[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over de uitzonderingen die worden gemaakt op voorzorgsmaatregelen tegen de verspreiding van het vogelgriepvirus terwijl een pandemie mogelijk nabij is

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D07483, datum: 2022-02-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1860).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z02720:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1860

Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitzonderingen die worden gemaakt op voorzorgsmaatregelen tegen de verspreiding van het vogelgriepvirus terwijl een pandemie mogelijk nabij is (ingezonden 14 februari 2022).

Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 24 februari 2022).

Vraag 1

Is het bij u bekend dat de huidige situatie rondom het vogelgriepvirus zo ernstig is dat er volgens Wageningen Universiteit rekening mee wordt gehouden dat een nieuwe pandemie nabij is?1

Antwoord 1

Het is mij bekend dat de huidige situatie rondom het vogelgriepvirus zowel in de media als door experts alarmerend wordt genoemd. Bij vogelgriepvirussen kunnen zich, net als bij andere virussen, mutaties voordoen. Er zijn meerdere mutaties nodig voordat het vogelgriepvirus van mens op mens overdraagbaar zou kunnen worden. Het is niet te voorspellen of een dergelijk virus, als het zou ontstaan, bepaalde karakteristieken zou hebben, die snelle verspreiding en (ernstige) ziekte bij mensen mogelijk maken en daarmee een dreiging voor een nieuwe pandemie zou kunnen zijn.

Vraag 2

Bent u op dit moment betrokken bij de maatregelen die al dan niet worden genomen om zicht te houden op het vogelgriepvirus, om de verspreiding van het virus in te dammen en om nieuwe uitbraken en gevaarlijke mutaties te voorkomen? Zo ja, hoe?

Antwoord 2

Ja. Maatregelen ter bestrijding van het virus worden door het Ministerie van LNV opgelegd. Hierover wordt het Ministerie van VWS goed geïnformeerd. Daar waar het ook de volksgezondheid betreft, overleggen LNV en VWS over dode vogels en zoogdieren en de te nemen maatregelen. Daarnaast wordt de informatie over het virus, dat door het veterinair referentielaboratorium WBVR wordt onderzocht, gedeeld met het RIVM ten behoeve van het beoordelen van de genetische karakteristieken op grond waarvan het RIVM de zoönotische eigenschappen en daarmee het zoönotisch risico kan beoordelen.

Vraag 3

Is het bij u bekend dat er recent een vogelgriepuitbraak is geweest bij een eendenbedrijf in de Gelderse Vallei, ofwel in het hart van de Nederlandse pluimveehouderij met het bizarre aantal van 237 andere pluimveebedrijven in een straal van tien kilometer rondom het besmette bedrijf?2

Antwoord 3

Er was een bedrijf in Ede, dat dicht tegen de pluimveedichte regio rondom Barneveld ligt. Omdat er ook in de regio Ede veel pluimveebedrijven liggen, heeft LNV extra vervoersbeperkingen opgelegd in een groter gebied rondom de uitbraak.

Vraag 4

Is het bij u bekend dat wetenschappers na de vogelgriepuitbraken in 2003 concludeerden dat uitbraken in een gebied als de Gelderse Vallei moeilijk, zo niet onmogelijk te beheersen zijn vanwege het grote aantal bedrijven dat daar dicht op elkaar zit?3

Antwoord 4

Dat is niet de conclusie, die ik uit het onderzoek heb getrokken. Uit analyses van Wageningen Bioveterinary Reseach is gebleken dat in sommige gebieden in Nederland de EU-maatregelen, zoals vervoersbeperkingen en het ruimen van het besmette bedrijf, waarschijnlijk niet voldoende zijn om de reproductie ratio beneden de 1 te brengen. Daarom neemt de Minister van LNV altijd aanvullend nationale maatregelen in het gebied rondom een besmetting, dus bovenop de verplichte EU-maatregelen. Op pluimveebedrijven in pluimveedichte gebieden zal de Minister van LNV extra maatregelen nemen, als dat nodig is. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij de besmetting in Ede, waar bedrijven in de 1 km zone aan een intensieve monitoring door de Gezondheidsdienst voor Dieren werden onderworpen om zo een eventuele besmetting nog sneller op te sporen.

Vraag 5

Bent u door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geïnformeerd toen hij vier dagen na de uitbraak in de Gelderse Vallei een uitzondering instelde op het regionale verbod op het vervoeren van dieren, om zo weer extra kuikens in de stallen in dat gebied te kunnen plaatsen? Vindt u dit verantwoord, als politiek eindverantwoordelijke op het moment dat een zoönose als het vogelgriepvirus op mensen overslaat?4

Antwoord 5

Ik ben door de Minister van LNV geïnformeerd over deze uitbraak, zoals gebruikelijk is. De besluitvorming gebeurde conform regulier beleid. Toen de screening van de 3 km zone rondom de uitbraak in Ede door de NVWA voltooid was, is het vervoer van eendagskuikens vanaf een boerderij in het gebied met extra vervoersbeperkingen naar een locatie buiten de 10 km zone toegestaan. Dit achtte de Minister van LNV veterinair verantwoord, omdat het transport van eendagskuikens een gesloten transport is, waardoor het risico van dit transport laag wordt geacht. Binnen de 10 km zone rondom de uitbraak in Ede mogen geen nieuwe kuikens worden aangevoerd gedurende de periode van 30 dagen, waarin de beperkende maatregel in het gebied ingesteld zijn. Hier geeft de NVWA géén ontheffing voor af.

