Nota van wijziging
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter bevordering van innovatie van verschillende onderwerpen in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Innovatiewet Strafvordering)
Nota van wijziging
Nummer: 2022D02559, datum: 2022-02-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35869-10).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Mede ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
- Beslisnota inzake nota van wijziging inzake wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter bevordering van innovatie van verschillende onderwerpen in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Innovatiewet Strafvordering)
- Concept van een algemene maatregel van bestuur: Besluit houdende uitvoering van de artikelen 570, tweede lid, en 575, van het Wetboek van Strafvordering (Besluit innovatie strafvordering)
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van kamerstukdossier 35869 -10 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter bevordering van innovatie van verschillende onderwerpen in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Innovatiewet Strafvordering).
Onderdeel van zaak 2021Z11708:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2022Z01189:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Medeindiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-06-29 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-07-07 14:30: Procedures en brieven (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-16 14:00: Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter bevordering van innovatie van verschillende onderwerpen in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Innovatiewet Strafvordering) (35869) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-11-17 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-02 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-07 14:00: Innovatiewet Strafvordering (35869) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-15 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 869 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter bevordering van innovatie van verschillende onderwerpen in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Innovatiewet Strafvordering)
Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 2 februari 2022
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt artikel 570 als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt «de hulpofficier van justitie» vervangen door «de daartoe aangewezen hulpofficier van justitie».
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de aanwijzing van een hulpofficier van justitie.
B
In artikel I komt artikel 575 te luiden:
Artikel 575
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een of meerdere artikelen van deze titel slechts worden toegepast in een of meerdere arrondissementen en ressorten.
Toelichting
A
Artikel 570
Eerste lid
Het doel van de pilot die op grond van artikel 570 wordt uitgevoerd, is om te bezien of de daarin genoemde minder ingrijpende strafvorderlijke bevoegdheden, die thans aan de officier van justitie zijn voorbehouden, ook door de hulpofficier van justitie kunnen worden uitgeoefend met behoud van kwaliteit en van waarborgen. En of dit leidt tot een doelmatigere toepassing van die bevoegdheden. Blijkens de memorie van toelichting is het de bedoeling om de genoemde bevoegdheden alleen te laten uitoefenen door hulpofficieren van justitie die daartoe kwalitatief voldoende zijn toegerust en organisatorisch goed gepositioneerd zijn. Er moeten voor de uitvoering van de pilot daarom nadere eisen worden gesteld aan de hulpofficier en hij moet nader worden opgeleid. Het is de bedoeling dat de bevoegdheidsuitoefening zal plaatsvinden door een beperkt aantal, een selecte groep, hulpofficieren van justitie. Het is mogelijk om deze groep functionarissen in nauwe samenwerking tussen de Politieacademie en het opleidingsinstituut voor de rechterlijke organisatie (Studiecentrum Rechtspleging (SSR)) een opleiding te laten volgen ter voorbereiding op de uitoefening van de opsporingsbevoegdheden waarmee hun bevoegdhedenpakket door dit wetsvoorstel wordt uitgebreid. Met de voorgestelde wijziging wordt gewaarborgd dat alleen gekwalificeerde hulpofficieren gebruik kunnen maken van deze bevoegdheden. Alleen zij zullen daartoe worden aangewezen.
Tweede lid
Het tweede lid bepaalt dat in een algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld over de aanwijzing van een hulpofficier van justitie voor het uitoefenen van de bevoegdheden, genoemd in artikel 570, eerste lid. In een algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald wie een hulpofficier van justitie daartoe mag aanwijzen en aan welke eisen een hulpofficier van justitie moet voldoen voordat hij kan worden aangewezen.
B
Artikel 575
Op grond van artikel 575 kan het toepassingsbereik van de regelingen uit de Innovatiewet Strafvordering bij algemene maatregel van bestuur geografisch worden beperkt. Het feit dat de toepassing van bepaalde onderdelen van de Innovatiewet Strafvordering beperkt is tot de locaties waar de genoemde pilots plaatsvinden, moet immers voldoende kenbaar zijn.
Zoals vermeld in de nota naar aanleiding van het verslag worden de pilots prejudiciële procedure en gegevens na beslag landelijk uitgevoerd. De drie overige pilots (AVR, mediation en hulpofficier van justitie) vinden echter slechts plaats in bepaalde locaties, of in het geval van de hulpofficier van justitie door bepaalde aangewezen hulpofficieren van justitie (artikel 570).
Artikel 575 bepaalde eerst dat bij algemene maatregel van bestuur kon worden bepaald dat een of meerdere artikelen van deze titel slechts worden toegepast in een of meerdere arrondissementen. Bij het opstellen van de algemene maatregel van bestuur, waarvan een concept als bijlage1 bij deze nota van wijziging is gevoegd, is inbreng gevraagd van de bij de pilots betrokken ketenpartners (Rechtspraak, openbaar ministerie, politie, advocatuur, bijzondere opsporingsdiensten en de Koninklijke marechaussee). Uit het overleg met deze ketenpartners bleek dat voor het uitvoeren van de pilots niet alleen arrondissementen moeten kunnen worden aangewezen, maar ook ressorten van gerechtshoven. Met de voorgestelde wijziging worden de ressorten toegevoegd aan artikel 575 en kan het geografisch toepassingsbereik van bepaalde pilots dus worden beperkt tot de aangewezen arrondissementen en ressorten.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yesilgöz-Zegerius
Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