Motie van de leden Westerveld en De Hoop over onderzoeken of de geboden tegemoetkoming recht doet aan de werkelijk geleden schade als gevolg van de oude Wet wijziging geslacht
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022
Motie
Nummer: 2021D48198, datum: 2021-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-VIII-129).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: H.E. de Hoop, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VIII-129 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2021Z22702:
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.E. de Hoop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-12-06 11:00: OCW-begroting, onderdeel Emancipatie (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-12-07 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022
Nr. 129 MOTIE VAN DE LEDEN WESTERVELD EN DE HOOP
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 6 december 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Staat recent excuses heeft gemaakt voor de oude Wet wijziging geslacht, ook wel bekend als de oude Transgenderwet die van 1985 tot 2014 van kracht was;
constaterende dat hierbij is gekozen voor het instellen van een onverplichte tegemoetkoming zonder voorafgaand onderzoek te doen naar de schade en het leed van de oude wet;
constaterende dat hiermee de Staat afwijkt van eerder onverplichte tegemoetkomingen, waarbij onderzoek wel voorafging aan de toekenning van de tegemoetkoming;
overwegende dat een gedegen tegemoetkoming onderdeel is van erkenning;
verzoekt de regering om te onderzoeken of de geboden tegemoetkoming recht doet aan de werkelijk geleden schade,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
De Hoop