Motie van het lid Van Beukering-Huijbregts c.s. over het toetsen op de verblijfsstatus van het kind bij toekenning van het kindgebonden budget
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022
Motie
Nummer: 2021D47519, datum: 2021-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-XV-55).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.T.G. van Beukering-Huijbregts, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S. Maatoug, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 XV-55 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2021Z22344:
- Indiener: M.J.T.G. van Beukering-Huijbregts, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Maatoug, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-12-02 10:16: Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid (35925-XV) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2021-12-07 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022
Nr. 55 MOTIE VAN HET LID VAN BEUKERING-HUIJBREGTS C.S.
Voorgesteld 2 december 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kinderombudsman en de Nationale ombudsman al jaren aandacht vragen voor kinderen van wie een van de ouders niet legaal in Nederland verblijft en die daardoor in armoede opgroeien;
constaterende dat de controle op de verblijfsstatus van kinderen van toeslagaanvragers in de huurtoeslag een knelpunt in de uitvoering vormde, en dat deze controle per 2022 wordt losgelaten;
constaterende dat de Staatssecretaris heeft aangegeven dat de Belastingdienst aarzelt bij uitvoerbaarheid van de controle op verblijfsstatus van kinderen bij het kindgebonden budget;
overwegende dat het kindgebonden budget een belangrijk hulpmiddel is voor alle legaal verblijvende ouders om hun kind te onderhouden;
overwegende dat onuitvoerbare regelingen vermeden zouden moeten worden;
overwegende dat de groep legaal verblijvende ouders met kinderen zonder verblijfsstatus gering is, maar dat de controle op deze status veel uitvoeringslasten veroorzaakt;
verzoekt de regering opnieuw in kaart te brengen wat de effecten zijn van het wel of niet toetsen op de verblijfsstatus van het kind bij toekenning van het kindgebonden budget, hierbij rekening houdend met de uitvoeringskosten, uitvoeringscapaciteit en beleidskosten van het eventueel wel toekennen van kindgebonden budget aan legaal verblijvende ouders met kinderen zonder verblijfsstatus, en de Kamer hierover uiterlijk 1 februari te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Beukering-Huijbregts
Ceder
Maatoug