Uitkomsten G20-top (Rome, 30 en 31 oktober 2021)
G-20
Brief regering
Nummer: 2021D50793, datum: 2021-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32429-20).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken ()
Onderdeel van kamerstukdossier 32429 -20 G-20.
Onderdeel van zaak 2021Z23937:
- Indiener: H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-01-18 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-20 12:30: Procedurevergadering (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-03-23 14:00: Nederlandse inzet in de G20 in 2022 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
32 429 G-20
Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2021
Op 30 en 31 oktober jl. vond de G20 top in Rome plaats, waaraan het kabinet op uitnodiging van het Italiaanse G20-voorzitterschap heeft deelgenomen. Het kabinet werd vertegenwoordigd door de Minister-President en de Minister van Financiën. Hare Majesteit de Koningin was in haar hoedanigheid van Speciaal Pleitbezorger van de VN Secretaris-Generaal voor inclusieve financiering voor ontwikkeling aanwezig. De Nederlandse inzet met betrekking tot de G20 dit jaar kwam uw Kamer eerder toe.1
In deze brief wordt uw Kamer, mede namens de Minister-President, geïnformeerd over de uitkomsten van de G20-top. De focus van het Italiaanse G20-voorzitterschap lag op People, Planet, Prosperity, wat zich bij de top vertaalde in veel aandacht voor Global Health en de COVID-19 respons, duurzaam economisch herstel, en klimaat, mede m.h.o.o. de aansluitende COP26 bijeenkomst in Glasgow. In de aanloop naar en tijdens de top is gebleken dat de vertegenwoordigers van de belangrijkste economieën ter wereld, waaronder Nederland, het streven naar veerkrachtig, verantwoordelijk en duurzaam economisch herstel na de COVID-19 pandemie delen. De G20 vervult als overlegforum een nuttige rol in het bespreken van de verschillende perspectieven die de grote mondiale spelers hierbij hebben. In dat licht is het kabinet verheugd dat de top heeft geresulteerd in overeenstemming over een gezamenlijke verklaring die de volledige breedte van de G20-agenda bestrijkt. Deze (Engelstalige) verklaring, de G20 Leaders’ Declaration, is bij deze brief gevoegd2. Naast de gezamenlijke verklaring als concrete uitkomst wordt hieronder per thema ingegaan op de belangrijkste resultaten en het voortraject.
Financiën/gezondheid
De G20 benadrukte het belang van het gezamenlijk en gecoördineerd optreden tegen de COVID-19-crisis, waarbij voldoende aandacht moet zijn voor het divergente herstel van landen. In de discussies heeft het kabinet gepleit voor het geleidelijk uitfaseren van generieke steunmaatregelen in ontwikkelende economieën indien het herstel en de epidemiologische omstandigheden dit toelaten, ook om risico’s op oververhitting van de economie te voorkomen. Daarnaast heeft het kabinet opgeroepen tot leiderschap van de G20 bij pandemic preparedness and response en mondiale toegang tot noodzakelijke vaccins, diagnostica en therapeutica. Daarbij heeft het kabinet de oprichting van een G20 Joint Finance-Health Task Force gesteund om te zorgen voor adequate financiering van pandemiepreventie, paraatheid en respons.
De G20 verwelkomde het akkoord dat is bereikt over een nieuw raamwerk voor de internationale belastingheffing, inclusief afspraken over een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing bij multinationals. Daarmee is een belangrijke stap gezet richting een moderner internationaal belastingsysteem en een wereldwijde minimumbelasting.3 Daarnaast onderschreef de G20 dat koolstofbeprijzing een rol kan spelen in het beleid van landen om broeikasgassen te mitigeren.
T.a.v. het steunen van kwetsbare landen, zoals lage-inkomenslanden en opkomende economieën is de nieuwe algemene allocatie van bijzondere trekkingsrechten (Special Drawing Rights, SDR’s) door het IMF besproken, waarmee het equivalent van 650 miljard USD aan extra reserves wereldwijd beschikbaar wordt gesteld. Om ervoor te zorgen dat SDR’s terechtkomen bij kwetsbare opkomende economieën en lage-inkomenslanden hebben verschillende landen een toezegging gedaan op vrijwillige basis SDR’s door te lenen aan de loan account van de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT). Middels de PRGT verstrekt het IMF leningen aan lage-inkomenslanden op concessionele voorwaarden. Het kabinet heeft toegezegd 300 mln SDRs (wat overeenkomt met 365 mln EUR) te zullen doorlenen aan dit fonds4. Aanvullend riepen de G20 op tot de oprichting van een nieuw Resilience and Sustainability Trust (RST). Dit fonds is bedoeld voor lange termijn financiering aan landen die hervormingen doorvoeren om risico’s van onder meer klimaatverandering en pandemieën te mitigeren en tevens stabiliteit van de betalingsbalans in de toekomst te borgen.
Handel en investeringen
Het kabinet is tevreden met het relatief ambitieuze statement van de Handelsminister in aanloop naar 12de WTO Ministerial Conference (MC12). De G20 onderstreept het belang van een wereldwijd op regels gebaseerd handelssysteem, waarin de WTO een centrale rol speelt en protectionisme dient te worden tegengegaan. Het kabinet heeft het accent gelegd op de noodzaak van concrete uitkomsten voor de WTO MC-12 op het gebied van handel en gezondheid en visserijsubsidies. Het kabinet heeft langs de lijn van de motie Piri 17 juni jl.5 elementen bepleit waaruit een gezamenlijke aanpak bij huidige en toekomstige gezondheidscrises zou moeten bestaan. Ook is het belang benadrukt dat de G20 landen een verantwoordelijkheid hebben in het verder brengen van de WTO agenda op het gebied van handel en milieu. Het kabinet is positief over de overeenkomst tussen de EU en de VS die tijdens de top tot stand kwam om besprekingen te starten over een wereldwijde regeling inzake duurzaam staal en aluminium en om handelsgeschillen over staal en aluminium op te schorten.
Klimaat en energie
Met de COP26 in zicht was er veel aandacht voor klimaat en energie in de G20 discussies. Het kabinet heeft het belang van ambitieuze afspraken op deze onderwerpen onderstreept, in het bijzonder het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C ten opzichte van het pre-industriële niveau, het stellen van scherpe (netto nul uitstoot) lange termijn doelen en het indienen van ambitieuze Nationally Determined Contributions (NDC’s) in lijn met deze netto nul doelen door alle G20 landen voorafgaand aan de COP26. Daarbij heeft het kabinet er voor gepleit om de discussie over klimaatambities te verbinden met mondiaal groen herstel en heeft het kabinet de belangrijke rol van de multilaterale financiële instellingen hierin onderstreept. Het kabinet heeft er verder voor gepleit om de energietransitie op een efficiënte en kosteneffectieve manier in lijn te brengen met de mondiale klimaatdoelstellingen en specifiek ingezet op het uitfaseren van steenkolen.
Klimaat bleek een splijtzwam in de onderhandelingen, met een complex krachtenveld van landen die samen ca. 80% van de mondiale emissies en 85% van het wereldwijde BBP beslaan. De fossiele afhankelijkheid in veel economieën van G20 landen is groot, waardoor toezeggingen van emissiereducties in lijn met Parijs nog een stap te ver leken. Het kabinet verwelkomt dan ook de erkenning van de G20 dat het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C ten opzichte van het pre-industriële niveau, zinvolle en doeltreffende actie en inzet van alle landen vereist, rekening houdend met verschillende benaderingen. Ook is het kabinet positief over de toezegging van de G20 om voortgang te boeken op acties op het gebied van mitigatie, adaptatie en financiering, evenals de erkenning dat het cruciaal is om uiterlijk of rond het midden van de eeuw wereldwijd broeikasgasneutraliteit of koolstofneutraliteit te bereiken door netto nul uitstoot. Het kabinet betreurt dat het niet is gelukt om afspraken te maken over het uitfaseren van bestaande kolencentrales, maar is positief over het besluit van de G20 landen om voor het einde van 2021 te stoppen met publieke financiering van nieuwe kolencentrales in het buitenland, en de verdere actie die de G20 landen toezeggen dit decennium te zullen ondernemen om hun NDC’s voor 2030 te formuleren, uit te voeren, bij te werken en, waar nodig, te verhogen.
