[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van -en toezicht op- de sanctiemaatregelen die zijn aangenomen als gevolg van de Russische agressie tegen Oekraïne

Situatie in de Oekraïne

Brief regering

Nummer: 2022D12863, datum: 2022-03-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36045-55).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36045 -55 Situatie in Oekraïne .

Onderdeel van zaak 2022Z06325:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN FINANCIËN, VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING EN RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2022

Naar aanleiding van het ordeverzoek bij het plenair debat inzake de speech van Zelenski ontvangt u hierbij een brief met het overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van – en toezicht op – de sanctiemaatregelen die zijn aangenomen als gevolg van de Russische agressie tegen Oekraïne.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra

De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
H.M. de Jonge

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind

Stand van zaken uitvoering van en toezicht op sancties

Introductie

Met de sanctiepakketten van ongekende omvang in reactie op de Russische agressie in Oekraïne hebben de VS, de EU en anderen laten zien bereid te zijn maatregelen te nemen die een zeer grote impact hebben op de Russische economie en machtshebbers. De ingestelde maatregelen hebben zowel een direct als een langetermijneffect op Rusland en op Belarus, waarvan het uiteindelijke doel is om de basis te leggen voor het mislukken van de oorlog. Dit is onder te verdelen in vier onderdelen: het eerste deel van de sancties was gericht op het aanpakken van de oorlogsinspanningen. De financiële sancties leidden tot een directe kostenverhoging. Het bevriezen van de middelen van de Russische Centrale Bank hadden directe impact op de mogelijkheden om de oorlog te financieren. De sancties raken het militaire complex, een van de belangrijkste pijlers van de Russische economie, op de lange termijn». De derde lijn was gericht op de industrie en economie. De exportcontrolemaatregelen zijn gericht op technologie en financiering. Dit zal een langdurige impact hebben op de Russische capaciteit om te innoveren. De vierde lijn is gericht op personen en entiteiten in de kring rond het Kremlin, de politieke en economische elite van Rusland (de zogenoemde oligarchen).

De impact wordt inmiddels duidelijk: de koers van de roebel is gedaald, de rentevoet stijgt enorm, de bankensector leidt grote verliezen, inclusief de niet-geliste Sberbank en Gazprombank die onder grote druk staan. Er vindt veel minder import en export van (dual use) goederen naar Rusland en Wit-Rusland plaats per spoor-, water-, weg- en luchtvervoer. De helft van de buitenlandse valuta van de Russische Centrale Bank – ter waarde van EUR 300 miljard – zijn bevroren als gevolg van de sancties, waarmee de belangrijkste liquide middelen zijn bevroren. De import van hoogtechnologische componenten voor de Russische wapenindustrie is gestopt. Verder wordt het steeds lastiger om buitenlandse schulden te betalen. De leenkosten zijn flink gestegen. Verder is er een beperkend effect op investeringen en zelfs verblijf in Rusland. Grote bedrijven laten aanzienlijk kapitaal achter. Het totale handelsvolume van de EU met Rusland is teruggevallen van EUR 4 miljard per week naar EUR 1 miljard per week.

De structurele impact op de EU en de internationale financiële architectuur lijkt vooralsnog beperkt gezien de relatief kleine omvang van de Russische economie. Landen die veel met RF gehandeld hebben worden meer geraakt dan anderen.

Rusland doet daarnaast pogingen om zichzelf te isoleren van het effect van sancties, bijvoorbeeld door het instellen van een verbod op export van onder andere kunstmest, hout, farmaceutica, graan en suiker. Het confisqueren van middelen van westerse bedrijven zal naar verwachting de komende decennia impact hebben op Rusland wegens het uitblijven van nieuwe investeringen.

In reactie op de vraag die Lid Dassen tijdens het debat via de Griffie indiende bevestigt het kabinet graag dat Nederland in EU-verband actief pleit voor opname van familieleden van leden van de Russische politieke of economische elite op de sanctielijsten. Er zijn al een aantal van dit soort sancties ingesteld, Nederland zet zich er voor in om dit verder uit te breiden.

Het kabinet reageert hierbij tevens op de vraag die het Lid Van Haga tijdens het debat via de Griffie indiende over wat de definitie is van een oligarch en hoe wordt bepaald wie een oligarch is. De term oligarch wordt in de discussie over sancties gebruikt om personen in de Russische (economische) elite aan te duiden die nauwe banden onderhouden met het Russische regime. Voor het instellen van die EU-sancties tegen dergelijke personen bestaan duidelijke criteria die zijn vastgelegd in het EU Raadsbesluit dat hierop van toepassing is1. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om: personen die verantwoordelijk zijn voor acties of beleidsmaatregelen die territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen; personen die materiële of financiële steun verlenen aan deze acties; personen die materiële of financiële steun verlenen aan of profijt trekken van de regering van de Russische Federatie; of vooraanstaande zakenlieden of rechtspersonen die betrokken zijn bij economische sectoren die een aanzienlijke bron van inkomsten vormen voor de regering van de Russische Federatie. Om een persoon op de sanctielist te kunnen plaatsen moet ondersteunende informatie worden aangedragen dat deze persoon voldoet aan een van deze criteria.

Sanctieregelgeving en coördinatie

De Minister van Buitenlandse Zaken is coördinerend bewindspersoon voor het sanctiebeleid op basis van de Sanctiewet 1977. Bij nieuw aangenomen sanctiemaatregelen door de EU, in Raadsbesluiten en Verordeningen, stelt de Minister van BZ in overeenstemming met de Minister die het mede aangaat een sanctieregeling op waarin een bevoegde autoriteit voor de uitvoering van dergelijke beperkende maatregelen wordt aangewezen (zie artikel 1, onder c, Sanctiewet 1977). Die Ministers zijn bijvoorbeeld de Minister voor BHOS voor exportcontrole, de Minister van Financiën voor de financiële instellingen en de Minister van I&W voor de luchtvaart en scheepvaart. Door de snelle totstandkoming en ongekende reikwijdte van de sanctiemaatregelen tegen Rusland is gebleken dat uitvoering en toezicht op een aantal deelterreinen van het sanctiepakket beter kan. Door de aanwijzing van bevoegde autoriteiten op het gebied van onroerende goederen (Minister van VRO), erfgoederen (Minister van OCW), eigendom van bedrijven (Minister van EZK) en juridische beroepsgroepen (Minister voor Rechtsbescherming) kunnen betrokken departementen en instanties specifieke maatregelen te nemen om de uitvoering van sancties en het toezicht daarop te bevorderen. Ook hier geldt dat ook al zonder deze maatregelen de sancties binnen deze deelterreinen moeten worden nageleefd. Naleving van sanctiemaatregelen is de verantwoordelijkheid van alle Nederlandse personen en entiteiten. Dit volgt rechtstreeks uit de bindende werking van Europese Verordeningen. De niet-naleving ervan door Nederlandse personen en entiteiten is overal ter wereld strafbaar op grond van de Sanctiewet 1977 en de Wet op de economische delicten (artikel 13 Sanctiewet 1977 geeft die extraterritoriale werking).

Tijdens het debat vroeg Lid Dassen schriftelijk via de griffie hoeveel personen precies voor sancties zijn vrijgemaakt bij de verschillende instanties en welke experts dit zullen zijn. Op dit moment is geen totaaloverzicht beschikbaar van het totaalaantal personen dat bij de verschillende overheidsorganisaties aan sancties werkt, uw Kamer zal hierover nog nader worde geïnformeerd.

Uitbreiding sanctiecapaciteit Buitenlandse Zaken

In een brief naar aanleiding van de toezegging aan de heer van der Lee d.d. 16 november 2021 is gemeld dat BZ een interdepartementale sanctiewerkgroep zou oprichten om sanctievoorstellen vooraf te toetsen en ideeën voor sanctie-inzet op te halen. Deze groep kwam op 2 december voor het eerst bijeen. Het doel van deze activiteiten is zoals eerder gemeld gericht op een grotere Nederlandse bijdrage aan een effectief Europees sanctiebeleid. Daarnaast is in bovengenoemde brief aangegeven dat ten behoeve van het onderzoekswerk voor effectieve sanctievoorstellen, zoals bijvoorbeeld voor het EU-mensenrechtensanctieregime, de sanctiecapaciteit bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken kon worden versterkt. In een amendement op de begroting van BZ is extra financiering vrijgemaakt om de sanctiecapaciteit bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken ten behoeve van het onderzoekswerk voor sanctievoorstellen structureel te versterken. Het doel van de versterkte sanctie eenheid van Buitenlandse Zaken om de coördinatie van sanctiebeleid (listings) te verbeteren, deze eenheid is niet gericht op de binnenlandse uitvoering en handhaving van sancties. De inzet van deze extra financiering is toegelicht in een kamerbrief van 8 februari jl. en tijdens een technische briefing op 10 februari jl. die in het kader van de kennisagenda van de Tweede Kamer is georganiseerd. Zoals in eerdere correspondentie met uw Kamer is gewisseld, en zoals het amendement op de begroting van BZ ook voorschrijft, zal deze nieuwe eenheid zich richten op de totstandkoming van nieuwe effectieve sanctiemaatregelen. Momenteel wordt personeel voor deze nieuwe eenheid geworven.

Rijksbrede Stuurgroep Sancties

Sinds 2 december jl., nog voor de Russische invasie in Oekraïne, wordt onder leiding van BZ wekelijks informatie uitgewisseld in een interdepartementaal sanctieoverleg op werkniveau. In dit overleg wordt gesproken over de Nederlandse positie in de onderhandelingen in Brussel over de sanctiemaatregelen en over de impact die sancties potentieel kunnen hebben op Nederland. Na aanname van het eerste pakket op 24 februari 2022 richtte het overleg zich ook op uitvoeringsvraagstukken.

De interdepartementale afstemming over Oekraïne, waaronder over sancties, vindt sinds het begin van de spanningen aan de Oostgrens van het land plaats in de Raad voor Veiligheid en Inlichtingen (RVI). Nadat duidelijk werd dat de uitvoering van sancties verbeterd kon worden vond op 24 maart 2022 op verzoek van de Raad Veiligheid en Inlichtingen (RVI) een eerste bijeenkomst plaats van de Rijksbrede stuurgroep sancties op directeursniveau. In deze bijeenkomst in maart werd door de deelnemers een aantal knel- en verbeterpunten geïdentificeerd, die werden besproken in de RVI van 29 maart 2022. Hierin werd onder andere voorgesteld actief onderzoek te doen naar naleving en handhaving van sancties tegen de top-200 van Russische personen en entiteiten die op de sanctielijst staan, de informatie-uitwisseling tussen diverse instanties in Nederland te verbeteren en de uitvoering van sanctiemaatregelen toe te wijzen aan entiteiten waarvoor dit nog niet is gebeurd (zie hierboven onder sanctieregelgeving). Daarnaast werd besproken dat de informatievoorziening aan bedrijven, dienstverleners en publieke instellingen verder kan worden verbeterd bijvoorbeeld door uitbreiding van de RVO-sanctiedesk.

Naar aanleiding hiervan spreekt de ministerraad van 1 april over het aanwijzen van bevoegde autoriteiten op het gebied van onroerend goed, kunst, niet-financiële dienstverlening en bedrijfseigendom en het waar nodig instellen van werkgroepen onder de Rijksbrede stuurgroep sancties, die onder leiding van het departement dat verantwoordelijk is voor het deelterrein, met betrokken departementen en relevantie instanties, gericht de uitvoering van en toezicht op sancties ter hand nemen.

Belastingdienst – informatie-uitwisseling

Uw Kamer heeft een motie van het lid Omtzigt c.s. aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen om alle beschikbare fiscale gegevens, inclusief APA en ATR, binnen 48 uur beschikbaar te stellen voor alle autoriteiten in Nederland die toezicht houden op de naleving van de sancties (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1793). De Belastingdienst is hard aan de slag om informatie-uitwisseling voor elkaar te krijgen. Er waren 3 hobbels: de geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR, een deugdelijke rechtsgrond in het kader van de AVG om met andere autoriteiten te mogen uitwisselen, en de Belastingdienst heeft nauwelijks relevante actuele informatie die snel op te leveren is.

Allereerst is reeds ontheffing verleend van de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990. Deze geheimhoudingsplicht staat dus niet langer aan de verstrekking in de weg.

Ten aanzien van de AVG is advies ingewonnen bij de Landsadvocaat. Deze geeft aan dat de sanctiewet en de sanctieverordening als grondslag mogelijk niet duidelijk genoeg is om gegevens uit te mogen wisselen. Desalniettemin kan volgens de Landsadvocaat de Belastingdienst wel alvast resultaten met de bevoegde autoriteiten delen. Daarnaast is het de autoriteiten die toezicht houden op de sanctiewet ook toegestaan om informatie te vorderen. Dit, in combinatie met de ontheffing van de fiscale geheimhoudingsplicht die reeds is afgegeven, is volgens de Landsadvocaat een juridisch voldoende robuuste oplossing in afwachting van een duidelijke, voorzienbare en voorspelbare grondslag voor de gegevensdeling. De Belastingdienst kan dus nu al op verzoek gegevens verstrekken en zal dit doen wanneer erom wordt verzocht. Het definitieve advies van de Landsadvocaat wordt op zeer korte termijn nagestuurd aan uw Kamer.

De landsadvocaat adviseert om op korte termijn wettelijke grondslag te verduidelijken. Hieraan wordt momenteel hard gewerkt door aanpassing van art. 43c van de Uitvoeringsregeling AWR en de Autoriteit Persoonsgegevens te vragen om spoedadvies.

De Belastingdienst is uitvoerder van de sancties en gaat in gesprek met de toezichthouders over de benodigde informatie. Bij het verstrekken van informatie door de Belastingdienst past wel een aantal kanttekeningen. Niet alle fiscale informatie is relevant voor het toezicht op de naleving van de sanctiewet. Daarnaast is de informatie waar de Belastingdienst over beschikt niet altijd actueel en kan deze inmiddels zijn achterhaald. De Belastingdienst zal hiervoor alle dossiers handmatig doorlopen. De FIOD kan, anders dan de Belastingdienst, ook bevoegde autoriteit, toezichthouder of handhaver in het kader van de sanctiewet zijn. In reactie op de motie Omtzigt, wordt momenteel alles op alles gezet om ervoor te zorgen dat de Belastingdienst de relevante informatie uit de rulings (APA’s en ATR’s) zo spoedig mogelijk uit kan uitwisselen voor zover deze noodzakelijk is voor andere autoriteiten om de sanctiewet uit te voeren.

De Belastingdienst brengt op dit moment in kaart welke APA’s en ATR’s er zijn met personen die op de EU-sanctielijst staan. De Belastingdienst inventariseert dit vanaf juli 2017 omdat sinds dat moment er een beëindigingsgrond in de vaststellingsovereenkomsten is vastgelegd waardoor de ruling van rechtswege vervalt indien de vennootschap of bestuurder op de EU-sanctielijst voorkomt. De Belastingdienst heeft altijd strikt de beleidskaders voor internationaal vooroverleg gehanteerd en er zijn dus geen rulings afgegeven indien de vennootschap of bestuurder op het moment van het verzoek op de EU-sanctielijst voorkomt. Het is niet uit te sluiten dat een vennootschap of een van haar bestuurders later wel op de sanctielijst is gezet, maar de verwachting is dat dit om een beperkt aantal gevallen gaat. Bij de inventarisatie wordt overigens naar alle ingediende verzoeken vanaf 1 juli 2017 tot nu gekeken, dus niet alleen naar de verzoeken die tot een ruling hebben geleid. Dat betekent derhalve dat alle APA- en ATR-verzoeken van over die periode individueel wordt bekeken. De Belastingdienst verwacht deze week de eerste (voorlopige) beoordeling van de 3400 verzoeken af te ronden. Vanwege de zorgvuldigheid en de rechtsstatelijkheid vindt nog een (verdiepings)analyse plaats om tot een eindbeoordeling te kunnen komen. Hier is de Belastingdienst op dit moment al handmatig mee bezig en dit wordt binnen enkele weken geheel afgerond. Zodra dat het geval is, zal de informatie voor zover deze noodzakelijk is voor andere autoriteiten om de sanctiewet uit te oefenen zo spoedig mogelijk worden uitgewisseld.

Handelsbeperkingen

De douane houdt in opdracht van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toezicht op sectorale sanctiemaatregelen. Dit toezicht betreft de invoer-, uitvoer- en doorvoerrestricties van alle gesanctioneerde goederen, diensten en technologie. Daarmee houdt de douane toezicht op bijvoorbeeld de handelsbeperkingen ten aanzien van luxegoederen, goederen voor tweeërlei gebruik (dual-use goederen) en ijzer- en staalproducten en daaraan gerelateerde goederen, en goederen diensten en technologie in de energiesector. Dit toezicht bestaat uit fysiek toezicht in havens en op vliegvelden, en betekent daarnaast ook dat administratieve onderzoeken worden uitgevoerd, voorlichting wordt gegeven en strafrechtelijk zal worden opgetreden bij geconstateerde overtredingen.

Over de handhaving van sectorale sanctiemaatregelen is in Nederland nauwe afstemming tussen de betrokken partijen. De handhaving en afstemming hierover verloopt goed. Bovendien vindt ook in Europees verband geregeld intensief overleg plaats op verschillende niveaus waarbij Nederland een actieve rol speelt, zodat het bedrijfsleven te maken krijgt met een gelijk speelveld en een geharmoniseerde Europese aanpak.

In de haven van Rotterdam zijn sinds de eerste nieuwe sancties bijna 13.000 containers in doorvoer met bestemming Rusland/Belarus beoordeeld of ze onder de sanctiemaatregelen vallen. Daarnaast zijn ruim 32.000 aangiften van vrachtzendingen vanuit Rusland en Belarus gecontroleerd. De Douane controleert 100% van de uitworpen op de risicoprofielen. 1900 keer vonden hierbij tevens fysieke controles of controles van de papieren voor in- of uitvoer plaats. Bij 46 vrachtzendingen is een verdenking dat de sanctiemaatregelen zijn overtreden. Het gespecialiseerd onderdeel van de Douane, de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer (CDIU), voert hier nog een definitieve controle op uit. De Douane handhaaft ook op goederen zoals bijvoorbeeld jachten, die zijn te koppelen aan personen of organisaties die op een sanctielijst staan. Hierover is dan ook contact met de kustwacht. De Douane kan ook handhaven als sprake zou zijn van verkoop en overdracht van een jacht aan een persoon in Rusland.

Tot nog toe is sprake van een stabiele situatie, waarbij het bijvoorbeeld in de Rotterdamse haven wel druk is (geweest) met containers, waar controle op moest plaatsvinden. Het is de verwachting dat de handelsstromen richting de Russische Federatie voorlopig op een dieptepunt blijven. Mochten deze stromen in de loop van de tijd aantrekken, dan zal de handhaving direct worden aangepast. Momenteel wordt in navolging van de door uw Kamer aangenomen motie van het lid Jasper van Dijk (Kamerstuk 36 045, nr. 21), geïnventariseerd hoeveel extra capaciteit er voor duurzaam toezicht op de nieuwe sanctiemaatregelen benodigd is.

Tot slot is eind februari besloten om geen nieuwe exportkredietverzekeringen meer te verstrekken voor exporttransacties op Rusland en Belarus. In dat kader zijn ook de lopende dekkingstoezeggingen (de voorloper van een daadwerkelijke verzekeringspolis) op Rusland ingetrokken. Ten aanzien van de lopende verzekeringspolissen op Rusland wordt momenteel per geval bekeken wat hoe hierin gehandeld moet worden. Daarbij worden uiteraard de sancties gevolgd die nu van kracht zijn.

Inreisverboden

Plaatsing op een sanctielijst behelst onder andere een inreisverbod. Nieuwe listings worden door het zittende voorzitterschap ingevoerd in het Schengeninformatiesysteem (SIS) voor implementatie in de gehele Schengenzone. De Koninklijke Marechaussee voert onder verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en Veiligheid de grenscontroles aan de buitengrenzen uit. In het grenscontroleproces wordt ook het SIS geraadpleegd. In dat verband zal de toegang worden geweigerd van de personen die in het kader van van inreisverboden onder EU- en VN-sanctieregime in het SIS zijn opgenomen. Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016 is een coördinatiemechanisme ingevoerd om ervoor te zorgen dat SIS-signaleren o.b.v. sanctielijsten goed ingevoerd en geadministreerd worden.

Luchtvaart

Per 27 februari is het Nederlandse luchtruim gesloten voor Russische vliegtuigen geen toegang meer hebben tot het Nederlandse luchtruim. Dit was nog vooruitlopend op de EU-sanctiemaatregel van 28 februari om het Europese luchtruim te sluiten. Op dit moment staat als gevolg van dit luchtvaartverbod één Russisch vliegtuig van Aeroflot op Schiphol. Het vliegtuig krijgt geen toestemming van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat om te vertrekken naar Rusland. Ook wordt in Nederland geen onderhoud meer uitgevoerd aan Russische vliegtuigen. Tevens is gecontroleerd of zich op dit moment vliegtuigen van Russische oligarchen die op de sanctielijst staan in Nederland bevinden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er van deze personen geen vliegtuigen in Nederland staan, noch dat er in het Nederlandse register vliegtuigen met een Russische eigenaar of houder ingeschreven staan.

Maritiem

Nederland staat bekend als bouwer van zogeheten super yachts. Dit zijn boten die worden gekocht door onder andere personen en entiteiten die op de sanctielijst staan. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal van die boten – sommigen nog in aanbouw – in beeld. Deze boten kunnen op dit moment door beperkingen in financiële transacties niet meer verkocht worden aan personen en entiteiten die op een sanctielijst staan.

Door samenwerking tussen Douane, de Inspectie Leefomgeving en Transport en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn vijftien scheepswerven en vijf handelaren van super yachts in beeld. Er is van 5 super yachts vastgesteld dat ze in aanbouw zijn voor Russische afnemers. Op dit moment is geen sprake van levering, overdracht of uitvoer en dus ook niet van een op handen zijnde overtreding vanwege het exportverbod op luxegoederen, dus geen grond of aanleiding voor beslag. De jachten zijn evenmin in aanbouw voor geliste personen of entiteiten, dus bevriezing is ook niet mogelijk. Er is wel van één super yacht aangegeven dat het niet zonder toestemming proefvaarten mag uitvoeren. Dit jacht wordt onder toezicht gehouden.

Alle scheepswerven zijn reeds geïnformeerd over de geldende beperkingen en er zijn zes fysiek door toezichthouders bezocht en geïnformeerd en worden de overige werven op zeer korte termijn nog bezocht. Deze geldende beperkingen behelzen onder andere het vervallen van de mogelijkheid een vergunning aan te vragen voor de uitvoer van jachten. Van deze werven is vastgesteld dat twee scheepswerven jachten in aanbouw hebben voor Russische afnemers, waarbij is vastgesteld dat deze niet ge-list zijn. Een derde werf heeft in 2021 een super yacht geleverd en zou nu onderhoud plegen aan dit jacht, ook hier is de werf op de beperkingen gewezen.

Ook mogen schepen die eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van personen en entiteiten op de Europese sanctielijst geen essentiële havendiensten, zoals beloodsing, hulp bij het aanmeren door roeiers en sleepdiensten, bunkeren en dergelijken worden verleend. Zodra de havenautoriteit op de hoogte is van de komst van een schip van een gesanctioneerde persoon of entiteit, informeert de havenautoriteit de scheepsagent en de kapitein van het schip dat het schip de haven niet kan aandoen omdat er geen diensten zullen worden verleend. Geeft de kapitein hieraan geen gevolg dan zal de havenautoriteit hier handhavend tegen optreden op grond van de (lokale) havenverordening en toegang tot de haven te weigeren vanwege gevaar, schade of hinder die vanwege het schip ontstaat. Indien nodig zal de zeehavenpolitie dan optreden en wordt het schip bevroren door de Douane.

Voor zover bekend bevinden zich geen jachten van Russische geliste personen in Nederlandse havens. Met de douane zal dit ook de komende tijd worden gemonitord. Daarnaast is onderzocht of er zich in het Caraïbisch deel van het Koninkrijk Russische schepen bevinden. Dit blijkt evenmin het geval te zijn.

De ingestelde sancties vragen ook substantiële extra inzet vanuit de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Daarom zet de ILT in op het intensiveren van het toezicht op de sanctiewetgeving, zoals bijvoorbeeld toezien op het luchtruimsluiting voor Russische vliegtuigen via toezicht op LVNL en extra inspecties aan boord van schepen of er namen of goederen zijn die op de sanctielijst staan. Inherent aan de keuze om toezicht te intensiveren is dat er tijdelijk reguliere taken niet (volledig) kunnen worden uitgevoerd.

Financiële sector

De Minister van Financiën heeft een rol als het sancties op het gebied van financiële markten. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB) houden toezicht op de naleving van de regels die gesteld zijn voor de bedrijfsvoering met betrekking tot de administratieve organisatie en de interne controle van bepaalde instellingen. Ook hier geldt dat de naleving van de sanctieregels aan alle betrokken Nederlandse bedrijven en instellingen is.

Iedereen die de beschikking heeft over of toegang tot activa, vermogen of tegoeden van gesanctioneerde partijen moet dit bevriezen op grond van de sanctieregelingen. Financiële instellingen en trustkantoren zijn verplicht om relaties met gesanctioneerde personen te melden en daarbij aan te geven hoeveel zij hebben bevroren. Deze meldingen doen financiële instellingen bij AFM en DNB. AFM en DNB informeren de Minister van Financiën over gemelde relaties en bevriezingen door financiële instellingen. De Minister van Financiën heeft uw Kamer hierover geïnformeerd op 14 maart jl. en 22 maart jl. Het kabinet zal uw Kamer ook de komende tijd regelmatig op de hoogte houden van de bevriezingen en meldingen door de financiële sector.

Zodra nieuwe sancties zijn uitgevaardigd, heeft het de hoogste prioriteit dat financiële instellingen hun systemen controleren op relaties met de gesanctioneerde personen. Dit betreft zowel een controle op de genoemde personen als op juridische entiteiten waarvan deze personen de eigenaar zijn. Als een dossier naar boven komt dan moet de financiële instelling nader onderzoek doen of er daadwerkelijk een relatie met een gesanctioneerde persoon is. Als dit in het onderzoek wordt vastgesteld, moet direct al het vermogen dat berust bij de financiële instelling worden bevroren. Dit vermogen kan bestaan uit tegoeden op een bankrekening, maar ook bijvoorbeeld aandelen die worden beheerd of transacties die plaatsvinden naar een gesanctioneerde persoon. In het geval van een trustkantoor kan het gaan om leningen of investeringen van de juridische entiteit die door het trustkantoor worden beheerd en waarbij het trustkantoor als bestuurder tekeningsbevoegd is.

De tabel hieronder geeft een weergave van de meldingen die het Ministerie van Financiën tot en met 31 maart jl. heeft ontvangen. Zoals de Minister van Financiën in de brief van 22 maart jl. aan de Kamer heeft toegelicht, kan dat beeld ook de komende tijd nog wijzigen. In de afgelopen periode zijn ook een aantal meldingen binnegenkomen van tegengehouden transacties. Deze zijn dan niet bevroren. In de tabel is hier nu een onderscheid in gemaakt.

banken 369 283.170.834 154.322.208
trustkantoren 138 227.541.481
verzekeraars 18 358
pensioenfonds 18 312.248
betaalinstellingen 10 341.832
beheerders van beleggingsinstellingen/beleggingsondernemingen 16 4.893.163
Totaal 569 515.917.726 154.664.398

Het kabinet heeft uw Kamer eerder toegelicht dat in Europa wordt gepleit voor sancties gericht op de dienstverlening door trustkantoren aan (rechts)personen in Rusland. Dergelijk sancties maken geldstromen door Europa moeilijker voor personen of bedrijven die in Rusland van het daar geldende regime profiteren. Daarbij heeft de Minister van Financiën aangekondigd nationale spoedwetgeving voor te bereiden voor het geval er geen Europese maatregelen komen. Er vinden voorbereidingen plaats voor dergelijke nationale wetgeving. Als het er op korte termijn naar uitziet dat er geen Europese maatregelen komen op dit onderwerp wordt deze wetgeving zo snel mogelijk bij uw Kamer aanhangig gemaakt.

Vastgoed

De ingestelde sanctiemaatregelen hebben als effect dat alle tegoeden en economische middelen van personen en entiteiten op de sanctielijst worden bevroren. Alle economische middelen van de personen en entiteiten op de sanctielijsten zijn bevroren, dus ook de onroerende goederen. In het geval van onroerend goed betekent dit ook dat er geen diensten mogen worden verleend aan de persoon die op de sanctielijst staat, zoals bijvoorbeeld notariële diensten of makelaarsdiensten. Daarnaast kunnen er geen transacties plaatsvinden om eigendom over te dragen, te verhuren of te verhypothekeren. Het is dus niet mogelijk om eigendom over te dragen of te verplaatsen van een persoon op de sanctielijst.

Het is voor eenieder verboden om te handelen in strijd met de bevriezing. Notarissen zijn de poortwachter in het tegenhouden van transacties van onroerende zaken van personen en entiteiten op de sanctielijst: op grond van de Sanctiewet 1977 en de Wet op het notarisambt mogen zij sinds het ingaan van de sancties geen medewerking verlenen aan transacties van onroerende zaken van personen en entiteiten op de sanctielijst. Naast de generieke strafbaarstelling in de Sanctiewet 1977, is de notaris onderworpen aan toezicht uitgeoefend door het Bureau Financieel Toezicht en aan tuchtrecht uitgeoefend door de kamers voor het notariaat. Sinds de sancties in 2014 controleren de notarissen al bij transacties van onroerende goederen in het kader van sancties. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie heeft bij de aanvullende sancties in 2022 haar leden hier ook over geïnformeerd.

Het Kadaster beheert de registers voor registergoederen (waaronder onroerende zaken). In aanvulling op de taak die door de notarissen reeds wordt uitgeoefend regelt het kabinet dat het Kadaster in de registers een aantekening zet bij registergoederen van personen en entiteiten op de sanctielijst. Daarmee wordt voor eenieder inzichtelijk bij het raadplegen van de registers welke registergoederen door de sancties bevroren zijn. Hierdoor wordt het voor de gebruiker van die gegevens, net als voor de notaris, direct duidelijk dat niet mag worden meegewerkt aan een transactie ten aanzien van dat registergoed. Deze verdere formalisering in een sanctieregeling door de Minister van Buitenlandse Zaken, in overeenstemming met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, wordt morgen in het kabinet besloten en volgende week vastgesteld.

Voor registergoederen op naam van natuurlijke personen en entiteiten op de sanctielijst kan het Kadaster die aantekening direct plaatsen als de ministeriële regeling in werking is getreden. Voor registergoederen op naam van rechtspersonen waar die natuurlijke personen op de sanctielijst een uiteindelijk belang in hebben of mee verbonden zijn, ligt dit complexer. Het Kadaster beschikt niet over een overzicht van rechtspersonen waar de natuurlijke personen op de sanctielijst een uiteindelijk belang in hebben. Dit geldt voor alle instanties die hiermee te maken hebben. Het kabinet komt aanvullend op bovenstaande maatregelen in dezelfde ministeriële regeling met een grondslag om de informatieverstrekking van de Kamer van Koophandel naar het Kadaster mogelijk te maken. Hiermee kan, voor zover deze informatie bekend is bij de Kamer van Koophandel, inzichtelijk gemaakt worden welke rechtspersonen het betreft (en daarmee dus welke registergoederen op naam van die rechtspersonen het betreft).

Media

De omroepactiviteiten van de Russische staatsmedia RT (voorheen Russia Today) en Sputnik zijn per 2 maart in de EU verboden vanwege het verspreiden van desinformatie en het steunen van de militaire agressie tegen Oekraïne. Op 3 maart jl. heeft het kabinet een aangepaste versie van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 gepubliceerd. Hiermee is de verordening van de Raad in Nederland geïmplementeerd. Het toezicht en handhaving is belegd bij het Openbaar Ministerie. Voorafgaand aan deze sancties hadden RT en Sputnik in Nederland geen zendvergunning en werden deze zenders in Nederland ook niet doorgegeven in het zender-pakket. Na implementatie van de sancties in Nederland hebben de drie grote internet-service providers in Nederland de toegang tot de websites van deze zenders geblokkeerd. Toezicht en handhaving ten aanzien van het uitzenden via sociale media en media-apps valt in hoofdzaak onder de jurisdictie van Ierland aangezien de meeste grote aanbieders van deze diensten daar gevestigd zijn.

Telecommunicatie, gas en elektriciteit

Vanuit de bevoegdheden die het Ministerie van EZK heeft inzake hoofdstuk 14a van de Telecommunicatiewet en bevoegdheden op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet is al wel gekeken naar relaties met gesanctioneerde personen en entiteiten in de vitale sectoren (telecom, gas en elektriciteit). Hierin zijn geen onregelmatigheden gevonden. Via de nog niet inwerking getreden bevoegdheden die EZK krijgt inzake de wet Vifo (investeringstoets) kan, na inwerkingtreding en met terugwerkende kracht tot 8 september 2020, gekeken worden of er zich binnen gedane investeringen in Nederland risico’s bevinden voor de nationale veiligheid. Gelet op de veranderde situatie kan daarmee ook naar Russische invloeden gekeken worden binnen gedane investeringen. Ook heeft EZK in samenwerking met andere departementen sancties van niet-financiële aard geïmplementeerd, waaronder het besluit om de toegang te blokkeren tot de mediakanalen van Sputnik en RT. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft daarnaast een groot deel van hun relaties doorzocht. Vooralsnog zijn hier geen strijdigheden ontdekt: wel zoeken zij op meer granulair niveau nog door. EZK draagt laatstens zorg voor de opschorting van de registratie van nieuwe octrooien, aanvullende beschermingscertificaten, topografieën van halfgeleiders, merken en modellen. Een en ander in samenwerking met de daartoe bevoegde internationale organisatie zoals het Benelux Bureau voor Intellectuele Eigendom, het Europees Octrooibureau, etc.

Voorlichting bedrijven

Daarnaast is er een Oekraïne sancties loket bij de RVO opgezet. Binnen dit loket werken vele partijen met elkaar samen om door middel van een website en telefoonlijn vragen van ondernemers te beantwoorden en bedrijven te adviseren. Dit loket ontvangt 40 à 70 vragen per dag en de webpagina wordt dagelijks door 3500–4000 ondernemers bezocht. Ook zijn er in samenwerking met VNO-NCW, MKB NL, LTO, diverse brancheorganisaties, experts en vele bedrijven uit diverse sectoren ronde tafels georganiseerd of worden nog georganiseerd. Hier wordt met bedrijven gesproken over de gevolgen van de sancties, de impact op sectoren en bedrijven en hoe deze bedrijven hier mee om kunnen gaan. Het kabinet houdt hiermee «een vinger aan de pols» van het bedrijfsleven, de directe en indirecte effecten alsmede verder doorwerking van de sancties op sectoren en bedrijven. Tevens zijn ambtenaren vanuit hun eigen netwerk met veel bedrijven in gesprek, ook over de huidige situatie en de gevolgen van de sancties.

Handhaving

Iedereen in Nederland is gehouden aan naleving van de sanctieregelgeving. Dit geldt voor financiële instellingen, andere dienstverleners, en ook voor bedrijven met gesanctioneerde eigenaren zelf. Indien de sanctieregelgeving niet wordt nageleefd kan en wordt hiertegen handhavend opgetreden. Die handhaving richt zich op diegene die de sanctiewetgeving overtreedt. De AFM en DNB houden toezicht op de naleving van de regels die gesteld zijn voor de bedrijfsvoering met betrekking tot de administratieve organisatie en de interne controle van financiële instellingen en trustkantoren. De Douane houdt toezicht op sectorale sanctiemaatregelen in relatie tot import en export. De ILT is toezichthouder van de sancties op het gebied van luchtvaart en maritieme zaken. In haar toezicht stemt de ILT eventuele verdachte verzendingen af met de douane.

Het OM kan besluiten over te gaan tot opsporing en vervolging van overtredingen van de sanctieregelgeving indien het signalen ontvangt, met name van toezichthouders en de Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland0. Overtreding van de sanctieregelgeving is strafbaar gesteld als economisch delict. Het OM en de Fiscale Opsporings- en Inlichtingendienst (FIOD) beschikken over specialistische teams, die dergelijke zaken oppakken. De strafrechtelijke interventie van de FIOD onder gezag van het OM van 18 maart jl., waarbij beslag is gelegd op 137 miljoen euro, is daar een goed voorbeeld van. Signalen in het kader van dit optreden waren afkomstig van de FIU -Nederland, die verhoogde aandacht en kennis en expertise heeft op dit terrein.

In internationaal en Europees verband wordt samengewerkt door landen en betrokken instellingen om te bezien wat er eventueel nog meer mogelijk is in het kader van handhaving. Zo neemt Nederland actief deel aan gesprekken op dat vlak, bijvoorbeeld in de sinds 11 maart jl. door de Europese Commissie opgerichte EU Taskforce «Freeze and Seize». Voor het verschil dat bestaat tussen het bevriezen van activa van personen en entiteiten die op de sanctielijst staan en het afpakken op strafvorderlijke titel bij verdenking van een strafbaar, verwijzen we naar de eerdergenoemde brief aan uw Kamer van 22 maart jl. Deze vorm van Europese samenwerking draagt bij aan de effectieve coördinatie en handhaving van sancties tegen Rusland. Naast de Europese Commissie en alle lidstaten zijn ook Eurojust en Europol betrokken. De rol van Eurojust ziet toe op het verzamelen van informatie over strafrechtelijke procedures tegen de personen en bedrijven op de EU-sanctielijst. De Minister van Justitie en Veiligheid sprak op 28 maart jl. tijdens de zogenaamde Vendôme-groep over het belang van Europese samenwerking op dit terrein. Voor Nederland is van groot belang dat er wordt samengewerkt op operationeel niveau, waarbij ten volle gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid van Europol en Eurojust. Dit om informatie en bewijsmateriaal te verzamelen over mogelijke strafbare feiten die inbeslagname en confiscatie mogelijk maken.

Tijdens het debat informeerde lid Dassen naar de mogelijkheid om een zogenaamde «clept-capture taskforce» op te richten, zoals in de VS is gebeurd. De Minister van Justitie en Veiligheid zal hierop op korte termijn reageren.

Dienstverlening door advocaten en notarissen

De Minister voor Rechtsbescherming staat in goed contact over naleving van sancties met de beroepsorganisatie voor advocaten en notarissen, de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB).

Zowel de NOvA als de KNB informeren hun leden over de naleving van de sanctiewet. Zo organiseert de NOvA op 6 april as. bijvoorbeeld een rondetafelgesprek over de juridische en ethische vraagstukken rondom de sanctiemaatregelen tegen de Russische federatie en bepaalde Russische organisaties en staatsburgers. Ook heeft de Amsterdamse deken recent advocaten opgeroepen om extra waakzaam te zijn de komende tijd. Voor alle advocaten geldt naast de Sanctiewet 1977 ook afdeling 7.1 van de Verordening op de advocatuur. Hierin is vastgelegd dat advocaten niet mogen meewerken aan het voorbereiden, ondersteunen of afschermen van onwettige activiteiten. Het ontduiken van sancties is onwettig. Advocaten die redelijke aanwijzingen hebben dat hun dienstverlening wordt gebruikt voor het voorbereiden, ondersteunen of afschermen van onwettige activiteiten moeten die dienstverlening stopzetten.

Ook de KNB heeft notarissen opgeroepen extra waakzaam te zijn, haar leden de afgelopen maand herhaaldelijk geïnformeerd over de sancties tegen Rusland, en gewezen op het belang van naleving van deze maatregelen door het notariaat. Voor een notaris geldt bijvoorbeeld dat hij op grond van artikel 21, tweede lid van de Wet op het notarisambt verplicht is zijn dienst te weigeren wanneer er naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheden die van hem verlangd worden leiden tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft. Het omzeilen van sancties, net als het schenden van sancties, is volgens de KNB als zodanig te kwalificeren.

Tot slot

De sancties tegen Rusland zijn in zeer korte tijd tot stand gekomen en zijn ongeëvenaard in omvang en vergen daarom ook een ongeëvenaarde inzet op implementatie. In deze brief geeft het kabinet aan op welke manier de sancties worden uitgevoerd en ook waar verbeteringen mogelijk zijn. Het kabinet is vastberaden en zet alles op alles om volledig invulling te geven aan deze maatregelen, waarmee we de kosten voor Rusland om de zijn illegale oorlog in Oekraïne voort te zetten zo hoog mogelijk maken.

Bijlage overzicht afgekondigde sanctiemaatregelen

Het eerste sanctiepakket, dat een reactie was op de Russische erkenning van de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loegansk, bestaat uit de volgende vier onderdelen.

1) Inreisverboden en tegoedenbevriezingen voor 365 personen, waaronder 338 leden van de Doema die voor de erkenning van de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loegansk (13 van de in totaal 351 leden die voor erkenning stemden stonden al op een sanctielijst). Overige geliste personen zijn onder andere de Minister van Defensie, bestuurders van banken en andere hooggeplaatste militairen.

2) Sancties voor vier entiteiten: de Rossiya Bank, de Promsvyaz Bank, de VEB-bank, en het Internet Research Agency. Met deze sancties komt er een tegoedenbevriezing van deze entiteiten, evenals een verbod voor Europese bedrijven (inclusief banken) om zaken te doen met deze entiteiten.

3) Het bestaande sanctieregime ten aanzien van Rusland werd uitgebreid om de handel in financiële producten in te perken en om de toegang tot de kapitaalmarkt verder te beperken. Dit laatste betreft een verbod op leningen en investeringsproducten voor de Russische overheid, de Centrale Bank en daaraan gelieerde personen of entiteiten.

4) Er zijn handelsbeperkende maatregelen getroffen ten aanzien van het territorium dat in handen is van de autoriteiten van DNR en LNR. Het betreft een importverbod op goederen uit deze gebieden en exportbeperkingen in onder andere de transport-, telecom-, dual-use en financiële dienstensector. Deze laatste maatregelen zijn vergelijkbaar met de maatregelen die van toepassing zijn op de Krim sinds de Russische annexatie in 2014. Dit ondersteunt het niet-erkenningsbeleid van de EU.

Het hierop volgende sanctiepakket omvat de volgende zes onderdelen:

1) Financiële sector – Het bestaande verbod op herfinanciering is uitgebreid naar nog eens twee grote banken. Daarnaast is er een verbod ingesteld op de herfinanciering van acht grote staatsbedrijven en worden financiële stromen naar de EU beperkt door te verbieden dat personen uit Rusland stortingen kunnen doen op een rekening als er 100.000 euro op staat en de verkoop van een aantal financiële producten in euro’s te verbieden.

2) Energiesector – Er is een verbod ingesteld op de export van raffinage technologieën. Dit betreft een verscherping van reeds bestaande sancties tegen de olie- en gassector.

3) Transportsector – Er is een verbod ingesteld op het exporteren van alle luchtvaartonderdelen, -reparaties en -financiële diensten.

4) Exportcontroles en exportfinanciering naar Rusland – Dit betreft een zeer verstrekkende maatregel waarmee een lange lijst goederen en technologie (van hoogwaardige technologie als kwantum tot meer reguliere gebruiksproducten) niet meer of slechts nog onder zeer strikte voorwaarden naar Rusland geëxporteerd mag worden.

5) Visumbeleid – De visumfacilitatie voor Russische dienstpaspoorten is afgeschaft.

6) Reisverboden en tegoedenbevriezingen voor personen – Alle resterende Doema-leden, leden van de Russische Veiligheidsraad en Belarussische individuen die de invasie van Oekraïne hebben gefaciliteerd zijn op de sanctielijst geplaatst.

Daarnaast zijn de tegoeden in de EU van president Poetin en de Russische Minister van Buitenlandse Zaken Lavrov bevroren. Voor deze twee personen is geen reisverbod ingesteld.

Sinds de Kamerbrief over Oekraïne van 26 februari jl. zijn bovenop bovenstaande de volgende maatregelen aan het sanctiepakket toegevoegd:

– Sluiting van het EU-luchtruim voor alle Russische luchtvaartmaatschappijen, in Rusland geregistreerde vliegtuigen, en vliegtuigen in eigendom van of gecharterd door Russische natuurlijke of rechtspersonen.

– Bevriezing van de tegoeden van en een verbod op transacties met de Russische Centrale Bank.

– Verbod op verstrekken van financiële berichtenverkeerdiensten («SWIFT-verbod») aan zeven Russische banken (Bank Otkritie, Novikombank, Promsvyazbank, Rossiya Bank, Sovcombank, VNESHECONOMBANK (VEB), en de VTB BANK) en in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarvan de eigendomsrechten voor meer dan 50 procent direct of indirect in handen zijn van de bovengenoemde banken.

– Verbod op het investeren in/deelnemen in projecten van het Russische fonds voor directe investeringen.

– Verbod op verkoop, levering, overdraging, of uitvoering van eurobankbiljetten naar Rusland.

– Uitbreiding dual use- en andere handelsbeperkingen voor Belarus (sectoren hout, cement, metaal en staal, rubber, en «certain machinery») in lijn met degenen die op Rusland van toepassing zijn.

– Exportverbod richting Rusland voor maritieme navigatie- en radiocommunicatiegoederen en -technologie.

– Uitbreiding van het verbod op uitvoer van dual use-goederen naar Russische bedrijven in de defensie-industrie.

– Exportverbod op materieel, technologie en diensten in de energiesector, evenals verbod op investeringen.

– Verbod op transacties met een verschillende staatsbedrijven die voor meer dan 50 procent in handen van de staat zijn of waarmee de staat een substantiële economische relatie mee heeft.

– Verbod op aanbieden van kredietbeoordelingsdiensten voor Russische klanten.

– Importverbod op ijzer en staal.

– Exportverbod voor luxegoederen met een waarde van meer dan 300 euro.

– Opschorting van omroepactiviteiten van de Russische staatsmedia Sputnik en RT/Russia Today, die desinformatie verspreiden en de militaire agressie tegen Oekraïne steunen.

– Toepassen op Belarus van financiële sancties gericht tegen Rusland met loskoppeling van drie Belarussische banken van SWIFT; verbod op transacties met de Centrale Bank van Belarus; verbod op ter beschikking stellen van euro’s aan Belarus; verbod op verlening publieke financiering voor de handel met en investeringen in Belarus.

– Inmiddels zijn door de EU in verschillende rondes sancties opgelegd aan 695 individuen en entiteiten. Dit zijn allen individuen en entiteiten die direct dan wel indirect betrokken zijn bij de aanval op Oekraïne ofwel tot de elite rondom Poetin worden gerekend.


  1. Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, gewijzigd met besluit Beluit 2022/329/GBVB van 25 februari 2022: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32022D0329&from=EN.↩︎