Uitstel beantwoording vragen van het lid Stoffer over omgang met explosieven door overheden
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2022D04807, datum: 2022-02-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1606).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Mede namens: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
- Mede namens: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z00626:
- Gericht aan: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Gericht aan: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1606
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Ministers van Defensie, van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over omgang met explosieven door overheden (ingezonden 18 januari 2022).
Mededeling van Minister Ollongren (Defensie), mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 8 februari 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Vliegtuigbom uit Tweede Wereldoorlog ontploft op strand Wassenaar»?1
Vraag 2
Kunt u schetsen welke stappen welke overheidsinstanties en andere betrokken actoren in deze casus en in soortgelijke gevallen doorlopen om een explosief uiteindelijk onschadelijk te maken?
Vraag 3
Wat zijn op dit moment voor de rijksoverheid, uitvoeringsinstanties en decentrale overheden de precieze (beleids)kaders, procedures en protocollen voor het omgaan met «klasse 1-goederen» (goederen en stoffen die per definitie onder de categorie «explosieven» vallen)?2
Vraag 4
Op welke wijze wordt kennisdeling en coördinatie op dit thema vormgegeven door en tussen de betrokken departementen en instanties, waaronder de Ministeries van Defensie, Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Infrastructuur en Waterstaat?
Vraag 5
Deelt u de mening dat binnen de rijksoverheid en decentrale overheden in de loop der jaren aanzienlijke versplintering is ontstaan van verantwoordelijkheden, taken en kennis op het gebied van omgang met explosieven? Hoe wordt deze versnippering weggenomen?
Vraag 6
Klopt de veronderstelling dat omgang met explosieven breder is dan opruiming van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, zoals zwaar (illegaal) vuurwerk, en dat ook op dat vlak nog steeds sprake is van versnippering van kennis en expertise binnen de overheid?
Vraag 7
Wat zijn de bevoegdheden en taken van het Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE)?
Vraag 8
In hoeverre ziet u nut of noodzaak in de oprichting van een (alternatieve) centrale autoriteit, wellicht onder regie van Defensie en/of van Justitie en Veiligheid, waar alle kennis en kunde op het vlak van klasse 1 goederen beheerd wordt ten behoeve van (andere) overheidspartijen die hierom vragen?
Vraag 9
Wat zijn op dit moment de jaarlijkse kosten voor de rijksoverheid en decentrale overheden als het gaat om omgang met explosieve goederen, zoals bijvoorbeeld het verwijderen van bommen en explosieven uit de Tweede Wereldoorlog tijdens infrastructuurprojecten? Deelt u de mening dat verdere coördinatie en centralisatie deze kosten zou kunnen reduceren?
Vraag 10
Bent u ook bereid andere expertorganisaties te consulteren over verbetering van de samenhang, efficiëntie, effectiviteit en veiligheid van het beleid rond klasse 1-goederen?
Mededeling
Op 18 januari 2022 heeft het lid Stoffer (SGP) schriftelijke vragen gesteld over omgang met explosieven door overheden (kenmerk 2022Z00626).
Hierbij deel ik u, mede namens de aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat, mede dat de beantwoording binnen de gestelde termijn niet haalbaar is en nog interdepartementale afstemming vereist. De antwoorden op de vragen zullen zo spoedig mogelijk aan uw Kamer worden aangeboden.