Milieu
Het kabinet heeft het Italiaanse G20 voorzitterschap gesteund in de drie centrale thema’s met betrekking tot milieu te weten 1) bescherming en herstel van ecosystemen, 2) steunen van resource efficiency en implementeren van circulaire economie, 3) uitwerken van financiële instrumenten ten behoeve van SDG 14 (leven in water), SDG15 (leven op het land). Daarbij heeft het kabinet het belang van circulaire economie onderstreept. Het kabinet is dan ook positief over de maatregelen van de G20 om het biodiversiteitsverlies uiterlijk in 2030 een halt toe te roepen en om te buigen. Ook verwelkomt het kabinet het streven van de G20 om ten minste 30% van het wereldwijde landoppervlak en ten minste 30% van de mondiale oceanen en zeeën uiterlijk in 2030 in stand te houden of te beschermen, alsmede de G20 inspanningen om duurzame consumptie en productie en vermindering van emissies te bereiken mede door toepassing van een circulaire economie aanpak.
Werkgelegenheid
Het kabinet heeft in lijn met de inzet voor de G20 dit jaar steun uitgesproken voor de door Italië geagendeerde thema’s gendergelijkheid, sociale bescherming en digitalisering op de arbeidsmarkt. De G20 stelt dat het van belang is om de (technologische) ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in goede banen te leiden en om kennis uit te wisselen over de verschillende uitdagingen die de arbeidsmarkt kent. Het gaat hier bijvoorbeeld om de noodzaak van fatsoenlijke werkomstandigheden voor platformwerkers en het stimuleren van een leven lang leren. Nederland heeft zich ingezet voor het specifiek benoemen van deze elementen in de slotverklaring.
Onderwijs
De G20 ziet toegang tot onderwijs als een mensenrecht en een cruciaal instrument voor inclusief en duurzaam economisch herstel. De G20 committeert zich conform de inzet van het kabinet aan toegang tot kwalitatief goed onderwijs voor iedereen, met bijzondere aandacht voor vrouwen en meisjes en kwetsbare studenten en scholieren. Daarnaast zet de G20 in op het meer inclusief, aanpasbaar en veerkrachtig maken van onderwijssystemen. Ook moet er een betere coördinatie komen tussen onderwijs, arbeidsmarkt en sociaal beleid om de transitie van het onderwijs naar een goede baan te verbeteren, o.a. door leven lang ontwikkelen. De G20 erkent dat onderwijs een belangrijke rol heeft voor duurzame ontwikkeling om jongeren de noodzakelijke vaardigheden mee te geven voor het aanpakken van mondiale uitdagingen.
Gendergelijkheid
De G20 herbevestigt de inzet op het gebied van gendergelijkheid en benadrukt de cruciale rol van leiderschap en empowerment van vrouwen en meisjes voor inclusieve en duurzame ontwikkeling. De G20 zet zich in voor gelijke toegang tot onderwijs en kansen, inclusief STEM-sectoren (Science, Technology, Engineering and Mathematics), de bevordering van ondernemerschap en leiderschap van vrouwen, het uitbannen van gendergerelateerd geweld, het uitbannen van genderstereotypen en de ongelijke verdeling van onbetaalde zorg en huishoudelijk werk. De G20 committeert zich aan een snelle verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van werkgelegenheid voor vrouwen, met bijzondere aandacht voor het terugdringen van de loonkloof. De G20-landen blijven hun voortgang in dit kader delen en vragen de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en de OESO om daarover jaarlijks te rapporteren. Ook zullen zij concrete maatregelen voor de systemische en dwarsdoorsnijdende aanpak van gendergelijkheid in hun nationale beleid blijven verbeteren, inclusief adequate instrumenten voor implementatie, en samen met de academische wereld, het maatschappelijk middenveld en de private sector werken aan de empowerment van vrouwen. De G20 steunt het organiseren van een conferentie hierover onder de aankomende G20-voorzitterschappen. Ook verwelkomt de G20 het werk van de EMPOWER Alliance. Deze uitkomsten zijn in lijn met de inzet van het kabinet.
Landbouw en voedselzekerheid
Het Italiaanse G20 voorzitterschap heeft actief ingezet op voedselzekerheid, met als resultaat de G20 Matera Declaration on Food Security, Nutrition and Food Systems van 29 juni jl. De G20 draagt ook bij aan de follow-up van de UN Food Systems Summit. Het kabinet ziet de mechanismen die voortkomen uit die follow-up (National Pathways van landen, een coordination hub geleid door FAO/IFAD/WFP en diverse internationale coalities) als belangrijkste mechanismen voor mondiale actie-coördinatie op gebied van voedselzekerheid. Het kabinet heeft in de discussies over de G20 landbouwministers verklaring van 16-17 september jl. zich sterk gemaakt voor verduurzaming van het landbouwsysteem en daarbij het belang van een voedselsysteembenadering en de versterking van de science-policy interface benadrukt.
Ontwikkelingssamenwerking
De G20-landen herbevestigden, conform het kabinetsbeleid, de inzet om de implementatie van de SDG's te versnellen en om een duurzaam, inclusief en veerkrachtig herstel over de hele wereld te ondersteunen, waarbij het belang van nationale strategieën en eigenaarschap, empowerment van vrouwen en jongeren, duurzame productie en verantwoorde consumptiepatronen, en toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie werden benadrukt. De G20 zeiden hun inzet te versterken om het G20 Action Plan on the 2030 Agenda uit te voeren, alsook steun te geven voor de COVID-19 Response and Recovery, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare landen. De G20 verwelkomde de geboekte vooruitgang en herhaalden hun voortdurende steun aan Afrikaanse landen, met name via het G20-initiatief ter ondersteuning van de industrialisatie in Afrika en in de minst ontwikkelde landen (LDC’s), het G20 Africa Partnership, het Compact with Africa en andere relevante initiatieven.
De G20 riepen op tot vorderingen bij de lopende onderhandelingen over het Common Framework voor schuldenherstructurering. Voorts benadrukte de G20 het belang van schuldentransparantie en zeiden ze uit te kijken naar het voorstel van het IMF en de Wereldbankgroep voor een proces om de kwaliteit en consistentie van schuldgegevens te versterken en de openbaarmaking van schulden te verbeteren. De G20 verwelkomde de vooruitgang die is geboekt in het kader van het G20 Debt Service Suspension Initiative (DSSI), dat ook is goedgekeurd door de Club van Parijs. Voorlopige schattingen wijzen op een uitstel van de totale schuldendienst van ten minste 12,7 miljard USD in het kader van dit initiatief tussen mei 2020 en december 2021, waarvan 50 landen profiteren.
Anti-corruptie
In lijn met de Nederlandse inzet, verklaarde de G20 maatregelen te zullen nemen die zorgen voor adequate, nauwkeurige en actuele informatie om de internationale en binnenlandse transparantie over uiteindelijke belanghebbenden te verbeteren, in overeenstemming met de Financial Action Task Force aanbevelingen. De G20 herhaalde zijn inzet op nultolerantie van corruptie in publieke en private sectoren en nam het actieplan voor corruptiebestrijding 2022–2024 aan. Daarin wordt een holistische aanpak bepleit waarbij ook andere belanghebbenden, zoals de academische wereld, het maatschappelijk middenveld en de media worden betrokken. De G20 sprak steun uit voor het bestrijden van nieuwe en geavanceerde vormen van corruptie en onderschreef de «G20 High-Level Principles on Corruption related to Organized Crime, on Tackling Corruption in Sport, and on Preventing and Combating Corruption in Emergencies». De G20 zei tenslotte toe om aantoonbare inzet te tonen om, in het kader van het actieplan, informatie te delen over maatregelen om internationale omkoping strafbaar te maken, in lijn met artikel 16 van UNCAC, met het oog op uiteindelijke toetreding van alle G20-landen tot de OECD Anti-Bribery Convention.
Digitale economie/Hoger onderwijs/Onderzoek
Het kabinet steunde de inzet van het Italiaanse G20-voorzitterschap op een betere aansluiting van de academische wereld op de digitale transitie. De G20 erkende het belang van beleid om een faciliterende, inclusieve, open, eerlijke en niet-discriminerende digitale economie te creëren die de toepassing van nieuwe technologieën bevordert, bedrijven en ondernemers in staat stelt te gedijen, het potentieel van data voor ontwikkeling benut en consumenten beschermt en mondiger maakt, terwijl de uitdagingen op het gebied van privacy, gegevensbescherming, (cyber)veiligheid en intellectuele eigendomsrechten worden aangepakt. De G20 is zich bewust van de voordelen van betrouwbare en mensgerichte AI en wil voortgang boeken bij de implementatie van de G20 principes voor kunstmatige intelligentie, rekening houdend met de specifieke behoeften van het MKB en start-ups om concurrentie en innovatie aan te moedigen, evenals diversiteit en inclusie, en het belang van internationale samenwerking om onderzoek, ontwikkeling en toepassing van AI te bevorderen.
Cultuur
In lijn met de Nederlandse inzet, bracht de G20 in herinnering dat cultuur intrinsieke waarde heeft en onderstreepte daarbij de aanjagende rol die cultuur en creatieve professionals en bedrijven spelen bij duurzame ontwikkeling en het bevorderen van veerkracht en herstel van economie en samenleving. In lijn met de Nederlandse inzet, werd het belang van internationale inspanningen bij de bescherming van cultuur benadrukt, waarbij een sleutelrol voor UNESCO is weggelegd. De G20 benadrukte de noodzaak om werknemers, ook in de culturele sector, te ondersteunen bij de toegang tot werk, sociale bescherming, digitalisering en steunmaatregelen voor bedrijven. De G20 onderstreepte het belang van het beschermen van cultureel erfgoed, ook in conflict en rampensituaties, conform de doelen uit VNVR resolutie 2347. Relevantie instituties in G20-landen werden opgeroepen hun samenwerking op het gebied van cultuur voort te zetten.
Toerisme
Voortbouwend op het werk dat in 2020 is gedaan, zeiden de G20 een snel, veerkrachtig, inclusief en duurzaam herstel van de toerismesector te blijven ondersteunen, aangezien toerisme een van de zwaarst getroffen sectoren is door de pandemie. De G20 onderschreven de G20 Rome-richtlijnen voor de toekomst van toerisme en verbonden zich ertoe actie te ondernemen om de doelstellingen ervan te verwezenlijken, met name met betrekking tot veilige mobiliteit, en seamless travel, duurzaamheid en digitalisering. De Ministers van Toerisme werden gevraagd om hun samenwerking met de OESO, de UNWTO en andere relevante internationale organisaties voort te zetten.
De tekst van de slotverklaring is de uitkomst van een op consensus gericht proces en is dientengevolge een weerslag van verschillende perspectieven en ambitieniveaus van de G20-leden. De COVID-19 pandemie heeft meer dan ooit laten zien dat alleen gemeenschappelijke oplossingen werken voor de uitdagingen van vandaag. Internationale samenwerking blijft tegelijkertijd onder druk staan. Naast het stabiliseren van de wereldeconomie en de financiële markten, waar de G20 mee begon, bevat de agenda anno 2021 tal van andere mondiale uitdagingen. Kwesties als global health, handel, duurzame ontwikkeling, energiezekerheid en klimaatverandering vragen om een wereldwijde gezamenlijke aanpak. De G20 moest daarbij het goede voorbeeld geven, in het bijzonder in de aanloop naar de COP26 in Glasgow. Nederland heeft zich, met gelijkgestemde landen in de G20, tot het uiterste ingespannen om de ambitie van de G20 op voor ons belangrijke onderwerpen hoog te houden. Het kabinet verwelkomt dan ook dat de G20, bestaande uit een groep zeer uiteenlopende landen, wederom op zoveel onderwerpen tot overeenstemming is gekomen.
In dat licht is het kabinet verheugd dat het Indonesische G20 voorzitterschap, dat op 1 december jl. het stokje van Italië heeft overgenomen, Nederland heeft uitgenodigd om in 2022 deel te nemen aan de G20 top van regeringsleiders evenals alle ministeriële G20 bijeenkomsten en de voorbereidende (ambtelijke) bijeenkomsten. Deze uitnodiging past ook binnen de goede bilaterale betrekkingen tussen Indonesië en Nederland. Indonesië heeft bij aanvang van het voorzitterschap een inhoudelijk programma gepresenteerd. Het kabinet zal uw Kamer spoedig een appreciatie van dit programma doen toekomen, die tevens zal dienen als basis voor de Nederlandse inbreng tijdens de G20 bijeenkomsten
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen