Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 21 maart 2022
Landbouw- en Visserijraad
Brief regering
Nummer: 2022D09263, datum: 2022-03-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1402).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1402 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2022Z04560:
- Indiener: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-03-15 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-15 17:30: Landbouw- en Visserijraad op 21 maart 2022 LET OP: gewijzigd tijdstip (was 16.30-19.30u) (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-03-23 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-03-24 13:54: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 1402 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2022
Doormiddel van deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 21 maart aanstaande te Brussel.
Voor ik uw Kamer nader informeer over de agendapunten van de Raad, wil ik graag stilstaan bij de situatie in Oekraïne en de zorgen die er leven op het gebied van (mondiale) voedselzekerheid.
Ook ik heb grote zorgen over de situatie in Oekraïne. Mensenlevens staan direct op het spel en de humanitaire gevolgen zijn enorm. Onze gedachten en aandacht gaan nu vooral daar naar uit. Hoe de situatie zich de komende weken en maanden zal ontwikkelen, is onzeker. En die onzekerheid zien we terug in vragen over onder meer de voedselzekerheid. Ik wil daarin benadrukken dat het aanbod van voedsel in Nederland en in Europa niet onder druk komt te staan, zoals ook geconstateerd door Wageningen Economic Research (zie onderzoek verderop in de brief). De Nederlandse voedselvoorziening – die sterk is verweven met de Europese – is robuust. We zijn niet afhankelijk van de graanproductie van Oekraïne en Rusland (de EU is bijvoorbeeld zelfvoorzienend voor tarwe met 17% van de wereldproductie, Oekraïne 3%), hoewel voor de invoer van energie en veevoer zoals mais of bepaalde oliehoudende gewassen op dit moment wel sterk wordt geleund op de regio en – al of niet tijdelijk – aanvoer uit andere regio’s nodig zal moeten zijn. De grootste bedreiging voor de voedselzekerheid wordt nu ondervonden in landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten die veel graan importeren uit de Zwarte Zee regio en zich nu trachten te verzekeren van importen uit andere landen.
Waar Nederlandse ondernemers en ook consumenten wel gevolgen van ondervinden, zijn de enorm stijgende prijzen van voedsel en brandstoffen. Boeren, tuinders en vissers maken zich zorgen over de kosten voor gas, kunstmest en veevoer (maïs, granen). Die zorgen deel ik en daarom blijven we in gesprek met de sectoren om vinger aan de pols te houden. Ik besef dat de situatie waarin wij ons nu bevinden tot grote onzekerheid en onrust kan en zal leiden, ook binnen onze sectoren. Ik wil onze agrarisch ondernemers vragen om deze onrust niet het leidend principe te laten zijn van ons handelen. We moeten onze keuzes baseren op de kennis die we nu hebben en daarbinnen zo weloverwogen mogelijk acteren. Op dit moment zie ik geen reden om af te wijken van onze verduurzamingsinzet. Die draagt juist bij aan een robuuste en toekomstbestendige agrarische sector die minder afhankelijk wordt van fossiele energie en grondstoffen voor veevoer. Wel zet ik een aantal stappen om in deze periode de ontwikkelingen goed te kunnen volgen en weerbaarheid te stimuleren. De mogelijkheden die ik daartoe zie zet ik hieronder uiteen bij het eerste onderdeel in de agendapunt van de Landbouw- en Visserijraad.
Agendapunten voor de Landbouw- en Visserijraad
Gedachtewisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten in relatie tot Oekraïne
Tijdens de Raad zullen de besprekingen worden voortgezet als vervolg op de ingelaste Landbouw- en Visserijraad van 2 maart jl. over de situatie op de Europese landbouwmarkten in relatie tot de situatie in Oekraïne. Zoals hierboven aangegeven is op dit moment de EU voedselzekerheid niet in het geding, maar de situatie legt wel bloot op welke punten het Europese voedselsysteem afhankelijk is van kritische grondstoffen, energie en kunstmest. Er is nog geen document gedeeld, maar de Commissie zal de lidstaten waarschijnlijk informeren met een nadere analyse over de verwachte grote veranderingen op de landbouwmarkten, de mededeling over energie (gepubliceerd 8 maart), een mededeling over voedselzekerheid, mogelijke maatregelen om de landbouwmarkten te ondersteunen met eventuele inzet van de crisisreserve en handelsstromen open te houden en over de relatie met de langere termijn om tot een meer weerbaar en duurzaam voedselsysteem te komen in lijn met de Green Deal en de Boer tot Bord strategie. De Commissie zal tevens rapporteren over de bijeenkomst op 9 maart met stakeholders in het kader van het Europees mechanisme voor paraatheid en respons bij voedselzekerheidscrises. Tot slot zal de Commissie waarschijnlijk ook refereren aan de ontwikkelingen op de varkensmarkt, die al langere tijd wordt geconfronteerd met overproductie en lage opbrengstprijzen, los van de Oekraïnecrisis. De laatste weken zijn zowel op Europees niveau als in Nederland de prijzen voor varkensvlees echter weer aan het stijgen. De Commissie heeft eerder vastgehouden aan marktoriëntatie voor de varkensmarkt, maar had toegezegd de mogelijkheden voor tijdelijke particuliere opslag te onderzoeken een EU referentiegroep voor varkensvlees in te stellen die mogelijkheden voor interventie moet inventariseren. De eerste bijeenkomst voor deze referentiegroep is op 10 maart.
Zoals aangegeven deel ik de grote zorgen over de effecten die de crisis in Oekraïne heeft op de Europese landbouwmarkten en de wereldwijde voedselvoorziening, inclusief Noord Afrika en het Midden-Oosten. De aanvoer van energie, kunstmest en grondstofstromen afkomstig vanuit Rusland, Oekraïne en Belarus is van groot belang voor zowel de ondernemers en de consument wereldwijd. Om hier verder inzicht in te krijgen heb ik aan onder meer Wageningen Economisch Research (WeCR) gevraagd onderzoek te doen naar de effecten in Nederland. De eerste resultaten van deze analyse bied ik uw Kamer hierbij aan (zie bijlage)1. De WeCR analyse toont aan dat de EU zelfvoorzienend is in veel producten. Naast productie en handelsstromen vanuit Oekraïne, Rusland en Belarus gaat WeCR ook in op de bredere context en beschikbaarheid van belangrijke agro-grondstoffen wereldwijd. Op https://agrotradeukraine.wecr.wur.nl/ is een data-applicatie (dashboard) beschikbaar waarmee gebruikers zelf voor hen relevante handelsdata kunnen opvragen. In een tweede deel van het onderzoek zal WeCR een nadere analyse geven van een aantal mogelijke ontwikkelingen. Dit zal zo spoedig mogelijk aan uw Kamer worden gestuurd.
Ik zal mij in Brussel actief inzetten om op EU niveau tot gerichte acties te komen om de negatieve effecten van de Oekraïnecrisis op de landbouwmarkten zoveel mogelijk te beperken. De EU is een grote voedselproducent en het EU voedselsysteem is robuust, maar de afhankelijkheid van kritische grondstofstromen moet op termijn worden verlaagd om de weerbaarheid te vergroten. Zo heeft Nederland actief voorstellen gedaan om de mogelijkheden voor het gebruik van minerale meststoffen in EU te vergroten en de afhankelijkheid van kunstmest te verminderen. Ik zal het belang van meer ruimte binnen de Nitraatrichtlijn voor deze belangwekkende en innovatieve oplossingen ook deze Raad weer inbrengen.
Daarnaast is het openhouden van handelsstromen binnen de interne markt en met derde landen van essentieel belang. Met diversificatie in de producten of alternatieve grondstoffen, het tegengaan van protectionistische maatregelen door landen en de import van grondstoffen uit andere delen van de wereld moeten belangrijke grondstoffen worden aangevuld. Deze handelsstromen zijn ook van essentieel belang voor landen in het Midden Oosten en Noord Afrika om vanuit andere regio’s het voedsel te importeren.
Ik verwelkom de actieve inzet van de Commissie om met stakeholders oplossingen te zoeken. Op voorhand is Nederland er geen voorstander van om af te wijken van het GLB en de daarin opgenomen inzet op vergroening. De vergroening is juist nodig voor de noodzakelijke verduurzaming van de sector en een weerbare landbouwproductie op de langere termijn. Maar ik wil tegelijkertijd in een zeer ernstige crisissituatie specifieke maatregelen niet op voorhand uitsluiten.
Ook wil ik met Brusselse collega’s onderzoeken of een gerichte inzet van de crisisreserve voor bepaalde sectoren zou kunnen helpen waarbij wel voorwaarden voor verduurzaming noodzakelijk zijn. Op basis van de analyse en voorstellen van de Commissie zal Nederland de voor- en nadelen van de verschillende opties beoordelen en een standpunt innemen.
Tegelijkertijd zet ik in Nederland in op een versnelling in de energietransitie om het gasverbruik te verminderen. Ik ben met de glastuinbouwsector in gesprek voor mogelijkheden om tuinders die gaan investeren in de transitie en energiebesparing te ondersteunen wat kan helpen de sector door deze moeilijke periode heen te helpen. De huidige situatie maakt nog urgenter dat de sector snel minder afhankelijk moet worden van fossiele brandstoffen en snel moet omschakelen, naar meer energiebesparing en het gebruik van andere energiebronnen. De Minister verwacht dat de sector daarvoor ook echt stappen zet.
De moeilijke situatie in de varkensmarkt staat hier los van. Ook al is nu sprake van stijgende prijzen, de marges, mede als gevolg van de gestegen kosten voor veevoer, maken dat de situatie nauw moet worden gevolgd. De Commissie onderzoekt of hier extra maatregelen voor nodig zijn, waarbij ik in het algemeen terughoudendheid blijf bepleiten om op Europees niveau in te grijpen in de markt met de recente ontwikkeling van stijgende prijzen. Maar ik sta open voor eventuele tijdelijke particuliere opslag om het tijdelijke overaanbod te reguleren.
Tot slot acht ik van groot belang dat de kosten van de prijsstijgingen, die nu onvermijdelijk op ons af komen, eerlijk worden verdeeld in de keten. Ik roep daarbij ook de verwerkers en supermarkten op hun verantwoordelijkheid te nemen en niet alleen de primaire producent en de consument alle lasten te laten dragen.
Voortgangsrapportage bij het opstellen van het rapport over de toepassing van normen Gezondheids- en milieueisen van de Unie voor landbouwproducten en geïmporteerd voedsel
De Commissie zal informatie geven over de voortgang van het rapport over de rationale en juridische haalbaarheid (waaronder de conformiteit met WTO-regels) van het toepassen van EU gezondheids- en milieu productiestandaarden (inclusief standaarden voor dierenwelzijn, processen en productiemethoden) op geïmporteerde producten. Er is nog geen document beschikbaar. De Commissie zal naar verwachting verslag doen van de eerste resultaten van de consultatie onder stakeholders.2 Deze consultatie loopt van 16 februari tot 16 maart. Dit agendapunt zal waarschijnlijk mondeling zijn.
Bij de gedachtewisseling zal ik het belang van het onderzoek benadrukken. Dit omdat we aan EU producenten vragen om verder te verduurzamen en hun producten in sommige gevallen moeten concurreren met geïmporteerde producten van producenten die niet altijd aan dergelijke hoge milieu-, arbeid- of dierenwelzijnsregels hoeven te voldoen. Hierbij moet gekeken worden wat er onder het multilaterale kader van de WTO mogelijk is. Ik zal aangeven uit te kijken naar het rapport, dat naar verwachting in juni wordt gepubliceerd.
Goedkeuring van de GLB-Nationaal Strategische Plannen
Het Franse voorzitterschap voorziet een gedachtewisseling tussen ministers en de Commissie over het goedkeuringsproces van de Strategische GLB-plannen. Commissaris Wojciechowski zal naar verwachting mondeling uiteenzetten welke stappen de Commissie momenteel in het goedkeuringsproces zet. Een inhoudelijke discussie over de plannen zelf is voor deze Raad niet voorzien, maar mogelijk verandert dit door de actuele situatie in Oekraïne. Vooralsnog zal het inhoudelijke debat over de Strategische plannen tussen de Commissie en lidstaten worden gevoerd in de bilaterale overleggen aan de hand van de brief met de bevindingen (observation letter) die de Commissie per lidstaat zal opstellen over ieder plan afzonderlijk. Naar verwachting zal de Commissie de brief met de bevindingen over het Nederlandse strategische GLB-plan eind maart toesturen. Direct na ontvangst zal ik deze ook uw Kamer doen toekomen. Mijn appreciatie van de brief en mijn reactie op de bevindingen van de Commissie op het Nederlandse Strategisch GLB-Plan zal ik uw Kamer in mei doen toekomen.
Ik zal de Commissie tijdens de Raad nadrukkelijk om aandacht vragen voor het belang van voortgang en transparantie in het goedkeuringsproces van de Strategische plannen en de structurele dialoog die erover met de Commissie plaatsvindt. Voortgang is belangrijk omdat het voor boeren van belang is dat in de loop van dit jaar helderheid ontstaat over de precieze inrichting van het GLB vanaf 1 januari 2023. Dit zeker ook in het licht van de actuele situatie met betrekking tot de oorlog in Oekraïne. Transparantie is van belang om het gelijke speelveld tussen lidstaten te borgen. Ook zal ik in mijn interventie de in de triloog met het Europees parlement gemaakte afspraak onderstrepen dat het GLB uiteraard dient bij te dragen aan de doelen en ambities van de Green Deal en Farm to Fork-strategie, maar dat de beoordeling van de strategische plannen alleen kan geschieden op basis van reeds bestaande regelgeving.
AOB Oostenrijk: Stimuleren potentieel van plantaardige eiwitten in EU overeenstemming van doelstellingen van Green Deal
Oostenrijk verzoekt de Europese Commissie om te komen met een voorstel voor een Europese eiwitstrategie, die ondersteunend is aan het nationale beleid. Dit is inhoudelijk een logische stap na de oproep van Commissie in 2018 aan lidstaten om met een nationale eiwitstrategie te komen. De nationale eiwitstrategie in Nederland is in 2020 uitgebracht, zij het destijds controversieel verklaard. In maart informeer ik uw Kamer met een brief over de Nationale Eiwitstrategie. Deze oproep van Oostenrijk sluit goed aan bij ons voedselbeleid (inzet op duurzamer voedingspatroon en voedselaanbod) en de nationale eiwitstrategie. Een Europese strategie helpt dit te ondersteunen en biedt ruimte aan de diverse behoeften van lidstaten. Ik zal dit voorstel dan ook ondersteunen.
AOB Hongarije: Visegrad
Afgelopen vrijdag 4 maart was de tweede Visegrad 4 bijeenkomst met landbouwministers onder Hongaars voorzitterschap. De verwachting is dat de Hongaarse voorzitter, landbouwminister István Nagy, enkele conclusies uit de vergadering van 4 maart zal delen, maar de inhoud van het AOB-punt is nog niet gedeeld met de andere lidstaten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer