[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beleidsdoorlichting van artikel 4 van de rijksbegroting van BZK

Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Brief regering

Nummer: 2021D50068, datum: 2021-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30985-52).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30985 -52 Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Onderdeel van zaak 2021Z23575:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

30 985 Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2021

In mijn brief van 4 november 20201 heb ik uw Kamer op de hoogte gebracht van de opzet van de beleidsdoorlichting van artikel 4 van de rijksbegroting van BZK. Deze bestaat uit een doorlichting van artikel 4.1 over energietransitie en duurzaamheid in de gebouwde omgeving en een afzonderlijke doorlichting van artikel 4.2 over bouwregelgeving en bouwkwaliteit.

In bovengenoemde brief heb ik het streven kenbaar gemaakt beide beleidsdoorlichtingen in 2021 naar uw Kamer te sturen. Met deze brief laat ik uw Kamer weten dat het niet mogelijk is de doorlichtingen in 2021 te voltooien en te voorzien van een reactie namens het kabinet. Voor beide doorlichtingen geldt dat een zorgvuldige afronding meer tijd vraagt dan voorzien.

De uitkomsten van beide beleidsdoorlichtingen zal ik afzonderlijk van elkaar en voorzien van een kabinetsappreciatie in het eerste kwartaal van 2022 aan uw Kamer aanbieden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. Kamerstuk 30 985, nr. 44↩︎