Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de kabinetsappreciatie concept Strategisch Kompas
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D51249, datum: 2021-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D51249).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Wilders, Tweede Kamerlid (PVV)
- Namens: A.W. Westerhoff, griffier
Onderdeel van zaak 2021Z23184:
- Indiener: H.G.J. Kamp, minister van Defensie
- Medeindiener: H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-12-16 12:30: Procedurevergadering (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-12-22 12:00: Kabinetsappreciatie concept Strategisch Kompas (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-01-13 10:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2022-01-18 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-18 17:15: Strategisch Kompas (digitaal) (Gesprek), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-09-04 12:15: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D51249 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie over de kabinetsappreciatie van het concept Strategisch Kompas.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Wilders
De griffier van de commissie,
Westerhoff
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie | 2 | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie | 4 | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie | 6 | |
II | Antwoord / Reactie van de Minister | 8 |
III | Volledige agenda | 8 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsappreciatie van het concept Strategisch Kompas. Zij hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie delen de zorgen van het kabinet over geopolitieke ontwikkelingen, de verslechterde veiligheidssituatie in de wereld en in regio’s nabij Europa, alsook de snelle opkomst van nieuwe en hybride dreigingen. Zij erkennen dat het van belang is om de geopolitieke slagkracht van de EU te vergroten en de EU strategisch onafhankelijker te maken. In de brief wordt gesproken over «ontwikkelingen in China en Rusland die de EU voor uitdagingen stellen». Deelt het kabinet de mening van de VVD dat dit te voorzichtig is geformuleerd? Het gaat om toenemende dreigingen vanuit China en Rusland voor de veiligheid van de EU. Is het kabinet bereid erop aan te dringen scherpere bewoordingen te kiezen?
De leden van de VVD-fractie ondersteunen dat de ontwikkeling van een Rapid Deployment Capacity moet voortbouwen op bestaande structureren en zoveel mogelijk modulair moet zijn ingericht. Deze leden vinden het van fundamenteel belang dat lidstaten moeten blijven besluiten over de inzet van eigen militairen voor militaire missies, ook wanneer dit plaatsvindt in het kader van de Rapid Deployment Capacity. Zal het kabinet deze strikte voorwaarde blijven stellen?
Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie wat de Rapid Deployment Capacity effectiever en slagvaardiger zal maken dan de bestaande EU Battle Groups. Welke randvoorwaarden moeten hiervoor worden ingevuld en/of welke belemmeringen moeten worden weggenomen? Welke succes- en faalfactoren gelden er voor continuering van eventuele Rapid Deployment Capacities? Deelt het kabinet de opvatting dat, indien inzet hiervan gedurende lange tijd net als bij de EU Battle Groups in het geheel zou uitblijven, dit vragen oproept over nut en bestaansrecht van een capaciteit? Is het kabinet bereid in te zetten op het vooraf vastleggen van succes- en faalfactoren en een evaluatieregime van de Rapid Deployment Capacity? En tot slot, hoe zal de Rapid Deployment Capacity bijdragen aan de interoperabiliteit tussen lidstaten?
De EU Military Planning and Conduct Capability (MPCC) moet vanaf 2025 in staat zijn om minimaal twee kleinschalige executieve EU-operaties of één middelgrote executieve EU-operatie te plannen en aan te sturen. Betekent dit dat de operationele planning van de Rapid Deployment Capacity op korte en middellange termijn (tot op termijn de MPCC alle militaire en EU-missies kan aansturen) nog grotendeels vanuit nationale en NAVO-hoofdkwartieren dient plaats te vinden?
De leden van de VVD-fractie delen de visie van het kabinet dat de NAVO de primaire veiligheidsorganisatie is voor collectieve verdediging. Zij vinden een goede samenhang en het voorkomen van doublures tussen de NAVO en de EU van groot belang. Het kabinet verwelkomt terecht de verwijzingen in het Strategisch Kompas naar de coherentie tussen EU- en NAVO-capaciteitsplanningsprocessen. Het kabinet stelt daarbij dat «gestelde prioriteiten in beide organisaties waar mogelijk coherent en complementair zijn.» De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat dit nog sterker moet worden geformuleerd. Is het kabinet bereid erop aan te dringen dat de EU ervoor zorgt dat de prioriteitstelling en capaciteitsplanning in alle gevallen coherent en complementair zijn ten opzichte van de NAVO? Daarnaast vinden deze leden de formulering in de kabinetsappreciatie ongelukkig dat de brede gereedschapskist «één van de comparatieve voordelen is van de EU in vergelijking met de NAVO». Er moet immers geen sprake zijn van competitie tussen de EU en NAVO, maar van coherentie en complementariteit.
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voornemens om vaker gebruik te maken van Artikel 44 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). In hoeverre verwacht de Minister dat dit voornemen de flexibiliteit en slagkracht van de EU vergroot, gezien het unanimiteitsvereiste op buitenlandbeleid? Waarom werd dit artikel tot nu nog niet vaak ingezet en op welke manier moet hier verandering in worden gebracht?
In het Strategisch Kompas wordt volgens het kabinet «voorgesteld om bij de ontwikkeling van toekomstige capaciteiten meer te kijken naar mogelijkheden voor taakspecialisatie.» In dit opzicht delen de leden van de VVD-fractie de inzet van het kabinet op bilaterale defensiesamenwerking (bijvoorbeeld tussen Nederland en Duitsland), op het verder uitbouwen van bestaande expertises (bijvoorbeeld door Nederland op het terrein van Cyber), en op het ondersteunen van andere lidstaten met deze expertises. Kan het kabinet bevestigen dat dit de inzet van Nederland is en blijft? En zal het kabinet zich verzetten tegen verdergaand opleggen van taakspecialisatie door de EU aan lidstaten? Deze leden zijn van mening dat dit strijdig zou zijn met het principe van subsidiariteit.
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voorgenomen ambities op het terrein van cybersecurity. Het ontwikkelen van een overkoepelende hybride toolbox en EU cyber Defense policy zijn van groot belang voor de veiligheid van de EU. Is deze hybride toolbox al concreet ingezet en zijn de door het kabinet genoemde voordelen van de genoemde gereedschapskist hieruit gebleken? Zo ja, welke resultaten zijn hiermee geboekt? Aangezien er sprake is van diverse gereedschapskisten, vragen de leden van de VVD-fractie hoe deze met elkaar samenhangen. Wat is bijvoorbeeld de samenhang tussen de hybride toolbox en de EU desinformatie toolbox? Verder constateren deze leden dat de EU meer wil doen aan haar afschrikkende werking op dit gebied, maar zijn van mening dat dit gepaard moet gaan met het ontwikkelen van offensieve capaciteiten. Hierover staat in de kabinetsappreciatie van het Strategisch Kompas niets vermeld. Deelt het kabinet de mening dat de EU de ontwikkeling van offensieve cybercapaciteiten moet faciliteren, met onder andere als doel de afschrikkende werking te vergroten?
De leden van de VVD-fractie constateren een opvallend verschil tussen de ambities in relatie tot de VS, Canada en Noorwegen enerzijds en het VK anderzijds. Bij het eerste drietal landen wordt er gesproken over het verdiepen van de relaties, terwijl er bij het VK slechts wordt gesproken over het openstaan voor verbeterde relaties op het gebied van veiligheid en defensie. Dat impliceert dat de EU wel bereid is om zich actief in te zetten om de banden aan te halen met de eerste drie en niet met het VK. Is hier inderdaad sprake van een verschil in de voorgenomen houding jegens de VS, Canada en Noorwegen enerzijds en het VK anderzijds? Deelt het kabinet dit verschil of dringt het kabinet aan op het verdiepen van relaties met het VK? Verder wordt gesproken over een intensivering van de samenwerking met partners in de Indo-Pacifische regio. Met welke partners in deze regio is de EU voornemens om de samenwerking te intensiveren?
