trekker en als LNV stimuleren en ondersteunen we. De kracht van een regionale voedselstrategie is namelijk de intrinsieke verbondenheid met de regio. Iedere regio is uniek, met een rijke diversiteit aan partijen binnen de voedselproductie en voedselverwerking.
Nationale Handelsmissie als aftrap
Om de aandacht voor kortere ketens te vergroten heb ik vorig jaar een Nationale Handelsmissie georganiseerd. Tijdens de Nationale Handelsmissie zijn verschillende regionale «deals» gesloten, onder andere tussen korteketenonderneming Oregional en de Radboud Universiteit. Hierin ben ik samen opgetrokken met de provincies. Deze samenwerking heeft zich ontwikkeld tot een regulier afstemmingsoverleg korte keten. Hierin leveren de provincies en LNV gezamenlijk een bijdrage aan de transitie en daarmee verduurzaming van het voedselsysteem als geheel. Zowel de provincies als LNV ervaren deze afstemming als waardevol en zetten zich gezamenlijk in om de korte keten verder te brengen.
Daarmee is de eerste stap gezet om de krachten van de provincies en LNV te bundelen bij het stimuleren van korte ketens, zoals aangegeven in de brief van 5 oktober 2020 aan uw Kamer (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 7). Korte Ketens een plek geven in de reguliere voedselketen van Nederland vraagt om aanpassingen van verschillende partijen binnen die keten. Daarom voer ik gesprekken met banken over hoe we zij agrarische ondernemingen financieel kunnen ondersteunen in de transitie naar duurzame landbouw, waar korte keten productie een onderdeel van kan zijn. Met supermarkten spreek ik over het aanbod van producten uit de korte keten in het schap.
Onderzoek marktaandeel korte keten producten
Wageningen University & Research (WUR) heeft in mijn opdracht onderzoek gedaan het marktaandeel van korte keten producten en hoe dit aandeel kan groeien. Uit dat onderzoek komt naar voren dat de huidige marktomzet van consumptie uit de korte keten wordt geschat op € 2,2 miljard. De gezamenlijke ambitie van de provincies en LNV is om ondernemers zodanig te faciliteren dat zij kunnen komen tot een verdubbeling van de marktomzet van consumptie uit de korte keten in 2024 naar € 4,4 miljard. Het onderzoek toont aan dat de overheidsorganisaties, zoals de provincie maar ook het Rijk, ondersteuning kunnen bieden om de korte keten te professionaliseren. Deze ondersteuning vindt plaats door middel van versterking van de helpdesk korte keten. Dit steunpunt faciliteert de kennisuitwisseling tussen overheden, biedt kennis aan voor korte ketenondernemers en fungeert als een vraagbaak.
Taskforce Korte Keten (TKK)
In mijn brief aan uw Kamer van 2 augustus 2019 (Kamerstuk 35 068, nr. 4) heb ik de TaskForce Korte Keten (hierna: TKK) als richtinggevend benoemd voor de verdere ontwikkeling van de korte voedselketen in Nederland. Dit omdat ik geloof dat wij het niet alleen vanuit Den Haag moeten doen, maar dat Rijk, provincies en gemeenten de ontwikkeling van de korte voedselketen gezamenlijk moeten oppakken. Daarom heb ik samen met de provincies de TKK opdracht gegeven om ons te adviseren over de te volgen route om te komen tot een nationale samenwerking in de korte keten.
De TKK heeft, in nauwe samenwerking met boeren, korte keten ondernemers, de provincies en LNV sinds 2019 regionale voedselsystemen en korte ketens stevig op de kaart gezet. In reactie op de COVID-19-maatregelen in het voorjaar van 2020 werd een landelijke campagne opgezet, «Support Your Locals», met als gevolg nieuwe afzetmogelijkheden voor boeren en de start van tientallen nieuwe korte keten initiatieven in het land. In samenwerking met het Rode Kruis, Flevofood en Local2Local werden er ruim 30.000 voedselpakketten met verse producten van Nederlandse boeren gedistribueerd. Inmiddels hebben zich ruim 300 korteketeninitiatieven aangesloten bij de TKK en Support Your Locals. Daarnaast voerde de TKK in opdracht van LNV een onderzoek uit naar knelpunten in de opschaling voor korte keten initiatieven. De belangrijkste knelpunten voor korte keteninitiatieven zijn logistiek, data /IT en multi-channelverkoop.
Het serviceniveau van de bestaande keten is hoog, zo is er bijvoorbeeld geen sprake van bezorgkosten en zijn er ruime, dagelijkse openingstijden. Voor korte keten ondernemers is het een lastig om aan dit niveau te voldoen. Dit zorgt voor logistieke uitdagingen.
Data is de sleutel tot succes. De bestaande keten maakt hier dan ook goed gebruik van. Denk hierbij aan de voedingswaarde, keurmerken en bereidingstips op de verpakking. Korte keteninitiatieven hebben de mogelijkheid om specifieke productkenmerken te vermelden, zoals bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit.
De meeste initiatieven starten met de verkoop van hun producten naar een bepaalde groep afnemers (consumenten, retail, horeca, catering, zorg). Het verbreden van deze afzet naar andere segmenten (multi-channelverkoop), wat schaalvoordelen kan bieden, blijkt lastig. De horeca stelt andere eisen aan producten dan de zorg, zoals verschillen in de leverspecificaties (aantal keren per week, bestelproces) en de productspecificaties (voorverpakt, gesneden). In de Nationale Samenwerking Korte Keten gaan we met deze knelpunten aan de slag.
Hoe nu verder
Roadmap TKK
Gezien bovenstaande heeft de TKK, in opdracht van de provincies en LNV, een zogenoemde roadmap opgesteld om te komen tot een nationale samenwerking voor de korte keten. Belangrijk daarin is een definitiebepaling van korte ketens. Daarover adviseert de TKK als volgt: «Een korte keten is een toeleveringsketen met een beperkt aantal marktdeelnemers die zich inzetten voor samenwerking, lokale economische ontwikkeling en nauwe geografische en sociale betrekkingen tussen voedselproducenten, -verwerkers en consumenten.»
In de roadmap zijn drie pijlers opgenomen waaruit de Nationale Samenwerking Korte Keten (NSKK) zou kunnen bestaan. De provincies en LNV zijn nu met elkaar in overleg over de invulling daarvan. Begin volgend jaar worden keuzes gemaakt. De pijlers zijn:
1. Structureel overleg samenwerkende provincies en LNV op landelijk niveau onder leiding van een onafhankelijke programmamanager. De programmamanager is verantwoordelijk voor het behalen van de ambitie. Hierbij is aandacht voor kennisuitwisseling tussen overheden (hoe leren we van elkaar?) en afstemming van activiteiten op elkaar, om te voorkomen dat dingen dubbel gedaan worden.
2. Steunpunt Korte keten versterken Het steunpunt faciliteert kennisuitwisseling tussen overheden, biedt kennis aan voor korte ketenondernemers en fungeert als een vraagbaak.
3. Bovenregionaal samenwerken. Provincies en LNV gaan samen opdrachten geven voor projecten /onderzoeken. Welke focusgebieden (belemmeringen) aangepakt gaan worden wordt nog nader bepaald.
Rol van regionale food hubs
In diverse regio’s bestaan er al korte keten initiatieven, coöperatieve samenwerkingen, food hubs en voedselstrategieën. Om overzicht te krijgen van wat er in welke regio gebeurt, doe ik nu een inventarisatie met de provincies.
We kunnen de kennis, kunde, data en middelen van zowel de diverse regionale food hubs als ondernemers die actief zijn in de korte keten goed gebruiken bij de nationale samenwerking.
Want een foodhub is idealiter meer dan een centraal gelegen faciliteit voor de opslag, verwerking, distributie en/of marketing van lokaal geproduceerd voedsel. Het is een fysieke plek waar producten en diensten van lokale producenten samen komen, waar consumenten komen, maar van waaruit ook horeca, retail, en zorg- en onderwijsinstellingen voorzien kunnen worden van lokaal voedsel en andere diensten. Door burgers, overheden, private partners, instellingen, en NGO’s hierbij te betrekken ontstaat de kans om van een Food Hub een plek van betekenis te maken.
Er zijn al een aantal mooie voorbeelden te noemen. Zo is in de Betuwe de Fruitmotor actief. De Fruitmotor vormt samen met de Betuwse fruittelers, fruitverwerkers, afnemers uit het hele land en consumenten een coöperatieve samenwerking in de fruitketen, waardoor een eerlijke prijs mogelijk is voor alle partners. Ook is boerenhart actief in Gelderland een leverancier van producten met een traceerbare herkomst rechtstreeks van de boer naar het restaurant, de zorginstelling of een bedrijf. De boer krijgt een eerlijke prijs, de afnemer een eerlijk en vers product.
In de provincie Utrecht is de korte voedselketen Local2Local actief. Local2Local is in 2014 in samenwerking met een twintigtal boeren uit de Krommerijnstreek gestart als een voedselvoorzieningsbedrijf in de korte keten in de regio Utrecht.
In eveneens de provincie Utrecht zijn partijen uit het veld aan het verkennen hoe een regionale voedselstrategie vormgegeven kan worden, waarbij aandacht is voor de leefomgeving, eerlijke prijzen en nieuwe financieringsvormen. Hier is de Bunschoter-verklaring uit voort gekomen.2
In de provincie Flevoland is de Regionale Alliantie Korte Keten Flevoland actief. Deelnemers aan de alliantie zijn Flevofood, de gemeente Almere, de Rabobank Almere, Horizon Flevoland, Voedsel Verbindt en provincie Flevoland. Het doel van deze alliantie is om Flevolanders meer voedsel van dichtbij te leveren. De alliantie ondersteunt ondernemers bij het oprichten van een korte voedselketen. Verder heeft Flevoland de Flevo Campus die diverse publicaties en (actie-)onderzoeken gericht op het verzamelen van kennis en feiten rondom korte ketens en de regionalisering van het voedselsysteem heeft gepubliceerd.
Een nadere inventarisatie van reeds bestaande initiatieven, coöperatieve samenwerkingen, food hubs en voedselstrategieën draagt bij aan de kennisuitwisseling.
City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving
Op 16 oktober jl. hebben 8 gemeenten, de ministeries van LNV, VWS en BZK, het Voedingscentrum, JOGG, Taskforce Korte Keten, Platform 31 en Flevo Campus de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving ondertekend. Met deze deal zetten we ons gezamenlijk in voor een gezond en duurzaam voedselaanbod uit de regio dat voor iedereen betaalbaar is. De City Deal richt zich op drie doelen:
1. Een gezonder en duurzamer aanbod in het straatbeeld en bij voedselaanbieders Bijvoorbeeld bij zorginstellingen, sporthallen, in de supermarkt, catering en horeca.
2. Een stapsgewijze verandering in het eetpatroon naar meer producten die binnen de Schijf van Vijf passen.
3. Bijvoorbeeld minder vlees en meer groente en plantaardige eiwitten.
4. Het vergroten van het aandeel lokaal en regionaal geproduceerd voedsel in het dagelijks menu.
Deze City Deal levert een bijdrage aan de doelen van de regionale voedselstrategie en geldt als een voorbeeld voor andere gebieden in Nederland.
Motie Dik-Faber en Geurts
De motie van de leden Dik-Faber en Geurts (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 44) vraagt ondersteuning voor een specifieke foodhub als «proeflocatie» – met een «routekaart richting ontwikkeling van regionale voedselstrategieën elders in het land». Zoals hierboven aangegeven wil ik bijdragen aan de ontwikkeling van regionale voedselstrategieën door met provincies een Nationale Samenwerking Korte Keten aan te gaan, waarmee wij gezamenlijk belemmeringen aanpakken en kennis uitwisselen. Hiervoor zal ook een inventarisatie naar bestaande foodhubs plaatsvinden. De City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving fungeert hierbij als voorbeeld voor andere gebieden in Nederland, om de consumptie van lokaal en regionaal geproduceerd voedsel vergroten.
Conclusie
Kortom, er gebeurt heel veel op het gebied van de voedsel van dichtbij (korte ketens, Regionale Allianties, Voedselagenda’s) in Nederland. Naar mijn idee vormen de regionale voedselstrategieën ook een belangrijke rol bij de toekomst van de landbouw per gebied. Korte ketens als onderdeel van de voedselstrategieën kan een middel zijn om boeren en tuinders per gebied perspectief en een nieuwe verdienmodel te geven. Daar zijn we nog niet. Veel zal ook samenkomen met regionale opgaves op het gebied van landbouw. Waar het mogelijk is wisselen we met bestaande samenwerkingen ideeën uit en ondersteunen we initiatieven. Soms door te faciliteren, soms financieel. Want de kennis en kracht ligt vooral in de regio’s, bij de provincies en bij de ondernemers.
LNV organiseert in ieder geval volgend jaar opnieuw een Nationale Handelsmissie. Hierbij kunnen pioniers uit de korte keten elkaar inspireren en motiveren om zich in te zetten voor de regio.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten