[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Piri over het krantenartikel ‘Invallen in grensregio: politie stuit op ‘Roemeense slaven’ die in Nederlandse slachthuizen werken’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D12315, datum: 2022-03-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2264).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z03128:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2264

Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel «Invallen in grensregio: politie stuit op «Roemeense slaven» die in Nederlandse slachthuizen werken» (ingezonden 18 februari 2022).

Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 29 maart 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Invallen in grensregio: politie stuit op «Roemeense slaven» die in Nederlandse slachthuizen werken»?1

Antwoord 1

Het artikel in de Gelderlander en in de Neue Rhein Zeitung2 zijn mij bekend.

Vraag 2

Vindt het ook schokkend hoe deze Nederlandse werkgevers met deze werknemers omgaan?

Antwoord 2

Situaties zoals deze zijn onacceptabel en iedere misstand is er één te veel.

Het is goed dat de handhavende instanties hier hun werk hebben gedaan en uit het nadere onderzoek zal moeten blijken welke wet- en regelgeving hier mogelijk is overtreden. In het bijzonder ben ik blij dat door de samenwerking van de Nederlandse Arbeidsinspectie met de Duitse instanties de misstanden aan het licht zijn gekomen, omdat we specifiek voor deze situaties de samenwerking met Noordrijn-Westfalen zijn aangegaan. Mijn voorganger heeft hierover concrete afspraken gemaakt en die werpen nu vruchten af.

Vraag 3

Vindt u het ook stuitend dat opnieuw naar buiten komt, na vele eerdere misstanden, dat Nederlandse slachthuizen werknemers uitbuiten? Zijn dit ook dezelfde slachthuizen die eerder negatief in het nieuws rondom uitbuiting van werknemers zijn gekomen?

Antwoord 3

Situaties zoals deze zijn onacceptabel en iedere misstand is er één te veel.

Het is goed dat de handhavende instanties hun werk hebben gedaan en uit het nadere onderzoek zal moeten blijken welke wet- en regelgeving hier mogelijk overtreden is.

Ik kan verder niet ingaan op lopende onderzoeken.

Vraag 4

Bent u nu, na opnieuw een misstand bij een slachthuis, wel bereid om, zoals in Duitsland, te verplichten dat werknemers in slachthuizen alleen op basis van een vast contact mogen werken? Bent u het eens dat door werknemers een vast contract bij een slachthuis aan te bieden kan worden voorkomen dat werknemers worden uitgebuit door uitzendbureaus?

Antwoord 4

Eerder meldde mijn voorganger uw Kamer dat hij het eens is met de richting dat er meer vaste dienstverbanden zouden moeten komen en dat er meer geïnvesteerd zou moeten worden in de aard van de arbeidsrelatie in de sector.3 Hierover zijn ook gesprekken gevoerd met de vakbonden en de werkgevers.4 De uitdaging om te komen tot meer vaste dienstverbanden acht ik overigens niet beperkt tot enkel de vleessector. Ook in andere sectoren waarin veel uitzendkrachten worden ingezet, kan dit aan de orde zijn. Te denken valt hierbij aan de transportsector, distributiecentra (inclusief pakketbezorging) en de land- en tuinbouw. Het aanbieden van een vast contract is voor werkenden evenwel geen voorwaarde om gevrijwaard te kunnen blijven van uitbuiting door malafide werkgevers.

Vraag 5

Kunt u aangeven via welke uitzendbureaus deze Roemeense werknemers aan het werk waren? Hebben deze uitzendbureaus een Stichting Normering Arbeid (SNA)-keurmerk en/of een Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU)- of Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU)-keurmerk?

Antwoord 5

Op lopende onderzoeken kan ik niet ingaan.

Vraag 6

Bent u bereid om de uitzendbranche en branchevereniging voor slachthuizen vanwege deze misstand op het matje te roepen, hen hierop aan te spreken en er voor te laten zorg dragen dat deze misstanden niet meer plaatsvinden?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 7

Klopt het dat Nederlandse werkgevers eenvoudig de wet met betrekking tot inhouding huur op het loon kunnen ontlopen door werknemers in het buitenland te laten wonen?

Antwoord 7

De Nederlandse regels aangaande inhoudingen op het minimumloon zijn onverkort van kracht. Wanneer iemand werkt op Nederlands grondgebied, dan gelden ook de regels omtrent de Wet Minimumloon en de regels omtrent inhoudingen. De plaats van huisvesting is daarin niet bepalend.

Vraag 8

Heeft u zicht op hoe vaak het gebeurt dat werknemers net over grens worden gehuisvest om zodoende Nederlandse wetgeving te ontlopen? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken en hier ook met de uitzendbranche over in gesprek te gaan?

Antwoord 8

Er zijn -zover ik weet- geen precieze aantallen bekend. Dit heeft te maken met het feit dat Duitsland op andere manier registreert. De regels omtrent de Wet Minimumloon en de regels omtrent inhoudingen gelden wanneer iemand werkt op Nederlands grondgebied. De Nederlandse regels aangaande inhoudingen op het minimumloon zijn dan ook onverkort van kracht. Om goede huisvestingsomstandigheden te realiseren is daarom deze samenwerking met Noordrijn-Westfalen gestart, juist om misstanden die voorkomen direct aan te kunnen pakken.

Het zicht op de woonplek van arbeidsmigranten is in Nederland lastig te verkrijgen. Wanneer zij immers kort komen werken (korter dan vier maanden) kunnen zij zich in de BRP als niet-ingezetene inschrijven, waarbij zij geen verblijfsadres hoeven op te geven in Nederland. Dat gaat de komende periode veranderen. Wanneer het zicht op de in Nederland wonende arbeidsmigranten verbetert, is ook een mismatch in de aantallen ten opzichte van de huisvesting beter op te sporen. Door de recente intensievere contacten tussen Nederland en de Duitse grensregio’s verwachten we meer signalen te ontvangen over misstanden in Duitsland met huisvesting van arbeidsmigranten.

Vraag 9

Bent u tevens bereid om in overleg te gaan met Duitsland en België om intensiever te gaan samenwerken om zodoende te voorkomen dat werkgevers de Nederlandse wet omzeilen door werknemers in het buitenland te huisvesten?

Antwoord 9

De inspectieacties waarover uw Kamervragen gaan, zijn geïnitieerd vanuit geïntensiveerd overleg met Duitsland. Deze gecoördineerde grensoverschrijdende inspectie is een uiting van nauwe internationale samenwerking om goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden te bevorderen. Over deze samenwerking heb ik ook gesproken met mijn collega’s uit België, Duitsland en Luxemburg tijdens de Informele Raad over Werkgelegenheid en Sociaal Beleid die in Bordeaux werd gehouden.

Deze casus illustreert dat grensoverschrijdende misstanden via grensoverschrijdende samenwerking gedetecteerd en aangepakt kunnen worden Hierbij kan nauw aangesloten worden bij de ontwikkelingen bij de European Labour Authority. De ELA kan onder andere gezamenlijke of gecoördineerde inspecties faciliteren. De NLA is goed aangesloten bij de ELA en Nederland heeft een National Liaison Officer gestationeerd bij de ELA.


  1. De Gelderlander, 14 februari 2022, «Invallen in grensregio: politie stuit op «Roemeense slaven» die in Nederlandse slachthuizen werken» (https://www.gelderlander.nl/duitsland/invallen-in-grensregio-politie-stuit-op-roemeense-slaven-die-in-nederlandse-slachthuizen-werken~a55c1776/)↩︎

  2. Neue Rhein Zeitung, 14.02.2022 „Erschreckend«: So verwahrlost leben Emmericher Leiharbeiter – nrz.de↩︎

  3. Kamerstuk 29 861, nr. 74↩︎

  4. In het kader van de motie Futselaar informeer ik uw Kamer dit voorjaar over de laatste ontwikkelingen en de stappen die worden gezet om de positie van werknemers in de vleessector te verbeteren.↩︎