Antwoord op vragen van het lid Van Wijngaarden over het artikel: “IGJ heeft niks meer aan mislukt ICT-systeem” van Skipr
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D09663, datum: 2022-03-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2099).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2022Z03734:
- Gericht aan: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: J. van Wijngaarden, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2099
Vragen van het lid Van Wijngaarden (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel: «IGJ heeft niks meer aan mislukt ICT-systeem» van Skipr, 18 januari 2022 (ingezonden 25 februari 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 maart 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «IGJ heeft niks meer aan mislukt ICT-systeem»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat het ontwikkelen en implementeren van het systeem SPEC ruim 35 miljoen euro heeft gekost en dat het systeem nu onbruikbaar blijkt te zijn? Welke gevolgen heeft dit voor de begroting van het Ministerie van VWS? Kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dit opvangen uit eigen middelen?
Antwoord 2
In de periode 2013–2020 is door veel medewerkers van de IGJ met grote inzet en betrokkenheid gewerkt aan de ontwikkeling en implementatie van SPEC. Desondanks moeten we vaststellen dat het binnen dit traject op verschillende cruciale punten is misgegaan. Om lessen te trekken uit de ontstane situatie zijn de ontwikkeling en implementatie van SPEC in 2021 grondig geëvalueerd. Ik en mijn voorganger hebben uw Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de uitkomsten van de verschillende onderzoeken die in dit kader zijn uitgevoerd.2
De uitgaven voor de ontwikkeling en implementatie van SPEC zijn in de jaren 2016 t/m 2021 gerealiseerd. Er zijn geen verdere financiële verplichtingen meer vanaf 2022 voor het systeem SPEC. In de begroting VWS en de IGJ vanaf 2022 staan hiervoor dan ook geen bedragen gereserveerd.
Vraag 3
Kunt u een feitenrelaas geven vanaf het moment dat de eerste signalen bij uw voorganger binnenkwamen over de problemen met SPEC tot en met december 2020, toen is besloten te stoppen met SPEC? Kunt u daarbij ingaan op de handelingen van de IGJ en op die van uw voorganger?
Antwoord 3
In het voorjaar van 2021 heeft ABDTOPConsult de ontwikkeling en implementatie van SPEC geëvalueerd. Het eindrapport heeft mijn voorganger op 2 juli jl. met uw Kamer gedeeld en bevat een feitenrelaas van de start van het project tot en met het besluit om een pas op plaats te maken in december 2020. In het rapport zelf wordt daarnaast ingegaan op de handelingen van de IGJ en de betrokkenheid van het Ministerie van VWS.
Vraag 4
Waarom is pas tijdens implementatie gebleken dat SPEC niet aansluit bij de uitvoeringstaken van de IGJ? Kunt u toelichten waarom dit pas zo laat boven tafel kwam? Wat is er misgegaan bij het opstellen van de doelen bij de start het van het project?
Antwoord 4
De onderzoekers van ABDTOPConsult concluderen hierover het volgende:
De IGJ kwam in de periode 2012–2017 onder politieke druk tot een grote veranderambitie voor haar organisatie, waaronder een betere informatievoorziening (IV). De stapeling van ambities is bij de start niet goed afgewogen tegen het vermogen van de IGJ om het veranderings- en IV-ontwikkelingsproces te leiden en te sturen.
De belangrijke keuzes voor een zaaksysteem als oplossing voor de gehele ICT-ondersteuning van alle toezichtprocessen en voor Dienst ICT Uitvoering (DICTU) als leverancier waren vooral gebaseerd op een commitment aan Rijksbrede ambities en zijn overhaast en vanuit een gebrekkig overzicht gemaakt.
De cruciale succesfactor van eigenaarschap in de lijnorganisatie van de IGJ was voor SPEC gedurende grote delen van het project niet vervuld. Daardoor waren de gebruikers van SPEC gedurende delen van het ontwikkeltraject onvoldoende betrokken.
Zie ook de Kamerbrief van de toenmalig Minister voor MSZ van 2 juli 2021 over de evaluatie van ABDTOPConsult.3
Vraag 5
Wat vindt u van de conclusie van Atos dat het gebruik van SPEC het uiterste geeft gevergd van medewerkers en bij de IGJ tot een vertrouwenscrisis heeft geleid? Hoe heeft dit volgens u kunnen gebeuren? Wat wordt er gedaan om deze vertrouwenscrisis op te lossen?
Antwoord 5
De implementatie van SPEC heeft van veel IGJ-medewerkers het uiterste gevergd en het mislukken daarvan heeft zijn weerslag gehad op het vertrouwen in het systeem. Dit beeld wordt ook bevestigd in de evaluatie van ABDTOPConsult. SPEC was onvoldoende geworteld in een breed binnen de organisatie gedragen visie op de gewenste ontwikkeling van het toezicht. Daarnaast waren de gebruikers van SPEC gedurende delen van het ontwikkeltraject onvoldoende betrokken.
Afgelopen najaar is de IGJ-leiding gestart met het opnieuw vormgeven van de IV-governance binnen haar organisatie. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat de inbreng en wensen van gebruikers en centrale plek krijgen binnen toekomstige IV-projecten van de IGJ. Juist zodat deze projecten kunnen rekenen op breed draagvlak binnen de organisatie. De aanbevelingen van Atos en ABDTOPConsult bieden hiervoor bruikbare handvatten.
Vraag 6
Heeft het falen van dit project gevolgen gehad voor de samenstelling van het bestuur en het toezicht op de ontwikkeling van een volgend ICT-systeem van de IGJ? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 6
De ervaringen met het SPEC-traject geven aanleiding om de IGJ-leiding op een zo kort mogelijke termijn te versterken met een programmadirecteur IV. Vooruitlopend daarop is de sturing op de IV en toekomstige IV-projecten beter belegd binnen de lijnorganisatie van de IGJ. Onder voorzitterschap van de inspecteur-generaal is een IV-sturingsoverleg ingericht, waarbij de inbreng van de toezichtafdelingen een nadrukkelijke plaats inneemt.
Vraag 7
Zijn er consequenties voor het ICT-bedrijf dat de ontwikkeling van SPEC heeft geleid? Is bekend of dit bedrijf betrokken is bij ICT-projecten van andere overheidsinstellingen?
Antwoord 7
De ontwikkeling van SPEC ging uit van Rijkszaak, de standaarddienst voor zaakgericht werken van DICTU. DICTU is geen ICT-bedrijf, maar een Shared Service Organisatie van de rijksoverheid. DICTU heeft mij laten weten dat er op dit moment veertien andere implementaties van RijksZaak in productie zijn genomen binnen de rijksoverheid.
Aangezien IGJ een van de eerste afnemers van RijksZaak was, heeft ook DICTU geleerd van het SPEC-traject. Zo worden bij de start van nieuwe RijksZaak-trajecten de onderlinge verantwoordelijkheden en wijze van samenwerken beter beschreven. Ook wordt vooraf meer aandacht besteed aan de mate van hergebruik en standaardisatie.
Vraag 8, 9
Bent u het eens dat er alles aan gedaan moet worden om deze fout in de toekomst te voorkomen? Hoe beoordeelt u in dat kader de lessen die zijn getrokken rondom SPEC en de actiepunten die zijn geformuleerd in het Werkplan IGJ 2022? Op welke manier is het Adviescollege ICT-toetsing betrokken?
Zijn er voornemens om de huidige systemen verder te optimaliseren, gelet op dat in het werkplan IGJ 2022 staat dat de robuustheid van de huidige systemen voldoende is om het toezicht van IGJ de komende jaren te ondersteunen? Hoe wordt voorkomen dat hier dezelfde fouten worden gemaakt? Kunt u hierbij specifiek ingaan op eigenaarschap, cultuur en leiderschap?
Antwoord 8, 9
Ik ben het met u eens dat er alles aan gedaan moet worden om gemaakte fouten in de toekomst te voorkomen. Het is dan ook goed dat er in het afgelopen jaar door meerdere partijen kritisch is gekeken naar de ontwikkeling en implementatie van SPEC. De aanbevelingen van ABDTOPConsult en de onderzoeken van Atos en VKA heeft de IGJ vertaalt naar haar werkplan voor 2022.
De bestaande IV-systemen binnen de IGJ zijn voldoende robuust om het toezicht in de komende jaren te blijven ondersteunen4. Daarbij is er aandacht voor zowel eigenaarschap als het management van systemen. Er zijn producteigenaren voor de belangrijkste systemen evenals informatiemanagers voor een goede afstemming met de gebruikers in de organisatie.
Vanuit deze basis zal de IGJ de komende jaren verder werken aan het verbeteren van de IV-voorzieningen binnen haar organisatie. De sturing op toekomstige IV-projecten is daarvoor beter belegd binnen de lijnorganisatie van de IGJ. Zie ook mijn antwoord op vraag 6. Een belangrijk uitgangspunt is dat nieuwe functionaliteiten (mogelijkheden van het systeem) niet meer met een groot allesomvattend traject worden opgepakt. Maar stapsgewijs worden ontwikkeld met nauwe betrokkenheid van de gebruikers in het toezicht. Het Adviescollege ICT-toetsing is op dit moment dan ook niet betrokken.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het Commissiedebat Governance in de zorgsector / Inspectie IGJ / patiënten en cliëntenrechten, dat gepland staat op 17 maart 2022?
Antwoord 10
Ja.