Daarnaast heeft de Minister van LNV een extra vervoersverbod opgelegd in Regio 10, waar Ede in ligt. Dat was een extra gebied, buiten de 10 km zone. Dat verbod is 4 dagen na de instelling van de regeling aangepast, waarbij het ook mogelijk werd om eendagskuikens uit en ook in dit gebied te brengen en daarmee nieuwe aanvoer van kuikens toe te staan in regio 10.

Vraag 6

Is het bij u bekend dat in de afgelopen vijf dagen drie vogelgriepuitbraken zijn geweest bij twee eendenbedrijven en een bedrijf met leghennen in Hierden, nabij Ermelo, ofwel het hart van de eendenhouderij in Nederland?5

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7

Bent u door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geïnformeerd toen hij direct na de eerste uitbraak een uitzondering instelde op het regionale verbod op het vervoeren van dieren om zo transporten naar slachthuis Tomassen Duck-To in Ermelo mogelijk te maken? Vindt u dit verantwoord, als politiek eindverantwoordelijke op het moment dat een zoönose als het vogelgriepvirus op mensen overslaat?6

Antwoord 7

Ja, ik ben hierover ook geïnformeerd en van mening dat dit een goed afgewogen beslissing was: afvoer naar de slacht kan veilig plaatsvinden.

Het gebeurde met dieren van buiten de beperkingszone naar het slachthuis in de zone. Die dieren vormden geen groter risico door dit vervoer dan als ze naar een ander slachthuis buiten de beperkingszone waren vervoerd.

Vraag 8

Welke voorwaarden worden gesteld aan het vervoer van eenden door het gebied waar een vervoersverbod geldt? Door wie en op welke wijze wordt gecontroleerd of aan deze voorwaarden worden voldaan?

Antwoord 8

In de beperkingszone is vervoer van levende vogels en dus ook eenden verboden. In de beperkingszone kan de NVWA in een aantal gevallen ontheffing verlenen voor het vervoer van vogels. De NVWA geeft voor vogels uit de zone uitsluitend ontheffing voor de slacht, als dit is om welzijnsproblemen te voorkomen. Doorvoer van vogels is toegestaan, als het transport via hoofdwegen of hoofdspoorwegen verloopt, zonder de stoppen en daarbij een route kiest, waarbij locaties met vogels vermeden worden.

Vraag 9

Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en voorafgaand aan het commissiedebat Zoönosen en dierziekten beantwoorden?

Antwoord 9

Bij deze ontvangt u mijn antwoorden.


  1. Wageningen University & Research, «Verspreiding vogelgriep, aviaire influenza (AI)» (https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/onderzoeksinstituten/bioveterinary-research/dierziekten/virusziekten/vogelgriep-in-nederland-2/verspreiding.htm).↩︎

  2. Boerderij, 25 januari 2022, «Centrum pluimveesector geraakt na uitbraak vogelgriep in Ede» (https://www.boerderij.nl/centrum-pluimveesector-geraakt-na-uitbraak-vogelgriep-in-ede).↩︎

  3. Stegeman, A. et al., 2004, «Avian Influenza A Virus (H7N7) Epidemic in The Netherlands in 2003: Course of the Epidemic and Effectiveness of Control Measures». The Journal of Infectious Diseases. 190:2088–95.↩︎

  4. Rijksoverheid, 28 januari 2022, «Regeling tot wijziging van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen in verband met het vervoer van eendagskuikens in regio 10» (https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-landbouw-natuur-en-voedselkwaliteit/documenten/regelingen/2022/01/28/regeling-tot-wijziging-van-de-regeling-veterinaire-maatregelen-specifieke-dierziekten-of-zoonosen-in-verband-met-het-vervoer-van-eendagskuikens-in-regio-10).↩︎

  5. Boerderij, 9 februari 2022, «Vogelgriep in Eefde, derde besmetting Hierden» (https://www.boerderij.nl/vogelgriep-in-eefde-derde-besmetting-hierden).↩︎

  6. Rijksoverheid, 3 februari 2022, «Regeling maatregelen beschermings- en bewakingszone hoogpathogene vogelgriep Hierden 2022» (https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-landbouw-natuur-en-voedselkwaliteit/documenten/regelingen/2022/02/03/regeling-maatregelen-beschermings--en-bewakingszone-hoogpathogene-vogelgriep-hierden-2022).↩︎