Nahangprocedure Besluit eindexamens 2022
Voortgezet Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2022D08708, datum: 2022-03-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31289-513).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31289 -513 Voortgezet Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2022Z04247:
- Indiener: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-03-10 15:04: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-17 13:00: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-04-07 15:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal | 1/2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 289 Voortgezet Onderwijs
P/ nr. 513 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2022
Hierbij bied ik u aan het Besluit houdende aanvullende en afwijkende bepalingen inzake het eindexamen en het staatsexamen voortgezet onderwijs in het schooljaar 2021–2022 en het examenjaar 2022 in verband met de gevolgen die de maatregelen ter bestrijding van de covid-19 epidemie hebben gehad op het onderwijs (Besluit eindexamens 2022)1. Voor de inhoud van het besluit verwijs ik u naar de nota van toelichting2.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure, bedoeld in artikel 121, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de inwerkingtreding van het besluit niet dan nadat vier weken zijn verstreken na de overlegging van het besluit aan beide Kamers der Staten-Generaal. Inwerkingtreding kan alleen worden gestuit wanneer binnen die vier weken door of namens een van Kamers der Staten-Generaal of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld.
Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 6 april 2022, omdat het besluit verplichtingen oplegt aan examenkandidaten en die verplichtingen tijdig kenbaar moeten zijn.
Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma