Tweede Rapportage Rijkswegennet van 2021
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2022
Brief regering
Nummer: 2021D50492, datum: 2021-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-A-21).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 A-21 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2021Z23796:
- Indiener: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-01-19 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-01-20 13:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-04-11 10:00: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-04-14 13:00: Aanvang middag vergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2022
Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
Bijgaand ontvangt u, later dan gebruikelijk is, de tweede Rapportage Rijkswegennet van 20211. Deze rapportage ziet op de periode van 1 september 2020 tot 30 augustus 2021 en gaat over het gebruik van het Rijkswegennet, de filezwaarte, de filetop-10 en het reistijdverlies. Drie keer per jaar verschijnen er rapportages over de voorafgaande twaalf maanden.
De rapportage geeft feitelijke informatie weer en heeft niet tot doel om politieke of bestuurlijke vraagstukken aan te kaarten. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft in juni 2021 een raming op basis van CPB-scenario’s gepubliceerd over de ontwikkeling van het wegverkeer tot en met 2026. De verwachting van het KiM is dat het verkeer na de coronacrisis weer zal groeien, met de inschatting dat in 2026 de verkeersprestatie op het hoofdwegennet 8,1 procent hoger ligt dan voor de coronacrisis (2019).
Belangrijkste bevindingen in deze rapportage
De effecten van de coronamaatregelen op het verkeersbeeld zijn duidelijk zichtbaar in de cijfers. Ten opzichte van de vorige rapportage (1 mei 2020 tot en met 30 april 2021):
• is het aantal afgelegde voertuigkilometers dat in een jaar tijd is afgelegd met 6,8 procent toegenomen tot 61,4 miljard voertuigkilometers.
• is de jaarfilezwaarte met 22,9 procent toegenomen naar 3,2 miljoen kilometerminuten. De belangrijkste file-oorzaak is hoge intensiteit (reguliere spitsfiles), gevolgd door incidentele files (ongevallen en pechgevallen).
• is het aantal uren dat alle weggebruikers gezamenlijk extra hebben moeten reizen, onder andere doordat ze in de file stonden, toegenomen met 23,2 procent. Hiermee komt het reistijdverlies op 17,9 miljoen voertuigverliesuren op jaarbasis. Reistijdverlies treedt op wanneer de weggebruiker niet de referentiesnelheid van 100 kilometer per uur kan rijden.
• is het aandeel files door werkzaamheden tussen september 2020 en eind augustus 2021 gestegen tot 14,4 procent (aanleg en gepland onderhoud 7,7 procent, ongepland onderhoud 6,7 procent). Eind augustus 2020 bedroeg het aandeel files door werkzaamheden nog 5,1 procent (aanleg en gepland onderhoud 3,9 procent, ongepland onderhoud 1,2 procent). Het aandeel files als gevolg van werkzaamheden is gestegen door een afname van het totale aantal files sinds de start van de coronapandemie. Het werkelijke aantal kilometerminuten file als gevolg van werkzaamheden is vergelijkbaar met vijf voorliggende jaren. Het relatief grote aandeel van de files als gevolg van werkzaamheden wordt mede veroorzaakt door (spoed)reparatie t.a.v. vorstschades en (uitgesteld) onderhoud, waarbij in het bijzonder onderhoud aan bruggen leidt tot vertragingen.
• is de A20 bij Rotterdam tussen Crooswijk en het Terbregseplein opnieuw op de eerste plaats in de filetop-10 te vinden. Dit traject staat sinds medio 2013 op de eerste plaats, met uitzondering van de laatste vier maanden van 2016.
• is het totale economische reistijdverlies op het hoofdwegennet over de afgelopen twaalf maanden gestegen (1 september 2020 tot en met 30 augustus 2021) met 23%. Er zijn vijf nieuwe trajecten in de top-20 voor economische reistijdverliezen. Dit betreffen de A27 tussen Everdingen en Gorinchem (positie 10), de A15 tussen Maasvlakte en Benelux (positie 17), de A15 tussen Benelux en Maasvlakte (positie 18), A28 tussen Hoevelaken en Harderwijk (positie 19) en de A15 tussen Vaanplein en Benelux (positie 20). Het traject A20 bij Rotterdam tussen de knooppunten Kleinpolderplein en het Terbregseplein heeft nog altijd de hoogste economische verlieskosten.
Tussen mei 2021 en augustus 2021 zijn zes nieuwe wegdelen geopend. Dit betreffen extra rijstroken op de A1 tussen Rijssen en Azelo in beide rijrichtingen en op de A4/A44 bij knooppunt Ommedijk richting Amsterdam. Op de A15 is de tijdelijke brug bij de Suurhoffbrug geplaatst, er is een nieuwe aansluiting voor Veldhoven West op de A67 aangelegd, op de A15 tussen Papendrecht en Sliedrecht is de spitsstrook vervangen door een permanente rijstrook en het knooppunt A28–N340 Vechtdalverbinding is gereconstrueerd.
Elke rapportage bevat specifieke thema’s vanuit de actualiteit. In deze rapportage zijn dat, naast de gemeten effecten van de coronamaatregelen op het verkeersbeeld, de cijfers met betrekking tot verkeersveiligheid en de renovatie van de Suurhoffbrug.
Specifiek thema: COVID-19/Corona in relatie tot het Rijkswegennet
In deze Rapportage Rijkswegennet worden hoofdzakelijk jaarcijfers gebruikt om elke periode vergelijkbare cijfers op te leveren. Door gebruik van deze methode worden de cijfers in de verschillende rapportages niet beïnvloed door seizoensinvloeden. Sinds het uitbreken van de pandemie en de hieraan gekoppelde coronamaatregelen van de overheid is een heel ander verkeersbeeld waarneembaar. In 2021 is er nog steeds sprake van een afwijkend verkeersbeeld. Het is in de periode mei tot september 2021 echter wel drukker dan in dezelfde periode in 2020. Het aantal gereden voertuigkilometers is sinds september 2020 stabiel op ongeveer 80 procent ten opzichte van 2019. Sinds het voorjaar van 2021 is het aantal gereden voertuigkilometers gestegen naar ongeveer 85 procent ten opzichte van 2019. In dit hoofdstuk worden de effecten van de maatregelen op het verkeer inzichtelijk gemaakt per week.
Specifiek thema: Verkeersveiligheid
Het beleid van Rijkswaterstaat is erop gericht om de verkeersveiligheid te waarborgen, waardoor er minder gewonden en doden in het verkeer in Nederland vallen. In de rapportage worden ook de cijfers met betrekking tot verkeersongevallen besproken. Tot en met 2019 was een stijgende trend waarneembaar ten aanzien van het aantal ongevallen per jaar, waarna er in 2020 minder ongevallen plaatsvonden. In 2020 is er als gevolg van de coronamaatregelen minder verkeer op het Rijkswegennet geweest. Dit is derhalve ook terug te zien in het aantal ongevallen. De afname van het aantal ongevallen in 2020 is met name waarneembaar in de ochtend- en avondspits.
Specifiek thema: Renovatie van de Suurhoffbrug
Rijkswaterstaat heeft naast de Suurhoffbrug (A15) bij Oostvoorne een tijdelijke brug geplaatst, zodat de Suurhoffbrug kan worden gerenoveerd. Hiermee wordt de hinder van deze renovatie voor de weggebruiker tot een minimum beperkt.
Deze brug is begin jaren 70 gebouwd voor enkele vrachtwagens per dag. Tegenwoordig rijden er maar liefst 40.000 voertuigen per dag, waaronder meer en zwaarder vrachtverkeer dan in het verleden was voorzien. Rijkswaterstaat heeft dit jaar maatregelen genomen om deze internationale «toegangspoort tot de Maasvlakte» de komende jaren in stand te houden. In dit themahoofdstuk worden deze maatregelen besproken.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