[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Dassen over de openbaarmaking van de brief die Cora van Nieuwenhuis tekende voor de informateur, voordat zij minister werd en waarin zij beloofde om geen afspraken te maken over het aanvaarden van nevenfuncties en dat zij niet de schijn zal wekken verkeerd om te gaan met de kennis die zijn als minister heeft opgedaan

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D11090, datum: 2022-03-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2176).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z03215:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2176

Vragen van de leden Omtzigt (Omtzigt) en Dassen(Volt) aan de Minister-President over de openbaarmaking van de brief die Cora van Nieuwenhuis tekende voor de informateur, voordat zij Minister werd en waarin zij beloofde om geen afspraken te maken over het aanvaarden van nevenfuncties en dat zij niet de schijn zal wekken verkeerd om te gaan met de kennis die zijn als Minister heeft opgedaan (ingezonden 21 februari 2022).

Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 22 maart 2022).

Vraag 1

Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen 2022Z01319 over het vertrek van Minister Cora van Nieuwenhuizen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich dat we heel precies vroegen om de brief, die toenmalig kandidaat-minister Cora van Nieuwenhuizen ondertekende voordat zij Minister werd in/na/bij het gesprek met de informateur en die in het blauwe boek staat, openbaar te maken?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Herinnert u zich dat u op dat deel van de vraag (openbaarmaking van de brief zelf) niet ingaat?

Antwoord 3

Ik herinner mij het antwoord op uw vragen.

Vraag 4

Beseft u dat het hier gaat om de brief die op pagina 85 in de versie van het blauwe boek van 2021 luidt: « Met ingang van (datum) heb ik alle betaalde en onbetaalde (neven-)functies en andere nevenactiviteiten neergelegd. Ik heb geen afspraken in enigerlei vorm gemaakt, en zal deze ook niet maken over het aanvaarden of hervatten van (neven-) functies en andere nevenactiviteiten na afloop van mijn ambtsperiode als (Minister/Staatssecretaris).»

(...)

«Voorts onderschrijf ik dat ik bij het aanvaarden van een functie na afloop van mijn ambtsperiode zo dien te handelen dat daarmee niet de schijn wordt gewekt dat ik tijdens mijn ambtsuitoefening onzuiver heb gehandeld, c.q. verkeerd omga met de kennis die ik tijdens die periode heb opgedaan.»

Antwoord 4

Ja

Vraag 5

Heeft Cora van Nieuwenhuizen precies deze brief ondertekend? Of luidde de tekst net iets anders? Kunt u de precieze tekst van de brief zoals die in 2017 luidde aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 5

Zij heeft de standaardbrief brief ondertekend zoals vermeld op p. 85 van het blauwe boek van 2021. Het blauwe boek van 2021 is op dit punt identiek aan het blauwe boek van 2017.

Vraag 6

Kunt u, met weglakking van de handtekening, de door Cora van Nieuwenhuis ondertekende brief openbaar maken?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 5. Hiermee is, met weglating van de handtekening en de persoonsgegevens, de inhoud van de brief volledig openbaar.

Vraag 7

Indien u deze brief niet openbaar wenst te maken, welke belang van de staat – met het oog op de uitzonderingsgrond onder artikel 68 Grondwet – verzet zich daar dan tegen?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 6.

Vraag 8

Indien u deze ondertekende brief niet openbaar wenst te maken, wilt u dan expliciet aan de ministerraad voorleggen dat u gebruik wenst te maken van de uitzonderingsgrond onder artikel 68 en hier bij deze Kamervragen terugkoppelen waarom de ministerraad van mening is dat de brief geheim is?

Antwoord 8

Zie het antwoord op vraag 6.

Vraag 9

Herinnert u zich dat u antwoordde «ik hoorde op 23 juli 2021 dat mevrouw van Nieuwenhuizen een nieuwe functie zou gaan bekleden»?3

Antwoord 9

Ja.

Vraag 10

Heeft mevrouw van Nieuwenhuizen zich gehouden aan de eerste paragraaf die in vraag 4 geciteerd is?

Antwoord 10

Er is voor mij geen reden te veronderstellen dat dit niet het geval zou zijn geweest. De feitelijke gang van zaken heb ik in eerdere Kamervragen toegelicht:4 Op 28 juli 2021 heeft mevrouw van Nieuwenhuizen in aanloop naar haar benoeming een verklaring geaccordeerd waarin zij de secretaris-generaal van het Ministerie van I&W vraagt haar vanaf dat moment te attenderen op aangelegenheden die tot haar taak behoren en mogelijk direct of indirect kunnen raken aan een nieuwe functie, waarvoor zij benoeming verwacht in september 2021 en die zij na afloop van deze kabinetsperiode zou willen vervullen. Indien er raakvlakken zouden zijn met haar functie als Minister, zou zij de Minister van EZK vragen deze aangelegenheden af te doen. Deze afspraak is gemaakt om elke schijn of potentiële schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Op 26 augustus 2021 ben ik na nadere politieke weging tot het inzicht gekomen dat de benoeming niet goed samen gaat met het ambt van bewindspersoon. Mevrouw van Nieuwenhuizen is op 31 augustus 2021 door de algemene ledenvergadering van de Vereniging Energie-Nederland benoemd in haar nieuwe functie. Per diezelfde datum is tevens ontslag aan haar verleend.

Vraag 11

Heeft mevrouw van Nieuwenhuizen zich gehouden aan de tweede paragraaf die in vraag 4 geciteerd is?

Antwoord 11

Er is voor mij geen reden te veronderstellen dat dit niet het geval zou zijn geweest.

Vraag 12

Wie moet toezicht houden op de vraag of mevrouw van Nieuwenhuizen zich aan haar beloftes in de brief gehouden heeft? Is dat toezicht adequaat?

Antwoord 12

Het is aan de betrokken (oud-)bewindspersoon zelf te handelen overeenkomstig de brief. Gedurende de ambtsperiode geldt de ministeriële verantwoordelijkheid voor het handelen van een bewindspersoon. In de brief van 29 november 2021 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn drie nieuwe maatregelen aangekondigd ten aanzien van het integriteitsbeleid voor gewezen bewindspersonen. Eén daarvan is het verbrede lobbyverbod, dat per direct inging voor de op dat moment zittende bewindspersonen. Voor de andere maatregelen (draaideurverbod en een afkoelperiode van twee jaar met verplichte advisering door een onafhankelijke commissie) is wetgeving nodig. De voorbereiding daarvan is ter hand genomen. De verwachting is dat de Tweede Kamer eind 2022 het wetsvoorstel tegemoet kan zien. Het kabinet heeft geen voornemens om een vorm van toezicht op (gewezen) bewindspersonen in te richten.

Vraag 13

Wilt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?

Antwoord 13

Helaas is het niet gelukt deze vragen binnen twee weken te beantwoorden.


  1. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1748↩︎

  2. Vraag 8 in Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1748↩︎

  3. Vraag 9 in Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1748↩︎

  4. Antwoord op de vragen van de leden Dassen (Volt) en Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Van Nieuwenhuizen wilde aanblijven als Minister toen ze baan aannam in de lobbysector, Rutte was akkoord», beantwoord door de Minister-President, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.↩︎