[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Brekelmans en Van Wijngaarden over het bericht 'Mali expels Paris envoy over 'hostile and outrageous' French comments'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D06435, datum: 2022-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1747).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z01616:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1747

Vragen van de leden Brekelmans en Van Wijngaarden (beiden VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het bericht «Mali expels Paris envoy over «hostile and outrageous» French comments» (ingezonden 1 februari 2022).

Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 17 februari 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Mali expels Paris envoy over «hostile and outrageous» French comments»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het eens met de Franse Minister van Buitenlandse Zaken Jean-Yves le Drian dat de Malinese junta niet legitiem is?

Antwoord 2

Het kabinet stelt vast – net als de West-Afrikaanse regio (ECOWAS) en de Europese Unie – dat het huidige Malinese bewind niet tot stand is gekomen via een regulier democratisch proces. Het kabinet keurt dit af. Het is belangrijk dat Mali zo spoedig mogelijk zijn weg terugvindt naar een proces van democratische transitie. Met dat perspectief houdt het kabinet, samen met gelijkgezinde partners in ECOWAS en de Europese Unie, het communicatiekanaal met deze transitieregering vooralsnog open. Dit betekent dat Nederland ECOWAS en de Afrikaanse Unie blijft steunen in hun poging om een uitweg te vinden uit deze impasse.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u het plan van de Malinese junta om niet zoals eerder toegezegd in februari 2022 verkiezingen uit te schrijven, maar tot nog wel vijf jaar aan de macht te blijven?

Antwoord 3

Het kabinet acht de aangekondigde verlenging van de transitie met maximaal vijf jaar (later teruggebracht tot vier jaar) onacceptabel en heeft deze boodschap ook duidelijk overgebracht aan de Malinese transitieautoriteiten. Nederland heeft in de Raad Buitenlandse Zaken van januari jl. bovendien gepleit voor een sterke EU-reactie door middel van persoonsgerichte sancties tegen individuen die de politieke transitie in Mali actief tegenwerken en die de vrede, stabiliteit en veiligheid bedreigen. Er is door de EU-lidstaten overeenstemming bereikt over de listingvan vijf Malinese personen die hierin een sleutelrol vervullen.

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de schade aan de pogingen van de internationale gemeenschap om Mali te stabiliseren als de Malinese junta weigert verkiezingen uit te schrijven, en het pakket aan economische sancties van ECOWAS dientengevolge van kracht blijft?

Antwoord 4

Het is momenteel te vroeg om te bepalen wat de volledige impact van de huidige ontwikkelingen is op de internationale inzet op het gebied van stabiliteit. Wel is reeds besloten om Taakgroep Takuba uit Mali terug te trekken. Zie voor nadere informatie de separate Kamerbrief «Besluit terugtrekking Taakgroep Takuba uit Mali» (17 februari jl.). Het kabinet voert daarnaast intensief overleg met partners in de VN en de EU over de mogelijke gevolgen van de verslechterende omstandigheden in Mali voor de VN-missie MINUSMA en de EU-missies in de Sahel en de gevolgen voor de Nederlandse bijdragen daaraan. Tevens zal Nederland in samenspraak met andere donoren zeer kritisch bezien in hoeverre de ontwikkelingssamenwerking via de centrale overheid in Mali onder de huidige omstandigheden nog wenselijk en effectief is.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de beslissing van de Malinese autoriteiten om de Duitse luchtmacht toegang tot het luchtruim te weigeren voor een vlucht naar een logistieke hub in Niger?

Antwoord 5

In de derde week van januari werden door de Malinese transitieautoriteiten beperkingen opgelegd aan het gebruik van het luchtruim. Zie ook het antwoord op vraag 8, 11 en 12.

Vraag 6

Bent u het ermee eens dat de keuze van de Malinese regering om de Deense bijdrage aan Operatie Takuba het land uit te zetten de inspanningen tegen terrorisme in de Sahel schaadt?

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7

Welke gevolgen zijn er voor het rotatieschema van de Verenigde Naties om luchttransport aan de missie MINUSMA ter beschikking te stellen, waarbij naast de huidige inzet van Nederland ook Denemarken periodiek een bijdrage levert?

Antwoord 7

Zoals eerder aan uw Kamer gecommuniceerd, draagt Nederland tot medio mei bij aan het rotatieschema met een C-130. Over toekomstige invulling binnen het rotatieschema vindt nader overleg plaats tussen de betrokken landen.

Vraag 8

Welke gevolgen heeft de opstelling van de Malinese autoriteiten voor de veiligheid en uitvoerbaarheid van de missie? Kunt u daarbij ten minste ingaan op de toegang tot medische faciliteiten waar de Nederlandse militairen van afhankelijk zijn, en het verkrijgen van toestemming voor vluchten om Mali desgewenst in- en uit te vliegen?

Antwoord 8

Vooralsnog ziet MINUSMA voldoende mogelijkheden voor de uitvoering van haar mandaat. Wel troffen de door de transitieautoriteiten opgelegde beperkingen aan het binnenlandse luchtruim ook MINUSMA en de inzet van de Nederlandse C-130. De restricties leidden op 16 januari jl. tot een tijdelijke stop van alle personeels- en cargovluchten van de missie, waaronder de vluchten van de Nederlandse C-130. Daags na de afkondiging van de restricties kwamen MINUSMA en de transitieautoriteiten na intensief overleg tot een oplossing. De transitieautoriteiten krijgen voortaan inzage in het vluchtschema van MINUSMA. Sinds 21 januari jl. voert de Nederlandse C-130 weer vluchten uit. De beperkende maatregelen hadden geen invloed op medische evacuatievluchten. Er zijn op dit moment geen beperkingen op de toegang tot medische faciliteiten in Mali voor missiepersoneel. Het kabinet houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.

Vraag 9

Wat zeggen de abrupte keuzes van de Malinese junta rond bijvoorbeeld de Deense militaire aanwezigheid en de Duitse overvlucht richting Niger over de betrouwbaarheid van het regime en de waarde van gemaakte afspraken?

Antwoord 9

Namens de EU is er op 2 februari jl. een verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger uitgebracht naar aanleiding van het verzoek van de Malinese transitieautoriteiten aan de Franse ambassadeur om binnen 72 uur het land te verlaten. De manier waarop de Malinese transitieautoriteiten omgaan met Europese partners wordt gekwalificeerd als onaanvaardbaar. In deze verklaring wordt voorts afkeuring uitgesproken over het ongefundeerde besluit van Mali om de Deense militaire aanwezigheid uit te wijzen. De EU toont zich geheel solidair met de positie van ECOWAS en roept de Malinese transitieautoriteiten op tot de-escalatie en hervatting van de dialoog.

Vraag 10

Is de aanwezigheid van de Wagner Group de afgelopen weken in Mali toe- of afgenomen?

Antwoord 10

Het is het kabinet bekend dat Russische paramilitairen sinds januari 2022 actief zijn in Mali. Het kabinet acht het waarschijnlijk dat een deel van deze paramilitairen behoren tot de private military company Wagner. Het is eveneens mogelijk dat het reguliere Russische militairen van de Russische overheid zijn of een mix van beide. Het kan op dit ogenblik niet worden bevestigd dat er een overeenkomst bestaat tussen de Malinese autoriteiten en de Wagner Group. Deze ontwikkelingen zijn desondanks zeer zorgelijk.

Vraag 11

Kunt u aangeven hoe de Nederlandse missie in Mali de gestelde politieke en strategische doelen kan bereiken in het licht van de ontwikkelingen waaraan in de voorgaande vragen wordt gerefereerd?

Antwoord 11

De ontwikkelingen waaraan wordt gerefereerd zijn reden tot zorg. Het kabinet volgt deze op de voet en staat in nauw contact met partners en bondgenoten om de effecten op de haalbaarheid van politieke en strategische doelen te monitoren.

Vraag 12

Heeft Nederland te maken gehad met vergelijkbare dreigementen of hindernissen als Frankrijk, Duitsland en Denemarken?

Antwoord 12

Nederland neemt net als deze landen deel aan MINUSMA, EUTM Mali en de Taakgroep Takuba. Zie het antwoord op vraag 8 voor de situatie ten aanzien van MINUSMA en de separate Kamerbrief «Besluit terugtrekking Taakgroep Takuba uit Mali» (17 februari jl.) voor de situatie ten aanzien van Taakgroep Takuba.

EUTM Mali wordt sinds enkele weken de toegang tot verschillende Malinese militaire locaties ontzegd. Voorts wordt de inzet van Unmanned Aerial Vehicles in Centraal-Mali sinds half januari niet meer toegestaan, vanwege de hierboven beschreven opgelegde beperkingen in het binnenlandse luchtruim.

Gegeven de zorgen over de ontwikkelingen in Mali en de gevolgen hiervan op de inzet en effectiviteit van EUTM Mali en EUCAP Sahel Mali, wordt in EU-verband gesproken over de voortzetting van deze missies, zoals tijdens de aankomende Raad Buitenlandse Zaken op maandag 21 februari a.s.

Vraag 13

Overweegt Nederland bijdrages terug te trekken uit de verschillende missies in Mali vanwege de ontwikkelingen waar de voorgaande vragen aan refereren?

Antwoord 13

De aan Taakgroep Takuba deelnemende landen, waaronder Nederland, hebben inmiddels besloten om Taakgroep Takuba uit Mali terug te trekken. Zie voor nadere informatie de separate Kamerbrief «Besluit terugtrekking Taakgroep Takuba uit Mali» (17 februari jl.)). Het kabinet voert daarnaast intensief overleg met partners in de VN en de EU over de mogelijke gevolgen van de verslechterende omstandigheden in Mali voor de VN-missie MINUSMA en de EU-missies in de Sahel en de gevolgen voor de Nederlandse bijdragen daaraan.

Vraag 14

Wordt er in de EU gesproken over een totaalafweging hoe om te gaan met Mali en de bijdragen door Europese landen aan de verschillende missies aldaar van de EU en de VN?

Antwoord 14

De situatie in Mali heeft alle aandacht binnen de Europese Unie en staat daar mede op Nederlands aandringen hoog op de agenda. Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de EDEO zullen met spoed additionele analyses van de situatie maken inclusief een gedegen risico- inschatting ten aanzien van de Europese presentie en inzet van Europese instrumenten in de regio. De Raad Buitenlandse Zaken van 21 februari a.s. zal over dit onderwerp spreken.


  1. Reuters, 31 januari 2022, «Mali expels Paris envoy over «hostile and outrageous» French comments» (https://www.reuters.com/world/africa/mali-expels-french-envoy-over-authorities-hostile-remarks-2022-01-31/).↩︎