Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake de reactie op verzoek commissie over Adviescommissie Verdeling 3,5 GHz-band en NSV-verkeer (Kamerstuk 24095-559)
Frequentiebeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D10644, datum: 2022-03-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D10644).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z03676:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-03-08 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-08 16:30: Procedurevergadering EZK (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-03-17 12:00: Telecommunicatie (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-03-17 13:30: Telecommunicatie (GEANNULEERD EN OMGEZET IN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG) (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
2022D10644 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief van 5 oktober 2020 «Advies van het Onafhankelijk Adviescollege Toekomstbeleid Radio» (Kamerstuk 24 095, nr. 516), de brief van 11 november 2020 «Termijn noodverlenging commerciële radiovergunningen» (Kamerstuk 24 095, nr. 524), de brief van 3 juni 2021 «Jaarbericht Agentschap Telecom 2020» (Kamerstuk 24 095, nr. 541), de brief van 15 juni 2021 «Stappen veiligheid en integriteit telecom» (Kamerstuk 30 821, nr. 143), de brief van 2 juli 2021 «Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Telecommunicatie van 20 mei 2021, over de veiligheid van zeekabels» (Kamerstuk 26 643, nr. 770), de brief van 8 juli 2021 «Commerciële radio: voortgang noodverlenging en DAB+» (Kamerstuk 24 095, nr. 545), de brief van 8 juli 2021 «Landelijke ondersteuning gemeenten bij de aanleg van snelle mobiele netwerken» (Kamerstuk 24 095, nr. 546), de brief van 12 oktober 2021 «Rapportage toepassing Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie» (Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 8), de brief van 29 oktober 2021 «Uitvoering van de motie van het lid Van Ginneken c.s. over het openbaar maken van de termijn waarop mobiele-telecomaanbieders hun netwerk opgeschoond moeten hebben» (Kamerstuk 30 821, nr. 156), de brief van 1 november 2021 «Antwoorden op vragen commissie over de gevolgen van de uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen Inmarsat en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de wijziging van het Nationale Frequentie Plan 2014» (Kamerstuk 24 095, nr. 550), de brief van 6 december 2021 «Zeekabels» (Kamerstuk 26 643, nr. 802), de brief van 16 februari 2022 «Jaarplan Toezicht 2022 Agentschap Telecom» (Kamerstuk 24 095, nr. 557), de brief van 24 februari 2022 «Reactie op verzoek commissie over mobiel bereik in delen van Nederland» (Kamerstuk 24 095, nr. 558), de brief van 24 februari 2022 «Reactie op verzoek commissie over Adviescommissie Verdeling 3,5 GHz-band en NSV-verkeer» (Kamerstuk 24 095, nr. 559) en de brief van 24 februari 2022 «Antwoorden op vragen commissie over de reactie op de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk over proportionele en bij het doel van de noodverlenging passende verlengingsprijzen en de motie van het lid Grinwis c.s. over een proportionele vergoeding voor de noodverlenging van de radiovergunningen» (Kamerstuk 24 095, nr. 560).
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke
Inhoudsopgave
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
II | Antwoord / Reactie van de Minister |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de verdeling van de 3,5 Gigahertz-band (GHz-band), het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer (NSV-verkeer) en het daarbij behorende tijdpad. Gezien het enorme belang van de verdeling van de 3,5 GHz-band voor de continuïteit van de NSV-communicatie, de verdere uitrol van de vijfde generatie van het mobiele netwerk (5G), het daarmee ontwikkelen van de Nederlandse digitale economie en het behouden van de Europese digitale koppositie, hechten deze leden er waarde aan dat er voortvarend en zorgvuldig werk wordt gemaakt van de verdeling van de 3,5 GHz-band. Per 17 december 2021 is de Adviescommissie Verdeling 3.5 GHz-band ingesteld en uiterlijk 1 mei 2022 zal zij haar schriftelijke eindrapport uitbrengen. Wat is de laatste stand van zaken van de adviescommissie? Ziet het ernaar uit dat de gestelde deadline van 1 mei 2022 ook daadwerkelijk gehaald gaat worden? Is de adviescommissie conform het instellingsbesluit ook al om de tafel gegaan met betrokken partijen, zoals Immarsat, mobiele netwerkoperators en de huidige vergunninghouders?
De leden van de VVD-fractie achten het een mogelijkheid dat Inmarsat, al dan niet tijdelijk, na de veiling van de 3,5 GHz-band een deel van haar huidige frequentie in gebruik houdt. De leden begrijpen uiteraard het belang van stabiele noodcommunicatie. Klopt het dat het grondstation in Burum een van de twee stations is in Europa? In hoeverre zou het deels verleggen van taken van Burum naar het tweede grondstation een oplossing bieden in het zo snel mogelijk vrij maken van de gehele 3,5 GHz-band? In hoeverre is het voor het kunnen garanderen van de noodcommunicatie nodig dat Inmarsat de gehele band bezet houdt?
De leden van de VVD-fractie menen dat het daarnaast van belang is dat, om het 5G-netwerk volledig uit te kunnen rollen en er als Nederland volledig van te kunnen profiteren, er goede (technische) afspraken worden gemaakt tussen de mobiele netwerkoperators en lokale vergunninghouders. Zijn er op dit vlak knelpunten voorzien die de uitrol van het 5G-netwerk nog meer zouden kunnen vertragen en hoe zouden deze dan eventueel nu al opgelost kunnen worden?
De leden van de VVD-fractie vragen daarnaast naar de snelheid van het aansluiten van alle huishoudens op glasvezel. Kan de Minister de laatste stand van zaken geven en hierbij ingaan op welke gebieden er achterlopen en welke gebieden nog geen gebruik kunnen maken van glasvezel? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben naar aanleiding daarvan nog een aantal vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van 15 juni 2021 over stappen veiligheid en integriteit telecom (Kamerstuk 30 821, nr. 143) en vragen de Minister wat de huidige stand van zaken omtrent implementatie van de ministeriële regeling is. Daarnaast vragen deze leden wat de stand van zaken is omtrent de inrichting van een «structureel proces waarbinnen betrokken overheidsorganisaties en telecomaanbieders doorlopend nieuwe informatie over dreigingen en technologie delen en op risico’s beoordelen.»
De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang van de fysieke infrastructuur van onze telecommunicatie, zoals onder andere de zeekabels waarover in de stukken wordt geschreven. In de brief van 2 juli 2021 over de veiligheid van zeekabels (Kamerstuk 26 643, nr. 770) wordt gesteld dat het kabinet de Europese internationale aandacht voor de veiligheid van zeekabels steunt. Deze leden vragen de Minister of zij dit standpunt onderschrijft en, zo ja, hoe zij hier uitvoering aan geeft.
De leden van de D66-fractie bereiken berichten dat de aanleg van infrastructuur voor mobiele netwerken steeds moeilijker en duurder wordt. Klopt het dat de kosten voor aanleg van mobiele infrastructuur stijgen? Welke factoren spelen daarin een rol? Welke rol speelt de overheid zelf in het bemoeilijken van de aanleg van de benodigde infrastructuur? Kan het aanleggen van mobiele infrastructuur goedkoper en sneller als gemeentelijke procedures gelijkgetrokken worden?
De leden van de D66-fractie zijn voorts geïnteresseerd in de stand van zaken omtrent de aansluiting van huishoudens op het glasvezelnetwerk. Hoeveel huishoudens zijn op dit moment nog niet aangesloten op glasvezel? Weet de Minister hoeveel van de nog niet aangesloten huishoudens dit wel zou willen? Welke knelpunten ziet de Minister bij het aansluiten van heel Nederland op glasvezel? Is de Minister bereid deze knelpunten te verhelpen? Zo ja, op welke manier gaat de Minister dit doen?
De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over het tempo van de huidige 5G-uitrol. Kan de Minister een update geven over de huidige uitrol van 5G in Nederland? Deze leden ontvangen berichten en lezen in de stukken dat de 3,5 GHz-band voor het 5G-netwerk in Nederland nog niet beschikbaar is. Deze leden zien het advies over het huidige deelgebruik van Inmarsat met interesse tegemoet maar hebben ook zorgen. Hoe kijkt de Minister op dit moment naar de eerder geschetste tijdlijn voor de stappen die leiden naar de uitrol van 5G in Nederland? Hoe oordeelt de Minister bijvoorbeeld over de constatering van de Europese Rekenkamer dat er dringend een impuls nodig is om de plannen voor 5G-uitrol te realiseren en economische groei en versterking van het concurrentievermogen te stimuleren? Hoe denkt de Minister deze impuls te kunnen verwezenlijken? In hoeverre werkt de Minister hierbij samen met haar Europese partners? Op welke termijn denkt de Minister dat 5G in alle stedelijke gebieden en op alle belangrijke transportroutes beschikbaar is? Hoe ziet dit er in andere Europese landen uit?
De leden van de D66-fractie zijn content met de Nederlandse beslissing om de apparatuur van Huawei uit de kern van de 5G-netwerken te weren, maar zijn tegelijkertijd bezorgd over andere kwetsbaarheden rondom Chinese spionage binnen de Nederlandse telecomsector. Kan de Minister de mogelijke kwetsbaarheden in de Nederlandse telecomsector omtrent buitenlandse inmenging en spionage in kaart brengen? Welke maatregelen worden er genomen om deze kwetsbaarheden te mitigeren? Kan de Minister verder aangeven of er buiten de kern van de 5G-netwerken mogelijke kwetsbaarheden plaatsvinden en wat de rol buitenlandse inmenging en spionage hierbij is? Hoe worden deze kwetsbaarheden getoetst? Welke concrete maatregelen worden er genomen om deze kwetsbaarheden te mitigeren? Hoe doen andere Europese landen dit?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie ontvangen verschillende signalen over de relatie tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en betrokken partijen bij onder andere de dossiers radio en 5G, waaronder de verdeling van 3,5 GHz-frequentieband. Deze partijen geven aan dat de relatie beter kan. Herkent de Minister dit? Zo ja, wat doet zij om de relatie te verbeteren?
De leden van de CDA-fractie vinden landelijke ondersteuning van gemeenten bij de aanleg van snelle mobiele netwerken belangrijk. In haar brief over landelijke ondersteuning gemeenten bij de aanleg van snelle mobiele netwerken schrijft de Minister dat wordt gewerkt aan een leidraad voor gemeenten (Kamerstuk 24 095, nr. 546). Kan zij hiervan een stand van zaken geven? De leden hechten eraan dat gemeenten goed met deze leidraad uit de voeten kunnen. Hoe gaat de Minister hierop toezien en bevorderen dat zoveel mogelijk gemeenten de leidraad goed gaan toepassen?
De leden van de CDA-fractie betreuren de ontwikkelingen naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter in de rechtszaak tussen Inmarsat en het Ministerie van EZK over de wijziging van het Nationaal Frequentieplan. Op welke termijn verwacht de Minister dit dossier te hebben vlot getrokken en tot een goed einde te hebben gebracht? Daarnaast zijn de leden benieuwd of het klopt dat in de ontwerpvergunning voor de 3,5 GHz-frequenties een verplichting is opgenomen ter bescherming van lokale vergunninghouders. Indien ja, wat zijn hiervan de gevolgen voor de inzet van 5G voor mobiele operators? Kan de Minister voor de leden een tijdlijn schetsen van de uitgifte en ingebruikname van het 5G-netwerk vanuit de 3,5 GHz-frequentieband?
De leden van de CDA-fractie constateren dat in het Jaarplan Toezicht 2022 Agentschap Telecom staat dat Nederland steeds digitaler wordt en Nederland meer en meer afhankelijk is van de digitale omgeving. De dreiging van hackers neemt toe naarmate er meer apparaten «online» zijn, zo begrijpen de leden. Is de Minister het met hen eens dat veiligheid niet alleen gewaarborgd wordt door certificering, maar ook door verstandig gebruik van de online omgeving? Welke stappen onderneemt zij inzake het «digitaal opvoeden» van online gebruikers? Welke maatregelen neemt het kabinet tegen digitale bedreigingen vanuit het buitenland?
De leden van de CDA-fractie danken de Minister voor haar reactie op de brief van twee inwoners uit het Gelderse Hall over mobiel bereik (Kamerstuk 24 095, nr. 558). Zij signaleren problemen met (mobiel) telefoonbereik en het vaker en op meer plekken in Nederland niet kunnen bereiken van hulpdiensten. In dat kader zijn er onlangs nog schriftelijke vragen gesteld over het slechte telefoonbereik in het Zeeuwse Kattendijke. Is de Minister het met deze leden eens dat aangaande goed (mobiel) telefoonbereik in alle regio’s, maar ook de aanleg van glasvezel in moeilijke te «verglazen» gebieden, extra inspanningen door het kabinet nodig zijn? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Wanneer wordt de Kamer geinformeerd over de uitvoering van de motie-Inge van Dijk/Rajkowski over het ontsluiten van de «witte gebieden» (Kamerstuk 24 095, nr. 535)?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in dit schriftelijk overleg een hoop stukken voorliggen. Wat hen betreft had de voorkeur dan ook gelegen bij een bespreking van de stukken in een commissiedebat. In dit schriftelijk overleg staan deze leden stil bij een vijftal onderwerpen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben ten eerste enkele vragen over de verdeling van de 3,5 GHz-band en de situatie rondom Inmarsat. Deze leden constateren dat de 3,5GHz-band volgens de oorspronkelijke planning in april 2022 geveild zou worden. Vanwege de uitspraak van de voorzieningenrechter vervalt dit en is het ministerie nu afhankelijk van het moment waarop de adviescommissie haar advies presenteert. Uit eerdere beantwoording aangaande dit thema blijkt dat er een noodzaak kan bestaan om wijzigingen in het veilingmodel aan te brengen naar aanleiding van het eindrapport van de adviescommissie. De leden vragen de Minister of er dan ook een mogelijkheid bestaat dat het besluit over het wijzigen van het Nationaal Frequentieplan van 1 oktober 2022 naar achteren verschuift, met als gevolg een verplaatsing van de bandveiling. De leden van de ChristenUnie-fractie hebben in een eerder schriftelijk overleg gevraagd naar de impact van de vertraging op al gedane investeringen in bijvoorbeeld apparatuur. Tevens schrijft de voormalig Staatssecretaris in de beantwoording dat de vertraging ook invloed heeft op toepassingen in sectoren als smart industry, smart city, eHealth en precisielandbouw. Kan de Minister concrete voorbeelden noemen van projecten die door de vertraging in zwaar weer komen, financieel of anderszins?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben daarnaast vragen aan de Minister over de veiligheid en integriteit van de telecommunicatie en belangrijke infrastructuur zoals de zeekabels. De voormalig Staatssecretaris schrijft in de brief van juni 15 juni 2021 over stappen veiligheid en integriteit telecom (Kamerstuk 30 821, nr. 143) dat het kabinet een structureel proces gaat inrichten waarbinnen betrokken overheidsorganisaties en telecomaanbieders doorlopend nieuwe informatie over dreigingen en technologie delen en op risico’s beoordelen. Deze leden vinden dat erg belangrijk en nemen daar dan ook met instemming kennis van. De voormalig Staatssecretaris schrijft ook dat er op basis van dit proces eventueel aanvullende veiligheidsmaatregelen genomen kunnen worden, bovenop de in de brief genoemde maatregelen. Deze leden vragen de Minister of er naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne eventueel aanleiding is voor het nemen van aanvullende veiligheidsmaatregelen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen dit ook in relatie tot fysieke en digitale (aanvullende) veiligheidsmaatregelen voor zeekabels die in Nederland aanlanden.
Wat betreft zeekabels schrijft de Minister dat er op dit moment nog geen kabels zijn aangemerkt als een openbaar elektronisch communicatienetwerk, maar dat dit in de praktijk wel kan gaan veranderen, waardoor techbedrijven, zoals Google en Facebook, wellicht ook in Nederland aanlanden. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn altijd kritisch op de rol van dergelijke grote techbedrijven. Zij vinden dan ook dat de Minister kritisch moet zijn op de aanlanding van zeekabels in Nederland van dergelijke bedrijven. Daarom vragen deze leden of de Minister bereid is om de Kamer te informeren indien er mogelijk kabels gaan aanlanden die niet zijn aangemerkt als een openbaar elektronisch communicatieverkeer. Zeekabels en het gehele telecommunicatienetwerk zijn onderdeel van de vitale infrastructuur in Nederland. De leden vragen de Minister, mede in het licht van de oorlog in Oekraïne, hoe weerbaar dit netwerk eigenlijk is tegen (cyber)aanvallen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben tevens vragen over de landelijke ondersteuning van gemeenten bij de aanleg van snelle mobiele netwerken. De leden kunnen zich voorstellen dat de plaatsing van «small cells» in grotere dorpen en steden op een aantal manieren beter te realiseren is. Ten eerste is er vaker sprake van hoogbouw, waardoor de «small cells» mogelijk meer wegvallen in het straatbeeld en ten tweede is er überhaupt meer publieke infrastructuur beschikbaar om «small cells» te plaatsen. De leden kunnen zich voorstellen dat in kleinere dorpen de plaatsing van «small cells» kan leiden tot grotere aanpassingen aan de omgeving die meer impact hebben op het straatbeeld. Zij kunnen zich voorstellen dat dit tevens leidt tot hogere kosten voor kleinere gemeenten. Herkent de Minister dat beeld? Kan zij daarop reflecteren? Overheidsinstanties moeten instemmen met «redelijke verzoeken», maar de leden kunnen zich voorstellen dat een verzoek in een kleinere gemeente op een andere manier redelijk is dan in een grotere gemeente. Hoe ziet de Minister dat? Is er mogelijkheid tot differentiatie in wat redelijk is?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat gemeenten en andere lokale overheden een belangrijke rol spelen bij een soepele en zorgvuldige aanleg van nieuwe telecominfrastructuur, zoals voor glasvezel. Bijna de helft van alle Nederlandse huishoudens is nu aangesloten op glasvezel. Diverse telecompartijen investeren fors en zoeken samenwerking op: Glaspoort (KPN en ABP), T-Mobile, Open Dutch Fiber en Delta Fiber Netwerk, dat zich voorheen richtte op Zeeland, maar nu ook door de rest van Nederland investeert in de uitrol van glasvezel. Op 6 mei 2021 heeft de voormalig Staatssecretaris de laatste update gestuurd over de ontwikkelingen op de glasvezelmarkt naar aanleiding van het rapport van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Daarin werkt zij een aantal aanbevelingen van de ACM nader uit, waaronder de aanmoediging van co-investeringen (zoals Glaspoort), meer coördinatie door gemeenten en het ondersteunen van gemeenten om faciliterend lokaal beleid te maken, om dat beleid zo meer te harmoniseren en transparanter te maken. Sinds mei 2021 is er veel gebeurd en worden er steeds grotere stappen gezet in de uitrol van glasvezel. Dat is positief, maar het brengt ook vragen met zich mee. Zo worden er door telecompartijen beloftes gemaakt over de uitrol in buitengebieden, maar niet nagekomen en worden bewoners overspoeld met reclames van allerlei verschillende partijen om aan te geven of ze geïnteresseerd zijn in glasvezel. Een recent voorbeeld hiervan is de discussie rond de aanleg van glasvezel in gemeente Het Hogeland. Deze leden krijgen de indruk dat gemeenten nog niet overal even sterk de regierol op zich nemen. De Minister schreef eerder dat ze met de ACM de ontwikkelingen nauwlettend blijft monitoren en in gesprek blijft met gemeenten en marktpartijen. Deze leden vragen de Minister of zij binnenkort van plan is om met een nieuwe brief te komen over de ontwikkelingen in de glasvezelmarkt. Welke signalen krijgt zij van gemeenten en marktpartijen over de recente ontwikkelingen? Welke signalen krijgt ACM ConsuWijzer van consumenten over de (problemen rondom) glasvezeluitrol? Welke handvatten hebben gemeenten het afgelopen jaar concreet gekregen om meer regie te voeren op de verglazing van hun dorp of stad? Vinden gemeenten dat voldoende?