[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang implementatie vereenvoudiging beslagvrije voet en programma stroomlijning keten voor derdenbeslag

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Brief regering

Nummer: 2022D09549, datum: 2022-03-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24515-617).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24515 -617 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting.

Onderdeel van zaak 2022Z04684:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 617 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2022

De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Kamerstuk 34 628 wordt nu ruim een jaar uitgevoerd. De eerste ervaringen zijn positief. Het bestaansminimum van mensen op wiens inkomen beslag wordt gelegd wordt onder de nieuwe wet beter geborgd door beslagleggende partijen. De wet wordt uitgevoerd door en in samenwerking tussen gemeenten, waterschappen, UWV, de SVB, het CJIB, het LBIO, de Belastingdienst en gerechtsdeurwaarders. Waar nodig komen deze partijen en het Ministerie van SZW in actie om knelpunten of onvoorziene, ongewenste effecten van de wet aan te pakken.

In deze brief informeer ik uw Kamer mede namens de Minister voor Rechtsbescherming over de actuele stand van zaken rond de uitvoering van de wet. Daarbij ga ik onder meer in op het oplossen van knelpunten die zich na de inwerkingtreding voordeden. Ik vind het belangrijk om uw Kamer op de hoogte te houden van de praktische uitwerking van de nieuwe wet voor mensen met beslag op hun inkomen. Ik informeer uw Kamer dan ook graag over de eerste onderzoeken naar ervaringen met het burgerportaal en de modelmededeling en de eerste stakeholderbijeenkomst over de vereenvoudigde beslagvrije voet. Verder informeer ik uw Kamer over de acties naar aanleiding van onvoorziene, ongewenste gevolgen van de wet. Tot slot ga ik in op het vervolg van het programma Stroomlijning Keten voor Derdenbeslag.

Oplossing van knelpunten door samenwerking

In de eerste helft van 2021 kwam een aantal knelpunten naar voren bij de uitvoering van de nieuwe wet. Uw Kamer is hierover geĂŻnformeerd bij brief van

1 juni 20211 en bij de beantwoording van Kamervragen. De beslagleggende partijen hebben snel en adequaat gehandeld. Zij hebben de rekenmodules voor de berekening van de beslagvrije voet zo snel mogelijk aangepast. Daarnaast heeft het Ministerie van SZW in samenwerking met de betrokken partijen een wetswijziging voorbereid om het knelpunt rond de vakantiebijslag van gemeentelijke uitkeringsgerechtigden duurzaam op te lossen.2 De wetswijziging trad op 1 januari jl. in werking. Ik ben de gemeenten erkentelijk voor hun extra inspanningen om dit knelpunt voor burgers te ondervangen. De betrokken partijen en het Ministerie van SZW blijven de uitvoering van de wet monitoren, zodat eventuele andere knelpunten snel worden herkend en opgelost.

Ervaringen met burgerportaal en modelmededeling

Jaarlijks worden honderdduizenden mensen geconfronteerd met beslag op hun inkomen. De nieuwe wet vereenvoudigt de berekening van de beslagvrije voet voor hen. Mensen hoeven niet langer zelf allerlei gegevens aan te leveren voor de berekening. Wel moeten zij hun beslagvrije voet kunnen controleren. Daarom is het online burgerportaal www.uwbeslagvrijevoet.nl ingericht en voorzien van een rekentool. Via de rekentool kunnen mensen hun beslagvrije voet narekenen, aan de hand van de modelmededeling die zij hebben gekregen van de beslaglegger. In de modelmededeling staan de gegevens die de beslaglegger heeft gebruikt om de beslagvrije voet te berekenen. In 2021 is het portaal 107.503 keer bezocht en zijn met de rekentool 144.591 berekeningen uitgevoerd.

Het Ministerie van SZW heeft onderzoek laten doen naar de begrijpelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van het burgerportaal en de modelmededeling. Uit dit onderzoek van Kantar Public blijkt dat drie type mensen op het burgerportaal komen. Dat zijn «hulpvragers» die er niet uitkomen en behoefte hebben aan persoonlijk contact. Daarnaast zijn er «zekerheidszoekers» die er zelf uit proberen te komen maar voor de zekerheid alsnog contact opnemen met een instantie. Dan zijn er nog de «zelfredzamen» die zelf hun weg vinden. Bij de verdere ontwikkeling van het burgerportaal wordt rekening gehouden met de behoeften van de verschillende type bezoekers.

Uit het onderzoek blijkt ook dat men begrijpt wat de beslagvrije voet en beslaglegging inhouden en dat de rekentool makkelijk is te doorlopen. Wel vindt men het taalgebruik soms te ingewikkeld. Het is voor mensen niet altijd duidelijk waar zij moeten beginnen. Ook is meer informatie nodig over de manier waarop mensen gegevens kunnen aanpassen. ICTU heeft gesproken met experts in het schuldendomein die in direct contact staan met mensen die met schulden kampen. De experts hebben verschillende suggesties gedaan over het burgerportaal en de rekentool. Zij stellen voor minder tekst te gebruiken en meer beeld te gebruiken. De aanbevelingen uit het onderzoek onder burgers en de sessies met experts zijn opgepakt. Ik verwacht dat de beoogde verbeterslag in de tweede helft van dit jaar wordt gerealiseerd.

Stakeholderbijeenkomst

Naast het laten uitvoeren van genoemde onderzoeken heeft het Ministerie van SZW in december 2021 de eerste stakeholderbijeenkomst georganiseerd over de vereenvoudigde beslagvrije voet. Hiervoor zijn zestien organisaties uitgenodigd die zelf geen beslag leggen maar wel te maken hebben met de beslagvrije voet, bijvoorbeeld omdat zij mensen bijstaan die te maken hebben met beslag op hun inkomen. Aan de bijeenkomst namen onder meer deel de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR), het Juridisch Loket en een vereniging voor beschermingsbewindvoerders. De ervaringen van de organisaties zijn belangrijk om de effecten van de wetswijziging in beeld te krijgen en een vinger aan de pols te houden. Ook geven de bijeenkomsten de organisaties de mogelijkheid vragen te stellen aan de beslagleggende partijen met wie het ministerie de bijeenkomsten organiseert, en omgekeerd. Deelnemers vinden de nieuwe wet een verbetering. Wel signaleren zij onder meer ongewenste gevolgen van de wet voor AOW’ers en rond woonlasten. Ik ga hieronder op deze gevolgen in. Het ministerie zal de bijeenkomst twee keer per jaar blijven organiseren samen met beslagleggende partijen. De inbreng van stakeholders wordt ook betrokken bij de voorbereiding van de eerste evaluatie van de wet die in 2022/2023 plaatsvindt.

Ketenbureau

Met de inwerkingtreding van de wet is een nieuwe keten ontstaan: de Keten voor Derdenbeslag. De beslagleggende partijen werken hierin samen om ervoor te zorgen dat de beslagvrije voet op uniforme wijze in de verschillende rekenmodules wordt berekend. Verder werken zij samen om het coördinerend deurwaarderschap goed te kunnen uitvoeren en de burger op eenduidige wijze te informeren over de beslagvrije voet via het burgerportaal en de modelmededeling. Om de gezamenlijke ketendoelstellingen te bereiken is een ketenbureau in oprichting dat vooral de samenwerking tussen de ketenpartijen helpt te organiseren en faciliteren.

Onvoorziene, ongewenste gevolgen van de wet

In de loop van 2021 werd duidelijk dat de wet op onderdelen anders uitwerkt dan bij de voorbereiding ervan was voorzien. Het gaat om de beslagvrije voet voor AOW’ers en om woonlasten.

In de berekening van de beslagvrije voet wordt onder de nieuwe wet geen onderscheid meer gemaakt naar leeftijd. Mensen met beslag op hun inkomen vanaf de AOW-leeftijd zouden hierdoor een lagere beslagvrije voet krijgen dan onder de oude wetgeving. Eind 2021 bleek uit een analyse van signalen van de SVB dat de negatieve gevolgen van de wet voor AOW’ers groter zijn dan werd voorzien op basis van de uitgevoerde berekeningen bij de voorbereiding van de wet. In schrijnende situaties waarin de nieuwe beslagvrije voet leidt tot een grote inkomensachteruitgang incasseert de SVB uit coulance minder. Het is aan de burger om zelf inzicht te geven in zijn persoonlijke omstandigheden. Het Ministerie van SZW onderzoekt of de onvoorziene gevolgen voor AOW’ers, bij beslag door een andere partij dan de SVB, kunnen worden opgelost en zoekt met beslagleggende partijen naar mogelijkheden om deze groep tegemoet te komen. Ik informeer uw Kamer hier nader over in de volgende voortgangsbrief.

Daarnaast heeft de wet onvoorziene gevolgen als het gaat om woonlasten in de berekening van de beslagvrije voet. Bij de berekening wordt ervan uitgegaan dat iemand huurtoeslag ontvangt. Als iemand een koopwoning heeft, kan de beslagvrije voet op verzoek worden verhoogd met het bedrag dat iemand ongeveer aan huurtoeslag zou ontvangen als de koopwoning een huurwoning zou zijn. In de praktijk blijkt dat mensen die huren en geen recht hebben op huurtoeslag onder het bestaansminimum kunnen komen, omdat de beslagvrije voet voor deze groep niet wordt verhoogd. Dit was bij het opstellen van de wet niet voorzien. Het gaat om mensen die een kamer, woonboot, woonkeet, loods, recreatiewoning of tijdelijke woonruimte huren. Ik ben voornemens de regels voor deze groep te wijzigen, door de regels voor woningbezitters ook toe te passen bij huurders zonder huurtoeslag. De wetswijziging treedt naar verwachting op 1 januari 2023 in werking. Vooruitlopend hierop gaat het Ministerie van SZW met de beslagleggende partijen in gesprek over de mogelijkheden om huurders zonder recht op huurtoeslag tegemoet te komen.

Voor mensen die vanwege de hoogte van hun inkomen geen recht hebben op toeslagen, bestaat de beslagvrije voet uit een vast bedrag. Mensen met woonlasten die hoger zijn dan 110% van de sociale huurgrens kunnen de beslaglegger verzoeken de beslagvrije voet voor zes maanden te verhogen. Bij de totstandkoming van de wet werd verondersteld dat hoge woonlasten vrijwel uitsluitend voorkomen bij hogere inkomens. Uit signalen van onder andere de VNG en het Bureau Wsnp blijkt dat er ook veel mensen zijn met lagere inkomens die hoge woonlasten hebben. Bij de voorbereiding van de wet in 2016 is dit niet voorzien. Dit laat zich extra gevoelen in de huidige woningmarkt. Met de wetswijziging wil ik regelen dat ook mensen met lagere inkomens een beroep op verhoging van de beslagvrije voet kunnen doen. Verder stel ik voor de termijn van zes maanden te vervangen door een bij ministeriële regeling te bepalen termijn, zodat deze eenvoudiger met de situatie op de woningmarkt kan meebewegen.

Inkomensgrenzen eigenwoningbezitters

Bij de berekening van de beslagvrije voet wordt ervan uitgegaan dat woonlasten boven een bepaalde norm worden gecompenseerd door middel van huurtoeslag.

Eigenwoningbezitters ontvangen geen huurtoeslag. Daarom bepaalt de wet dat deze groep een verhoging van de beslagvrije voet kan krijgen, vergelijkbaar met de huurtoeslag die zij zouden ontvangen als zij de woning zouden huren. De wettelijke regeling bevat per abuis een verwijzing naar inkomensgrenzen die sinds 1 januari 2020 niet langer worden gebruikt bij de bepaling van huurtoeslag. Om dit op de lossen wordt de bestaande verwijzing in de Verzamelwet SZW 2023 vervangen door passende inkomensgrenzen. Deze omissie is eind 2021 ontdekt bij het voorbereiden van de aanpassing van de normwaarden per 1 januari 2022. Daarbij wordt geanticipeerd op de voorgestelde wetswijziging, zodat de betreffende passende inkomensgrenzen direct konden worden toegepast. Hiermee is in de geest van de wet gehandeld. De toegepaste inkomensgrenzen hebben een positief effect voor de burger.

Programma Stroomlijning Keten voor Derdenbeslag

De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is een grote stap voorwaarts in de bescherming van het bestaansminimum van mensen op wiens inkomen beslag wordt gelegd. We zijn er daarmee nog niet. Voor de grote groep mensen die te maken heeft met meerdere beslagen is verbeterde informatie-uitwisseling nodig tussen de beslagleggende partijen. In die gevallen moeten de beslagleggende partijen van elkaar weten dĂĄt er meerdere partijen zijn die aanspraak maken op die ene aflossingscapaciteit van de burger. Daarvoor is het wetsvoorstel Wet stroomlijning keten voor derdenbeslag in voorbereiding. Het wetsvoorstel past in de wens van het kabinet om zorg te dragen voor een betere, verantwoorde overheidsincasso met oog voor de menselijke maat. Het voorstel geeft de grondslag voor alle beslagleggende partijen om informatie uit te wisselen via een centrale ICT-voorziening. Naar verwachting kan het wetsvoorstel na de zomer bij uw Kamer worden ingediend en kan dan worden begonnen met de bouw van de ICT-voorziening.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten


  1. Kamerstuk 24 515, nr. 603.↩

  2. Als oplossing is ervoor gekozen om in situaties waarin het knelpunt speelde de beslagvrije voet als percentage van het inkomen te communiceren, zoals ook werd voorgesteld door de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR), zie hierover Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3140, p. 3.↩