Overzicht op hoofdlijnen van aspecten bij verschillende varianten van constitutionele toetsing
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022
Brief regering
Nummer: 2021D50551, datum: 2021-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35925-VII-103).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Mede ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VII-103 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2021Z23830:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-01-13 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-01-20 13:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-04-14 17:00: Conceptopdracht Staatscommissie Rechtsstaat (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-07-07 14:00: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022
Nr. 103 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16Ā december 2021
Hierbij sturen wij u, mede namens de Minister van Justitie van en Veiligheid, een beknopt overzicht op hoofdlijnen van aspecten bij verschillende varianten van constitutionele toetsing1. Het gaat hier om rechterlijke toetsing van wetten aan de Grondwet, wat op dit moment verboden is op grond van artikelĀ 120 Grondwet; constitutionele toetsing van (ontwerp)wetgeving vindt momenteel plaats in het wetgevingsproces, in het bijzonder door de regering en de Staten-Generaal, daarin mede geadviseerd door de Afdeling advisering van de Raad van State. Aan elk van de varianten zitten talrijke aandachtspunten, waarvan de weging aan een volgend kabinet is. Hiermee geven wij gevolg aan de daartoe strekkende toezegging van de Minister-President tijdens de Algemene politieke beschouwingen (HandelingenĀ II 2021/22, nr.Ā 3, itemĀ 2 en 5) en de toezeggingen die zijn gedaan tijdens de behandelingen in uw Kamer van de begrotingen van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid, om een grondwetstraject tot herziening van artikel 120 Grondwet āĀ waarover een volgend kabinet zal besluitenĀ ā technisch voor te bereiden.2 Deze toezeggingen aan de Tweede Kamer zijn gedaan in reactie op de motie van het lid Kuik c.s.,3 vragen vanuit de Kamer omtrent de uitvoering daarvan, en in reactie op de motie van het lid Simons.4
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker