[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de JBZ-Raad van 9-10 december 2021

Bijlage

Nummer: 2021D50764, datum: 2021-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de JBZ-Raad van 9-10 december 2021 (2021D50763)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de bijeenkomst

van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,

9-10 december 2021

  1. Binnenlandse Zaken, Asiel en Migratie

Omdat de publicatie van het Schengenpakket en van het politiesamenwerkingspakket was vertraagd, heeft het Sloveense Voorzitterschap op 8 december jl. besloten deze onderwerpen van de agenda af te halen. Het gehele pakket is inmiddels gepubliceerd. Het kabinet informeert uw Kamer hierover via het gebruikelijke BNC-traject.

Ook de presentatie van de Commissie van het voorstel voor een Raadsbesluit voor voorlopige noodmaatregelen op basis van artikel 78(3) VWEU onder ‘overige onderwerpen’ is van de agenda gehaald. Het voorstel kwam wel kort aan bod in de discussie over de bestrijding van hybride dreigingen en uitdagingen op het gebied van migratie.

Bij aanvang van de JBZ-Raad werd de Verordening inzake het Asielagentschap van de EU (EUAA) formeel aangenomen. Dit vond plaats zonder discussie, nadat eerder hierover een compromis tussen het Europees Parlement en de Raad was bereikt. Publicatie van de verordening in het EU-publicatieblad is voorzien voor 20 december 2021. Daarmee zal de verordening op 9 januari 2022 in werking treden.1

En marge van de JBZ-Raad sprak Nederland met de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie van België, Frankrijk en Spanje over de intensivering van de samenwerking in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit waarna de landen een gezamenlijk statement uitbrachten. Het statement is gevoegd als bijlage. De landen spraken af nauwer te gaan samenwerken, met speciale aandacht voor:

  • Het voorkomen en bestrijden van georganiseerde drugscriminaliteit in samenwerking met andere landen van herkomst en doorvoer en met internationale partners;

  • Het vergroten van de weerbaarheid van logistieke knooppunten en processen, zoals zeehavens, luchthavens en postdiensten, tegen misbruik, corruptie en criminele infiltratie;

  • Het opsporen, verstoren en terugdringen van criminele geldstromen en het in beslag nemen en ontnemen van crimineel vermogen;

  • Het omgaan met en gebruik maken van technologie en innovaties bij het opsporen, voorkomen en aanpakken van zware en georganiseerde criminaliteit en hun ondermijnende impact, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de digitale wereld.

  1. NextGeneration EU – voorkomen van infiltratie door georganiseerde criminaliteit

Het Voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over het risico dat georganiseerde criminaliteit misbruik maakt van de fondsen die beschikbaar zijn gesteld onder het tijdelijke herstelinstrument NextGenerationEU. De Commissie onderschreef de analyse van het Voorzitterschap. De JBZ-Raad sprak grote steun uit voor intensievere EU- en grensoverschrijdende samenwerking om infiltratie van de georganiseerde misdaad tegen te gaan, ook met het oog op mogelijk misbruik van gelden van NextGenerationEU. De lidstaten waren het er over eens dat verbeterde informatie-uitwisseling over het fenomeen infiltratie door georganiseerde misdaad tussen de lidstaten, op EU-niveau en daarbij in het bijzonder via Operatie Sentinel met Europol, het EOM en OLAF nodig is.2 Dit, gevolgd door een gedegen analyse, moet leiden tot een gezamenlijke aanpak van het fenomeen. De JBZ-Raad was ook eensgezind over het belang van het benutten van het bestaande Europees multidisciplinair platform tegen criminele dreiging (EMPACT) als instrument tegen de georganiseerde criminaliteit.

De Commissie maakte van de gelegenheid gebruik om het op 8 december jl. gepresenteerde politiesamenwerkingspakket toe te lichten dat bestaat uit een aanbeveling over politiesamenwerking, een richtlijn over informatie-uitwisseling en een voorstel voor een Prüm-Verordening3 ter aanpassing van de bestaande Prüm-wetgeving voor het delen van informatie voor opsporingsdoeleinden.4 Dit pakket was van de agenda van de JBZ-Raad gehaald vanwege uitstel van de publicatie van de voorstellen. De Commissie onderstreepte dat het van belang is om een wettelijke basis te creëren waarmee de praktische grensoverschrijdende samenwerking tussen politiediensten wordt versterkt. Het kabinet stuurt uw Kamer via de gebruikelijke BNC-procedure de kabinetsappreciatie van deze voorstellen.

Nederland onderstreepte het belang van de strijd tegen georganiseerde misdaad in dit kader en wees vooral op het gebruik van reeds bestaande instrumenten. Binnen het bestaande instrumentarium kan de samenwerking worden verbeterd. Daarbij wees het kabinet bijvoorbeeld op de verschillende lopende operaties zoals Operatie Sentinel en het belang voor alle lidstaten om deel te nemen aan het EOM. Daarnaast maakte Nederland melding van de verklaring die het Nederland op 9 december jl. samen met België, Frankrijk en Spanje uitbracht over intensivering van de samenwerking in de strijd tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Een aantal lidstaten reageerde daar met interesse op en onderschreef het belang van samenwerking.

  1. Bestrijding van hybride dreigingen en uitdagingen op migratiegebied

In de aanloop naar de JBZ-Raad heeft het Voorzitterschap het agendaonderwerp breder geformuleerd. Dit om tegemoet te komen aan de wens van een aantal lidstaten om de discussie niet alleen te richten op de instrumentalisering van migratie, oftewel het misbruiken van migratie voor geopolitieke doeleinden, maar deze breder te trekken om zo ook te spreken over andere uitdagingen op het gebied van migratie. Deze discussie werd voortgezet tijdens de informele lunch. Omwille van het overzicht is de verslaglegging hieronder samengevoegd.

De Commissie stond tijdens dit agendapunt kort stil bij het concept-Raadsbesluit met tijdelijke noodmaatregelen voor Letland, Litouwen en Polen op basis van artikel 78(3) VWEU. De Commissie lichtte beknopt toe dat het voorstel tot doel heeft de drie lidstaten tijdelijk meer flexibiliteit te bieden om beter te kunnen reageren op de situatie waarin zij zich bevinden, binnen de kaders van het Europees en internationaal recht. Verder blikte de Commissie vooruit op de presentatie van het voorstel tot herziening van de Schengengrenscode, welke inmiddels is gepubliceerd op 14 december jl.

Tijdens een uitgebreide tafelronde stonden de lidstaten stil bij het tegengaan van hybride dreigingen, het aanpakken van secundaire migratie en het belang van acties op de externe dimensie van migratie. Tussen de lidstaten bestond overeenstemming dat de tot nu toe ondernomen acties tegen de hybride aanval van het Belarussische regime succesvol lijken te zijn. Daarbij ging vooral aandacht uit naar de succesvolle, met name door de EU gecoördineerde, contacten met derde landen die ertoe hebben geleid dat vluchten naar Belarus sterk zijn verminderd. Ook onderschreef een groot aantal lidstaten het belang van humanitaire steun aan beide zijden van de grens en van terugkeer van migranten naar de landen van herkomst. Tijdens de tafelronde verwelkomde een aantal lidstaten tevens het voorstel op basis van artikel 78 (3) VWEU, als één van de instrumenten die de EU kan inzetten om de situatie het hoofd te bieden. Ten aanzien van de overige uitdagingen op migratiegebied erkende een grote meerderheid van de lidstaten dat voortgang nodig is op de voorstellen die de interne dimensie van het migratie- en asielpact betreffen. Voorts was er aandacht voor het voorkomen van secundaire migratie en erkende de Commissie dat lidstaten zoals Nederland daar grote druk van ondervinden. De zuidelijke lidstaten stonden stil bij de toename in het aantal irreguliere aankomsten waarmee zij te maken hebben. Uit de tafelronde kwam naar voren dat de JBZ-Raad eensgezind is dat alle lidstaten te maken hebben met een vorm van migratiedruk.

Nederland stelde tijdens de tafelronde dat de Unie daadwerkelijk resultaten kan boeken in samenwerking met derde landen en het faciliteren van terugkeer. De aanpak van de Commissie in reactie op de acties van het Belarussische regime heeft dat laten zien. Deze aanpak dient dan ook te worden voortgezet. Voorts vroeg Nederland aandacht voor humanitaire toegang tot het grensgebied aan beide zijden van de grens, en meer transparantie over wat er in het grensgebied gebeurt. Verder heeft Nederland de verschillende voorstellen van de Commissie om deze situatie het hoofd te bieden verwelkomd, waaronder ook het concept-Raadsbesluit op basis van artikel 78(3) VWEU, en gesteld dat Nederland dit bestudeert. Zoals toegezegd informeert het kabinet uw Kamer versneld over het kabinetsstandpunt met het gebruikelijke BNC-fiche dat uw Kamer tegelijkertijd met deze brief toekomt. Hierin gaat het kabinet ook in op het verzoek zoals geuit in de motie Koekoek c.s.5

Voorts heeft Nederland zorgen geuit over secundaire migratiestromen binnen de Unie waarbij een klein aantal lidstaten bestemmingsland is en zo een hoge instroom te verwerken heeft. Zoals toegezegd aan uw Kamer benadrukte Nederland tevens dat de EU, ook met het oog op het recent gepresenteerde concept-Raadsbesluit, waakzaam moet blijven ten aanzien van een verdere toename van secundaire migratiestromen binnen de Unie. In die context heeft Nederland een oproep gedaan aan de lidstaten om voortgang te boeken ten aanzien van het migratie- en asielpact, in het bijzonder de voorgestelde screening- en grensprocedure en Eurodac. Nederland deed dit samen met enkele andere gelijkgezinde lidstaten, indachtig de motie Van Dijk.6

  1. Samenwerking tussen de contraterrorisme autoriteiten

  1. EU Contraterrorismecoördinator (EU CTC)

De afgelopen zomer benoemde EU CTC Ilkka Salmi heeft de JBZ-Raad geïnformeerd over de situatie in Albanië, Kosovo en Noord-Macedonië waar Afghaanse vluchtelingen zitten in afwachting op toestemming om uit te reizen naar onder meer de VS. Vooral in Albanië is onduidelijk waar deze vluchtelingen naartoe kunnen. Er zijn geen zorgen over veiligheid en er wordt actief gewerkt aan evacuatie die tot volgend jaar zal doorlopen. In Kosovo beziet de VS voor ongeveer 250 vluchtelingen of zij tot de VS kunnen worden toegelaten. Daarnaast is een NAVO-operatie gaande met de beoordeling en evacuatie van 400 vluchtelingen, onder wie meer dan 180 kinderen. Onderdeel van dit proces is een veiligheidsanalyse. De VS zal vervolgens met derde landen bezien waar en hoe deze mensen zouden kunnen worden toegelaten. In Noord-Macedonië gaat het om ongeveer 640 personen bij wiens evacuatieproces diverse niet-gouvernementele organisaties en de NAVO betrokken zijn. De EU CTC staat in nauw contact met de VS over de voortgang van deze operaties en ontvangt de voor de EU relevante (veiligheids-)informatie.

  1. CTG

In deze besloten bijeenkomst informeerde de voorzitter van de Counter Terrorism Group (CTG) over de terroristische dreiging in en richting Europa.

  1. Voortgangsrapportage Schengen evaluatie- en monitoringsmechanisme

De JBZ-Raad heeft kennisgenomen van de voortgang die de lidstaten hebben geboekt ten aanzien van de onderhandelingen over het Schengenevaluatie- en monitoringsmechanisme. Het Voorzitterschap concludeerde dat verdere discussie nodig is ten aanzien van een aantal, met name horizontale, onderwerpen, zoals de rolverdeling tussen de Raad en de Commissie. De onderhandelingen over het voorstel worden voortgezet onder Frans voorzitterschap. Er vond geen discussie plaats.

  1. Raadsconclusies Schengentoetreding Kroatië

De Raadsconclusies inzake de technische gereedheid van Kroatië met het oog op de toetreding tot Schengen zijn zonder discussie aangenomen. In deze Conclusies heeft de Raad vastgelegd dat Kroatië wordt verzocht consistent te blijven werken aan de implementatie van het Schengen-acquis, evenals de verplichtingen die gerelateerd zijn aan het Schengen-acquis. Tevens herhaalde de Raad in haar Conclusies in deze context het belang van een verdere versterking van het Schengengebied, en benoemde daarbij de lopende onderhandelingen voor een efficiënt Schengenevaluatiemechanisme.

Zoals uw Kamer bekend is de conclusie dat een lidstaat aan de technische toetredingsvereisten voldoet een procedurele stap en zal de daadwerkelijke toetreding van Kroatië tot het Schengengebied pas plaatsvinden nadat de Raad hier unaniem over beslist.

  1. Richtlijn kritieke entiteiten (CER-richtlijn)

Het Comité van Permanente Vertegenwoordigers heeft op 8 december jl. overeenstemming bereikt over de Raadspositie over de richtlijn Bescherming veerkracht kritieke entiteiten (CER-richtlijn). Om planningsredenen kon de Raadspositie nog niet worden vastgesteld, dit zal formeel worden gedaan tijdens de Milieuraad van 20 december a.s. als zogenoemd A-punt.7 Het Voorzitterschap heeft de JBZ-Raad geïnformeerd over de onderhandelingen. Zoals gemeld in de geannoteerde agenda van deze JBZ-Raad was er nog geen overeenstemming over de uitzonderingsclausule voor nationale veiligheid. Deze clausule is uiteindelijk conform Nederlandse inzet opgenomen 8 Het kabinet is ook tevreden over de grotere rol die is opgenomen voor de lidstaten in bepaalde processen. De triloog gaat van start onder het inkomende Franse Voorzitterschap.

  1. Uitvoering interoperabiliteit

De Commissie informeerde de JBZ-Raad over de aangepaste planning voor de implementatie van interoperabiliteit van de verschillende IT-systemen. Zoals gesteld in de geannoteerde agenda voor deze JBZ-Raad zal het Schengeninformatiesysteem in juni 2022 in gebruik worden genomen en het Entry Exitsysteem eind september 2022. De implementatie van het Europees systeem voor reisinformatie en –autorisatie (ETIAS) wordt nu voorzien voor mei 2023.

  1. Overige onderwerpen

a). Ministeriële Bijeenkomst EU-Westelijke Balkan 2-3 december
Het Voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over de ministeriële bijeenkomst over de Westelijke Balkan op 2 en 3 december jl. in Slovenië. Er is gesproken over het belang van de rechtsstaat en justitiële samenwerking en de uitdagingen die de landen kennen bij digitalisering. Ook is gesproken over grensbeheer. De JBZ-Raad nam kennis van deze informatie.

b). EU-VS ministeriële ontmoeting over Justitie en Binnenlandse Zaken 16 december

Het Voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over deze bijeenkomst op ministerieel niveau waar zal worden gesproken over cybercrime, digitale uitdagingen en verdere samenwerking tussen de EU en de VS onder meer op het gebied van migratie en mobiliteit. De JBZ-Raad nam kennis van deze informatie.

c). Ministeriële conferentie over het tegengaan van seksueel kindermisbruik

Het Voorzitterschap gaf een terugkoppeling over de ministeriële conferentie over het tegengaan van seksueel kindermisbruik op 12 november jl. De JBZ-Raad nam kennis van deze informatie.


  1. Justitie, Grondrechten en Burgerschap

  1. Verordening e-evidence

Het Voorzitterschap schetste de stand van zaken over de onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) over de Verordening betreffende Europese bevelen tot verstrekking en tot bewaring van elektronisch bewijsmateriaal (e-evidence). Zoals vermeld in de geannoteerde agenda van deze JBZ-Raad verlopen deze onderhandelingen stroef, vooral ten aanzien van het notificatiemechanisme. Een aantal lidstaten onderstreepte nogmaals het belang van voortgang op de onderhandelingen en stelde dat de JBZ-Raad al een hoge mate van compromisbereidheid richting het EP heeft getoond. Hierbij refereerden zij aan het feit dat de uitvoerende instanties grote behoefte hebben aan het vaststellen van deze verordening en spraken zij de hoop uit om onder het inkomende Franse Voorzitterschap tot een akkoord te kunnen komen. Voorts onderstreepten de interventies het belang van het notificatiemechanisme en de aandacht voor grondrechten.

Vervolgens gaf het Voorzitterschap een korte update over de voortgang van de digitalisering van justitiestelsels en benoemde dat het belang van digitalisering voor verbeterde justitiële samenwerking alleen nog maar duidelijker is geworden tijdens de COVID-19-pandemie. Hierbij onderstreepte het Voorzitterschap het belang van samenwerking met Eurojust en de op 1 december jl. gepresenteerde voorstellen van de Commissie om rechtsstelsels van de EU te digitaliseren en te moderniseren.9 Het gaat hierbij om een verordening voor de digitalisering van grensoverschrijdende justitiële samenwerking en de digitale toegang tot het recht; een verordening voor informatie-uitwisseling in grensoverschrijdende terrorismezaken (CT-register Eurojust) en een verordening voor een samenwerkingsplatform voor de joint investigation teams (JIT).10 Het kabinet informeert uw Kamer via de gebruikelijke BNC-procedure over zijn standpunt ten aanzien van deze voorstellen.

  1. EU toetreding tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)

Het Voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over de lopende onderhandelingen over de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De toetreding is erop gericht om meer samenhang te bereiken tussen de mensenrechtennormen in Europa en meer samenhang in de ontwikkelingen van jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) in Luxemburg en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg. De Commissie lichtte toe dat het in de onderhandelingen met de verdragsstaten van de Raad van Europa (RvE) lastig blijkt om de discussie te blijven richten op de elementen uit het advies 2/13 van het HvJEU in 2014 waarin het HvJEU heeft geoordeeld dat het ontwerptoetredingsverdrag op meerdere punten onverenigbaar is met het EU-recht. Het is van belang dat voor alle onderhandelingspartners duidelijk blijft dat toetreding van de EU tot het EVRM een verbetering is en dat het advies van het HvJEU leidend moet zijn.

Naast de onderhandelingen met de verdragsstaten van de RvE wordt binnen de EU onderhandeld over de interne regels die nodig zijn voor het toetredingsakkoord.

  1. Geleerde lessen Covid-19 noodwetgeving

In het kader van de jaarlijkse rechtsstaatsdialoog discussieerde de JBZ-Raad over een specifiek thema uit het rechtsstaatrapport 2021 van de Commissie. Dit keer betrof dat een sterke rechtsstaat in crisistijden (tijdens de COVID-19-pandemie). Op verzoek van het Voorzitterschap gingen de lidstaten daarbij vooral in op de geleerde lessen voor de rechterlijke toetsing van noodmaatregelen en op de maatregelen die zij hebben genomen om een ononderbroken en effectieve toegang tot het recht te garanderen tijdens de COVID-19-pandemie.

De Commissie presenteerde de belangrijkste conclusies uit het rechtsstaatrapport 2021 over dit thema.11 Hierbij benoemde zij expliciet dat de noodmaatregelen noodzakelijk, proportioneel en tijdelijk moeten zijn. Verder stelde de Commissie – met verwijzing naar bovengenoemde Commissievoorstellen voor modernisering van de justitiële samenwerking – dat de digitalisering van justitie cruciaal is voor de toegang tot het recht, zeker ook in tijden van crisis.

Bijna alle lidstaten deelden hun ervaringen met noodmaatregelen en digitale toegang tot het recht. In de meeste gevallen oordeelde de nationale rechter bij controle van de maatregelen dat deze noodzakelijk en proportioneel waren, soms in hoger beroep en/of na aanvulling van de motivering. De Baltische staten kenden al voor de COVID-19-pandemie een groot aantal digitale hulpmiddelen in het justitieel domein waardoor zij op het gebied van toegang tot het recht positief in het rechtsstaatrapport van de Commissie werden aangehaald. Overige lidstaten hebben de pandemie aangegrepen om de digitalisering te versnellen.

Nederland onderstreepte allereerst het belang van de discussie over rechtsstatelijkheid in de JBZ-Raad vanwege de rol van de ministers van Justitie bij het bewaken van de rechtsstaat. Vervolgens benadrukte Nederland – zoals toegezegd in het debat over de rechtsstaat in de EU van 24 november jl. – het belang van parlementaire en rechterlijke controle op noodmaatregelen. Bij de invoering van noodmaatregelen moet sprake zijn van een noodsituatie, de maatregelen moeten proportioneel en tijdelijk zijn en ze moeten worden gecontroleerd door een onafhankelijke rechter. Een aantal lidstaten steunde Nederland hier in. Voorts wees Nederland op de noodzaak om ook in crisistijd het rechtsstelsel werkende te houden als onderdeel van een werkende rechtsstaat.   

  1. Tegengaan haatmisdrijven en haatzaaien

Tijdens de informele werklunch sprak de JBZ-Raad over het tegengaan van haatmisdrijven en haatzaaien en het voorstel om deze fenomenen op te nemen als Eurocrime, zoals vastgelegd in artikel 83 VWEU. Een meerderheid van de lidstaten stelde voorstander te zijn van het opnemen van haatmisdrijven en haatzijen als Eurocrimes, waarbij de discussie zich vooral zal richten op de definitie. Een aantal lidstaten benoemde ook de expliciete rol voor internetproviders hierin. De Commissie stelde dat het van belang is best practices uit te wisselen en een sterk juridisch raamwerk vast te stellen om op te kunnen treden. Het grondrechtenagentschap (FRA) en een aantal lidstaten vroeg expliciet aandacht voor de slachtoffers bij de bestrijding van deze fenomenen.

Nederland steunde het belang van een effectieve aanpak van haatmisdrijven en haatzaaien en sprak zijn steun uit voor het initiatief om haatmisdrijven en haatzaaien als Eurocrime op te nemen. Nederland onderstreepte daarbij het belang van een goede definitie en vroeg aandacht voor het concrete gezamenlijke aanpakken en tegengaan van haatmisdrijven en haatzaaien.

  1. Stand van zaken Europees Openbaar Ministerie

Het Voorzitterschap, de Commissie en de Hoofdaanklager van het EOM informeerden de JBZ-Raad over de ontwikkelingen van het EOM. In zes maanden tijd heeft het EOM bijvoorbeeld al meer dan 500 onderzoeken geopend die een schade van meer dan 5 miljard euro beslaan. Inmiddels is een eerste veroordeling in een EOM-zaak opgelegd en meer dan 61 miljoen euro in beslag genomen. De Commissie riep alle lidstaten op om aan te sluiten bij het EOM en om de resterende vacatures voor gedelegeerde Europese aanklagers spoedig te vullen. Een aantal lidstaten onderschreef het belang hiervan.

  1. Overige onderwerpen

a). Toekomstige justitie-onderwerpen

De Commissie gaf een toelichting op de voorstellen op justitieterrein die ook zijn opgenomen in het Commissie Werkprogramma 2022. De Commissie liep deze voorstellen kort langs en onderstreepte hierbij vooral het belang van de Europese waarden, mensenrechten en grondrechten en de uitdagingen uit de verschillende rechtsstaatrapporten. Voorts riep de Commissie op om ook nauw samen te blijven werken op de bestaande EU-initiatieven. De JBZ-Raad nam kennis van deze informatie.

b). Jaarlijkse rapportage EU-Handvest van de grondrechten

De Commissie ging in op de jaarlijkse rapportage over het EU-Handvest van de grondrechten dat op dezelfde dag was gepresenteerd. Hierbij is vooral gekeken naar het waarborgen van grondrechten in deze digitale tijd. De Commissie zal hier ook een bewustwordingscampagne voor organiseren. De JBZ-Raad nam kennis van deze informatie.

c). Prioriteiten inkomende Franse Voorzitterschap

Het inkomend Franse Voorzitterschap ging in op haar prioriteiten voor het komende halfjaar. Hierbij had Frankrijk expliciet aandacht voor de strijd tegen haatzaaien, racisme, antisemitisme, het geweld tegen vrouwen en de juridische bescherming van burgers in de rechtsstaat. Verder benoemde Frankrijk het versterken van de gerechtelijke samenwerkingsinstrumenten en bovengenoemde Commissievoorstellen om rechtsstelsels van de EU te digitaliseren en te moderniseren. Daarnaast ging Frankrijk kort in op de herziening van de Milieustrafrechtrichtlijn, waarbij Frankrijk een grotere rol voor justitie ziet. De rechtsstaat zal een rode draad vormen door de werkzaamheden van het Franse Voorzitterschap.


  1. Over de EUAA-verordening en het verloop van de besluitvormingsprocedure is uw Kamer geïnformeerd bij brieven van 16 juni en 8 juli 2021: Kamerstukken II, vergaderjaar 2020-2021, 22 112, nr. 3143 en 3154↩︎

  2. Zoals vermeld in de geannoteerde agenda van deze JBZ-Raad is Operatie Sentinel opgezet die zich richt op het in kaart brengen van kwetsbaarheden en fraude met EU-gelden. Het EOM is het Europees Openbaar Ministerie en OLAF betreft het Europees Bureau voor Fraudebestrijding.↩︎

  3. De huidige Prüm-besluiten zien op het automatisch uitwisselen van gegevens met betrekking tot voertuigregistratiegegevens, DNA en vingerafdrukken.↩︎

  4. Motie 32317 nr. 725, d.d. 8 december 2021.↩︎

  5. Motie 32317 nr. 730, d.d. 8 december 2021.↩︎

  6. Een A-punt is een agendapunt waarover zonder debat een akkoord wordt bereikt.↩︎

  7. Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 22 112, nr. 3054.↩︎

  8. Eurojust is het Europees orgaan voor justitiële samenwerking.↩︎

  9. joint investigation teams zijn internationale gemeenschappelijke onderzoeksteams voor strafrechtelijk onderzoek.↩︎

  10. Kamerstukken II, Vergaderjaar 2020-2021, Kamerstuk 21501-02 nr. 2413 d.d. 1 oktober 2021↩︎