Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2021-2022

35 925 XII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022

Nr. 70 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 3 december 2021

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

De begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022 komt te luiden:

	Totaal	10.452.882	10.912.744	45.011
	Beleidsartikelen
11	Integraal Waterbeleid	55.320	55.580	143
13	Bodem en Ondergrond	113.560	137.280	0
14	Wegen en Verkeersveiligheid	258.169	222.407	6.782
16	Openbaar Vervoer en Spoor	145.532	613.184	0
17	Luchtvaart	87.413	27.366	4.257
18	Scheepvaart en Havens	27.497	38.880	0
19	Uitvoering Milieubeleid en Internationaal	46.119	46.411	0
20	Lucht en Geluid	25.492	28.188	0
21	Duurzaamheid	52.076	62.770	0
22	Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s	32.169	44.958	250
23	Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie	63.904	62.818	0
24	Handhaving en Toezicht	182.359	182.359	24.700
25	Brede Doeluitkering	954.173	954.172	0
26	Bijdrage Investeringsfondsen	8.014.590	8.003.281	0
	Niet-beleidsartikelen
97	Algemeen Departement	32.121	75.697	1.101
98	Apparaatsuitgaven Kerndepartement	357.749	352.754	7.778
99	Nog Onverdeeld	4.639	4.639	0

Toelichting

Algemeen

Met deze nota van wijziging worden de middelen voor het tweede voorschot aan NS in het kader van de beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (BVOV) 2020 toegevoegd aan het jaar 2022, het jaar waarin de afrekening thans is voorzien.

Daarnaast wordt middels de nota van wijziging een deel van de middelen voor de COVID-testen voor reizigers doorgeschoven naar volgend jaar. In de Najaarsnota is vermeld dat voor de NS hoofdrailnet (HRN) concessie sprake is van een afrekening en er nog circa € 190 miljoen moet worden betaald. Aangegeven is daarbij dat het streven is om dit nog in 2021 te betalen. Dit lijkt nu niet haalbaar, vandaar dat de middelen nu worden doorgeschoven.

Naar aanleiding van de aangenomen motie van het lid Sjoerdsma (D66) die het kabinet verzoekt «aan te geven hoe iedere Nederlander gratis de mogelijkheid kan krijgen om, ten behoeve van het Europese digitaal Covid certificaat (DCC), zich deze zomer te laten testen met een test naar keuze, waaronder een NAAT (PCR)-test», heeft het kabinet besloten om ten behoeve van het DCC voor reizigers voor de periode 1 juli tot en met 30 september volledig te vergoeden. Het kabinet heeft u hierover via de Kamerbrief over vergoeding testen voor uitgaande reizigers (Kamerstukken II, 2020–2021, 25 295, nr. 1241) geïnformeerd. In de brief zijn onder meer de risico’s op ondoelmatigheden, onrechtmatigheden en het risico op het niet tijdig behalen van het doel uiteengezet ter afweging voor de Tweede Kamer. Om deze risico’s maximaal te beheersen zijn er intensieve controles en dit is de reden waarom betalingen naar 2022 worden geschoven.

De verwachte totale kosten voor het project COVID testen voor reizigers bedragen naar verwachting circa € 126 miljoen, dit is inclusief uitvoeringskosten. Daarvan zal circa € 32 miljoen in 2022 tot betaling komen. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen van de testaanbieders meer tijd kost dan verwacht. Dit is nodig om er voor te zorgen dat de rechtmatigheid van de betaalde kosten gewaarborgd blijft.

Onderdeel A

Artikel 16 Openbaar Vervoer Spoor

Voor de regeling beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (BVOV) 2020 is in 2020 een eerste voorschot van 80% verstrekt. Het 2e voorschot danwel de afrekening was voorzien in het jaar 2021. Na de Najaarsnota is voor de afrekening van de NS HRN concessie bekend geworden dat deze niet in 2021, maar in 2022 plaats zal vinden. De middelen (€ 190,9 miljoen) worden via deze nota van wijziging ten gunste van de begroting voor het jaar 2022 gebracht.

Artikel 97 Algemeen Kerndepartment

De verhoging van het opdrachtenbudget op dit artikel met € 30,8 miljoen is het gevolg van facturen die naar verwachting in 2022 worden betaald. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen meer tijd kost.

Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Ten behoeve van de uitvoeringskosten COVID testen voor reizigers wordt het kasbudget op dit artikel met € 1,4 miljoen verhoogd. Dit zijn kosten die samenhangen met de controle van de facturen en afronding van het COVID testen voor reizigers traject.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser