Uitkomst van de arbitrageprocedure over de gewijzigde inzet van de gasberging Norg
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2022D13064, datum: 2022-04-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-997).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -997 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2022Z06407:
- Indiener: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-04-07 15:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-04-19 16:30: Procedurevergadering EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-05-18 16:00: Technische briefing door het ministerie van EZK over de uitkomst van de arbitrageprocedure over de gewijzigde inzet van de gasberging Norg (Technische briefing), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-06-02 14:30: Mijnbouw/Groningen (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-06-09 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
33 529 Gaswinning
Nr. 997 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2022
Dankzij de afspraken over de gasopslag Norg kan het Groningenveld jaren eerder gesloten worden dan de verwachting was in 2018, inmiddels is sluiting in 2023 of 2024 voorzien. Bovendien wordt de winning van 11,9 Nm3 uit het Groningenveld voorkomen. Om de gaswinning uit het Groningenveld zo snel mogelijk te kunnen beëindigen, is met NAM, Shell en ExxonMobil afgesproken dat de gasopslag Norg gewijzigd wordt ingezet. Dit betekent dat de gasberging met pseudo-Groningengas gevuld wordt in plaats van met gas uit het Groningenveld. Afgesproken is om de kosten voor de gewijzigde inzet vast te laten stellen door een arbiter. Het overgrote deel van de kosten betreft het inkopen van 11,9 miljard Nm3 gas. Voor het kabinet geldt dat, ook met de historisch hoge gasprijzen, de veiligheid van de Groningers voorop staat. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomst van de arbitrage inzake de vergoeding voor de gewijzigde inzet van gasopslag Norg.
Op 9 maart 2021 is uw Kamer geïnformeerd over het Norg Akkoord dat gesloten is met Shell, ExxonMobil en NAM (Kamerstuk 33 529, nr. 850). Uw Kamer is eerder geïnformeerd over het belang van de gasopslag Norg bij de totstandkoming van het Interim Akkoord (Kamerstuk 33 529, nr. 678) en de principe-afspraak Norg (Kamerstuk 33 529, nr. 768). Ook is uw Kamer een aantal keren vertrouwelijk geïnformeerd over de inzet van gasopslag Norg (onder andere op 11 februari 2021).
In het Norg Akkoord is afgesproken dat de gasopslag Norg wordt ingezet voor de versnelde afbouw van de gaswinning in Groningen met behoud van leveringszekerheid.1 Het Norg Akkoord regelt dat in de gasopslag Norg niet langer Groningengas wordt opgeslagen, maar geconverteerd hoogcalorisch gas. Dit leidt tot een besparing van de gaswinning in Groningen van in totaal 11,9 miljard Nm3 vanaf het gasjaar 2019/2020.
Zoals aan uw Kamer is medegedeeld kon de gewijzigde inzet van de gasopslag Norg niet eenzijdig worden afgedwongen. De gasopslag Norg is eigendom van NAM. Daarom is het Norg Akkoord gesloten met NAM en haar aandeelhouders, waarin is afgesproken een marktconforme vergoeding te betalen voor de gewijzigde inzet van Norg. Deze vergoeding bestaat uit vier elementen: de extra inkoopkosten van GasTerra voor het pseudo-Groningengas dat opgeslagen wordt in de gasopslag Norg, de extra transportkosten, de extra kosten door het wegvallen van flexibele inzet van Norg, en gederfde inkomsten door het wegvallen van optimalisatiemogelijkheden bij de verkoop van gas door GasTerra. GasTerra is vervolgens geïnstrueerd om hoogcalorisch gas in te kopen om Norg tot en met 2027 te kunnen vullen met pseudo-Groningengas (hoogcalorisch gas vermengd met stikstof) voor zover nodig om de winning uit het Groningenveld te minimaliseren. GasTerra doet dit namens de Maatschap Groningen (samenwerking van NAM en EBN).
In het Norg Akkoord is afgesproken om de berekeningswijze voor de te betalen marktconforme vergoeding vast te laten stellen door een onafhankelijke arbiter. GasTerra is gevraagd om aan de hand van een instructie van de Staat, NAM, Shell en ExxonMobil een berekeningswijze op te stellen voor de kosten van de inzet van gasopslag Norg. Deze berekeningswijze is vervolgens voorgelegd aan de arbiter.
De arbiter heeft op 22 maart jl. uitspraak gedaan over de berekeningswijze. De uitspraak heb ik als bijlage aan deze brief toegevoegd2. In deze uitspraak heeft de arbiter de berekeningswijze zoals opgesteld door GasTerra bevestigd.
Aan de hand van de berekeningswijze wordt na afloop van elk betreffende gasjaar berekend wat de kosten van de gewijzigde inzet van de berging zijn. Het belangrijkste onderdeel van de vier elementen van de vergoeding bestaat uit de inkoop van in totaal 11,9 miljard Nm3 hoogcalorisch gas door GasTerra. Dit gas wordt geconverteerd naar pseudo-Groningengas als 1-op-1 vervanging (en dus besparing) van Groningengas. GasTerra zal na afloop van het gasjaar aan de hand van deze berekeningswijze voor NAM de kosten voor het betreffende gasjaar bepalen, waarna NAM een factuur aan de Staat zal sturen.
In de zomer, dat wil zeggen van 1 april tot 1 oktober, wordt het gas in de bergingen geïnjecteerd. De vergoeding is dan ook gebaseerd op de bijbehorende zomerprijs. De vergoeding voor gasjaar 2019/2020 bedraagt circa € 85 miljoen (1,1 miljard Nm3) en zal zoals eerder aan uw Kamer gemeld worden verrekend met een deel van het voorschot dat is betaald op grond van het Interim Akkoord.3 Voor gasjaar 2020/2021 bedraagt de vergoeding circa € 800 miljoen (2,7 miljard Nm3). Voor het huidige gasjaar gaat het om 5 miljard Nm3. Met de huidige historisch hoge gasprijzen zal dat voor het huidige gasjaar naar verwachting duur zijn en dat betekent daarom ook dat de vergoeding voor het huidige gasjaar hoog zal zijn. Vanwege de huidige volatiele prijzen is het moeilijk in te schatten hoe hoog de vergoeding voor het huidige gasjaar en de komende twee gasjaren zal zijn. Op basis van de prijzen van 22 maart zou het voor deze drie gasjaren cumulatief om circa € 6,5 miljard kunnen gaan. Voor alle jaren samen is dat dan naar verwachting ongeveer € 7,5 miljard. De vergoeding wordt aan het einde van het betreffende gasjaar bepaald aan de hand van de werkelijke marktprijzen. Ik zal uw Kamer jaarlijks informeren over de vergoeding die betaald moet worden.
In het debat op 9 februari jl. is gesproken over het voeren van gesprekken met NAM, primair in relatie tot de kosten voor schade en versterken. Daarbij heb ik aangegeven dat de kans op een bevredigende uitkomst beperkt is, maar ook dat aanhoren wat het aanbod is de moeite waard kan zijn. Ik ben bereid een dergelijk gesprek aan te gaan, waarbij ik de motie van de leden Boulakjar en Van Wijngaarden die het kabinet oproept om geen onomkeerbare stappen te zetten en de Kamer nauwgezet te informeren (Kamerstuk 33 529, nr. 972), uit zal voeren.
Ik ben voornemens om uw Kamer stukken die hebben bijgedragen aan de besluitvorming over het Norg-akkoord openbaar te maken, voor zover dat het belang van de Staat (bijvoorbeeld haar proces- en onderhandelingspositie) niet schaadt. Daarbij bied ik aan om uw Kamer nader vertrouwelijk te informeren. Vooruitlopend op de definitieve vergoeding zullen in de Voorjaarsnota 2022 conform de Startnota de verwachte kosten worden verwerkt. In de Startnota van dit kabinet is aangekondigd dat voor deze betalingen eenmalig het uitgavenplafond wordt gecorrigeerd.
Zoals ik in het begin van mijn brief aangaf, is het vullen van Norg met pseudo-Groningengas noodzakelijk om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk terug te brengen. De veiligheid van de Groningers staat voorop. Een snelle sluiting van het Groningenveld heeft voor het kabinet onverminderd hoge prioriteit.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief
Conform het voorlopig advies van GTS van 11 juni 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 660) en het definitieve en aanvullende advies van GTS van 25 juli 2019 respectievelijk 20 augustus 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 678).↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎
Zie voor een uitleg van het voorschot Kamerstuk 33 529, nr. 678 en Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 15.↩︎