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben in het licht van de verglazing van heel Nederland ook enkele vragen over de beschikbaarheid van internet in heel Nederland. Voor deze leden is het belangrijk dat in heel Nederland mensen mee kunnen komen: grote stad of kleine kern, dichtbevolkt gebied of platteland en randstad of buitengebied. Zij vinden het goed dat de Minister streeft naar een snelle uitrol van 5G. Maar deze leden constateren ook dat er nog veel plekken in Nederland zijn waar 4G of zelfs 3G niet beschikbaar is. Goed en snel internet is belangrijk voor bedrijven, thuiswerkers en huishoudens. De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Minister als doelstelling heeft dat men voldoende snelheid heeft voor het gebruik van DigiD en het uploaden van bijvoorbeeld zorgdocumenten. Deze leden betwijfelen of dit voldoende is en of de Minister zich realiseert dat het hier niet gaat om enkele huizen, maar ook om hele kernen en dorpen die nauwelijks een goede 3G-verbinding heeft.1 Deze leden vragen de Minister welke concrete stappen zij wil gaan zetten om niet enkel de uitrol van 5G mogelijk te maken, maar de gehele connectiviteit van Nederland omhoog te tillen, in alle gebieden. Welke rol ziet de Minister voor zichzelf weggelegd in het beter bereikbaar maken van alle plaatsen in het land?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben tot slot enkele vragen over het toekomstbeleid van de radiosector. Specifiek gaan zij in op de weging van het rapport van de commissie-Don en het rapport van onderzoeksbureau KWINK. Op 29 oktober 2020 is de motie-Van den Berg c.s. over een verlenging van de bestaande FM-licenties voor commerciële radiostations heeft ingediend over deze twee rapporten (Kamerstuk 24 095, nr. 519). De leden van de ChristenUnie-fractie horen uit de sector dat er geen overleg is geweest over de in de motie genoemde punten. Toch doet de Minister deze motie als afgedaan af. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn het niet eens met de Minister. Zij vragen de Minister of zij zelf inmiddels gesproken heeft met de sector over het rapport van het adviescollege. Deze leden constateren tevens en wederom dat de relatie tussen het ministerie en de commerciële radiosector moeizaam is. Tegelijkertijd zit de gehele radiosector in een digitaliseringstransitie waarbij een goede relatie met het ministerie belangrijk is voor goed en vruchtbaar overleg. Zou de Minister eventueel bereid zijn om alsnog overleg te voeren met de sector over de genoemde verzoeken in de motie, maar dit overleg onder leiding van een onafhankelijke bemiddelaar te laten plaatsvinden, die de instemming heeft van zowel het ministerie als de sector? In dit overleg spreken we over het toekomstbeleid van de radiosector. Het centrale vraagstuk daarin is wat er gaat gebeuren met de FM-frequenties na 2025. De leden vragen de Minister of zij een tijdslijn kan schetsen van wat er hiermee in de komende jaren gaat gebeuren en hoe en wanneer zij tot een gedegen besluit wil komen. Welke stappen is de Minister van plan om de komende jaren te gaan zetten?
De leden van de ChristenUnie-fractie willen de Minister alvast hartelijk danken voor de beantwoording.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de agendapunten van het schriftelijk overleg en plaatst een kritische noot betreffende de veiligheid van netwerken en infrastructuur. Het lid van de BBB-fractie vraagt de Minister of er, gezien de actuele geopolitieke spanningen, extra beschermingsmaatregelen genomen moeten worden teneinde buitenlandse inmenging of aantasting van onze telecommunicatie te voorkomen. Daarnaast vraagt het lid van de BBB-fractie de Minister of er noodscenario’s en draaiboeken klaarliggen om cruciale en vitale communicatielijnen in crisis te garanderen.
II Antwoord / Reactie van de Minister
nPerf, z.d. (https://www.nperf.com/nl/map/NL/-/5701.T-Mobile/signal/?ll=21.186972714123776&lg=-13.710937500000002&zoom=6)↩︎