De leden van de VVD-fractie zijn bezorgd over eventuele afscherming van de EU defensiemarkt voor NAVO-leden die geen lid zijn van de EU. Deelt het kabinet het uitgangspunt dat de defensie-industrie uit NAVO-landen elkaar moet versterken en moet samenwerken? Kan het kabinet inzetten op een EU defensie-industriebeleid dat maximaal open staat voor structurele participatie en samenwerking met NAVO-lidstaten zoals bijvoorbeeld Noorwegen, de VS en Canada? Deelt het kabinet de opvatting dat het onwenselijk zou zijn als de EU met een te exclusieve industriepolitiek de VS zou uitdagen om in beginsel geen EU maar alleen Amerikaanse producten af te nemen?
Qua tijdspad vinden de leden van de VVD-fractie het van belang dat er tot eind maart nog de mogelijkheid is om het debat te voeren met het kabinet over het Strategisch Kompas. Zal het kabinet zich ervoor inzetten dat wordt vastgehouden aan het bestaande tijdspad en er niet vanuit politieke overwegingen versneld besluiten worden genomen?
Ten slotte waarderen de leden van de VVD-fractie dat het kabinet heeft getracht met deze appreciatie meer transparantie te bieden in de totstandkoming van het Strategisch Kompas. Echter, zij zouden graag zien dat bij een document als het Strategisch Kompas in de toekomst eerder een concept-versie in de openbaarheid wordt gedeeld. Is het kabinet bereid om hier binnen de EU op aan te dringen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennis genomen van de kabinetsappreciatie van de conceptversie van het Strategisch Kompas. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat Nederland één van de meest actieve lidstaten was in de strategische dialoogfase en hechten veel waarde aan de ingebrachte non-papers. Kan de Minister verder uitweiden over het politieke speelveld omtrent de strategische dialoogfase van het Strategisch Kompas? Wat waren de andere actieve lidstaten? Wat waren de minder actieve lidstaten in dit proces? Wat was de precieze houding van de verschillende lidstaten ten opzichte van het Strategisch Kompas? Kan de Minister verder uitweiden hoe deze fase precies is verlopen? Welke belemmeringen hebben er in dit proces plaatsgevonden? Wat was hierbij de rol van lidstaten die minder positief waren over het Strategisch Kompas? Hoe kunnen deze belemmeringen in de volgende fase gemitigeerd worden?
De leden van de D66-fractie kijken verder met grote belangstelling naar de onderhandelingsfase van het Strategisch Kompas en zijn benieuwd naar de precieze inzet van het kabinet. Wat is de precieze inzet van het kabinet aangaande de definitieve formulering van de tekst van het Strategisch Kompas? Wanneer is deze definitieve formulering volgens het kabinet een succes? Wat is hierbij de precieze definitie van «»succes»»? Is de Minister het met deze leden eens dat de formulering van de conceptversie van het Strategisch Kompas niet verwaterd moet worden? Hoe gaat de Minister zich inzetten om de huidige formuleringen van de conceptversie van het Strategisch Kompas te behouden in de definitieve versie? Wat is het politieke krachtenveld hierbij? Welke risico’s verwacht de Minister in dit proces? Hoe denkt de Minister deze risico’s te mitigeren? Op welke manier kan Nederland hierbij actief een rol spelen?
Ook kijken de leden van de D66-fractie met belangstelling naar de inzet van Nederland wat betreft de precieze formulering van de tekst van het Strategisch Kompas. Hoe denkt de Minister bijvoorbeeld precies invulling te geven aan de delen in de tekst waar is aangegeven dat de lidstaten dit nader moeten invullen? Welke precieze formuleringen zou het kabinet in deze nader in te vullen delen willen hebben staan? Welke andere exacte aanpassingen zou het kabinet verder nog willen realiseren in de precieze formulering van de tekst? Welke belemmeringen verwacht de Minister hierbij? Kan de Minister verder uitweiden wat het politieke speelveld hierbij is? Hoe willen andere lidstaten bijvoorbeeld de nader te invullen delen vorm geven? Wat voor precieze aanpassingen willen de verschillende lidstaten verder realiseren in de formulering van de definitieve tekst?
De leden van de D66-fractie achten de samenwerking tussen de EU en NAVO van cruciale waarde om het Strategisch Kompas en de uitwerking daarvan succesvol te realiseren. In hoeverre zijn er dialogen gevoerd met de NAVO over de invulling van het Strategisch Kompas? Welke rol zal de NAVO spelen in het verdere proces? Hoe staat het op dit moment met de compatibiliteit van het Strategisch Kompas met het Strategisch Concept van de NAVO?
De leden van de D66-fractie zijn verder benieuwd naar de politieke strategie van het kabinet om een ambitieuze formulering van de tekst te behouden in de definitieve bekrachtiging van het Strategisch Kompas. Kan de Minister uitweiden over een dergelijke politieke strategie? Welke lidstaten zijn medestanders in dit proces? Welke lidstaten zullen dit proces bemoeilijken? Hoe kunnen deze lidstaten alsnog overtuigd worden? Welke compromissen zullen hier eventueel soelaas kunnen bieden? Wat is de ondergrens voor het kabinet hierbij? Kan de Minister ook een inschatting maken wat de ondergrens voor andere lidstaten hierbij zou zijn?
De leden van de D66-fractie kijken kritisch naar het feit dat het Strategisch Kompas zelf niet leidt tot harde nationale verplichtingen. Hoe beoordeelt de Minister dit feit? Hoe denkt de Minister te kunnen bijdragen aan eventuele oplossingen om het ontbreken van deze verplichtingen te ondervangen? Hoe oordeelt de Minister verder over het feit dat de EU-budgetten voor het Europees Defensiefonds (EDF) en de Europese Vredesfaciliteit voor de periode 2021–2027 zijn vastgelegd en een mogelijke stijging van deze budgetten pas aan de orde is bij de onderhandelingen over een nieuw Meerjarig Financieel Kader? Hoe zou een mogelijke stijging van deze budgetten alsnog eerder kunnen plaatsvinden? Wat is de inzet van Nederland hierbij? Hoe zien andere lidstaten dit?
Ook zijn de leden van de D66-fractie kritisch over het feit dat het Strategisch Kompas niet beschrijft hoe de EU gezamenlijk toewerkt naar de mogelijkheid en middelen om het eigen Europese grondgebied te kunnen beschermen. Hoe beoordeelt de Minister deze constatering? Zou het kabinet deze elementen willen toevoegen aan de formulering van de tekst van het Strategisch Kompas? Zo ja, welke formuleringen zou de Minister in de tekst beschreven willen zien? Ondanks dat er wel over deze middelen wordt geschreven in het Strategisch Kompas, constateren de leden van de D66-fractie dat nog niet voldoende uiteen wordt gezet hoe de middelen leiden tot de mogelijkheid voor de Europese lidstaten om het eigen Europese grondgebied te kunnen verdedigen. Hoe beoordeelt de Minister deze constatering? Welke middelen zijn er volgens de Minister nodig om deze mogelijkheid te realiseren? Hoe kan dit volgens de Minister beter verwerkt worden in de tekst van het Strategisch Kompas? Hoe zien andere lidstaten dit?
De leden van de D66-fractie zijn content met de ondersteuning van het kabinet voor het gebruik van Artikel 44 VEU om de politieke besluitvorming omtrent de inzet van EU-missies en -operaties te verbeteren. Ook zijn deze leden content met de proactieve houding van het kabinet wat betreft discussies rondom Artikel 42(7) en hoe de wederzijdse bijstand beter vorm kan krijgen. Is de Minister het met deze leden eens dat dit artikel duidelijker en ambitieuzer geformuleerd zal moeten worden als basis voor de verdediging van de Europese Unie? Hoe kan Nederland hier actief aan bijdragen? Welke politieke stappen moeten hiervoor worden gezet? Hoe staat Nederland in dit opzicht tegenover een potentiele verdragswijziging op Europees niveau? Hoe kijken andere lidstaten hier tegenaan?
De leden van de D66-fractie kijken verder met grote belangstelling naar de langetermijnvisie van het kabinet wat betreft Europese defensiesamenwerking, zeker met het Franse voorzitterschap in 2022 in het achterhoofd. Kan de Minister verder uitweiden over de langetermijnstrategie van Nederland wat betreft verdere Europese defensiesamenwerking? Sluit deze strategie aan op de visie van Duitsland en Frankrijk aangaande dit onderwerp? In hoeverre zijn er dialogen geweest met deze landen om de verschillende visies overeen te stemmen? Is de Minister het met deze leden eens dat meer coördinatie op Europees niveau waardevol zou zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een Directoraat-Generaal Defensie met een EU-commissaris die toeziet op de coördinatie van de verdere Europese defensiesamenwerking en integratie? Welke andere factoren zouden hierbij een positieve rol kunnen spelen? Zou een volwaardige veiligheids- en defensiecommissie binnen het Europees Parlement, aangevuld met een interparlementair netwerk van Standing Committees voor defensie en veiligheid, hier bijvoorbeeld bij kunnen helpen? Hoe kijken andere lidstaten naar deze ideeën?
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de mogelijkheid om het idee van een Europese veiligheidsraad op te brengen in de discussie rondom, en eventueel te verwerken in het Strategisch Kompas. Hoe beoordeelt de Minister deze mogelijkheid? Wat is de positie van de verschillende lidstaten op dit punt? Deze leden achten het hierbij verder van belang dat het VK ook betrokken wordt in een dergelijke Europese veiligheidsraad. Hoe ziet de Minister dit? Hoe zien de Europese partners dit? Hoe staat het VK hier verder tegenover? Hoe denkt de Minister over de eventuele inbedding van dit concept in de tekst van het Strategisch Kompas? Hoe kan de compatibiliteit met de NAVO hierbij bevorderd worden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de kabinetsappreciatie van het concept Strategisch Kompas kritisch gelezen. De leden hebben hier nog een aantal vragen over
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister vindt dat de EU haar vermogen om op veiligheids- en defensiegebied op te treden moet vergroten en dat dit ook is wat partners als de VS van de EU verwachten. Kan de Minister aangeven waar het momenteel precies aan schort? Kan de Minister tevens bevestigen dat de militaire uitgaven van de Europese lidstaten gezamenlijk vele malen hoger zijn dan die van Rusland?
De leden van de SP-fractie lezen in de dreigingsanalyse van de Europese Commissie dat de wereld om ons heen onveiliger is geworden. In hoeverre geven de doelen in dit Strategisch Kompas een oplossing voor deze oplopende dreigingen?
De leden van de SP-fractie lezen betreffende crisismanagement dat het kabinet ook de beschikbaarheid van capaciteiten, zoals lucht- en zeetransport, medische capaciteiten en inlichtingen, wil vergroten. Het kabinet stelt ook dat deze beschikbaarheid momenteel beperkt is. Kan de Minister aangeven wat wordt bedoeld met beperkt? Beperkt ten opzichte van welk ideaal? Welk doel wordt gediend door vaker gebruik te maken van Artikel 44 van het Verdrag betreffende de Europese Unie? Waarom wil de Minister meer EU-missies én executieve operaties kunnen plannen en uitvoeren? Waarom wil de Minister graag een upgrade van de EU Battlegroups nu deze evident niet hebben gewerkt? De Minister geeft aan dat moet worden toegewerkt naar een goed functionerend netwerk van transportcorridors in Europa. Kan de Minister ingaan op de vraag waarom dit momenteel niet goed functioneert en hoe dit wordt gemeten?
De leden van de SP-fractie lezen betreffende weerbaarheid dat de Minister de coördinerende rol van de EU op early warning en conflictpreventie cruciaal vindt. Kan de Minister aangeven wat hij verstaat onder conflictpreventie en is hij het ermee eens dat dit primair een diplomatieke taak is, geen militaire? Op welke wijze kan het early warning system een verandering brengen in de bestaande structuren? Er staat dat er wordt ingezet op het verbreden en ontwikkelen van een EU-ruimtestrategie voor veiligheid en defensie. Kan de Minister aangeven hoe mensen in de EU hier veiliger van worden? De Minister wil graag ook de militaire capaciteiten vergroten, in het bijzonder bij de Noordwestelijke Indische Oceaan, om de koopvaardij te beschermen en zeeroutes open te houden. Waartegen moet de Nederlandse koopvaardij worden beschermd? Hoe zal deze middels dit Strategisch Kompas beter worden beschermd?
De leden van de SP-fractie lezen betreffende capaciteitsontwikkelingen dat het kabinet direct stelt dat het handelingsvermogen van de EU op gebied van zowel crisisbeheersing als weerbaarheid moet worden vergroot. Kan de Minister aangeven waarom dit zo is? Kan de Minister een meer inhoudelijk antwoord geven dan alleen de opgelopen spanningen? Erkent de regering dat er ook ander mogelijkheden zijn om spanningen te doen afnemen? De Minister wil beginnen bij zaken die noodzakelijk zijn voor GVDB-missies en operaties en voor een effectieve ontplooiing van de snelle interventiecapaciteit. Waarom heeft dit zo’n haast? Waar en waarom zou de EU moeten interveniëren waar dit nog niet kon? Kan de Minister ons informeren als naar voren komt dat er extra kosten zijn om de ambities van het Strategisch Kompas te vergroten? Wat is de inschatting van de regering? Op welke manier kan de Tweede Kamer ingrijpen op een besluit van het kabinet om hier meer geld voor uit te trekken?
De leden van de SP-fractie zijn verbaasd en teleurgesteld over de wens van het nieuwe kabinet om niet alleen mee te gaan in de wensen van dit Strategisch Kompas, maar ook op het gebied van militarisering een leidende rol in te willen nemen binnen de Europese Unie. De leden constateren dat het verhaal eenzijdig is en er niet serieus wordt ingegaan op de vraag waarom verdere militarisering van de EU nodig is en wat de alternatieven zijn voor het meegaan in een wapenwedloop. Kan de Minister aangeven hoe met dit Strategisch Kompas vrede en veiligheid dichterbij worden gebracht? Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat de Europese Unie nooit bedoeld is om een militaire Unie te worden?
De opbouw van de militaire capaciteit door de EU, waar de Commissie en het kabinet op voorsorteren, gaat parallel met het normale functioneren van de NAVO. Er wordt weliswaar gestreefd om «waar mogelijk» coherent en complementair te zijn, maar het is de leden van de SP-fractie nog niet gebleken wat een militaire EU wel kan wat de NAVO niet kan. Kan de Minister aangeven waarom er een militaire organisatie moet worden opgebouwd, terwijl die al bestaat in de vorm van de NAVO? In het Kompas wordt bijvoorbeeld gesproken over partnerschappen tussen de EU enerzijds en het VK, Turkije en de Westelijke Balkan anderzijds; allemaal zaken die in de NAVO allang belegd zijn. Indien de Minister van mening is dat de NAVO teveel gedomineerd wordt door de VS, zou het dan niet verstandig zijn om met alle bondgenoten te komen tot hervorming van de NAVO (in plaats van ernaast iets nieuws op te bouwen)? Hoe ziet de Minister de toekomst van de NAVO indien de EU militair zijn eigen weg gaat?
Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat het woord «Strategische Autonomie» ook door de Europese Unie als misleidende term kan worden gebruikt om alle wensen die er ooit waren voor een verdere integratie van de Europese Unie, zoals op het gebied van militarisering, onder deze noemer door te voeren? Kan de Minister ingaan op de rol van de wapenlobby in de totstandkoming van het Europees Defensie Fonds, in het bijzonder de rol van de Group of Personalities?
Op welke manier gaat het kabinet een eind maken aan de geheimzinnigheid rond het Strategisch Kompas? Deelt u de mening dat alle documenten en conceptversies open en transparant naar de Kamer gestuurd moeten worden? Zo ja, wat onderneemt u om dit te bereiken?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Kabinetsappreciatie van het concept Strategisch Kompas – 2021Z23184 – Brief regering – Minister van Defensie, H. Kamp d.d. 10 december 2021