Bijlagen bij het Financieel jaarverslag van het Rijk 2021
Financieel jaarverslag van het Rijk 2021
Jaarverslag
Nummer: 2022D17517, datum: 2022-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36100-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Financiën (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36100 -2 Financieel jaarverslag van het Rijk 2021.
Onderdeel van zaak 2022Z08661:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- 2022-05-19 13:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-05-25 14:00: Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (Inbreng feitelijke vragen), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2022-05-25 16:00: Procedurevergadering Rijksuitgaven (direct aansluitend op de procedurevergadering Financiën) (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2022-06-09 11:00: Verantwoordingsdebat over het jaar 2021 (Plenair debat (overig)), TK
- 2022-06-16 14:16: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021–2022 |
36 100 | Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 |
Nr. 2 |
Ontvangen 18 mei 2022 |
1 Rijksrekening van uitgaven en ontvangsten
Op grond van artikel 2.35, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016, neemt de Minister van Financiën in het Financieel Jaarverslag van het Rijk de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk op. Deze rekening, de Rijksrekening genoemd, is het overzicht op het totaalniveau van de rijksbegroting van alle uitgaven en ontvangsten van de rijksdienst in een jaar die binnen begrotingsverband zijn gerealiseerd. Voor de departementale en niet-departementale begrotingen zijn in tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 de verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten opgenomen. In aanvulling op de gegevens onder de begroting voor Nationale schuld vermelden de tabellen 1.4 en 1.5 de voor 2021 onder de begroting van Nationale schuld oorspronkelijk geraamde en de gerealiseerde rentelasten onderscheidenlijk rentebaten. Deze gegevens zijn opgesteld in overeenstemming met het hier toepasselijke transactiestelsel. De tabellen 1.6 t/m 1.9 hebben betrekking op baten-lastenagentschappen die zoals het woord aangeeft het batenlastenstelsel als begrotingsstelsel hanteren. Tabel 1.10 blijft leeg vanwege het in 2021 niet voorkomen van verplichtingen-kasagentschappen.
In de onderstaande tabellen worden de verschillen in de verschillenkolom niet toegelicht. Voor die toelichtingen wordt verwezen naar de betrokken jaarverslagen. Let op! Door afrondingen kunnen er verschillen ontstaan met de cijfers op de Rijkssaldibalans.
I | Koning | 45.684 | 46.444 | 760 |
IIA | Staten-Generaal | 191.272 | 228.749 | 37.477 |
IIB | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten | 135.397 | 149.730 | 14.333 |
III | Algemene Zaken | 82.087 | 88.624 | 6.537 |
IV | Koninkrijksrelaties | 198.530 | 929.570 | 731.040 |
V | Buitenlandse Zaken | 11.172.607 | 11.931.746 | 759.139 |
VI | Justitie en Veiligheid | 14.225.302 | 15.333.118 | 1.107.816 |
VII | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 7.160.659 | 9.273.008 | 2.112.349 |
VIII | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 43.357.974 | 52.411.057 | 9.053.083 |
IXA | Nationale Schuld1 | 18.060.321 | 43.568.114 | 25.507.793 |
IXB | Financiën | 16.540.038 | ‒ 6.872.429 | ‒ 23.412.467 |
X | Defensie | 15.540.716 | 12.221.391 | ‒ 3.319.325 |
XII | Infrastructuur en Waterstaat | 16.432.148 | 12.337.661 | ‒ 4.094.487 |
XIII | Economische Zaken en Klimaat | 14.714.397 | 19.526.722 | 4.812.325 |
XIV | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 1.838.019 | 2.377.973 | 539.954 |
XV | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 53.673.717 | 57.914.751 | 4.241.034 |
XVI | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 27.492.197 | 34.899.950 | 7.407.753 |
XVII | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 1.573.325 | 2.525.420 | 952.095 |
XIX | Nationaal Groeifonds | 4.000.000 | 0 | ‒ 4.000.000 |
A | Infrastructuurfonds | 14.321.846 | 7.220.769 | ‒ 7.101.077 |
B | Gemeentefonds | 33.215.875 | 35.128.367 | 1.912.492 |
C | Provinciefonds | 2.483.429 | 2.552.029 | 68.600 |
F | Diergezondheidsfonds | 34.329 | 61.786 | 27.457 |
H | BES-fonds | 47.725 | 51.708 | 3.983 |
J | Deltafonds | 1.510.891 | 1.479.287 | ‒ 31.604 |
K | Defensiematerieelbegrotingsfonds | 8.448.390 | 5.729.950 | ‒ 2.718.440 |
Totalen | 306.496.875 | 321.115.495 | 14.618.620 |
- Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de verplichtingen opgenomen, exclusief de renteverplichtingen. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
I | Koning | 45.684 | 46.444 | 760 |
IIA | Staten-Generaal | 191.272 | 212.062 | 20.790 |
IIB | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten | 136.578 | 146.868 | 10.290 |
III | Algemene Zaken | 82.087 | 82.341 | 254 |
IV | Koninkrijksrelaties | 227.046 | 792.898 | 565.852 |
V | Buitenlandse Zaken | 11.393.366 | 12.126.639 | 733.273 |
VI | Justitie en Veiligheid | 14.226.633 | 14.982.700 | 756.067 |
VII | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 7.212.853 | 8.667.919 | 1.455.066 |
VIII | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 44.174.553 | 49.040.989 | 4.866.436 |
IXA | Nationale Schuld1 | 18.060.321 | 43.568.114 | 25.507.793 |
IXB | Financiën | 9.954.970 | 9.480.552 | ‒ 474.418 |
X | Defensie | 11.631.696 | 12.094.802 | 463.106 |
XII | Infrastructuur en Waterstaat | 16.476.499 | 11.761.312 | ‒ 4.715.187 |
XIII | Economische Zaken en Klimaat | 7.846.156 | 12.322.701 | 4.476.545 |
XIV | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 2.065.497 | 2.013.548 | ‒ 51.949 |
XV | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 53.723.417 | 57.702.854 | 3.979.437 |
XVI | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 27.966.396 | 33.112.558 | 5.146.162 |
XVII | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 3.064.088 | 3.188.330 | 124.242 |
XIX | Nationaal Groeifonds | 1.000.000 | 0 | ‒ 1.000.000 |
A | Infrastructuurfonds | 13.804.440 | 6.924.252 | ‒ 6.880.188 |
B | Gemeentefonds | 33.215.875 | 35.028.123 | 1.812.248 |
C | Provinciefonds | 2.483.429 | 2.541.945 | 58.516 |
F | Diergezondheidsfonds | 34.329 | 48.323 | 13.994 |
H | BES-fonds | 47.725 | 51.708 | 3.983 |
J | Deltafonds | 1.218.675 | 1.136.551 | ‒ 82.124 |
K | Defensiematerieelbegrotingsfonds | 4.610.299 | 4.606.984 | ‒ 3.315 |
Totalen | 284.893.884 | 321.681.517 | 36.787.633 |
- Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de kasuitgaven opgenomen, exclusief de renteuitgaven. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
I | Koning | 0 | 269 | 269 |
IIA | Staten-Generaal | 3.865 | 6.302 | 2.437 |
IIB | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten | 6.040 | 6.060 | 20 |
III | Algemene Zaken | 7.086 | 7.085 | ‒ 1 |
IV | Koninkrijksrelaties | 37.896 | 52.109 | 14.213 |
V | Buitenlandse Zaken | 921.285 | 993.653 | 72.368 |
VI | Justitie en Veiligheid | 1.574.110 | 1.992.827 | 418.717 |
VII | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 666.431 | 1.039.375 | 372.944 |
VIII | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 1.444.964 | 1.620.594 | 175.630 |
IXA | Nationale Schuld1 | 63.736.100 | 77.140.099 | 13.403.999 |
IXB | Financiën | 156.162.159 | 172.147.485 | 15.985.326 |
X | Defensie | 160.097 | 166.534 | 6.437 |
XII | Infrastructuur en Waterstaat | 19.710 | 35.449 | 15.739 |
XIII | Economische Zaken en Klimaat | 4.820.359 | 5.699.567 | 879.208 |
XIV | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 237.139 | 641.017 | 403.878 |
XV | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 1.831.107 | 3.804.362 | 1.973.255 |
XVI | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 403.519 | 784.853 | 381.334 |
XVII | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 56.661 | 62.000 | 5.339 |
XIX | Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 0 |
A | Infrastructuurfonds | 13.804.440 | 7.445.078 | ‒ 6.359.362 |
B | Gemeentefonds | 33.215.875 | 35.028.123 | 1.812.248 |
C | Provinciefonds | 2.483.429 | 2.541.945 | 58.516 |
F | Diergezondheidsfonds | 33.964 | 40.297 | 6.333 |
H | BES-fonds | 47.725 | 51.708 | 3.983 |
J | Deltafonds | 1.218.675 | 1.427.816 | 209.141 |
K | Defensiematerieelbegrotingsfonds | 4.610.299 | 5.184.392 | 574.093 |
Totalen | 287.502.935 | 317.918.999 | 30.416.064 |
- Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de ontvangsten opgenomen, exclusief de rentebaten. Voor de rentebaten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
Het gerealiseerde saldo van de kasuitgaven en de kasontvangsten over 2021, zoals dat uit de tabellen 1.2 en 1.3 blijkt – het verschil tussen 321,7 miljard euro en 317,9 miljard euro, zijnde een negatief verschil (tekort) van 3,8 miljard euro – heeft geen directe relatie met het EMU-saldo 2021 van het Rijk. De saldoberekeningen van beide opstellingen verschillen daartoe teveel van elkaar. Een belangrijk verschil vormen de uitgaven en ontvangsten van Nationale Schuld (IXA) die betrekking hebben op de financieringstransacties (de aflossingen en de aangetrokken leningen in verband met de tekortfinanciering en herfinanciering). Deze zijn wel in de tabellen 1.2 en 1.3 meegenomen, maar tellen niet mee in de berekening van het EMU-saldo. Ook wordt het EMU-saldo opgesteld op transactiebasis, terwijl hier de gepresenteerde opstelling op kasbasis is. Het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010 schrijft voor welke uitgaven en ontvangsten als relevant voor het EMU-saldo worden aangemerkt.
IXA | Nationale Schuld | 4.397.256 | 4.481.073 | 83.817 |
Totalen | 4.397.256 | 4.481.073 | 83.817 |
IXA | Nationale Schuld | 2.137.242 | 1.132.845 | ‒ 1.004.397 |
Totalen | 2.137.242 | 1.132.845 | ‒ 1.004.397 |
AZ | Dienst Publiek en Communicatie | 83.548 | 146.951 | 63.403 |
BZK | Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | 110.334 | 133.118 | 22.784 |
BZK | Logius | 235.855 | 241.910 | 6.055 |
BZK | P-Direkt | 107.558 | 107.242 | ‒ 316 |
BZK | Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk | 286.529 | 332.297 | 45.768 |
BZK | FM Haaglanden | 143.273 | 132.906 | ‒ 10.367 |
BZK | SSC-ICT Haaglanden | 292.964 | 295.435 | 2.471 |
BZK | Rijksvastgoedbedrijf | 1.355.954 | 1.319.625 | ‒ 36.329 |
BZK | Dienst Huurcommissie | 14.285 | 18.646 | 4.361 |
JenV | Centraal Justitieel Incassobureau | 151.084 | 160.733 | 9.649 |
JenV | Dienst Justitiële Inrichtingen | 2.461.719 | 2.695.469 | 233.750 |
JenV | Immigratie- en naturalisatiedienst | 484.863 | 553.230 | 68.367 |
JenV | Justis | 47.086 | 50.402 | 3.316 |
JenV | Nederlandse Forensisch Instituut | 83.398 | 91.426 | 8.028 |
OCW | Dienst Uitvoering Onderwijs | 318.935 | 389.851 | 70.916 |
OCW | Nationaal Archief | 44.221 | 44.733 | 512 |
DEF | Paresto | 75.176 | 63.414 | ‒ 11.762 |
IenW | Rijkswaterstaat | 3.129.852 | 3.329.819 | 199.967 |
IenW | Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut | 92.050 | 95.875 | 3.825 |
IenW | Inspectie Leefomgeving en Transport | 168.247 | 184.392 | 16.145 |
EZK | Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 772.836 | 950.790 | 177.954 |
EZK | Agentschap Telecom | 60.435 | 60.971 | 536 |
EZK | Dienst ICT Uitvoering | 302.203 | 326.014 | 23.811 |
EZK | Nederlandse Emissieautoriteit | 11.047 | 9.863 | ‒ 1.184 |
LNV | Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 425.143 | 434.685 | 9.542 |
VWS | Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | 453.800 | 628.403 | 174.603 |
VWS | Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg | 93.765 | 108.929 | 15.164 |
VWS | College ter Beoordeling Geneesmiddelen | 55.120 | 57.340 | 2.220 |
Totalen | 11.861.280 | 12.964.469 | 1.103.189 |
AZ | Dienst Publiek en Communicatie | 83.548 | 148.136 | 64.588 |
BZK | Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | 105.517 | 167.235 | 61.718 |
BZK | Logius | 235.855 | 239.908 | 4.053 |
BZK | P-Direkt | 107.558 | 107.939 | 381 |
BZK | Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk | 286.529 | 331.937 | 45.408 |
BZK | FM Haaglanden | 143.273 | 136.246 | ‒ 7.027 |
BZK | SSC-ICT Haaglanden | 292.964 | 298.515 | 5.551 |
BZK | Rijksvastgoedbedrijf | 1.355.954 | 1.331.035 | ‒ 24.919 |
BZK | Dienst Huurcommissie | 12.829 | 17.946 | 5.117 |
JenV | Centraal Justitieel Incassobureau | 151.084 | 156.853 | 5.769 |
JenV | Dienst Justitiële Inrichtingen | 2.461.719 | 2.660.749 | 199.030 |
JenV | Immigratie- en naturalisatiedienst | 484.863 | 531.883 | 47.020 |
JenV | Justis | 47.912 | 49.493 | 1.581 |
JenV | Nederlandse Forensisch Instituut | 83.398 | 92.172 | 8.774 |
OCW | Dienst Uitvoering Onderwijs | 318.935 | 389.635 | 70.700 |
OCW | Nationaal Archief | 44.221 | 47.729 | 3.508 |
DEF | Paresto | 75.176 | 66.470 | ‒ 8.706 |
IenW | Rijkswaterstaat | 3.135.829 | 3.357.301 | 221.472 |
IenW | Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut | 92.075 | 95.568 | 3.493 |
IenW | Inspectie Leefomgeving en Transport | 168.247 | 195.158 | 26.911 |
EZK | Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 772.836 | 973.566 | 200.730 |
EZK | Agentschap Telecom | 60.435 | 60.703 | 268 |
EZK | Dienst ICT Uitvoering | 302.203 | 346.914 | 44.711 |
EZK | Nederlandse Emissieautoriteit | 11.047 | 10.661 | ‒ 386 |
LNV | Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 421.343 | 448.387 | 27.044 |
VWS | Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | 453.800 | 644.265 | 190.465 |
VWS | Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg | 93.765 | 114.154 | 20.389 |
VWS | College ter Beoordeling Geneesmiddelen | 55.120 | 58.496 | 3.376 |
Totalen | 11.858.035 | 13.079.054 | 1.221.019 |
AZ | Dienst Publiek en Communicatie | 0 | 0 | 0 |
BZK | Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | 3.448 | 14.748 | 11.300 |
BZK | Logius | 6.100 | 0 | ‒ 6.100 |
BZK | P-Direkt | 13.402 | 4.922 | ‒ 8.480 |
BZK | Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk | 1.000 | 3.265 | 2.265 |
BZK | FM Haaglanden | 7.608 | 9.826 | 2.218 |
BZK | SSC-ICT Haaglanden | 107.799 | 95.233 | ‒ 12.566 |
BZK | Rijksvastgoedbedrijf | 815.365 | 955.339 | 139.974 |
BZK | Dienst Huurcommissie | 1.600 | 590 | ‒ 1.010 |
JenV | Centraal Justitieel Incassobureau | 6.658 | 5.603 | ‒ 1.055 |
JenV | Dienst Justitiële Inrichtingen | 55.535 | 24.615 | ‒ 30.920 |
JenV | Immigratie- en naturalisatiedienst | 12.100 | 9.965 | ‒ 2.135 |
JenV | Justis | 826 | 0 | ‒ 826 |
JenV | Nederlandse Forensisch Instituut | 9.986 | 6.439 | ‒ 3.547 |
OCW | Dienst Uitvoering Onderwijs | 54.500 | 56.490 | 1.990 |
OCW | Nationaal Archief | 17.727 | 5.065 | ‒ 12.662 |
DEF | Paresto | 0 | 1.237 | 1.237 |
IenW | Rijkswaterstaat | 55.169 | 47.587 | ‒ 7.582 |
IenW | Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut | 5.028 | 3.236 | ‒ 1.792 |
IenW | Inspectie Leefomgeving en Transport | 200 | 945 | 745 |
EZK | Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 43.806 | 66.054 | 22.248 |
EZK | Agentschap Telecom | 9.365 | 5.269 | ‒ 4.096 |
EZK | Dienst ICT Uitvoering | 63.212 | 44.325 | ‒ 18.887 |
EZK | Nederlandse Emissieautoriteit | 0 | 2.991 | 2.991 |
LNV | Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 20.520 | 20.032 | ‒ 488 |
VWS | Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | 5.600 | 8.726 | 3.126 |
VWS | Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg | 10.814 | 6.910 | ‒ 3.904 |
VWS | College ter Beoordeling Geneesmiddelen | 500 | 872 | 372 |
Totalen | 1.327.868 | 1.400.284 | 72.416 |
AZ | Dienst Publiek en Communicatie | 0 | 0 | 0 |
BZK | Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | 0 | 0 | 0 |
BZK | Logius | 6.100 | 0 | ‒ 6.100 |
BZK | P-Direkt | 9.500 | 0 | ‒ 9.500 |
BZK | Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk | 0 | 4 | 4 |
BZK | FM Haaglanden | 2.992 | 5.379 | 2.387 |
BZK | SSC-ICT Haaglanden | 60.300 | 51.843 | ‒ 8.457 |
BZK | Rijksvastgoedbedrijf | 480.000 | 661.210 | 181.210 |
BZK | Dienst Huurcommissie | 1.456 | 0 | ‒ 1.456 |
JenV | Centraal Justitieel Incassobureau | 2.145 | 7.060 | 4.915 |
JenV | Dienst Justitiële Inrichtingen | 3.000 | 65.601 | 62.601 |
JenV | Immigratie- en naturalisatiedienst | 4.100 | 3.928 | ‒ 172 |
JenV | Justis | 0 | 603 | 603 |
JenV | Nederlandse Forensisch Instituut | 6.450 | 4.757 | ‒ 1.693 |
OCW | Dienst Uitvoering Onderwijs | 33.200 | 37.442 | 4.242 |
OCW | Nationaal Archief | 11.400 | 8.500 | ‒ 2.900 |
DEF | Paresto | 0 | 0 | 0 |
IenW | Rijkswaterstaat | 45.000 | 39.815 | ‒ 5.185 |
IenW | Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut | 2.800 | 1.785 | ‒ 1.015 |
IenW | Inspectie Leefomgeving en Transport | 0 | 699 | 699 |
EZK | Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 29.200 | 25.669 | ‒ 3.531 |
EZK | Agentschap Telecom | 5.765 | 5.703 | ‒ 62 |
EZK | Dienst ICT Uitvoering | 32.000 | 11.827 | ‒ 20.173 |
EZK | Nederlandse Emissieautoriteit | 400 | 2.870 | 2.470 |
LNV | Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 7.150 | 11.105 | 3.955 |
VWS | Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | 0 | 0 | 0 |
VWS | Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg | 7.583 | 308 | ‒ 7.275 |
VWS | College ter Beoordeling Geneesmiddelen | 0 | 0 | 0 |
Totalen | 750.541 | 946.108 | 195.567 |
In 2021 waren er geen verplichtingen-kasagentschappen. |
2 Saldibalans van het rijk per 31 december 2021
OMSCHRIJVING | € mln. | € mln. | OMSCHRIJVING | € mln. | € mln. | ||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 326.163 | 288.987 | 12 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 319.052 | 297.423 |
2 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 15.652 | 14.235 | 13 | Schulden buiten begrotingsverband | 27.305 | 24.043 |
(intra-comptabele vorderingen) | (intra-comptabele schulden) | ||||||
14 | Saldi begrotingsfondsen | 236 | 0 | 14 | Saldi begrotingsfondsen | 0 | 33 |
3 | Liquide Middelen | 7.158 | 11.546 | ||||
4 | Saldo geldelijk beheer van het Rijk | 3.309 | 13.768 | 15 | Saldi begrotingsreserves | 6.159 | 7.036 |
Totaal intra-comptabele posten | 352.517 | 328.536 | Totaal intra-comptabele posten | 352.517 | 328.536 | ||
5 | Openstaande rechten | 50.172 | 42.346 | 16 | Tegenrekening openstaande rechten | 50.172 | 42.346 |
6 | Vorderingen | 63.712 | 61.626 | 17 | Tegenrekening vorderingen | 63.712 | 61.626 |
7 | Tegenrekening schulden | 413.199 | 380.899 | 18 | Schulden | 413.199 | 380.899 |
8 | Voorschotten | 228.406 | 208.310 | 19 | Tegenrekening voorschotten | 228.406 | 208.310 |
9 | Tegenrekening andere verplichtingen | 180.379 | 167.347 | 20 | Andere verplichtingen | 180.379 | 167.347 |
10 | Deelnemingen | 42.678 | 42.188 | 21 | Tegenrekening deelnemingen | 42.678 | 42.188 |
11 | Tegenrekening garantieverplichtingen | 213.108 | 234.942 | 22 | Garantieverplichtingen | 213.108 | 234.942 |
Totaal extra-comptabele posten | 1.191.654 | 1.137.658 | Totaal extra-comptabele posten | 1.191.654 | 1.137.658 | ||
TOTAAL-GENERAAL | 1.544.171 | 1.466.194 | TOTAAL-GENERAAL | 1.544.171 | 1.466.194 |
Toelichting op de saldibalans van het Rijk
De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van de Schatkist van het Rijk.
Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.
Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting
Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.
Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)
Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 15.652 miljoen euro, waarvan 14.217 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.
Ad 3) Liquide middelen
Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.
Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk
Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de
door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten
binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve
afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal
de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven
en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar
worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk.
Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling
(cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en
ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.
Ad 5 en 16) Openstaande rechten
Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.
Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)
Onder de post extra-comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.
Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)
Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.
Ad 8 en 19) Voorschotten
Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.
Ad 9 en 20) Andere verplichtingen
Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.
Ad 10 en 21) Deelnemingen
Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.
Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen
Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.
Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting
Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.
Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)
Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.
Ad 14) Saldi begrotingsfondsen
Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het voorgaande begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds. Het Defensiematerieelbegrotingsfonds en het Nationaal Groeifonds zijn gestart in 2021 en hadden in 2020 nog geen saldo. De post saldi begrotingsfondsen staat zowel debet als credit op de Rijkssaldibalans. In 2020 betrof dit alleen het voordelig saldo van het Diergezondheidsfonds. In 2021 betreft dit de negatieve saldi van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds en het positieve saldo van het Diergezondheidsfonds. Per saldo is er in 2021 sprake van een debetsaldo.
Ad 15) Saldi begrotingsreserves
Onder de post saldi begrotingsreserves worden de interne reserves van
de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:
- Nationale Hypotheekgarantie en Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties (BZK);
- FOM, DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);
- Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Duurzame energie, Aardwarmte, Garantieregeling ECN verstrekte leningen, Klein Krediet Corona (EZK);
- Export kredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades en DGS BES eilanden (Financiën);
- Asiel (JenV);
- Landbouw, Visserij, Stikstof, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit, Garantstelling Groenfonds (LNV);
- Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);
- WFZ, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).
3 De belasting- en premieontvangsten in 2021
Kostprijsverhogende belastingen | 93.374 | 100.663 | 7.288 |
Invoerrechten | 3.475 | 3.812 | 337 |
Omzetbelasting | 58.440 | 65.008 | 6.568 |
Belasting op personenauto's en motorrijwielen | 1.471 | 1.503 | 32 |
Accijnzen | 12.173 | 11.471 | ‒ 701 |
- Accijns van lichte olie | 4.600 | 4.042 | ‒ 558 |
- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie | 3.862 | 3.607 | ‒ 255 |
- Tabaksaccijns | 2.646 | 2.707 | 60 |
- Alcoholaccijns | 320 | 373 | 53 |
- Bieraccijns | 407 | 391 | ‒ 16 |
- Wijnaccijns | 338 | 352 | 14 |
Belastingen van rechtsverkeer | 6.459 | 7.024 | 566 |
- Overdrachtsbelasting | 3.426 | 3.819 | 393 |
- Assurantiebelasting | 3.032 | 3.205 | 173 |
Motorrijtuigenbelasting | 4.365 | 4.323 | ‒ 42 |
Belastingen op een milieugrondslag | 4.355 | 4.518 | 163 |
- Afvalstoffenbelasting | 191 | 251 | 60 |
- Energiebelasting | 3.769 | 3.877 | 108 |
- Waterbelasting | 314 | 320 | 7 |
- Brandstoffenheffingen | 1 | 1 | ‒ 0 |
- Vliegbelasting | 80 | 69 | ‒ 11 |
- CO2-heffingen | ‒ | ‒ | ‒ |
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en andere producten | 274 | 268 | ‒ 6 |
Belasting op zware motorrijtuigen | 204 | 199 | ‒ 6 |
Verhuurderheffing | 1.468 | 1.837 | 369 |
Bankbelasting | 690 | 699 | 9 |
Belastingen op inkomen, winst en vermogen | 90.234 | 111.101 | 20.867 |
Inkomstenbelasting | 5.349 | 7.593 | 2.244 |
Loonbelasting | 58.613 | 64.873 | 6.261 |
Dividendbelasting | 4.067 | 4.969 | 902 |
Kansspelbelasting | 525 | 335 | ‒ 190 |
Vennootschapsbelasting | 19.737 | 30.811 | 11.074 |
- Gassector kas | 220 | 13 | ‒ 207 |
- Niet-gassector kas | 19.517 | 30.798 | 11.281 |
Bronbelasting op rente en royalty's | ‒ | 24 | 24 |
Schenk- en erfbelasting | 1.944 | 2.496 | 553 |
Overige belastingontvangsten | 280 | 172 | ‒ 108 |
- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland | 155 | 161 | 6 |
Totaal belastingen | 183.888 | 211.936 | 28.048 |
Premies volksverzekeringen | 37.057 | 38.653 | 1.596 |
Premies werknemersverzekeringen | 72.099 | 71.776 | ‒ 323 |
- wv zorgpremies | 45.174 | 45.967 | 793 |
Totaal belastingen en premies op EMU-basis | 293.044 | 322.366 | 29.322 |
Kostprijsverhogende belastingen op kasbasis | 96.008 | 98.554 | 2.545 |
Invoerrechten | 3.463 | 3.718 | 255 |
Omzetbelasting | 60.339 | 62.628 | 2.289 |
Belasting op personenauto's en motorrijwielen | 1.550 | 1.469 | ‒ 81 |
Accijnzen | 12.577 | 11.736 | ‒ 841 |
- Accijns van lichte olie | 4.802 | 4.068 | ‒ 733 |
- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie | 4.072 | 3.606 | ‒ 466 |
- Tabaksaccijns | 2.645 | 2.988 | 343 |
- Alcoholaccijns | 320 | 348 | 28 |
- Bieraccijns | 403 | 387 | ‒ 16 |
- Wijnaccijns | 337 | 339 | 2 |
Belastingen van rechtsverkeer | 6.429 | 7.146 | 717 |
- Overdrachtsbelasting | 3.409 | 3.926 | 517 |
- Assurantiebelasting | 3.021 | 3.220 | 199 |
Motorrijtuigenbelasting | 4.357 | 4.307 | ‒ 50 |
Belastingen op een milieugrondslag | 4.656 | 4.545 | ‒ 111 |
- Afvalstoffenbelasting | 192 | 235 | 43 |
- Energiebelasting | 4.070 | 3.948 | ‒ 122 |
- Waterbelasting | 313 | 320 | 7 |
- Brandstoffenheffingen | 1 | 1 | ‒ 0 |
- Vliegbelasting | 80 | 41 | ‒ 39 |
- co2-heffing | ‒ | ‒ | ‒ |
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en andere producten | 273 | 270 | ‒ 3 |
Belasting op zware motorrijtuigen | 204 | 197 | ‒ 7 |
Verhuurderheffing | 1.468 | 1.837 | 369 |
Bankbelasting | 690 | 699 | 9 |
Belastingen op inkomen, winst en vermogen op kasbasis | 93.199 | 107.858 | 14.658 |
Inkomstenbelasting | 5.872 | 6.177 | 305 |
Loonbelasting | 60.711 | 63.552 | 2.840 |
Dividendbelasting | 4.067 | 4.969 | 902 |
Kansspelbelasting | 517 | 247 | ‒ 270 |
Vennootschapsbelasting | 20.088 | 30.416 | 10.327 |
Bronbelasting op rente en royalty's | ‒ | 1 | 1 |
Schenk- en erfbelasting | 1.944 | 2.496 | 553 |
Niet nader toe te rekenen belastingontvangsten | 280 | 145 | ‒ 135 |
- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland | 160 | 161 | 1 |
Belastingen op kasbasis | 189.488 | 206.557 | 17.069 |
KTV Belastingen (aansluiting naar EMU-basis) | ‒ 5.599 | 5.379 | 10.979 |
Premies volksverzekeringen op kasbasis | 38.222 | 38.632 | 410 |
KTV premies vvz (aansluiting naar EMU-basis) | ‒ 1.165 | 21 | 1.187 |
Premies werknemersverzekeringen (Op EMU-basis) | 72.099 | 71.776 | ‒ 323 |
- wv zorgpremies | 45.174 | 45.967 | 793 |
Totaal belastingen en premies op EMU-basis | 293.044 | 322.366 | 29.322 |
4 Uitgaven en niet-belastingontvangsten
Deze bijlage biedt een overzicht van de verschillende manieren waarop de uitgaven en de niet-belastingontvangsten van de overheid worden weergegeven. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de begroting van 2021 zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2021 en de realisatie van dat jaar in het voorliggende Financieel Jaarverslag van het Rijk. De overheidsuitgaven kunnen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. In het eerste geval worden transacties geboekt in de periode waarin betaling plaatsvindt, in het tweede geval in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Op de departementale begrotingen worden de uitgaven op kasbasis geregistreerd: welke bedragen worden daadwerkelijk van de bankrekeningen van het Rijk afgeschreven. Bij het saldo van de overheid (EMU-saldo) wordt niet uitgegaan van de uitgaven op kasbasis, maar op transactiebasis: de uitgaven worden geboekt in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Bij de tabellen hieronder worden de gebruikte begrippen verder toegelicht.
Tabel 4.1 bevat alle netto-uitgaven van de Rijksoverheid: de optelsom van de uitgaven minus de niet-belastingontvangsten. Om de uitgaven te beheersen is er een uitgavenplafond. De uitgaven onder het uitgavenplafond mogen het uitgavenplafond niet overschrijden. Het uitgavenplafond is op zijn beurt gesplitst in drie verschillende deelplafonds: het plafond Rijksbegroting, het plafond Sociale Zekerheid en het plafond Zorg. De meeste netto-uitgaven vallen onder een van de drie plafonds. Er zijn echter ook uitgaven en ontvangsten die niet onder een plafond vallen.
In het bovenste deel van de tabel zijn de uitgaven uitgesplitst in de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden betaald uit belastingen en zijn de optelling van alle uitgaven en niet-belastingontvangsten op de departementale begrotingen. Dit zijn de uitgaven waarvoor het parlement autorisatie verleent door de begrotingen aan te nemen. Naast de begrotingsgefinancierde uitgaven zijn er ook premiegefinancierde uitgaven. De uitgaven aan zorg en sociale zekerheid worden voornamelijk gefinancierd uit de premies. In het onderste deel van de tabel zijn de begrotings- en premiegefinancierde uitgaven per deelplafond opgeteld.
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | ||||
Plafond Rijksbegroting | 155.096 | 173.585 | 18.488 | Tabel 4.5 |
Plafond Sociale Zekerheid | 30.104 | 33.297 | 3.193 | Tabel 4.6 |
Plafond Zorg | 2.094 | 1.981 | ‒ 113 | Tabel 4.7 |
Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond | 38.894 | 20.809 | ‒ 18.085 | Tabel 4.8 |
Totaal begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | 226.188 | 229.671 | 3.483 | Tabel 4.4 |
Premiegefinancierde netto-uitgaven | ||||
Plafond Sociale Zekerheid | 66.281 | 63.768 | ‒ 2.513 | Tabel 4.6 |
Plafond Zorg | 73.230 | 74.304 | 1.074 | Tabel 4.7 |
Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven | 139.511 | 138.072 | ‒ 1.439 | |
Totaal netto-uitgaven | 365.699 | 367.743 | 2.044 | |
Plafond Rijksbegroting | 155.096 | 173.585 | 18.488 | Tabel 4.5 |
Plafond Sociale Zekerheid | 96.385 | 97.065 | 680 | Tabel 4.6 |
Plafond Zorg | 75.324 | 76.285 | 960 | Tabel 4.7 |
Totaal netto-uitgaven onder het uitgavenplafond | 326.805 | 346.934 | 20.129 | |
Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond | 38.894 | 20.809 | ‒ 18.085 | Tabel 4.8 |
Totaal netto-uitgaven | 365.699 | 367.743 | 2.044 |
Tabel 4.2 geeft alle uitgaven zoals die vermeld zijn in de individuele begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. In die hoofdstukken zelf zijn de uitgaven verdeeld over verschillende beleids- en niet-beleidsartikelen, maar in de tabel wordt alleen het totaal per begrotingshoofdstuk weergegeven. Het betreft hier de kasuitgaven van de begrotingshoofdstukken. Alleen voor het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld zijn de bedragen op transactiebasis.
1 | De Koning | 46 | 46 | 1 |
2A | Staten-Generaal | 191 | 212 | 21 |
2B | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 137 | 147 | 10 |
3 | Algemene Zaken | 82 | 82 | 0 |
4 | Koninkrijksrelaties | 86 | 793 | 707 |
5 | Buitenlandse Zaken | 11.393 | 12.127 | 733 |
6 | Justitie en Veiligheid | 14.211 | 14.983 | 772 |
7 | Binnenlandse Zaken | 6.643 | 8.668 | 2.025 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 43.684 | 49.041 | 5.357 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | 5.914 | 5.982 | 68 |
9B | Financiën | 9.265 | 9.481 | 216 |
10 | Defensie | 11.629 | 12.095 | 466 |
12 | Infrastructuur en Waterstaat | 16.476 | 11.761 | ‒ 4.715 |
13 | Economische Zaken en Klimaat | 7.837 | 12.323 | 4.486 |
14 | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 2.065 | 2.014 | ‒ 52 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 52.494 | 57.703 | 5.209 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 25.887 | 33.113 | 7.226 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 3.064 | 3.188 | 124 |
19 | Nationaal Groeifonds | 1.000 | 0 | ‒ 1.000 |
50 | Gemeentefonds | 32.819 | 35.028 | 2.209 |
51 | Provinciefonds | 2.483 | 2.542 | 59 |
55 | Infrastructuurfonds | 13.804 | 6.924 | ‒ 6.880 |
58 | Diergezondheidsfonds | 34 | 48 | 14 |
60 | Accres Gemeentefonds | 209 | 0 | ‒ 209 |
61 | Accres Provinciefonds | 32 | 0 | ‒ 32 |
64 | BES-fonds | 47 | 52 | 4 |
65 | Deltafonds | 1.219 | 1.137 | ‒ 82 |
66 | Defensiematerieelbegrotingsfonds | 4.610 | 4.607 | ‒ 3 |
AP | Aanvullende Posten | 3.965 | 0 | ‒ 3.965 |
90 | Consolidatie1 | ‒ 7.062 | ‒ 13.269 | ‒ 6.207 |
HGIS | Internationale Samenwerking2 | (5.114) | (5.399) | ‒ 285 |
Totaal | 264.265 | 270.826 | 6.561 |
- Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
- In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
Tabel 4.3 bevat alle niet-belastingontvangsten op de verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Dit betreft alle ontvangsten die geen belasting- of premie-ontvangst zijn. Denk bijvoorbeeld aan het dividend dat uitgekeerd wordt door staatsdeelnemingen, het terugbetalen van studieschulden of de opbrengst van boetes en schikkingen. Ook hier geldt dat alle bedragen op kasbasis zijn, behalve bedragen op de begroting van Nationale Schuld die deels op transactiebasis is opgesteld. Omdat hier inzicht wordt gegeven in de niet-belastingontvangsten worden de ontvangsten vanuit het uitgeven van nieuwe staatschuld niet meegeteld. Deze ontvangsten komen in bijlage 6 aan bod bij de bepaling van het EMU-saldo.
1 | De Koning | 0 | 0 | 0 |
2A | Staten-Generaal | 4 | 6 | 2 |
2B | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 6 | 6 | 0 |
3 | Algemene Zaken | 7 | 7 | 0 |
4 | Koninkrijksrelaties | 38 | 52 | 14 |
5 | Buitenlandse Zaken | 921 | 994 | 72 |
6 | Justitie en Veiligheid | 1.574 | 1.993 | 419 |
7 | Binnenlandse Zaken | 666 | 1.039 | 373 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 1.445 | 1.621 | 176 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | 11.187 | 20.202 | 9.015 |
9B | Financiën | 2.231 | 3.213 | 981 |
10 | Defensie | 160 | 167 | 6 |
12 | Infrastructuur en Milieu | 20 | 35 | 16 |
13 | Economische Zaken | 4.816 | 5.700 | 884 |
14 | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 237 | 641 | 404 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 1.837 | 3.804 | 1.967 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 205 | 785 | 580 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 57 | 62 | 5 |
50 | Gemeentefonds | 0 | 0 | 0 |
51 | Provinciefonds | 0 | 0 | 0 |
55 | Infrastructuurfonds | 13.804 | 7.445 | ‒ 6.359 |
58 | Diergezondheidsfonds | 34 | 40 | 6 |
65 | Deltafonds | 1.219 | 1.428 | 209 |
66 | Defensiematerieelbegrotingsfonds | 4.610 | 5.184 | 574 |
AP | Aanvullende Posten | 60 | 0 | ‒ 60 |
90 | Consolidatie1 | ‒ 7.062 | ‒ 13.269 | ‒ 6.207 |
HGIS | Internationale Samenwerking2 | (165) | (154) | 11 |
Totaal | 38.077 | 41.155 | 3.078 |
- Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
- In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
Tabel 4.4 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer, oftewel de uitgaven (tabel 4.2) minus de niet-belastingontvangsten (tabel 4.3). De daaropvolgende tabellen (tabel 4.5 tot en met tabel 4.7) geven per deelplafond aan welke uitgaven er onder vallen, op welk begrotingshoofdstuk deze staan, en of de uitgaven begrotings- of premiegefinancierd zijn.
1 | De Koning | 46 | 46 | 0 |
2A | Staten-Generaal | 187 | 206 | 18 |
2B | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 131 | 141 | 10 |
3 | Algemene Zaken | 75 | 75 | 0 |
4 | Koninkrijksrelaties | 48 | 741 | 693 |
5 | Buitenlandse Zaken | 10.472 | 11.133 | 661 |
6 | Justitie en Veiligheid | 12.637 | 12.990 | 353 |
7 | Binnenlandse Zaken | 5.977 | 7.629 | 1.652 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 42.239 | 47.420 | 5.182 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | ‒ 5.274 | ‒ 14.220 | ‒ 8.946 |
9B | Financiën | 7.033 | 6.268 | ‒ 765 |
10 | Defensie | 11.469 | 11.928 | 460 |
12 | Infrastructuur en Waterstaat | 16.457 | 11.726 | ‒ 4.731 |
13 | Economische Zaken en Klimaat | 3.021 | 6.623 | 3.602 |
14 | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 1.828 | 1.373 | ‒ 456 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 50.657 | 53.898 | 3.242 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 25.682 | 32.328 | 6.646 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 3.007 | 3.126 | 119 |
19 | Nationaal Groeifonds | 1.000 | 0 | ‒ 1.000 |
50 | Gemeentefonds | 32.819 | 35.028 | 2.209 |
51 | Provinciefonds | 2.483 | 2.542 | 59 |
55 | Infrastructuurfonds | 0 | ‒ 521 | ‒ 521 |
58 | Diergezondheidsfonds | 0 | 8 | 8 |
60 | Accres Gemeentefonds | 209 | 0 | ‒ 209 |
61 | Accres Provinciefonds | 32 | 0 | ‒ 32 |
64 | BES-fonds | 47 | 52 | 4 |
65 | Deltafonds | 0 | ‒ 291 | ‒ 291 |
66 | Defensiematerieelbegrotingsfonds | 0 | ‒ 577 | ‒ 577 |
AP | Aanvullende Posten | 3.906 | 0 | ‒ 3.906 |
HGIS | Internationale Samenwerking1 | (4.950) | (5.245) | ‒ 295 |
Totaal | 226.188 | 229.671 | 3.483 |
- In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
1 | De Koning | 46 | 46 | 0 |
2A | Staten-Generaal | 187 | 206 | 18 |
2B | Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 131 | 141 | 10 |
3 | Algemene Zaken | 75 | 75 | 0 |
4 | Koninkrijksrelaties | 27 | 160 | 133 |
5 | Buitenlandse Zaken | 10.472 | 11.133 | 661 |
6 | Veiligheid en Justitie | 12.637 | 12.990 | 353 |
7 | Binnenlandse Zaken | 6.009 | 7.717 | 1.707 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 40.094 | 45.806 | 5.712 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | 3.708 | 4.212 | 504 |
9B | Financiën | 6.753 | 6.634 | ‒ 120 |
10 | Defensie | 11.463 | 11.949 | 486 |
12 | Infrastructuur en Milieu | 9.310 | 11.726 | 2.416 |
13 | Economische Zaken | 6.497 | 10.999 | 4.501 |
14 | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 1.828 | 1.373 | ‒ 456 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 1.391 | 684 | ‒ 707 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 5.787 | 11.823 | 6.037 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 3.037 | 3.151 | 115 |
50 | Gemeentefonds | 29.414 | 31.557 | 2.142 |
51 | Provinciefonds | 2.483 | 2.542 | 59 |
55 | Infrastructuurfonds | 0 | ‒ 521 | ‒ 521 |
60 | Accres Gemeentefonds | 209 | 0 | ‒ 209 |
61 | Accres Provinciefonds | 32 | 0 | ‒ 32 |
64 | BES-fonds | 47 | 52 | 4 |
65 | Deltafonds | 0 | ‒ 291 | ‒ 291 |
66 | Defensiematerieelbegrotingsfonds | 0 | ‒ 577 | ‒ 577 |
80 | Prijsbijstelling | 478 | 0 | ‒ 478 |
81 | Arbeidsvoorwaarden | 1.118 | 0 | ‒ 1.118 |
86 | Algemeen | 1.862 | 0 | ‒ 1.862 |
90 | Consolidatie1 | 0 | 0 | 0 |
HGIS | Internationale Samenwerking2 | (4.979) | (5.270) | ‒ 291 |
Totaal | 155.096 | 173.585 | 18.488 |
- In deze tabel zijn de netto uitgaven voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. Deze totale uitgaven voor Internationale Samenwerking lopen daarom niet mee in de totaaltelling.
- In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 27.768 | 31.314 | 3.546 |
50 | Gemeentefonds | 1.903 | 1.983 | 79 |
AP | Aanvullende Posten | 432 | 0 | ‒ 432 |
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | 30.104 | 33.297 | 3.193 | |
40 | Sociale Verzekeringen | 66.281 | 63.768 | ‒ 2.513 |
Premiegefinancierde netto-uitgaven | 66.281 | 63.768 | ‒ 2.513 | |
Totaal netto-uitgaven plafond Sociale Zekerheid | 96.385 | 97.065 | 680 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 584 | 492 | ‒ 92 |
50 | Gemeentefonds | 1.501 | 1.489 | ‒ 12 |
AP | Aanvullende Posten | 9 | 0 | ‒ 9 |
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven | 2.094 | 1.981 | ‒ 113 | |
41 | Zorg | 73.230 | 74.304 | 1.074 |
Premiegefinancierde netto-uitgaven | 73.230 | 74.304 | 1.074 | |
Totaal netto-uitgaven plafond Zorg | 75.324 | 76.285 | 960 |
Tabel 4.8 geeft per begrotingshoofdstuk de uitgaven weer die buiten het uitgavenplafond vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om uitgaven die niet meetellen in het begrotingstekort (het EMU-saldo), zoals het verstrekken van (studie)leningen, de bijdrage van het Rijk aan de sociale fondsen of de opbrengst van het verkopen van staatsdeelnemingen. Daarnaast zijn er uitgaven die wel EMU-saldorelevant zijn, maar buiten het uitgavenplafond zijn geplaatst, zoals de uitgaven aan de zorgtoeslag.
Evenals bij voorgaande tabellen geldt dat de genoemde bedragen in tabel 4.8 op kasbasis zijn, behalve het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld dat deels op transactiebasis wordt opgesteld. De uitgaven aan het aflossen van en de ontvangsten uit het uitgeven van de staatsschuld zijn niet in deze tabel opgenomen maar worden in bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld afzonderlijk toegelicht.
4 | Koninkrijksrelaties | 21 | 581 | 560 |
7 | Binnenlandse Zaken | ‒ 33 | ‒ 88 | ‒ 55 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 2.145 | 1.615 | ‒ 530 |
9A | Nationale Schuld (Transactiebasis) | ‒ 8.982 | ‒ 18.432 | ‒ 9.450 |
9B | Financiën | 280 | ‒ 366 | ‒ 646 |
10 | Defensie | 5 | ‒ 21 | ‒ 26 |
12 | Infrastructuur en Waterstaat | 7.147 | 0 | ‒ 7.147 |
13 | Economische Zaken en Klimaat | ‒ 3.477 | ‒ 4.376 | ‒ 899 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 21.498 | 21.900 | 402 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 19.311 | 20.012 | 701 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | ‒ 29 | ‒ 25 | 4 |
19 | Nationaal Groeifonds | 1.000 | 0 | ‒ 1.000 |
58 | Diergezondheidsfonds | 0 | 8 | 8 |
AP | Aanvullende posten | 7 | 0 | ‒ 7 |
HGIS | Internationale Samenwerking1 | (-29) | (-25) | (-25) |
Totaal netto-uitgaven buiten het plafond | 38.894 | 20.809 | ‒ 18.085 |
- In deze tabel zijn de uitgaven voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking lopen daarom niet mee in de totaaltelling.
Tabel 4.9 geeft de totale netto-uitgaven aan Internationale Samenwerking (HGIS) aan per begrotingshoofdstuk. Deze uitgaven aan internationale samenwerking worden gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar worden verantwoord op de individuele begrotingen. In bovenstaande tabellen zijn deze middelen onderdeel van de totalen per begroting. Onderaan deze tabellen staat het totaal aan HGIS-uitgaven over alle begrotingen.
5 | Buitenlandse Zaken | 1.475 | 1.365 | ‒ 110 |
6 | Veiligheid en Justitie | 35 | 327 | 293 |
7 | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 1 | 1 | 0 |
8 | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 63 | 108 | 44 |
9B | Financiën | 47 | 46 | ‒ 1 |
10 | Defensie | 224 | 177 | ‒ 47 |
12 | Infrastructuur en Waterstaat | 30 | 29 | ‒ 1 |
13 | Economische Zaken en Klimaat | 27 | 27 | 0 |
14 | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 32 | 31 | ‒ 1 |
15 | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 1 | 1 | 0 |
16 | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 7 | 7 | 0 |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 3.037 | 3.151 | 115 |
86 | Algemeen | 0 | 0 | 0 |
Totaal plafondrelevante netto-uitgaven HGIS | 4.979 | 5.270 | 291 | |
17 | Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | ‒ 29 | ‒ 25 | 4 |
Totaal niet-plafondrelevante netto-uitgaven HGIS | ‒ 29 | ‒ 25 | 4 | |
Totaal netto-uitgaven HGIS | 4.950 | 5.245 | 296 |
5 EMU-Saldo en EMU-schuld
Tabel 5.1 betreft een overzicht van de inkomsten, de uitgaven, het EMU-saldo en de EMU-schuld (de budgettaire kerngegevens). Het betreft de inkomsten en uitgaven van het Rijk die relevant zijn voor het EMU-saldo. Om van het EMU-saldo Rijk tot het saldo van de gehele collectieve sector te komen, wordt het EMU-saldo van de decentrale overheden meegeteld. De EMU-schuld wordt hier voor de gehele collectieve sector weergeven.
Inkomsten (belastingen en sociale premies) | 293,0 | 322,4 | 29,3 |
Nood- en steunmaatregelen corona relevant voor EMU-saldo (uitgaven) | 12,3 | 31,1 | 18,8 |
Reguliere netto-uitgaven onder het uitgavenplafond | 314,5 | 315,9 | 1,3 |
Rijksbegroting | 148,4 | 152,0 | 3,6 |
Sociale Zekerheid | 90,9 | 87,8 | ‒ 3,1 |
Zorg | 75,3 | 76,1 | 0,8 |
Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo | 9,8 | ‒ 1,1 | ‒ 10,9 |
Totale netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo | 336,6 | 345,8 | 9,2 |
EMU-saldo centrale overheid | ‒ 43,5 | ‒ 23,4 | 20,1 |
EMU-saldo decentrale overheden | ‒ 1,4 | 1,5 | 2,9 |
EMU-saldo collectieve sector | ‒ 44,9 | ‒ 21,9 | 23,0 |
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp) | ‒ 5,5% | ‒ 2,5% | 2,9% |
EMU-schuld collectieve sector | 502 | 448 | ‒ 54 |
EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp) | 61,1% | 52,1% | ‒ 9,0% |
Bruto binnenlands product (bbp) | 822 | 861 | 39 |
Tabel 5.2 geeft de opbouw van het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo, ook wel het overheidssaldo genoemd, is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 3 en 4. Om tot het EMU-saldo te komen worden enkele correcties toegepast: sommige uitgaven tellen namelijk niet mee voor het EMU-saldo (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.3) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo (op transactiebasis) dan op kasbasis in de Rijksbegroting is opgenomen (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.4).
1 | Belasting- en premieontvangsten | 293.045 | 322.365 | 29.320 |
2 | Totale netto-uitgaven | 365.699 | 367.743 | 2.044 |
3 | Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven | ‒ 30.175 | ‒ 21.657 | 8.518 |
4 | Bij: Kas-transverschillen en overige posten | ‒ 1.047 | 289 | 1.336 |
5 | Bij: EMU-saldo decentrale overheden | ‒ 1.371 | 1.543 | 2.914 |
6 | EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5) | ‒ 44.897 | ‒ 21.888 | 23.009 |
De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo, staan vermeld in tabel 5.3. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door het Europese statistiekbureau Eurostat in de Manual on Government Deficit and Debt.
Verstrekking studieleningen | 3.052 | 2.669 | ‒ 383 |
Aflossing studieleningen | ‒ 907 | ‒ 1.054 | ‒ 147 |
Aan- en verkoop staatsdeelnemingen | 751 | 194 | ‒ 557 |
Voortijdige beeindiging derivaten | 0 | ‒ 1.529 | ‒ 1.529 |
Rente-ontvangsten derivaten | ‒ 1.411 | ‒ 822 | 589 |
Coronagerelateerde leningen | ‒ 40 | 635 | 675 |
Rijksbijdragen aan sociale fondsen | 36.508 | 37.621 | 1.114 |
Kasbeheer | ‒ 7.550 | ‒ 16.060 | ‒ 8.510 |
Overig | ‒ 228 | 3 | 231 |
Totaal | 30.175 | 21.657 | ‒ 8.518 |
Tabel 5.4 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier, in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting de uitgaven op kasbasis bijhoudt. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop het bedrag dat daadwerkelijk de kas heeft verlaten nog een zogenaamd kas-transverschil (ktv) worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars. Deze posten zijn ook meegenomen in tabel 5.4 omdat deze ook meetellen voor het EMU-saldo.
KTV EU-afdrachten | 0 | 110 | 110 |
KTV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) | 2.263 | 2.393 | 130 |
KTV Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) | 0 | ‒ 529 | ‒ 529 |
KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding | 0 | ‒ 361 | ‒ 361 |
KTV OV-studentenkaart | ‒ 825 | 225 | 1.050 |
KTV Veilingopbrengsten | ‒ 124 | ‒ 116 | 8 |
KTV Publiek private samenwerking | ‒ 356 | ‒ 124 | 232 |
KTV Defensie | 0 | 226 | 226 |
KTV Rijksbijdragen aan decentrale overheden | 0 | 2.115 | 2.115 |
Overige kas-transverschillen (aansluiting bij CBS) | 5 | ‒ 561 | ‒ 566 |
Mutatie begrotingsreserves | ‒ 539 | ‒ 877 | ‒ 338 |
Saldo agentschappen en rest centrale overheid | 0 | 692 | 692 |
Totaal Rijk | 424 | 3.193 | 2.769 |
Totaal Sociale fondsen | ‒ 1.471 | ‒ 2.904 | ‒ 1.432 |
Totaal Rijk en sociale fondsen | ‒ 1.047 | 289 | 1.336 |
Tabel 5.5 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector weer. In tabel 5.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk verder uitgesplitst.
EMU-saldo Rijk | ‒ 48.208 | ‒ 30.506 | 17.702 |
EMU-saldo sociale fondsen | 4.681 | 7.075 | 2.394 |
EMU-saldo decentrale overheden | ‒ 1.371 | 1.543 | 2.914 |
EMU-saldo collectieve sector | ‒ 44.897 | ‒ 21.888 | 23.009 |
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp) | ‒ 5,5% | ‒ 2,5% | 2,9% |
Belastingontvangsten | 183.889 | 211.936 | 28.047,0 |
Netto begrotingsgefinancierde uitgaven | ‒ 226.188 | ‒ 229.671 | ‒ 3.483,1 |
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven | 30.175 | 21.657 | ‒ 8.517,7 |
Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen | ‒ 36.508 | ‒ 37.621 | ‒ 1.113,7 |
Kas-transverschillen en overige posten Rijk | 424 | 3.193 | 2.768,9 |
EMU-saldo Rijk (centrale overheid) | ‒ 48.208 | ‒ 30.506 | 17.702 |
Tabel 5.7 geeft het financieringstekort van het Rijk weer. Het financieringstekort is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringstekort is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringstekort een begrip op kasbasis. Om te komen tot het financieringstekort moeten naast de belastingontvangsten en de uitgaven op de begrotingen nog een aantal correcties worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen, zoals die meetellen voor het EMU-saldo, berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld. Deze staat in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringstekort alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld de schatkist in dat geval niet daadwerkelijk verlaat of binnenkomt. Daarom wordt voor dit type uitgaven ook gecorrigeerd om tot het financieringssaldo te komen.
In het FJR 2020 en de MJN 2022 is voor het jaar 2020 per abuis een verkeerd financieringssaldo Rijksoverheid opgenomen. Bij wijze van rectificatie is in tabel 5.7 ook het juiste financieringssaldo 2020 opgenomen, te weten ‒ 36.660 miljoen euro.
Belastinginkomsten (kasbasis) | 189.488 | 206.557 | 17.069 | |
Netto begrotingsgefinancierde uitgaven | ‒ 226.188 | ‒ 229.671 | ‒ 3.483 | |
Af: kas-transverschil rentelasten | ‒ 910 | ‒ 780 | 130 | |
Mutatie begrotingsreserves | ‒ 539 | ‒ 877 | ‒ 338 | |
Mutaties derdenrekeningen inclusief Fortis lening | 250 | 1.126 | 876 | |
Financieringssaldo Rijksoverheid | ‒ 36.660 | ‒ 37.899 | ‒ 23.645 | 14.254 |
Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden op de financiële markten, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 5.8 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer gedurende het jaar 2021, in de eerste kolom zoals verwacht werd bij Miljoenennota 2021 en in de tweede kolom zoals daadwerkelijk gerealiseerd. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.
EMU-schuld begin jaar | 462.729 | 434.795 | ‒ 27.934 |
Financieringssaldo Rijksoverheid | 37.899 | 23.645 | ‒ 14.254 |
EMU-saldo decentrale overheden | 1.371 | ‒ 1.543 | ‒ 2.914 |
EMU-saldo rest centrale overheid | 0 | ‒ 339 | ‒ 339 |
Overig | 0 | ‒ 8.448 | ‒ 8.448 |
EMU-schuld einde jaar | 501.999 | 448.110 | ‒ 53.889 |
EMU-schuldquote (in procenten bbp) | 61,1% | 52,1% | ‒ 9,0% |
Tabel 5.9 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Dit is weergegeven als het noemereffect.
EMU-schuldquote begin jaar | 59,1 | 54,4 | ‒ 4,7 |
Noemereffect bbp | ‒ 2,8 | ‒ 3,9 | ‒ 1,1 |
Financieringssaldo Rijksoverheid | 4,6 | 2,7 | ‒ 1,9 |
EMU-saldo decentrale overheden | 0,2 | ‒ 0,2 | ‒ 0,3 |
EMU-saldo rest centrale overheid | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overig | 0,0 | ‒ 1,0 | ‒ 1,0 |
EMU-schuldquote einde jaar | 61,1 | 52,1 | ‒ 9,0 |
De tabellen 5.10 en tabel 5.11 geven een historisch overzicht van het EMU-saldo en de EMU-schuld in de afgelopen tien jaar, zowel in euro's als in procenten van het bbp.
Tabel 5.12 en tabel 5.13 geven een aansluiting tussen de cijfers zoals deze zijn gepresenteerd in bijlage 1 Rijksrekening en bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld.
Totaal kasuitgaven begrotingen | 321,7 | Tabel 1.2 |
Rentekosten | 4,5 | Tabel 1.4 |
Totaal kasuitgaven begrotingen en rentekosten | 326,2 | |
Af: uitgaven aflossing vaste schuld | 16,5 | H9A artikel 11 |
Af: uitgaven aflossing vlottende schuld | 25,5 | H9A artikel 11 |
Af: consolidatie | 13,3 | Tabel 4.2 |
Totaal uitgaven begrotingen | 270,8 | Tabel 4.2 |
Af: niet-belastingontvangsten begrotingen | 41,2 | Tabel 4.3 |
Totaal netto-uitgaven begrotingen | 229,7 | Tabel 4.4 |
Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven | 138,1 | |
w.v. Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktrelaties | 63,8 | Tabel 4.6 |
w.v. Zorg | 74,3 | Tabel 4.7 |
Totaal netto-uitgaven (begrotingen en premies) | 367,7 | Tabel 5.1 |
w.v. Netto-uitgaven onder het uitgavenplafond | 346,9 | Tabel 5.1 |
w.v. Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond | 20,8 | Tabel 4.8 |
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven | 21,7 | Tabel 5.2 |
Bij: kas-transverschillen en overige posten | ‒ 0,3 | Tabel 5.2 |
Totaal netto-uitgaven relevant voor EMU-saldo | 345,8 | Tabel 5.1 |
Totaal kasontvangsten begrotingen | 317,7 | Tabel 1.3 |
Rentebaten | 1,1 | Tabel 1.5 |
Totaal kasontvangsten begrotingen en rentebaten | 318,8 | |
Af: uitgifte vaste schuld | 58,1 | H9A artikel 11 |
Af: uitgifte vlottende schuld | 0,0 | H9A artikel 11 |
Af: consolidatie | 13,3 | Tabel 4.3 |
Af: niet-belastingontvangsten | 41,2 | Tabel 4.3 |
Totaal belastingen op kasbasis | 206,6 | Tabel 3.2 |
Premie-inkomsten op kasbasis | 110,4 | |
w.v. volksverzekeringen | 38,6 | Tabel 3.2 |
w.v. werknemersverzekeringen (EMU-basis) | 71,8 | Tabel 3.2 |
Totale inkomsten op kasbasis | 317,0 | |
Kas-transverschillen inkomsten | 5,4 | |
w.v. kas-transverschillen belastingen | 5,4 | Tabel 3.2 |
w.v. kas-transverschillen premies volksverzekeringen | 0,0 | Tabel 3.2 |
Totaal belastingen en premies op EMU-basis | 322,4 | Tabel 6.1 |
6 Fiscale regelingen
Sinds 2002 wordt budgettaire informatie over fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. In de Miljoenennota worden ook onder andere het beleidsverantwoordelijk departement en de afgeronde en geplande evaluaties vermeld. Meer beleidsmatige informatie over fiscale regelingen wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verschillende vakdepartementen.
In het Financieel Jaarverslag van het Rijk wordt alleen het budgettaire belang gegeven van de fiscale regelingen waarvan op dat moment voorlopige realisatiegegevens over 2021 beschikbaar zijn. Dit betreft de afdrachtverminderingen in de loonbelasting voor zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De voorlopige realisaties van deze regelingen worden hier vermeld. Definitieve realisaties worden pas in de loop van 2022 bekend en worden opgenomen in Miljoenennota 2023. Voor de overige fiscale regelingen zal in Miljoenennota 2023 een geactualiseerde raming voor 2021 worden opgenomen, op basis van de meest recente gegevens op dat moment.
De investeringsregelingen en de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn gebudgetteerde regelingen met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie.
6.1 Afdrachtverminderingen in de loonbelasting
Tabel 6.1 laat de voorlopige (geschatte) realisaties van de betreffende afdrachtverminderingen over 2021 zien. De realisaties zijn gebaseerd op geaggregeerde informatie vanuit de loonaangiften.
Afdrachtvermindering | Raming 2021 (MN 2022) | Voorlopige realisatie 2021 |
Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) | 1.438 | 1.412 |
Zeevaart | 108 | 105 |
Het totale beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk voor het jaar 2021 bedroeg 1.438 miljoen euro (exclusief 5 miljoen euro voor zelfstandigen). De geschatte voorlopige realisatie is 1.412 miljoen euro. Met deze realisatie is er een onderuitputting van 26 miljoen euro. De onderuitputting wordt conform de geldende systematiek aan het in 2023 beschikbare budget toegevoegd. De hoogte van de verzilverde S&O-afdrachtvermindering over 2021 wordt in juli 2022 definitief vastgesteld op basis van de realisaties tot en met juni 2022.
De afdrachtvermindering zeevaart is geen gebudgetteerde regeling. De voorlopige realisatie voor 2021 is vrijwel gelijk aan de raming in Miljoenennota 2022. Het budgettaire belang van deze regeling is vrij constant over de jaren.
6.2 Investeringsfaciliteiten
Tabel 6.2 bevat voorlopige realisatiegegevens over het jaar 2021 voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt.
Regeling | Budget 2021 (MN 2022) | Voorlopige realisatie 2021 |
Energie-investeringsaftrek (EIA) | 149 | 186 |
Milieu-investeringsaftrek (MIA) | 114 | 101 |
Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) | 25 | 18 |
De budgetclaim van de EIA bedraagt volgens voorlopige realisatiecijfers 186 miljoen euro, waarbij door een aantal nog niet afgehandelde grote meldingen een onzekerheid bestaat ten aanzien van de uiteindelijke realisatie. De overschrijding van het budget van 149 miljoen euro voor 2021 ontstaat gedeeltelijk door enkele grote investeringen en verder door een stijging in de kosten voor energie-investeringen. Het aantal meldingen in 2021 is niet noemenswaardig anders dan in voorgaande jaren.
In de afgelopen jaren was er vaak sprake van overschrijding bij de MIA en onderuitputting bij de Vamil. Naar aanleiding van de evaluatie die in 2018 aan de Kamer is aangeboden,1 is budget geschoven van de Vamil naar de MIA. Per 2020 bedraagt daarmee het MIA-budget 114 miljoen euro en het Vamil-budget 25 miljoen euro, waarmee naar verwachting een betere balans tussen de regelingen wordt gevonden. Zowel bij de MIA als bij de Vamil is in 2021 sprake van onderuitputting, zij het minder groot dan in 2020. Het verwachte budgetbeslag voor de MIA bedraagt 101 miljoen euro, voor de Vamil 18 miljoen euro.
Achtergrond
Op basis van de Vamil mag willekeurig worden afgeschreven op aangewezen milieu-investeringen. Deze regeling leidt in principe, evenals de andere regelingen voor vervroegde afschrijving, tot een liquiditeits- en rentevoordeel voor de belastingplichtige. Het budgettaire belang wordt berekend met de netto contante waarde-methode gebaseerd op het gemelde investeringsbedrag.
Het budgettaire belang van de EIA en MIA wordt gebaseerd op gemelde investeringsbedragen, in principe volgens de volgende formule: budgettair belang = (investeringsbedrag -/- correctiepercentage) * aftrekpercentage faciliteit * gemiddeld marginaal belastingtarief.
7 Beleidsmatige mutaties na najaarsnota
Om het budgetrecht van het parlement te borgen, worden beleidsmatige mutaties die na de Najaarsnota leiden tot een overschrijding van het budget op artikelniveau aan de beide Kamers gemeld. In deze bijlage is een overzicht opgenomen van deze beleidsmatige mutaties. Hierbij is een ondergrens gehanteerd van 2 miljoen euro. De specifieke verantwoording over de mutaties is opgenomen in de Kamerstukken van de departementen. Voor de volledigheid wordt vermeld in welk Kamerstuk de betreffende mutatie aan de Tweede Kamer is gemeld. Ook wordt weergegeven of het een uitgavenverplichting (U) of een verplichtingenmutatie (V) betreft.
Begrotingshoofdstuk | Art. nr | Omschrijving | Bedrag (mln.) | Kamerstuk | U | V |
6 Justitie en Veiligheid | 91 Apparaat Kerndepartement | Compensatie P&M-middelen programma RB - DRB | 2,5 | - | x | x |
7 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 3 Woningmarkt | Overboeking BCF derde tranche woningbouwimpuls | ‒ 36,8 | TK 35925-VII | x | |
9b Financiën | 8 Apparaat kerndepartement | Ophoging VPL grens 2021 SGC/BEDR. Div contracten | 11,8 | TK 35925-IX-14 | x | |
9b Financiën | 13 Toeslagen | Verplichtingen externe inhuur | 4,6 | TK 35925-IX-14 | x | |
10 Defensie | 3 Koninklijke Landmacht | Bijstellen uitgaven en verplichtingen landmacht | 8,8 | TK 35925-X-49 | x | x |
10 Defensie | 8 Defensie Ondersteuningscommando | Naheffing Belastingdienst Loonheffing vanaf 2016 | 57,3 | TK 35925-X-49 | x | |
12 Infrastructuur en Waterstaat | 26 Bijdrage investeringsfondsen | Topsector logistiek | 3,2 | TK 35925-XII-71 | x | |
12 Infrastructuur en Waterstaat | 14 Wegen en verkeersveiligheid | Overboeking BCF randweg Eindhoven | ‒ 4,7 | - | x | |
12 Infrastructuur en Waterstaat | 16 Openbaar vervoer en Spoor | Overboeking BCF HOV Eindhoven | ‒ 2,3 | - | x | |
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 21 Land- en tuinbouw | Storting begrotingsreserve | 5,8 | TK 35975-XIV | x | x |
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 21 Land- en tuinbouw | Storting begrotingsreserve landbouw | 2,1 | TK 35975-XIV | x | x |
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken | Storting begrotingsreserve visserij | 3,4 | TK 35975 XIV | x | x |
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken | Ramingsbijstelling bijdrage BES-eilanden | 3,1 | - | x | x |
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 1 Volksgezondheid | Correctie verplichtingen raming subsidie medische ethiek | 5 | TK 35925-XVI-160 | x | |
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 4 Zorgbreed beleid | Correctie verplichtingenruimte ZINL (2022 naar 2021) | 35,4 | TK 35925-XVI-160 | x | |
55 Infrastructuurfonds | 15 Hoofdvaarwegennet | Saldo 2021 hoofdvaarwegennet beheer en onderhoud | 16,8 | TK 35925-XII-71 | x | |
55 Infrastructuurfonds | 15 Hoofdvaarwegennet | Saldo 2021 hoofdvaarwegennet vervanging en renovatie | 3,7 | TK 35925-XII-71 | x | |
55 Infrastructuurfonds | 15 Hoofdvaarwegennet | Topsector logistiek | 3,2 | TK 35925-XII-71 | x | |
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds | 4 Koninklijke Luchtmacht | Bijstellen uitgaven en verplichtingen luchtmacht | 52,4 | TK 35925-K-8 | x | x |
Toelichting
Compensatie P&M middelen programma RB - DRB
Dit betreft een overboeking van 2,5 miljoen euro naar het budget van het DG Rechtsbijstand en Rechtshandhaving. De middelen worden ingezet om de personele kosten van het de herziening rechtsbijstand te dekken.
Overboeking BCF derde tranche WBI
Dit betreft de afdracht aan het btw-compensatiefonds voor de derde tranche van de woningbouwimpuls die in 2021 is uitgekeerd aan gemeenten.
Ophoging VPL grens 2021 SGC/BEDR. Div contracten
De verplichtingenverhoging hangt samen met de nieuw afgesloten contracten voor categoriemanagement voor onder andere vakliteratuur en logistiek die per ingang van 1 januari 2022 zullen ingaan. Omdat categoriemanagement per 1 januari 2022 is overgeheveld van de Belastingdienst naar het Kerndepartement vindt de ophoging op artikel 8 plaats.
Verplichtingen externe inhuur
In 2021 valt de verplichtingenrealisatie op externe inhuur naar verwachting ca. 70 miljoen euro hoger uit dan bij tweede suppletoire begroting 2021 voorzien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat inhuurcontracten voor het jaar 2022, meer dan verwacht, reeds in 2021 worden aangegaan en verlengd. Dit treedt voor een groot deel op bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).
Bijstellen uitgaven en verplichtingen landmacht
De uitgaven bij de Luchtmacht zijn hoger uitgevallen als gevolg van het inlopen van achterstallige facturering door Foreign Military Sales, met name van de vliegeropleidingen. Foreign Military Sales is het programma van het Amerikaanse ministerie van Defensie dat de verkoop van Amerikaanse wapens, defensiematerieel, defensiediensten en militaire training aan buitenlandse regeringen faciliteert.
Naheffing Belastingdienst Loonheffing vanaf 2016
Dit betreft een nagekomen en niet begrote naheffing van de Belastingdienst voor het werkkostenregeling (WKR) voor de periode vanaf 2016.
Topsector logistiek
De verantwoording van de uitgaven voor Topsector Logistiek vindt plaats op de IenW-begroting, maar de middelen staan op het Infrastructuurfonds. Deze middelen worden jaarlijks overgeheveld naar de IenW-begroting. De niet-bestede middelen in 2021 zijn (tijdelijk) teruggeboekt naar het Infrastructuurfonds.
Overboeking BCF randweg Eindhoven
Dit betreft een tweetal afdrachten aan het BTW-compensatiefonds voor twee specifieke uitkeringen aan de gemeente Eindhoven.
Overboeking BCF HOV Eindhoven
Dit betreft een tweetal afdrachten aan het BTW-compensatiefonds voor twee specifieke uitkeringen aan de gemeente Eindhoven.
Storting begrotingsreserve
Bij de 2e suppletoire begroting is de storting in de begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit geraamd op 5,1 miljoen euro (TK 35975 XIV). Bij Slotwet is de gehele storting pas geboekt (5,8 miljoen euro). De begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit is bedoeld om de verliesdeclaraties te betalen die voortvloeien uit garantstellingen aan banken waarmee innovatieve en duurzame investeringen in de landbouw en visserij worden gefaciliteerd. Tevens worden vanuit de borgstellingsfaciliteit garanties verstrekt over afgegeven corona kredieten (BL-C).
Storting begrotingsreserve landbouw
Bij de 2e suppletoire begroting is de storting in de begrotingsreserve landbouw geraamd op 1,3 miljoen euro (TK 35975 XIV). Bij Slotwet is de gehele storting pas geboekt (2,1 miljoen euro). Dit betreft de storting van verschillende posten in de begrotingsreserve landbouw (2,1 miljoen euro). Het gaat om niet uitgeputte middelen (1,3 miljoen euro voor klimaatvriendelijke veehouderij) en 0,8 miljoen euro voor ontvangsten als gevolg van overschrijding CO2-emissieplafond in de glastuinbouw.
Storting begrotingsreserve visserij
Bij de 2e suppletoire begroting is de storting in de begrotingsreserve visserij geraamd op 4,5 miljoen euro (TK 35975 XIV). Bij Slotwet is de gehele storting pas geboekt (3,4 miljoen euro). Het gaat om resterende middelen van de cofinanciering voor het Europese visserijfonds (EMFAF) en middelen voor het Noordzeeakkoord.
Ramingsbijstelling bijdrage BES-eilanden
De overschrijding van het verplichtingenbudget (3,1 miljoen euro) komt door het aangaan van meerjarige verplichtingen. Door corona komen er minder toeristen naar de BES-eilanden, waardoor er gebruiksbelasting natuur wordt gederfd. Hiervoor ontvangen de eilanden compensatie. Ten tijde van de veegbrief was de overschrijding op het verplichtingenbudget nog niet bekend.
Correctie verplichtingen raming subsidie medische ethiek
Op het instrument subsidies Medische Ethiek is de verplichtingenruimte verhoogd met 5 miljoen euro in verband met een correctie van de verplichtingenraming voor de vastlegging van de verplichtingen 2022 voor de uitvoering van de subsidieregeling kunstmatige inseminatie met donorsemen.
Correctie verplichtingenruimte ZINL (2022 naar 2021)
Voor de uitvoeringskosten van het Zorginstituut Nederland in 2022 is een correctiemutatie op het verplichtingenbudget nodig omdat de toekenningsbrief inzake het budget 2022 dit jaar nog verzonden moet worden en daarmee wordt de verplichting in 2021 is vastgelegd.
Saldo 2021 hoofdvaarwegennet beheer en onderhoud
Op artikel 15 Hoofdvaarwegennet is het budget opgehoogd omdat de overdracht van de Haven Oudeschild in 2021 wordt afgekocht i.p.v. in 2022.
Saldo 2021 hoofdvaarwegennet vervanging en renovatie
Op artikel 15 Hoofdvaarwegennet is het budget opgehoogd vanwege een claim van de aannemer in verband met het niet uitvoeren van fase 2 van het project Waalbrug Nijmegen.
Topsector logistiek
De verantwoording van de uitgaven voor Topsector Logistiek vindt plaats op de IenW-begroting, maar de middelen staan op het Infrastructuurfonds. Deze middelen worden jaarlijks overgeheveld naar de IenW-begroting. De niet-bestede middelen in 2021 zijn (tijdelijk) teruggeboekt naar het Infrastructuurfonds.
Bijstellen uitgaven en verplichtingen luchtmacht
Dit betreft de hogere uitgaven bij de Luchtmacht als gevolg van eerder binnengekomen facturen van Lockheed Martin voor de F-35. Ook betreft het een eerdere betaling voor de BTW van de F-35.
8 Risicoregelingen van het Rijk 2021
In tabellen 8.1 t/m 8.5 wordt een totaaloverzicht van verschillende soorten risicoregelingen van het Rijk. Voor details over onderstaande garantieregelingen en achterborgstellingen en leningen wordt verwezen naar begrotingen en jaarverslagen van de betreffende vakdepartementen.
Garanties
Een garantie is een voorwaardelijke, financiële verplichting van het Rijk aan een derde buiten het Rijk, die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstandigheid (realisatie van een risico) voordoet. Garantieregelingen worden als verplichting opgenomen in de begroting van het betreffende vakdepartement.
Onderstaande tabel 8.1 en 8.2 bevatten de garantieregelingen van het Rijk. Alle regelingen met een uitstaand risico groter dan 100 miljoen euro zijn weergegeven. Alle regelingen met een uitstaand risico, een risicoplafond en mutaties kleiner dan 100 miljoen euro zijn samengevat in de post «Overig». Het overzicht bevat alle garanties met de stand ultimo 2021. Ontwikkelingen daarna zijn niet in het overzicht opgenomen omdat die buiten de reikwijdte van het jaarverslag 2021 vallen. Deze worden meegenomen in het overzicht van risicoregelingen van het Rijk bij de Miljoenennota 2023.
In het overzicht worden achtereenvolgens de begroting (b), het begrotingsartikel (a) en de omschrijving van de garantie weergegeven. Daarachter staat voor de jaren 2020 en 2021 het bedrag dat daadwerkelijk als risico is verleend dan wel door de Tweede Kamer is geautoriseerd, genaamd de «uitstaande garanties». Onder de uitstaande garanties vallen ook de garanties die in eerdere jaren zijn verstrekt. In 2021 zijn er garanties verleend, maar zijn er ook garanties komen te vervallen. Dit is terug te lezen in de kolommen «verleende garanties» en «vervallen garanties».
Een garantieregeling van het Rijk kent (in principe) altijd een maximum, het zogenoemde garantieplafond. Dit plafond kan een jaarlijks plafond zijn (per jaar mag een maximaal bedrag aan garanties worden verleend) of een totaalplafond (er mogen nooit meer garanties verleend worden dan het plafond). In tabel 8.1 en 8.2 is onderscheid gemaakt tussen beide soorten plafonds. Bij internationale organisaties is gekozen het garantieplafond gelijk te stellen aan de uitstaande garanties. Hiervan is sprake bij de Europese garanties (EFSF, EFSM en ESM en NGEU) en de garanties van een aantal internationale financiële instellingen (IMF en Wereldbank). Het uitstaande risico bij de internationale garanties is in 2021 fors afgenomen omdat de garantie aan DNB aangaande de SDR-allocatie van het IMF is vervallen. Bij regelingen waar geen plafond is afgesproken, is het totaalplafond gelijkgesteld aan de uitstaande garanties.
Naast de reguliere garanties (tabel 8.1) heeft het kabinet een aantal tijdelijke garanties verleend ter bestrijding van de coronacrisis. Het uitstaande risico van deze risicoregelingen worden getoond in tabel 8.2. De coronagerelateerde garantieregelingen verschillen van de reguliere garantieregelingen wat betreft de financiering en de dekking. Waar uitgaven en ontvangen van reguliere garantieregelingen op een departementale begroting plaatsvinden, geldt voor coronagerelateerde garantieregelingen dat eventuele schades worden gefinancierd vanuit de staatsschuld. Indien er een premie wordt gevraagd, vloeit deze ook in de staatsschuld. Ook het uitstaande risico bij de coronagerelateerde garanties is in 2021 fors afgenomen omdat de garantie «Herverzekering leverancierskredieten» is vervallen. De coronagerelateerde garanties bedragen in 2021 circa 38 miljard euro, waarvan circa 33 miljard euro bestaat uit de internationale garantie SURE en NGEU. Uit tabel 8.2 blijkt dat het totaalbedrag aan uitstaande garanties van het Rijk in 2021 211,8 miljard euro bedraagt. In 2020 was dit bedrag 233,4 miljard euro, waarvan 183,2 miljard euro reguliere garanties betrof.
V | 3 | Raad van Europa | 176,7 | 176,7 | 176,7 | |||
VIII | 7 | Bouwleningen academische ziekenhuizen | 138,5 | 12,7 | 125,8 | 176,6 | ||
VIII | 14 | Achterborgovereenkomst NRF | 350,9 | 63,8 | 34,8 | 379,9 | 380,0 | |
VIII | 14 | Indemniteitsregeling | 70,9 | 459,3 | 283,9 | 246,3 | 300,0 | |
IXB | 2 | WAKO (kernongevallen) | 9.768,9 | 9.768,9 | 9.768,9 | |||
IXB | 2 | Single Resolution Fund | 4.163,5 | 4.163,5 | 4.163,5 | |||
IXB | 3 | Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO) | 5.507,0 | 5.507,0 | 5.507,0 | |||
IXB | 4 | Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) | 672,3 | 56,1 | 728,4 | 728,4 | ||
IXB | 4 | DNB - deelneming in kapitaal IMF | 43.152,4 | 6.505,5 | 19.198,7 | 30.459,2 | 30.459,2 | |
IXB | 4 | Wereldbank | 4.932,1 | 106,7 | 5.038,8 | 5.038,8 | ||
IXB | 4 | European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) | 589,1 | 589,1 | 589,1 | |||
IXB | 4 | European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM) | 2.771,6 | 4,2 | 2.767,4 | 2.767,4 | ||
IXB | 4 | European Financial Stability Facility (EFSF) | 34.154,2 | 34.154,2 | 34.154,2 | |||
IXB | 4 | European Investment Bank (EIB) | 11.796,0 | 11.796,0 | 11.796,0 | |||
IXB | 4 | European Stability Mechanism (ESM) | 35.423,7 | 60,1 | 35.363,7 | 35.363,7 | ||
IXB | 4 | Kredieten EU-betalingsbalanssteun | 3.712,0 | 64,0 | 3.776,0 | 3.776,0 | ||
IXB | 5 | Exportkredietverzekering | 18.842,1 | 7.267,9 | 4.255,6 | 21.854,4 | 10.000,0 | |
XIII | 2 | Microkredieten | 130,0 | 130,0 | 130,0 | |||
XIII | 2 | Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) | 1.806,7 | 300,9 | 513,3 | 1.594,3 | 765,0 | |
XIII | 2 | Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | 404,0 | 33,5 | 99,7 | 337,8 | 1.500,0 | |
XIII | 2 | MKB-financiering | 228,2 | 228,2 | 268,2 | |||
XIV | 21 | Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie) | 329,4 | 35,0 | 46,2 | 318,2 | 78,2 | |
XIV | 22 | Garantie voor natuurgebieden en landschappen | 305,3 | 20,4 | 284,9 | 284,9 | ||
XVI | 2&3 | Instellingen voor de gezondheidszorg | 195,4 | 0,9 | 30,8 | 165,5 | 165,5 | |
XVII | 1 | Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) | 18,9 | 6,8 | 9,8 | 15,9 | 140,0 | |
XVII | 1 | Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF) | 124,3 | 43,9 | 25,3 | 142,9 | 675,0 | |
XVII | 5 | Garanties Regionale Ontwikkelingsbanken | 2.959,2 | 24,0 | 2.983,2 | 2.983,2 | ||
XVII | 5 | Garanties IS-NIO | 104,6 | 13,4 | 91,1 | 91,1 | ||
Overig | 356,8 | 39,1 | 28,9 | 367,0 | 140,0 | 347,6 | ||
Subtotaal reguliere garanties | 183.185 | 15.007 | 24.638 | 173.554 | 12.483 | 150.231 |
IXB | 3 | Garantie KLM | 2.160,0 | 2.160,0 | 2.160,0 | |||
IXB | 4 | EIB - pan Europees Garantiefonds | 1.301,4 | 0,1 | 1.301,3 | 1.301,3 | ||
IXB | 4 | Next Generation EU (NGEU) | 27.401,1 | 254,0 | 27.655,2 | 27.655,2 | ||
IXB | 4 | Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE) | 6.071,2 | 62,5 | 6.133,7 | 6.133,7 | ||
IXB | 5 | Herverzekering leverancierskredieten | 11.972,1 | 11.972,1 | 12.000,0 | |||
XIII | 2 | BMKB-Corona | 426,3 | 42,1 | 145,9 | 322,5 | 735,0 | |
XIII | 2 | Garantie Ondernemingsfinanciering-Corona | 557,1 | 109,1 | 273,3 | 392,9 | 2.100,0 | |
XIII | 2 | Groeifaciliteit | 51,8 | 23,3 | 2,7 | 72,4 | 85,0 | |
XIII | 2 | Klein Krediet Corona | 36,4 | 26,8 | 7,4 | 55,8 | 250,0 | |
XIV | 21 | Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)* | 54,5 | 4,1 | 12,1 | 46,5 | 180,0 | |
XVI | 1 | Garantie vaccinontwikkeling | 171,4 | 0,2 | 171,4 | 0,2 | 0,2 | |
XVI | 1 | Garantie hoog volume laboratoria | 132,6 | 150,8 | 277,1 | 6,3 | 6,3 | |
XVI | 1 | Garantie Bestuurlijke aansprakelijkheid SON | 2,5 | 2,5 | 2,5 | |||
XVI | 1 | Garantie testmaterialen | 214,4 | 137,1 | 276,7 | 74,8 | 74,8 | |
XVI | 2 | Garantie DSM | 7,1 | 7,1 | ||||
XVI | 2 | Garantie Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) | 19,1 | 15,1 | 4,0 | 4,0 | ||
Subtotaal coronagerelateerde garanties | 50.569 | 820 | 13.161 | 38.228 | 85 | 52.603 | ||
subtotaal reguliere garanties | 183.185 | 15.007 | 24.638 | 173.554 | 12.483 | 150.231 | ||
Totaal | 233.754 | 15.827 | 37.799 | 211.782 | 12.568 | 202.834 |
Tabel 8.3 bevat de uitgaven en ontvangsten behorende bij de door het Rijk verstrekte garanties in 2020 en 2021. Alleen garanties waarbij de daadwerkelijke uitgaven en ontvangsten zijn gedaan worden weergegeven in de tabel. De in de tabel getoonde uitgaven betreffen de schade-uitkeringen op afgegeven garanties. De in de tabel getoonde ontvangsten betreffen zowel ontvangen premies, provisies en dergelijke als op derden verhaalde (schade-)uitkeringen.
Coronagerelateerde garanties | ||||||
IXB | 3 | Garantie KLM | 12.000 | |||
IXB | 4 | EIB - pan Europees Garantiefonds | 53 | |||
IXB | 5 | Herverzekering leverancierskredieten | 100.561 | 194.235 | 35.311 | 135.259 |
XIII | 2 | BMKB-Corona | 11.636 | 1.332 | 1.175 | |
XIII | 2 | Garantie Ondernemingsfinanciering-Corona | 1.999 | 14.721 | ||
XIII | 2 | Groeifaciliteit | 5.216 | 5.384 | 15 | 1.753 |
XIII | 2 | Klein Krediet Corona | 763 | 522 | 461 | |
XIV | 21 | Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C) | 1.334 | 136 | ||
Subtotaal coronagerelateerde garanties | 105.777 | 215.368 | 37.233 | 165.534 | ||
Reguliere garanties | ||||||
VI | 33 | Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS | 1.546 | 2.196 | ||
IXB | 1 | Garantie procesrisico's | 209 | 68 | ||
IXB | 2 | Terrorismeschades (NHT) | 625 | 625 | ||
IXB | 2 | WAKO (kernongevallen) | 505 | 516 | ||
IXB | 3 | Tennet | 3.156 | |||
IXB | 5 | Exportkredietverzekering | 21.640 | 110.830 | 208.978 | 122.928 |
XIII | 2 | Microkredieten | 347 | 433 | ||
XIII | 2 | Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) | 16.916 | 25.924 | 22.494 | 21.941 |
XIII | 2 | Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | 1.907 | 4.651 | 4.641 | 7.524 |
XIII | 2 | MKB-financiering | 223 | 355 | ||
XIII | 4 | Aardwarmte | 4.475 | 557 | ||
XIV | 21 | Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie) | 686 | 1.427 | 1.103 | 5.293 |
XIV | 21 | Borgstelling MKB-landbouwkredieten, onderdeel Werkkapitaal Omschak.Duurz.(BL-O) | 1.400 | |||
XIV | 21 | Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK) | 17 | 29 | ||
XIV | 22 | Klimaatfonds groenfonds garantie | 324 | |||
XVII | 1 | Garantie FOM | 1.450 | 51 | 80 | |
XVII | 1 | Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) | 7.888 | 2.698 | 5.099 | 3.134 |
XVII | 1 | Garantie DRIVE | ||||
XVII | 1 | Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF) | 5.010 | 2.248 | 5.301 | 3.751 |
XVII | 5 | Garanties IS-NIO | 2.784 | 3.254 | ||
Subttaal reguliere garanties | 64.511 | 152.702 | 253.134 | 168.890 | ||
Totaal | 170.288 | 368.053 | 291.390 | 334.395 |
Achterborgstellingen
Naast het risico uit garantieregelingen staat het Rijk ook indirect bloot aan risico’s uit achterborgstellingen. In die gevallen wordt de daadwerkelijke garantieverplichting niet afgegeven door het Rijk maar door een daarvoor aangewezen tussenpersoon in de vorm van een stichting. In de begroting van het betreffende vakdepartement worden achterborgstellingen daarom niet als verplichting opgenomen. Het Rijk wordt pas aangesproken zodra de tussenpersoon niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De achterborgstellingen zijn opgenomen in tabel 8.4.
Het risico uit de achterborgstellingen (in tabel 8.4) is niet één op één te vergelijken met het risico uit de garantieregelingen (in tabellen 8.1 en 8.2), aangezien het risico over meerdere partijen wordt gespreid. Per achterborgstelling zijn er verschillende mogelijkheden om eventuele schade te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beschikt over een fondsvermogen en kan daarnaast indien nodig obligo ophalen bij deelnemende woningcorporaties ter hoogte van 2,4 miljard euro. Op het gecommitteerd obligo doet WSW alleen een beroep wanneer dat noodzakelijk is om middelen in liquide vorm beschikbaar te hebben voortvloeiend uit het risicovermogen in relatie tot geborgde verplichtingen. Ook kunnen woningcorporaties in financiële problemen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag doen voor saneringssteun. Saneringssteun wordt bekostigd via een heffing aan corporaties en deze middelen lopen via een risicovoorziening op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle woningcorporaties zijn op basis van de wet verplicht om deze heffing te betalen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus betaald door de corporatiesector zelf via het fondsvermogen WSW, obligo en de saneringsheffing. Pas daarna komen Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is nog niet eerder aangesproken.
De Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) kent een soortgelijke regeling. Ook hier wordt eerst het bufferkapitaal van de stichting aangesproken om schade te dekken. Daarna moeten de zorginstellingen met een door het WFZ geborgde lening een percentage (maximaal 3 procent van de uitstaande garanties van de deelnemende zorginstelling) van het leningenbedrag afdragen (obligo). Mocht dit onvoldoende zijn om de verplichtingen van het WFZ na te komen, dan kan het WFZ een beroep doen op het Rijk. Bij het WEW geldt geen obligoverplichting. Hier dienen huizen als onderpand, waardoor de schade zich beperkt tot eventuele restschulden na gedwongen verkoop. Het WEW teert bij verlies direct in op het bufferkapitaal. Daarnaast worden bij twee achterborgstellingen de risico’s gedeeld met gemeenten. Zo worden de verplichtingen die het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) voor 1 januari 2011 is aangegaan voor 50 procent gedekt door gemeenten en voor 50 procent door het Rijk. Verplichtingen aangegaan na deze datum worden volledig door het Rijk gedekt. Bij het WSW wordt de gehele positie gelijkelijk met gemeenten gedeeld.
2020 | 2021 | 2021 | 2021 | |||
XVI | 2 | Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) | 6.460 | 6.278 | 303 | 187,8 |
VII | 3 | WSW-achterborgstelling | 81.284 | 83.262 | 532 | 2.402 |
VII | 3 | WEW-achterborgstelling | 197.394 | 196.328 | 1.608 | n.v.t. |
Totaal Achterborgstellingen | 285.138 | 285.868 | 2.443 | 2.590 |
Leningen
We spreken van een lening als het Rijk middelen verstrekt aan een derde buiten het Rijk met een afgesproken aflossingsschema en rente. Is aan een van beide voorwaarden niet voldaan, dan is sprake van een uitgave. Ook leningen vormen een risico voor het begrotingssaldo, namelijk als de ontvanger van die lening niet in staat blijkt de lening (in zijn geheel) af te lossen of de rentevergoeding te betalen. In dat geval derft het Rijk inkomsten (niet-belastingontvangsten die geraamd zijn). Die derving belast het uitgavenplafond. Bij leningen die zijn afgegeven in andere valuta is er ook een wisselkoersrisico voor het Rijk. Tijdens de coronacrisis zijn er diverse leningen afgegeven door het Rijk. Deze leningen kennen een beperkte looptijd en vaak is er geen risicovoorziening vormgegeven. Een overzicht van de uitstaande leningen van het Rijk wordt gepresenteerd in tabel 8.5.
Coronagerelateerde leningen | |||
IV | Liquiditeitssteun Aruba, Curacao en Sint-Maarten (1e tranche) | 173.630 | 2022 |
IV | Liquiditeitssteun Aruba, Curacoa en Sint-Maarten (2e tranche) | 183.203 | 2022 |
IV | Liquiditeitssteun Aruba, Curacoa en Sint-Maarten (3e tranche) | 264.223 | 2022 |
IV | Liquiditeitssteun Aruba, Curacao en Sint-Maarten (4e tranche) | 36.885 | 2022 |
IV | Liquiditeitssteun Aruba, Curacao en Sint-Maarten (5e tranche) | 131.122 | 2022 |
IV | Liquiditeitssteun Aruba, Curacao en Sint-Maarten (6e tranche) | 188.668 | 2022 |
IV | Liquiditeitssteun Aruba, Curacao en Sint-Maarten (7e tranche) | 48.288 | 2022 |
IV | Liquiditeitssteun loonsubsidie Sint Maarten 2020 | 10.000 | 2022 |
XIII | Corona overbruggingslening (COL-faciliteit) voor start-ups en scale-ups | 300.000 | 2026 |
XIII | Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden | 156.500 | 2026 |
IXB | Steun KLM | 277.083 | 2025 |
XII | Hypothecaire Lening WinAir | 3.700 | 2023 |
Subtotaal coronagerelateerde leningen | 1.773.302 | ||
Reguliere leningen | |||
XIII | Steun aan IHC (voorheen Royal IHC) | 40.000 | onb. looptijd |
Subtotaal reguliere leningen | 40.000 | ||
Totaal | 1.813.302 |
9 Normeringssystematiek gemeentefonds en provinciefonds
De jaarlijkse indexatie van het Gemeente-, Provincie- en BTW-Compensatiefonds heet het accres (normeringssystematiek, ook trap-op-trap-af-systematiek genoemd). In het voorjaar van 2020 heeft het kabinet, in overleg met de VNG en IPO, besloten het accres voor 2020 en 2021 vast te zetten op de standen uit de Voorjaarsnota 2020. Ook het effect op het accres op het plafond van het BTW-compensatiefonds is conform normeringssystematiek bevroren. Het accres is daarom gelijk aan het begrote accres bij Miljoenennota 2021. Om deze reden is de reguliere bijlage met de accresontwikkeling sinds de Miljoenennota niet opgenomen.
10 Regeerakkoordmiddelen op de aanvullende post
In deze bijlage zijn de mutaties van de regeerakkoordmiddelen op de aanvullende post algemeen opgenomen. Het betreft de mutaties die na Najaarsnota 2021 zijn verwerkt voor het jaar 2021. De mutaties betreffen overhevelingen naar begrotingen en kasschuiven.
Daarnaast bevat deze bijlage de nieuwe stand bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (tabel 10.2). Daar waar een 0 in de reeksen staat, is de mutatie en/of de stand kleiner dan 0,5 miljoen euro. De reserveringen Regeerakkoord die volledig zijn uitgeput, worden niet meer in tabel 10.2 weergegeven. De toelichtingen bij de mutaties staan in de verticale toelichting aanvullende post algemeen.
Openbaar bestuur | ||||||||
A4 | Reservering transitie werkgevers zorg en overheid a.g.v. afschaffing doorsneesystematiek pensioenen | ‒ 19 | Onderuitputting doorgeschoven naar 2022 | |||||
A4 | Reservering transitie werkgevers zorg en overheid a.g.v. afschaffing doorsneesystematiek pensioenen | ‒ 157 | ‒ 150 | ‒ 150 | ‒ 200 | Vrijval middelen | ||
E23 | Enveleop Klimaat | ‒ 4 | Vrijval middelen | |||||
L105 | Reservering regionale knelpunten | ‒ 40 | Onderuitputting doorgeschoven naar 2022 | |||||
L108 | Gasfonds Groningen | ‒ 72 | Onderuitputting doorgeschoven naar 2022 |
Openbaar bestuur | |||||||
A4 | Reservering transitie werkgevers zorg en overheid a.g.v. afschaffing doorsneesystematiek pensioenen | 9 | 200 | ||||
Milieu | |||||||
E23 | Envelop klimaat | 11 | 9 | 15 | 31 | 27 | |
Overige uitgaven | |||||||
L105 | Reservering regionale knelpunten (waaronder BES, Rotterdam-Zuid, nucleair, Eindhoven, ESTEC, Zeeland) | 40 | |||||
L107 | Stimulering ombouw laagcalorisch naar hoogcalorisch | 20 | 55 | ||||
L108 | Gasfonds Groningen | 122 |
11 Verticale toelichting
De Verticale Toelichting bevat voor iedere begroting een cijfermatig overzicht van budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan in de uitgaven en niet-belastingontvangsten sinds de Miljoenennota 2021. Per begroting wordt een cijfermatig overzicht gepresenteerd van de voornaamste mutaties, gevolgd door een toelichting hierop.
De Verticale Toelichting onderscheidt drie categorieën mutaties:
- mee- en tegenvallers;
- beleidsmatige mutaties;
- technische mutaties.
Alle overboekingen, desalderingen, statistische correcties en mutaties die niet tot een ijklijn (deelplafond) behoren, zijn in de laatste categorie «technische mutaties» geclusterd. Overigens hebben sommige overboekingen en desalderingen wél een beleidsmatig karakter. Dit komt tot uitdrukking in de toelichtingen. Ingeval samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden deze eenmaal toegelicht.
De totalen per begroting worden in eerste instantie gepresenteerd exclusief de bedragen die onder de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) vallen. Door middel van een aansluitregel wordt het deel van de begroting dat onder HGIS valt, zichtbaar gemaakt. De veranderingen die optreden binnen het HGIS-deel van de begroting worden gepresenteerd en toegelicht in de verticale toelichting van alle HGIS-uitgaven. De laatste regel geeft per begroting de totaalstand inclusief HGIS.
De ondergrens voor mutaties die apart zichtbaar worden in de tabellen is afhankelijk van de omvang van de begroting en verschilt voor de verschillende categorieën mutaties. De post diversen bevat de mutaties die onder de ondergrens vallen en wordt in beginsel alleen toegelicht indien zich bijzonderheden voordoen. Als samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden ze eenmaal toegelicht.
De bedragen in de tabellen zijn in miljoenen euro. Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som der onderdelen.
De Koning | 0,8 | 0,3 | |
Staten Generaal | 20,8 | 2,4 | |
Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten en de Kiesraad | 10,3 | 0,0 | |
Algemene Zaken | 0,3 | 0,0 | |
Koninkrijksrelaties | 727,1 | 10,9 | |
Buitenlandse Zaken | 863,5 | 92,3 | |
Justitie en Veiligheid | 694,2 | 38,1 | |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 2.024,9 | 365,0 | |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 5.313,0 | 175,6 | |
Nationale Schuld | 68,3 | 9.014,7 | |
Financiën | ‒ 2,2 | 78,8 | |
Defensie | 509,3 | 2,4 | |
Infrastructuur en Milieu | ‒ 4.714,6 | 15,7 | |
Economische Zaken | 4.486,0 | 883,6 | |
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | ‒ 50,6 | 403,9 | |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 5.208,8 | 1.967,2 | |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 7.225,6 | 578,1 | |
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | 0,0 | 0,0 | |
Nationaal Groeifonds | ‒ 1000,0 | 0,0 | |
Sociale Verzekeringen | ‒ 2.632,70 | ‒ 119,6 | |
Zorg | 747,6 | ‒ 212,9 | |
Gemeentefonds | 2.209,1 | 0,0 | |
Provinciefonds | 58,5 | 0,0 | |
Infrastructuurfonds | ‒ 6.880,2 | ‒ 6.639,2 | |
Diergezondheidsfonds | 14,0 | 55,5 | |
Accres Gemeentefonds | ‒ 209,5 | 0,0 | |
Accres Provinciefonds | ‒ 31,5 | 0,0 | |
BES fonds | 4,3 | 0,0 | |
Deltafonds | ‒ 82,1 | 203,9 | |
Defensiematerieelbegrotingsfonds | ‒ 3,3 | 574,1 | |
Prijsbijstelling | ‒ 549,3 | 0,0 | |
Arbeidsvoorwaarden | ‒ 1169,8 | 0,0 | |
Koppeling Uitkeringen | ‒ 384,5 | ‒ 59,6 | |
Algemeen | ‒ 1861,8 | 0,0 | |
Consolidatie | ‒ 6207,5 | ‒ 6207,5 | |
Homogene Groep Internationale Samenwerking | 291,4 | ‒ 10,4 |
De Koning
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 45,7 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 0,4 |
‒ 0,4 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0,4 |
0,4 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0,7 |
0,7 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 0,8 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 46,4 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 46,4 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0 |
0 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0,3 |
0,3 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 0,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 0,3 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 0,3 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Diversen
De post diversen laat een meevaller zien ter hoogte van 0,4 miljoen euro. Dit is met name veroorzaakt door lagere uitgaven voor overheadkosten bij de Rijksvoorlichtingsdienst en materiële uitgaven van het Kabinet van de Koning.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Dit betreft onder andere de doorbelasting van de loon- en prijsbijstelling 2021 naar de begroting van de Koning vanuit andere begrotingen (Algemene Zaken en Defensie) en de doorbelasting van de aan het Kabinet van de Koning toegekende POK middelen inzake informatiehuishouding
Technische mutaties
Diversen
De post diversen bestaat uit de tranche 2021 van de loon- en prijsbijstelling die is overgemaakt naar de begroting van de Koning.
Niet-belastingontvangsten
Mee-en tegenvallers
Diversen
Deze mutatie betreft een afrondingsverschil van 0,001 miljoen euro.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Dit betreft de eindafrekening van het in 2020 verstrekte voorschot aan het ministerie van Defensie voor het Militaire Huis en het terugstorten van de grondwettelijke uitkering van de vermoedelijke opvolger van de Koning.
Staten Generaal
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 191,3 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 2,1 |
‒ 2,1 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 17,4 |
17,4 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 5,5 |
5,5 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 20,8 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 212,1 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 212,1 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 3,9 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 1 |
1 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 1,4 |
1,4 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 2,4 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 6,3 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 6,3 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Diversen
Dit betreft het uitgaven realisatiecijfer van de begroting van de Staten-Generaal. De lagere uitgaven zijn voornamelijk het gevolg van lagere uitgaven bij de Eerste Kamer.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Dit betreft diverse mutaties. Zo zijn middelen toegevoegd voor de start van een parlementair onderzoek naar discriminatie in overheidsdiensten bij de Eerste Kamer en is de ambtelijke ondersteuning uitgebreid en geprofessionaliseerd. Daarnaast heeft de Tweede Kamer budget voor de bekostiging van de reguliere bedrijfsvoering gekregen en is de Tweede Kamer een parlementaire enquête naar de aardgaswinning in Groningen gestart. Tevens zijn er een aantal opboekingen van kasschuiven die bij najaarsnota 2020 hebben plaatsgevonden verwerkt en is de eindejaarsmarge 2020 toegevoegd aan de begroting van de Staten-Generaal. Tot slot betreft het extra middelen voor de fractiekostenregeling van de Tweede Kamer. Na de Tweede Kamer verkiezingen van 2021 zijn er meer fracties en hierdoor stijgen de kosten voor deze regeling. De structurele effecten vanaf 2021 zullen bij Voorjaarsnota 2022 worden verwerkt, conform CW art. 4.5.
Technische mutaties
Diversen
De tranche 2021 van de loon- en prijsbijstelling is overgemaakt naar begroting van de Staten-Generaal. Daarnaast vielen de bedrijfsvoeringsuitgaven van de Tweede Kamer in 2021 hoger uit dan eerder was geraamd. Hier stonden hogere ontvangsten voor onder andere detacheringen tegenover. Ook zijn er middelen aan de begroting van de Staten-Generaal toegevoegd voor de nieuwe CAO Rijk.
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Diversen
Dit betreft de ontvangsten realisatiecijfers van de begroting van de Staten-Generaal. De ontvangsten zijn licht hoger uitgevallen dan geraamd.
Technische mutaties
Diversen
Dit betreft een desaldering op de begroting van de Tweede Kamer. Bij de Tweede Kamer vielen de bedrijfsvoeringsuitgaven in 2021 hoger uit dan eerder was geraamd. Hier stonden hogere ontvangsten voor onder andere detacheringen tegenover.
Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 136,6 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Hoger beroep vreemdelingen | 7,8 |
Realisatie | ‒ 5,4 |
2,4 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0,5 |
0,5 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 7,3 |
7,3 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 10,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 146,9 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 146,9 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 6 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0,3 |
0,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 0,5 |
‒ 0,5 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0,3 |
0,3 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 0 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 6,1 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 6,1 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Hoger beroep vreemdelingen
Het budget voor het Hoger beroep vreemdelingen (HBV) is opwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is gedekt uit generale middelen.
Realisatie
Dit betreft het uitgaven realisatiecijfer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De lagere uitgaven hebben voornamelijk betrekking op lagere uitgaven bij de Raad van State en de Kiesraad. Bij de Raad van State wordt dit veroorzaakt doordat er minder capaciteit benodigd was op de afdeling bestuursrechtspraak. De lagere uitgave van de Kiesraad zijn het gevolg van vertraging bij de leverancier van het OSV2020, waardoor een factuur voor doorontwikkeling van dit systeem niet in 2021 tot betaling is gekomen.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Deze post is het saldo van diverse mutaties. Het betreft een bijdrage voor de Kiesraad als gevolg van hogere kosten voor de dienstverlening en bijdragen aan de Kabinetten van de Gouverneurs ten behoeve van de wisselkoersveranderingen die leiden tot een bestedingseffect. Ook is de eindejaarsmarge 2020 toegevoegd aan de begroting. Daarnaast is bij 2e suppletoire begroting 2021 de uitgavenraming voor het Hoger Beroep Vreemdelingen (Raad van State) neerwaarts bijgesteld, o.a. vanwege een vertraagde instroom van zaken. Tevens hebben bij 2e suppletoire begroting 2021 neerwaartse bijstellingen plaatsgevonden vanwege lagere bedrijfsvoeringsuitgaven bij de Algemene Rekenkamer, het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao en het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten. Tot slot heeft de Kiesraad, mede als gevolg van COVID-19, een aantal voornemens voor 2021 niet ten uitvoering kunnen brengen en vallen de uitgaven iets lager uit.
Technische mutaties
Diversen
De tranche 2021 van de loon- en prijsbijstelling is overgemaakt naar de begroting Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. Daarnaast heeft een overboeking naar de Raad van State vanuit de begroting van EZK plaatsgevonden ten behoeve van de uitvoering van de Klimaatwet. Ook zijn er middelen overgeboekt vanaf de begroting van BZK in het kader van het verbeteren van de informatiehuishouding. Tevens heeft er een desaldering plaatsgevonden die ziet op de jaarlijkse indexering van de tarieven van de Nationale ombudsman die gesteld worden voor de medeoverheden. De middelen zijn ingezet voor de taakuitoefening van de Nationale ombudsman voor de medeoverheden. Tot slot zijn er middelen aan de begroting toegevoegd in het kader van de nieuwe CAO Rijk.
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Diversen
Dit betreft het ontvangsten realisatiecijfer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De ontvangsten zijn licht hoger uitgevallen dan geraamd.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Als gevolg van de vertraagde instroom van zaken zijn de ontvangsten van de Raad van State bij de 2e suppletoire begroting 2021 neerwaarts bijgesteld.
Technische mutaties
Diversen
Dit betreft een desaldering die ziet op de jaarlijks indexering van de tarieven van de Nationale ombudsman die gesteld worden voor de medeoverheden. De middelen zijn ingezet voor de taakuitoefening van de Nationale ombudsman voor de medeoverheden.
Algemene Zaken
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 82,1 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 2,9 |
‒ 2,9 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 1,8 |
1,8 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 1,3 |
1,3 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 0,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 82,3 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 82,3 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 7,1 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 0,4 |
‒ 0,4 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0,4 |
0,4 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 0 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 7,1 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 7,1 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Diversen
Deze post bestaat uit meerdere mutaties. De grootste mutatie betreft een vertraging van het ICT project AZ-Next. Daarnaast is sprake van lagere uitgaven bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIV) (0,4 miljoen euro) en doet zich een meevaller voor bij het Kabinet van de Koning (0,3 miljoen euro).
Beleidsmatige mutaties
Diversen
De post diversen bestaat uit meerdere mutaties. De grootste mutatie (3,3 miljoen) betreft middelen voor het project AZ-Next en reguliere ICT-projecten. Daarnaast was in 2021 2,5 miljoen euro geraamd in het kader van het project Renovatie Binnenhof voor de tijdelijke huisvesting van AZ. Aangezien de tijdelijke huisvesting in later wordt opgeleverd, wordt 2 miljoen euro doorgeschoven naar 2022.
Technische mutaties
Diversen
De post diversen bestaat uit meerdere mutaties. Dit betreft onder andere de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling aan de begroting van AZ, diverse overboekingen van en naar de begroting van AZ en de overboekingen van de middelen inzake informatiehuishouding in het kader van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK).
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Diversen
De lagere ontvangsten hangen samen met de lagere uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst en het Kabinet van de Koning. De uitgaven worden echter gedaan in het kader van begroting I en worden daarom doorbelast naar de begroting van de Koning.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
De post diversen bestaat uit meerdere mutaties en betreft met name ontvangsten als gevolg van de doorbelasting van de loon- en prijsbijstelling 2021 en de POK-middelen van het Kabinet van de Koning naar de begroting van de Koning.
Koninkrijksrelaties
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 85,9 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Realisatie | ‒ 13 |
‒ 13 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Eindejaarsmarge | 23,3 |
Eindejaarsmarge wederopbouw | 12,6 |
Eindejaarsmarge wisselkoersreserve | 11,4 |
Investeringspakket landen: steunverlening bedrijven curaçao | 20 |
Inzet eindejaarsmarge | ‒ 23,6 |
Kasschuif investeringspakket landen: kustwacht | ‒ 6,3 |
Kasschuif investeringspakket landen: onderwijshuisvesting curaçao | ‒ 10 |
Kasschuif wederopbouwmiddelen | ‒ 5 |
Landspakket aruba art 1 veiligheid | 11,8 |
Landspakket: bedrijfssteun curacao | ‒ 20 |
Landspakket curacao art 1 veiligheid | 15,7 |
Landspakket curacao carb.orgaan voor herv. en ontw | 5,7 |
Landspakket curacao onderwijshuisvesting | 15 |
Landspakket: detentie nieuwbouw | ‒ 10 |
Landspakket sint maarten detentie | 10 |
Diversen | 7,3 |
57,9 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bijdrage voorwaarden 3e tranche liquiditeitssteun | ‒ 12 |
Laatste tranche wereldbank | 86,1 |
Realisatie | ‒ 16,3 |
Vijfde fase voedselhulp | 14,1 |
Voedselhulp derde fase | 14,9 |
Voedselhulp 4e tranche | 15,2 |
Diversen | 11,1 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Lening curacao t.b.v. girobank | 83,3 |
Leningen rentevoordeel landspakket aruba | 88,5 |
Liquiditeitssteun aruba vijfde tranche | 116,1 |
Realisatie | ‒ 164,3 |
Voorschot liquiditeitslening 4de tranche aruba | 34,8 |
5de tranche liquiditeitslening sxm | 19,1 |
6de tranche liq. lening aruba | 88,7 |
6de tranche liq. lening curacao | 82,3 |
6de tranche liq. lening sint maarten | 23,5 |
7de tranche liq. lening aruba | 88,7 |
7de tranche liq. lening curacao | 82,3 |
7de tranche liq. lening sint maarten | 23,5 |
Diversen | 2,5 |
682,1 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 727,1 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 813 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 813 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 37,9 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 0,2 |
‒ 0,2 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 1,7 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Diversen | 9,3 |
11 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 10,9 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 48,8 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 48,8 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Eindejaarsmarge
Conform de begrotingsregels is de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting. Onderdeel hiervan zijn de wisselkoersreserve (11,4 miljoen euro) en de onderuitputting op de wederopbouwmiddelen (12,6 miljoen euro). De resterende negatieve eindejaarsmarge is veroorzaakt door wisselkoerseffecten in 2020 en is tijdens ingevuld vanuit de wisselkoersreserve.
Eindejaarsmarge wederopbouw
Onderdeel van de eindejaarsmarge is de onderuitputting op de wederopbouwmiddelen (12,6 miljoen euro).
Eindejaarsmarge wisselkoersreserve
Onderdeel van de eindejaarsmarge is de wisselkoersreserve (11,4 miljoen euro).
Investeringspakket Landen: steunverlening bedrijven Curaçao
Onderdeel van de landsovereenkomst met Curaçao is een reservering van 20 miljoen euro voor steunverlening aan het bedrijfsleven.
Inzet eindejaarsmarge
Conform de begrotingsregels is de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting. Onderdeel hiervan zijn de wisselkoersreserve (11,4 miljoen euro) en de onderuitputting op de wederopbouwmiddelen (12,6 miljoen euro). De resterende negatieve eindejaarsmarge is veroorzaakt door wisselkoerseffecten in 2020 en is tijdens ingevuld vanuit de wisselkoersreserve.
Kasschuif investeringspakket landen: kustwacht
Om op een juiste manier uitwerking te geven aan de plannen voor het versterken van het grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk was een ander kasritme vereist.
Kasschuif investeringspakket Landen: Onderwijshuisvesting Curaçao
Onderdeel van de landsovereenkomst met Curaçao is een investering van 30 miljoen euro in onderwijshuisvesting. Door een wijziging van de instrumentkeuze voor verstrekking van deze middelen was een ander kasritme vereist.
Kasschuif wederopbouwmiddelen
Vanwege vertraging bij wederopbouwprojecten op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba als gevolg van COVID-19 en verlenging met een jaar van de onderzoeksperiode van de beleidsdoorlichting van artikel 8.1 die uit dit budget wordt bekostigd, is een deel van de wederopbouwmiddelen in 2021 niet tot besteding gekomen. Deze middelen zijn doorgeschoven naar 2022.
Landspakket Aruba art 1 veiligheid
Onderdeel van de landsovereenkomst met Aruba is een structurele investering in de aanpak van ondermijning en versterking van het grenstoezicht. Middelen zijn onder andere verdeeld over het Recherche Samenwerkingsteam, het OM, het Gemeenschappelijk Hof, de KMAR, de Nederlandse Douane.
Landspakket bedrijfssteun Curaçao
Onderdeel van de landsovereenkomst met Curaçao is een reservering van 20 mijloen euro voor steunverlening aan het bedrijfsleven. De middelen zijn doorgeschoven van 2021 naar 2022.
Landspakket Curaçao art 1 veiligheid
Onderdeel van de landsovereenkomst met Curaçao is een structurele investering in de aanpak van ondermijning en versterking van het grenstoezicht. Middelen worden onder andere verdeeld over het Recherche Samenwerkingsteam, het OM, het Gemeenschappelijk Hof, de KMAR, de Nederlandse Douane.
Landspakket Curaçao Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling
Voor de uitvoering van de landsovereenkomst met Aruba wordt het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) opgericht. Dit betreft middelen voor de organisatie, onderzoek en uitvoering van projecten.
Landspakket Curaçao onderwijshuisvesting
Onderdeel van de landsovereenkomst met Curaçao is een investering van totaal 30 miljoenen euros in onderwijshuisvesting.
Landspakket detentie nieuwbouw
Onderdeel van de landsovereenkomst met Sint Maarten is een investering in een nieuwe gevangenis op Sint Maarten. De voorbereiding neemt meer tijd in beslag dan aanvankelijk kon worden ingeschat. Daarom zijn de middelen van 2021 doorgeschoven naar 2022.
Landspakket Sint Maarten detentie
Onderdeel van de landsovereenkomst met Sint Maarten is versterking van de detentie. Deze incidentele impuls ziet op het detentievastgoed en op andere zaken die nodig zijn voor humane detentie zoals opleidingsmogelijkheden en resocialisatie.
Diversen
De post diversen is opgebouwd uit een kasschuif voor middelen wederopbouw van 2021 naar 2022, een kasschuif kustwacht van 2021 naar latere jaren en middelen vanuit het Landspakket voor het Caribisch Orgaan ter Hervorming en Ontwikkeling (COHO).
Technische mutaties
Bijdrage voorwaarden 3e tranche liquiditeitssteun
Onderdeel van de landsovereenkomsten met Aruba, Curacao en Sint Maarten was een toevoeging voor de uitbreiding van het aantal Fte van de Koninklijke Marechaussee. Een deel van deze middelen is overgemaakt naar de begroting van het ministerie van Defensie.
Laatste tranche wereldbank
Na een betalingsverzoek van de Wereldbank voor de resterende wederopbouwmiddelen is de laatste tranche van 86 miljoen euro naar de Wereldbank overgeboekt. Het gehele beschikbare budget is nu opgevraagd door de Wereldbank.
Realisatie
De voedselhulp aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten in de vorm van voedselpakketten en hygiëneproducten is niet volledig gebruikt, nadat de hevigheid van de crisis afnam.
Vijfde fase voedselhulp
De voedselhulp aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten in de vorm van voedselpakketten en hygiëneproducten is verlengd voor de periode juli-augustus 2021.
Voedselhulp derde fase
De voedselhulp aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten in de vorm van voedselpakketten en hygiëneproducten is verlengd voor de periode februari-april 2021.
Voedselhulp 4e tranche
De voedselhulp aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten in de vorm van voedselpakketten en hygiëneproducten is verlengd voor de periode mei-juni 2021.
Wisselkoersrealisatie 2021
Een deel van de begroting wordt in vreemde valuta uitgegeven en wordt via de wisselkoersreserve gecorrigeerd. In 2021 is dit resultaat positief.
Diversen
De post diversen is opgebouwd uit een overboeking aan J&V voor het budget team bestrijding ondermijning 2021, een overboeking aan het BES-fonds ten behoeve van de vrije uitkering Saba, een overboeking aan I&W ten behoeve van Winair en een mutatie voor de wijziging van instrumenten ten behoeve van het Caribisch Orgaan ter Hervorming en Ontwikkeling (COHO).
Lening Curaçao t.b.v. Girobank
Curaçao heeft een lening om een gecontroleerd faillissement van de Girobank, een lokale bank in financiële problemen, mogelijk te maken.
Leningen rentevoordeel landspakket Aruba
Als onderdeel van de landsovereenkomst met Aruba zijn middelen beschikbaar gesteld om in 2021 en 2022 twee leningen te herfinancieren. Hiermee is gedurende de looptijd van de leningen een rentelastenverlichting van circa 40 miljoenen euros t.o.v. marktfinanciering gerealiseerd.
Liquiditeitssteun Aruba vijfde tranche
Op advies van het College Aruba financieel toezicht (CAft) heeft Aruba een vijfde tranche liquiditeitssteun ontvangen.
Realisatie
Voor de zevende tranche liquiditeitsleningen was een schatting opgenomen. Op basis van het advies van het College financieel toezicht (Cft) en College Aruba financieel toezicht (CAft) is minder uitgekeerd dan de opgenomen schatting.
Voorschot liquiditeitslening 4de tranche Aruba
Op advies van het College Aruba financieel toezicht (CAft) heeft Aruba een voorschot op de vierde tranche liquiditeitssteun ontvangen.
5e tranche liquiditeitslening SXM
Op advies van het College financieel toezicht (Cft) heeft Sint Maarten een vijfde tranche liquiditeitssteun ontvangen.
6e tranche liquiditeitslening Aruba
Op advies van het College financieel toezicht (Cft) heeft Aruba een zesde tranche liquiditeitssteun ontvangen.
6e tranche liquiditeitslening Curaçao
Op advies van het College financieel toezicht (Cft) heeft Curaçao een zesde tranche liquiditeitssteun ontvangen.
6e tranche liquiditeitslening Sint Maarten
Op advies van het College financieel toezicht (Cft) heeft Curaçao een zesde tranche liquiditeitssteun ontvangen.
7e tranche liquiditeitslening Aruba
Dit betreft een raming voor de zevende tranche liquiditeitssteun gebaseerd op de hoogte van de zesde tranche. Uiteindelijk bleek er geen op basis van het advies van het CAft geen zevende tranche nodig voor Aruba.
7e tranche liquiditeitslening Curaçao
Dit betreft een raming voor de zevende tranche liquiditeitssteun gebaseerd op de hoogte van de zesde tranche. Op basis van advies van het Cft heeft Curaçao een zevende tranche van 37,2 miljoen euro ontvangen.
7e tranche liquiditeitslening Sint Maarten
Dit betreft een raming voor de zevende tranche liquiditeitssteun gebaseerd op de hoogte van de zesde tranche. Op basis van advies van het Cft heeft Sint Maarten een zevende tranche van 10,8 miljoen euro ontvangen.
Diversen
Op advies van het College financieel toezicht (Cft) heeft Sint Maarten een voorschot op de vierde tranche liquiditeitssteun ontvangen en is op basis van de wisselkoers de rentevoordeellening aan Aruba naar beneden bijgesteld.
Niet belastingontvangsten
Diversen
De post diversen wordt veroorzaakt door een wisselkoersresultaat.
Technische mutaties
Diversen
De post bestaat uit ontvangsten Shared Service Organisation Caribisch Nederland (SSO CN), ontvangsten Caribisch Nederland, ontvangsten Korps Politie Sint Maarten (KPSM), ontvangsten van een subsidie aan bonaire international airport (BIA) en een wisselkoersrealisatie.
Diversen
Dit zijn de ontvangsten van de aflossingen op verstrekte leningen aan Curaçao en Sint Maarten.
Buitenlandse Zaken
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 9.813,90 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Delta raming en realisatie bni | ‒ 176,4 |
Delta raming en realisatie invoerrechten | 343 |
Diversen | 1,2 |
167,8 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Aanpassing kasritme brexit adjustment reserve | 53,8 |
Controle boekhouding tem | 123,6 |
Dab 10 | 104,9 |
Dab 3 surplus eu-begroting 2020 | ‒ 101,1 |
Dab 9 | 40 |
Dab4 - lenteraming | 261,8 |
Dab4 - overige inkomsten en vk bijdrage | ‒ 28,2 |
Nacalculatie eu-afdrachten | 45 |
Tem-afdracht lage waarde textiel | 185,4 |
Diversen | 10,6 |
695,8 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 863,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 10.677,40 |
Totaal Internationale samenwerking | 1.449,30 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 12.126,80 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 817 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Delta en raming realisatie perceptiekostenvergoeding | 66,8 |
Diversen | ‒ 3,6 |
63,2 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Dab4 - lenteraming | ‒ 34,1 |
Perceptiekostenvergoeding controle boekhouding tem | 26,1 |
Tem-afdracht lage waarde textiel | 37,1 |
29,1 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 92,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 909,2 |
Totaal Internationale samenwerking | 84,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 993,5 |
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Delta raming en realisatie BNI
De realisatie van de bni-afdracht is 176 miljoen euro lager dan verwacht bij Najaarsnota. Dit komt doordat de uitgaven van de EU in 2021 onder het jaarlijkse EU-uitgavenplafond zijn gebleven waar de afdrachtenraming op gebaseerd wordt.
Delta raming en realisatie invoerrechten
De realisatie van de invoerrechten is 343 miljoen euro hoger uitgevallen dan bij Najaarsnota werd verwacht. Deze invoerrechten worden door Nederland geïnd en na aftrek van de perceptiekostenvergoeding afgedragen aan de EU. De realisatie is hoger doordat in de laatste maanden van 2021 de ontvangsten van de Nederlandse invoerrechten gestegen zijn.
Beleidsmatige mutaties
Aanpassing Brexit Adjustment Reserve
De BAR is een speciaal instrument buiten de plafonds van het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (MFK) dat dient ter ondersteuning van de lidstaten, regio's en sectoren die het hardst geraakt zijn door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese Unie. Op 17 juni jl. is een akkoord bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement over de verdeling van de middelen. Dit leidt tot een wijziging van het kasritme t.o.v. het eerdere uitgangspunt zoals opgenomen bij Miljoenennota 2021. Als gevolg hiervan wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2021, 2022, 2023 en 2025 verhoogd. De verhogingen in de raming worden volledig gecompenseerd door verlagingen van de raming in de jaren 2024, 2026 en 2027, waarmee sprake is van een verschuiving van middelen tussen de jaren.
Controle boekhouding TEM
Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie (EC) verzocht om een nabetaling. Nederland aanvaardt aansprakelijkheid voor een bedrag van 12,7 miljoen euro aan TEM. Daarnaast stelt Nederland een bedrag van 110,9 miljoen euro onder voorbehoud ter beschikking aan de EU om de oploop van de vertragingsrente te stoppen. Over TEM-afdrachten ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding, waardoor de nettobetaling 97,5 miljoen euro bedraagt.
DAB 10
Deze mutatie van 104,9 miljoen euro betreft een bijstelling van de bni-afdracht voortkomend uit de Draft Amending Budget 10 (DAB10) voor een versnelling van betalingen op de EU-begroting als gevolg van de COVID-19 crisis.
DAB 3 surplus EU-begroting 2020
Met DAB 3 wordt het surplus van de Europese begroting over 2020 verwerkt in de Europese begroting 2021.
DAB 9
De betalingen uit de negende aanvullende EU-begroting (DAB9 2020) ten behoeve van de inzet van het Europees Solidariteitsfonds zijn over de jaargrens heen geschoven en het budgettaire kaseffect slaat daardoor niet in 2020 maar in 2021 neer.
DAB 4 - Lenteraming
Op basis van de meest recente economische ramingen voor de lidstaten, de Lenteraming actualiseert de Europese Commissie middels DAB4 de Europese begroting. Het Nederlandse bni is hoger dan vorig jaar werd verwacht, ook in verhouding tot de economieën van andere lidstaten (5,9 i.p.v. 5,7 procent). Als gevolg hiervan stijgen de bni-afdrachten meerjarig met ca. 0,2 miljard euro. Ook wijzigen de geraamde btw-afdrachten en plasticafdracht in 2021-2026 in totaal met respectievelijk 116 en ‒ 46 miljoen euro. Hiernaast stijgen de geraamde invoerrechten als gevolg van de Lenteraming in DAB4. Om een zo realistisch mogelijke raming te presenteren heeft het kabinet ervoor gekozen om incidenteel af te wijken van de gebruikelijke ramingsmethodiek (i.e., aansluiten bij de Commissieraming) door de Nederlandse raming van de invoerrechten eenmalig te corrigeren voor het effect van de voorlopige betalingen in de zonnepanelenzaak (incidentele betaling) die eind 2020 heeft plaatsgevonden op de Commissieraming. De door Nederland gemaakte correctie op de Commissieraming in deze begroting vindt plaats door te rekenen met het gemiddelde aandeel van Nederland in de totale invoerrechten in de periode 2016-2020 (14,5 procent).
DAB 4 - overige inkomsten en VK bijdrage
De Europese Commissie actualiseert in de vierde aanvullende EU-begroting (DAB4) de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de Europese begroting 2021 en de overige ontvangsten op de Europese begroting 2021. De overige ontvangsten bestaan voornamelijk uit inkomsten uit mededingingsboetes. De hogere geraamde ontvangsten op de Europese begroting als gevolg van DAB4 leiden naar verwachting tot een daling van de Nederlandse bni-afdracht met ca. 28 miljoen euro.
Nacalculatie EU-afdrachten
Jaarlijks vindt naar aanleiding van o.a. de ontwikkeling van het bni een nacalculatie plaats op de EU-afdrachten. De Nederlandse naheffing over 2020 van 45 miljoen is over de jaargrens heen geschoven, waardoor het budgettaire effect in 2021 neerslaat in plaats van in 2020.
TEM-afdracht lage waarde textiel
Dit betreft een afdracht onder voorbehoud naar aanleiding van een geschil met de Europese Commissie. De Commissie is van mening dat Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China. Om te voorkomen dat de vertragingsrente verder oploopt wordt onder voorbehoud van de uitkomst van de gerechtelijke procedure de hoofdsom (185,4 miljoen euro) voldaan. Over deze afdracht ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding van 20 procent voor de inningskosten. Deze vergoeding van ca. 37 miljoen euro is opgenomen bij de ontvangsten. De netto verwerking bedraagt hierdoor 148,3 miljoen euro.
Vertragingsrente griesmeel (Aruba en Curacao)
Dit betreft de vertragingsrente die hoort bij de hoofdsom die reeds in 2019 aan de Europese Commissie is betaald, naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie als gevolg van onterecht afgegeven oorsprongscertificaten door de autoriteiten van Curaçao en Aruba voor de invoer van melkpoeder en rijst, gries en griesmeel.
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Delta en raming realisatie perceptiekostenvergoeding
De realisatie van de perceptiekostenvergoeding is 66,8 miljoen euro hoger dan verwacht bij Najaarsnota. Doordat de invoerrechten hoger zijn uitgevallen, valt de perceptiekostenvergoeding ook hoger uit.
Beleidsmatige mutaties
DAB 4 - Lenteraming
De raming van de perceptiekostenvergoeding (de vergoeding die Nederland ontvangt voor het innen van de invoerrechten) neemt in 2021 af met 34 miljoen euro, maar stijgt daarna meerjarig met gemiddeld 37 miljoen euro als gevolg van de hogere geraamde invoerrechten.
Perceptiekostenvergoeding controle boekhouding TEM
Nederland draagt naar aanleiding van een onderzoek door de Europese Commissie een TEM-hoofdsom van 123,6 miljoen euro af, waarvan 110,9 miljoen onder voorbehoud. Conform de TEM-systematiek ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding over deze afdracht. Hierdoor bedraagt de nettobetaling 97,5 miljoen euro.
TEM-afdracht lage waarde textiel
Dit betreft de perceptiekostenvergoeding van 20 procent voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie. Deze afdracht is toegelicht onder TEM-afdracht lage waarde textiel (uitgaven).
Justitie en Veiligheid
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 14.175,90 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Meevaller njn: meevaller toevoegingen rechtsbijstand | ‒ 54,2 |
Slotwet: mee- en tegenvallers | ‒ 58,9 |
Wts de regeling tegemoetkoming waterschade limburg | ‒ 88,3 |
Diversen | ‒ 2,9 |
‒ 204,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Dekking problematiek | ‒ 112,6 |
Eindejaarsmarge | 94,7 |
Grenzen en veiligheid | 18,2 |
Interne problematiek | 123,1 |
Mpp | 49,9 |
Oda toerekening | ‒ 463 |
Pmj | 208,6 |
Regeling tegemoetkoming schade 2021 | 100 |
Diversen | ‒ 41,7 |
‒ 22,8 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Corona-gerelateerde kosten | 100 |
Desaldering afrekening ind over opdracht 2020 | 41,1 |
Desaldering bijzondere bijdragen | 52,2 |
Handhaving coronatoegangsbewijzen | 45 |
Loonbijstelling tranche 2021 | 241,6 |
Prijsbijstelling tranche 2021 | 56,7 |
Tegenvaller njn: coa bezetting | 44,6 |
Tijdelijke coronabanen | 60 |
Diversen | 53 |
694,2 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 467 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 14.642,90 |
Totaal Internationale samenwerking | 332,6 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 1.574,10 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Abn amro schikking boetedeel | 300 |
Slotwet: mee- en tegenvallers | 38 |
Tegenvaller afpak-opbrengsten | ‒ 88,2 |
Diversen | 4,6 |
254,4 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Boeten en transacties | ‒ 74 |
Mpp | 74,9 |
Diversen | ‒ 24,7 |
‒ 23,8 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Desaldering afrekening ind over opdracht 2020 | 41,1 |
Desaldering bijzondere bijdragen | 52,2 |
Tegenvaller njn: coa bezetting | 44,6 |
Diversen | 38,1 |
176 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 406,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 1.980,60 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 1.980,60 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Meevaller njn: meevaller toevoegingen rechtsbijstand
Dit betreft een meevaller bij de toevoegingen bij rechtsbijstand. Dit bedrag is samengesteld uit drie meevallers: een meevaller als gevolg van een lager aantal afgegeven toevoegingen (circa 41 miljoen euro), een meevaller bij de uitvoering van het project intensiveringen Zo Snel Mogelijk (ZSM) (circa 5 miljoen euro) en een meevaller bij het programma herziening stelsel Rechtsbijstand (circa 8 miljoen euro).
Slotwet: mee- en tegenvallers
Deze post bestaat uit een zeer groot aantal mutaties waarvan de belangrijkste onderstaand worden toegelicht. In de Slotwet 2021 van JenV wordt per artikel op een nog gedetailleerder niveau inzichtelijk gemaakt welke mee- en tegenvallers er zijn geweest. De corona uitgaven met betrekking tot de quarantaine van inreizende asielzoekers is lager uitgevallen dan eerder geraamd, hetgeen geresulteerd heeft in onderuitputting van 5,8 miljoen euro. Door het aanhouden van de coronacrisis zijn kosten voor het NCTV-callcenter ter hoogte van 10,7 miljoen euro die verband houden met de corona-aanpak niet in 2021 afgerekend. Deze kosten worden doorgeschoven naar 2022. Het uitkeren van schadevergoedingen aan personen die vrijgesproken zijn van een misdrijf waarvoor zij eerder veroordeeld waren, conform de wet Mulder, heeft geleidt tot een tegenvaller ter hoogte van circa 7,4 miljoen euro. Bij de realisatie van de ICT-agenda van het Openbaar Ministerie heeft zich een tegenvaller voorgedaan ter hoogte van 11,3 miljoen euro.
Onderuitputting apparaat openbaar ministerie
Er heeft zich onderuitputting voorgedaan bij de apparaatskosten voor het eigen personeel van het Openbaar Ministerie ter hoogte van circa 16,7 miljoen euro.
Wts de regeling wet tegemoetkoming schade Limburg
De uitgaven voor de Regeling tegemoetkoming schade Limburg 2021 onder de Wet tegemoetkoming schade (Wts) vielen in 2021 88 miljoen euro lager uit dan voorzien. Deze aanpassing heeft geen gevolgen voor het wel of niet uitkeren van de tegemoetkoming. Er is een lager bedrag aan uitkeringen op grond van de regeling uitgekeerd dan voor 2021 was begroot. De meeste uitkeringen in het kader van de Wet tegemoetkoming schade zullen in 2022 plaatsvinden. Voor het begrotingsjaar 2022 is voor de Wts een Nota van Wijziging (NvW) opgesteld (200 miljoen euro). Het Rijk zal de tegemoetkomingen in het kader van de Wts uiteindelijk baseren op de daadwerkelijke schade.
Diversen
De post diversen bestaat uit de overige mee- en tegenvallers, waaronder tegenvallers op het gebied van ICT binnen het Openbaar Ministerie (OM) van 10 miljoen euro, alsmede binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van 9,2 miljoen euro. Daarnaast is sprake van een meevaller op het gebied van ondermijning van 9,1 miljoen euro, die o.a. veroorzaakt wordt door de vertraging van de implementatie van het Beslag Informatie Systeem (BIS).
Beleidsmatige mutaties
Dekking problematiek
Dit betreft meerdere maatregelen ter dekking van interne JenV-problematiek. De belangrijkste hiervan zijn de inzet van circa 94,7 miljoen euro uit de eindejaarsmarge
Eindejaarsmarge
De eindejaarsmarge 2020 die voor JenV beschikbaar was in 2021 bedroeg circa 94,7 miljoen euro. Deze is toegevoegd aan de begroting van JenV en vervolgens ingezet voor het dekken van interne JenV-problematiek.
Grenzen en Veiligheid
In 2021 is de doorgegaan met de implementatie van een aantal EU-verordeningen op het gebied van grenzen en veiligheid teneinde de veiligheid in Europa te verbeteren. Tevens is hieruit extra inzet bekostigd bij de betrokken ketenpartners. Voor dit doeleinde is circa 18,2 miljoen euro extra uitgetrokken.
Interne problematiek
Deze post bestaat uit diverse mutaties waarvan de belangrijkste worden toegelicht. Ten eerste circa 28,7 miljoen euro aangewend om het negatieve eigen vermogen, veroorzaakt door het resultaat over 2020, bij de Dienst Justitiële Instellingen aan te zuiveren. Ten tweede is er sprake van een tekort bij de Raad van de Kinderbescherming ter hoogte van circa 16 miljoen euro. Het restant bestaat uit een groot aantal mutaties van kleinere omvang.
MPP
De post bestaat uit diverse over- en onderschrijdingen. Op basis van verwachtingen uit MPP is extra budget toegevoegd aan het COA (circa 43,4 miljoen euro) en de IND (circa 7,2 miljoen euro). Daarnaast is 21 miljoen euro vrijgemaakt voor het realiseren van reservecapaciteit bij het COA. Hier staat tegenover dat door een lagere bezetting van alleenstaande minderjarige vluchtelingen bij het NIDOS en een lagere instroom bij DTenV van afgewezen asielzoekers er onderschrijdingen zijn gerealiseerd van respectievelijk 11 en 4 miljoen euro. Daarnaast viel de raming voor ten behoeve van vreemdelingenkamers binnen de Raad voor de Rechtspraak circa 6,7 miljoen euro lager uit.
Oda toerekening
De hogere uitgaven voor de eerstejaars opvang van asielzoekers uit DAC landen zijn conform de bestaande afspraken toegerekend aan ODA en overgeheveld van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking naar de begroting van JenV. Dit betrof een bedrag van circa 463 miljoen euro.
PMJ
Het Prognosemodel justitiële ketens raamt de meerjarige capaciteitsbehoefte in de justitiële keten. De raming in 2021 voor de komende jaren lieten een forse stijging in de capaciteitsbehoefte zien en hieruit volgende stijging in uitgaven, die in 2021 209 miljoen euro bedroegen.
Diversen
De post diversen uit de overige mutaties waarvan de belangrijkste worden toegelicht. Hieronder vallen verschillende kasschuiven op het gebied van vertraging van projecten in het kader van ondermijning (11,6 miljoen euro), en op het gebied van Grenzen en Veiligheid (10,5 miljoen euro). Daarnaast stonden er nog middelen (12,1 miljoen euro) gereserveerd op artikel Nog onverdeeld ter dekking van de te verwachten tegenvaller bij de ontvangsten van griffierechten in verband met Covid-19. Deze middelen zijn hiervoor bij Najaarsnota ingezet. Ook zijn er middelen ter hoogte van 8,8 miljoen euro ingezet voor de kwijtschelding publieke schulden in de kader van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.
Technische mutaties
Corona-gerelateerde kosten
Als gevolg van de coronacrisis zijn er in 2021 extra uitgaven door JenV, onder andere voor personele bescherming, om primaire processen coronaproof te maken en om achterstanden binnen de strafrechtketen in te halen. Daarnaast worden er lagere ontvangsten voorzien voor griffierechten (12,1 miljoen euro) en CJIB administratiekosten (7 miljoen euro). Voor het opvangen van de corona-gerelateerde uitgaven en tegenvallende ontvangsten is eenmalig 100 miljoen euro toegevoegd aan de JenV-begroting, naast het reeds ontvangen voorschot van 40 miljoen euro bij de begroting 2021.
Desaldering afrekening IND over opdracht 2020
Deze post betreft een desaldering van de afrekening van het IND over de opdracht 2020.
Desaldering bijzonder bijdragen
Om de bestaande financiering van de politie beter te laten aansluiten op haar doelstellingen zijn er tientallen bijzondere bijdragen beëindigd. Voor een groot deel worden deze middelen vereenvoudigd opnieuw toegekend aan Politie. Deze post betrof dan ook een administratieve handeling waarbij bijzondere bijdragen waar de politie al middelen voor op de balans had staan, werden omgezet naar de algemene bijdrage in het uitgavenkader. Deze financieel technische wijzigingen hebben niet geleid tot een verhoging van het totale politiebudget.
Handhaving coronatoegangsbewijzen
Vanwege het loslaten van de 1,5 meter maatregel in het najaar van 2021 en het inzetten op coronatoegangsbewijzen (CTB) op plekken waar personen dicht op elkaar verbleven, werden ondernemers, instellingen en verenigingen geacht te toetsen of bezoekers een geldig CTB hadden. Omdat dit een extra opgave neerlegde bij ondernemers maar ook gemeenten, werd 45 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit geld kon worden ingezet voor bijvoorbeeld beveiligers, gastvrouwen of zogenaamde city hosts die ondernemers hielpen bij de controle van het CTB.
Loonbijstelling tranche 2021
De tranche 2021 voor de loonbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.
Prijsbijstelling tranche 2021
De tranche 2021 voor de prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.
Tegenvaller njn: COA bezetting
De bezetting bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) was een stuk hoger dan bij Voorjaarsnota werd verwacht, omdat er rekening werd gehouden met een lagere instroom dan in 2020 en een uitstroom van vergunninghouders conform de taakstelling. De totale tegenvaller was circa 83 miljoen euro. Een deel van de kosten van de opvang van eerstejaars asielzoekers uit ontwikkelingslanden werd toegerekend aan ODA (38,2 miljoen euro). Het overige deel van de tegenvaller (44,6 miljoen euro) werd gedekt vanuit de asielreserve. Deze post betrof zodoende een desaldering van ontvangst uit de asielreserve ter dekking van de hogere kosten van het COA.
Tijdelijke coronabanen
Om toezicht- en handhavingsorganisaties te ondersteunen werd € 60 mln. beschikbaar gesteld aan gemeenten voor het inrichten van tijdelijke coronabanen. Hiermee konden ongeveer 3.800 voltijds fte extra tijdelijke coronabanen in het toezicht en de handhaving gecreëerd worden (bijvoorbeeld straatcoaches in de openbare ruimte). De toezichthouders namen daarmee een deel van de taken van boa's en politiemensen uit handen.
Diversen
De post diversen uit de overige mutaties waarvan de belangrijkste worden toegelicht. Hieronder valt het toekennen van additionele middelen voor Loon- en Prijsbijstellingen bij de Najaarsnota (13,8 miljoen euro). Daarnaast hebben er ontvangsten vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport plaatsgevonden in het kader van de beveiliging van vaccinlocaties (29 miljoen euro). Vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn er overboekingen gedaan naar Defensie (14,9 miljoen euro) en Financiën (14,9 miljoen euro) voor de bijdrage voor het Multidisciplinair Interventieteam in het kader van het Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit. Tot slot hebben er overboekingen plaatsgevonden aan DG Covid-19 voor het beschikbaar stellen van programmagelden voor dat DG (16 miljoen euro).
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Abn amro schikking boetedeel
ABN AMRO en het Openbaar Ministerie hebben in 2021 een schikking getroffen inzake de witwasfraude waartegen de bank onvoldoende actie ondernomen had. De totale schikking betrof een bedrag van 480 miljoen euro. Het boete-component hiervan was 300 miljoen euro.
Slotwet: mee- en tegenvallers
Deze post bestaat uit een aantal mutaties waarvan de belangrijkste onderstaand worden toegelicht. In de Slotwet 2021 van JenV wordt per artikel op een nog gedetailleerder niveau inzichtelijk gemaakt welke mee- en tegenvallers er zijn geweest.
Er heeft zich een terugstorting aan JenV ter hoogte van 10,7 miljoen euro voorgedaan vanuit de rechtsbijstand, vanwege een overschrijding van de liquiditeitsnorm. Bij de bijdrage aan Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een wettelijke taak heeft zich een meevaller voorgedaan van 4,2 miljoen euro als gevolg van de definitieve vaststelling van subsidies over 2020 en de terugbetaling van positieve exploitatieresultaten. Tevens heeft zich een meevaller ter hoogte van 4,4 miljoen euro voorgedaan op de definitieve subsidievaststelling van Nidos over 2020. Er is een ontvangst van 5,2 miljoen euro van FM-Haaglanden inzake de afrekening van de in 2020 gebruikte werkplekken. Tot slot heeft zich bij Justid een ontvangst van 9,6 miljoen euro voorgedaan die samenhangt met een vermeerderd aantal opdrachten.
Tegenvaller afpak-opbrengsten
De afpak-opbrengsten zijn circa 88,2 mln. lager uitgekomen dan geraamd. Dit komt voornamelijk doordat afpak-opbrengsten sterk afhankelijk zijn van de realisatie van grote schikkingen. Hoewel er in 2021 wel twee grote schikkingen zijn geweest (groter dan 10 mln.) hadden deze schikkingen een hoog boete-component en een verhoudingsgewijs beperkte afpak-component.
Diversen
De post diversen bestaat uit een viertal mutaties. De twee grootste mutaties zijn een meevaller van 8,8 miljoen euro bij DJI vanwege een afrekening over 2020 en een meevaller van 4,8 miljoen euro bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) vanwege een vertraging bij het kwijtschelden publieke schulden gerelateerd aan de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Bij de incidentele suppletoire begroting was de verwachting dat er 5,6 miljoen euro aan boetes kwijtgescholden zou worden. Het blijkt dat dit langzamer loopt dan verwacht.
Beleidsmatige mutaties
Boeten en transacties
De raming voor het Boeten & Transactiedossier viel lager uit door diverse maatregelen die verkeersbewegingen beperkten in 2021. De raming is om deze reden met 74 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Daarnaast zijn er als gevolgen van de corona-crisis minder ontvangsten binnengekomen aan griffierechten, en de administratiekosten bij het CJIB (in totaal ter hoogte van 19 miljoen euro).
MPP
Deze post bestaat uit een tweetal mutaties. Ten eerste vond er door de afrekening van het Nidos over 2020 een terugbetaling van 6 miljoen euro aan subsidie plaats. Daarnaast was er een meevaller van circa 68,9 miljoen euro bestaande uit bij de afrekening van de bijdrage COA over 2020 (2,6 mln.) en het afromen van het overtollig eigen vermogen (66,3 mln.) van het COA.
Diversen
De post diversen uit een tweetal mutaties. Ten eerste heeft door de kwijtschelding van publieke schulden in het kader van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag een vermindering van de ontvangsten uit Boeten & Transacties plaatsgevonden (5,6 miljoen euro).
Technische mutaties
Desaldering afrekening IND over opdracht 2020
Dit betreft de desaldering van de afrekening van de IND over de opdracht 2020. Zie voor de inhoudelijke toelichting de gelijknamige post bij uitgaven.
Desaldering bijzondere bedragen
Dit betreft de desaldering van bijzondere uitgaven op de balans van de politie. Zie voor de inhoudelijke toelichting de gelijknamige post bij uitgaven.
Tegenvaller njn: COA bezetting
Dit betreft een uitname uit de asielreserve ter dekking van de hogere kosten van het COA. Zie voor de inhoudelijke toelichting de gelijknamige post bij de uitgaven.
Diversen
De post diversen uit de overige mutaties waarvan de belangrijkste worden toegelicht. Het gaat hierbij om een terugboeking van overgebleven middelen voor het aanschaffen van persoonlijke beschermingsmiddelen in het kader van corona aan het ministerie van Financiën (25,9 miljoen euro). Tevens bevat deze post een desaldering bij het IND die veroorzaakt is door het opschonen van de balans (10 miljoen euro) en het inzetten van deze middelen om de productie te bekostigen.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 6.642,40 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Realisatie | ‒ 190,3 |
Diversen | 3,2 |
‒ 187,1 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Btw-component 2020 | 43,7 |
Dekking uit eindejaarsmarge | ‒ 49,1 |
Kasschuif paw proeftuinen | 19 |
Kasschuif sah | ‒ 18,4 |
Kasschuif seeh (urgenda 1.0) | 42 |
Kasschuif urgenda mkb | ‒ 20 |
Kasschuif woningbouwimpuls | 200 |
Negatieve eindejaarsmarge 2020 | ‒ 149,5 |
Ow - uitstel meerkosten medeoverheden | 23 |
Raming btw-component versterkingsoperatie groningen | 56 |
Realisatie huurtoeslag 2020 | 60,9 |
Technische correctie gemeentefonds | 15,6 |
Diversen | 33,1 |
256,3 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Achtervangvergoeding nhg | 63,5 |
Bestuursakkoord groningen 2021 | 385,6 |
Btw afdracht wbi | ‒ 36,8 |
Doorbouwplan scholen | 100 |
Informatiehuishouding en actieve openbaarmaking | 104 |
Nationaal programma groningen | 94 |
Ontvangsten nam q3 en q4 2020 | 79,8 |
Overdracht pachtboerderijen | 31,1 |
Prijsbijstelling | 41,6 |
Raming versterkingsoperatie groningen art 10 | 246,6 |
Raming versterkingsoperatie groningen art 11 | 97,4 |
Realisatie | ‒ 70,1 |
Uitvoering specifieke opdrachten doc-direkt | 40,7 |
Ventilatie in scholen | 85 |
Versterkingsoperatie groningen batch 1588 tweede tranche | 44 |
Versterkingsopgave nam | 76,5 |
Volkshuisvestingsfonds | 450 |
Woningbouwimpuls (btw) | ‒ 38,3 |
Diversen | 143,7 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Diversen | 17,4 |
1.955,70 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 2.024,90 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 8.667,40 |
Totaal Internationale samenwerking | 0,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 8.667,90 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 666,4 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Huurtoeslag | ‒ 83,9 |
Realisatie | ‒ 52,7 |
‒ 136,6 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Afboeking ontvangsten nam | ‒ 222,9 |
Kasschuif ontvangsten nam | ‒ 172 |
Surplus 2020 rvb | 28,9 |
Diversen | ‒ 10,3 |
‒ 376,3 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Achtervangvergoeding nhg | 63,5 |
Ontvangsten nam q3 en q4 2020 | 207,3 |
Overdracht pachtboerderijen | 31,1 |
Raming versterkingsoperatie groningen art 10 | 246,6 |
Raming versterkingsoperatie groningen art 11 | 97,4 |
Uitvoering specifieke opdrachten doc-direkt | 40,7 |
Versterkingsopgave nam | 76,5 |
Diversen | 41,9 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Generale ontvangsten | 60,5 |
Diversen | 12,2 |
877,7 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 365 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 1.031,40 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 1.031,40 |
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Realisatie
De uitgaven op de BZK-begroting zijn in 2021 lager uitgevallen dan geraamd. De onderschrijding kent diverse oorzaken. Zo zijn er lagere uitgaven in het kader van de versterkingsoperatie in Groningen. Verder is er minder uitgegeven het middelen aan de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) en de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP). Ook zijn de uitgaven voor het op orde brengen van de informatiehuishouding van het Rijk lager uitgevallen. Vanwege het feit dat de budgetten later in het jaar zijn verkregen en het lastig is geweest om het juiste personeel te werven, wordt 2021 gezien als een lerend jaar en is een deel van het beschikbare budget niet tot uitputting gekomen in 2021.
Diversen
De uitgaven bij de huurtoeslag zijn in 2021 € 3,2 mln. lager uitgevallen dan begroot.
Beleidsmatige mutaties
Btw-component 2020
Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen is de btw-component over de uitgaven in het kader van de versterkingsoperatie Groningen voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen niet worden doorbelast aan de NAM. Deze toevoeging aan de begroting van BZK betreft de compensatie voor de btw-component over de versterkingsoperatie uitgaven in 2020. De dekking voor deze compensatie is deels gevonden op de aanvullende post.
Dekking uit eindejaarsmarge
De overschrijding op de begroting van BZK in 2020 is gecorrigeerd voor de overschrijdingen op de budgetten van Groningen (circa 123,5 miljoen), de Huurtoeslag (60,9 miljoen) en de Woningbouwimpuls (14,2 miljoen). Na deze correcties op de negatieve EJM, resteert er een positieve EJM van circa 49,1 miljoen De EJM is deels ingezet voor diverse problematiek binnen de BZK-begroting en een deel viel toe aan het generale beeld.
Kasschuif PAW proeftuinen
Op de BZK-begroting staan middelen voor de derde tranche proeftuinen van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) en de deals aardgasvrije wijken. Vanwege voortschrijdend inzicht en de aanpassing van het oorspronkelijke bestedingsplan was een ander kasritme benodigd en zijn deze middelen in dit kasritme gezet.
Kasschuif SAH
De beschikbare middelen voor de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) zijn in het juiste kasritme gezet op basis van de prognose van RVO. Uitbetaling van de middelen loopt naar verwachting tot en met 2028.
Kasschuif SEEH (urgenda 1.0)
Een deel van de Urgenda middelen voor de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) is in 2020 niet meer tot betaling gekomen. Deze middelen zijn bij 2e suppletoire begroting 2020 afgeboekt en zijn bij 1e suppletoire begroting 2021 weer toegevoegd aan de begroting van BZK.
Kasschuif urgenda mkb
Voor de ontzorgingsregeling die zicht richt op de op het realiseren van reductie van CO₂-uitstoot van kleine mkb’ers, zijn middelen uit 2021 doorgeschoven naar 2022. Op deze manier heeft de doelgroep voldoende tijd om gebruik te maken van de regeling en kunnen aanvragen die eind 2021 zijn ingediend nog in behandeling worden genomen.
Kasschuif woningbouwimpuls
Dit betreft de middelen voor de derde tranche van de woningbouwimpuls. De middelen zijn vanaf de aanvullende post overgeboekt naar de begroting van BZK en middels deze kasschuif in het juiste ritme gezet.
Negatieve eindejaarsmarge 2020
Op de begroting van BZK heeft over 2020 een overschrijding van per saldo circa 149,5 miljoen plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een even hoge negatieve eindejaarsmarge (EJM). Deze negatieve EJM bestaat voor een groot deel uit een overschrijding op het dossier Groningen, die per saldo circa 123,5 miljoen is. Daarnaast is de negatieve EJM voornamelijk het gevolg van overschrijdingen op de huurtoeslag (60,9 miljoen) en de woningbouwimpuls (14,2 miljoen).
OW - uitstel meerkosten medeoverheden
Deze middelen zijn eenmalig ter beschikking gesteld voor de decentrale overheden omdat het uitstel van de Omgevingswet met een half jaar extra transitiekosten met zich meebrengt.
Raming btw-component versterkingsoperatie groningen
Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen is de btw-component over de uitgaven in het kader van de versterkingsoperatie Groningen voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen niet worden doorbelast aan de NAM. Dit betreft de raming voor de btw-component over de uitgaven in het kader van de versterkingsoperatie. Deze raming is meerjarig opgeboekt op de begroting van BZK
Realisatie huurtoeslag 2020
Dit betreft de realisatie van de huurtoeslag 2020. Er is sprake van een overschrijding van het budget van 60,9 miljoen ten opzichte van de budgetstand bij 2e suppletoire begroting 2020. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door hogere uitgaven en lagere ontvangsten. Er is 45,1 miljoen meer uitgegeven als gevolg van hogere voorschotten en meer nabetalingen. Aan de ontvangstenkant is er 15,8 miljoen minder binnengekomen als gevolg van een milder terugvorderingsbeleid dat wordt gehanteerd in verband met de COVID-19 crisis.
Technische correctie gemeentefonds
Tussen 1997 en 2006 is een verschil ontstaan tussen het verplichtingenbudget en het kasbudget in het gemeentefonds. Een deel van dit verschil is bij NJN 2020 opgelost binnen het gemeentefonds. Het restant wordt nu gecorrigeerd met een bijdrage via de BZK-begroting naar het gemeentefonds, waarvoor middelen zijn toegevoegd aan begroting van BZK.
Diversen
Dit betreft veel verschillende mutaties. Zo zijn er in 2021 middelen toegevoegd aan de BZK-begroting voor overlopende posten op de diverse begrotingsartikelen. Daarnaast zijn middelen voor de subsidie hybride opties (Urgenda 2.0) weer opgeboekt op de BZK-begroting. Tevens zijn er middelen toegevoegd ter dekking van het amendement Arib en het amendement Lodders. Verder betreft het onder andere middelen voor uitbreiding van het compensatiepakket Zeeland in het kader van Evides, voor de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III) en voor het beheer van Digitaal Stelsel Omgevingswet en het Serviceteam Rijk. In 2020 zijn de budgetten voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) en Subsidieregeling (SEEH) overschreden. Deze overschrijdingen zijn in mindering gebracht op de budgetten voor 2021. Deze post bevat ook middelen voor advieskosten die gegeven hun aard niet activeerbaar zijn en geen onderdeel vormen van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten. Deze kosten zijn ontstaan naar aanleiding van gewijzigde ontwerpen, extra onderzoeken en acties gerelateerd aan de definitieve besluitvorming over de renovatie van het Binnenhof begin 2021. Daarnaast bevat deze post meerdere mutaties op het Groningendossier.
Technische mutaties
Achtervangvergoeding NHG
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2020 bedroeg afgerond 63,5 miljoen euro.
Bestuursakkoord Groningen 2021
Voor de uitvoering van het Bestuursakkoord Groningen in 2021 zijn middelen toegevoegd aan de begroting van BZK.
Btw afdracht wbi
Dit betreft de afdracht aan het btw-compensatiefonds voor de derde tranche van de woningbouwimpuls die in 2021 is uitgekeerd aan gemeenten.
Doorbouwplan scholen
In 2020 is er 100 miljoen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van het binnenklimaat van schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs. Bij de 2e suppletoire begroting 2020 is 40 miljoen doorgeschoven naar 2021. Deze middelen zijn bij 1e suppletoire begroting 2021 weer toegevoegd aan de BZK-begroting.
Informatiehuishouding en actieve openbaarmaking
De middelen die in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag zijn gereserveerd voor het structureel verbeteren van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking zijn aan de BZK-begroting toegevoegd. Een deel van de middelen is daarna vanaf de BZK-begroting doorverdeeld naar andere departementen.
Nationaal Programma Groningen
In 2020 is 60 miljoen aan middelen voor het Nationaal Programma Groningen (NPG) niet meer tot betaling gekomen. Het betreft middelen voor de projecten Toekomst en de programmaplannen van de gemeenten en de provincie. De middelen zijn toegevoegd aan het budget voor 2021. Daarnaast is 34 miljoen overgeboekt van de Aanvullende Post naar de begroting van BZK ten behoeve van diverse projecten die samen met de regio zijn geselecteerd als onderdeel van het Nationaal Programma Groningen.
Ontvangsten NAM q3 en q4 2020
Op het Groningen dossier is over 2020 een negatieve eindejaarsmarge (EJM) gerealiseerd van circa 123,5 miljoen De negatieve EJM is gedekt middels de inzet van de compensatie voor de btw-component 2020 en de in 2021 te ontvangen bijdragen van de NAM voor Q3 en Q4 2020. Dit betreft de dekking vanuit de ontvangsten Q3 en Q4 2020 op artikel 10 en artikel 11.
Overdracht pachtboerderijen
In 2021 zijn de pachtboerderijen door BZK verkocht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Afgelopen jaar zijn de pachtboerderijen getaxeerd en de overnamesom is uitgekomen op een bedrag van 31,1 miljoen Dit bedrag heeft het RVB aan BZK betaald. Met deze middelen financiert BZK het herstelprogramma van de pachtboerderijen en zijn de pachtboerderijen door het RVB resultaatneutraal overgenomen.
Prijsbijstelling
De tranche 2021 van de prijsbijstelling is overgeheveld naar de begroting van de BZK.
Raming versterkingsoperatie Groningen art 10
Dit betreft de meerjarige raming voor de uitgaven die direct gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen op begrotingsartikel 10 van de begroting van BZK. Tegenover deze uitgaven staan ontvangsten van de NAM.
Raming versterkingsoperatie Groningen art 11
Dit betreft de meerjarige raming voor de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen op begrotingsartikel 11 van de begroting van BZK. Tegenover deze uitgaven staan ontvangsten van de NAM.
Realisatie
Dit betreft hoofdzakelijk de in 2021 niet-bestede middelen van de regeling Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen (SUVIS). Deze resterende middelen zijn middels een incidentele suppletoire begroting toegevoegd aan het SUVIS budget voor 2022. Daarnaast betreft het de in 2021 niet-bestede middelen voor testvoorzieningen in de grensregio.
Uitvoering specifieke opdrachten Doc-Direkt
Dit betreft een desaldering voor de uitvoering van specifieke opdrachten door Doc-Direkt. De desaldering wordt jaarlijks bij 1e suppletoire begroting verwerkt.
Ventilatie in scholen
Naar aanleiding van de motie van de Tweede Kamerleden Westerveld en Kuiken van 14 juli 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 25295, nr. 1368), waarin de regering wordt verzocht urgentie te betrachten in het oplossen van ventilatieproblemen bij scholen, is 85 miljoen vanuit de aanvullende post toegevoegd aan de begroting van BZK voor 2021.
Versterkingsoperatie Groningen batch 1588 tweede tranche
Vanaf de aanvullende post zijn middelen overgeboekt voor de tweede tranche van de versterking van 1588 adressen in Groningen.
Versterkingsopgave NAM
Bij 2e suppletoire begroting 2021 is de uitgavenraming voor de versterkingsopgave opwaarts bijgesteld vanwege extra uitgaven voor de voortgang van de versterkingsoperatie. Deze uitgaven hebben onder andere betrekking op de afkoop van scholen, tijdelijke huisvesting en een inhaalslag van de aanvragen voor de Bouwimpuls. De kosten worden bij de NAM in rekening gebracht.
Volkshuisvestingsfonds
Dit betreft een overboeking naar de begroting van BZK voor het in 2021 ingerichte Volkshuisvestingsfonds. Middels een specifieke uitkering zijn de middelen uitgekeerd aan gemeenten om de woningvoorraad te herstructureren en de leefbaarheid te verbeteren. Het Volkshuisvestingsfonds is geen begrotingsfonds als bedoeld in de Comptabiliteitswet 2016.
Woningbouwimpuls (btw)
In februari 2021 zijn de aanvragen voor de tweede tranche van de woningbouwimpuls toegekend. In de aanvragen hebben gemeenten de compensabele BTW opgegeven. Dit betreft de afdracht aan het btw-compensatiefonds op basis van de door gemeenten aangeleverde gegevens.
Diversen
Dit betreft veel diverse mutaties. Zo zijn de in 2020 niet-bestede middelen op het Groningendossier weer toegevoegd aan de begroting van BZK. Daarnaast zijn er middelen vanaf de aanvullende post overgeheveld naar de begroting van BZK voor onder andere Kenniswerf (compensatiepakket Zeeland), Batch 1588 (Groningen) en project Informatiepunt Digitale Overheid. Ook zijn er diverse overboekingen met andere begrotingshoofdstukken. Vanuit andere departementen zijn middelen overgeheveld naar de BZK-begroting voor hun bijdragen aan onder andere de dienstverlening van FMHaaglanden, de budgetfinanciering van de BRP en de dienstverlening van Doc-Direkt. De middelen om de informatiehuishouding te verbeteren zijn overgeboekt naar andere departementen. Voor het digitaal hulpmiddel uitslagberekening zijn middelen overgeheveld naar de begroting van de Kiesraad. Er zijn tevens middelen overgeheveld naar het btw-compensatiefonds voor het volkshuisvestingfonds en het Nationaal Programma Groningen. Ook zijn middelen overgeheveld naar het Gemeentefonds voor de implementatiekosten van de Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb) en voor de voortzetting van de pleegzorg van alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Verder betreft het de jaarlijkse desaldering voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA’s) van de Shared Service Organisaties.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen
Dit betreft een actualisatie van de in 2021 te betalen vennootschapsbelasting over de generale ontvangsten.
Niet belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Huurtoeslag
Er waren in 2021 lagere ontvangsten bij de huurtoeslag als gevolg van minder ingestelde terugvorderingen en pauzering van de terugvorderingen als gevolg van corona en van het kwijtschelden van schulden bij gedupeerden van de Kinderopvangtoeslagaffaire.
Realisatie
De ontvangsten op de BZK-begroting zijn lager uitgevallen dan begroot. De lagere ontvangsten komen voornamelijk doordat de bijdrage van de NAM voor de versterkingsuitgaven in het tweede kwartaal van 2021 niet in 2021 zijn ontvangen.
Beleidsmatige mutaties
Afboeking ontvangsten NAM
Dit betreft een bijstelling van de ontvangstenraming van de NAM. De raming is naar beneden bijgesteld omdat de NAM in 2021 heeft aangegeven dat zij vooralsnog slechts 60% zou betalen van de facturen voor het derde en vierde kwartaal 2020 en het eerste kwartaal 2021. BZK en EZK gaan ervan uit dat de uitblijvende ontvangsten in latere jaren alsnog worden gerealiseerd.
Kasschuif ontvangsten NAM
Doordat de uitgaven van de versterkingsoperatie achteraf aan de NAM worden gedeclareerd, lopen de ontvangsten vanuit de NAM achter op de uitgaven. Middels een kasschuif zijn de ontvangsten in een kasritme gezet dat beter aansluit bij het verwachte ontvangstritme.
Surplus 2020 RVB
Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) liet over 2020 een positief resultaat zien. Dit positieve resultaat is veroorzaakt door incidentele vastgoedresultaten. De belangrijkste zijn een positief verkoopresultaat van 15,9 miljoen en een terugneming van een waardeverminderingsverlies van 11,4 miljoen vanwege het terugnemen van een object in de strategische voorraad. De toevoeging van het resultaat aan het eigen vermogen leidt tot een surplus. Conform de Regeling Agentschappen wordt het surplus afgeroomd door de eigenaar. De middelen zijn voornamelijk ingezet ter dekking van diverse problematiek binnen begrotingsartikel 9 van de BZK-begroting.
Diversen
Dit betreft verschillende mutaties, waaronder het afromen van het surplus eigen vermogen van diverse agentschappen (DHC, FMH, SSC-ICT en UBR). Daarnaast zijn de ontvangstenramingen voor ingebruikgevingen en vervreemding en de ontvangstenraming van Doc-Direkt neerwaarts bijgesteld. Verder betreft het de afrekening 2020 van de voorschotten aan het Rijksvastgoedbedrijf. Ook betreft het een verlaging van de ontvangstenraming van de huurtoeslag. Ouders die in aanmerking komen voor een herstelregeling kinderopvangtoeslag krijgen de nog openstaande schulden bij de overheid kwijtgescholden. Tevens zijn er meerontvangsten uit incidentele verkopen van vastgoed dat in materieel beheer van BZK is. Tot slot betreft het de afrekening over de RVO jaaropdracht 2020 en een teruggave van RVO als gevolg van het positieve resultaat 2020.
Technische mutaties
Achtervangvergoeding NHG
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2020 bedraagt afgerond 63,5 miljoen euro.
Ontvangsten NAM q3 en q4 2020
Dit betreft de in 2021 te ontvangen bijdrage van de NAM voor de versterkingsoperatie uitgaven in het 3e en 4e kwartaal van 2020. Doordat de uitgaven voor de versterkingsoperatie achteraf aan de NAM worden gedeclareerd, loopt het ritme van de uitgaven en ontvangsten niet gelijk.
Overdracht pachtboerderijen
In 2021 zijn de pachtboerderijen door BZK verkocht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). In 2020 zijn de pachtboerderijen getaxeerd en is de overnamesom uitgekomen op een bedrag van 31,1 miljoen. Dit bedrag is door RVB aan BZK betaald. Met deze middelen financiert BZK vervolgens het herstelprogramma van de pachtboerderijen en zijn de pachtboerderijen door het RVB resultaatneutraal overgenomen.
Raming versterkingsoperatie Groningen art 10
Dit betreft de meerjarige raming voor de uitgaven die direct gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen op begrotingsartikel 10 van de begroting van BZK. Tegenover deze uitgaven staan ontvangsten van de NAM.
Raming versterkingsoperatie Groningen art 11
Dit betreft de meerjarige raming voor de uitvoeringkosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen op begrotingsartikel 11 van de begroting van BZK. Tegenover deze uitgaven staan ontvangsten van de NAM.
Uitvoering specifieke opdrachten Doc-Direkt
Dit betreft een desaldering voor de uitvoering van specifieke opdrachten door Doc-Direkt. De desaldering wordt jaarlijks bij 1e suppletoire begroting verwerkt.
Versterkingsopgave NAM
Dit betreft de geraamde ontvangsten van de NAM als gevolg van hogere uitgaven binnen de versterkingsoperatie in 2021.
Diversen
Dit betreft een aantal verschillende mutaties. Het betreft onder meer desalderingen in het kader van detacheringen, de bijdragen van andere departementen aan de budgetfinanciering van de BRP, de afrekeningen 2020 met Rijkswaterstaat en het Kadaster inzake werkzaamheden voor de Omgevingswet. Daarnaast betreft het de jaarlijkse desaldering voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA’s) van de Shared Service Organisaties (SSO’s) en de bijdrage van de SSO’s voor P&O-werkzaamheden.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Generale ontvangsten
Dit betreft de meerontvangsten op de post benzineveilingen en bodemmaterialen die op de begroting van BZK worden ontvangen.
Diversen
Dit betreft de definitieve afrekening van de bevoorschotting in 2020 aan het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat hier om de meerontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen.
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 43.620,10 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Slotwetrealisatie sf uitgaven r | ‒ 39,3 |
Sw-mutatie bekostiging po | ‒ 36,7 |
Sw-mutatie overige bekostiging | ‒ 58,7 |
Sw-mutatie prestatiebox | 58,6 |
Tegenvaller studiefinancieringsraming uitgaven (r) | 71,2 |
Diversen | ‒ 121,2 |
‒ 126,1 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Eindejaarsmarge | 149,7 |
Inzet eindejaarsmarge | ‒ 58,8 |
Inzet eindejaarsmarge tekort npoa | ‒ 90,9 |
Kasschuif ov sf | 1.050,00 |
Kot afboeking | ‒ 44 |
Kwijtschelden schulden toeslagouders | 252,5 |
Nieuwkomers oda middelen labelen als hgis | ‒ 41,2 |
Overlopende verplichting lpo | ‒ 29,2 |
Referentieraming | ‒ 72,1 |
Diversen | ‒ 11,4 |
1.104,60 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Covid-19 continuïteit en extra hulp voor de klas | 210 |
Covid-19 nationaal programma onderwijs | 2.950,70 |
Covid-19 sneltesten | 82,8 |
Covid-19 tweede steunpakket cultuur | 248,4 |
Covid-19 vierde steunpakket cultuur | 70 |
Covid-19 zelftesten | ‒ 61,9 |
Loonbijstelling tranche 2021 | 697,3 |
Prijsbijstelling tranche 2021 | 180 |
Diversen | 340 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Meevaller studiefinancieringsraming uitgaven (nr) | ‒ 687,6 |
Npo halvering collegegeldkrediet en levenlanglerenkrediet | ‒ 55 |
Prijsbijstelling tranche 2021 (nr) | 51,8 |
Tegenvaller studiefinanciering referentieraming uitgaven (nr) | 283,1 |
Diversen | 25 |
4.334,60 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 5.313,00 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 48.933,10 |
Totaal Internationale samenwerking | 107,9 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 49.041,00 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 1.445,00 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 28,6 |
28,6 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0 |
0 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Covid-19 nationaal programma onderwijs | ‒ 75 |
Diversen | 74,5 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Meevaller studiefinancieringsraming ontvangsten (nr) | 157,7 |
Tegenvaller studiefinancieringsraming ontvangsten (nr) | ‒ 50,2 |
Diversen | 40 |
147 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 175,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 1.620,60 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 1.620,60 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Slotwetrealisatie sf uitgaven r
De meevaller op de slotwetrealisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door de realisatie op de overige uitgaven. Deze zijn lager dan geraamd.
Sw-mutatie bekostiging po
Op Artikel 1 is op de middelen van de aanvullende bekostiging van het Nationaal Programma Onderwijs (NPOa) een overlopende verplichting geboekt om het juiste betaalritme voor schooljaar 2021/2022 te bewerkstelligen.
Sw-mutatie overige bekostiging
De overige bekostigingsregeling begeleiding startende leraren en schoolleiders is per abuis gerealiseerd op het voormalige hoofdbudget prestatiebox, terwijl het budget is overgeboekt naar de overige bekostiging.
Sw-mutatie prestatiebox
De overige bekostigingsregeling begeleiding startende leraren en schoolleiders is per abuis gerealiseerd op het voormalige hoofdbudget prestatiebox, terwijl het budget is overgeboekt naar de overige bekostiging.
Tegenvaller studiefinancieringsraming uitgaven (r)
De autonome tegenvaller op de relevante uitgaven van artikel 11 wordt in 2021 grotendeels veroorzaakt door hoger dan geraamde omzettingen van de basisbeurs.
Diversen (Mee- en tegenvallers)
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.
Beleidsmatige mutaties
Eindejaarsmarge 2020
De eindejaarsmarge betreft het deel van de OCW-begroting dat in 2020 per saldo niet tot besteding is gekomen en bedraagt 149,7 miljoen euro. Dit bedrag wordt conform de begrotingsregels toegevoegd aan de begroting 2021 van OCW.
Inzet eindejaarsmarge
Van de eindejaarsmarge wordt 33,4 miljoen euro ingezet voor overlopende verplichtingen die in 2020 waren gepland maar pas in 2021 tot betaling komen. Het resterende bedrag van wordt ingezet ter dekking van de tegenvallers op de OCW-begroting.
Kasschuif ov sf
Er is besloten tot een kasschuif van 1.050,0 miljoen euro op het budget van de reisvoorziening van de openbaarvervoersbedrijven op artikel 11 (Studiefinanciering). Deze kasschuif van jaar 2022 naar 2021 wordt vaker verwerkt omdat dit in het verleden behulpzaam kon zijn om het kasritme van de staat te optimaliseren. Dit jaar wordt opnieuw een kasschuif uitgevoerd, op verzoek van de ov-bedrijven en om het kasritme van de staat te optimaliseren.
Kot afboeking
Voor gedupeerde ouders van de Kinderopvangtoeslagaffaire geldt dat DUO-schulden worden kwijtgescholden. Voor 2021 heeft OCW hiervoor 250,0 miljoen euro op de begroting staan en 5,0 miljoen euro uitvoeringskosten. De middelen die in 2021 niet zijn besteed (44 miljoen euro) zullen in 2022 nog kwijtgescholden worden. Daarom wordt dit bedrag middels een plafondcorrectie afgeboekt in 2021, om vervolgens weer te worden opgeboekt in 2022.
Kwijtschelden schulden toeslagouders
In totaal wordt circa 250 miljoen euro aan studieschulden van toeslagenouders kwijtgescholden. Hiervoor is 5 miljoen euro aan uitvoeringskosten benodigd.
Nieuwkomers oda middelen labelen als hgis
ODA middelen krijgen hiermee label HGIS.
Overlopende verplichting lpo
Betreft een overlopende verplichting op de extra uitgekeerde LPO incidentele loonruimte (0,16%). Dit wordt volgend jaar uitgekeerd aan de sector.
Referentieraming
In het NPOa is generaal budget beschikbaar gesteld ter dekking van de structurele gevolgen van de extra studentenaantallen in de Referentieraming. Dit is in de zesde ISB verwerkt.
Diversen (Beleidsmatige mutaties)
Deze post bestaat uit beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen
Technische mutaties
Covid-19 continuïteit en extra hulp voor de klas
De middelen zijn bedoeld voor extra personeel binnen de school. Het gaat met dit aanvullende steunpakket zowel om banen die er pre-corona nog niet waren (extra schoonmaak, toezicht, inzet digitalisering) alsook om de inzet van studenten van opleidingen, bekwaam personeel en bevoegd personeel. Zo draagt dit steunpakket bij aan de continuïteit van het onderwijs.
Covid-19 nationaal programma onderwijs
Deze middelen worden ingezet voor een groot aantal maatregelen in het kader van het NPOa. De middelen zijn middels de zesde ISB aan de OCW-begroting toegevoegd.
Covid-19 sneltesten
Voor het preventief testen van studenten en docenten om het volgen van fysiek onderwijs mogelijk te maken, zijn sneltesten beschikbaar gesteld. Dit is in de derde en de negende ISB verwerkt.
Covid-19 tweede steunpakket cultuur
In het tweede steunpakket worden middelen beschikbaar gesteld. Hiermee wordt een aanvullende subsidie onder de BIS instellingen verdeeld, een aanvullende subsidie onder Cultuurfondsen verdeeld, de open monumentenlening bij het NRF verlengd, een aanvullende subsidie onder de instellingen die onder de erfgoedwet vallen verdeeld en er is een deel bestemd voor projectsubsidies aan enkele instellingen buiten de BIS.
Covid-19 vierde steunpakket cultuur
In het vierde steunpakket cultuur wordt een verlenging van de specifieke steunmaatregelen voorgesteld. In het derde kwartaal van 2021 wordt 45,0 miljoen euro vrijgemaakt voor BIS- en erfgoedwetinstellingen en 25,0 miljoen euro voor een verlenging van de directe steun aan makers.
Covid-19 zelftesten
Niet bestede middelen voor zelftesten uit 2021 zijn afgeboekt in 2021 en middels de 4e ISB opgeboekt in 2022.
Loonbijstelling tranche 2021
De tranche 2021 van de loonbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.
Prijsbijstelling tranche 2021
De tranche 2021 van de prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.
Diversen (Technische mutaties)
Deze post bestaat uit technische mutaties die onder de ondergrens vallen.
Meevaller sf uitgaven nr
De niet-relevante uitgaven voor rentedragende leningen en het collegegeldkrediet blijken in de realisatie lager dan geraamd, waardoor er een meevaller op de niet-relevante uitgaven voor de studiefinanciering ontstaat.
Npo halvering collegegeldkrediet en levenlanglerenkrediet
De halvering van het wettelijk collegegeld heeft als gevolg dat studenten een lager maximaal bedrag aan collegegeldkrediet kunnen aanvragen voor 2021/2022. Hetzelfde geldt voor het levenlanglerenkrediet.
Prijsbijstelling (nr) tranche 2020
De tranche 2021 (niet-relevant) van de prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.
Tegenvaller sf uitgaven nr
In de realisatie blijkt o.a. dat minder prestatiebeurzen (basis en aanvullend) worden omgezet (in een lening of gift) dan geraamd, waardoor in totaal meer uitgaven aan prestatiebeurzen worden gedaan. Hierdoor ontstaat een tegenvaller op de niet-relevante uitgaven voor de studiefinanciering.
Diversen (Niet-relevant voor het uitgavenplafond)
Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Diversen (Mee- en tegenvallers)
Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen
Beleidsmatige mutaties
Diversen (Beleidsmatige mutaties)
Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.
Technische mutaties
Covid-19 nationaal programma onderwijs
De ontvangsten worden verlaagd naar aanleiding van het NPOa. Dit betreft de middelen voor de generieke korting op het lesgeld. Hierdoor bedragen de lesgeldontvangsten minder dan geraamd.
Diversen (Technische mutaties)
Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.
Meevaller studiefinancieringsraming ontvangen (nr)
In de realisatie 2020 zijn zowel de termijn ontvangsten als de extra ontvangsten op de terug ontvangen lening hoger dan geraamd. De ontvangsten op de terugontvangen lening zijn daarop naar boven bijgesteld voor 2021 en verder. Er is vanwege diverse oorzaken een meevaller op het artikel studiefinanciering. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de Memorie van Toelichting bij artikel 11 in de 2e suppletoire begroting.
Slotwetrealisatie sf ontvangsten nr
De niet-relevante ontvangsten op de terugontvangen hoofdsom zijn met 50,2 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat er een lager bedrag is terugbetaald aan leningen.
Diversen (Niet-relevant voor het uitgavenplafond)
Deze post bestaat uit niet-relevante mutaties die onder de ondergrens vallen.
Nationale Schuld (Transactiebasis)
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 5.913,60 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Rente vaste schuld | 81,1 |
Diversen | 2,7 |
83,8 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0 |
0 | |
Technische mutaties | |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Diversen | ‒ 15,5 |
‒ 15,5 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 68,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 5.981,90 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 5.981,90 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 11.187,30 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Rente vlottende schuld | ‒ 422,6 |
Diversen | 2,5 |
‒ 420,1 | |
Technische mutaties | |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Aflossingen op leningen | 70,9 |
Mutatie in rekening courant en deposito | 7.908,60 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 507 |
Rente derivaten | ‒ 584,9 |
Voortijdige beëindiging derivaten | 1.532,70 |
Diversen | 0,6 |
9.434,90 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 9.014,70 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 20.202,10 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 20.202,10 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Rente vaste schuld
De rentelasten op de vaste schuld zijn in 2021 € 81 mln. hoger
uitgevallen dan begroot. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de
rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. De
rentepercentages waren iets hoger dan de rentepercentages die zijn
gebruikt tijdens het opstellen van de begroting.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de
ondergrens vallen
Beleidsmatige mutatie
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de
ondergrens vallen
Technische mutaties
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de
ondergrens vallen
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvaller
Rente vlottende schuld
De rentebaten op de vlottende schuld vallen lager uit als gevolg van
wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de
korte rente. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties
die uit deze wijzigingen volgen. In 2021 is minder rente ontvangen
doordat de omvang van de kortlopende schuld lager is uitgevallen als
gevolg van het verhogen van de vaste schuld en het lagere kastekort.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de
ondergrens vallen
Technische mutaties
Aflossingen op leningen
In 2021 is € 71 mln. meer aan leningen afgelost dan in de begroting werd
geraamd. Dit komt onder andere doordat aan het eind van 2020 meer
leningen zijn verstrekt dan bij het opstellen van de begroting van 2021
was voorzien. Het grootste deel van de leningen hebben een jaarlijkse
aflossing. Door de stijging van het aantal leningen in 2020 is eind 2021
meer afgelost dan begroot.
Mutatie in rekening courant en deposito
De eindstanden van de rekeningen-courant van agentschappen, RWT's,
decentrale overheden en sociale fondsen zijn per saldo toegenomen met
8.416 miljoen euro. Een toename zorgt voor een instroom van middelen
voor het Rijk.
Mutatie in rekening courant en deposito('s)
Zie Mutatie in rekening courant en deposito.
Rente derivaten
De rentebaten op derivaten zijn lager uitgevallen als gevolg van de
gerealiseerde rentepercentages op de variabele delen van de renteswaps
en als gevolg van de voortijdige beëindiging van rentederivaten.
Voortijdige beëindiging derivaten
Het Agentschap heeft in 2021 rentederivaten voortijdig beëindigd. Dit is
voornamelijk gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te
sturen; de looptijd van de gehele schuldportefeuille is hierdoor in 2021
toegenomen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto
contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer in het jaar
waarin de voortijdige beëindiging van derivaten plaatsvindt, ontvangen,
hetgeen de EMU-schuld met hetzelfde bedrag verlaagt.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de
ondergrens vallen
Financiën
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 9.215,90 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Belasting- en invorderingsrente (bir) | 85,1 |
Bijdrage aan sso's | ‒ 20 |
Btw-compensatiefonds | ‒ 135 |
Coalitieakkoord - toeslagen | ‒ 150 |
Compensatie toeslagengedupeerden | 19,8 |
Eigen personeel | ‒ 21 |
Ict opdrachten | ‒ 16,2 |
Inhuur externen | ‒ 18,5 |
Mutatie begrotingsreserve ekv | 36,2 |
Mutatie begrotingsreserve (uitgaven) | ‒ 92,2 |
Mutatie definitieve schade-uitkeringen | 95 |
Schade-uitkering ekv - afgesloten dossiers (r) | ‒ 74,9 |
Vrijval beschikbaar budget | ‒ 32,2 |
Diversen | ‒ 41,4 |
‒ 365,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bijdrage aan sso's | ‒ 43 |
Btw e-commerce | 32,3 |
Compensatie toeslagengedupeerden | 876 |
Eigen personeel | ‒ 86,8 |
Eindejaarsmarge | 39,6 |
Informeren registratie fraude signalering voorziening (fsv) | 24,8 |
Inhuur externen | ‒ 41,7 |
Kasschuif compensatie toeslagengedupeerden | 50,5 |
Kasschuif herstel toeslagen: brede hulp door gemeenten | ‒ 36,1 |
Kasschuif informatievoorziening (iv) | ‒ 36,9 |
Kasschuif kindregeling | ‒ 200 |
Kasschuif pok informatiehuishouding | ‒ 28,4 |
Nog onverdeeld | ‒ 55 |
Opschaling ondersteuning aan commissies toeslagengedupeerden | 19 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve ekv | 67 |
Diversen | 2,7 |
584 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Herverzekering leverancierskredieten | ‒ 260 |
Informatiehuishouding: de basis op orde | 52 |
Kwijtschelden private schulden ouders in wsnp/msnp | 55,8 |
Kwijtschelding private schulden toeslagengedupeerden | 80 |
Loonbijstelling | 68,6 |
Overboeking bcf afdracht rijnlandroute 2021 | 42 |
Overboeking bcf derde tranche woningbouwimpuls | 36,8 |
Overboeking bcf tweede tranche woningbouwimpuls | 38,3 |
Overboeking derving ontvangsten kot toeslagengedupeerden | ‒ 38,6 |
Vergroten menselijke maat | 42 |
Diversen | 195,5 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Kapitaalinjectie invest international | ‒ 60,8 |
Kapitaalinjectie invest nl | ‒ 205 |
Kasschuif kapitaalinjectie invest international | ‒ 117 |
Schade-uitkering ekv - niet afgesloten dossiers | 97 |
Schade-uitkering ekv - niet afgesloten dossiers (n) | ‒ 30,2 |
Diversen | 1,4 |
‒ 2,2 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 216,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 9.432,50 |
Totaal Internationale samenwerking | 48 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 2.229,00 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Belasting- en invorderingsrente (bir) | 449 |
Boetes en schikkingen | 107,3 |
Dividend staatsdeelnemingen | 263,4 |
Dividenden staatsdeelnemingen - deelnemingen | ‒ 50 |
Mutatie begrotingsreserve ekv | ‒ 74,6 |
Mutatie begrotingsreserve (ontvangsten) | 95 |
Mutatie premies ekv | ‒ 92,2 |
Ontvangsten boetes en schikkingen | 45 |
Overige apparaatsontvangsten | 21,3 |
Premies ekv | 36,2 |
Premies exportkredietverzekeringen (ekv) | 67 |
Diversen | 22,9 |
890,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 12,1 |
12,1 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Klm rente-ontvangsten | ‒ 36,9 |
Mutaties premies hulk | 50 |
Verlenging coronamaatregelen | ‒ 260 |
Diversen | ‒ 6,2 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Dividend staatsdeelnemingen | ‒ 89,3 |
Dividenden staatsdeelnemingen - financiële deelnemingen | 527,3 |
Mutatie schaderestitutie na '99 | ‒ 124,6 |
Diversen | 18,5 |
78,8 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 981,1 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 3.210,10 |
Totaal Internationale samenwerking | 2,4 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 3.212,50 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Belasting- en invorderingsrente
De uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente zijn in 2021
€ 85 miljoen hoger. Dat wordt met name veroorzaakt door de definitieve
verdeelsleutel van de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen. Dit
leidt ertoe dat van de rente-uitgaven een groter deel dan voorzien is
toegerekend aan de Financiënbegroting en een kleiner deel aan de Sociale
Fondsen. Daarnaast zijn de uitgaven hoger, doordat er invorderingsrente
betaald is over belastingteruggaven naar aanleiding van de uitspraak in
het Sofina-arrest.
Bijdrage aan SSO’s
De bijdragen aan shared service organizations (SSO’s) vallen 20 miljoen
lager uit door het vanwege corona verplichte thuiswerken er minder
uitgaven worden gedaan aan huisvesting en facilitaire dienstverlening.
BTW-compensatiefonds
Deze mutatie betreft een bijstelling van de raming van het
Btw-compensatiefonds (BCF), omdat gemeenten en provincies minder btw
hebben gedeclareerd dan verwacht.
Coalitieakkoord - toeslagen
In het coalitieakkoord is een kasschuif van 150 miljoen voor
toeslagenherstel van 2021 naar 2022 opgenomen. Dit heeft te maken met
gedupeerde ouders die onbereikbaar zijn of hebben aangegeven de 30.000
euro nog niet te willen ontvangen. Daarnaast opent het loket van Sociale
Banken Nederland (SBN) later dan initieel geraamd, waardoor er een
vertraging optreedt in het kwijtschelden van private schulden.
Eigen personeel
Zowel bij de Belastingdienst als bij de Douane is in 2021 sprake van
onderbezetting door krapte op de arbeidsmarkt waardoor werving
achterblijft. De uitgaven aan eigen personeel vallen daarom lager
uit.
ICT-opdrachten
De uitgaven aan ICT-opdrachten vallen € 16 miljoen lager uit, door de
lagere groei van benodigde servercapaciteit en doorgeschoven uitgaven in
de tijd als gevolg van het wereldwijde chiptekort.
Inhuur externen
Door schaarste op de arbeidsmarkt vallen de uitgaven aan externe inhuur
per saldo € 18,5 miljoen lager uit omdat er minder externen ingehuurd
konden worden, met name bij Toeslagen en de Belastingdienst.
Mutatie begrotingsreserve exportkredietverzekering
EKV
De begrote storting in de begrotingsreserve is gelijk aan de raming van
de premies, conform de systematiek sinds de revisie van de nationale
rekeningen door het CBS in 2019. De begrote onttrekking uit de
begrotingsreserve is gelijk aan de raming van de uitvoeringskosten van
Atradius, overige kosten en definitieve schades. Per saldo neemt naar
verwachting de begrotingsreserve met ca. 36 miljoen euro toe. De premies
zijn bij slotwet nog met 36,2 miljoen toegenomen, doordat er eind 2021
nog een grote premiesom is ontvangen.
Mutatie begrotingsreserve (uitgaven)
De raming van de begrotingsreserve is bij tweede suppletoire begroting
met ca. 92 miljoen euro naar beneden bijgesteld. De begrotingsreserve
wordt gevoed door de premieontvangsten. Door een afname van de verwachte
premieontvangsten daalt ook de verwachte storting in de
begrotingsreserve. De onderliggende reden hiervoor is het uitblijven van
inkomsten gerelateerd aan een grote projectfinancieringstransactie.
Mutatie definitieve schade-uitkeringen
In 2021 valt de schade-uitkering EKV bij tweede suppletoire begroting
naar verwachting 95 miljoen euro hoger uit. Dit heeft grotendeels te
maken met het nog te tekenen bilateraal akkoord voor de
schuldenkwijtschelding van Sudan. Het kwijt te schelden bedrag voor
Nederland bedraagt 75 miljoen euro. Op dit moment is het echter onzeker
of het bilateraal akkoord nog in 2021 wordt gesloten, gezien de recente
ontwikkelingen in Sudan. Indien het bilaterale akkoord niet in 2021
wordt gesloten, valt de schade-uitkering niet hoger uit
Schade-uitkering EKV– afgesloten dossiers (r)
Na de revisie van de nationale rekeningen verwerkt het CBS de
schadeuitkeringen van de (EKVEKV) als financiële transacties. Pas bij
het sluiten van de polis wordt schade geboekt ten laste van het
uitgavenplafond. De verhouding tussen de definitieve en voorlopige
schades wordt bijgesteld; het totaal aan definitieve en voorlopige
schades blijft gelijk. De schade-uitkering voor afgesloten dossiers is
met circa 75 miljoen naar beneden bijgesteld. De begroting hield
rekening met een kwijtschelding van € 75 miljoen aan Sudan. Door de
onrustige situatie in dat land heeft deze kwijtschelding zich niet
gematerialiseerd. Naar verwachting zal dat in 2022 gebeuren.
Vrijval beschikbaar budget
Niet alle resterende middelen op Artikel 10 (Nog onverdeeld) zijn nodig
in 2021. Daarom valt circa 32 miljoen euro aan nog onverdeelde middelen
vrij. Deze vrijgevallen middelen komen ten goede aan het generale
beeld.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de
ondergrens vallen.
Beleidsmatige mutaties
Bijdrage aan SSO’s
Als gevolg van het thuiswerken vanwege corona vallen de huisvestings- en
facilitaire kosten ten behoeve van de uitbreiding van de Belastingdienst
lager uit. In 2021 was er vanwege de thuiswerkmaatregelen minder
noodzaak om facilitaire aanpassingen te doen in de kantooromgeving, zijn
er diverse meevallers op het terrein van bestellingen van
kantoorartikelen en het niet doorgaan van opleidingsdagen. Ook werkt
vertraging in projecten bij het Rijksvastgoedbedrijf door naar de
facilitaire uitgaven van de Belastingdienst.
BTW e-commerce
Voor de Europese richtlijn btw E-commerce heeft de Belastingdienst een
tijdelijke noodvoorziening (’’het noodspoor’’) uitgewerkt om het
wetsvoorstel met ingangsdatum van 1 juli 2021 te kunnen uitvoeren. Voor
deze uitvoering was € 32,3 miljoen beschikbaar gesteld.
Compensatie toeslaggedupeerden
In de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» van de
Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) zijn
verschillende beleidsvoornemens aangekondigd waaronder de forfaitaire
€ 30.000 regeling. Deze middelen zien dan ook toe op de compensatie van
toeslagengedupeerden en de gerelateerde uitvoeringskosten.
Eigen personeel
Zowel bij de Belastingdienst als bij de Douane is in 2021 sprake van
onderbezetting. De uitgaven aan eigen personeel vallen daarom lager
uit.
Eindejaarsmarge
Conform de begrotingsregels wordt de eindejaarsmarge toegevoegd aan de
begroting van Financiën.
Informeren registratie fraude signalering voorziening
(fsv)
Er is € 24,8 miljoen begroot aan opstartkosten n.a.v. de toezegging dat
de Belastingdienst de mensen die in de Fraude Signalering Voorziening
(FSV) geregistreerd stonden daarover te informeren. Het betreft het
openstellen van een speciaal telefoonnummer voor vragen over FSV en een
meldpunt voor burgers die mogelijk gevolgen hebben ondervonden, zoals
het niet krijgen van minnelijke schuldsanering. Ook heeft de
Belastingdienst een tijdelijk organisatieonderdeel opgericht om onder
andere (voor zover mogelijk) op individueel niveau in kaart te brengen
of de registratie in FSV onterechte gevolgen heeft gehad, en burgers
hierover te informeren.
Inhuur externen
De verwachte uitgaven aan externe inhuur van de Belastingdienst zijn
lager uitgevallen, omdat eerder geschatte aantallen op een aantal
dossiers (onder andere registraties E-commerce en inzageverzoeken FSV,
zie hierboven) lager zijn dan verwacht. Hierdoor was het beroep op extra
inhuur/uitzendkrachten lager. Bovendien zijn de extra werkzaamheden ook
deels met bestaande capaciteit verricht. Vanwege corona hebben reguliere
werkzaamheden als invordering en buitentoezicht op een lager niveau
plaatsgevonden, waardoor bestaande capaciteit ingezet kon worden.
Kasschuif compensatie toeslaggedupeerden
De kasschuif is op basis van de ramingen van 2021 van het ritme voor
herstelbetalingen aan Toeslagengedupeerden in 2021 beschikbaar
gesteld.
Kasschuif herstel toeslagen: brede hulp door gemeenten
In de eerste incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen
is budget beschikbaar gesteld voor onvoorziene uitgaven. Deze zullen
worden ingezet voor ondersteuning door gemeenten middels een specifieke
uitkering. Hiervan wordt 36,1 miljoen euro kasbudget naar 2022
geschoven.
Kasschuif informatievoorziening (iv)
In de Voorjaarsnota 2020 heeft IV structurele middelen ontvangen om de
basis op orde te krijgen. Uit de daaropvolgende nieuwe meerjarenraming
van IV, blijkt dat de ICT-middelen de komende drie jaren in een ander
ritme benodigd zijn.
Kasschuif kindregeling
In de eerste incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen
is budget beschikbaar gesteld voor uitvoering van de kindregeling van
Toeslagengedupeerden. De uitvoering hiervan zal later starten en
derhalve wordt 200 miljoen euro kasbudget naar 2022 geschoven.
Kasschuif POK informatiehuishouding
In de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» van 15 januari
2021 heeft het kabinet maatregelen aangekondigd om de
informatiehuishouding op orde te brengen. Het budget dat beschikbaar is
gesteld voor het verbeteren van de informatiehuishouding van de
Belastingdienst is, op basis van verbeterde inzichten over de geplande
investeringen en activiteiten in het verwachte kasrtitme gezet.
Nog onverdeeld
Het is de verwachting dat niet alle resterende middelen op artikel
10 nodig zijn in 2021. Daarom valt 55 miljoen euro aan nog onverdeelde
middelen vrij. Deze vrijgevallen middelen komen ten goede aan het
generale beeld
Opschaling ondersteuning aan commissies
toeslagengedupeerden
Sinds februari 2021 is het aantal verzoeken aan en beroepen op de
Commissie Werkelijke Schade en de Bezwaarschriftenadvies Commissie
(beiden Toeslagenherstel) sterk toegenomen. Daarom is er extra budget
beschikbaar gesteld voor opschaling van de personele ondersteuning van
deze commissies.
Storting/onttrekking begrotingsreserve EKV
Vanaf de eerste suppletoire begroting 2020 en verder worden de
toevoegingen aan de begrotingsreserve (EKV) als uitgaven weergegeven en
de onttrekkingen uit de begrotingsreserve als ontvangsten. Bij de eerste
suppletoire begroting 2021 is de raming van de toevoeging aan de
begrotingsreserve met circa 67 miljoen naar boven bijgesteld. De
storting in de begrotingsreserve is gelijk aan de raming van de
premieontvangsten die bij eerste suppletoire begroting eveneens met
67 miljoen is toegenomen. Het toevoegen van de premieontvangsten aan de
begrotingsreserve is een uitgave voor de Financiën-begroting.
Diversen
Dit betreft een som van meerdere mutaties, waaronder de verdeling van de
cao-middelen naar de Financiën begroting en uitgaven voor Digitale
Snelweg Douane.
Technische mutaties
Herverzekering leverancierskredieten
De coronamaatregel Herverzekering Leverancierskredieten is geëindigd op
1 juli 2021. De geraamde schades zijn daarom in 2021 naar beneden
bijgesteld.
Informatiehuishouding: de basis op orde
In de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» van 15 januari 2021 heeft het kabinet maatregelen aangekondigd om de informatiehuishouding op orde te brengen, zowel intern als extern. Dit betreft onder andere de middelen voor de uitvoering van de Wet Open Overheid (WOO).
Kwijtschelden private schulden ouders in WSNP/MSNP
Een gedeelte van de compensatiegerechtigde gedupeerden zit op dit moment in een minnelijke schuldregeling (MSNP) of een schuldregeling in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijk Personen (WSNP). Voor deze ouders worden de private schulden kwijtgescholden. De programmakosten bedroegen in 2021 circa 55,8 miljoen euro.
Kwijtschelding private schulden toeslagengedupeerden
Ten behoeve van de voorgenomen kwijtschelding van private schulden van toeslagengedupeerden wordt additioneel meerjarig 283,6 miljoen euro beschikbaar gesteld. Bij de derde incidentele suppletoire begroting inzake Kwijtschelding private schulden Toeslagengedupeerden in WSNP/MSNP-trajecten is voor de compensatie van WSNP- en MSNP-schulden reeds 55,8 miljoen euro beschikbaar gesteld. In totaal is voor de compensatie van private schulden dus 339,4 miljoen euro beschikbaar gesteld exclusief uitvoeringskosten
Loonbijstelling
De tranche 2021 van de loonbijstelling is overgemaakt naar de begroting van Financiën.
Overboeking BCF afdracht rijnlandroute 2021
Er vindt een storting van 42 miljoen euro plaats in het Btw-compensatiefonds inzake het project Rijnlandroute
Overboeking BCF derde tranche woningbouwimpuls
Er vindt een storting van 37 miljoen euro plaats in het Btw-compensatiefonds inzake het project Woningbouwimpuls, derde tranche.
Overboeking BCF tweede tranche woningbouwimpuls
Er vindt een storting van 38 miljoen euro plaats in het Btw-compensatiefonds inzake het project Woningbouwimpuls, tweede tranche.
Overboeking derving ontvangsten KOT toeslagengedupeerden
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) scheldt, als onderdeel van het kwijtschelden van publieke schulden, de openstaande Kinderopvangtoeslag- en Kindgebonden budgetschulden van KOT-gedupeerden kwijt. Dit resulteert in een derving op de SZW-begroting. De eerder beschikbaar gestelde middelen voor de Toeslagenherstelactie bevatten reeds cumulatief 57,9 miljoen euro ter dekking van dervingen op openstaande vorderingen kinderopvangtoeslag. Deze middelen zijn overgeheveld van de begroting van Financiën ter compensatie voor een deel van de verwachte derving naar op de SZW-begroting.
(Kasschuif) kapitaalinjectie invest international (niet plafond relevant)
De begrotingsreeks voor de kapitaalinjectie Invest International werd getemporiseerd door vertraging in de oprichting van Invest International, per 1 oktober 2021. Het deel (€ 117 miljoen) dat in 2021 niet nodig was, werd bij de tweede suppletoire begroting voor een deel doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast bleek dat Invest International bovenop de initiële aandelenstorting en de kapitaalstortingen van € 69 miljoen geen aanvullende kapitaalbehoefte had in 2021.
Kapitaalinjectie invest nl (niet plafond relevant)
Voor het totale beschikbare kapitaal voor Invest-NL in 2021 zijn verplichtingen aangegaan. Doordat daadwerkelijke investeringen (kasuitgaven) door Invest-NL in bedrijven en fondsen op latere momenten en soms gefaseerd plaatsvindt, moet de kasreeks voor de kapitaalinjectie worden aangepast. Daarom wordt 130 miljoen euro kasbudget naar latere jaren verschoven.
Schade-uitkering EKV - niet afgesloten dossiers (niet plafond relevant)
Op 30 april 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het ondersteunen van het bedrijf Royal IHC om de continuïteit te waarborgen. De in 2020 verwachte schades hebben zich echter niet voorgedaan. De verwachting was dat deze schades in 2021 zouden plaatsvinden. De raming in 2021 is derhalve bij eerste suppletoire begroting opgehoogd met 87 miljoen schades IHC. Daarnaast is de schade-uitkering EKV met 10 miljoen toegenomen, als gevolg van nieuw geopende schadezaken. Per saldo neemt de raming voor de schade-uitkering EKV bij eerste suppletoire begroting met 97 miljoen toe.
Diversen (niet plafond relevant)
Deze post bestaat uit een som van meerdere mutaties, waaronder het crisis gerelateerde deel van de DNB-winstafdrachten.
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Belasting- en invorderingsrente
De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente zijn € 448 miljoen hoger. Dat wordt met name veroorzaakt door de definitieve verdeelsleutel van de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen, die ertoe leidt dat van de rente-inkomsten een groter deel dan voorzien is toegerekend aan de Financiënbegroting en een kleiner deel aan de Sociale Fondsen.
Boetes en schikkingen
De ontvangsten voor de boetes en schikkingen zijn hoger uitgevallen dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door de definitieve verdeelsleutel over boetes en rente tussen de Sociale Fondsen en de Financiënbegroting. Deze verdeelsleutel leidt ertoe dat van de boetes een groter deel dan voorzien is toegerekend aan de Financiënbegroting en een kleiner deel aan de Sociale Fondsen. Daarnaast kwamen in de laatste maanden van 2021 meer boeteontvangsten binnen op achterstallige vorderingen als gevolg van het opstarten van het reguliere invorderingsproces.
Dividend(en) staatsdeelnemingen- deelnemingen
De onzekerheid in de dividendramingen is als gevolg van de coronapandemie gedaald, wat tot hogere dividendontvangsten leidt.
Mutatie begrotingsreserve EKV
De onttrekking aan de begrotingsreserve EKV is opgebouwd uit definitieve schades, overige kosten en de kostenvergoeding Atradius. Doordat de definitieve schades lager zijn uitgevallen dan bij tweede suppletoire begroting werd geraamd, valt de onttrekking uit de reserve bij slotwet ook lager uit.
Mutatie begrotingsreserve (ontvangsten)
Definitieve schades, de kostenvergoeding Atradius en de overige kosten leiden tot een onttrekking uit de begrotingsreserve. Doordat de raming voor de definitieve schades bij tweede suppletoire begroting toenemen, neemt ook de raming voor de onttrekking uit de begrotingsreserve met 95 miljoen euro toe. Een aanzienlijk deel hiervan bestaat uit de schuldenkwijtschelding van Sudan, wat gezien de onrust in Sudan onzeker is.
Mutatie premies EKV
De premies voor EKV zijn met circa 92 miljoen euro naar beneden bijgesteld. De verwachte premies over 2021 zijn namelijk aanzienlijk afgenomen, wat met name te maken had met het uitblijven van inkomsten van een verwachte grote projectfinancieringstransactie.
Premies EKV
De premies EKV zijn bij slotwet met circa 36 miljoen toegenomen. Aan het einde van 2021 is nog een grote premiesom ontvangen.
Premies exportkredietverzekeringen (EKV).
De raming voor de premies EKV is bij eerste suppletoire begroting met 67 miljoen toegenomen. De verwachting is dat de te ontvangen premie voor een in 2020 afgesloten grote projectfinanciering in 2021 in de kas zal worden ontvangen.
Diversen
Dit betreft een som van meerdere mutaties, waaronder lagere ontvangsten voor het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) als gevolg van een lager aantal afgenomen Wft (Wet op het financieel toezicht) examens. Daarentegen vallen de ontvangsten voor NLFI (NL Financial Investments) hoger uit, omdat een geraamde betaling in 2020 in 2021 heeft plaatsgevonden.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Deze post bestaat uit een som van meerdere mutaties die onder de ondergrens vallen. Zo vallen o.a. de ontvangsten op de apparaatskosten bij de Belastingdienst op basis van de realisaties hoger uit dan geraamd.
Technische mutaties
KLM rente-ontvangsten
De rentevergoeding voor de door de Staat verstrekte lening aan KLM wordt ontvangen op basis van een gebroken boekjaar. KLM heeft in 2020 en 2021 minder getrokken uit de directe lening dan initieel voorzien. Daarom zijn de rente-ontvangsten op de lening van KLM lager uitgevallen dan verwacht.
Mutaties premies HULK
De premies voor de coronamaatregel Herverzekering Leverancierskredieten (HULK) zijn met 50 miljoen euro naar boven bijgesteld. De originele raming zag enkel toe op facturen van 2021. Begin 2021 zijn echter ook de laatste facturen gerelateerd aan 2020 betaald, die over de jaargrens zijn heen geschoven. Derhalve valt het bedrag aan premies hoger uit dan initieel geraamd.
Verlenging coronamaatregelen
In verband met het beperken van de economische effecten van het coronavirus heeft het kabinet meermaals besloten de mogelijkheid voor bedrijven voor uitstel van betaling van belastingen met 3 maanden te verlengen. Gedurende heel 2021 hebben bedrijven gebruik kunnen maken van de uitstelregeling. Dit werkt door in lagere ontvangsten van boetes en van de opbrengsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten, aangezien er verzuimboetes achterwege werden gelaten of zijn teruggedraaid en invorderingsmaatregelen werden opgeschort.
Diversen
Deze post bestaat uit een som van meerdere mutaties die onder de ondergrens vallen.
Dividend staatsdeelnemingen – financiële deelnemingen (niet plafond relevant)
In juli volgde een wijziging van de Europese Centrale Bank (ECB) op het eerdere ECB-advies aan financiële instellingen om naar aanleiding van de coronacrisis niet of zeer terughoudend te zijn met het doen van winstuitkeringen. Op basis hiervan is de dividendraming bij de tweede suppletoire begroting naar boven bijgesteld. Daarnaast daalde de onzekerheid als gevolg van de coronapandemie in de dividendramingen, wat eveneens tot hogere dividendontvangsten leidde.
Dividenden staatsdeelnemingen (niet plafond relevant)
Zie Dividend(en) staatsdeelnemingen- deelnemingen.
Mutatie schaderestitutie na ’99 (niet plafond relevant)
De schaderestituties zijn met 125 miljoen euro naar beneden bijgesteld. In de begroting 2021 was voor dit jaar de laatste recuperatie tranche opgenomen voor Argentinië. Argentinië bevindt zich momenteel in betalingsproblemen en is in onderhandeling over herstructurering van haar schuld.
Diversen (niet plafond relevant)
Deze post bestaat uit een som van meerdere mutaties die onder de ondergrens vallen.
Defensie
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 11.402,80 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Bijstellen budget nog onverdeeld | ‒ 172,5 |
Bijstellen uitgaven, ontvangsten en verplichtingenstand voorlopige rek | ‒ 53,4 |
Diversen | 16,6 |
‒ 209,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bijstellen uitgaven en verplichtingen luchtmacht | 16 |
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training | 60 |
Budget t.b.v. veteranen | 30 |
Convenant met bz voor inzet kmar voor beveiliging in het buitenland | 25,2 |
Eindejaarsmarge defensiebegroting | 53,4 |
Eindejaarsmarge dmf | 166,5 |
Naheffing belastingdienst loonheffingen vanaf 2016 | 57,3 |
Diversen | ‒ 5,3 |
403,1 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bijstellen valuta in dollars | ‒ 44,4 |
Digitale veiligheid | 45 |
Loonbijstelling | 120,7 |
Prijsbijstelling defensiematerieelbegrotingsfonds | 104,9 |
Diversen | 89,4 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Diversen | 0 |
315,6 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 509,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 11.912,20 |
Totaal Internationale samenwerking | 182,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 12.094,80 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 158,7 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 4,3 |
4,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 2,5 |
‒ 2,5 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 25,3 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Diversen | 25,9 |
0,6 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 2,4 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 161,1 |
Totaal Internationale samenwerking | 5,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 166,5 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Bijstellen budget nog onverdeeld
Het budget betreft onder andere loonbijstelling voor het jaar 2021. Het arbeidsvoorwaardenakkoord is op 31 december 2020 verlopen. In 2021 hebben sociale partners echter geen overeenstemming over een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord kunnen bereiken. De arbeidsvoorwaardenonderhandelingen over het jaar 2021 en verder zijn door sociale partners weer opgestart.
Bijstellen uitgaven, ontvangsten en verplichtingenstand voorlopige rekening
Dit budget betreft o.a. het naar beneden bijstellen van de uitgaven voor Nationaal Fonds Ereschuld als gevolg van een latere start van het uitdelen van de vergoedingen dan beoogd (11,3 miljoen). Daarnaast betreft het lagere exploitatiekosten van de NAVO als gevolg van COVID-19 (3,8 miljoen). Wegens COVID-19 zijn ook de personele exploitatiekosten (9,2 miljoen) lager uitgevallen door o.a. minder dienstreizen en opleidingen. Verder betreft dit lagere materiële exploitatie (7,7 miljoen). en late leveringen van bestellingen bij buitenlandse leveranciers.
Diversen
Dit betreft met name hogere uitgaven bij het Defensie Ondersteuningscommando voor o.a. water en energie (2,5 miljoen), schoonmaakkosten (2,1 miljoen) en transportkosten (2 miljoen).
Beleidsmatige mutaties
Bijstellen uitgaven en verplichtingen luchtmacht
De uitgaven bij de luchtmacht zijn 16 miljoen hoger uitgevallen dan verwacht wegens inlopen van achterstallige Foreign Military Sales (FMS) facturering. Daarnaast zijn de kosten voor inhuur hoger uitgevallen dan geraamd.
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training
Er zijn extra middelen beschikbaar voor munitie, opleiding en training van militairen beschikbaar gesteld. Dit leidt tot een toename van de gereedheid van Defensie.
Budget t.b.v. veteranen
Er is structureel geïnvesteerd in de zorg voor veteranen en geoefendheid van militairen door het beschikbaar stellen van aanvullende middelen voor het Nationaal Fonds Ereschuld voor veteranen, die als gevolg van missies fysieke of mentale schade hebben opgelopen.
Convenant met BZ voor inzet KMar voor beveiliging in het buitenland
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken hevelt 25,2 miljoen euro over naar het ministerie van Defensie ten behoeve van de bescherming van diplomaten en ambassades door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) van de Koninklijke Marechaussee (KMar).
Eindejaarsmarge Defensiebegroting
De eindejaarsmarge 2020 is bij de Voorjaarsnota 2021 toegevoegd aan de defensiebegroting.
Eindejaarsmarge DMF
Dit betreft het toevoegen van de eindejaarsmarge (EJM) van het DMF. De EJM is op het voedingsartikel van H10 toegevoegd, en vervolgens overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
Naheffing belastingdienst loonheffingen vanaf 2016
Dit betreft een nagekomen en niet begrote naheffing van de Belastingdienst voor de werkkostenregeling (WKR) voor de periode vanaf 2016.
Diversen
De post diversen is het saldo van diverse mutaties, waaronder een kasschuif voor de Invictus Games (5 miljoen) van 2021 naar 2022, omdat deze spelen als gevolg van de COVID-19 maatregelen zijn verplaatst naar 2022.
Technische mutaties
Bijstellen valuta in dollars
De nieuwe raming van de euro/dollarkoers uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau leidt tot een meevaller op de uitgaven in dollars op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Conform kabinetsafspraak komen mee- en tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo. De verwerking vindt plaats via een correctie van het uitgavenplafond. Alvorens de doorverdeling kan plaatsvinden vanuit het DMF wordt deze geboekt op het voedingsartikel op de reguliere Defensiebegroting, en het ontvangstenartikel van het DMF.
Digitale veiligheid
Aan de Defensiebegroting is 45 miljoen toegevoegd om de betrouwbaarheid en continuïteit van de digitale veiligheid te waarborgen. De middelen worden via het voedingsartikel toegevoegd aan het DMF.
Loonbijstelling
De tranche 2021 van de loonbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.
Prijsbijstelling (defensiematerieelbegrotingsfonds)
De prijsbijstelling tranche 2021 voor het DMF van € 104,9 miljoen is toegevoegd aan de Defensiebegroting. Via het voedingsartikel is deze prijsbijstelling toegevoegd aan het DMF.
Diversen
Deze post is het saldo van verschillende mutaties. Het gaat o.a. om de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2021 defensiebegroting (23,1 miljoen). Ook betreft deze post een bijdrage voor de incidentele nood- en steunmaatregelen voor Defensie als gevolg van COVID-19 (40,4 miljoen) en incidenteel 7 miljoen voor de tijdelijke werkgarantieregeling voor technisch personeel. Verder betreft deze post de doorverdeling van de valutategenvaller als gevolg van duurdere Zweedse Kronen van 13,5 miljoen (zie hiervoor ook de uitgaven en ontvangsten van het DMF). Daarnaast betreft deze post een bijdrage vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid t.b.v. het Bredere Offensief Tegen Georganiseerde Criminaliteit (8,9 miljoen) en de eerste tranche voor het Multidisciplinair Interventie Team (12 miljoen).
Niet-belastingontvangsten
Mee en tegenvallers
Diversen
Dit is het saldo van verschillende mutaties waaronder hogere ontvangsten bij de marine wegens het inlopen van achterstallige rekeningen voor onderhoud van Portugese schepen (2 miljoen). Ook betreft dit hogere ontvangsten bij inzet als gevolg van o.a. VN ontvangsten voor Minusma (1,2 miljoen) en terugbetaling van de Real Life NATO Support and Procurement Agency aan Defensie t.b.v. de missie Resolute Support.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Deze post is het saldo van meerdere mutaties waaronder de herschikking van een deel van de ontvangsten van het de landmacht. De ontvangsten worden overgeheveld naar het DMF vanuit de Defensiebegroting omdat de uitgaven in het DMF plaatsvinden.
Technische mutaties
Diversen
Dit is het saldo van verschillende mutaties waaronder het naar beneden bijstellen van de ontvangsten met 12,6 miljoen euro als gevolg van het niet nakomen van betalingsverplichtingen vanuit Jordanië voor geleverde goederen als rupsvoertuigen, terreinvoertuigen en de daarbij behorende reservedelen. Deze ontvangsten zullen in de komende jaren naar verwachting alsnog binnenkomen. Ook de ontvangsten voor zorgkosten zijn met 7 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Vanwege COVID-19 heeft de niet-spoedeisende dienstverlening aan het militaire personeel stilgelegen waardoor de betreffende behandelingen niet konden plaatsvinden en dus niet gedeclareerd konden worden bij de zorgverzekeraar. Verder betreft dit het naar beneden bijstellen van de ontvangsten bij DMO en de doorwerking hiervan bij de uitgaven als gevolg van lagere verkopen van brandstof aan bondgenootschappelijke krijgsmachten en van een lagere olieprijs. Het saldo van de ontvangsten wordt daarnaast verklaard door de vergoeding voor het medegebruik van o.a. kazernes door andere overheidsinstanties zoals gemeenten voor bijvoorbeeld het opvangen van asielzoekers.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Aflossing en rente ABP 2017
Deze post betreft o.a. de terugbetaling van een lening aan het ABP. Voor de overgang van een omslagstelsel voor militaire pensioenen naar het kapitaaldekkingsstelsel heeft het ministerie van Defensie in het verleden een financieringsconstructie met het ABP gesloten. Deze financieringsconstructie bestond uit een aantal leningen en de laatste lening is in 2021 door het ministerie van Defensie afgelost.
Infrastructuur en Waterstaat
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 16.446,70 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Onderuitputting klimaat | ‒ 15,6 |
Diversen | ‒ 82,3 |
‒ 97,9 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Doorschuiven budget urgenda/klimaat 2020 | 44,5 |
Eindejaarsmarge regeringsvliegtuig | 16,2 |
Eindejaarsmarge 2020 | 19 |
Generale kasschuif deltafonds | 169 |
Generale kasschuif hxii | ‒ 54,2 |
Generale kasschuif mf | 768 |
Kosten rijkswaterstaat en prorail door hoogwater limburg | 26,6 |
Diversen | ‒ 0,2 |
988,9 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Beschikbaarheidsvergoeding ov q1 t/m q3 | 1.110,00 |
Beschikbaarheidsvergoeding ov q4 | 370 |
Beschikbaarheidsvergoeding ov 2020 | 521,2 |
Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute | ‒ 42 |
Bvov 2020 ns hrn | ‒ 190,9 |
Compensatiepakket zeeland - aanvullende post | 46 |
Covid-gerelateerde meerkosten cbr en rws | 51 |
Covid19 testen reizen | 173,1 |
Loon- en prijsbijstelling 2021 | 224,4 |
Onderuitputting testen voor reizigers | ‒ 60 |
Overheveling aanvullende post | 36,5 |
Saldo 2021 subsidies | ‒ 37,4 |
Vrijval bvov 2020 | ‒ 243 |
Vrijval bvov 2021 | ‒ 410 |
Diversen | ‒ 7,6 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Omvorming prorail naar zbo | ‒ 7.147,00 |
‒ 5.605,70 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 4.714,60 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 11.732,10 |
Totaal Internationale samenwerking | 29,2 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 11.761,30 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 19,7 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 8,1 |
8,1 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 1,4 |
‒ 1,4 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 9 |
9 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 15,7 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 35,4 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 35,4 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Onderuitputting klimaat
Op de klimaatsubsidieregelingen (voornamelijk subsidie voor bestelauto’s) is sprake van onderuitputting, onder andere vanwege een chiptekort.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.
Beleidsmatige mutaties
Doorschuiven budget Urgenda/Klimaat 2020
Mede als gevolg van de coronacrisis zijn niet alle beschikbare middelen voor Klimaat- en Urgendadoelen tot besteding gekomen in 2020. Omdat met deze middelen, middels dezelfde regeling als waar het budget voor was bedoeld in 2020, de beoogde CO2-reductie kan worden bewerkstelligd in 2021, zijn zij in 2021 toegevoegd aan de IenW-begroting HXII. Het gaat in totaal om 44,5 miljoen euro.
Eindejaarsmarge regeringsvliegtuig
De reservering voor het regeringsvliegtuig (16,2 miljoen euro) is bij Voorjaarsnota toegevoegd aan de IenW-begroting. Omdat de inklaringskosten in 2020 niet tot betaling zijn gekomen, zijn deze middelen doorgeschoven naar 2021.
Eindejaarsmarge 2020
De eindejaarsmarge 2020 is bij Voorjaarsnota toegevoegd aan de IenW-begroting.
Generale kasschuif Deltafonds
Als gevolg van het geactualiseerde programma en om tot een realistische en gecontroleerde overprogrammering te komen is een kasschuif verwerkt op de begroting van het Deltafonds. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en sluit over de gehele looptijd van het fonds op nul.
Generale kasschuif HXII
Op de IenW-begroting Hoofdstuk XII zijn diverse kasschuiven verwerkt. Het betreft per saldo een schuif van 2021 en 2022 naar latere jaren. De belangrijkste onderdelen zijn vertragingen op de bedrijvenregeling bodemsanering en het naar achteren schuiven van Klimaatakkoord-middelen ter aansluiting op bestedingsplannen en op de prognoses van subsidieverstrekking door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Hier tegenover staat onder andere een schuif naar voren voor contributies van het Koninklijk Nederlands Metereologisch Instituut (KNMI) aan de Europese Organisatie voor de ontwikkeling van weersatellieten (EUMETSAT).
Generale kasschuif Infrastructuurfonds
Als gevolg van het geactualiseerde programma en om tot een realistische en gecontroleerde overprogrammering te komen is een kasschuif verwerkt op de begroting van het Infrastructuurfonds. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en sluit over de gehele looptijd van het fonds op nul.
Kosten Rijkswaterstaat en ProRail door hoogwater Limburg
Rijkwaterstaat en ProRail worden in 2021 gecompenseerd voor de gemaakte kosten als het gevolg van het hoogwater in Limburg.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen.
Technische mutaties
Beschikbaarheidsvergoeding ov Q1 t/m Q3
Dit betreft een overboeking van de aanvullende post voor verlenging van de Beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (ov) tot en met het derde kwartaal van 2021. De vergoeding is bestemd voor al het openbaar vervoer onder een concessie in Nederland. Deze verlenging is verwerkt in de tweede incidentele suppletoire begroting voor de IenW begroting Hoofdstuk XII.
Beschikbaarheidsvergoeding ov Q4
Dit betreft de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het ongewijzigd doortrekken van de Beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (ov) naar het vierde kwartaal van 2021. Deze verlenging is verwerkt in de vierde incidentele suppletoire begroting voor de IenW begroting Hoofdstuk XII.
Beschikbaarheidsvergoeding ov 2020
Bij Najaarsnota is de Kamer geïnformeerd dat circa 500 miljoen euro van de beschikbaarheidsvergoeding Openbaar Vervoer niet in 2020 maar in 2021 tot betaling komt omdat een deel van de vergoeding achteraf wordt uitgekeerd. In 2020 is het uitgavenplafond voor dat bedrag verlaagd. Bij Voorjaarsnota is het uitgavenplafond met hetzelfde bedrag verhoogd.
Btw afdracht A4-A44 Rijnlandroute
Dit betreft de afdracht aan het BTW-compensatiefonds voor het project A4-A44 Rijnlandroute.
Beschikbaarheidsvergoeding ov 2020 ns
Dit betreft de verwerking van het Kabinetsbesluit tot het ongewijzigd doortrekken van de beschikbaarheidsvergoeding OV naar 2022. Op basis van de ramingen van passagiersaantallen en 20% nacalculatie is 112 miljoen euro in 2022 en 28 miljoen euro in 2023 gereserveerd.
Compensatiepakket Zeeland - Aanvullende Post
Op 26 juni 2020 is het Bestuursakkoord Compensatiepakket Marinierskazerne afgesloten tussen de Staat der Nederlanden, de provincie Zeeland, gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen. Op de Aanvullende Post is hiervoor in het kader van het pakket Wind in de Zeilen in totaal 50 miljoen euro geraamd . Hiervan was reeds 5 miljoen euro overgeboekt naar de begroting van IenW voor de ontwikkeling van de stationsomgeving Vlissingen. Nu wordt de resterende 46 miljoen euro (inclusief prijsindexatie 2021 van 1 miljoen euro.) overgeboekt voor infrastructurele maatregelen die noodzakelijk zijn voor het rijden van de intercityverbinding Vlissingen-Rotterdam.
Covid-gerelateerde meerkosten CBR en RWS
Rijkswaterstaat (RWS) en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) hebben in 2020 en 2021 corona-gerelateerde tegenvallers voor onder meer preventieve maatregelen bij uitvoering van projecten en gemiste inkomsten uit examens. Hiervoor is bij Voorjaarsnota 22,5 miljoen euro voor RWS en 28,5 miljoen euro voor het CBR beschikbaar gesteld.
Covid-19 testen reizen
Dit betreft de verwerking voor de regeling voor het aanbieden van gratis coronatesten voor reizigers via de reisbranche en OpenHouse voor de periode 1 juli tot en met 31 augustus 2021.
Loon- en prijsbijstelling 2021
De tranche 2021 van de loon- en prijsbijstelling is overgemaakt naar de begroting van IenW.
Onderuitputting testen voor reizigers
De raming voor testen voor reizigers kende een grote onzekerheidsmarge. Het aantal afgenomen testen voor reizigers is uiteindelijk lager uitgevallen dan geraamd, waardoor 60 miljoen euro vrijvalt.
Overheveling aanvullende post
Bij Voorjaarsnota worden reserveringen op de aanvullende post voor onder andere de Wet Open Overheid en informatiehuishouding (in totaal ruim 37 miljoen euro), compensatie van de vuurwerkbranche (27,5 miljoen euro), de stikstof-maatregel walstroom zeevaart (in totaal 12 miljoen euro) en compensatie Zeeland (5 miljoen euro) overgeheveld naar de IenW begroting.
Saldo 2021 subsidies
Op het budget voor de beschikbaarheidsvergoeding OV is sprake van een autonome meevaller.
Vrijval bvov 2020
De uitgaven aan de beschikbaarheidsvergoeding hangen sterk samen met de reizigersaantallen in het openbaar vervoer. De raming kende, vanwege het onzekere verloop van COVID-19, een grote onzekerheidsmarge. Uiteindelijk bleven meer reizigers dan geraamd het openbaar vervoer gebruiken. Het benodigde bedrag voor 2020 is daarom lager uitgevallen. In 2021 valt 243 miljoen euro vrij.
Vrijval bvov 2021
Het benodigde bedrag voor de beschikbaarheidsvergoeding voor het OV voor 2021 valt waarschijnlijk ook lager uit dan geraamd. Hierdoor valt in 2021 140 miljoen euro vrij. Een deel van de vergoeding wordt nog in 2022 uitbetaald. Daarom is 270 miljoen euro doorgeschoven naar 2022 via een NvW op de begroting 2022.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Omvorming ProRail naar ZBO
In 2020 is het wetsvoorstel dat ProRail omvormt tot een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) aangeboden aan de Tweede Kamer. Aangezien de omvorming controversieel is verklaard is het streven dat de wet in 2022 in werking treedt. In plaats van in 2021 leidt dit in 2022 incidenteel tot uitgaven voor de afrekening van de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Voor alle kostenverhogingen of verlagingen die als gevolg van deze genoemde fiscale effecten optreden, geldt dat even grote verhogingen of verlagingen voor de belastingopbrengsten ontstaan, waarmee deze kosten niet relevant zijn voor het uitgavenplafond. De Omvorming zorgt vanaf 2022 voor lagere uitgaven die wel relevant zijn voor het uitgavenplafond.
Niet-belastingontvangsten
Technische mutaties
Mee- en tegenvallers
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Deze post bestaat uit diverse beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen.
Technische mutaties
Diversen
Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.
Economische Zaken en Klimaat
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 7.809,50 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Actualisatie kasbudget | ‒ 41,4 |
Herijking nucleair historisch afval | 24,7 |
Realisatiebijstelling artikel 2 | ‒ 35,3 |
Realisatiebijstelling artikel 3 | ‒ 41,3 |
Realisatiebijstelling fund to fund | ‒ 45,8 |
Realisatiebijstelling schadevergoedingen | ‒ 154,4 |
Realisatiebijstelling sde+ | ‒ 56,4 |
Realisatiebijstelling waardedaling | ‒ 29,5 |
Diversen | ‒ 27,1 |
‒ 406,5 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Actualisatie schaderamingen uitgaven | 1.292,00 |
Actualisatie van de raming immaterieel als gevolg van begroting img | ‒ 65 |
Actualisatie van de raming schade herstel | 44 |
Actualisatie van de raming waardedaling als gevolg van begroting img | ‒ 100 |
Afboeken middelen stuwmeerregeling | ‒ 15,2 |
Afboeking huidige reeks - aanpassing raming uitgaven immateriële schad | ‒ 100 |
Afboeking huidige reeks - aanpassing raming vergoeding waardedaling | ‒ 245 |
Afboeking huidige reeks - bijstelling raming schadevergoedingen | ‒ 200 |
Afboeking huidige reeks - bijstelling raming uitvoeringskosten schade | ‒ 150 |
Bijstelling raming immateriële schade | ‒ 34,5 |
Bijstelling uitgaven img waardedaling | ‒ 90 |
Btw-component uitvoeringskosten | 27 |
Doorschuiven budget urgendaprojecten 2020 | 17 |
Eindejaarsmarge toekomstfonds | 97 |
Inleveren dei+-middelen t.b.v. opschalingsinstrument | ‒ 21,7 |
Interne problematiek | 32,8 |
Invullen negatieve ejm | 525,5 |
Inzet eindejaarsmarge | ‒ 56,4 |
Kasschuif actieplan energiebesparing urgenda | ‒ 41 |
Kasschuif seed | ‒ 40 |
Kasschuif urgendamaatregelen industrie | ‒ 49,5 |
Kas/verplichtingschuif start ups / mkb | ‒ 15,3 |
Negatieve ejm schadebetalingen | ‒ 426,3 |
Negatieve ejm uitvoeringskosten schadebetalingen | ‒ 99,2 |
Opvragen reguliere eindejaarsmarge | 56,4 |
Uitvoeringskosten bik | 17,1 |
Uitvoeringskosten bik (afboeking t.b.v.amendement nijboer) | ‒ 16,8 |
Warmtelinq-middelen 2021 | ‒ 23 |
2021-aw2 | onderuitputting cova | ‒ 15,4 |
Diversen | ‒ 56,7 |
247,8 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Aanpassing kasdekking groeifaciliteit | 50 |
Actualisatie budget trsec | ‒ 50 |
Actualisatie budget tvl | ‒ 1.250,00 |
Ap klimaatakkoord - bovenregionale warmtenetten | 35 |
Coronaoverbruggingslening (col) | 33,3 |
Deep tech fonds | 175 |
Fonds alternatieve financiering | 50 |
Fondsversterking rom's | 75 |
Kasschuif start- en scale-ups | ‒ 226 |
Nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling | 58 |
Onttrekking aan reserve duurzame energie | 447,9 |
Overboeking budget startersregeling naar tvl | ‒ 90 |
Overboeking middelen actieplan energiebesparing | 50 |
Ramingsbijstelling tvl | ‒ 1.470,00 |
Ramingsbijstelling tvl startersregeling | ‒ 70 |
Realisatiebijstelling coronamaatregelen | ‒ 50,2 |
Realisatiebijstelling groeifaciliteit (coronadeel) | ‒ 50 |
Realisatiebijstelling omscholing naar tekortsectoren | ‒ 35,7 |
Realisatiebijstelling qredits | ‒ 52,5 |
Realisatiebijstelling trsec | ‒ 251 |
Realisatiebijstelling tvl | ‒ 999,6 |
Startersregeling via qredits | 70 |
Steunmaatregel mobiliteitscluster | 30 |
Storting begrotingsreserve go | 39,7 |
Storting begrotingsreserve groeifaciliteit | 50 |
Trsec | 325 |
Trsec (aanvulling) | 55 |
Tvl aanvulling | 3.790,00 |
Tvl startersregeling | 120 |
Tvl startersregeling motie | 60 |
Verhoging budget tegemoetkoming vaste lasten | 2.015,00 |
Verhoging subsidieplafond tegemoetkoming vaste lasten | 70 |
Verhoging tvl | 500 |
Verhoging tvl q2 | 451,5 |
Verhoging uitvoeringsbudget tvl | 30 |
Verlaging onttrekking reserve duurzame energie | ‒ 356,3 |
Verlaging raming go-c | ‒ 200 |
Verlenging tvl | 385 |
Verruiming tvl | 560 |
Diversen | 250,8 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Realisatiebijstelling voucherkredietfacliteit | ‒ 372 |
Voucherkredietfaciliteit reissector | 400 |
Diversen | ‒ 8,1 |
4.644,80 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 4.486,00 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 12.295,50 |
Totaal Internationale samenwerking | 27,2 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 12.322,70 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 4.816,00 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie | ‒ 71,8 |
Realisatiebijstelling ontvangsten artikel 2 | ‒ 16,5 |
Tegenvaller ontvangsten acm | ‒ 27,3 |
Diversen | 17,6 |
‒ 98 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Actualisatie raming immateriële schade | 100 |
Actualisatie raming uitgaven schadevergoeding img | 425 |
Actualisatie raming uitvoeringskosten schade | 252 |
Actualisatie raming waardedaling groningen | 515 |
Afboeking huidige raming - aanpassing raming ontvangsten schadeverg. | ‒ 200 |
Afboeking huidige raming - aanpassing raming ontvangsten voor immateri | ‒ 100 |
Afboeking huidige raming - bijstelling raming ontvangsten waardedaling | ‒ 245 |
Afboeking huidige raming - bijstelling raming uitvoeringskosten | ‒ 150 |
Bijstelling ontvangsten img waardedaling | ‒ 90 |
Bijstelling ontvangsten immateriële schade | ‒ 26,3 |
Bijstelling ontvangsten nam | ‒ 958,9 |
Bijstelling ontvangsten nam uitvoeringskosten | ‒ 50 |
Bijstelling schaderaming ontvangsten nam | ‒ 121 |
Btw-compensatie restant 2020 | ‒ 20 |
Kasschuif ontvangsten immateriële schade | ‒ 25 |
Kasschuif ontvangsten schadevergoeding img | ‒ 106,3 |
Kasschuif ontvangsten uitvoeringskosten schadevergoedingen | ‒ 63 |
Kasschuif ontvangsten waardedaling | ‒ 128,8 |
Kasschuif raming ontvangsten nam | 30,2 |
Mismatch ontvangsten en uitgaven fysieke schade | ‒ 80 |
Overlopende ontvangsten nam | 246,8 |
Overlopende ontvangsten nam - uitvoeringskosten schade | 99,2 |
Overlopende ontvangsten nam - ontvangsten 2020 nam voor waardedaling | 179,5 |
Stuwmeerregeling | ‒ 15,2 |
Diversen | 6 |
‒ 525,8 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Actualisatie tvl | 375 |
Afroming reserve bmkb-c en kkc | 165 |
Onttrekking aan reserve duurzame energie | 447,9 |
Onttrekking reserve klein krediet corona | 100 |
Ramingsbijstelling tvl-ontvangsten | ‒ 260 |
Realisatiebijstelling ontvangsten tvl | 40,4 |
Verlaging onttrekking reserve duurzame energie | ‒ 356,3 |
Diversen | 76,3 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Bijstelling ets-raming | 530 |
Realisatiebijstelling gasbaten | ‒ 37,5 |
Realisatiebijstelling ontvangsten ode | 429,6 |
Diversen | ‒ 3,2 |
1.507,20 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 883,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 5.699,50 |
Totaal Internationale samenwerking | 0 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 5.699,60 |
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Actualisatie kasbudget
De kasbudgetten van diverse instrumenten op artikel 2 zijn op basis van actuele prognoses bijgesteld. Dit betreft onder andere onderuitputting op de Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (7,8 miljoen euro), Cofinanciering Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (9,3 miljoen euro), verduurzaming industrie (7,8 miljoen euro) en het Programma Infra structuur Duurzame Industrie (4,5 miljoen euro).
Herijking nucleair historisch afval
De kosten voor het opruimen van historisch nucleair afval en ontmanteling van gebouwen zijn herijkt en vallen 24,7 miljoen euro hoger uit dan eerder geraamd. Dekking is gevonden binnen de reguliere eindejaarsmarge van EZK.
Realisatiebijstelling artikel 2
Op artikel 2 is 35,3 miljoen euro minder besteed dan bij 2de suppletoire begroting geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere uitgaven op de garantieregelingen BMKB (15 miljoen euro), Groeifaciliteit (8,5 miljoen euro) en Garantie Ondernemersfinanciering (7,1 miljoen euro).
Realisatiebijstelling artikel 3
Op artikel 3 is 41,3 miljoen euro minder besteed dan bij 2de suppletoire begroting geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager beroep op de verschillende financieringsregelingen voor het bedrijfsleven, zoals de Thematische Technology Transfer (5,7 miljoen euro), het Innovatiekrediet (6,3 miljoen euro) en de Vroege Fase Financiering (5,6 miljoen euro).
Realisatiebijstelling Fund to Fund
De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van het Fund to Fund, ook wel Dutch Venture Initiative (DVI), worden bepaald door de investeringen en terugontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen. Ten opzichte van de 2de suppletoire begroting zijn de uitgaven 45,8 miljoen euro lager dan geraamd.
Realisatiebijstelling schadevergoedingen
Omdat niet alle dossiers voor de VES-regeling in 2021 zijn behandeld, is de realisatie van de uitgaven voor het IMG voor fysieke schades achtergebleven bij wat er in de 2de suppletoire begroting werd verwacht. Hierdoor valt de realisatie 154,4 miljoen euro lager uit. Deze uitgaven schuiven door naar het volgende jaar.
Realisatiebijstelling SDE+
De uitgaven op de SDE+ zijn 56,4 miljoen euro lager uitgevallen dan bij 2de suppletoire begroting geraamd. Niet bestede middelen worden gestort in de begrotingsreserve duurzame energie waar zijn beschikbaar blijven voor de uitfinanciering van aangegane verplichtingen.
Realisatiebijstelling waardedaling
De realisatie van de vergoedingen voor waardedaling is 29,5 miljoen euro lager dan eerder geraamd, omdat het aantal aanmeldingen minder was dan bij 2de suppletoire begroting werd verwacht.
Diversen
Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.
Beleidsmatige mutaties
Actualisatie schaderamingen uitgaven
De meerjarige uitgavenraming voor schadevergoedingen in Groningen als gevolg van de aardbevingsproblematiek is geactualiseerd. Deze raming is op de EZK-begroting opgenomen. De raming bestaat uit immateriële schades (100 miljoen euro in 2021), schadevergoedingen Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) (425 miljoen euro in 2021), uitvoeringskosten (252 miljoen euro in 2021) en de waardedaling (515 miljoen euro in 2021).
Actualisatie van de raming door aangepasta werkwijze IMG
In de Voorjaarsnota 2021 is een update van de kostenraming voor de schade-afhandeling en de versterkingsoperatie in Groningen verwerkt. Nadat de Voorjaarsnota was opgesteld, heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) een nieuwe werkwijze voor de afhandeling van fysieke schade aangekondigd. De mutaties als gevolg van de aangepaste werkwijze zijn technisch verwerkt.
Stuwmeerregeling
De Staat heeft een betalingsovereenkomst voor de stuwmeerregeling gesloten met de NAM. De NAM betaalt 40,4 miljoen euro van de in totaal 55,6 miljoen euro aan gemaakte kosten. De 15,2 miljoen euro die de Staat bijdraagt wordt gedekt vanuit de middelen op de Aanvullende Post.
Afboeking huidige reeks schaderamingen
Met de actualisatie van de meerjarige raming voor schadevergoedingen in Groningen als gevolg van de aardbevingsproblematiek, komt de oude raming van in totaal 695 miljoen euro te vervallen. Deze is daarom afgeboekt. Dit geldt voor de ramingen immateriële schades (100 miljoen euro), vergoeding waardedaling (245 miljoen euro), schadevergoedingen (200 miljoen euro) en uitvoeringskosten schade (150 miljoen euro).
Bijstelling raming immateriële schade
De uitgaven voor immateriële schade zijn op basis van de meest recente inschattingen van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) neerwaarts bijgesteld. Het IMG verwacht bijna geen uitgaven voor immateriële schade meer te doen in 2021. Deze uitgaven zijn slechts vertraagd en worden in 2022 verwacht. Deze verlaging van de uitgaven raming werkt ook door in de ontvangstenraming.
Bijstelling uitgaven IMG waardedaling
De uitgaven voor waardedaling zijn op basis van de meest recente inschat tingen van het IMG neerwaarts bijgesteld. Het IMG heeft aangegeven dit jaar geen 415 miljoen euro aan waardedalingsvergoedingen uit te geven, maar 325 miljoen euro. Deze verlaging van de uitgavenraming werkt ook door in de ontvangstenraming.
Btw-component uitvoeringskosten
In het Akkoord op Hoofdlijnen is afgesproken dat het totaalbedrag van btw zal worden verrekend met de NAM. Dit betreft de compensatie van het btw-deel van de uitvoeringskosten van de schadeafhandeling. Dit staat sinds de voorjaarsnota op de EZK-begroting.
Doorschuiven budget Urgendaprojecten 2020
Mede als gevolg van de coronacrisis zijn niet alle beschikbare middelen voor Urgendadoelen tot besteding gekomen in 2020. Omdat met deze middelen, middels dezelfde regeling als waar het budget voor was bedoeld in 2020, de beoogde CO2-reductie kan worden bewerkstelligd in 2021, zijn zij in 2021 toegevoegd aan de EZK-begroting. Het gaat in totaal om 17 miljoen euro.
Eindejaarsmarge toekomstfonds
Voor het Toekomstfonds geldt een 100% eindejaarsmarge. Conform de begrotingsregels is de eindejaarsmarge van 97 miljoen euro toegevoegd aan de begroting van EZK.
Inleveren DEI+-middelen t.b.v. opschalingsinstrument
Ten behoeve van het opschalen van de Nederlandse elektrolyse capaciteit tot GW schaal in 2030 is een subsidieregeling uitgewerkt. De 252,1 miljoen euro die hiervoor beschikbaar is gesteld tot en met 2027 wordt generaal ingeleverd en vervolgens in het juiste kasritme generaal toegevoegd aan de EZK-begroting voor de jaren tot en met 2041. Deze mutatie betreft het inleveren van de middelen die binnen de DEI+ voor dit instrument beschikbaar waren gesteld.
Interne problematiek
De interne problematiek bestaat onder andere uit middelen voor de nieuwe deelneming Bonaire Brandstof Terminals om de leveringszekerheid van energie op Bonaire te borgen. Daarnaast bestaat de interne problematiek uit knelpunten in de bedrijfsvoering en diverse knelpunten bij de uitvoerende diensten.
Invulling negatieve EJM
EZK stuurt voor de schadeafhandeling elk kwartaal facturen naar de NAM. Door vertraagde betaling door de NAM is in 2020 een tekort van 525,5 miljoen euro ontstaan op de ontvangsten van de Groningenmiddelen op de EZK-begroting. Dit tekort loopt binnen de uitgaven als negatieve eindejaarsmarge door in 2021 en bestaat uit een deel schadebetalingen (426,3 miljoen euro) en uitvoeringkosten schadebetalingen (99,2 miljoen euro). Doordat de NAM-ontvangsten over het derde en vierde kwartaal van 2020 alsnog in 2021 binnenkomen, is de negatieve eindejaarsmarge in 2021 ingevuld.
Inzet eindejaarsmarge
EZK heeft 2020 afgesloten met onderuitputting op het specifieke deel van de begroting (exclusief de middelen van artikel 5, Groningen). Hieruit krijgt EZK in 2021 de reguliere eindejaarsmarge van 56,4 miljoen euro, die is ingezet voor dekking van interne problematiek.
Kasschuif actieplan energiebesparing Urgenda
De middelen op de AP voor het actieplan energiebesparing Urgenda (50 miljoen euro in 2021) zijn overgeboekt naar de begroting van EZK en worden grotendeels ingezet via de VEKI-regeling. Om deze middelen in het gewenste ritme te brengen is een kasschuif doorgevoerd.
Kasschuif SEED
Dit betreft een kasschuif voor de SEED-regeling om het kasbudget in het juiste kasritme te zetten op basis van de te verwachten liquiditeitsbehoefte van de SEED-fondsen.
Kasschuif Urgendamaatregelen industrie
Dit betreft een kasschuif op de Urgenda 2.0 middelen voor «specifieke maatregelen industrie» ten behoeve van realisatie van het project lachgasreductie op Chemelot.
Kas- en verplichtingenschuif startups / MKB
Dit betreft een kasschuif in het kader van het mkb-actieplan ten behoeve van de uitvoering van de regeling mkb-idee en digitalisering mkb.
Negatieve EJM
EZK stuurt voor de schadeafhandeling elk kwartaal facturen naar de NAM. Door vertraagde betaling door de NAM is in 2020 een tekort van 525,5 miljoen euro ontstaan op de ontvangsten van de Groningenmiddelen op de EZK-begroting. Dit tekort loopt binnen de uitgaven als negatieve eindejaarsmarge door in 2021.
Opvragen reguliere eindejaarsmarge
EZK heeft 2020 afgesloten met onderuitputting op het specifieke deel van de begroting (exclusief de middelen van artikel 5, Groningen). Conform de begrotingsregels wordt de eindejaarsmarge van 56,4 miljoen euro toegevoegd aan de begroting van EZK.
Uitvoeringskosten BIK
Het voornemen bestond de uitvoering van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) te beleggen bij RVO. De uitvoeringskosten waren geraamd op 60,3 miljoen euro voor de periode 2021-2024, waarvan de meeste kosten gemaakt worden in de uitvoeringsjaren 2021 en 2022. In de 1e suppletoire begroting 2021 zijn deze kosten aan de EZK-begroting toegevoegd. Het kabinet heeft na publicatie van de 1e suppletoire begroting besloten de ontwikkeling van de BIK stop te zetten. Ter uitvoering van het aangenomen amendement Nijboer (35 850 VIII nr. 7) wordt het niet bestede deel van de uitvoeringskosten in mindering gebracht op de EZK-begroting en toegevoegd aan de begroting van OCW.
WarmteLinQ
Ten behoeve van de investering in het warmtetransportnetwerk tussen Rotterdam en Den Haag (WarmteLinQ) wordt 10 miljoen euro vrijgemaakt. Dit is in aanvulling op de 75 miljoen euro die is opgevraagd vanaf de aanvullende post. Daarnaast wordt een lening van 37,5 miljoen euro afgegeven voor de aftakking naar de regio Leiden (WarmteLinQ+).
Onderuitputting COVA
Het budget voor de COVA wordt verlaagd, omdat de prognose van de uitgaven lager uitvalt dan eerder geraamd. Deze meevaller is bij interne herschikking ingezet om de knelpunten binnen de EZK begroting op te lossen.
Diversen
Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.
Technische mutaties
Aanpassing kasdekking Groeifaciliteit
In de Kamerbrief van 28 augustus 2020 (Kamerstuk 35420, nr. 105) heeft het kabinet 300 miljoen euro gereserveerd ten behoeve van het herkapitalisatiefondsinitatief van VNO-NCW. Hiervan is 50 miljoen euro ter beschikking gesteld voor de kasbuffer voor de Groeifaciliteit. Dit is in het kader van het initiatief van de banken voor het oprichten van een Dutch Post-Covid Growth Fund, om de financiële balans van ondernemingen te versterken.
Actualisatie budget TRSEC
De organisatoren van evenementen die door het abrupte kabinetsbesluit op 9 juli jl. niet door konden gaan, hebben veelal kosten gemaakt in de voorbe reiding van het evenement. Voor deze organisatoren is de «Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19» (TRSEC) beschikbaar gesteld. Naar verwachting wordt de behandeling van een deel van de aanvragen niet meer in 2021 afgerond. Daarom wordt de uitgavenraming met 50 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Deze middelen worden later aan de begroting van 2022 toegevoegd.
Actualisatie budget TVL
Op basis van het huidige en verwachte beroep op de TVL is het TVL-budget in 2021 en 2022 geactualiseerd. In 2022 betreft dit de vaststellingen van de openstellingen in 2021.
AP klimaatakkoord - bovenregionale warmtenetten
Voor warmtenetten is geld beschikbaar op de Aanvullende Post. EZK heeft in totaal 75 miljoen euro opgevraagd voor de stimulering van het warmtetransportnetwerk van Rotterdam naar Den Haag, genaamd WarmteLinQ.
Coronaoverbruggingslening (COL)
In 2020 is 33,3 miljoen euro op de Coronaoverbruggingslening niet tot besteding gekomen. Omdat deze middelen alsnog in 2021 nodig zijn, zijn deze middelen weer toegevoegd aan de EZK-begroting voor verstrekking van COL-leningen door de ROM’s.
Deep Tech Fonds (DTF)
De bijdrage van 175 miljoen euro aan het DTF betreft de EZK bijdrage aan het nieuw op te richten co-investeringsfonds DTF. Dit fonds is gericht op de financiering van kapitaalintensieve deeptech start- en scale-ups die bijdragen aan het lange termijn verdienvermogen van Nederland. Uitgangspunt van het fonds is om onder marktconforme condities (het betrekken van een private co-financier is een vereiste) over een investeringsperiode van maximaal vijf jaar 12 tot 15 investeringen te doen in deeptech bedrijven.
Fonds Alternatieve Financiering (AltFin)
De bijdrage van 50 miljoen euro aan het Fonds Alternatieve Financiering wordt ingezet voor het verbreden van het financieringslandschap voor het MKB. De totale omvang van het fonds is voorzien op 200 miljoen euro.
Fondsversterking ROM’s
EZK heeft in 2020 75 miljoen euro ontvangen voor de fondsversterking van de ROM’s. Het was in 2020 niet mogelijk al concrete stortingen te doen, omdat de regio de benodigde cofinanciering moest organiseren. Daarom zijn de middelen doorgeschoven naar 2021 om alsnog tot de fondsversterking over te gaan. Over de fondsversterking worden met de regionale partners afspraken gemaakt.
Kasschuif start- en scale-ups
Voor start- en scale-ups heeft het kabinet 250 miljoen euro beschikbaar gesteld voor 2021. Op basis van de actuele inzichten over het gebruik van de fondsen (Dutch Future Fund, Deep Tech Fund en Alt FIN) worden de middelen in het juiste kasritme geplaatst.
Nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling
Het demissionaire kabinet heeft besloten om het budget van de waardever meerderingsregeling met 60 miljoen euro te verhogen zodat de regeling naar verwachting gefinancierd is tot 1 april 2022, de juridische looptijd van de regeling. Het volledige bedrag wordt in 2021 bevoorschot aan de uitvoerder Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN). Deze verlenging is aangekondigd in de Kamerbrief Nieuwe verlenging waarde vermeerderingsregeling van 8 oktober 2021. Deze verhoging wordt voor 58 miljoen euro gedekt uit de risicoreservering Groningen op de Aanvullende post. De resterende 2 miljoen euro wordt binnen de begroting van EZK gedekt.
Onttrekking aan reserve duurzame energie
Ten behoeve van de financiering van afgegeven SDE(+)-beschikkingen en het flankerend beleid wordt 447,9 miljoen euro onttrokken aan de begrotingsreserve duurzame energie. De onttrekking wordt toegevoegd aan het reeds beschikbare kasbudget van de SDE(+). Een onttrekking aan een begrotingsreserve is altijd aan zowel de ontvangsten- als uitgavenkant zichtbaar.
Overboeking budget startersregeling naar TVL
Begin 2021 is 180 miljoen euro beschikbaar gesteld voor een specifieke regeling voor starters. Vanaf het tweede kwartaal van 2021 is de TVL zodanig aangepast dat de betreffende starters hiervan gebruik kunnen maken. Het resterende budget van 90 miljoen euro voor de specifieke startersregeling is daarom toegevoegd aan het budget van de TVL.
Overboeking middelen actieplan energiebesparing
In het kader van Urgenda 2.0 zijn middelen toegekend voor het ‘actieplan energiebesparing industrie’ met als doel het versnellen van energiebesparing door het voorfinancieren van investeringen. EZK heeft de beschikbare 50 miljoen euro opgevraagd en overgeboekt gekregen vanuit de Aanvullende Post.
Ramingsbijstelling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
Het kasbudget voor de TVL wordt voor 2021 verlaagd met 1,5 miljard euro in verband met een lager beroep op de regeling dan geraamd. Dit is het gevolg van de verbeterde economische situatie ten gevolge van de versoepeling van de beperkende maatregelen.
Ramingsbijstelling TVL startersregeling
Het budget van deze regeling is met 70 miljoen euro verlaagd in verband met een lager dan verwacht beroep op de regeling, ondanks uitgebreide communicatie om de regeling bij de doelgroep onder de aandacht te brengen.
Realisatiebijstelling coronamaatregelen
Van diverse coronamaatregelen is minder gebruik gemaakt dan bij 2de suppletoire begroting werd verwacht. Dit heeft geresulteerd in 50,2 miljoen euro lagere besteding.
Realisatiebijstelling groeifaciliteit (coronadeel)
In 2021 hebben geen schadebetalingen plaatsgevonden in het kader van het Post-Covid Groeifinanciering Initiatief. De hiervoor geraamde 50 miljoen euro wordt gestort in de begrotingsreserve.
Realisatiebijstelling omscholing naar tekortsectoren
Vanwege de arbeidskrapte in sectoren als de techniek en de ICT is in 2021 37,5 miljoen euro subsidie beschikbaar gesteld voor omscholingstrajecten. De subsidieregeling die hiervoor is opengesteld is vrijwel geheel onbenut gebleven. De verwachting is dat dit te maken had met de nog lopende Corona steunpakketten waardoor er weinig mobiliteit was op de arbeidsmarkt. Daarnaast is er in het algemeen grote krapte op de arbeidsmarkt, waardoor er weinig noodzaak is tot omscholing. Een andere reden voor onderbenutting is dat de regeling te onbekend is gebleven bij veel ondernemers, ondanks een extra campagne in het najaar.
Realisatiebijstelling Qredits
In 2021 is 70 miljoen euro aan Qredits beschikbaar gesteld om nieuwe en bestaande klanten Coronaoverbruggingskredieten aan te bieden. In totaal is voor 52,5 miljoen euro minder aan kredieten verstrekt dan bij 2de suppletoire begroting geraamd, omdat door de verbeterde economische situatie minder behoefte was aan de kredieten.
Realisatiebijstelling TRSEC
Voor de TRSEC is in suppletoire wetten in 2021 een kasbudget van 330 miljoen euro toegevoegd aan de EZK-begroting. Hiervan is respectievelijk 79 miljoen gerealiseerd. Deze lagere realisatie is veroorzaakt door versoepelingen van de coronamaatregelen in de tweede helft van 2021 waardoor meer evenementen mogelijk waren, vanwege het deels afhandelen van aanvragen in 2022 en doordat de oorspronkelijke raming onzeker was.
Realisatiebijstelling TVL
Op de TVL is uiteindelijk 999,6 miljoen euro minder gerealiseerd dan eerder geraamd in verband met een lager dan verwacht beroep op de regeling. Dit is het gevolg van de verbeterde economische situatie ten gevolge van de versoepeling van de beperkende maatregelen.
Startersregeling via Qredits
Op de TVL is uiteindelijk 999,6 miljoen euro minder gerealiseerd dan eerder geraamd in verband met een lager dan verwacht beroep op de regeling. Dit is het gevolg van de verbeterde economische situatie ten gevolge van de versoepeling van de beperkende maatregelen.
Steunmaatregel mobiliteitscluster
Om de teruggang in R&D-investeringen binnen het mobiliteitscluster door omzetderving als gevolg van de coronacrisis te mitigeren, is een subsidieregeling aangekondigd voor bedrijven in de automotive, luchtvaart en maritieme sectoren. De subsidie is bedoeld voor R&D-projecten die op korte termijn kunnen starten en een looptijd hebben van maximaal 4 jaar. Het budget voor de regeling is vastgesteld op 150 miljoen euro.
TRSEC
Wanneer evenementen vanwege de epidemiologische situatie worden verboden, kunnen organisatoren een vergoeding voor de gemaakte kosten ontvangen. Hiervoor is de tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) vormgegeven. Het plafond van de te verlenen subsidie en leningen bedraagt 385 miljoen euro. Dit bedrag is als verplichtingenbudget opgenomen. Het kasbudget van 325 miljoen euro is de raming van het uit te betalen bedrag.
TRSEC (aanvulling)
Organisatoren van evenementen die door het abrupte kabinetsbesluit op 9 juli jl. de komende periode niet door kunnen gaan, hebben veelal kosten gemaakt in de voorbereiding van het evenement. In verband hiermee is de garantieregeling voor evenementen ('Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19') op diverse punten tijdelijk uitgebreid. In verband met deze uitbreiding wordt de kostenraming van de regeling verhoogd van 325 miljoen euro naar 380 miljoen euro.
TVL aanvulling
Het budget van de TVL is met in totaal 3,79 miljard euro verhoogd. Deze verhoging houdt verband met diverse verruimingen die zijn opgenomen in de 3de incidentele suppletoire begroting van EZK.
TVL startersregeling (incl. motie)
Voor starters is een specifieke regeling ontwikkeld binnen de TVL. De regeling gold in eerste instantie voor ondernemers die gestart waren tussen 1 januari 2020 en 30 juni 2020 en is naar aanleiding van de motie Aartsen c.s. verbreed naar ondernemers gestart tussen 30 september 2019 en 30 juni 2020. In totaal is hiervoor 180 miljoen euro beschikbaar gesteld, zoals opgenomen in de derde Incidentele Suppletoire Begroting van EZK.
Verhoging budget Tegemoetkoming Vaste Lasten
Ten behoeve van de verlenging van de TVL naar het derde kwartaal van 2021 is 1,75 miljard euro toegevaagd aan het budget. Daarnaast is 265 miljoen euro toegevoegd aan de TVL voor de referentiesystematiek, waarvan 90 miljoen euro wordt gedekt door de overboeking van de resterende middelen op de startersregeling.
Verhoging subsidieplafond Tegemoetkoming Vaste Lasten
Om de TVL meer toegankelijk te maken voor grote bedrijven wordt het maximum subsidiebedrag met 600.000 euro verhoogd naar 1,2 miljoen euro. De verwachte kosten voor het verhogen van de maximum subsidie bedragen 70 miljoen euro.
Verhoging TVL Q2
Het budget van de TVL is in verband met de verhoging van het vergoedingspercentage van de regeling voor het tweede kwartaal van 2021 van 85% naar 100% aangevuld met 450 miljoen euro. De verhoging van het vergoedingspercentage is ook doorgevoerd in Caribisch Nederland, waarvoor 1,5 miljoen euro beschikbaar is gesteld.
Verhoging uitvoeringsbudget TVL
De uitvoeringskosten RVO van de TVL wordt verhoogd met 30 miljoen euro. Dit betreffen aanvullende uitvoeringskosten voor het eerste en tweede kwartaal van 2021, en de uitvoeringskosten voor de verlenging van de TVL naar het derde kwartaal van 2021.
Verlaging onttrekking reserve duurzame energie
De geplande onttrekking aan de begrotingsreserve duurzame energie wordt met 356 miljoen euro verlaagd. Dit omdat op verschillende instrumenten en het flankerend beleid binnen het Duurzame Energie-domein sprake is van onderuitputting. Omdat de onttrekking als inkomsten wordt geboekt, is deze mutatie zowel aan de inkomsten- als uitgavenkant zichtbaar.
Verlaging raming GO-C
De uitgavenraming voor de coronamodule van de Garantieregeling Onder nemersfinanciering (GO-C) wordt met 200 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Het beroep op de regeling is lager dan verwacht, waardoor er ook minder uitbetalingen van schades plaatsvinden.
Verlenging TVL
Ten behoeve van de verhoging van het maximale subsidiebedrag en het verlagen van het minimale bedrag aan vaste lasten, is het budget van de TVL verhoogd met 385 miljoen euro.
Verruiming TVL
Ten behoeve van de verhoging van de omzetdervingspercentage en de verbreding van de omzetdervingsdrempel in Q1 van 2021 is 560 miljoen euro toegevoegd aan het budget van de TVL.
Diversen
Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Realisatiebijstelling voucherkredietfaciliteit
In 2021 is een lager beroep gedaan op de voucherkredietfaciliteit. De realisatie is ten opzichte van de 2de suppletoire begroting 372 miljoen euro lager dan geraamd. Middels deze faciliteit kond de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) consumenten schadeloos stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties.
Voucherkredietfaciliteit reissector
Het kabinet stelt een faciliteit van maximaal 400 miljoen euro aan het garantiefonds SGR beschikbaar voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
Uiteindelijk 71,8 miljoen euro minder onttrokken dan in de 2de suppletoire begroting geraamd.
Realisatiebijstelling ontvangsten artikel 2
Op artikel 2 is 16,5 miljoen euro minder ontvangen dan bij 2de suppletoire begroting geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere ontvangsten op de garantieregelingen BMKB (11,3 miljoen euro), Groeifaciliteit (6,2 miljoen euro) en Garantie Ondernemersfinanciering (5,5 miljoen euro). Daar tegenover staan enkele kleinere ontvangstenmeevallers.
Tegenvaller ontvangsten ACM
Jaarlijks wordt een vast bedrag aan boeteontvangsten voor Autoriteit Consument en Markt (ACM) geraamd. De daadwerkelijke ontvangsten fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van de door de ACM opgelegde boetes. De ACM is volledig onafhankelijk hierin. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boeteontvangsten met 27 miljoen euro verlaagd.
Diversen
Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.
Beleidsmatige mutaties
Actualisatie schaderamingen ontvangsten
De meerjarige uitgavenraming voor schadevergoedingen in Groningen als gevolg van de aardbevingsproblematiek is geactualiseerd. Deze raming is nu op de EZK-begroting opgenomen. De raming bestaat uit immateriële schades (100 miljoen euro), schadevergoedingen IMG (425 miljoen euro), uitvoeringskosten (252 miljoen euro) en de waardedaling (515 miljoen euro).
Afboeking huidige raming
Met de actualisatie van de meerjarige raming voor schadevergoedingen in Groningen als gevolg van de aardbevingsproblematiek, komt de oude ontvangstenraming van in totaal 695 miljoen euro te vervallen. Deze is daarom afgeboekt. Dit geldt voor de ontvangstenramingen immateriële schades (100 miljoen euro), vergoeding waardedaling (245 miljoen euro), schadevergoedingen (200 miljoen euro) en uitvoeringskosten schade (150 miljoen euro).
Bijstelling ontvangsten IMG waardedaling
De ontvangsten voor waardedaling zijn op basis van de meest recente inschattingen van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) neerwaarts bijgesteld. Het IMG heeft aangegeven dit jaar geen 415 miljoen euro aan waardedalingsvergoedingen uit te geven, maar 325 miljoen euro.
Bijstelling ontvangsten immateriële schade
De ontvangsten voor immateriële schade zijn op basis van de meest recente inschattingen van het IMG neerwaarts bijgesteld. Er worden geen ontvangsten meer verwacht in 2021 die samenhangen met de uitgaven van het IMG voor immateriële schade. Dit omdat het IMG na uitvoering van de pilot in 2021 geen extra uitgaven meer verwacht te doen.
Bijstelling ontvangsten Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) uitvoeringskosten
De ontvangsten voor de uitvoeringstskosten van het IMG zijn op basis van de meest recente inschattingen van het IMG neerwaarts bijgesteld. Een groter gedeelte van de uitvoeringskosten dan eerder verwacht valt in het vierde kwartaal van 2021 en de ontvangsten hiervoor komen daarom pas in 2022 binnen. Deze tegenvaller wordt via een negatieve eindejaarsmarge naar volgend jaar meegenomen.
Bijstelling ontvangsten NAM
Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Zorgvuldige onderbouwing van heffingsbesluiten vergt meer tijd dan eerder verwacht. De ontvangsten van 959 miljoen euro worden dan ook verschoven naar 2022.
Bijstelling schaderaming ontvangsten NAM
In de Voorjaarsnota 2021 is een update van de kostenraming voor de schade-afhandeling en de versterkingsoperatie in Groningen verwerkt. Nadat de Voorjaarsnota was opgesteld, heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) een nieuwe werkwijze voor de afhandeling van fysieke schade aangekondigd. De mutaties als gevolg van de aangepaste werkwijze zijn technisch verwerkt.
Btw-compensatie restant 2020
In het Akkoord op Hoofdlijnen is afgesproken dat het totaalbedrag van btw zal worden verrekend met de NAM. Dit betreft de compensatie van het btw-deel van de uitvoeringskosten van de schadeafhandeling. Als onderdeel van de geactualiseerde schaderamingen, zijn de benodigde btw-reeksen bij VJN toegevoegd aan de EZK-begroting. De eerder geraamde ontvangsten van 20 miljoen euro zijn afgeboekt.
Kasschuif ontvangsten
De ontvangsten vanuit de NAM voor de schadebetalingen lopen in de regel achter op de uitgaven. Middels een kasschuif zijn de ontvangsten in een kasritme gezet dat beter aansluit bij de praktijk.
Kasschuif raming ontvangsten NAM
In de Voorjaarsnota 2021 is een update van de kostenraming voor de schade-afhandeling en de versterkingsoperatie in Groningen verwerkt. Nadat de Voorjaarsnota was opgesteld, heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) een nieuwe werkwijze voor de afhandeling van fysieke schade aangekondigd. De mutaties als gevolg van de aangepaste werkwijze zijn technisch verwerkt.
Mismatch ontvangsten en uitgaven fysieke schade
De ontvangsten vanuit de NAM voor de schadebetalingen lopen in de regel achter op de uitgaven. Middels een kasschuif zijn daarom de ontvangsten afgelopen voorjaar in een kasritme gezet dat beter aansluit bij de praktijk. Echter doordat een groter gedeelte van de schadevergoedingen in het vierde kwartaal van 2021 worden vergoed dan eerder verwacht, ontstaat er een tekort op de ontvangsten. De NAM-ontvangsten over vierde kwartaal van 2021 zullen alsnog in 2022 binnenkomen. Via een negatieve eindejaars marge in 2022 wordt het tekort op de ontvangsten voor Groningen ultimo 2022 ingevuld.
Overlopende ontvangsten NAM
Door vertraging in de ontvangsten van NAM voor de schadeafhandeling, is in 2020 een tekort ontstaan op de Groningenmiddelen op de EZK-begroting. Doordat de NAM-ontvangsten over het derde en vierde kwartaal van 2020 alsnog in 2021 binnenkomen, wordt de negatieve eindejaarsmarge in 2021 die het gevolg is van het tekort op de ontvangsten voor Groningen ultimo 2020 ingevuld. De ontvangsten bestaan uit schadevergoedingen (246,8 miljoen euro), uitvoeringskosten (99,2 miljoen euro) en waardedaling (179,5 miljoen euro).
Stuwmeerregeling
De Staat heeft een betalingsovereenkomst voor de stuwmeerregeling gesloten met de NAM. De NAM betaalt 40,4 miljoen euro van de in totaal 55,6 miljoen euro aan gemaakte kosten. De 15,2 miljoen euro die de Staat bijdraagt wordt gedekt vanuit de risicoreservering Groningen op de Aanvullende Post.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.
Technische mutaties
Actualisatie TVL
Te veel uitgekeerde TVL zal worden teruggevorderd. Op basis van de meest recente ramingen zijn de verwachte ontvangsten geactualiseerd.
Afroming reserve BMKB-C en KKC
Op de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC) en de coronamodule van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB-C) is een lager beroep gedaan dan verwacht. Daarom worden de begrotingsreserves naar van beide regelingen naar beneden bijgesteld. Voor de KKC wordt 40 miljoen euro afgeroomd en voor de BMKB-C 125 miljoen euro.
Onttrekking aan reserve duurzame energie
Ten behoeve van de financiering van afgegeven SDE(+)-beschikkingen en het flankerend beleid wordt 447,9 miljoen euro onttrokken aan de begrotingsreserve duurzame energie. De onttrekking wordt toegevoegd aan het reeds beschikbare kasbudget van de SDE(+). Een onttrekking aan een begrotingsreserve is altijd aan zowel de ontvangsten- als uitgavenkant zichtbaar.
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona
Zoals aan de Tweede Kamer gemeld, zijn in het voorjaar de begrotingsreserves van de corona-gerelateerde garantieregelingen herijkt. In dat kader is 100 miljoen onttrokken aan de reserve Klein Krediet Corona (KKC), wat vrijvalt ten behoeve van het generale beeld.
Ramingsbijstelling TVL-ontvangsten
Naar verwachting wordt 260 miljoen euro aan terugontvangsten op de TVL niet in 2021 maar in 2022 gerealiseerd. Daarom wordt de ontvangsten raming in 2021 naar beneden bijgesteld.
Realisatiebijstelling ontvangsten TVL
De realisatie van de terugontvangsten op de TVL zijn 40,4 miljoen euro hoger dan eerder geraamd. Dit komt doordat een deel van de ontvangsten die pas in 2022 werd verwacht, toch al in 2021 zijn binnengekomen.
Verlaging onttrekking reserve duurzame energie
De geplande onttrekking aan de begrotingsreserve duurzame energie wordt met 356 miljoen euro verlaagd. Dit omdat op verschillende instrumenten en het flankerend beleid binnen het Duurzame Energie-domein sprake is van onderuitputting. Omdat de onttrekking als inkomsten wordt geboekt, is deze mutatie zowel aan de inkomsten- als uitgavenkant zichtbaar.
Diversen
Deze post bestaat uit mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen. Zoals het toevoegen van de rente-ontvangsten van de voucherkredietfaciliteit reissector.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Bijstelling ETS-raming
De gestegen prijs van ETS-rechten leidt tot een aanzienlijke opwaartse bijstelling van de raming. De ETS-prijzen zijn na een aanvankelijke daling tijdens de eerste lockdown van 2020 snel hersteld. Sinds halverwege december zijn de prijzen aanzienlijk gestegen tot een niveau van 50 tot 55 EUR/ton. De prijzen zijn gebaseerd op forward-prijzen.
Realisatiebijstelling ontvangsten ODE
De ODE-opbrengsten zijn 429,6 miljoen hoger dan eerder geraamd. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat bij het aanpassen van de lastenverdeling in de ODE van 50/50 naar een 33/67 lastenverdeling tussen huishoudens en bedrijven is afgesproken de belastingvermindering in de energiebelasting (EB) te verhogen. De belastingvermindering komt echter uitsluitend ten laste van de EB. Hierdoor is de totale ODE-opbrengst in de financiële verantwoording structureel flink hoger dan de geraamde reeks.
Realisatiebijstelling gasbaten
In 2020 heeft EZK een verzoek ingediend bij de Belastingdienst voor het (terug)ontvangen van ingehouden dividendbelasting. Dit heeft tot beperkte ontvangsten in 2021 geleid. EBN heeft in 2021 geen dividend aan EZK uitgekeerd. Daardoor vallen de ontvangsten 37,5 miljoen lager uit dan bij 2de suppletoire begroting geraamd.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens van het toe te lichten bedrag vallen.
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 2.033,10 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Nvwa | ‒ 24,1 |
Onderuitputting maatregel gerichte opkoop (stikstofmiddelen) | ‒ 133,3 |
Diversen | ‒ 76,6 |
‒ 234 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Eindejaarsmarge 2020 | 39,1 |
Inzet vrije ruimte | ‒ 25,6 |
Kasschuif gerichte opkoop (stikstofmiddelen) | ‒ 212,9 |
Kasschuif natuurbank (stikstofmiddelen) | ‒ 110,7 |
Kasschuif nominaal/onvoorzien dekking | ‒ 17,3 |
Kasschuif regeling versneld natuurherstel rvo (stikstofmiddelen) | ‒ 68,6 |
Kasschuif sanering varkenshouderij naar 2021 (stikstofmiddelen) | 57 |
Kasschuif sanering varkenshouderij naar 2022 (stikstofmiddelen) | ‒ 100,3 |
Kasschuif tbv aanpassen kasritme op nominaal/onvoorzien | 17,3 |
Kasschuif waterbassins mest (stikstofmiddelen) | ‒ 20,1 |
Diversen | ‒ 39 |
‒ 481,1 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Doorschuif 2020 sierteelt/voedingstuinbouw | 36 |
Middelen gerichte opkoop 1e tranche (stikstofmiddelen) | 99,5 |
Middelen gerichte opkoop 3e tranche (stikstofmiddelen) | 110 |
Nadeelcompensatie pelsdierhouders vervroegd verbod | 122,5 |
Natuurbank desaldering (stikstofmiddelen) | 112,1 |
Steunmaatregel dierentuinen i.v.m. covid-19 | 39 |
Diversen | 145,3 |
664,4 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 50,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 1.982,50 |
Totaal Internationale samenwerking | 31,1 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 2.013,50 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 237,1 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 30,3 |
‒ 30,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 27,6 |
27,6 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Middelen gerichte opkoop 1e tranche (stikstofmiddelen) | 99,5 |
Middelen gerichte opkoop 3e tranche (stikstofmiddelen) | 110 |
Natuurbank desaldering (stikstofmiddelen) | 112,1 |
Diversen | 84,9 |
406,5 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 403,9 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 641 |
Totaal Internationale samenwerking | 0 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 641 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
NVWA
Bij Voorjaarsnota is 13,9 miljoen in 2021 aan voorziene onderuitputting NVWA geboekt. Dit wordt ingezet als dekking voor het dempen van de retributiestijging NVWA voor het bedrijsleven, zie ook de post beleidsmatige mutaties diversen. Daarnaast was er een meevaller op het opdrachtgevers budget van de NVWA (10,2 miljoen euro).
Onderuitputting maatregel gerichte opkoop (stikstofmiddelen)
Een deel van de onderuitputting op de saneringsregeling varkenshouderijen is bij de Miljoenennota toegevoegd aan het budget voor de gerichte opkoop (133,3 miljoen euro). De publicatie van wijziging van deze regeling is vertraagd, waardoor de betalingen dit jaar niet mogelijk zijn.
Diversen
Deze diversenpost bestaat onder andere uit onderuitputting op de stikstofmaatregelen (35,1 miljoen euro). Daarnaast bevat deze diversenpost onderuitputting met betrekking tot energie-efficiëntie glastuinbouw (4,7 miljoen euro), innovatieagenda energie (4,3 miljoen euro), flankerend beleid pelsdierhouders (5,9 miljoen euro), Brexit zbo’s (3 miljoen euro) en mestbeleid (6,2 miljoen euro). De eindejaarsmarge LNV (13,7 miljoen euro) wordt ingezet als dekking voor tegenvallers.
Beleidsmatige mutaties
Eindejaarsmarge 2020
Conform de begrotingsregels wordt de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting van LNV (13,7 miljoen euro). Deze mutatie bestaat verder uit de onderuitputting op de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (17,9 miljoen euro) en de onderuitputting op de Floriade (7,5 miljoen euro).
Inzet vrije ruimte
LNV dekt enkele tegenvallers op de begroting uit de ruimte op het artikel nominaal en onvoorzien (artikel 51). Deze tegenvallers zijn onder andere de te betalen compensatie aan VWS voor de financiële gevolgen van het integraal maken van de kostprijs van de NVWA (6,8 miljoen euro in 2021) en bijdrage aan KCB in het kader van de Brexit (4,2 miljoen euro in 2021). Deze ruimte op artikel 51 bestaat onder andere uit de loon- en prijsbijstelling.
Kasschuif gerichte opkoop (stikstofmiddelen)
In de zomer van 2021 is de eerste tranche van de gerichte opkoop geëvalueerd. De verwachting is dat de tweede en derde tranche pas leiden tot verplichtingen in 2022. Daarom worden de middelen voor deze tranches met deze kasschuif doorgeschoven. Daarnaast worden ook de uitvoeringkosten RVO van de eerste tranche in de goede jaren geplaatst.
Kasschuif natuurbank (stikstofmiddelen)
Uit de begrotingsreserve stikstof wordt 112 miljoen euro overgeheveld naar artikel 22. Omdat de begrotingsreserve eind 2021 ophoudt te bestaan, worden deze middelen in zijn geheel in 2021 naar artikel 22 overgeheveld, zie natuurbank desaldering (stikstofmiddelen). De besteding van de Natuurbank gaat de komende 5 jaar plaatsvinden. In 2021 zullen alleen uitvoeringskosten door RVO gemaakt worden. Met deze kasschuif worden de middelen doorgeschoven naar latere jaren.
Kasschuif nominaal/onvoorzien dekking
LNV dekt enkele tegenvallers op de begroting uit de ruimte op het artikel nominaal en onvoorzien (artikel 51), zie ook de post beleidsmatige mutaties inzet vrije ruimte. De problematiek en de dekking stonden niet in hetzelfde kasritme. Middels deze kasschuif wordt dit rechtgetrokken.
Kasschuif regeling versneld natuurherstel rvo (stikstofmiddelen)
In 2021 is de regeling voor versneld natuurherstel gesloten. De uitfinanciering van de tweede tranche is op dit moment nog niet bekend. In deze kasschuif is uitgegaan van het scenario dat de uitfinanciering start in het laatste kwartaal van 2021. De uitfinanciering vindt plaats in de periode 2021 tot en met 2025.
Kasschuif sanering varkenshouderij naar 2021 (stikstofmiddelen)
De complexiteit van de Subsidieregeling sanering varkenshouderij (srv) heeft ervoor gezorgd dat er in de uitvoering door RVO vertraging is ontstaan. Deze middelen (57 miljoen euro) worden via een kasschuif meegenomen naar 2021. Deze middelen blijven, conform de daarover gemaakte afspraken, beschikbaar in 2021 voor de structurele aanpak stikstof om de programmadoelen te behalen. Deze kasschuif is gemeld bij NJN 2020.
Kasschuif sanering varkenshouderij naar 2022 (stikstofmiddelen)
Van het totaal beschikbare budget op de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) wordt circa 170 miljoen euro niet uitgeput. Dit komt doordat er uiteindelijk minder varkenshouders aan de regeling deelnemen dan er in eerste instantie aanmeldingen waren. Bij Najaarsnota 2020 is afgesproken dat de niet-uitgeputte middelen van de Srv behouden blijven voor de structurele aanpak stikstof. De Kamer is 30 juni 2021 geïnformeerd over een pakket alternatieve maatregelen dat uit deze onderuitputting wordt bekostigd.2 Deze middelen zullen in 2021 niet tot besteding komen en zijn daarom doorgeschoven naar 2022, en vervolgens overgeboekt naar de juiste artikelen. Vanuit het stikstofpakket is er 275 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de Srv in 2020. Er resteert nu nog 41,3 miljoen euro in 2021 en 66,3 miljoen euro in 2022 (exclusief extra middelen uit Regeerakkoord en Urgenda).
Kasschuif tbv aanpassen kasritme op nominaal en onvoorzien
LNV dekt enkele tegenvallers op de begroting uit de ruimte op het artikel nominaal en onvoorzien (artikel 51), zie ook de post beleidsmatige mutaties inzet vrije ruimte. De problematiek en de dekking stonden niet in hetzelfde kasritme. Middels deze kasschuif wordt dit rechtgetrokken.
Kasschuif waterbassins mest (stikstofmiddelen)
Oorspronkelijke openstelling van regeling waterbassins staat gepland in het 4e kwartaal van 2021. Tegen het eind van het jaar zullen alleen nog eventueel verplichtingen aangegaan kunnen worden vanwege diverse onzekerheden, zoals bijv. goedkeuring van de Europese Commissie. Om deze reden wordt alvast een groot deel van de beschikbare middelen in 2021 naar achteren geschoven.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mutaties, waaronder bijvoorbeeld een kasschuif ten behoeve van pilots en onderzoek in veenweidegebieden (14,5 miljoen euro). Daarnaast bevat deze post het dempen van de retributiestijging NVWA voor het bedrijfsleven (13,9 miljoen euro). De NVWA brengt kosten van verrichte werkzaamheden via retributies in rekening bij het bedrijfsleven.
Technische mutaties
Doorschuif 2020 sierteelt/voedingstuinbouw
De definitieve vaststelling en uitkering van de steunmaatregelen voor de tuinbouw en de frietaardappelsector is over de jaargrens geschoven. Betalingen konden niet volledig plaatsvinden in 2020 en vallen daarom gedeeltelijk in 2021. De beoordeling en afronding vindt begin 2021 plaats. De definitieve vaststelling is al wel geweest, dus er zullen in 2021 alleen nog definitieve betalingen plaatsvinden.
Middelen gerichte opkoop 1e tranche (stikstofmiddelen)
Bij Slotwet 2020 zijn de resterende middelen van de eerste tranche voor de gerichte opkoop in de begrotingsreserve stikstof gestort. Het gaat om 99,5 miljoen euro. Met deze mutatie wordt het budget uit de begrotingsreserve stikstof opgevraagd om op de LNV-begroting te plaatsen. Deze middelen zijn bestemd voor uitbetalingen uit de eerste tranche.
Middelen gerichte opkoop 3e tranche (stikstofmiddelen)
De begrotingsreserve stikstof houdt eind 2021 op te bestaan. In deze begrotingsreserve zit onder andere 110 miljoen euro bestemd voor de derde tranche van de regeling gerichte opkoop. Om deze middelen beschikbaar te houden is desaldering noodzakelijk. De middelen zijn met een kasschuif in het verwachte ritme geplaatst (zie kasschuif gerichte opkoop).
Nadeelcompensatie pelsdierhouders vervroegd verbod
Voor het vervroegd verbod pelsdierhouderij is er in totaal 140 miljoen euro gereserveerd op de Aanvullende Post. Hiervan is 122,5 miljoen euro toegevoegd aan de LNV-begroting 2021 voor de nadeelcompensatie voor pelsdierhouders.
Natuurbank desaldering (stikstofmiddelen)
In de begrotingsreserve stikstof resteren middelen bestemd voor het oprichten van een natuurcompensatiebank. Conform het definitieve bestedingsplan worden de middelen onttrokken aan de begrotingsreserve en voor het jaar 2021 aan de LNV begroting toegevoegd. De middelen zijn vervolgens via een kasschuif in het verwachte ritme gezet, zie kasschuif natuurbank (stikstofmiddelen).
Steunmaatregel dierentuinen i.v.m. covid-19
In het derde COVID steun- en herstelpakket is 39 miljoen euro beschikbaar gesteld voor dierentuinen. De steun is bedoeld ter voorkoming van dierenwelzijnsproblemen, vanwege een periode van sluiting en beperkte openstelling van dierentuinen. Deze middelen zijn overgeheveld van de Aanvullende Post naar de LNV-begroting.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mutaties, waaronder middelen om middelgrote bedrijven in de land- en tuinbouw gebruik te laten maken van de hogere subsidiegrens voor de tegemoetkoming vaste lasten (20 miljoen euro). Ook bestaat deze post uit een onttrekking uit de begrotingsreserve stikstof ten behoeve van de regeling versneld natuurherstel (21,6 miljoen euro). Verder bestaat deze post uit subsidiëring van LED in de glastuinbouw (25 miljoen euro). Deze middelen zijn overgeheveld van de Aanvullende Post naar de LNV-begroting. Deze maatregel hoort bij het Urgenda 2.0 pakket. Verder bevat deze post een afboeking van 25,3 miljoen euro gereserveerd voor de corona-gerelateerde verplichte stoppersregeling pelsdierhouderijen.
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Diversen
Dit betreft het saldo van verschillende autonome ramingsbijstellingen op de LNV-begroting. Een meevaller is onder andere hogere ontvangsten agro (3,9 miljoen euro). Tegenvallers zijn onder andere lagere ontvangsten subsidievoorschotten (2,8 miljoen) en lagere ontvangsten visserij (2,0 miljoen euro).
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Deze post bestaat onder andere uit een onttrekking uit de begrotingsreserve apurement (12,0 miljoen euro). Deze begrotingsreserve heeft onder andere betrekking op correcties van de Europese Commissie vanwege een niet EU-conforme uitvoering van EU-subsidieregelingen. Daarnaast bevat deze post een onttrekking uit de begrotingsreserve landbouw (13,1 miljoen euro). Dit gaat om flankerend beleid pelsdierhouders, Warmtenet Westland uit CO2 gelden glastuinbouw en het sociaaleconomisch plan pelsdierhouderij.
Technische mutaties
Middelen gerichte opkoop 1e tranche (stikstofmiddelen)
Bij Slotwet 2020 zijn de resterende middelen van de eerste tranche voor de gerichte opkoop in de begrotingsreserve stikstof gestort. Het gaat om 99,5 miljoen euro. Met deze mutatie wordt het budget uit de begrotingsreserve stikstof opgevraagd om op de LNV-begroting te plaatsen. Deze middelen zijn bestemd voor uitbetalingen uit de eerste tranche.
Middelen gerichte opkoop 3e tranche (stikstofmiddelen)
De begrotingsreserve stikstof houdt eind 2021 op te bestaan. In deze begrotingsreserve zit onder andere 110 miljoen euro bestemd voor de derde tranche van de regeling gerichte opkoop. Om deze middelen beschikbaar te houden is desaldering noodzakelijk. De middelen zijn met een kasschuif in het verwachte ritme geplaatst (zie kasschuif gerichte opkoop).
Natuurbank desaldering (stikstofmiddelen)
In de begrotingsreserve stikstof resteren middelen bestemd voor het oprichten van een natuurcompensatiebank. Conform het definitieve bestedingsplan worden de middelen onttrokken aan de begrotingsreserve en voor het jaar 2021 aan de LNV begroting toegevoegd. De middelen zijn vervolgens via een kasschuif in het verwachte ritme gezet, zie kasschuif natuurbank (stikstofmiddelen).
Diversen
Deze post bestaat onder andere uit de onttrekking begrotingsreserve stikstof (21,6 miljoen euro). Deze middelen worden ingezet voor de regeling versneld natuurherstel. Ook bevat deze post onttrekking van de begrotingsreserve landbouw ten behoeve van de sloop- en ombouwregeling pelsdierhouders (10,3 miljoen euro). Daarnaast bestaat deze post uit terugontvangsten subsidievoorschotten regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 (16 miljoen euro).
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 52.493,40 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Bijstelling tweede voortgangsrapportage | ‒ 25,4 |
Diversen | ‒ 59,1 |
Sociale zekerheid | |
Aio | ‒ 18,8 |
Bbz | 54,5 |
Bbz: tozo-doorstroom | 62,7 |
Bbz: uitboeken tozo-doorstroom | ‒ 65,1 |
Budgetneutrale schuif premie-begroting | ‒ 15,1 |
Compensatie verdeelmodel | 37,5 |
Ioaw | ‒ 22,3 |
Kot | 155,2 |
Re-integratie | ‒ 26,8 |
Tw | ‒ 43 |
Uitvoeringskosten uwv | 24,8 |
Wajong | 60,7 |
Wkb | ‒ 101,4 |
Wtl | ‒ 42,2 |
Diversen | ‒ 29,3 |
‒ 53,1 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Kasschuif mdi&eu | ‒ 261 |
Kasschuif mdieu | 46,6 |
Kasschuif slim | ‒ 39 |
Veranderopgave inburgering (voi) | ‒ 18 |
Diversen | 16,5 |
Sociale zekerheid | |
Akw verdelen nominaal | 51,6 |
Hardheden inburgering overboeking | 15,7 |
Kasschuif hardheden inburgering | ‒ 15,7 |
Kot verdelen nominaal | 124,5 |
Overig | ‒ 16,5 |
Participatiewet verdelen nominaal | 85,5 |
Veranderopgave inburgering (voi) | ‒ 27,6 |
Wajong verdelen nominaal | 51,4 |
Wkb verdelen nominaal | 57,8 |
Diversen | ‒ 7,3 |
64,5 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Correctie r/s jeugdwerkloosheid | ‒ 40 |
Diverse plafondcorrecties | ‒ 175,4 |
Kasschuif nl leert door | ‒ 55,6 |
Naar bzk-gf: gemeentelijk schuldenbeleid | ‒ 30 |
Naar bzk-gf: tonk | ‒ 260 |
Naar bzk-gf: vwnw: du crisisdienstverlening | ‒ 48,5 |
Tonk | 260 |
Diversen | ‒ 10,5 |
Sociale zekerheid | |
Bijstand | ‒ 565 |
Compensatie eigen bijdrage ko en bso | 271,7 |
Coronaloket kasritme uwv | ‒ 661,7 |
Correctie r/s jeugdwerkloosheid | 40 |
Crisisdienstverlening slotwet | ‒ 44,6 |
Diverse plafondcorrecties | 175,4 |
Einddatum now 2 | ‒ 71,3 |
Jaarafsluiting now | ‒ 444,6 |
Naar bzk-gemeentefonds: algemene uitkering re-integratie gemeenten | ‒ 136,7 |
Naar bzk-gf: sw bedrijven covid 19 | ‒ 35 |
Now 5 | 1.481,00 |
Realisaties now 4 | ‒ 92 |
Tozo bijstelling 1e isb en vjn | 297,3 |
Tozo-3 levensonderhoud: uitstel vermogenstoets | 110 |
Tozo-3/4 terugwerkende kracht | 60 |
Tozo-4: afstel vermogenstoets | 110 |
Tozo-5 levensonderhoud | 170 |
Uvk now kasschuif | ‒ 80 |
Vrijval now middelen | ‒ 40 |
01. now kasschuif nvw | 1.255,30 |
02. now 3 bijstelling 1e isb | 1.458,30 |
03. now 3.2 niet afbouwen | 814 |
04. now 3.1 langer openstellen loket | 500 |
05. now 3.3 niet afbouwen & now 3.2 en now 3.3 naar 85% | 1.350,00 |
06. now bijstelling vjn | ‒ 1.400,90 |
07. now 4 | 1.600,00 |
08. uitzonderen tvl in de now | 360 |
09. now 4 kmev | ‒ 600 |
10. now bijstelling vaststellingen o.b.v. realisaties | ‒ 659 |
3e isb: tegemoetkoming sw-bedrijven | 35 |
Diversen | ‒ 145,7 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Bikk aow | 36,8 |
Rijksbijdrage ouderdomsfonds | 363,3 |
Diversen | 45,8 |
5.197,40 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 5.208,80 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 57.702,30 |
Totaal Internationale samenwerking | 0,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 57.702,80 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 1.837,10 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 1,8 |
Sociale zekerheid | |
Terugontvangst svb | 21,3 |
Terugontvangsten kot | ‒ 65,3 |
Terugontvangsten wkb | ‒ 28,4 |
Tw | 20,9 |
Uitvoeringskosten uwv | 34,3 |
Wajong | 28,4 |
Diversen | ‒ 13,2 |
‒ 0,2 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 1,4 |
Sociale zekerheid | |
Kasschuif kwijtschelden publieke schulden kot | 30,3 |
Verwachte terugontvangsten svb | 18 |
Diversen | ‒ 10,2 |
39,5 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 4,3 |
Sociale zekerheid | |
Coronaloket kasritme uwv | ‒ 661,7 |
Derving ontvangsten kot ivm kwijtschelden publieke schulden | ‒ 38,6 |
Einddatum now 2 | ‒ 180,6 |
Tozo terugontvangsten | 927,6 |
01. now vaststellingen | 1.041,90 |
02. now juninota kasschuif | 125,9 |
03. now bijstelling vaststellingen o.b.v. realisaties | 657,7 |
Diversen | 7,8 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Werkgeversbijdrage kinderopvang | 44 |
Diversen | ‒ 0,4 |
1.927,90 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 1.967,20 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 3.804,30 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 3.804,30 |
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Bijstelling tweede voortgangsrapportage
In de tweede voortgangsrapportage van het kerndepartement SZW is een onderuitputting gemeld op de apparaatsbudgetten en de beleidsondersteunende budgetten (subsidies en opdrachten). De oorzaak van deze onderuitputting is voor een belangrijk deel corona-gerelateerd. Deze onderuitputting wordt deels ingezet voor invulling van de taakstelling op de SZW-begroting. Het restant leidt tot een meevaller op de rijksbegroting.
Diversen
Deze post bevat diverse bijstellingen en realisatie bijstellingen onder uitgavenplafond Rijksbegroting. SZW heeft middelen gekregen voor de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» en informatiehuishouding. Deze worden in de opstartfase niet volledig benut in 2021.
Sociale zekerheid
Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)
Uit realisatiecijfers van de SVB blijkt dat de uitgaven aan de AIO lager zijn uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. De neerwaartse bijstelling wordt veroorzaakt doordat het aantal AIO-gerechtigden in 2021 minder hard is gestegen dan verwacht. Met name de instroom was lager dan verwacht, daarnaast was ook de uitstroom iets hoger.
Besluit Bijstand Zelfstandigen (Bbz); Bbz: tozo-doorstroom; Bbz: uitboeken tozo-doorstroom
Op basis van de bijgestelde Tozo-raming is de doorstroom van Tozo-gebruikers naar het Bbz na afloop van de Tozo bijgesteld. Er werd ervan uitgegaan dat de Tozo per 1 juli zou aflopen. De Tozo liep echter per 1 oktober 2021 af. Waarna een deel van de Tozo-gebruikers doorstroomde naar het (verruimde) Bbz. De Bbz-raming van 2021 en 2022 is hiervoor opgehoogd. In het Bbz is eerder een effect ingeboekt voor doorstroom vanuit de Tozo na afloop per 1 juli. Daarna is de Tozo tot 1 oktober verlengd. Dit zorgde voor meerdere bijstellingen in 2021 onder meerdere titels.
Budgetneutrale schuif premie-begroting
Als gevolg van de jaarlijkse aanpassing van het ramingsmodel van de uitvoeringskosten UWV volgt er een mutatie, die geen invloed heeft op het totale budget, tussen premie- en begrotingsgefinancierd budget.
Compensatie verdeelmodel
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft eerder geoordeeld dat verschillende gemeenten zijn benadeeld in de verdeling van het macrobudget Participatiewetuitkeringen. Enkele gemeenten hebben daarom in 2021 een compensatie ontvangen met betrekking tot het verdeelmodel 2015 en 2016. De compensatie voor één gemeente valt onder de post diversen, omdat het compensatiebedrag voor deze gemeente pas later is vastgesteld.
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw)
De neerwaartse bijstelling van de IOAW-raming bestaat uit een neerwaartse bijstelling vanwege de verwachte lagere doorstroom vanuit de WW naar de IOAW (-10 miljoen euro) en een neerwaartse bijstelling vanwege de verwerking van de voorlopige realisatiecijfers over 2020 (-12 miljoen euro).
Kinderopvangtoeslag (KOT)
De uitgaven aan kinderopvangtoeslag (KOT) in 2021 kwamen hoger uit dan bij het opstellen van de Miljoenennota 2021 was geraamd. De ramingsbijstelling hangt vooral samen met een hoger gebruik van kinderopvang, doordat kinderen gemiddeld meer uren naar de opvang gaan.
Re-integratie
In verband met corona zijn er minder re-integratietrajecten en voorzieningen verstrekt dan verwacht. Daarnaast heeft het UWV middelen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) ontvangen voor oude projecten, waardoor de bevoorschotting van 2021 naar beneden is bijgesteld. Dit heeft geen gevolgen voor het feitelijke re-integratiebudget bij het UWV.
Toeslagenwet (TW)
De raming van de Toeslagenwet is op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en werkloosheidsverwachtingen van het CPB naar beneden bijgesteld in 2021. Dit komt grotendeels door een lager aantal TW-aanvullingen dan verwacht, hoofdzakelijk omdat de verwachte toename van de werkloosheid uitbleef. Hierdoor zijn er veel minder TW-aanvullingen voor de WW dan begroot. De gemiddelde uitkeringshoogte binnen de TW is wel hoger uitgevallen dan begroot.
Uitvoeringskosten UWV
In 2021 heeft er een nabetaling plaatsgevonden na afrekening van de uitvoeringskosten Wajong, die 24,8 miljoen euro bedroeg.
Wajong
Uit de gegevens van het UWV is gebleken dat de uitgaven aan de Wajong hoger zijn uitgevallen dan eerder verwacht. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat personen met een Wajong-uitkering die werken in hogere mate gebruik maken van inkomensondersteuning.
Wet Kindgebonden Budget (Wkb)
De uitgaven aan het kindgebonden budget (WKB) komen lager uit dan bij het opstellen van de Miljoenennota 2021 was geraamd. Dit komt met name doordat het effect van corona op de inkomens van huishoudens lager uitvalt dan eerder verwacht.
Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl)
De realisatiecijfers van de Wtl over 2020 (uitbetaling in 2021) laten een meevaller zien op de loonkostenvoordelen (LKV), een meevaller op het lage-inkomensvoordeel (LIV) en een tegenvaller op het jeugd-LIV. De uitgaven aan de LKV's waren in 2020 lager dan begroot, doordat het gebruik van de LKV’s achterbleef bij de verwachting.
Diversen
Deze post bevat diverse kleinere mee- en tegenvallers onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Daarnaast zijn er onder andere meevallers op de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) van 11,4 mln. en op de middelen scholingsexperiment wga van 9,4 miljoen.
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Kasschuif mdi&eu; kasschuif mdieu
Voor de maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDI&EU) is meerjarig in totaal 1 miljard euro beschikbaar. Gezien de looptijd van de activiteitenplannen die gesubsidieerd worden en de regels rond bevoorschotting, liggen de kasuitgaven grotendeels in latere jaren dan oorspronkelijk verwacht. Om aan te sluiten bij het verwachte kasritme zijn er in 2021 diverse kasschuiven gedaan.
Kasschuif slim
Om beter bij het verwachte kasritme van de subsidieregeling Stimuleringsregeling Leren en ontwikkelen In MKB-ondernemingen (SLIM) aan te sluiten, is een kasschuif gedaan van 2021 naar 2022 en 2026.
Veranderopgave inburgering (voi)
Deze mutatie bestaat voor het grootste deel uit budget voor VOI dat is overgeheveld van het plafond Sociale Zekerheid naar het plafond Rijksbegroting. Daarnaast gaat het om hoger dan voorziene kosten die verband houden met de nieuwe inburgeringswet (zoals o.a. implementatie- en uitvoeringskosten). Het overige deel staat op plafond Sociale Zekerheid.
Diversen
Bevat diverse kleine beleidsmatige mutaties onder uitgavenplafond Rijksbegroting die grotendeels samenhangen met het pakket aan flankerend sociaal beleid, zoals mutaties voor van werk naar werk begeleiding (VWNW).
Sociale zekerheid
Algemene Kinderbijslagwet (Akw) verdelen nominaal
Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de AKW op het prijspeil van 2021 gebracht.
Hardheden inburgering overboeking; Kasschuif hardheden inburgering
Op basis van de verkenning verbeterplan Wet inburgering 2013 zijn twaalf voorstellen geformuleerd om hardheden uit de Wi2013 weg te nemen. Voor de periode 2022 t/m 2026 bedragen de kosten voor de uitvoering €15,7 miljoen euro, waarvan een deel betrekking heeft op gemeenten en een deel op DUO. Middels een kasschuif zijn deze middelen in het juiste kasritme gezet.
Kot verdelen nominaal
Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de KOT op het prijspeil van 2021 gebracht.
Overig
Bevat verschillende beleidsmatige mutaties uit de voorjaarsbesluitvorming 2021. Dit is bijvoorbeeld vrijval van middelen op het dossier Loondoorbetaling bij Ziekte en vrijval door uitstel van de wetsbehandeling Breed Offensief.
Participatiewet verdelen nominaal
Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de Participatiewet op het prijspeil van 2021 gebracht.
Veranderopgave inburgering (voi)
De inwerkingtreding van het nieuwe inburgeringsstelsel is met een half jaar uitgesteld, naar 1 januari 2022. Dit leidt enerzijds tot een besparing op de uitvoeringskosten voor gemeenten in 2021, maar tegelijkertijd leidt dit voor gemeenten ook tot aanvullende kosten. Ook is de groep die nog onder het huidige inburgeringsstelsel valt (de zogenaamde ondertussen-groep) daardoor groter. Gemeenten ontvangen een financiële compensatie van 30 miljoen euro, verspreid over 2021 t/m 2026. Enerzijds voor de begeleiding van deze ondertussen-groep, anderzijds voor de kosten die gemoeid zijn met een, door het uitstel, verlengde implementatie. Daarnaast bestaat deze mutatie uit hoger dan voorziene kosten die verband houden met de nieuwe inburgeringswet (zoals o.a. uitvoeringskosten) en is voor VOI beschikbaar budget overgeheveld van plafond Sociale Zekerheid naar plafond Rijksbegroting.
Wajong verdelen nominaal
Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de Wajong op het prijspeil van 2021 gebracht.
Wet Kindgebonden Budget (Wkb) verdelen nominaal
Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de WKB op het prijspeil van 2021 gebracht.
Diversen
Bevat diverse kleine beleidsmatige mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid, onder andere mutaties die samenhangen met het verdelen van het flankerend beleid uit het steun- en herstelpakket, bijvoorbeeld in het kader van crisisdienstverlening.
Technische mutaties
Rijksbegroting
Correctie r/s jeugdwerkloosheid
De middelen voor de Aanpak jeugdwerkloosheid voor 2021 zijn afgeboekt van het plafond Sociale Zekerheid, terwijl dit het plafond Rijksbegroting had moeten zijn. Deze mutatie corrigeert dit.
Diverse plafondcorrecties
Diverse reserveringen op artikel 99 zijn middels een plafondcorrectie overgeboekt van uitgavenplafond Rijksbegroting naar uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Het gaat onder andere om de (resterende) reserveringen voor de crisisdienstverlening en de impuls banenafspraak. Reden voor deze plafondcorrectie is dat deze uitgaven voor het grootste deel onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid vallen, waardoor het logisch is deze reserveringen onder datzelfde plafond te scharen.
Kasschuif nl leert door
De middelen voor NL leert door worden in een nieuw kasritme geplaatst om beter aan te sluiten bij het jaar waarin de subsidieregeling tot betalingen leidt. Dit heeft te maken met het feit dat er een voorschot bij de start van een subsidiebeschikking wordt gegeven en de eindafrekening plaatsvindt na afloop van de subsidieperiode. De mutatie is de som van de kasschuiven NL leert door met inzet van scholing en NL leert door met inzet van sectoraal maatwerk.
Naar bzk-gf: gemeentelijk schuldenbeleid
Als onderdeel van het steun- en herstelpakket stelt het kabinet in 2021 extra middelen beschikbaar voor het gemeentelijk schuldenbeleid, gelet op de voorziene toename van de schuldenproblematiek.
Naar bzk-gf: tonk
De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) beoogt dat gemeenten huishoudens tegemoet kunnen komen die door de coronacrisis een sterke terugval in inkomsten hebben en daardoor hun noodzakelijke (woon)kosten niet meer kunnen betalen. Deze boeking betreft de overboeking naar het Gemeentefonds.
Naar bzk-gf: vwnw: du crisisdienstverlening
Uit het steun- en herstelpakket worden middelen aan de 35 arbeidsmarktregio’s beschikbaar gesteld. Hiervan wordt 48,46 miljoen in 2021 overgeboekt vanuit SZW naar BZK ten behoeve van de DU crisisdienstverlening. Omdat deze middelen worden overgemaakt naar de 35 centrumgemeenten is gekozen voor een decentralisatie-uitkering. De uitkering is samengesteld uit middelen voor crisisdienstverlening (10,1 miljoen euro) en de aanpak jeugdwerkloosheid (38,4 miljoen euro).
Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (Tonk)
De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) beoogt dat gemeenten, huishoudens en ondernemers tegemoet kunnen komen die door de coronacrisis een sterke terugval in inkomsten hebben en daardoor hun noodzakelijke (woon)kosten niet meer kunnen betalen. Initieel was een bedrag van 130 miljoen euro gereserveerd voor het eerste halfjaar van 2021, later is het beschikbare bedrag verdubbeld naar 260 miljoen euro. Dit budget is eerst gereserveerd op de SZW-begroting en later overgeboekt naar het Gemeentefonds (zie mutatie Naar bzk-gf: tonk).
Diversen
Deze post bevat diverse kleine technische mutaties onder uitgavenplafond Rijksbegroting. Dit betreft vooral kleine mutaties in overboekingen naar andere departementen, bijvoorbeeld met het BTW-compensatiefonds van het Ministerie van Financiën. Daarnaast is er een kleine opwaartse bijstelling voor Caribisch Nederland, in verband met de crisismaatregelen.
Sociale zekerheid
Bijstand
De bijstelling op het macrobudget Participatiewetuitkeringen heeft betrekking op de bijstellingen van het deelbudget voor bijstand en loonkostensubsidie. De verbeterde conjunctuur en verwerking van de voorlopige realisaties uit 2020 leidt tot een lager beroep op bijstand en LKS en dus tot lagere uitgaven.
Compensatie eigen bijdrage Kinderopvang (ko) en buitenschoolseopvang (bso)
In 2021 is een tegemoetkoming verstrekt (via de TTKO) aan ouders met kinderopvangtoeslag die gedurende de sluitingsperiode van de kinderopvang hun eigen bijdrage hebben doorbetaald. Daarnaast hebben ook ouders die via een gemeentelijke regeling of geheel op eigen kosten kinderopvang hebben doorbetaald in de sluitingsperiode een tegemoetkoming ontvangen. De drie tegemoetkomingen hebben betrekking op de periode 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021 voor de dagopvang. Voor de buitenschoolse opvang is dit 16 december 2020 tot en met 18 april 2021.
Coronaloket kasritme uwv
De verwachte uitgaven in 2021 worden met 662 miljoen euro verlaagd door het aansluiten van de raming op het kasritme van UWV. UWV verrekent het bedrag dat zij ontvangt voor het verrichten van betalingen aan werkgevers eerst met eventuele terugontvangsten van werkgevers. Hier was eerder geen rekening mee gehouden in de begroting SZW. Tot op heden rapporteerde SZW namelijk de verwachte uitbetalingen en terugontvangsten van NOW-subsidies als aparte geldstromen aan de uitgaven- en ontvangstenkant van de begroting. Door aan te sluiten bij de systematiek van UWV worden deze stromen gesaldeerd, en treden verschuivingen op die van technische aard zijn en geen gevolgen hebben voor de totaal geraamde NOW-gelden. Dat komt omdat de bijstellingen aan de uitgavenkant even groot zijn als de bijstellingen aan de ontvangstenkant van de begroting SZW.
Correctie r/s jeugdwerkloosheid
De middelen voor de Aanpak jeugdwerkloosheid voor 2021 zijn afgeboekt van het plafond Sociale Zekerheid, terwijl dit het plafond Rijksbegroting had moeten zijn. Deze mutatie corrigeert dit.
Crisisdienstverlening Slotwet
De gerealiseerde uitgaven aan crisisdienstverlening zijn lager dan verwacht. Dit heeft meerdere oorzaken gehad, waaronder de gefaseerde opstart van de Regionale Mobiliteitsteams gedurende het jaar 2021, de krapte op de arbeidsmarkt en het voortzetten van de steunpakketten in het najaar van 2021.
Diverse plafondcorrecties
Diverse reserveringen op artikel 99 zijn middels een plafondcorrectie overgeboekt van uitgavenplafond Rijksbegroting naar uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Het gaat onder andere om de (resterende) reserveringen voor de aanvullende crisisdienstverlening en de impuls banenafspraak. Reden voor deze plafondcorrectie is dat deze uitgaven voor het grootste deel onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid vallen, waardoor het logisch is deze reserveringen onder datzelfde plafond te scharen. Zie ook ‘diverse plafondcorrecties’ onder kopje Rijksbegroting.
Einddatum now 2
Door gewijzigde loketdata voor de vaststellingen van NOW 2 en NOW 3 hebben drie kasschuiven plaatsgevonden. Allereerst een verschuiving van 35 miljoen euro uit 2020 naar 2021 samenhangend met een latere opening van het NOW 2 vaststellingsloket. Daarnaast een schuif van 71 miljoen euro uit 2021 naar latere jaren vanwege een langere openstelling van het vaststellingsloket van NOW 2. Hierdoor duurt het langer voordat afrekeningen en nabetalingen plaatsvinden. Tot slot is bij de uitwerking van de NOW 3.1 besloten in drie maandelijkse termijnen uit te keren. Hierdoor vond het merendeel van de betalingen in 2021 plaats in plaats van 2020. Dit heeft geleid tot een kasschuif van 1.220 miljoen euro, dit is terug te zien in de tabel onder: '01. now kasschuif nvw’.
Jaaraansluiting now
Er is door SZW in 2021 voor ruim 444 miljoen euro minder voorschot aan het UWV uitgekeerd dan verwacht voor de NOW tranches 1 t/m 4. Dit betreft geen aanpassing van de raming van de NOW, maar een administratieve aansluiting van de begroting van SZW op de bevoorschotting die heeft plaatsgevonden zodat het UWV de NOW kan uitbetalen aan werkgevers.
Naar bzk-gemeentefonds: algemene uitkering re-integratie gemeenten
Het re-integratiebudget van gemeenten is in het kader van het aanvullend sociaal pakket tijdelijk verhoogd in lijn met de eerder verwachte hogere instroom in de bijstand in 2021 (ruim 88 miljoen euro). Tevens is er sprake van een additionele verhoging van de middelen voor re-integratie (ruim 48 miljoen euro), deze stelt gemeenten in 2021 in staat om de dienstverlening aan mensen die als gevolg van de coronacrisis de bijstand in zijn gestroomd, te intensiveren. Gemeenten gebruiken dit budget om bijstandsgerechtigden te helpen bij het vinden van een nieuwe baan. De middelen zijn, na afdracht aan het BTW-compensatiefonds (3,3 miljoen euro), toegevoegd aan het gemeentefonds.
Naar bzk-gf: sw bedrijven covid 19
Omdat SW-bedrijven geen aanspraak kunnen maken op NOW-steun, is in 2020 besloten tot een tegemoetkoming aan gemeenten voor de loonkosten van SW-personeel. Ook in 2021 is er naar verwachting nog sprake van omzetverlies bij SW-bedrijven als gevolg van de coronamaatregelen. Het kabinet heeft daarom besloten om 35 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de periode 1 januari tot 1 juli 2021. Het bedrag wordt met deze boeking toegevoegd aan de integratie-uitkering Participatie van het Gemeente Fonds (GF) via een verhoging van de Rijksbijdrage Wsw in 2021.
Now 5
De NOW is voor de periode 1 november tot en met 31 december heropend (NOW 5). Voor de NOW 5 is in 2021 1,5 miljard euro (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar gesteld.
Realisaties now 4
Het kabinet heeft besloten de NOW te verlengen tot 1 oktober 2021 (NOW 4). De verwachte uitgaven van de verlenging van 1 juli tot en met 30 september bedroegen oorspronkelijk 1,6 miljard euro in 2021. Nadien zijn op basis van de kMEV en realisatiecijfers de uitgaven aan deze NOW 4 in 2021 met respectievelijk 600 miljoen euro en 92 miljoen euro verlaagd, dit is terug te zien in de tabel onder: ‘07. now 4 en 09. now 4 kmev’.
Tozo bijstelling 1e isb en vjn
Het beroep op de Tozo viel hoger uit dan oorspronkelijk geraamd als gevolg van het uitbreken van de tweede golf. Op basis van voorlopige realisatiegegevens van gemeenten over 2020 is de raming van de Tozo-uitgaven in 2021 daarna naar beneden bijgesteld (-30 miljoen euro). In 2021 vindt een voorlopige verrekening met gemeenten plaats over de Tozo-uitgaven in 2020. In totaal wordt er 225 miljoen euro aan gemeenten nabetaald. De terugvorderingen zijn onder ontvangsten opgenomen.
Tozo-3 levensonderhoud: uitstel vermogenstoets
De invoering van de vermogenstoets in de Tozo is van 1 oktober 2020 uitgesteld tot 1 april 2021. Door het uitstel zal het beroep op de Tozo in de laatste maanden van 2020 hoger uitvallen dan eerder geraamd.
Tozo-3/4 terugwerkende kracht
Doordat zelfstandigen de mogelijkheid krijgen om Tozo met terugwerkende kracht aan te vragen, zullen zelfstandigen langer een uitkering krijgen. De raming van de Tozo-uitgaven is daarom met 60 miljoen euro opwaarts bijgesteld.
Tozo-4: afstel vermogenstoets
Als gevolg van afstel van invoering van de vermogenstoets in Tozo-4, vallen de Tozo-uitgaven hoger uit. De raming is daarom met 110 miljoen euro opwaarts bijgesteld.
Tozo-5 levensonderhoud
De Tozo is verlengd tot 1 oktober 2021. Zelfstandigen konden tot 1 oktober 2021 een uitkering voor levensonderhoud ontvangen en een lening voor bedrijfskapitaal aanvragen. De extra uitgaven aan de leningen bedrijfskapitaal, uitvoeringskosten van gemeenten en de extra toekomstige ontvangsten door terugbetalingen van de leningen bedrijfskapitaal vallen onder verschillende diversenkopjes.
Uvk now kasschuif
Vanuit een reservering op artikel 99 worden middelen doorgeschoven voor voorziene uitvoeringskosten NOW in 2022 en 2023.
Vrijval now middelen
De uitvoeringskosten NOW bij UWV vallen in 2021 lager uit dan begroot op artikel 11. Deze middelen vallen vrij.
01. now kasschuif nvw
Zie eerdere toelichting bij ‘Einddatum NOW 2’.
02. now 3 bijstelling 1e isb
Op basis van uitvoeringsinformatie hebben in het voorjaar van 2021 diverse ramingsbijstellingen plaatsgevonden. Op basis van de vaststellingen voor de NOW 1 en 2 bleek dat werkgevers achteraf minder omzetverlies hadden geleden dan van tevoren was ingeschat. De uitgaven voor de NOW 1 zijn per saldo met (-400 + 275) 124 miljoen euro verlaagd. De uitgaven voor de NOW 2 zijn met (-298 + ‒ 371) 668 miljoen euro verlaagd. De uitgaven aan de NOW 3.1 zijn juist per saldo met (1.458 + 500 + ‒ 758) 1.200 miljoen euro verhoogd in 2021, vanwege de impact van de tweede golf coronabesmettingen in het najaar van 2020. Het aantal subsidieaanvragen voor de NOW 3.3. is achteraf lager uitgevallen dan begroot. Hierdoor zijn de uitgaven in 2021 met 659 miljoen euro verlaagd.
03. now 3.2 niet afbouwen
Om ondernemers en werkenden te helpen, is besloten om de steun- en herstelpakketten in het eerste en tweede kwartaal van 2021 niet af te bouwen. Het vergoedingspercentage van 80% en de omzetdrempel van 20% zijn niet afgebouwd zoals aanvankelijk beoogd. De meerkosten hiervoor bedroegen in totaal 1.814 miljoen euro, waarvan 814 miljoen euro betrekking heeft op de NOW 3.2 en 1.000 miljoen euro op de NOW 3.3. Nadien zijn de vergoedingspercentages in de NOW 3.2 en 3.3. verder verhoogd van 80% naar 85%, wat tot 350 miljoen euro aan meerkosten heeft geleid.
04. now 3.1 langer openstellen loket
Zie eerdere toelichting bij ’02. NOW 3 bijstelling 1e ISB’.
05. now 3.3 niet afbouwen & now 3.2 en now 3.3 naar 85%
Zie eerdere toelichting bij ’03. NOW 3.2 niet afbouwen’.
06. now bijstelling vjn
Zie eerdere toelichting bij ’02. NOW 3 bijstelling 1e ISB’.
07. now 4
Zie eerdere toelichting bij ‘Realisaties NOW 4’.
08. uitzonderen tvl in de now
Het kabinet heeft besloten om de TVL-subsidie uit te zonderen van het omzetbegrip binnen de NOW-regeling (dit geldt vanaf de NOW 3). Werkgevers ontvangen hierdoor een hogere subsidie. Als gevolg van deze intensivering zijn de uitgaven in 2021 met 360 miljoen euro opwaarts bijgesteld.
09. now 4 kmev
Zie eerdere toelichting bij ‘Realisaties NOW 4’.
10. now bijstelling vaststellingen o.b.v. realisaties
Zie eerdere toelichting bij ’02. NOW 3 bijstelling 1e ISB’.
3e isb: tegemoetkoming sw-bedrijven
Omdat SW-bedrijven geen aanspraak kunnen maken op NOW-steun, is in 2020 besloten tot een tegemoetkoming aan gemeenten voor de loonkosten van SW-personeel. Ook in 2021 is er naar verwachting nog sprake van omzetverlies bij SW-bedrijven als gevolg van de coronamaatregelen. Het kabinet heeft daarom besloten om 35 miljoen beschikbaar te stellen voor de periode 1 januari tot 1 juli 2021. Het bedrag is bij de decembercirculaire 2021 toegevoegd aan de integratie-uitkering Participatie van het Gemeente Fonds via een verhoging van de Rijksbijdrage Wsw in 2021.
Diversen
Bevat diverse technische mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Hieronder vallen onder andere een kleine opwaartse bijstelling op de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA), een neerwaartse bijstelling op de uitvoeringskosten van de NOW 1 van ruim 13 miljoen euro, en een neerwaartse bijstelling op de Tijdelijke Tegemoetkoming Kinderopvang (TTKO) van bijna 20 miljoen euro.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Bikk aow
De Rijksbijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) wordt gedurende het jaar aangepast aan de geraamde omvang van de heffingskortingen. In 2021 is de omvang van de heffingskortingen hoger uitgekomen dan ten tijde het opstellen van de begroting werd verwacht. Gedurende het jaar is daarom de raming van de BIKK licht naar boven bijgesteld.
Rijksbijdrage ouderdomsfonds
De Rijksbijdrage aan het ouderdomsfonds is bedoeld om het geraamde tekort in dat fonds aan te vullen. De inkomsten van het fonds (voornamelijk AOW-premies) zijn namelijk niet hoog genoeg om de uitgaven (Aow-uitkeringen, en de inkomensondersteuning AOW) te betalen. De rijksbijdrage wordt in het voorjaar bijgewerkt aan de hand van de CEP-raming van het CPB en het gerealiseerde fondstekort of -overschot in het voorgaande jaar zoals opgenomen in het jaarverslag van de SVB. Per saldo heeft dat in 2021 gezorgd voor een hogere rijksbijdrage dan waar in de begroting van uit was gegaan.
Diversen
Bevat twee kleine mutaties die niet relevant zijn voor het uitgavenplafond, zijnde een kleine opwaartse bijstelling van 2,8 miljoen euro bij de rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten (AO) en een kleine opwaartse bijstelling van 0,5 miljoen euro bij de rijksbijdrage voor de Zelfstandige en Zwanger-regeling (ZEZ).
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Rijksbegroting
Diversen
Deze post bevat diverse kleine mee- en tegenvallers onder het plafond Rijksbegroting, die samenhangen met de tweede voortgangsrapportage van het kerndepartement SZW.
Sociale zekerheid
Terugontvangst svb
In totaal ontvangt SZW in 2021 € 39,3 mln. terug van de SVB. Deze € 39,3 mln. bestaat uit € 20,7 mln. terugontvangsten jaarlijkse afrekening rijksgefinancierde uitvoeringskosten en € 18,6 mln. terugontvangsten van het exploitatieresultaat. Eerder is hier al op basis van prognose € 18 mln. voor geboekt. Het verschil tussen prognose en resultaat is € 21,3 mln.
Terugontvangsten kot
De terugontvangsten met betrekking tot de kinderopvangtoeslag vallen lager uit dan verwacht. Enerzijds zorgt het langer pauzeren van de dwanginvorderingen in 2021 i.v.m. de coronacrisis voor een afname in ontvangsten. Anderzijds komt de bijstelling voort uit lagere ontvangsten verspreid over de jaren 2015 t/m 2021. Mogelijke verklaring hiervoor is een groter effect van de hersteloperatie Toeslagen dan aanvankelijk geraamd.
Terugontvangsten wkb
De terugontvangsten met betrekking tot het kindgebonden budget vallen lager uit dan verwacht. Dit wordt deels verklaard door het langer pauzeren van de invorderingen van toeslagen in 2021, tijdens de coronacrisis.
Toeslagenwet (TW)
De daadwerkelijke uitgaven zijn in 2020 20,9 miljoen lager uitgevallen dan aan het UWV is bevoorschot. Dit komt doordat de definitieve uitgaven aan de toeslagenwet lager zijn dan ten tijde van de najaarsnota 2020 door het UWV was geraamd. Het te veel bevoorschotte bedrag heeft SZW in 2021 van het UWV ontvangen.
Uitvoeringskosten uwv
Betreft de terugontvangsten jaarlijkse afrekening Rijksgefinancierde uitvoeringskosten van UWV à €34,3 miljoen.
Wajong
In 2020 heeft het UWV meer uitkeringslasten voor de Wajong bevoorschot gekregen dan daadwerkelijk is uitgegeven. In 2021 heeft SZW dit bedrag terugontvangen van het UWV.
Diversen
De ontvangsten zijn voor meerdere regelingen aangepast aan de hand van de gerealiseerde ontvangsten. Er is een opwaartse bijstelling van 4,6 miljoen euro. Daarnaast bevat deze post een kleine neerwaartse bijstelling van de boeteontvangsten naar aanleiding van de meest recente realisatiecijfers.
Beleidsmatige mutaties
Rijksbegroting
Diversen
Deze post bevat verschillende kleine ontvangsten.
Sociale zekerheid
Kasschuif kwijtschelden publieke schulden kot
Deze bijstelling treedt in samenhang op met de bijstelling Derving ontvangsten KOT ivm kwijtschelden publieke schulden en Diversen. Om de ontvangstenderving uit voornoemde bijstelling in het verwachte ritme over de jaren 2021-2025 te verdelen, is een kasschuif uitgevoerd.
Verwachte terugontvangsten svb
In totaal ontvangt SZW in 2021 € 39,3 mln. terug van de SVB. Deze € 39,3 mln. bestaat uit € 20,7 mln. terugontvangsten jaarlijkse afrekening rijksgefinancierde uitvoeringskosten en € 18,6 mln. terugontvangsten van het exploitatieresultaat. Eerder is hier al op basis van prognose € 18 mln. voor geboekt. Het verschil tussen prognose en resultaat is € 21,3 mln.
Diversen
Deze post bevat diverse kleinere beleidsmatige ontvangstenmutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Hieronder valt onder meer een mutatie voor het verwerken van het restant aan verwachte derving op ontvangsten uit openstaande terugvorderingen kinderopvangtoeslag in verband met het kwijtschelden van publieke schulden. Deze bijstelling treedt in samenhang op met de bijstellingen ‘Derving ontvangsten KOT ivm kwijtschelden publieke schulden’ en ‘Kasschuif kwijtschelden publieke schulden Kinderopvangtoeslag (KOT)’.
Technische mutaties
Rijksbegroting
Diversen
Deze post bevat diverse kleinere technische ontvangstenmutaties onder uitgavenplafond Rijksbegroting, waarvan de grootste een desaldering in verband met de begroting van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) is. Per 2021 werkt de RSO volgens een gestandaardiseerde dienstverlening met uniforme tarieven voor opdrachtgevers. De gerealiseerde uitgaven en ontvangsten zijn hoger uitgevallen dan begroot naar aanleiding van een herijking van vierkante meters bij de opdrachtgevers. Tevens bleken een aantal nieuwe aansluitingen van departementen een groter effect te hebben dan voorzien. Deze factoren hebben geleid tot een toename van de dienstverlening.
Sociale zekerheid
Coronaloket kasritme uwv
De verwachte ontvangsten in 2021 worden met 662 miljoen euro verlaagd door het aansluiten van de raming op het kasritme van UWV. Deze verschuiving is technisch van aard en heeft geen gevolgen voor de totaal geraamde NOW-gelden, omdat de bijstellingen aan de ontvangstenkant even groot zijn als de bijstellingen aan de uitgavenkant van de begroting SZW.
Derving ontvangsten kot ivm kwijtschelden publieke schulden
In het kader van de hersteloperatie Toeslagen zijn de openstaande kinderopvangtoeslagschulden van KOT-gedupeerden en hun huidige partner kwijt gescholden.
Einddatum now 2
Door het langer openstellen van het vaststellingsloket voor de NOW 2 is een budgettaire verschuiving verwerkt van 181 miljoen euro van 2021 naar latere jaren. Dit is nadien gecorrigeerd door aan te sluiten bij het kasritme van UWV (zie toelichting bij ‘Coronaloket kasritme UWV’).
Tozo terugontvangsten
Op basis van voorlopige realisatiegegevens van gemeenten over de Tozo-uitgaven in 2020 vindt een voorlopige verrekening met gemeenten plaats. De terugvorderingen zijn onder ontvangsten opgenomen.
01. now vaststellingen
Vanwege de bevoorschottingssystematiek van de NOW vinden er afrekeningen plaats tussen SZW en UVW. Als het verstrekte voorschot aan UWV te hoog is geweest, bijvoorbeeld als uit de subsidievaststellingen blijkt dat het omzetverlies van werkgevers lager is uitgevallen dan verwacht, vloeit het te veel verstrekte bedrag terug naar de begroting van SZW. Vanwege de afrekening van subsidiegelden zijn de ontvangsten op de SZW-begroting in 2021 verhoogd met 1.042 miljoen euro voor de NOW 1, 2 en 3.1.
02. now juninota kasschuif
Op basis van uitvoeringsinformatie van UVW worden in 2021 meermaals de ramingen voor de ontvangsten van de NOW 1 t/m 4 omhoog bijgesteld. Dit leidt tot een bijstelling van 126 miljoen euro en van 658 miljoen euro.
03. now bijstelling vaststellingen o.b.v. realisaties
Zie eerdere toelichting bij ’02. NOW juninota kasschuif’.
Diversen
Bevat kleine mee- en tegenvallers onder het plafond Sociale Zekerheid. Dit betreft een kleine meevaller op de WKB en een kleine tegenvaller die samenhangt met de tweede voortgangsrapportage van het kerndepartement SZW.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Werkgeversbijdrage kinderopvang
De kinderopvangtoeslag kent ook een werkgeversbijdrage, dit betreft een vast percentage van de totale loonsom. Deze ontvangsten zijn hoger uitgekomen doordat de loonsom in 2021 hoger is uitgekomen dan was voorzien.
Diversen
Deze post bevat één kleine technische mutatie, namelijk een desaldering van het inkoopvoordeel.
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 25.879,50 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Correcties op de realisaties | 109 |
Realisatie apparaat | ‒ 33,6 |
Realisatie opdrachten | ‒ 63 |
Diversen | 17 |
Zorg | |
Correcties op de realisaties | 29,3 |
Realisatie subsidies | ‒ 38,3 |
Diversen | ‒ 1,9 |
18,5 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bijstelling maatschappelijke diensttijd | ‒ 25 |
Bijstellingen vws-breed | ‒ 32,1 |
De doorbraakaanpak en de pilots vereenvoudiging jeugdbescherming | 15 |
Inkoop griepvaccins | 25,6 |
Inzet prijsbijstelling | ‒ 16,4 |
Kasschuif maatschappelijke diensttijd | ‒ 45,3 |
Kasschuif middelen continuïteit cruciale jeugdzorg | 20 |
Kasschuif planontwikkelfase stimuleringsregeling wonen en zorg | ‒ 20,8 |
Kasschuif sectorplanplus | ‒ 156 |
Kasschuiven voorjaarsbesluitvorming | ‒ 122,4 |
Kleinere leefgroepen door passend maken van accommodaties | 50 |
Korting op beleidsartikelen | ‒ 36 |
Pgb 2.0 en beheer | 33,5 |
Tijdelijke uitbreiding (ambulante en klinische) crisiscapaciteit | 50 |
Diversen | 97,5 |
Zorg | |
Diversen | ‒ 12,4 |
‒ 174,8 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Aanschaf anti-lichamen uitgaven (covid-19) | 40 |
Aanschaf en distributie medische hulpmiddelen (covid-19) | 93 |
Aanschaf en distributie sneltests (covid-19) | 652 |
Aanschaf vaccins (covid-19) | ‒ 328 |
Amateursport en ijsbanen/zwembanen (covid-19) | 340 |
Benodigd budget bonusregeling 2020 in 2021 (covid-19) | 64,4 |
Beveiliging vaccins (covid-19) | 38,7 |
Bijstelling bonusgelden pgb (covid-19) | ‒ 73 |
Bonus zorgpersoneel (covid-19) | 126 |
Brede aanpak dak- en thuislozen extra middelen 2021 | ‒ 45,5 |
Brede inzet coronatoegangsbewijzen (covid-19) | 452,4 |
Compensatie meerkosten sociaal domein (covid-19) | ‒ 136,1 |
Correcties op de realisaties | ‒ 109 |
Dienst testen (covid-19) | 162,3 |
Entvergoedingen algemeen (covid-19) | ‒ 124,5 |
Ggd ghor bron en contactonderzoek (covid-19) | 260,5 |
Ggd ghor (covid-19) | 546,3 |
Ggd ghor: landelijk serviceloket teststraten (covid-19) | 76,7 |
Ggd meerkosten (covid-19) | 1.024,70 |
Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 60 |
Ic-bedden en klinische bedden (covid-19) | 40,3 |
Inkoop persoonlijke beschermingsmiddelen lch (covid-19) | 71 |
Inkoop persoonlijke beschermingsmiddelen vws (covid-19) | 60,5 |
Kasschuif zonmw onderzoekprogramma (covid-19) | ‒ 31,9 |
Kosten cibg inzake lch (covid-19) | 40,3 |
Leveringszekerheid (covid-19) | ‒ 46,2 |
Loonbijstelling | 65,4 |
Medische noodvoorraden (resceu) (covid-19) | 56,5 |
Meerkosten ggd'en spoor 1 (covid-19) | 332,8 |
Meerkosten sociaal domein (covid-19) | 141 |
Ondersteuning sport-sector (covid-19) | 60 |
Ophogen budget vaccins (covid-19) | 430 |
Opleidingen ic-capaciteit (covid-19) | ‒ 33,4 |
Overloop 2020-2021 (covid-19) | 187,2 |
Realisatie covid-19 | ‒ 2.642,20 |
Realisatie digitale ondersteuning (covid-19) | 32,7 |
Rivm programma (covid-19) | 54 |
Ruimte tegemoetkomingsregelingen sport taso (covid-19) | ‒ 85 |
Steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl (covid-19) | 63 |
Testcapaciteit (covid-19) | ‒ 1.049,10 |
Testen (covid-19) | 2.594,20 |
Testen via werkgevers (spoor 2) (covid-19) | 544,5 |
Testen via werkgevers (spoor 2b) (covid-19) | ‒ 379,5 |
Testen voor toegang: middelen spoor 2a fase 1 (covid-19) | 71,4 |
Testen voor toegang: middelen spoor 2a fase 2 (covid-19) | 151,6 |
Testen voor toegang: spoor 2a (covid-19) | ‒ 176,2 |
Testen voor toegang: spoor 2a fase 3b en 3c (covid-19) | 216,7 |
Testen voor toegang: spoor 2a fase 3d en 3e (covid-19) | 200,9 |
Testen voor toegang: toegangstesten fase 3a (covid-19) | 107,8 |
Tijdelijke extra banen ondersteunende functie (covid-19) | 80 |
Uitbreiding testcapaciteit (covid-19) | 264 |
Vaccinimplementatie (covid-19) | 1.041,40 |
Vaccinontwikkeling (covid-19) | 335 |
Verlengen steun caribisch nederland (covid-19) | 33 |
Diversen | 353,8 |
Zorg | |
Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | ‒ 60 |
Diversen | ‒ 8,4 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Bikk wlz | 62,5 |
Realisatie zorgtoeslag | 35 |
Rijksbijdrage wlz | 700 |
Zorgtoeslag | 320,8 |
Diversen | 25,6 |
7.381,90 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 7.225,60 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 33.105,20 |
Totaal Internationale samenwerking | 7,4 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 33.112,60 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 204,7 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Realisatie ontvangsten | 38,9 |
Diversen | 2 |
40,9 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Afrekening spuk | 63 |
Bijstellingen vws-breed | 16,9 |
Diversen | 16,7 |
96,6 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Medische noodvoorraden (resceu) (covid-19) | 47 |
Ontvangsten bevoorschotting lch (covid-19) | 165 |
Realisatie ontvangsten (covid-19) | ‒ 222,5 |
Diversen | 10 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Zorgtoeslag | 460 |
Diversen | ‒ 16,9 |
442,6 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 580,1 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 784,8 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 784,8 |
444,6 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 578,1 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 782,8 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 782,8 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Correcties op de realisaties (109 miljoen euro)
Naar aanleiding van gesprekken met de ADR en het doorgronden van de realisatiecijfers hebben correcties plaatsgevonden tussen de covid en de reguliere realisatiemutaties.
Realisatie apparaat (-33,6 miljoen euro)
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers op apparaatsartikel. Per saldo is er 32,9 miljoen euro onderuitputting. Het betreft onderuitputting bij diversen afdelingen op het kerndepartement en buitendiensten van VWS.
Realisatie opdrachten (-63 miljoen euro)
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers op financieel instrument opdracht. Per saldo is er 63 miljoen euro onderuitputting, onder meer op het terrein van maatschappelijke ondersteuning (15,8 miljoen euro), publieke gezondheid (13,5 miljoen euro) en informatiebeleid (6,1 miljoen euro).
Diversen- Rijksbegroting (17 miljoen euro)
Deze post is onder meer opgebouwd uit de realisaties van de overige financieel instrumenten zoals de bijdrage aan agentschappen (13,1 miljoen euro), de bijdrage aan ZBO’s (-7,8 miljoen euro) en subsidies (13,6 miljoen euro).
Realisatie subsidies - Zorg (-38,3 miljoen euro)
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers op financieel instrument subsidies op het deelplafond Zorg. Per saldo is er 38,3 miljoen euro onderuitputting. Deze is voornamelijk het gevolg van het feit dat uitgaven voor innovatieve stages (13 miljoen euro) op een ander budget zijn gedaan en dat een taakstellende korting (16 miljoen euro) op een ander budget was geplaatst.
Diversen – Zorg (-1,9 miljoen euro)
Dit betreft 1,9 miljoen euro onderuitputting op het budget voor zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland.
Beleidsmatige mutaties
Bijstelling maatschappelijke diensttijd (- 25 miljoen euro)
Een deel van het budget voor de maatschappelijke diensttijd wordt niet uitgegeven dit jaar, onder andere doordat vanwege Covid-19 niet zoveel trajecten konden starten als voorzien.
Bijstellingen vws-breed (-32,1 miljoen euro)
Het ministerie van VWS voert diverse ramingsbijstellingen door, waaronder een bijstelling op de subsidieregeling veelbelovende zorg (-25 miljoen euro in 2021) en een incidentele bijstelling op de subsidie onverzekerde (verwarde) personen (- 4 miljoen euro).
De doorbraakaanpak en de pilots vereenvoudiging jeugdbescherming (15 miljoen euro)
Het Rijk stelde in totaal 613 miljoen euro in 2021 beschikbaar voor acute problematiek in de jeugdzorg. 493 miljoen eurois beschikbaar gesteld via het Gemeentefonds, de resterende 120 miljoen euro vanaf de VWS-begroting. Van dit bedrag is:
- 50 miljoen euro voor het passend maken van accommodaties om de leefomstandigheden van kwetsbare jeugdigen te verbeteren;
- 50 miljoen euro voor de tijdelijke uitbreiding van de (ambulante en klinische) crisiscapaciteit jeugd-ggz, zodat aan de grote zorgvraag mede als gevolg van corona tegemoet gekomen wordt;
- 15 miljoen euro voor de verbreding en regionale uitrol van de doorbraak-aanpak en pilots vereenvoudiging Jeugdbescherming;
- 5 miljoen euro voor het ombouwen van gesloten instellingen om separate diensten gezamenlijk aan te kunnen bieden (deze mutatie valt in de post ‘Diversen’).
Inkoop griepvaccins (25,6 miljoen euro)
Het ministerie van VWS heeft om een tekort te voorkomen voor 25,6 miljoen euro extra griepvaccins ingekocht voor het griepseizoen 2021/2022. De verwachting is dat ook in 2021 de opkomst voor het griepvaccin hoger is dan in voorgaande jaren.
Inzet prijsbijstelling (-16,4 miljoen euro)
De prijsbijstelling is ingezet om de problematiek op de begroting van het ministerie van VWS te dekken.
Kasschuif maatschappelijke diensttijd (-45,3 miljoen euro)
In verband met het kasritme van de subsidie voor maatschappelijke diensttijd vinden de kasuitgaven (trajecten gestart in 2021) deels plaats in 2022. Derhalve is een schuif toegepast.
Kasschuif middelen continuïteit cruciale jeugdzorg (20 miljoen euro)
In het voorjaar van 2019 is afgesproken om 20 miljoen euro bij de Jeugdautoriteit toe te wijzen voor de periode 2019-2021. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om tijdelijke liquiditeitssteun aan jeugdzorgaanbieders toe te kennen, als de zorgcontinuïteit in gevaar komt. Deze afspraak was onderdeel van de totaaldeal die in het voorjaar van 2019 is gemaakt met de VNG. In 2019 en 2020 bleken deze middelen niet benodigd. Middels een kasschuif bleven deze middelen ook voor 2021 beschikbaar .
Kasschuif planontwikkelfase stimuleringsregeling wonen en zorg (-20,8 miljoen euro)
De middelen voor de plan- en ontwikkelfase van de stimuleringsregeling wonen en zorgzijn middels deze kasschuif in het juiste kasritme gezet.
Kasschuif sectorplanplus (-156 miljoen euro)
SectorplanPlus is een meerjarige subsidie die beschikbaar is in de periode 2017-2022. Regionale werkgeversorganisaties die aangesloten zijn bij RegioPlus kunnen aanspraak maken op deze subsidie. Door middel van deze kasschuif zijn de middelen in het juiste kasritme gezet, zodat dit aansluit bij de liquiditeitsbehoefte van individuele zorginstellingen waarvoor RegioPlus de aanvragen en verantwoording verzorgt.
Kasschuiven voorjaarsbesluitvorming (-122,4 miljoen euro)
Op de VWS-begroting zijn meerdere kasschuiven ingepast. Zo vindt een herschikking plaats bij de (subsidieregeling) wijkverpleging. Ook zijn middelen voor de inhaalcampagne HPV-vaccinatie naar achteren geschoven. Verder zijn kasschuiven voor Pallas, Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling patiënt en professional (VIPP) Farmacie, amendement 50+ Mantelzorg/dementie, Collectieve Erkenning Indisch-Molukse Gemeenschap en voor de subsidieregeling Online Patiëntinzage in de Eerstelijns Zorg (OPEN) ingepast.
Kasschuif wijkverpleging | ‒ 40 | 0 | 30 | 10 | 0 |
Kasschuif Inhaalcampagne HPV-vaccinatie | ‒ 40 | 1 | 24 | 0 | 15 |
Kasschuif Pallas | ‒ 25 | 25 | 0 | 0 | 0 |
Kasschuif VIPP Farmacie | ‒ 8 | ‒ 4 | 1 | 11 | 0 |
Kasschuif amendement 50+ Mantelzorg/dementie | ‒ 5 | 5 | 0 | 0 | 0 |
Collectieve Erkenning Indisch-Molukse Gemeenschap | ‒ 3 | 3 | 0 | 0 | 0 |
Kasschuif OPEN | ‒ 2 | 2 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | ‒ 122 | 31 | 55 | 21 | 15 |
Kleinere leefgroepen door passend maken van accommodaties (50 miljoen euro)
Het Rijk stelde in totaal 613 miljoen euro in 2021 beschikbaar voor acute problematiek in de jeugdzorg. 493 miljoen eurois beschikbaar gesteld via het Gemeentefonds, de resterende 120 miljoen euro vanaf de VWS-begroting. Van dit bedrag is:
- 50 miljoen euro voor het passend maken van accommodaties om de leefomstandigheden van kwetsbare jeugdigen te verbeteren;
- 50 miljoen euro voor de tijdelijke uitbreiding van de (ambulante en klinische) crisiscapaciteit jeugd-ggz, zodat aan de grote zorgvraag mede als gevolg van corona tegemoet gekomen wordt;
- 15 miljoen euro voor de verbreding en regionale uitrol van de doorbraak-aanpak en pilots vereenvoudiging Jeugdbescherming;
- 5 miljoen euro voor het ombouwen van gesloten instellingen om separate diensten gezamenlijk aan te kunnen bieden (deze mutatie valt in de post ‘Diversen’).
Korting op beleidsartikelen (-36 miljoen euro)
Ter dekking van problematiek op de VWS-begroting is, vooruitlopend op de jaarlijkse onderuitputting, reeds een korting verwerkt op diverse beleidsartikelen.
Pgb 2.0 en beheer (33,5 miljoen euro)
Deze post bestaat uit meerdere onderdelen die samenhangen met de implementatie van PGB 2.0 en het structureel beheer hiervan. De kosten voor implementatie PGB 2.0 zijn hoger dan geraamd. Het merendeel van de extra middelen voor 2021 en 2022 betreft de (door)ontwikkelingskosten van PGB 2.0. Het resterende deel van de middelen voor 2021 en 2022 betreft subsidies voor gemeenten en zorgverleners ten behoeve van de implementatie van PGB 2.0 en tijdelijke extra inzet voor de doorontwikkeling en implementatie van PGB 2.0. Voor het structureel beheer komen middelen beschikbaar vanaf 2023 voor de eigen regie-organisatie en voor opdrachten aan uitvoerders van het structureel beheer.
Tijdelijke uitbreiding (ambulante en klinische) crisiscapaciteit (50 miljoen euro)
Het Rijk stelde in totaal 613 miljoen euro in 2021 beschikbaar voor acute problematiek in de jeugdzorg. 493 miljoen euro is beschikbaar gesteld via het Gemeentefonds, de resterende 120 miljoen euro vanaf de VWS- begroting. Van dit bedrag is:
- 50 miljoen euro voor het passend maken van accommodaties om de leefomstandigheden van kwetsbare jeugdigen te verbeteren;
- 50 miljoen euro voor de tijdelijke uitbreiding van de (ambulante en klinische) crisiscapaciteit jeugd-ggz, zodat aan de grote zorgvraag mede als gevolg van corona tegemoet gekomen wordt;
- 15 miljoeneuro voor de verbreding en regionale uitrol van de doorbraak- aanpak en pilots vereenvoudiging Jeugdbescherming;
- 5 miljoen euro voor het ombouwen van gesloten instellingen om separate diensten gezamenlijk aan te kunnen bieden (deze mutatie valt in de post ‘Diversen’).
Diversen – Rijksbegroting (97,5 miljoen euro)
Er zijn onder meer middelen beschikbaar gesteld voor de herfinanciering Basis Essentiële Infrastructuur (BEI) RIVM (13,6 miljoen euro structureel vanaf 2022), stimuleringsregeling wonen en zorg (14,3 miljoen euro), de regeling onverzekerbare vreemdelingen (12,3 miljoen euro in 2021), Programma toegang voor Toegangs Verleningsservice (TVS) (8 miljoen euro in 2021 en 7,5 miljoen euro in 2022). TVS faciliteert de digitale dienstverlening voor de identificatie en authenticatie van patiënten. Verder is er een tegenvaller bij Centraal Administratie Kantoor (CAK) van 6,4 miljoen euro, 5 miljoen euro voor informatiehuishouding VWS, aanvulling regeling kunstmatige inseminatie met donorsemen (KID) (3,5 miljoen euro structureel), centrum indicatiestelling zorg (CIZ) jeugdigen onder de 18 jaar (3,5 miljoen euro in 2021 en 3,9 miljoen euro in 2022), hogere kosten implementatie Romero (ICT) (2,8 miljoen euro in 2021) en voor de herziening subsidie stichting nationaal programma grieppreventie (SNPG) 2020/2021 (4,3 miljoen euro in 2021). Daarnaast zijn er hogere kosten voor de pneumokokkenvaccinatie omdat de deelname hoger is dan verwacht (10,7 miljoen euro), onderuitputting bij het personeelsbudget van de inspectie gezondheidszorg (-5,2 miljoen euro), onderuitputting bij diversen regelingen voor opleidingen en arbeidsmarkt (-13 miljoen euro) en op diverse sportbudgetten (-13,6 miljoen euro). Tenslotte is 5 miljoen euro voor het ombouwen van gesloten instellingen opgenomen (onderdeel van de incidentele jeugdmiddelen).
Diversen – Zorg (-12,4 miljoen euro)
Er is onder meer een herverdeling geweest tussen plafond R en Z (10,4 miljoen euro) bij de eerder ingeboekte taakstellende onderuitputting.
Technische mutaties
Aanschaf anti-lichamen uitgaven (covid-19)(40 miljoen euro)
De uitgaven aan de inkoop van maximaal 20.000 behandelingen bedragen circa 40 miljoen euro. De overheid financiert de aankoop van deze behandelingen. De aankoopverplichtingen gaan pas in na noodtoelating of markt toelating. De overheid draagt het financiële risico in het geval dat de behandeling uiteindelijk in de praktijk niet ingezet wordt door artsen. Als het wel wordt ingezet dan zijn de kosten voor de zorgverzekeraars 30 miljoen euro in 2021 en 10 miljoen euro in 2022.
Aanschaf en distributie medische hulpmiddelen (covid-19)(93 miljoen euro)
Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) ontving in 2021 aanvullende bevoorschotting van 93 miljoen euro om voldoende medische beschermingsmiddelen aan te schaffen en te distribueren. Deze raming is gebaseerd op bestellingen voor de periode tot en met juni 2021. De realisatie staat onder de algemene post ‘covid- realisatie’.
Aanschaf en distributie sneltests (covid-19)( 652 miljoen euro)
Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) ontving in 2021 additionele bevoorschotting vanuit VWS om voldoende (snel)testen aan te schaffen en te distribueren. Het betreft voor 2021 een bedrag van 652 miljoen euro voor (snel)testen. Deze raming is gebaseerd op bestellingen voor de periode tot en met juni 2021.De realisatie staat onder de algemene post ‘covid- realisatie’.
Aanschaf vaccins (covid-19)(-328 miljoen euro)
De raming voor de aankoop van vaccins is geactualiseerd in de zevende incidentele suppletoire begroting. Daarin zijn de aanvullende afspraken verwerkt zoals die zijn gemaakt via de Europese Unie met producenten van vaccins en waarover uw Kamer is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2020/2021, 25295 nr. 1179 en 2595nr. 1183). Deze afspraken sluiten aan bij de vaccinbehoefte. Tevens is, in overeenstemming met de verwachte leveringen, het kasritme hierop aangepast voor de jaren 2021, 2022 en 2023. Tot deze incidentele suppletoire begroting waren alleen kasmiddelen 2020 beschikbaar, terwijl leveringen ook in de komende jaren zullen plaatsvinden en dan tot betaling leiden. Met deze 625 miljoen euro kan aan de aangegane verplichtingen worden voldaan en is in de afronding van bedragen en mogelijke behoefte in de latere jaren enige ruimte meegenomen voor eventuele afspraken volgend uit nieuwe onderhandelingen. Daarnaast is vanwege de leveringen van de vaccins een neerwaartse bijstelling verwerkt van 128 miljoen euro. Betaling geschiedt pas wanneer de vaccins zijn geleverd. De realisatie staat onder de algemene post ‘covid- realisatie’.
Amateursport en ijsbanen/zwembanen (covid-19)( 340 miljoen euro)
Het steunpakket voor amateursportverenigingen (TASO) is voortgezet in het eerste half jaar van 2021. Hiervoor is 91,4 miljoen euro beschikbaar. Tevens is het steunpakket voor verhuurders van sportaccommodaties (TVS) doorgetrokken in het eerste half jaar van 2021 (28,8 miljoen euro). Ook is het steunpakket voor verhuurders van sportaccommodaties verlengd in het eerste half jaar van 2021 (39,8 miljoen euro). Tot slot is de steunmaatregel voor zwembaden en ijsbanen gecontinueerd in 2021 (180 miljoen euro).
Benodigd budget bonusregeling 2020 in 2021 (covid-19) (64,4 miljoen euro)
Alle aanvragen voor de subsidieregeling bonus zorgprofessionals in 2020 zijn behandeld en - indien voldaan aan de voorwaarden - uitbetaald. Een beperkt deel (5%) is in januari 2021 afgehandeld en belast daarmee de uitgaven in 2021.
Beveiliging vaccins (covid-19) (38, 7 miljoen euro)
Er zijn middelen beschikbaar gesteld om de opslag en distributie van vaccins te beveiligen (38,7 miljoen euro).
Bijstelling bonusgelden pgb (covid-19) (-73 miljoen euro)
In 2021 is op het bonusbudget sprake van een onderschrijding, omdat budgethouders persoonsgebondenbudget (PGB) minder bonussen hebben aangevraagd dan verwacht. De regeling voor Zvw-pgb-houders wordt op dit moment nog uitgewerkt.
Bonus zorgpersoneel (covid-19) (126 miljoen euro)
De zorgbonus 2020 (een netto-uitkering van 1.000 euro) is ook voor zorgverleners van pgb-budgethouders beschikbaar gesteld. De uitvoering van deze specifieke regeling is geraamd op 126 miljoen euro in 2021. De met deze regeling geraamde kosten zijn naar 2021 verschoven vanuit de in 2020 beschikbaar gestelde 1,44 miljard euro.
Brede aanpak dak- en thuislozen extra middelen 2021 (-45,5 miljoen euro)
In het kader van de brede aanpak van dak- en thuisloosheid zijn voor 2021 extra middelen toegekend aan 21 centrum- en regiogemeenten. Deze middelen zijn verwerkt in het Gemeentefonds.
Brede inzet coronatoegangsbewijzen (covid-19) (454,4 miljoen euro)
Om een open house constructie te starten via Stichting Open Nederland is in de elfde incidentele suppletoire begroting 2021 de verplichtingenruimte op artikel 1 opgehoogd met 630,1 miljoen euro voor het Testen voor Toegang. Het kasbeslag van deze verplichting is bij de twaalfde incidentele suppletoire begroting verwerkt. Als gevolg van de lagere prijzen per test in de open house constructie en een dubbeltelling voor de maand oktober, is het kasbeslag lager dan de destijds opgenomen verplichting. De uitgaven en verplichtingen voor de open house constructie via de Stichting Open Nederland zijn daarmee bijgesteld naar 452,5 miljoen euro.
Compensatie meerkosten sociaal domein (covid-19) (-136,1 miljoen euro)
Dit betreffen de meerkosten als gevolg van Covid-19 in 2021 om gemeenten tegemoet te komen. Dit wordt overgeheveld naar het Gemeentefonds.
Correcties op de realisaties (-109 miljoen euro)
Naar aanleiding van gesprekken met de ADR en het doorgronden van de realisatiecijfers hebben correcties plaatsgevonden tussen de covid en de reguliere realisatiemutaties.
Dienst testen (covid-19) (162,3 miljoen euro)
De middelen 2021 bestaan uit de verwachte verschuldigde BTW op de eerder begrote inkoop van testen in Q4 (gezien de afschaffing van het nultarief in Q4). De middelen 2021 zijn tevens gecorrigeerd voor een dubbel telling in eerder toegekende middelen.
Entvergoedingen algemeen (covid-19) (-124,5 miljoen euro)
In eerdere incidentele suppletoire begrotingen zijn middelen beschikbaar gesteld voor entvergoedingen (899 miljoen euro). Dit was bedoeld voor de vaccinatiekosten die door huisartsen, ziekenhuizen, de GGD-GHOR en andere uitvoerders gemaakt zouden worden. De vaccinatiecampagne is meer naar de GGD’en geschoven, waardoor kosten zijn gemaakt bij de GGD-meerkosten en niet bij de entvergoedingen. Het budget voor de entvergoedingen is naar beneden bijgesteld (124,5 miljoen euro).
Ggd ghor bron en contactonderzoek (covid-19) (260,5 miljoen euro)
De Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD’en) en Geneeskundige Hulpverleningsorganisaties in de Regio (GHOR) ontvangen middelen voor bron- en contactonderzoek ter bestrijding van het coronavirus. Deze middelen zijn toegevoegd bij de vierde incidentele suppletoire begroting (143,8 miljoen euro) en bij de zesde incidentele suppletoire begroting (116,7 miljoen euro).
Ggd ghor (covid-19)(546,3 miljoen euro)
In de negende incidentele suppletoire begroting zijn middelen beschikbaar gesteld voor de GGD-GHOR in 2021. Het gaat onder andere om de kosten om het klant- en contactcentrum operationeel te houden en bron- en contactonderzoek en kosten die horen bij het inplannen van vaccinaties.
Ggd ghor: landelijk serviceloket teststraten (covid-19)( 76,7 miljoen euro)
Met het inrichten van een landelijk serviceloket teststraten kan de testcapaciteit vanuit de GGD’en ondersteund worden en is het mogelijk gemaakt om mobiele test units in te blijven zetten (76,7 miljoen euro).
Ggd meerkosten (covid-19) (1 miljard euro)
De GGD’en maken meerkosten voor o.a. het opzetten van teststraten en bemensing
hiervan, bron- en contactonderzoek en het vaccineren.
Herschikking subsidies Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (60 miljoen euro)
Op artikel 4 is zowel sprake van budgetten vallend onder het plafond Zorg als budgetten vallend onder het plafond Rijksbegroting. Tussen deze budgetten vindt een budget-neutrale herschikking plaats (60 miljoen euro).
IC-bedden en klinische bedden (covid-19) (40,3 miljoen euro)
Op basis van het opschalingplan van het Landelijk Netwerk Acute Zorg zijn middelen gereserveerd in 2021 en 2022 voor de opschaling van ic-bedden en klinische bedden. Deze mutatie betreft de bijstelling van het budget (40 miljoen euro in 2021 en 134 miljoen euro in 2022) ten opzichte van het eerder beschikbaar gestelde budget (94 miljoen euro in 2021). In totaal is daarmee 134 miljoen euro beschikbaar in beide jaren voor de opschaling van ic-bedden en klinische bedden (exclusief opleidingen, dit budget van 39,6 miljoen euro is separaat verwerkt).
Inkoop persoonlijke beschermingsmiddelen LCH (covid-19) (71 miljoen euro)
Voor de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen door het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) is in 2021 een aanvullend incidenteel budget van 71 miljoen euro nodig. Met de verkregen voorschotten kan het LCH onder meer de additionele inkoop van FFP2-maskers, de afwikkeling van inkooporders uit 2020 en inkopen vanuit ProductieNL voortzetten.
Inkoop persoonlijke beschermingsmiddelen VWS (covid-19) (60,5 miljoen euro)
Een aanvullend budget van 60,5 miljoen euro is nodig om aan de betalingsverplichting te kunnen voldoen van de eerdere inkoop van medische mondmaskers door het ministerie van VWS. Het gaat hierbij om overlopende verplichtingen uit 2020, die tot betaling en levering leiden in 2021.
Kasschuif ZonMw onderzoekprogramma (covid-19) (-31,9 miljoen euro)
Voor de ZonMw-onderzoeken naar de verbetering van de preventieve/profy- lactische behandeling ter voorkoming van COVID-19, de therapeutische behandeling van COVID-19 patiënten, en vaccins is 31,9 miljoen euro herverdeeld over de aankomende jaren.
Kosten CIBG inzake LCH (covid-19) (40,3 miljoen euro)
Dit betreft de kosten voor het projectbureau landelijk consortium hulpmiddelen (LCH) binnen het CIBG en de transportkosten en facilitaire kosten van het (LCH).
Leveringszekerheid (covid-19) (-46,2 miljoen euro)
Voor het beheer en afbouw van de noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen door het CIBG zijn extra middelen benodigd.
Loonbijstelling (60,5 miljoen euro)
De tranche 2021 van de loonbijstelling is toegevoegd aan de begroting van VWS.
Medische noodvoorraden (rescEU) (covid-19) (56,5 miljoen euro)
De Europese Commissie heeft goedkeuring verleend om als onderdeel van het rescEU-programma een medische noodvoorraad aan te trekken ter waarde van 47 miljoen euro. Daarmee vergoedt de Europese Commissie de kosten voor de aankoop, opslag en het beheer van de medische producten met uitzondering van de bijbehorende belastingen. Deze vergoeding van de Europese Commissie staat geboekt bij de ontvangsten. Aan de uitgavenkant is het bedrag van 47 miljoen euro geboekt en de nationale bijdrage van 9,5 miljoen euro, dat is toegevoegd aan de VWS- begroting om deze kosten te vergoeden. In totaliteit was 56,5 miljoen euro beschikbaar.
Meerkosten ggd'en spoor 1 (covid-19) (332,8 miljoen euro)
Voor de meerkosten voor GGD’en zijn in de elfde incidentele suppletoire begroting van VWS extra middelen beschikbaar gesteld. Het gaat om 332,8 miljoen euro voor het laatste kwartaal van 2021.
Meerkosten sociaal domein (covid-19)(141 miljoen euro)
In 2021 is de staande afspraak dat meerkosten die direct voortvloeien uit de coronamaatregelen van het kabinet en het volgen van de RIVM- maatregelen door het Rijk worden vergoed richting gemeenten. Deze post betreft meerkosten vanuit de Jeugdweten de Wmo 2015. In 2021 waren meerkosten verwacht van 141 miljoen euro. Bij najaarsnota 2021 is de definitieve compensatie voor de meerkosten in het sociaal domein vastgesteld op basis van een onderzoek. Vervolgens zijn de middelen overgeheveld naar het gemeentefonds.
Ondersteuning sportsector (covid-19)( 60 miljoen euro)
Voor de amateursport is een ondersteuningsregeling getroffen waarbij een deel van de omzet derving is gecompenseerd. Er is besloten om deze regeling ook voor de laatste maanden van 2020 open te stellen. Uitvoering vond plaats in 2021 (37,8 miljoen euro). Ook konden verhuurders van sport accommodaties gebruik maken van een regeling om de huursom gecompenseerd te krijgen. Er was besloten om de compensatie voort te zetten met een nieuwe regeling. Uitvoering van deze regeling, die betrekking heeft op 2020, vond plaats in 2021 (22,2 miljoen euro).
Ophogen budget vaccins (covid-19) (430 miljoen euro)
Er zijn aanvullende afspraken gemaakt via de Europese Unie met producenten van vaccins. Met deze 430 miljoen euro is aan de aangegane verplichtingen en eventuele afspraken volgend uit lopende onderhandelingen voldaan.
Opleidingen ic-capaciteit (covid-19) (-33,4 miljoen euro)
De kosten van opleidingen die samenhangen met het opschalen van de ic- en klinische bedden in 2021 vallen lager uit dan eerder geraamd.
Overloop 2020-2021 (covid-19) (187,2 miljoen euro)
Dit betreft onder meer de vergoeding aan GGD’en voor de meerkosten van 157 miljoen euro voor bron- en contactonderzoek en bemonstering. Deze kosten zijn in 2020 gemaakt, maar betaling heeft in 2021 plaatsgevonden.
Realisatie covid (-2,6 miljard euro)
Dit betreft de realisatie op de covid-budgetten. De grootste onderuitputting doet zich voor op de uitgaven aan testen (1,1 miljard euro waarvan 545 miljoen euro aan testen in spoor 1, 345 miljoen euro voor testen voor toegang, 60 miljoen euro aan testen via werkgevers en 190 miljoen aan overig testbeleid). De uitgaven aan het vaccinbeleid zijn 920 miljoen lager uitgevallen doordat leveringen van vaccins vertraagd waren en de uitvoeringskosten lager zijn uitgevallen
Realisatie digitale ondersteuning (covid-19) (32,7 miljoen euro)
Voor het realiseren van digitale oplossingen die kunnen bijdragen aan de bestrijding van het coronaviruszijn middelen beschikbaar gesteld. Het budget is onder meer aangewend voor de doorontwikkeling en in beheername van de CoronaMelder, de realisatie en in beheername van GGDContact, de voorbereidingen voor de digitale ondersteuning van een testbewijs en de ontwikkeling en in beheername van de invoerapplicatie Beveiligde Registraties Bijzondere Assets (BRBA).
RIVM programma (covid-19) ( 54 miljoen euro)
Het RIVM heeft een aanvullende bijdrage ontvangen om uitvoering te geven aan hun taken in het kader van de bestrijding van COVID-19 (54 miljoen euro).
Ruimte tegemoetkomingsregelingen sport taso (covid-19) (-85 miljoen euro)
Dit betreft de onderuitputting op diverse regelingen voor sportorganisaties (TASO – Tegemoetkoming amateursportorganisaties, TVL – Tegemoetkoming Vaste Lasten en SPUK – Regeling specifieke uitkering stimulering sport).
Steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl (covid-19) (63 miljoen euro)
Het kabinet heeft in 2021 200 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor het steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl in coronatijd. Hiervan loopt 63 miljoen euro via de VWS-begroting, 117 miljoen euro via het Gemeentefonds, 10 miljoen euro via de OCW-begroting, 5 miljoen euro via de SZW-begroting en 5 miljoen euro is gereserveerd voor EZK.
Testcapaciteit (covid-19) (-1 miljard euro)
Voor de eerste maanden van 2021 is 405,2 miljoen euro beschikbaar gesteld om de laboratoriumcapaciteit te vergroten op basis van de verwachte testen in deze periode. Later is het budget voor de testcapaciteit bij de GGD’en naar beneden bijgesteld (1,5 miljard euro), omdat de testvraag lager is dan eerder werd verwacht op basis van maximaal gecontracteerde aantallen.
Testen (covid-19) (2,6 miljard euro)
Het grootschalig testen is met deze middelen mogelijk gemaakt (2,6 miljard euro). Met deze middelen is laboratoriumcapaciteit voor PCR- testanalyses beschikbaar gesteld en is de inkoop van antigeen sneltesten, PCR-afname swaps, ademtesten en andere testen labdisposables door het Landelijk Consortium Hulpmiddelen mogelijk.
Testen via werkgevers (spoor 2)(covid-19) (544,5 miljoen euro)
Voor deelname aan onder meer sport- en jeugdactiviteiten, culturele instel lingen, evenementen, restaurants en overige horeca- en doorstroomlocacties is laagdrempelig testen mogelijk gemaakt.
Testen via werkgevers (spoor 2b) (covid-19) (-379,5 miljoen euro)
Dit betreft een bijstelling voor het testen via werkgevers. De uitgaven vallen lager uit dan eerder verwacht (-379,5 miljoen euro).
Testen voor toegang: middelen spoor 2a fase 1 & 2 (covid-19) (71,4 miljoen euro)
Voor deelname aan onder meer sport- en jeugdactiviteiten, culturele instel lingen, evenementen, restaurants en overige horeca- en doorstroomlocaties is laagdrempelig testen mogelijk gemaakt (223 miljoen euro). Dit betreft fase 1 en 2 van spoor 2a.
Testen voor toegang: spoor 2a (covid-19) (-176,2 miljoen euro)
Dit betreft een bijstelling voor het testen voor toegang. De uitgaven vallen lager uit dan eerder verwacht (-176,2 miljoen euro) in de periode tot en met september 2021.
Testen voor toegang: spoor 2a fase 3b en 3c (covid-19) (216,7 miljoen euro)
Voor deelname aan onder meer sport- en jeugdactiviteiten, culturele instellingen, evenementen, restaurants en overige horeca- en doorstroomlocaties is laagdrempelig testen mogelijk gemaakt (216,7 miljoen euro). Het betreft hier fase 3b en 3c van testen spoor 2a.
Testen voor toegang: spoor 2a fase 3d en 3e (covid-19) (200,9 miljoen euro)
Voor deelname aan onder meer sport- en jeugdactiviteiten, culturele instellingen, evenementen, restaurants en overige horeca- en doorstroomlocaties is laagdrempelig testen mogelijk gemaakt (118,4 miljoen euro). Dit betreft de maand september in spoor 2a. In de elfde incidentele suppletoire begroting van VWS is dit budget opgehoogd (82,5 miljoen euro), omdat laagdrempelig testenis doorgezet in oktober.
Testen voor toegang: toegangstesten fase 3a (covid-19) (107,8 miljoen euro)
Voor deelname aan onder meer sport- en jeugdactiviteiten, culturele instellingen, evenementen, restaurants en overige horeca- en doorstroomlocaties is laagdrempelig testen mogelijk gemaakt. In fase 3a is de capaciteit opgeschaald (107,8 miljoen euro).
Tijdelijke extra banen ondersteunende functie (covid-19) (80 miljoen euro)
Via een subsidieregeling stelt het kabinet 80 miljoen euro beschikbaar om werkgevers in de zorg in staat te stellen om boven op de bestaande initiatieven ongeveer 5.000 voltijds fte aan extra tijdelijke banen in ondersteunende functies te creëren. In de zorgsector wordt voor de financiering aangesloten bij door de zorgbranche zelfbepaalde ondersteunende functies die ontwikkeld zijn vanuit de Nationale Zorgklas, zoals voor de functies van crisishulp en de functie van gastvrouw/gastheer. De subsidieregeling is zodanig ingericht dat deze dubbele bekostiging voorkomt en een doelmatige uitvoering borgt.
Uitbreiding testcapaciteit (covid-19) (264 miljoen euro)
De Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk is in staat gesteld om sneltesten aan te schaffen via het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) en mensen vervolgens snel te testen. Het gaat om 264 miljoen euro in 2021. Het betreft hier een raming voor de periode tot en met juni 2021.
Vaccinimplementatie (covid-19) (1 miljard euro)
Er zijn additionele middelen beschikbaar gesteld voor de vaccinimplementatie-entvergoedingen. De middelen voor entvergoedingen die het ministerie van VWS uitkeert aan uitvoerders zoals de GGD-GHOR en huisartsen zijn verhoogd met 184,7 miljoen euro bovenop de 714 miljoen euro die VWS heeft ontvangen voor de uitvoerders die zorgdragen voor de vaccinimplementatie. Ook zijn middelen beschikbaar gesteld voor onderzoeken naar de effectiviteit van vaccins en aanschaf van spuiten en naalden (59,2 miljoen euro). Tot slot ontving het RIVM middelen voor de vaccinimplementatie (totaal 103 miljoen euro, waarvan 19,5 miljoen onder de post Diversen valt). Voor de vaccinimplementatie zijn in de elfde incidentele suppletoire begroting van VWS extra middelen beschikbaar gesteld (134 miljoen euro in 2022). Het betreft middelen voor het voortzetten van het huidige vaccinatiebeleid. De kosten van een eventuele derde prik zijn hierin nog niet meegenomen, maar deze zijn gereserveerd op de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën.
Vaccinontwikkeling (covid-19) (335 miljoen euro)_
De reeds beschikbaar gestelde 700 miljoen euro voor de vaccinontwikkeling komt grotendeels in 2021 tot besteding. Daarom is in de vierde incidentele suppletoire begroting 335 miljoen euro van 2020 naar 2021 doorgeschoven. Het budgetis benut om de financiële verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de door de EC afgesloten overeenkomsten. Het kan gaan om zowel de aanschaf- als productie en ontwikkelkosten.
Verlengen steun Caribisch Nederland (covid-19) (33 miljoen euro)
Er is 33 miljoen euro beschikbaar gesteld om zorg in verband met COVID-19 te kunnen verlenen in het Caribisch deel van Nederland.
Diversen (353,8 miljoen euro)
Er zijn diverse bijstellingen geweest op eerder beschikbaar gesteld corona-budget. Onder meer hogere uitgaven voor Covid-zorg in het Caribisch deel van het Koninkrijk (18,5 miljoen euro). Daarnaast zijn lagere uitgaven op de regeling SectopPlanplus (-22,5 miljoen euro) en digitale oplossingen voor Covid-19 (-8,5 miljoen euro).
Zorg
Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (-60 miljoen euro)
Op artikel 4 is zowel sprake van budgetten vallend onder het plafond Zorg als budgetten vallend onder het plafond Rijksbegroting. Tussen deze budgetten vindt een budget-neutrale herschikking plaats (60 miljoen euro).
Diversen - Zorg (21 miljoen euro)
Er zijn diverse bijstellingen geweest. Zoals een neerwaartse bijstelling van bevolkingsonderzoek in Caribisch Nederland (-2 miljoen euro), het overboeken van coronabudget naar plafond Rijksbegroting (-12,9 miljoen euro) in 2021 en 29,9 miljoen euro voor de PGB niet-geleverde zorg en de loon- en prijsbijstelling.
Rijksbijdrage 18-, Bijdrage Kosten korting (BIKK) Wlz, Rijksbijdrage Wlz, Zorgtoeslag
De ramingen van de Rijksbijdrage 18-, BIKK Wlz, Rijksbijdrage Wlz en de Zorgtoeslag zijn aangepast op basis van de MEV-raming van het CPB.
Diversen (25,6 miljoen euro)
Er is een bijstelling geweest op de raming voor de zorgtoeslag als gevolg van de doorwerking van de verhoging van de zorgsalarissen (5,9 miljoen euro). De zorgtoeslag van januari 2022 is namelijk uitbetaald in december 2021. Daarnaast bestaat de diversenpost uit 7 miljoen euro hogere uitgaven aan de zorgtoeslag, in verband met het kwijtschelden van schulden van gedupeerde ouders en een structurele ophoging van het budget tegemoet koming specifieke zorgkosten (13,5 miljoen euro).
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Realisatie ontvangsten (36,8 miljoen euro)
Er zijn hogere ontvangsten dan eerder geraamd. Dit betreft onder meer hogere boeteontvangsten van 12,5 miljoen euro bij de Warenwet en hogere boetes voor de Tabaks- en Rookwarenwet (o.a. verkoopbonussen en overtredingen reclameverbod). Ook is 5,2 miljoen euro ontvangen voor de verkoop van een pand, waarin eerder een jeugdzorginstelling gehuisvest was.
Beleidsmatige mutaties
Afrekening SPUK (63 miljoen euro)
De SPUK Stimulering Sport uit 2019 is definitief vastgesteld. In 2021 zijn de terugontvangsten hiervan 63 miljoen euro. Verder is vanaf 2022 een structurele ramingsbijstelling van 15 miljoen euro op de ontvangsten verwerkt. De regeling blijft van kracht met behoud van evaluatie van de uitkeringsvorm na drie vaststellingsjaren.
Bijstellingen VWS-breed (16,9 miljoen euro)
Het ministerie van VWS voert diverse ramingsbijstellingen door op ontvangsten (17 miljoen euro structureel).
Diversen (16,7 miljoen euro)
Dit betreft onder meer de afroming van het overschot op het eigenvermogen van CIBG (2,2 miljoen euro) en betreft een terugontvangst van het CIBG n.a.v. de eindafrekening dienstverleningsovereenkomst (DVO) 2019 (2,2 miljoen euro). Daarnaast zijn er diverse bijstellingen geweest bij NJN. Zoals hogere ontvangsten bij de subsidieregeling Publieke Gezondheid (14,8 miljoen euro). Ook zijn er enkele neerwaartse bijstellingen zoals een correctie op de ontvangsten ontvangstenbudget voor de resterende middelen van de Transitie-autoriteit Jeugd (TAJ)-regeling (7,1 miljoen euro) en lagere ontvangsten bij de Zvw wanbetalersregeling (7,1 miljoen euro).
Technische mutaties
Medische noodvoorraden (rescEU) (covid-19) (47 miljoen euro)
Nederland heeft in 2021 een bijdrage van 47 miljoen euro ontvangen van de Europese Commissie voor een medische noodvoorraad. Daarmee vergoedt de Europese Commissie de kosten voor de aankoop,opslag en het beheer van de medische producten.
Ontvangsten bevoorschotting LCH (covid-19) (165 miljoen euro)
Er is in de bevoorschotting en afrekening met het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) rekening gehouden met de verkoop opbrengsten van de (snel)testen)aan de Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk. In totaal is in 2021 165 miljoen euro geraamd. De realisaties staan onder de algemene reeks ‘Realisatie ontvangsten (covid-19)’.
Realisatie ontvangsten (covid-19) (-222,5 miljoen euro)
Door vertraging van de EMA registratie kunnen de kosten voor de aanschaf van de anti-lichamen niet door de zorgverzekeraars worden vergoed. Dit leidt tot een tegenvaller bij de ontvangsten van 30 miljoen euro. Daarnaast zijn de lagere ontvangsten veroorzaakt doordat de reguliere leveranciers van persoonlijke beschermingsmiddelen sneller dan verwacht weer konden leveren en zorginstellingen daardoor minder dan verwacht gebruik hebben gemaakt van de centraal ingekochte middelen.
Diversen (12 miljoen euro)
Er zijn diverse bijstellingen geweest. Waaronder een desaldering voor de afrekening met het RIVM (2,7 miljoen euro) en een desaldering voor rescEU (-16,6 miljoen euro). Bij een desaldering worden de uitgaven en niet-belastingontvangsten gelijktijdig verhoogd. Ook is de raming voor Remdesivir naar beneden bijgesteld met 24,5 miljoen naar 9,3 miljoen euro. De realisaties staan onder de algemene reeks 'Realisatie ontvangsten (covid-19)'.
Realisatie zorgtoeslag (35 miljoen euro)
Bij de veegbrief is op basis van inschattingen van de Belastingdienst/Toeslagen zowel de uitgavenraming als de ontvangstenraming van de zorgtoeslag met 460 miljoen euro verhoogd. Ten opzichte van die ramingsbijstelling is de uitgavenrealisatie 35 miljoen euro hoger.
Zorgtoeslag (460 miljoen euro)
Om aan te sluiten bij de ramingen van het Centraal Planbureau worden in de VWS-begroting de netto uitgaven aan zorgtoeslag weergegeven. Dat wil zeggen de uitgaven aan zorgtoeslag verminderd met de terugvorderingen en ontvangsten. Bij Slotwet/Jaarverslag worden de uitgaven en de ontvangsten daarentegen afzonderlijk gepresenteerd. Vooruitlopend op deze desaldering is een technische bijstelling gedaan aan de uitgaven- en ontvangstenkant ten aanzien van de zorgtoeslag, zodat de bijstelling bij Slotwet beperkt kan blijven. De totale netto-uitgaven aan de zorgtoeslag wijzigen niet. Het betreft een opwaartse bijstelling van 460 miljoen euro ten opzichte van de tweede suppletoire wet aan de uitgavenkant en een opwaartse bijstelling van 460 miljoen euro aan de ontvangstenkant. Dit bedrag is een raming op basis van de gerealiseerde ontvangsten zorgtoeslag tot en met oktober.
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Totaal Internationale samenwerking | 3.188,30 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 3.188,30 |
Totaal Internationale samenwerking | 62 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 62 |
De begroting voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking bevat enkel HGIS-uitgaven en -ontvangsten. Deze worden toegelicht onder Homogene Groep Internationale Samenwerking.
Sociale Verzekeringen
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 66.590,40 |
Mee- en tegenvallers | |
Sociale zekerheid | |
Aow | ‒ 281,2 |
Ctvlao | 304 |
Iva | ‒ 92,3 |
Jaarrekening svb; premiedeel | 40,4 |
Uitvoeringskosten uwv | ‒ 114,2 |
Verlofregelingen | 157 |
Wga | 43,4 |
Zw | 89,3 |
Diversen | ‒ 69,1 |
77,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Sociale zekerheid | |
Diversen | ‒ 26,2 |
‒ 26,2 | |
Technische mutaties | |
Sociale zekerheid | |
Nominale ontwikkeling | 97,7 |
Ww | ‒ 2.753,40 |
Diversen | ‒ 28,2 |
‒ 2.683,90 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 2.632,70 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 63.957,70 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 63.957,70 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 309,4 |
Technische mutaties | |
Sociale zekerheid | |
Ww | ‒ 119,7 |
Diversen | 0,1 |
‒ 119,6 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 119,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 189,8 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 189,8 |
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Sociale zekerheid
Algemene Ouderdomswet (Aow)
De uitgaven aan de AOW zijn in 2021 lager uitgekomen dan verwacht. Dit wordt voornamelijk verklaard doordat het aantal AOW-gerechtigden minder sterk is gestegen dan verwacht door de hogere sterfte vanwege de coronapandemie. Hiernaast viel de gemiddelde AOW-uitkering lager uit dan verwacht doordat het percentage alleenstaanden (die recht hebben op een hogere AOW-uitkering dan gehuwden) lager uit is gekomen.
Compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid (Ctvlao)
De regeling compensatie transitievergoeding bij ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid is per april 2020 in werking getreden. De raming is op basis van realisaties bijgesteld. De uitgaven komen hoger uit dan ten tijde van het opstellen van de begroting verwacht. Zowel het volume als de gemiddelde compensatie zijn hoger uitgekomen. Het volume komt deels hoger uit door het doorschuiven van uitbetalingen van 2020 naar 2021. Ook komt het aantal aanvragen hoger uit. De gemiddelde hoogte van de compensatie komt met name hoger uit door langere dienstverbanden dan eerder geraamd.
Inkomensvoorziening Volledig duurzaam Arbeidsongeschikten (Iva)
Er was in 2021 een meevaller op de IVA die voornamelijk werd veroorzaakt doordat het aantal IVA-uitkeringen lager was dan eerder verwacht.
Jaarrekening svb; premiedeel
Het SVB exploitatiesaldo (uitvoeringskosten) bedroeg in 2021 ca. € 5,5 mln. Dit saldo is toegevoegd aan de egalisatiereserve en het bestemmingsfonds IT. De premiegefinancierde uitvoeringskosten zijn in 2021 hoger uitgevallen dan eerder voorzien en de begrotingsgefinancierde lager. Deze boeking betreft de hogere realisatie van de premiegefinancierde uitvoeringskosten. Met de afrekening van de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten in 2022 zal SZW het overschot op dat deel terugontvangen.
Uitvoeringskosten UWV
Op basis van de jaarrekening UWV 2021 vindt er een afrekening plaats van €96 miljoen op de premiegefinancierde uitvoeringskosten 2021. Het verschil is grotendeels te verklaren doordat de uitvoeringskosten in 2021 lager zijn uitgevallen dan eerder voorzien, door de lager gerealiseerde volumes (vooral bij de WW) en daarmee de uitvoeringskosten.
Verlofregelingen
De uitgaven aan de verlofregelingen zijn hoger uitgekomen dan verwacht. Dit heeft vooral te maken met een hoger aantal geboortes dan waar eerder vanuit werd gegaan en een hogere gemiddelde uitkering. De verlofregelingen bestaan in 2021 uit de WAZO werknemers (zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof), de ZEZ (zwangerschaps- en bevallingsverlof zelfstandigen) en aanvullend geboorteverlof (WIEG).
Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (Wga)
Het aantal uitkeringen in de WGA ligt hoger dan eerder verwacht. Dit komt door conjuncturele effecten op de instroom. In een aantrekkende conjunctuur is er minder instroom van zieke werklozen en meer instroom van zieke werknemers (want er werken meer mensen). Dit laatste effect blijkt sterker dan tot nu toe verwacht werd. Daarom is de instroom opwaarts bijgesteld, wat leidt tot een tegenvaller.
Ziektewet (Zw)
Het beroep op de Zw is hoger uitgevallen dan eerder werd verwacht. Dit komt met name door een groter beroep van vrouwen op een Zw-uitkering voor ziekte bij zwangerschap in verband met een hoger aantal geboortes, en een hoger aantal ziektemeldingen door het coronavirus.
Diversen
Dit betreft onder andere meerdere kleine mee- en tegenvallers onder het plafond Sociale Zekerheid op het gebied van de IOAOW.
Beleidsmatige mutaties
Sociale zekerheid
Diversen
Dit betreft diverse beleidsmatige mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Hieronder vallen onder andere mutaties op het gebied van crisisdienstverlening, de arbeidsongeschiktheidsregelingen, het re-integratiebudget en de compensatie bedrijfsbeëindiging wegens ziekte werkgever. Verder vallen onder deze post meerdere schuiven tussen premie- en begrotingsgefinancierde budgetten.
Technische mutaties
Sociale zekerheid
Nominale ontwikkeling
Deze mutatie betreft een aanpassing in de geraamde nominale ontwikkeling (de geraamde aanpassing toekomstige uitkeringshoogten aan verwachte loon- en prijsontwikkeling) onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid als gevolg van de ramingen van het CPB van loon- en prijsontwikkeling en als gevolg van mutaties in uitgavenramingen binnen de Sociale Zekerheid.
Werkeloosheidswet (Ww)
Aan het begin van de coronacrisis is de meerjarige raming van de WW flink omhoog bijgesteld. Onder andere door de steunpakketten is de werkloosheid uiteindelijk beperkt gestegen en daarna snel gedaald. De uitgaven aan de WW zijn verschillende keren gedurende het jaar 2021 naar beneden bijgesteld, wat in totaal tot een neerwaartse bijstelling van ca. 2,8 miljard euro heeft geleid. Dit is gebeurd op basis van de verschillende CPB-ramingen van de werkloze beroepsbevolking die meevielen en op basis van de realisatiecijfers gedurende het jaar. De instroom was lager dan verwacht en de uitstroom hoger.
Diversen
Deze post omvat meerdere kleine technische mutaties onder het plafond Sociale Zekerheid. Hieronder vallen bijvoorbeeld een bijstelling van het financieel kader van het UWV en een kasschuif bij de crisisdienstverlening.
Niet-belastingontvangsten
Technische mutaties
Sociale zekerheid
Ww
De ontvangsten WW hebben betrekking op het verhaal van WW-lasten bij overheidswerkgevers die eigenrisicodrager zijn. Deze raming is, net zoals de geraamde uitgaven aan de WW, verscheidene malen gedurende 2021 naar beneden bijgesteld. Er was minder verhaal op overheidswerkgevers dan eerder verwacht. Door de coronacrisis werd er verwacht dat er meer ontslagen zouden zijn bij overheidsinstanties. Dit is niet uitgekomen. In 2021 zijn daarom de ontvangsten WW met ca. 120 miljoen euro naar beneden bijgesteld.
Diversen
Dit is een kleine naar beneden gestelde mutatie op de geraamde nominale ontwikkeling bij de ontvangsten, onder het plafond Sociale Zekerheid.
Zorg
Stand Miljoenennota 2021 | 80.606,50 |
Mee- en tegenvallers | |
Zorg | |
Actualisatie q2 zvw | ‒ 124,4 |
Actualisatie q3 zvw | 219,7 |
Actualisatie q4 zvw | 113,6 |
Actualisatie wlz-uitgaven | ‒ 58,7 |
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen zvw | 50 |
Compensatie flz voor niet geleverde pgb-zorg | 29,3 |
Realisatie subsidies | ‒ 38,3 |
Diversen | ‒ 7,2 |
184 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Zorg | |
Nacalculatie overheveling ggz naar wlz | 324 |
Tegenvaller wlz | 157 |
Diversen | ‒ 3,5 |
477,5 | |
Technische mutaties | |
Zorg | |
Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | ‒ 60 |
Meerkosten wlz | 150 |
Diversen | ‒ 3,9 |
86,1 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 747,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 81.354,10 |
Stand Miljoenennota 2021 | 5.282,30 |
Mee- en tegenvallers | |
Zorg | |
Eigen bijdragen wlz | ‒ 63,2 |
Raming eigen risico | ‒ 126,3 |
Diversen | ‒ 24 |
‒ 213,5 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Zorg | |
Diversen | 12 |
12 | |
Technische mutaties | |
Zorg | |
Diversen | ‒ 11,4 |
‒ 11,4 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 212,9 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 5.069,50 |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Actualisatie q2 zvw
Dit betreft de bijstelling op basis van tweedekwartaalcijfers van zorgverzekeraars over de verwachte Zvw-uitgaven.
Actualisatie q3 zvw
Dit betreft de bijstelling op basis van derdekwartaalcijfers van zorgverzekeraars over de verwachte Zvw-uitgaven. Deze cijfers zijn gebaseerd op de daadwerkelijke declaraties van de eerste drie kwartalen van 2021, aangevuld met een raming voor de nog te verwachten lasten van 2021.
Actualisatie q4 zvw
Op basis van actuele ramingen van zorgverzekeraars zijn de Zvw-uitgaven 2021, inclusief de effecten van COVID-19, geactualiseerd.
Actualisatie wlz-uitgaven
Op basis van het februari-advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de benutting van het Wlz-kader doet zich een incidentele meevaller voor van 58 miljoen euro in 2021. Daarnaast is in de tandheelkundige zorg sprake van een meevaller van 5 miljoen euro structureel.
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen zvw
De beschikbare opleidingscapaciteit wordt beter benut dan waarmee eerder in de raming rekening is gehouden. De vermoedelijke oorzaken van de stijging in instroom zijn betere voorlichting over opleidingsaanvragen en vereenvoudiging van het aanvraagproces. Als gevolg hiervan wordt de raming met 50 miljoen euro structureel verhoogd.
Compensatie flz voor niet geleverde pgb-zorg
Het Fonds langdurige zorg wordt voor 29,3 miljoen euro gecompenseerd. Deze compensatie heeft betrekking op de regeling niet-geleverde zorg Pgb.
Realisatie subsidies
Op diverse subsidieregelingen die vallen onder het uitgavenplafond Zorg is sprake van onderuitputting, onder meer bij de regelingen voor Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (38 miljoen euro).
Diversen
Dit betreft de realisatie op het beleidsartikel Zorgbreed beleid (-1,9 miljoen euro) en de vrijval op het artikel nominaal en onverdeeld (-5,3 miljoen euro).
Beleidsmatige mutaties
Nacalculatie overheveling ggz naar wlz
Dit betreft een verschuiving van ggz-cliënten van de Wmo naar de Wlz, waartoe besloten is in het Regeerakkoord 2017-2021. De verrekening met de Wmo heeft plaatsgevonden bij septembercirculaire. Er is sprake van een tekort oplopend tot 296,6 miljoen euro vanaf 2026 (waarvan 310 miljoen euro uitgaven en 13,4 miljoen euro ontvangsten vanwege het effect op de eigen bijdragen).
Tegenvaller wlz
De NZa raamt in haar augustusadvies over de benutting van het budgettair Wlz-kader extra uitgaven van 157 miljoen euro in 2021 en 478 miljoen euro vanaf 2022. Het gaat om extra uitgaven in de sectoren Verpleging en Verzorging en de geestelijke gezondheidszorg (ggz) in de Wlz. De overschrijding in de ggz wordt veroorzaakt door een fors hogere instroom - door het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis - dan verwacht. Om te waarborgen dat zorgkantoren voldoende zorg kunnen blijven contracteren voor alle cliënten die daar op grond van de Wlz recht op hebben is het kader opgehoogd.
Diversen
Dit betreft onder meer een bijstelling bij de ambulancezorg. Uit kostenonderzoek van de NZa in verband met de herijking van de loonnormbedragen in de sector ambulancevervoer komen meerkosten naar voren. Aangezien de meerkosten niet volledig binnen het beschikbare budget kunnen worden ingepast, wordt de raming voor deze sector met 12,5 miljoen euro verhoogd. Daarnaast is er een herverdeling geweest tussen plafond R en Z (-10,4 miljoen euro) bij de ingeboekte korting op beleidsartikelen uit het voorjaar van 2021.
Technische mutaties
Herschikking subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
Op artikel 4 is zowel sprake van budgetten vallend onder het plafond Zorg als budgetten vallend onder het plafond Rijksbegroting. Tussen deze budgetten vindt een budget-neutrale herschikking plaats (60 miljoen euro).
Meerkosten wlz
Zorgaanbieders maken extra personele en materiële kosten in verband met het COVID-19 virus. In de beleidsregel SARS-CoV-2 virus van de NZa is geregeld dat deze kosten buiten de contracteerruimte vergoed worden. Voor 2021 wordt het financiële effect geraamd op 150 miljoen euro.
Diversen
Dit betreft onder meer de grondslagmutatie voor de loon- en prijsontwikkeling als gevolg van de verwerking van de grondslagen uit de Miljoenennota 2021. Daarnaast worden de mobiliteitshulpmiddelen overgeheveld van de Wmo naar de Wlz (15,5 miljoen euro). Per 1 januari 2020 worden nieuw aan te vragen mobiliteitshulpmiddelen en roerende woonvoorzieningen voor bewoners van Wlz-instellingen niet meer vergoed vanuit de Wmo. Daarom zijn deze middelen structureel overgeheveld van de Wmo naar de Wlz.
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Eigen bijdragen wlz
Dit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen op basis van cijfers van het Zorginstituut.
Raming eigen risico
Op basis van de inschatting van zorgverzekeraars van de verwachte uitgaven inclusief de effecten van COVID-19 zijn de Zvw-uitgaven geactualiseerd. Op basis hiervan is ook de raming van het eigen risico aangepast.
Diversen
Er is een structurele neerwaartse bijstelling van de verwachte opbrengsten van het eigen risico. Dit komt grotendeels door de jaarlijkse actualisatie van het eigen risico op basis van de data van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ook is in de neerwaartse bijstelling de actualisatie van de opbrengstenraming van het eigen risico door de voorjaarbesluitvorming meegenomen.
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Deze post maakt deel uit van de ‘Nacalculatie overheveling ggz naar Wlz’; dit betreft het effect op de eigen bijdragen van deze overheveling.
Technische mutaties
Diversen
De ontvangsten uit eigen bijdragen Wlz zullen lager uitvallen dan oorspronkelijk geraamd. De inschatting is dat dit voor 11,7 miljoen euro wordt veroorzaakt door ontwikkelingen die samenhangen met het coronavirus.
Gemeentefonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 32.819,00 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Wijziging betalingsverloop au 2021 | ‒ 251,1 |
Diversen | ‒ 11,3 |
Sociale zekerheid | |
Diversen | 0 |
‒ 262,4 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Jeugd in coronatijd (covid-19) | 19 |
Verdringing + (lichte) jeugdzorgproblematiek | 228 |
Wachtlijsten specialistische jeugdzorg | 255 |
Wijziging betalingsverloop alg. uitk. 2020 | 136 |
Diversen | 20,1 |
Sociale zekerheid | |
Diversen | 0 |
Zorg | |
Nacalculatie overheveling ggz naar wlz | 54 |
712,1 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Additionale impuls re-integratie (covid-19) | 48,3 |
Afekening ruimte onder plafond bcf 2020 | 96 |
Bestrijden eenzaamheid ouderen (covid-19) | 36,5 |
Brede aanpak dak- en thuisloosheid | 45,5 |
Compensatie meerkosten jeugd en wmo (covid-19) | 128,1 |
Crisisdienstverlening (covid-19) | 48,5 |
Extra begeleiding kwetsbare groepen (covid-19) | 37 |
Gemeentelijk schuldenbeleid (covid-19) | 30 |
Inkomstenderving gemeenten 2020 (covid-19) | 84,4 |
Lokaal cultuuraanbod (covid-19) | 41,6 |
Lokale culturele infrastructuur (covid-19) | 60 |
Ondersteuning lokale culturele instell. (covid-19) | 149,7 |
Re-integratie (covid-19) | 88,4 |
Tonk regeling (covid-19) | 195 |
Tonk-regeling (covid-19) | 65 |
Versterking dienstverlening gemeenten | 124 |
Voorlopige ruimte onder plafond bcf 2021 | 216 |
Diversen | 252,5 |
Sociale zekerheid | |
Loonbijstelling 2021 participatie | 39,7 |
Sociale werkbedrijven (covid-19) | 45 |
Diversen | ‒ 5,3 |
Zorg | |
Nacalculatie overheveling ggz naar wlz | ‒ 127 |
Diversen | 60,6 |
1.759,50 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 2.209,10 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 35.028,10 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 35.028,10 |
Totaal Internationale samenwerking |
Uitgaven
Mee-en tegenvallers
Wijziging betalingsverloop AU 2021
Dit betreft de wijziging van het betalingsverloop voor de algemene uitkering 2021. Een beperkt deel van de uitkeringen kon in 2021 niet meer tot betaling komen. Omdat gemeenten recht hebben op deze bedragen wordt het kasbudget 2022 met dit bedrag opgehoogd. Dat maakt het mogelijk om de uitkeringen in 2022 alsnog tot betaling te laten komen.
Diversen
Dit betreft een som van meerdere mutaties die onder de ondergrens vallen, waarvan de wijziging betalingsverloop voor de decentralisatie-uitkeringen 2021 met € - 10,4 mln. de belangrijkste is.
Beleidsmatige mutaties
Jeugd in coronatijd (Covid-19)
Dit betreft een ophoging van het gemeentefonds om gemeenten te compenseren voor de kosten die ze maken voor jeugd in coronatijd.
Verdringing + lichte jeugdzorgproblematiek
Het kabinet is met de VNG overeengekomen om voor 2021 incidenteel
extra middelen voor jeugdzorg beschikbaar te stellen. Dit betreft
middelen om verdringing van andere uitgaven tegen te gaan en een
bijdrage voor de wachtlijstproblematiek (lichte) jeugdzorg.
Wachtlijsten specialistische jeugdzorg
Dit betreft incidentele middelen voor 2021 voor de aanpak van
wachttijden voor regionaal ingekochte specialistische jeugdzorg. Deze
zijn via de algemene uitkering aan gemeenten worden toegekend.
Wijziging betalingsverloop Algemene Uitkering 2020
Dit betreft de wijziging van het betalingsverloop voor de algemene
uitkering 2020. Een beperkt deel van de uitkeringen kon in 2020 niet
meer tot betaling komen. Omdat gemeenten recht hebben op deze bedragen
wordt het kasbudget 2021 met dit bedrag opgehoogd. Dat maakt het
mogelijk om de uitkeringen in 2021 alsnog tot betaling te laten
komen.
Diversen (Rijksbegroting)
Dit betreft een som van meerdere mutaties die onder de ondergrens
vallen.
Nacalculatie overheveling ggz naar wlz (plafond zorg)
Als gevolg van het hogere aantal cliënten dan oorspronkelijk geraamd dat overgaat van Wmo beschermd wonen naar de Wet langdurige zorg (Wlz), kende het indicatieproces tijdelijk een langere doorlooptijd. Hierdoor vond in 2021 de zorg langer plaats onder verantwoordelijkheid van gemeenten. De uitname Wmo beschermd wonen is hiervoor in 2021 incidenteel gecorrigeerd.
Technische mutaties
Additionele impuls re-integratie
Dit betreft een bijdrage vanuit het ministerie van SZW ter compensatie van de extra uitgaven van gemeenten voor de additionele impuls re-integratie naar aanleiding van de coronacrisis.
Afrekening ruimte onder plafond bcf 2022
Dit betreft de definitieve afrekening van de ruimte onder het
plafond van het BTW-compensatiefonds (BCF) voor 2020.
Bestrijden eenzaamheid ouderen (covid-19)
Het kabinet heeft extra maatregelen genomen ter verbetering van het sociaal en mentaal welzijn van kwetsbare groepen tijdens de coronacrisis. Een deel van deze maatregelen wordt uitgevoerd door gemeenten, waaronder het bestrijden van eenzaamheid bij ouderen.
Brede aanpak dak- en thuisloosheid
Dit betreft een aanvullende overboeking vanuit het ministerie van VWS voor het programma Brede aanpak dak- en thuisloosheid.
Compensatie meerkosten jeugd en wmo (covid-19)
Dit betreft een bijdrage van het ministerie van VWS om gemeenten te
compenseren voor de meerkosten op het terrein van jeugd en wmo als
gevolg van de coronacrisis.
Crisisdienstverlening (covid-19)
Dit betreft een bijdrage vanuit het ministerie van SZW ter compensatie
van de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten. Deze
maatregel betreft de compensatie van extra uitgaven in het kader van
crisisdienstverlening.
Extra begeleiding kwetsbare groepen (covid-19)
Het kabinet heeft extra maatregelen genomen ter verbetering van het
sociaal en mentaal welzijn van kwetsbare groepen tijdens de
coronacrisis. Een deel van deze maatregelen wordt uitgevoerd door
gemeenten, waaronder het organiseren van extra begeleiding en
ondersteuning van kwetsbare groepen.
Gemeentelijk schuldenbeleid (covid-19)
Dit betreft een bijdrage vanuit het ministerie van SZW ter compensatie
van de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten. Deze
maatregel betreft het gemeentelijk schuldenbeleid.
Inkomstenderving gemeenten 2020 (covid-19)
Dit betreft de voorlopige afrekening van de inkomstenderving 2020 van de
lokale belastingen en heffingen als gevolg van de corona maatregelen.
Lokaal cultuuraanbod (covid-19)
Dit betreft middelen die gemeenten ontvangen voor het in stand houden
van het lokale cultuuraanbod voor 2021 i.v.m. corona.
Lokale culturele infrastructuur (covid-19)
Dit betreft een overheveling vanaf de Aanvullende post ter compensatie
van de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten. Deze
middelen zijn bestemd voor de compensatie van de extra uitgaven door
gemeenten aan lokale culturele instellingen en buurt- en
dorpshuizen.
Ondersteuning lokale culturele instellingen (covid-19)
Dit betreft een overheveling vanaf de Aanvullende post ter compensatie
van de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten. Deze
middelen zijn bestemd voor ondersteuning van de lokale culturele
infrastructuur.
Re-integratie (covid-19)
Dit betreft een bijdrage vanuit het ministerie van SZW ter compensatie
van de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten. Deze
maatregel betreft de compensatie van extra uitgaven op het vlak van
re-integratie.
Tonk regeling (covid-19)
Dit betreft de tweede tranche van de generale financiering van de
regeling Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK).
Tonk-regeling (covid-19)
Deze middelen zijn bestemd als eerste tranche voor het eerste kwartaal
2021 voor de regeling Tegemoetkoming Overbrugging Noodzakelijke Kosten
(TONK) in het kader van de Bijzondere Bijstand. Dit betreft een regeling
die is afgekondigd in het steunpakket maatregelen vanwege de
coronacrisis. De middelen worden overgeboekt vanuit de begroting van het
ministerie van SZW.
Versterking dienstverlenging gemeenten
Het kabinet heeft, naar aanleiding van de problematiek rondom de
kinderopvangtoeslag, structureel 150 miljoen vrij gemaakt voor
versterking van de dienstverlening door gemeenten. Deze middelen worden
voor een groot deel via het gemeentefonds uitgekeerd aan de gemeenten.
Voor 2021 betreft dit 124 miljoen. De rest van de middelen is uitgekeerd
via de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Voorlopige ruimte onder plafond bcf 2021
Gemeenten kunnen uitgaven aan btw terugvragen via het
BTW-compensatiefonds (BCF). Wanneer er ruimte overblijft onder het
plafond van het BCF wordt dit aan het gemeentefonds toegevoegd. Een
tekort wordt aan het gemeentefonds onttrokken. Bij de Miljoenennota
heeft er voorlopige afrekening plaats gevonden tussen BCF en het
gemeentefonds voor het lopende uitvoeringsjaar.
Diversen (plafond Rijksbegroting)
Er zijn diverse bedragen overgeboekt naar het gemeentefonds voor
uiteenlopende onderwerpen. Deze vallen onder de ondergrens.
Loonbijstelling 2021 participatie (plafond sociale
zekerheid)
Dit betreft de toedeling van de loonbijstelling 2021 voor de
integratie-uitkering Participatie.
Sociale werkbedrijven (covid-19) (plafond sociale
zekerheid)
Dit betreft een bijdrage van het ministerie van SZW om gemeenten te
compenseren voor de exploitatiekosten van de sociale werkbedrijven in
verband met de coronacrisis.
Diversen (plafond sociale zekerheid)
Er zijn diverse bedragen overgeboekt naar het gemeentefonds voor
uiteenlopende onderwerpen. Deze vallen onder de ondergrens. Dit betreft
o.a. de herijking van de no-risk polis banenafspraak.
Nacalculatie overheveling ggz naar wlz (plafond zorg)
Dit betreft de nacalculatie van de overheveling vanuit Wmo beschermd
wonen naar de Wlz als gevolg van het openstellen van de Wlz voor mensen
met een psychische stoornis per 2021. Omdat er meer cliënten dan
oorspronkelijk geraamd overgaan van Wmo beschermd wonen naar de Wlz
vindt er een aanvullende uitname plaats.
Diversen (plafond zorg)
Er zijn diverse bedragen overgeboekt naar het gemeentefonds voor
uiteenlopende onderwerpen. Deze vallen onder de ondergrens. Dit betreft
o.a. de loon- en prijsbijstelling 2021 voor beschermd wonen.
Provinciefonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 2.483,40 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Wijziging betalingsverloop au 2021 | ‒ 9,9 |
Diversen | ‒ 0,2 |
‒ 10,1 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0 |
0 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Afekening ruimte onder plafond bcf 2020 | 11,7 |
Au programma natuur | 18 |
Projecten verkeer en vervoer | ‒ 22,8 |
Voorlopige ruimte onder plafond bcf 2021 | 27,2 |
Diversen | 34,5 |
68,6 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 58,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 2.541,90 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 2.541,90 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Uitgaven
Wijzigingen betalingsverloop AU 2021
Dit betreft de wijziging van het betalingsverloop voor de algemene
uitkering 2021. Een beperkt deel van de uitkeringen kon in 2021 niet
meer tot betaling komen. Omdat provincies recht hebben op deze bedragen
wordt het kasbudget 2022 met dit bedrag opgehoogd. Dat maakt het
mogelijk om de uitkeringen in 2022 alsnog tot betaling te laten
komen
Beleidsmatige mutaties
Diversen (Rijksbegroting)
Op het budget voor Onderzoeken verdeelsystematiek is een verplichting vastgelegd die over meerdere jaren tot betaling komt. Daardoor is in 2021 niet het volledige kasbudget uitgegeven.
Technische mutaties
Afrekening ruimte over plafond BCF 2020
Dit betreft de definitieve afrekening van de ruimte onder het plafond
van het BTW-compensatiefonds (BCF) over 2020.
AU programma natuur
Dit betreft een overboeking van het ministerie van LNV voor de Algemene
Uitkering Programma Natuur naar het Provinciefonds.
Projecten verkeer en vervoer
Met ingang van 2021 is de decentralisatie-uitkering Projecten verkeer en
vervoer omgezet naar een specifieke uitkering. Dit om de rechtmatigheid
van de uitkering te waarborgen. Met deze mutatie is het bijbehorende
budget overgeboekt naar de begroting van IenW.
Voorlopige ruimte onder plafond BCF 2021
Provincies kunnen uitgaven aan btw terugvragen via het
BTW-compensatiefonds (BCF). Wanneer er ruimte overblijft onder het
plafond van het BCF wordt dit aan het provinciefonds toegevoegd. Een
tekort wordt aan het provinciefonds onttrokken. Bij de Miljoenennota
heeft een voorlopige afrekening plaatsgevonden tussen BCF en het
provinciefonds voor het lopende uitvoeringsjaar.
Diversen (Rijksbegroting)
Er zijn diverse bedragen overgeboekt naar het provinciefonds voor
uiteenlopende onderwerpen. Deze vallen onder de ondergrens. Dit betreft
onder andere middelen ter compensatie van de derving van inkomsten van
toltunnels.
Infrastructuurfonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 13.804,40 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Saldo aanleg spoor | ‒ 25,4 |
Saldo hoofdvaarwegennet beheer en onderhoud | ‒ 20,1 |
Saldo hoofdvaarwegennet geintegreerde contractvormen | ‒ 25,1 |
Saldo hoofdvaarwegennet realisatie | ‒ 29,3 |
Saldo hoofdvaarwegennet vervanging en renovatie | ‒ 34,9 |
Saldo hoofdwegennet geintegreerde contractvormen | ‒ 17,5 |
Saldo megaprojecten verkeer en vervoer zuidasdok | 17,1 |
Saldo reservering hoofdwegennet | ‒ 18,7 |
Saldo reserveringen spoor | ‒ 48,7 |
Saldo 2021 hoofdwegennet ge?ntegreerde contractvormen | ‒ 42,8 |
Saldo 2021 hoofdwegennet realisatie | ‒ 40,5 |
Saldo 2021 hoofdwegennet vervanging en renovatie | ‒ 32,8 |
Saldo 2021 zuidasdok | ‒ 25,6 |
Diversen | ‒ 90,7 |
‒ 435 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Nadelig saldo mf 2020 | ‒ 23,4 |
Saldo 2021 hoofdvaarwegennet beheer en onderhoud | 16,8 |
Diversen | 3,2 |
‒ 3,4 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Actualisaties ontvangsten | ‒ 99,6 |
Afrekening t3 2020 prorail | 43,3 |
Bijdragen derden hoofdwegennet | 134,2 |
Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute | ‒ 42 |
Compensatiepakket zeeland | 51 |
Generale kasschuif mf | 768 |
Loon- en prijsbijstelling 2021 | 135,8 |
Plafondcorrectie mf | ‒ 186,7 |
Diversen | ‒ 99 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Omvorming prorail | ‒ 7.147,00 |
‒ 6.442,00 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 6.880,20 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 6.924,30 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 6.924,30 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 13.804,40 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Saldo hoofdwegennet | ‒ 106,4 |
Saldo spoor | ‒ 38,3 |
Saldo 2021 hoofdwegennet ontvangsten | ‒ 24,1 |
Diversen | ‒ 4,7 |
‒ 173,5 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Nadelig saldo mf 2020 | 18,6 |
Diversen | ‒ 0,5 |
18,1 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Actualisaties ontvangsten | ‒ 99,6 |
Afrekening t3 2020 prorail | 43,3 |
Bijdragen derden hoofdwegennet | 134,2 |
Btw afdracht a4-a44 rijnlandroute | ‒ 42 |
Compensatiepakket zeeland | 51 |
Generale kasschuif mf | 768 |
Loon- en prijsbijstelling 2021 | 135,8 |
Plafondcorrectie mf | 51,2 |
Diversen | ‒ 99 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Nadelig saldo mf 2020 | ‒ 279,9 |
Omvorming prorail | ‒ 7.147,00 |
‒ 6.484,00 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 6.639,20 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 7.165,20 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 7.165,20 |
Uitgaven en niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Saldo aanleg spoor
De voorlopige realisatiecijfers op het spoorartikel laten een per saldo onderschrijding zien van circa 25 miljoen euro. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een meevaller op de programma’s spoorcapaciteit 2030, fietsparkeren en grensoverschrijdend spoorvervoer.
Saldo hoofdvaarwegennet beheer en onderhoud
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdvaarwegennet, onderdeel beheer en onderhoud, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 20 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat een betaling voor het project overdracht Brokx-nat doorschuift naar 2022.
Saldo hoofdvaarwegennet geïntegreerde contractvormen
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdvaarwegennet, onderdeel geïntegreerde contractvormen, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 68 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat een betaling voor het project Zeetoegang IJmond doorschuift naar 2022.
Saldo hoofdvaarwegennet realisatie
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdvaarwegennet, onderdeel realisatie, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 30 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door vertragingen bij het project Nieuwe Sluis Terneuzen.
Saldo hoofdvaarwegennet vervanging en renovatie
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdvaarwegennet, onderdeel vervanging en renovatie, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 35 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat een betaling voor het project Waalbrug Nijmegen doorschuift naar 2022.
Saldo hoofdwegennet geïntegreerde contractvormen
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdwegennet, onderdeel geïntegreerde contractvormen, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 18 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat een betaling voor het project A15 Maasvlakte-Vaanplein doorschuift naar 2022.
Saldo hoofdwegennet realisatie
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdwegennet, onderdeel realisatie, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 40 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door lagere uitgaven op het programma Geluid nieuwe uitvoeringsopdrachten (circa 14 miljoen euro).
Saldo hoofdwegennet vervanging en renovatie
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel hoofdwegennet, onderdeel vervanging en renovatie, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 33 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door lagere uitgaven op het programma Intelligent Wegkantsystemen (circa 15 miljoen euro).
Saldo reservering hoofdwegennet
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel verkenningen, reserveringen en investeringsruimte, onderdeel hoofdwegennet, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 19 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door lagere uitgaven op het programma Slimme Duurzame Mobiliteit.
Saldo reserveringen spoor
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel verkenningen, reserveringen en investeringsruimte, onderdeel reserveringen spoor, laten een per saldo onderschrijding zien van circa 49 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat de middelen voor het pakket Zeeland vanaf 2022 tot betaling komen.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.
Beleidsmatige mutaties
Nadelig saldo infrastructuurfonds 2020
Het nadelig saldo Infrastructuurfonds 2020 bedraagt 42 miljoen euro (waarvan 23,4 miljoen euro hogere uitgaven, 18,6 miljoen euro lagere niet-belastingontvangsten). Dit nadelig saldo bestaat uit de tegenvaller op het budget voor beheer en onderhoud bij Najaarsnota (103 miljoen euro) en de onderuitputting die bij Slotwet is gemeld (-61 miljoen euro). Conform reguliere systematiek op de fondsen wordt het nadelig saldo van het vorige begrotingsjaar toegevoegd bij de Voorjaarsnota.
Saldo 2021 hoofdvaarwegennet beheer en onderhoud
De overdracht Haven Oudeschild en wegen en paden Texel is in 2021 afgekocht.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen.
Technische mutaties
Actualisaties ontvangsten
Naar aanleiding van de actualisatie van de programmering op het Infrastructuurfonds worden de geraamde ontvangsten voor diverse projecten later verwacht. Het betreft per saldo een schuif naar achteren, met name veroorzaakt door het project Zeetoegang IJmond, Nieuwe Sluis IJmuiden en de bijdrage van de Provincie Groningen aan de N33.
Afrekening t3 2020 ProRail
Het betreft hier de terugbetaling van de te hoge bevoorschotting aan Prorail van tertaal 3 in 2020.
Bijdragen derden hoofdwegennet
Dit betreft desalderingen van circa 122 miljoen euro in 2021 en 13 miljoen euro in 2022 voor bijdragen van derden die worden ontvangen voor diverse projecten op het hoofdwegennet. De grootste bijdragen zijn die van de Provincie Groningen (78,1 miljoen euro), de provincie Brabant (38,6 miljoen euro) en de Nederlandse Aardolie Maatschappij NAM (13,2 miljoen euro).
Btw afdracht A4-A44 Rijnlandroute
Dit betreft de afdracht aan het BTW-compensatiefonds voor het project A4-A44 Rijnlandroute.
Compensatiepakket Zeeland
Op 26 juni 2020 is het Bestuursakkoord Compensatiepakket Marinierskazerne afgesloten tussen de Staat der Nederlanden, de provincie Zeeland, gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen. Op de Aanvullende Post is hiervoor in het kader van het pakket Wind in de Zeilen in totaal 50 miljoen euro geraamd. Hiervan was al 5 miljoen euro overgeboekt naar de begroting van IenW voor de ontwikkeling van de stationsomgeving Vlissingen. Nu wordt de resterende 46 miljoen euro (inclusief prijsindexatie 2021 van 1 miljoen euro.) overgeboekt voor infrastructurele maatregelen die noodzakelijk zijn voor het rijden van de intercityverbinding Vlissingen-Rotterdam.
Generale kasschuif IF
Als gevolg van het geactualiseerde programma en om een realistische en gecontroleerde overprogrammering te creëren op het Infrastructuurfonds is er een kasschuif verwerkt op de begroting van het Infrastructuurfonds. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en sluit over de looptijd van het fonds op nul.
Loon- en prijsbijstelling 2021
De tranche 2021 van de loon- en prijsbijstelling is overgemaakt naar het Mobiliteitsfonds.
Plafondcorrectie IF
Voor het deel van de overschrijding op het Infrastructuurfonds in 2020 dat samenhing met versnelde uitgaven is bij Najaarsnota 2020 het uitgavenplafond verhoogd. Bij Voorjaarsnota wordt het plafond daarom evenredig naar beneden bijgesteld met 237,9 miljoen euro (-186,7 miljoen euro uitgaven en 51,2 miljoen euro niet-belastingontvangsten).
Diversen
Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Omvorming ProRail
In 2020 is het wetsvoorstel dat ProRail omvormt tot een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) aangeboden aan de Tweede Kamer. Aangezien de omvorming controversieel is verklaard is het streven dat de wet in 2022 in werking treedt. In plaats van in 2021 leidt dit in 2022 incidenteel tot uitgaven voor de afrekening van de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Voor alle kostenverhogingen of verlagingen die als gevolg van deze genoemde fiscale effecten optreden, geldt dat even grote verhogingen of verlagingen voor de belastingopbrengsten ontstaan, waarmee deze kosten niet relevant zijn voor het uitgavenplafond. De omvorming zorgt vanaf 2022 voor lagere uitgaven die wel relevant zijn voor het uitgavenplafond.
Diergezondheidsfonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 34,3 |
Technische mutaties | |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Verhoging raming uitgaven bestrijding in 2021 | 10,2 |
Diversen | 3,8 |
14 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 14 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 48,3 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 48,3 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 34 |
Technische mutaties | |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Toevoeging eindsaldo dgf 2020 aan 2021 | 49,2 |
Diversen | 6,3 |
55,5 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 55,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 89,5 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 89,5 |
Uitgaven
Technische mutaties
Verhoging raming uitgaven bestrijding in 2021
Dit betreft een verschuiving van de uitgaven 2020 naar 2021 voor onder andere de afwikkeling ruiming nertsen, uitbraken vogelgriep en calamiteitenreserve destructie 2020.
Diversen
Deze diversenpost bevat verschillende bijstellingen. Zo is onder andere de prognose voor bestrijding van dierziekten naar boven bijgesteld met 2,6 miljoen euro vanwege bestrijding van vogelgriep. Daarnaast is ook de bijstelling van de uitgaven salmonella vaccinatie naar boven bijgesteld met 2,6 miljoen euro.
Niet-belastingontvangsten
Technische mutaties
Toevoeging eindsaldo dgf 2020 aan 2021
De mutatie van 49,2 miljoen euro betreft de toevoeging van het eindsaldo van 2020 aan het beginsaldo van 2021. Dit is volgens de reguliere systematiek van het diergezondheidsfonds.
Diversen
Deze post bevat verschillende bijstellingen. Zo is de prognose voor ontvangsten van de sector naar boven bijgesteld met 3,7 miljoen euro vanwege een ontvangst uit de rundersector als gevolg van afronding van de vorige convenantperiode. Daarnaast is de prognose voor ontvangsten uit de EU naar beneden bijgesteld met 2,3 miljoen euro vanwege een sanctie opgelegd door de EU. Ook is de realisatie van LNV-ontvangsten met 2,3 miljoen euro verhoogd.
Accres Gemeentefonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 209,5 |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Afrekening bcf | 76,5 |
Diversen | 1,9 |
78,4 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Afrekening bcf | ‒ 312 |
Diversen | 24,1 |
‒ 287,9 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 209,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 0 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 0 |
Totaal Internationale samenwerking |
Uitgaven
Accres tranche 2018 & accres tranche 2019
De indexatie van het gemeentefonds ademt mee met de Rijksbegroting. Op basis van de gerealiseerde begroting van het Rijk voor 2018 en de geactualiseerde begroting voor 2019 wijzigde de accrestranche 2018 respectievelijk 2019 voor het gemeentefonds.
Accres gemeentefonds
Het bijgestelde accres wordt bij Voorjaarsnota en Miljoenennota overgeboekt aan het gemeentefonds.
Bijstelling BCF
Het plafond van het BCF is gekoppeld aan de accrespercentages zoals die volgen uit de normeringssystematiek voor het gemeentefonds en provinciefonds. Het plafond wordt aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF.
Als het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het gemeentefonds en provinciefonds. Bij een realisatie later dan het plafond, komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds en provinciefonds. De toevoeging of uitname wordt over het gemeentefonds en provinciefonds verdeeld conform de aandelen van de gezamenlijke gemeenten en provincies in het BCF in het gerealiseerde jaar.
In 2019 is het aandeel van de gemeenten 112,4 miljoen euro in de geraamde ruimte onder het plafond voor 2019 bestemd voor het Gemeentefonds. De definitieve berekening van het plafond en de bijbehorende afrekening van het BCF voor 2019 vindt plaats bij Voorjaarsnota 2020.
Accres Provinciefonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 31,5 |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Afrekening bcf | 31,2 |
Diversen | 0,2 |
31,4 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 63 |
‒ 63 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 31,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 0 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 0 |
Totaal Internationale samenwerking |
Uitgaven
Accres tranche 2018 & accres tranche 2019
De indexatie van het provinciefonds ademt mee met de Rijksbegroting. Op basis van de gerealiseerde begroting van het Rijk voor 2018 en de geactualiseerde begroting voor 2019 wijzigde de accrestranche 2018 respectievelijk 2019 voor het provinciefonds. De wijziging in de tranche 2019 valt onder de post diversen.
Accres provinciefonds
Het bijgestelde accres wordt bij Voorjaarsnota en Miljoenennota overgeboekt aan het gemeentefonds. Deze overboeking valt onder de post diversen.
Bijstelling BCF
Het plafond van het BCF is gekoppeld aan de accrespercentages zoals die volgen uit de normeringssystematiek voor het provinciefonds en provinciefonds. Het plafond wordt aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF.
Als het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het gemeentefonds en provinciefonds. Bij een realisatie later dan het plafond, komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds en provinciefonds. De toevoeging of uitname wordt over het gemeentefonds en provinciefonds verdeeld conform de aandelen van de gezamenlijke gemeenten en provincies in het BCF in het gerealiseerde jaar.
In 2019 is het aandeel van de provincies 17,7 miljoen euro in de geraamde ruimte onder het plafond voor 2019 bestemd voor het Provinciefonds. De definitieve berekening van het plafond en de bijbehorende afrekening van het BCF voor 2019 vindt plaats bij Voorjaarsnota 2020.
BES-fonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 47,4 |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 0,3 |
0,3 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 4 |
4 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 4,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 51,7 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 51,7 |
Totaal Internationale samenwerking |
Uitgaven
Technische mutaties
Diversen
De tijdelijke verlaging van de prijzen voor de nutsvoorzieningen in Caribisch Nederland leidt tot een negatieve prijsindexatie. Er zijn extra middelen beschikbaar gesteld om een negatieve prijsindexatie te voorkomen.
Diversen
Dit betreft verschillende mutaties. Zo is de tranche 2021 van de loon- en prijsbijstelling overgemaakt naar het BES-fonds. In het kader van de Coronacrisis zijn door het Kabinet extra middelen beschikbaar gesteld aan de Openbare Lichamen voor eilandelijk beleid. Hiernaast hebben de lichamen compensatie ontvangen voor de inkomstenderving en extra kosten over 2021. Vanuit de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) zijn middelen gerealloceerd naar het BES-fonds voor de verhoging van de vrije uitkering aan Saba. Ook zijn middelen beschikbaar gesteld om de openbare lichamen in staat te stellen de lokale culturele instellingen en voorzieningen te ondersteunen. Tot slot, zijn de wisselkoerseffecten op het BES-fonds in 2021 verrekend met de wisselkoersreserve op de begroting van Koninkrijksrelaties.
Deltafonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 1.218,70 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Saldo ijsseldelta fase 2 | 41,4 |
Saldo investeren in waterkwaliteit | ‒ 17,6 |
Saldo investeren in waterveiligheid | ‒ 135,5 |
Saldo 2021: experimenteren cf art iii deltawet | ‒ 42 |
Saldo 2021: investeren in waterveiligheid | ‒ 67,5 |
Diversen | ‒ 58,3 |
‒ 279,5 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Voordelig saldo 2020 df | 41 |
Diversen | ‒ 0,6 |
40,4 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Generale kasschuif df | 169 |
Plafondcorrectie df | ‒ 51,9 |
Diversen | 39,9 |
157 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 82,1 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 1.136,60 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 1.136,60 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 1.218,70 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 6,5 |
6,5 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | ‒ 7,7 |
‒ 7,7 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Generale kasschuif df | 169 |
Diversen | 41,4 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Diversen | ‒ 5,2 |
205,2 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 203,9 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 1.422,60 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 1.422,60 |
Uitgaven en niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Saldo experimenteren cf art III Deltawet
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel experimenteren conform artikel III van de Deltawet laten een per saldo onderuitputting zien van circa 42 miljoen euro. Dit komt doordat bij het DBFM-project Afsluitdijk de afhandeling van het dossier hydraulische randvoorwaarden niet heeft geleid tot een overeenkomst met de opdrachtnemer.
Saldo ijsseldelta fase 2
De voorlopige realisatiecijfers op het project IJsseldelta fase 2 laten een per saldo overschrijding zien van circa 42 miljoen euro doordat uitgaven uit 2022 in 2021 zijn gedaan.
Saldo investeren in waterkwaliteit
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel investeren in waterkwaliteit laten een per saldo onderuitputting zien van circa 18 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door vertraging als gevolg van PFAS en Covid-19.
Saldo investeren in waterveiligheid
De voorlopige realisatiecijfers op het artikel investeren in waterveiligheid laten een per saldo onderuitputting zien van circa 203 miljoen euro. Dit komt voornamelijk doordat er vertragingen optreden bij de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.
Beleidsmatige mutaties
Voordelig saldo 2020 deltafonds
Het voordelig saldo 2020 Deltafonds (DF) bedraagt 48,2 miljoen euro (waarvan 41 miljoen euro lagere uitgaven, 7,2 miljoen euro hogere niet-belastingontvangsten). Conform reguliere systematiek op de fondsen wordt het (voordelig) saldo van het vorige begrotingsjaar toegevoegd bij Voorjaarsnota.
Diversen
Deze post bestaat uit diverse beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen.
Technische mutaties
Generale kasschuif DF
Als gevolg van het geactualiseerde programma is een kasschuif met het generale beeld verwerkt op de begroting van het Deltafonds, hoofdzakelijk voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en project Afsluitdijk. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en sluit over de looptijd van het fonds op nul.
Plafondcorrectie DF
Voor het deel van de overschrijding op het Deltafonds in 2020 dat samenhing met versnelde uitgaven is bij Najaarsnota 2020 het uitgavenplafond verhoogd. Bij Voorjaarsnota wordt het plafond daarom verlaagd met 53,4 miljoen euro (waarvan 51,9 miljoen euro lagere uitgaven, 1,5 miljoen euro hogere niet-belastingontvangsten).
Diversen
Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.
Defensiematerieelbegrotingsfonds
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 4.610,30 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Bijstellen uitgaven en verplichtingen voorlopige rekening | ‒ 272,6 |
Diversen | 6,9 |
‒ 265,7 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bijstellen instandhouding | ‒ 61 |
Bijstellen investeringen | ‒ 295,5 |
Bijstellen uitgaven en verplichtingen luchtmacht | 50 |
Eindejaarsmarge dmf | ‒ 166,5 |
Eindejaarsmarge dmf | 166,5 |
Diversen | 15,6 |
‒ 290,9 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bijstellen valuta in dollars | ‒ 44,4 |
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training | 60 |
Digitale veiligheid | 45 |
Eindejaarsmarge dmf | 166,5 |
Eindejaarsmarge dmf (herverdeling) | 62,4 |
Kasschuiven verwerking toeslagen tijdelijk loongebouw | ‒ 36,1 |
Prijsbijstelling defensiematerieelbegrotingsfonds | 104,9 |
Diversen | 195,1 |
553,4 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 3,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 4.607,00 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 4.607,00 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 4.610,30 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 5,2 |
5,2 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 15,6 |
15,6 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bijstellen valuta in dollars | ‒ 44,4 |
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training | 60 |
Digitale veiligheid | 45 |
Eindejaarsmarge dmf | 166,5 |
Eindejaarsmarge dmf (herverdeling) | 62,4 |
Kasschuiven verwerking toeslagen tijdelijk loongebouw | ‒ 36,1 |
Prijsbijstelling defensiematerieelbegrotingsfonds | 104,9 |
Diversen | 195,1 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Eindejaarsmarge dmf | ‒ 166,5 |
Eindejaarsmarge dmf | 166,5 |
553,4 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 574,1 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 5.184,40 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 5.184,40 |
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Bijstellen uitgaven en verplichtingen voorlopige rekening
Dit betreft o.a. de realisaties van investeringen in Defensiebreed materieel (78 mln.) wegens vertragingen bij o.a. Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (17 miljoen) en Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (16 miljoen). Ook betreft het een onderrealisatie op munitie als gevolg van een relatief lange besteltermijn, vertragingen bij enkele projecten zoals GrIT (25 miljoen), Combat Support Ship (12,2 miljoen), Combat Vehicle 90 (10,4 miljoen) en vele kleine afwijkingen bij diverse budgetten. De vertragingen worden veroorzaakt door o.a. vertraging in productie en leveringen, en vertragingen in het aangaan van verplichtingen.
Diversen
Dit betreft o.a. 5,1 miljoen aan hogere uitgaven voor inhuur van tenten voor COVID gerelateerde activiteiten. Daarnaast betreft het 1,5 miljoen hogere uitgaven voor valuta als gevolg van verschillen in dagkoersen ten opzichte van de raming van de euro/dollarkoers uit het CEP van het Centraal Planbureau (CEP 2021).
Beleidsmatige mutaties
Bijstellen instandhouding
Dit betreft o.a. het bijstellen van de middelen voor munitie, opleiding en training van militairen. Het kabinet heeft hiervoor extra middelen beschikbaar gesteld. Een groot deel van dit budget is in 2021 niet tot realisatie gekomen en wordt doorgeschoven naar latere jaren.
Bijstellen investeringen
Er is sprake van vertragingen bij de investeringen in o.a.. conventionele munitie (45 miljoen), de Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) (35 miljoen), de verwerving van de F35 (83 miljoen) en de Chinook (107 miljoen).
Bijstellen uitgaven en verplichtingen luchtmacht
De uitgaven voor de luchtmacht zijn hoger uitgevallen als gevolg van het eerder binnenkomen van facturen voor Foreign Military Sales voor o.a. de Chinook, de Apache en de BTW voor de F35.
Eindejaarsmarge DMF
Dit betreft een correctie op de eindejaarsmarge (EJM) van het Defensiematerieelbegrotingsfonds. De initiële boeking is met de Voorjaarsnota alleen geboekt in het DMF. Deze boeking had via het voedingsartikel van de Defensiebegroting moeten lopen. De EJM is alsnog opgeboekt in H10, en overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
Eindejaarsmarge DMF
Dit betreft het opboeken van de eindejaarsmarge van het DMF. De boeking had via het voedingsartikel van de Defensiebegroting moeten lopen, en is daarom gecorrigeerd.
Diversen
Deze post betreft o.a. de toevoeging aan het DMF van de middelen voor incidentele nood- en steunmaatregelen als gevolg van COVID-19 (6,7 miljoen). Het gaat hier o.a. om de verwerving van beschermingsmiddelen. Daarnaast betreft dit een bijdrage vanuit de Landmacht voor kleine herstelwerkzaamheden aan vastgoed (5 miljoen) en het toevoegen van budgetten vanuit de reguliere Defensiebegroting voor de gereedschapsuitrusting en werkplekinrichting en voor de verwerving van dieplaadwagons (2,5 miljoen).
Technische mutaties
Bijstellen valuta in dollars
De meevaller vanwege een gunstiger wisselkoers is verwerkt in het DMF. Conform kabinetsafspraak komen mee- en tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen direct ten gunste of ten laste van het generale beeld. Alvorens de doorverdeling kan plaatsvinden op het DMF wordt deze geboekt op het ontvangstenartikel van het DMF om het voedingsartikel op de reguliere Defensiebegroting en het ontvangstenartikel van het DMF in balans te houden.
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training
Er zijn extra middelen beschikbaar voor munitie, opleiding en training van militairen beschikbaar gesteld. Dit leidt tot een toename van de gereedheid van Defensie.
Digitale veiligheid
Aan de Defensiebegroting is 45 miljoen toegevoegd om de betrouwbaarheid en continuïteit van de digitale veiligheid te waarborgen. De middelen worden via het voedingsartikel toegevoegd aan het DMF.
Eindejaarsmarge DMF
Dit betreft de eindejaarsmarge van het Defensiematerieelbegrotingsfonds. De EJM is in H10 opgeboekt, en vervolgens overgeheveld naar het DMF.
Eindejaarsmarge DMF (herverdeling)
De eindejaarsmarge is doorverdeeld binnen het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF). In het DMF zitten naast de investeringen (voorheen artikel 6 in de reguliere Defensiebegroting) ook de instandhoudingskosten waardoor de eindejaarsmarge in het DMF hoger uitvalt dan die van het voormalige artikel 6. Middels deze mutatie wordt het resterende deel van de eindejaarsmarge aan het DMF toegevoegd.
Kasschuiven verwerking toeslagen tijdelijk loongebouw
De Tijdelijke Toelage Loongebouw (TTL) is verlengd tot eind 2021. Daarmee is voorkomen dat militairen er op 1 april 2021 financieel op achteruit zouden gaan, doordat de Tijdelijke Toelage Loongebouw anders op die datum zou zijn geëindigd. Het kasritme van het beschikbare budget en de uitgaven voor de verlenging van de TTL lopen niet synchroon. Dit is ingepast door middel van een kasschuif op het DMF met doorwerking op de reguliere Defensiebegroting.
Prijsbijstelling Defensiematerieelbegrotingsfonds
De tranche 2021 van de prijsbijstelling is overgemaakt naar de fondsbegroting.
Diversen
Deze post is het saldo van verschillende mutaties waaronder:
- Een tegenvaller op de uitgaven als gevolg van duurdere Zweedse Kronen (13,5 miljoen).
- Het toekennen van het budget voor de Very Joint Task Force (VJTF) (8,6 miljoen) voor de benodigde reservedelen en multicam-gevechtskleding
- Het herschikken van een meevaller op het brandstofbudget t.b.v. tekorten bij munitie (19,2 miljoen).
- Een verhoging van het budget voor het Nationaal Fonds Ereschuld (16,6 miljoen) vanuit een meevaller bij de personele kosten van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld zijn hoger uitgevallen wegens o.a. een herberekening van de uitkeringen.
- Een meevaller bij brandstof. Deze is overgeheveld naar het DMF t.b.v. tekorten op het instandhoudingsbudget.
- Het overhevelen van een meevaller van 15 miljoen bij de personele kosten van de Landmacht naar knelpunten bij de instandhouding.
- Hogere uitgaven voor valuta als gevolg van verschillen in de dagkoersen ten opzichte van de euro/dollarkoers uit het CEP van het Centraal Planbureau (4,9 miljoen).
- Een bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) om de kosten te compenseren van de voorbereidingen van het project om de AIVD en MIVD gezamenlijk te huisvesten (11,4 miljoen).
- Het niet tot besteding gekomen van exploitatiebudgetten. Deze zijn terug in het fonds geplaatst (6,2 miljoen).
- Een herschikking binnen het DMO van de budgetten voor gereedstelling en personele uitgaven naar instandhouding materieel (12,4 miljoen).
Niet-belastingontvangsten
Mee- en tegenvallers
Bijstellen ontvangsten
Dit betreft o.a. hogere ontvangsten vanuit Belgie voor de ontwikkeling van het Above Water Warfare Suite (AWWS)
Beleidsmatige mutaties
Diversen
Deze post betreft o.a. de toevoeging aan het DMF van middelen voor de incidentele nood- en steunmaatregelen als gevolg van COVID-19 (6,7 miljoen). Het gaat hier o.a. verwerving van beschermingsmiddelen. Daarnaast betreft dit een bijdrage vanuit de Landmacht voor kleine herstelwerkzaamheden aan vastgoed (5 miljoen) en het toevoegen van budgetten vanuit de reguliere Defensiebegroting voor de gereedschapsuitrusting en werkplekinrichting, en voor de verwerving van dieplaadwagons (2,5 miljoen). Deze middelen worden geboekt op het ontvangstenartikel in het fonds waarna ze verdeeld worden naar de uitgavenartikelen.
Technische mutaties
Bijstellen valuta in dollars
De meevaller als gevolg van valutaontwikkelingen wordt verwerkt op het ontvangstenartikel van het DMF om deze gelijk te laten lopen met het voedingsartikel op de reguliere Defensiebegroting. Zie hiervoor ook de post bijstellen valuta op de reguliere begroting en bij uitgaven DMF.
Budget t.b.v. munitie, opleiding en training
Er zijn extra middelen beschikbaar voor munitie, opleiding en training van militairen beschikbaar gesteld. Dit leidt tot een toename van de gereedheid van Defensie.
Digitale veiligheid
Aan de Defensiebegroting is 45 miljoen toegevoegd om de betrouwbaarheid en continuïteit van de digitale veiligheid te waarborgen. De middelen worden via het voedingsartikel toegevoegd aan het DMF.
Eindejaarsmarge DMF
Dit betreft de eindejaarsmarge van het Defensiematerieelbegrotingsfonds. De EJM is in H10 opgeboekt, en vervolgens overgeheveld naar het DMF.
Eindejaarsmarge DMF (herverdeling)
Deze post betreft de doorverdeling van de eindejaarsmarge voor het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) naar de artikelen waar de uitgaven op plaats vinden. In het DMF zitten naast de investeringen (voorheen artikel 6 in de reguliere Defensiebegroting) ook de instandhoudingskosten waardoor de eindejaarsmarge in het DMF hoger uitvalt dan het voormalige artikel 6. Middels deze mutatie wordt het resterende deel van de eindejaarsmarge aan het DMF toegevoegd.
Kasschuiven verwerking toeslagen tijdelijk loongebouw
De Tijdelijke Toelage Loongebouw (TTL) is verlengd tot eind 2021. Daarmee is voorkomen dat militairen er op 1 april 2021 financieel op achteruit zouden gaan, doordat de Tijdelijke Toelage Loongebouw anders op die datum zou zijn geëindigd. Het kasritme van het beschikbare budget en de uitgaven voor de verlenging van de TTL lopen niet synchroon. Dit is ingepast door middel van een kasschuif op het DMF met doorwerking op de reguliere Defensiebegroting.
Prijsbijstelling Defensiematerieelbegrotingsfonds
De tranche 2021 van de prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting. Deze middelen zijn geboekt op het ontvangstenartikel in het fonds waarna ze verdeeld zijn naar de uitgavenartikelen.
Diversen
Deze post is het saldo van verschillende mutaties waaronder:
- Een tegenvaller op de uitgaven als gevolg van duurdere Zweedse Kronen (13,5 miljoen).
- Het toekennen van het budget voor de Very Joint Task Force (VJTF) (8,6 miljoen) voor de benodigde reservedelen en multicam-gevechtskleding
- Het herschikken van een meevaller op het brandstofbudget t.b.v. tekorten bij munitie (19,2 miljoen).
- Een verhoging van het budget voor het Nationaal Fonds Ereschuld (16,6 miljoen) vanuit een meevaller bij de personele kosten van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld zijn hoger uitgevallen wegens o.a. een herberekening van de uitkeringen.
- Een meevaller bij brandstof. Deze is overgeheveld naar het DMF t.b.v. tekorten op het instandhoudingsbudget.
- Het overhevelen van een meevaller van 15 miljoen bij de personele kosten van de Landmacht naar knelpunten bij de instandhouding.
- Hogere uitgaven voor valuta als gevolg van verschillen in de dagkoersen ten opzichte van de euro/dollarkoers uit het CEP van het Centraal Planbureau (4,9 miljoen).
- Een bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) om de kosten te compenseren van de voorbereidingen van het project om de AIVD en MIVD gezamenlijk te huisvesten (11,4 miljoen).
- Het niet tot besteding gekomen van exploitatiebudgetten. Deze zijn terug in het fonds geplaatst (6,2 miljoen).
- Een herschikking binnen het DMO van de budgetten voor gereedstelling en personele uitgaven naar instandhouding materieel (12,4 miljoen).
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Eindejaarsmarge DMF
Dit betreft een correctie op de eindejaarsmarge van het Defensiematerieelbegrotingsfonds. De initiële boeking is met de Voorjaarsnota alleen geboekt in het DMF. Deze boeking had via het voedingsartikel van de Defensiebegroting moeten lopen. De EJM is alsnog opgeboekt in H10, en overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
Eindejaarsmarge DMF
Dit betreft de eindejaarsmarge van het Defensiematerieelbegrotingsfonds. De EJM is in H10 opgeboekt, en vervolgens overgeheveld naar het DMF. Deze middelen worden geboekt op het ontvangstenartikel in het fonds waarna ze verdeeld worden naar de uitgavenartikelen.
Prijsbijstelling
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 549,3 |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Grondslagmutatie | 108,9 |
Prijsontwikkeling | 129,5 |
Uitkeren prijsbijstelling | ‒ 716,2 |
Diversen | 0 |
Sociale zekerheid | |
Diversen | ‒ 3,8 |
Zorg | |
Diversen | ‒ 1,8 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Uitkeren prijsbijstelling | ‒ 61,2 |
Diversen | ‒ 4,7 |
‒ 549,3 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 549,3 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 0 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 0 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Uitgaven
Prijsontwikkeling
De prijsbijstelling wordt berekend door de grondslag (de prijsgevoelige gedeelten van de departementale begrotingen) te vermenigvuldigen met de betreffende prijsontwikkeling. De prijsontwikkeling wordt geactualiseerd op basis van de ramingen van het Centraal Planbureau. Het uitgavenplafond wordt aangepast voor loon- en prijsontwikkelingen. Prijsontwikkelingen staan daarom onder de (post diversen van) technische mutaties.
Uitkeren prijsbijstelling
De prijsbijstelling tranche 2021 is uitgekeerd aan de departementen.
Diversen
De post diversen bevat de ontwikkeling van de prijsbijstelling voor de verschillende uitgavenplafonds. Daarnaast bevat de post diversen de uitkering van de prijsbijstelling tranche 2021 op de deelplafonds Sociale zekerheid en Zorg. Vanwege de kleine omvang van de betreffende mutaties vallen deze onder de post diversen.
Arbeidsvoorwaarden
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 1.169,80 |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Grondslagmutatie | 54,6 |
Loon- en prijsontwikkeling | 157,4 |
Loonbijstelling tranche 2021 | ‒ 1.324,10 |
Diversen | ‒ 6,3 |
Sociale zekerheid | |
Loonbijstelling tranche 2021 | ‒ 49,5 |
Diversen | 5,3 |
Zorg | |
Diversen | ‒ 7,2 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Diversen | 0 |
‒ 1.169,80 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 1.169,80 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 0 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 0 |
Totaal Internationale samenwerking |
Uitgaven
Technische mutaties
Rijksbegroting
Grondslagmutatie
Als gevolg van de nieuwe begrotingsgrondslagen zoals vastgesteld in Miljoenennota 2021, zijn de loongrondslagen aangepast.
Loon- en prijsontwikkeling
De uitgaven voor de loonbijstelling zijn hoger uitgevallen dan begroot als gevolg van inzichten op basis van de MEV 2021 van het Centraal Planbureau in de ontwikkeling van de lonen en sociale werkgeverslasten.
Loonbijstelling tranche 2021
De loonbijstelling tranche 2021 is overgemaakt naar de departementale begrotingen.
Diversen
De post Diversen bestaat uit meerdere mutaties, waaronder een correctie voor het Nationaal Groeifonds van plafond Rijksbegroting naar plafond Niet relevant voor het uitgavenplafond. Daarnaast zijn bij Najaarsnota extra incidentele arbeidsvoorwaardemiddelen aan de publieke sectoren beschikbaar gesteld vanuit de aanvullende post. De middelen hiervan die voor CAO Rijk bestemd waren, zijn via H81 arbeidsvoorwaarden overgeboekt naar de departementale begrotingen.
Sociale zekerheid
Loonbijstelling tranche 2021
De loonbijstelling tranche 2021 is overgemaakt naar de departementale begrotingen.
Diversen
De post Diversen bestaat uit de grondslagmutatie en de mutatie voor loon- en prijsontwikkeling voor plafond Sociale Zekerheid.
Zorg
Diversen
De post Diversen bestaat uit de grondslagmutatie, de mutatie voor loon- en prijsontwikkeling en de loonbijstelling tranche 2021 voor plafond Zorg.
Niet relevant voor het uitgavenplafond
Diversen
De post Diversen bestaat uit meerdere mutaties, waaronder een correctie voor het Nationaal Groeifonds van plafond Rijksbegroting naar plafond Niet relevant voor het uitgavenplafond. Daarnaast bestaat de post uit de grondslagmutatie, de mutatie voor loon- en prijsontwikkeling en de loonbijstelling tranche 2021 voor plafond Niet relevant voor het uitgavenplafond.
Koppeling Uitkeringen
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 384,5 |
Beleidsmatige mutaties | |
Sociale zekerheid | |
Akw verdelen nominaal | ‒ 51,6 |
Kot verdelen nominaal | ‒ 124,5 |
Participatiewet verdelen nominaal | ‒ 85,5 |
Wajong verdelen nominaal | ‒ 51,4 |
Wkb verdelen nominaal | ‒ 57,8 |
Diversen | ‒ 16,7 |
‒ 387,5 | |
Technische mutaties | |
Sociale zekerheid | |
Diversen | 3 |
3 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 384,5 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 0 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 0 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 59,6 |
Technische mutaties | |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Nominale ontwikkeling | ‒ 59,6 |
‒ 59,6 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 59,6 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 0 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 0 |
Uitgaven
Beleidsmatige mutaties
Sociale zekerheid
Uitdelen nominale ontwikkeling (Kinderbijslag (AKW), Kinderopvangtoeslag (KOT), Participatiewet, Wajong, Wet kindgebonden budget (WKB))
Dit betreft de mutaties waarmee de toegekende nominale ontwikkeling (loon- en prijsindexaties) van de begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid worden overgeheveld naar de betreffende artikelen op hoofdstuk 15 (SZW begrotingsgefinancierd). Hiermee zijn deze uitkeringsregelingen op prijspeil van 2021 gebracht. Onder diversen valt bijvoorbeeld het uitdelen van nominale ontwikkeling ten behoeve van de Toeslagenwet (TW) en de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO).
Technische mutaties
Diversen
Hieronder vallen de aanpassingen in de geraamde nominale ontwikkeling (loon- en prijsindexaties) van de begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Deze ramingen worden gedurende het jaar bijgesteld op basis van CPB-cijfers. Daarnaast leiden mutaties in de ramingen van de onderliggende regelingen tot mutaties in de nominale ontwikkeling van die regelingen (grondslagmutaties).
Koppeling uitkeringen: niet-belastingontvangsten
Technische mutaties
Nominale ontwikkeling
Dit betreft een correctieboeking op de geraamde nominale ontwikkeling van de werkgeversbijdrage Kinderopvangtoeslag (KOT). Middels deze correctieboeking is deze post in zijn geheel op nul gezet. Dit betekent dat er vanaf dit moment geen nominale ontwikkeling meer wordt geraamd voor de terugontvangsten KOT.
Algemeen
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | 1.861,80 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Afboeken regeerakkoord middelen | ‒ 18,9 |
Reservering regionale knelpunten | ‒ 40 |
Gasfonds Groningen | ‒ 71,6 |
Maatregelenpakket aanpak stikstofproblematiek | ‒ 23 |
Onderuitputting loon- en prijs Aanvullende Post | ‒ 58,4 |
Pok - overige verbeteringen dienstverlening rijk/zbo's | ‒ 30,2 |
Reservering compensatie zeeland | ‒ 54,1 |
Reservering digitale veiligheid | ‒ 65 |
Reservering digitale veiligheid | ‒ 18 |
Reservering groningen | ‒ 32,8 |
Reservering Toeslagen: actualisatie raming | ‒ 315 |
Diversen | ‒ 6,3 |
‒ 733,3 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Bestuurlijke afspraken versterking Groningen | 67 |
Bestuursakkoord kasschuif | 318,6 |
Eindejaarsmarge compensatie Zeeland | 70,9 |
Eindejaarsmarge digitale veiligheid | 201 |
Eindejaarsmarge ap groningen | 19 |
Eindejaarsmarge Regionale knelpunten | 20 |
Eindejaarsmarge Gasfonds Groningen | 55,6 |
Eindejaarsmarge Sint Maarten | 101,1 |
Eindejaarsmarge Urgenda middelen | 30 |
In=uit 2021 | ‒ 956,2 |
Invullen in=uit taakstelling | 1.923,20 |
Kasschuif herstructurering winkelgebieden en binnenstedendelen | ‒ 91 |
Kasschuif reservering transitie werkgevers zorg en overheid | ‒ 80 |
Kasschuif digitale veiligheid | ‒ 105 |
Kasschuif groningen actualisatie reservering Aanvullende Post | 120,3 |
Kasschuif klimaatakkoord - bovenregionale warmtenetten | 35 |
Kasschuif kwijtschelden private schulden | ‒ 49 |
Kasschuif stikstof bouw | ‒ 75 |
Kasschuif stikstof lbv | ‒ 75 |
Kasschuif stikstof maatwerk piekbelasters | ‒ 15 |
Kasschuif stikstof omschakelfonds | ‒ 60 |
Pok - dienstverlening Belastingdienst | 42 |
Pok - dienstverlening één overheid | 150 |
Pok - informatiehuishouding Belastingdienst | 52 |
Pok - informatiehuishouding en actieve openbaarmaking | 104 |
Pok - overige verbeteringen dienstverlening rijk/zbo's | 42 |
Reservering kwijtschelding private schulden toeslagengedupeerden | 185 |
Reservering toeslagen: actualisatie raming | 315 |
Diversen | ‒ 21,9 |
Sociale zekerheid | |
Diversen | 0 |
2.323,60 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Aanvullende tegemoetkoming evenementen | ‒ 120 |
Klimaatakkoord - bovenregionale warmtenetten | ‒ 35 |
Compensatiepakket Zeeland | ‒ 45 |
Crisisdienstverlening via regionale mobilitietsteams | 75 |
Crisisdienstverlening via regionale mobilitietsteams | ‒ 75 |
Dierentuinen | ‒ 65 |
Eindejaarsmarge reservering tegemoetkoming dierentuinen | 39 |
Groeifaciliteit | ‒ 50 |
Inkomstenderving gemeenten 2020 | ‒ 312,5 |
Inkomstenderving gemeenten 2021 | ‒ 200 |
Kasschuif toa-krediet | ‒ 180 |
Kasschuif ventilatie scholen | 85 |
Kwijtschelding private schulden toeslagengedupeerden | ‒ 136,4 |
Lokale culturele infrastructuur (covid-19) | ‒ 60 |
Nationaal programma onderwijsachterstanden (NPO) | 1.538,50 |
Overboeken beschikbaarheidsvergoeding OV | ‒ 1.110,00 |
Overboeken bzk POK - dienstverlening gemeenten | ‒ 145,5 |
Overboeken cultuur medeoverheden gemeentefonds | ‒ 41,6 |
Overboeken garantiefonds evenementen ezk | ‒ 300 |
Overboeken middelen Nationaal Programma Onderwijsachterstanden (NPO) | ‒ 1.546,60 |
Overboeken middelen steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl | ‒ 195 |
Overboeken nationaal programma groningen | ‒ 34 |
Overboeken onderwijs reservering transitie werkgevers | ‒ 39,2 |
Overboeken ventilatie scholen naar bzk | ‒ 85 |
Overboeken wederopbouw Sint Maarten | ‒ 88,3 |
Overboeking bestuursakkoord | ‒ 385,6 |
Overboeking dierentuinen reservering | ‒ 39 |
Overboeking digitale veiligheid | ‒ 45 |
Overboeking inkomstenderving gemeenten 2020 | ‒ 84,4 |
Overboeking lokale cultuur | ‒ 149,7 |
Overboeking middelen actieplan energiebesparing | ‒ 50 |
Overboeking ondersteuning start- en scale-ups | ‒ 225 |
Overboeking pok - dienstverlening vergroten menselijke maat | ‒ 42 |
Overboeking Qredits budgetverhoging en ROM's col | ‒ 70 |
Overboeking stoppersregeling nertsen | ‒ 122,5 |
Overboeking voucherbank ezk | ‒ 400 |
Pok: informatiehuishouding Belastingdienst | ‒ 52 |
Pok informatiehuishouding middelen actieve openbaarmaking | ‒ 104 |
Reservering aanvullende tegemoetkoming evenementen | 120 |
Reservering steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl | 200 |
Reservering beschikbaarheidsvergoeding OV | 370 |
Reservering garantieregeling evenementen | 300 |
Reservering inkomstenderving gemeenten 2020 | 400 |
Reservering inkomstenderving gemeenten 2021 | 200 |
Reservering medeoverheden weggevallen huur lokale cultuur, buurt en dorpshuizen | 60 |
Reservering medeoverheden weggevallen huur lokale cultuur q3 | 51,5 |
Reservering rom's coronaoverbruggingslening ezk | 50 |
Reservering sneltesten ocw | 63,5 |
Reservering solvabiliteitsfonds | 50 |
Reservering tegemoetkoming dierentuinen | 72,5 |
Reservering voor toa-krediet | 200 |
Reservering voucherbanklening | 440 |
Sneltesten OCW | ‒ 63,5 |
Solvabiliteitsfonds | ‒ 250 |
Tweede coronasteunpakket cultuur | ‒ 249 |
Versterkingsoperatie groningen batch 1588 tweede tranche | ‒ 44 |
Voucherbanklening | ‒ 40 |
Waardevermeerderingsregeling | ‒ 58 |
Diversen | ‒ 429,5 |
‒ 3.452,30 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 1.861,80 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | 0 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 0 |
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Afboeken regeerakkoordmiddelen transitie werkgevers zorg en overheid
De regeerakkoordmiddelen die gereserveerd waren voor de transitie werkgevers zorg en overheid zijn niet volledig tot besteding gekomen in 2021 en afgeboekt in 2021.
Reservering regionale knelpunten
De regeerakkoordmiddelen voor regionale knelpunten zijn in 2020 niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de Aanvullende Post voor 2021.
Reservering Gasfonds Groningen
De regeerakkoordmiddelen voor Gasfonds Groningen zijn in 2020 niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de aanvullende post voor 2021.
Maatregelenpakket aanpak stikstofproblematiek
De middelen die voor het maatregelenpakket aanpak stikstofproblematiek zijn gereserveerd in 2021, zijn voor een deel niet uitgegeven en worden nu geboekt als onderuitputting. Deze zijn middels de Startnota opgeboekt in 2022.
Onderuitputting loon- en prijs Aanvullende Post
Dit betreft de vrijval van de reservering loon- en prijsbijstelling voor 2021. Ieder jaar wordt er een tranche loon- en prijsbijstelling op de Aanvullende Post gereserveerd, gebaseerd op een gewogen gemiddelde.
POK - overige verbeteringen dienstverlening rijk/zbo's
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, structureel 0,8 miljard euro gereserveerd voor maatregelen om getroffen ouders te compenseren en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. De middelen voor dienstverlening zijn gereserveerd op de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën en worden vrijgegeven op basis van bestedingsplannen. Dit betreft een gedeelte van de middelen voor verbetering van de dienstverlening in 2021 die niet tot besteding zijn gekomen.
Reservering compensatie Zeeland
De gereserveerde middelen in 2021 voor het compensatiepakket Zeeland zijn maar gedeeltelijk tot besteding gekomen. Deze middelen worden afgeboekt (54 miljoen euro) en aan 2022 toegevoegd.
Reservering digitale veiligheid
Op de gereserveerde middelen voor digitale veiligheid is slecht gedeeltelijk een beroep gedaan in 2021. Einde van het jaar resteerde nog 83 miljoen euro.
Reservering Groningen
De gereserveerde middelen voor Groningen zijn deels uitgegeven in 2021. Het resterende bedrag (32,8 miljoen euro) is afgeboekt en wordt doorgeschoven naar 2022.
Reservering Toeslagen: actualisatie raming
De budgetten voor de herstelorganisatie zijn herijkt op basis van de recente instroomcijfers en toekenningspercentages. Dit werkt door in het budget voor de Catshuisregeling en de integrale beoordelingen voor 2021. Dit betreft de overboeking vanaf de Aanvullende Post naar de Financiën-begroting.
Diversen
Dit betreft onder andere onderuitputting op middelen voor klimaat en stikstof.
Beleidsmatige mutaties
Bestuurlijke afspraken versterking Groningen
Dit betreft de middelen voor het Bestuursakkoord Groningen in het originele ritme. De middelen voor 2021 zijn in een aangepast ritme op de begroting van BZK gezet.
Bestuursakkoord kasschuif
Om de middelen voor het Bestuursakkoord Groningen in het juiste ritme te plaatsen heeft er een kasschuif plaatsgevonden.
Eindejaarsmarge compensatie Zeeland
In 2020 zijn er middelen op de Aanvullende Post geplaatst voor de compensatie Zeeland. Deze middelen zijn niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de begroting van de Aanvullende Post voor 2021
Eindejaarsmarge digitale veiligheid
De middelen voor digitale veiligheid zijn in 2020 niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de Aanvullende Post voor 2021.
Eindejaarsmarge Groningen
In 2020 zijn er middelen op de Aanvullende Post geplaatst voor de Groningen. Deze middelen zijn niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de Aanvullende Post voor 2021.
Eindejaarsmarge regionale knelpunten
De regeerakkoordmiddelen voor regionale knelpunten zijn in 2020 niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de Aanvullende Post voor 2021.
Eindejaarsmarge Gasfonds Groningen
De regeerakkoordmiddelen voor Gasfonds Groningen zijn in 2020 niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de Aanvullende Post voor 2021.
Eindejaarsmarge Sint Maarten
De middelen voor de wederopbouw van Sint Maarten zijn in 2020 niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn bij 1e suppletoire begroting 2021 weer toegevoegd aan de Aanvullende Post voor 2021.
Eindejaarsmarge Urgenda middelen
De middelen voor Urgenda zijn in 2020 niet volledig tot besteding gekomen. De middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de Aanvullende Post voor 2021.
In=uit 2021
Als tegenhanger van de eindejaarsmarge wordt een in=uittaakstelling geboekt op de Aanvullende Post. De gedachte achter de in=uittaakstelling is dat er aan het einde van dit jaar weer in dezelfde mate als in 2021 sprake zal zijn van onderbesteding op de begrotingen. Door hiervoor alvast een taakstelling in te boeken zorgt het uitkeren van de eindejaarsmarge 2021 niet voor een belasting van het uitgavenplafond.
Invullen in=uit taakstelling
De in=uit taakstelling is met 1,9 miljard euro ingevuld.
Kasschuif herstructurering winkelgebieden en binnenstedendelen
Voor 2021 is 300 miljoen euro gereserveerd voor de herstructurering van winkelgebieden en bedrijventerreinen. Op basis van de nadere uitwerking zijn de middelen via een kasschuif in een ritme gezet wat aansluit op het verwachte ritme van uitgaven.
Kasschuif reservering transitie werkgevers zorg en overheid
De op de Aanvullende Post gereserveerde regeerakkoordmiddelen voor de transitie werkgevers zorg en overheid in 2021 à 80 miljoen euro worden doorgeschoven naar 2022.
Kasschuif digitale veiligheid
Dit betreft een kasschuif om de middelen voor digitale veiligheid in een passender kasritme te zetten.
Kasschuif Groningen actualisatie reservering Aanvullende Post
Dit betreft een kasschuif om de Groningenmiddelen op de Aanvullende Post in het actuele ritme te zetten.
Kasschuif klimaatakkoord - bovenregionale warmtenetten
Voor warmtenetten is geld beschikbaar op de Aanvullende Post in de periode 2026 tot en met 2030. EZK heeft in totaal 75 miljoen euro opgevraagd voor 2021 en 2022 ter stimulering van het warmtetransportnetwerk van Rotterdam naar Den Haag, genaamd WarmteLinQ. Hiervoor zijn middelen vanuit de periode 2026 tot en met 2030 naar voren geschoven.
Kasschuif kwijtschelden private schulden
De middelen voor de reservering voor de kwijtschelding van private schulden worden middels deze kasschuif in het juiste ritme verwerkt.
Kasschuif stikstof bouw
Kasschuif van 75 miljoen euro naar 2022 omdat nog wordt gewerkt aan de vormgeving van de maatregelen in de bouw. Deze reeks is onderdeel van de reservering voor de structurele stikstofaanpak.
Kasschuif stikstof lbv
Voor de landelijke beëindigingsregeling veehouderijen (lbv), die op dit moment door LNV wordt uitgewerkt, is een kasschuif doorgevoerd om ervoor te zorgen dat het kasritme beter aansluit bij het verwachte bestedingsritme. Deze reeks is onderdeel van de reservering voor de structurele stikstofaanpak
Kasschuif stikstof maatwerk piekbelasters
Voor maatwerk piekbelasters was 20 miljoen euro begroot voor 2021. Dit wordt doorgeschoven naar 2022 en 2023 omdat er nog wordt gewerkt aan de vormgeving van de maatregel. Deze reeks is onderdeel van de reservering voor de structurele stikstofaanpak.
Kasschuif stikstof omschakelfonds
Er was 65 miljoen euro begroot voor 2021. Hiervan wordt 60 miljoen euro doorgeschoven naar 2022 omdat in 2021 eerst wordt gestart met een pilot. Deze reeks is onderdeel van de reservering voor de structurele stikstofaanpak.
Pok - dienstverlening Belastingdienst
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK), structureel 0,8 miljard euro gereserveerd voor Rijksbrede maatregelen om de menselijke maat te verhogen en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. Hiervoor is in 2021 42 miljoen euro gereserveerd voor de Belastingdienst.
Pok - dienstverlening één overheid
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, structureel 0,8 miljard gereserveerd voor maatregelen om getroffen ouders te compenseren en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. De middelen voor dienstverlening zijn gereserveerd op de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën en zijn vrijgegeven op basis van bestedingsplannen. Voor dienstverlening gaat het in totaal om 0,5 miljard euro structureel en om 150 miljoen euro in 2021 en verder voor de verbetering van de dienstverlening als één overheid richting de burger.
Pok - informatiehuishouding Belastingdienst
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, structureel 0,8 miljard euro gereserveerd voor Rijksbrede maatregelen om de menselijke maat te verhogen en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. Voor informatiehuishouding gaat het om 0,3 miljard euro structureel, waarvan in 2022 52 miljoen euro voor de Belastingdienst.
Pok - informatiehuishouding en actieve openbaarmaking
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, structureel 0,8 miljard euro gereserveerd voor maatregelen om getroffen ouders te compenseren en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. Voor informatiehuishouding en actieve openbaarmaking, inclusief invoering van de Wet open overheid, gaat het om 0,3 miljard euro structureel. De middelen voor de Wet open overheid zijn rechtstreeks overgeheveld naar andere ministeries, het gemeentefonds en het provinciefonds. De overige middelen voor informatiehuishouding en actieve openbaarmaking, in 2021 104 miljoen euro, zijn overgemaakt naar BZK. BZK heeft dit op basis van bestedingsplannen doorverdeeld naar alle ministeries.
Pok - overige verbeteringen dienstverlening rijk/zbo's
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, structureel 0,8 miljard euro gereserveerd voor maatregelen om getroffen ouders te compenseren en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. Voor deze reeks was 42 miljoen euro beschikbaar in 2021.
Reservering kwijtschelding private schulden toeslagengedupeerden
Ten behoeve van de voorgenomen kwijtschelding van private schulden van Toeslagengedupeerden is meerjarig 313,6 miljoen euro beschikbaar gesteld bij de vierde incidentele suppletoire begroting inzake Kwijtschelding private schulden Toeslagengedupeerden. Bij de derde incidentele suppletoire begroting is voor de compensatie van WSNP- en MSNP-schulden (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen/Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen) en de uitvoering reeds 56,4 miljoen euro beschikbaar gesteld. In totaal is voor de compensatie en uitvoering van private schulden cumulatief 370 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Reservering toeslagen: actualisatie raming
De budgetten voor de herstelorganisatie zijn geactualiseerd op basis van de recente instroomcijfers en toekenningspercentages. Dit werkt door in het budget voor de Catshuisregeling en de integrale beoordelingen voor 2021. Hiervoor zijn middelen gereserveerd op de Aanvullende Post.
Diversen
Dit betreft onder andere de overheveling van corona gereserveerde posten naar begrotingen, bijvoorbeeld voor provincies ten aanzien van cultuur, inkomstenderving voor toltunnels, en middelen voor de bruine vloot.
Sociale Zekerheid
Diversen
Dit betreft het invullen van de in=uit taakstelling voor het plafond Sociale Zekerheid.
Technische mutaties
Rijksbegroting
Aanvullende tegemoetkoming evenementen
Voor evenementen die geen gebruik kunnen maken van de ‘Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19' is de aanvullende tegemoetkoming evenementen ingericht. Hiervoor is door het kabinet 120 miljoen euro gereserveerd. De middelen zijn na nadere uitwerking van de regeling overgeheveld naar EZK.
Klimaatakoord - bovenregionale warmtenetten
Voor warmtenetten is geld beschikbaar op de Aanvullende Post in de periode 2026 tot en met 2030. EZK heeft in totaal 75 miljoen euro opgevraagd voor 2021 en 2022 ter stimulering van het warmtetransportnetwerk van Rotterdam naar Den Haag, genaamd WarmteLinQ. Hiervoor zijn middelen vanuit de periode 2026 tot en met 2030 naar voren geschoven en overgeheveld naar de EZK-begroting.
Compensatiepakket Zeeland
Op 26 juni 2020 is het Bestuursakkoord Compensatiepakket Marinierskazerne afgesloten tussen de Staat der Nederlanden, de provincie Zeeland, gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen. Op de Aanvullende Post was hiervoor in het kader van het pakket Wind in de Zeilen in totaal 50 miljoen euro geraamd. Hiervan was al eerder 5 miljoen euro overgeboekt naar de begroting van IenW voor de ontwikkeling van de stationsomgeving Vlissingen. Nu is de resterende 46 miljoen euro (inclusief prijsindexatie 2021 ad 1 miljoen euro) overgeboekt voor infrastructurele maatregelen die noodzakelijk zijn voor het rijden van de intercityverbinding Vlissingen-Rotterdam.
Crisisdienstverlening via regionale mobilitietsteams
Als onderdeel van het aanvullend sociaal pakket omtrent corona is er 75 miljoen euro gereserveerd op de Aanvullende Post, welke vervolgens is overgeboekt naar SZW om in te zetten voor crisisdienstverlening
Dierentuinen
In het steun- en herstelpakket in verband met corona zijn middelen beschikbaar gesteld voor dierentuinen. De tweede openstelling van deze regeling vindt binnenkort plaats maar leidt niet tot uitgaven in 2021, vandaar dat de beschikbare middelen in 2021 (65 miljoen euro) zijn afgeboekt bij de Najaarsnota en middels een Nota van Wijziging weer beschikbaar komen in 2022.
Eindejaarsmarge reservering tegemoetkoming dierentuinen
Dit betreft de onderuitputting op de reservering voor de tegemoetkoming voor dierentuinen in 2020. Deze middelen zijn in 2020 afgeboekt en worden nu weer opgeboekt. Deze middelen zijn inmiddels ook overgeheveld naar de begroting van LNV.
Groeifaciliteit
In de Kamerbrief van 28 augustus 2020 (CE-AEP / 20223516) heeft het kabinet 300 miljoen euro gereserveerd ten behoeve van een herkapitalisatiefonds. Hiervan is 50 miljoen euro ter beschikking gesteld voor de kasbuffer voor de Groeifaciliteit. Dit is in het kader van het initiatief van de banken voor het oprichten van een Dutch Post-Covid Growth Fund, om de financiëlebalans van ondernemingen te versterken.
Inkomstenderving gemeenten 2020
De middelen die waren gereserveerd voor de inkomstenderving voor gemeenten in 2020 in het kader van de coronacrisis, zijn ook in 2021 nog niet volledig uitgeput. De nog resterende middelen zijn overgeheveld naar 2022.
Inkomstenderving gemeenten 2021
Pas na het verschijnen van de jaarverslagen 2021 van gemeenten in de zomer van 2022, wordt de inkomstenderving naar aanleiding van de coronacrisis in 2021 inzichtelijk. Daarom worden deze middelen overgeheveld naar 2022.
Kasschuif toa-krediet
Het time-out-arrangement (TOA) ondersteunt ondernemers bij het
afwenden van een faillissement. Voor 2021 is 200 miljoen euro
gereserveerd op de
Aanvullende Post voor het TOA-krediet. Deze middelen zijn middels een
kasschuif in het juiste ritme gezet en overgeheveld naar de
EZK-begroting.
Kasschuif ventilatie scholen
In augustus 2020 is in totaal op de Aanvullende Post 260 miljoen euro (130 miljoen in 2022 en 2023) gereserveerd voor ventilatie in schoolgebouwen. Naar aanleiding van de motie Westerveld/Kuiken wordt 100 miljoen euro van 2023 naar 2021 en 2022 geschoven. Na deze schuif resteert er nog een bedrag van 130 miljoen euro in 2022 en 30 miljoen euro in 2023 op de Aanvullende Post.
Kwijtschelding private schulden toeslagengedupeerden
Ten behoeve van de voorgenomen kwijtschelding van private schulden van Toeslagengedupeerden is meerjarig 313,6 miljoen euro beschikbaar gesteld bij de vierde incidentele suppletoire begroting inzake Kwijtschelding private schulden Toeslagengedupeerden. Bij de derde incidentele suppletoire begroting is voor de compensatie van WSNP- en MSNP-schulden (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen/Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen) en de uitvoering reeds 56,4 miljoen euro beschikbaar gesteld. In totaal is voor de compensatie en uitvoering van private schulden cumulatief 370 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit betreft de overboeking vanaf de Aanvullende Post naar de Financiën-begroting.
Lokale culturele infrastructuur (covid-19)
Dit betreft compensatie van de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten. Deze middelen zijn bestemd voor de compensatie van de extra uitgaven door gemeenten aan lokale culturele instellingen en buurt- en dorpshuizen.
Nationaal programma onderwijsachterstanden (NPO)
Een deel van de middelen is in de 1e suppletoire begroting 2021 van OCW verwerkt. Het overige budget blijft gereserveerd op de Aanvullende Post. Begin 2022 is op basis van actuele inzichten over de voortgang van het NPO besloten over de inzet van de middelen voor het schooljaar 2022/2023.
Overboeken beschikbaarheidsvergoeding OV
Dit betreft een overboeking van de aanvullende post voor verlenging van de beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (ov) tot en met het derde kwartaal van 2021. De vergoeding is bestemd voor al het openbaar vervoer onder een concessie in Nederland. Deze verlenging is verwerkt in de tweede incidentele suppletoire begroting voor de IenW begroting Hoofdstuk XII.
Overboeken bzk POK dienstverlening gemeenten
Vanuit de enveloppe POK dienstverlening zijn de middelen voor verbetering van dienstverlening bij gemeenten naar de begroting overgeboekt. In 2021 bedroeg deze overboeking 145 miljoen euro.
Overboeken cultuur medeoverheden gemeentefonds
Dit betreft een overboeking naar het gemeentefonds van middelen die gemeenten ontvangen voor het in stand houden van het lokale cultuuraanbod voor 2021 i.v.m. corona
Overboeken garantiefonds evenementen ezk
Wanneer evenementen vanwege de epidemiologische situatie worden verboden, kunnen organisatoren een vergoeding voor de gemaakte kosten ontvangen. Hiervoor is de tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) vormgegeven. De hiervoor gereserveerde middelen zijn vanaf de aanvullende post overgeheveld naar de EZK-begroting.
Overboeken middelen Nationaal Programma Onderwijsachterstanden (NPO)
Het grootste deel van de middelen is in de begroting van OCW verwerkt. Het overige budget, 40% voor de intensivering voor scholen in het po & vo voor schooljaar 2022/2023, blijft gereserveerd op de Aanvullende Post. In 2022 wordt op basis van actuele inzichten over de voortgang van het NPO besloten over de verdeling en inzet van de middelen voor de resterende looptijd van het programma.
Overboeken middelen steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl
Het kabinet heeft 200 miljoen euro in 2021 extra beschikbaar gesteld voor het steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl in coronatijd. Hiervan loopt 63 miljoen euro via de VWS begroting, 117 miljoen euro via het Gemeentefonds, 10 miljoen euro via de OCW begroting, 5 miljoen euro via de SZW begroting en 5 miljoen euro is gereserveerd voor EZK.
Overboeken nationaal programma Groningen
Dit betreft een overboeking naar de begroting van BZK ten behoeve van diverse projecten die samen met de regio zijn geselecteerd als onderdeel van het Nationaal Programma Groningen.
Overboeken onderwijs reservering transitie werkgevers
Incidenteel is in 2021 aanvullende incidentele loonruimte beschikbaar. Er is 200 miljoen euro per jaar gereserveerd voor overheids- en zorgwerkgevers ter compensatie voor het afschaffen van de doorsneesystematiek. Omdat de nieuwe Pensioenwet in 2021 nog niet ingaat, is besloten deze middelen voor 2021 geoormerkt ten goede van de loonruimte te laten komen. Dit levert uitgedrukt in de loonsom 0,16% incidente loonruimte op. Dit bedrag is overgeboekt naar de OCW-begroting.
Overboeken ventilatie scholen naar bzk
Naar aanleiding van de motie Westerveld/Kuiken wordt 85 miljoen euro in 2021 en 15 miljoen euro in 2022 vanaf de Aanvullende Post overgeboekt naar de begroting van BZK t.b.v. de aanpak van ventilatie in schoolgebouwen.
Overboeken wederopbouw Sint Maarten
Dit betreft overboeking van de vierde tranche wederopbouwmiddelen voor Sint Maarten. Deze middelen zijn bestemd voor het herstel van de schade van orkaan Irma in 2017. Deze laatste tranche voor de Wereldbank bedroeg 86 miljoen euro. Het gehele beschikbare budget van de wederopbouwmiddelen Sint Maarten is daarmee overgeboekt naar de Wereldbank.
Overboeking bestuursakkoord
Voor de uitvoering van het Bestuursakkoord Groningen in 2021 zijn middelen overgeheveld naar de begroting van BZK.
Overboeking dierentuinen reservering
In het derde steun- en herstelpakket in verband met Corona is 39 miljoen euro beschikbaar gesteld voor dierentuinen. De steun is bedoeld ter voorkoming van dierenwelzijnsproblemen, vanwege een periode van sluiting en beperkte openstelling van dierentuinen. Deze middelen zijn overgeheveld van de Aanvullende Post naar de LNV-begroting.
Overboeking digitale veiligheid
Dit betreft een overheveling van middelen voor de digitale veiligheid van de Aanvullende Post. Aan de Defensiebegroting is 45 mln. toegevoegd om de betrouwbaarheid en continuïteit van de digitale veiligheid te waarborgen.
Overboeking inkomstenderving gemeenten 2020
Dit betreft een overboeking naar het gemeentefonds voor de middelen van de inkomstenderving 2020 van de lokale belastingen en heffingen als gevolg van de corona maatregelen voor een groot deel van de gemeenten.
Overboeking lokale cultuur
Deze middelen zijn beschikbaar gesteld om gemeenten in staat te stellen om de cruciale lokale culturele infrastructuur te ondersteunen.
Overboeking middelen actieplan energiebesparing
In het kader van Urgenda 2.0 zijn middelen toegekend voor het ‘actieplan energiebesparing industrie’ met als doel het versnellen van energiebesparing door het voorfinancierenvan investeringen. EZK heeft de beschikbare 50 miljoen euro opgevraagd en overgeboekt gekregen vanuit de Aanvullende Post.
Overboeking ondersteuning start- en scale-ups
Als onderdeel van het steun- en herstelpakket heeft het kabinet een pakket van 250 miljoen euro aan maatregelen aangekondigd voor de verdere ondersteuning van Start- en Scale-ups. Hieraan is invulling gegeven middels een bijdrage van 50 miljoen euro aan het Fonds Alternatieve Financiering (AltFin) wordt ingezet voor het verbreden van het financieringslandschapvoor het MKB, een bijdrage van 175 miljoen euro aan het Deep Tech Fund (DTF) en een bijdrage van 25 miljoen euro aan het Dutch Future Fund (DFD).
Overboeking POK - dienstverlening vergroten menselijke maat
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, structureel 0,8 miljard euro gereserveerd voor Rijksbrede maatregelen om de menselijke maat te verhogen en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. Hiervoor is in 2021 42 miljoen euro overgeboekt naar de Belastingdienst.
Overboeking Qredits budgetverhoging en ROM's col
Aan Qredits zijn in het kader van een startersregeling middelen beschikbaar gesteld om het buffervermogen van startende bedrijven te versterken (40 miljoen euro), en om overbruggingskredieten voor ondernemers in getroffen sectoren te verstrekken (30 miljoen euro).
Overboeking stoppersregeling nertsen
Voor het vervroegd verbod pelsdierhouderij is in totaal 140 miljoen euro gereserveerd op de Aanvullende Post. Hiervan is 122,5 miljoen euro met de eerste incidentele suppletoire begroting 2021 overgeheveld naar de LNV-begroting voor de nadeelcompensatie. De resterende 17,5 miljoen euro dient als reservering voor de nadeelcompensatie (7,5 miljoen euro) en de uitvoering (10 miljoen euro).
Overboeking voucherbank
Het kabinet stelt een faciliteit van maximaal 400 miljoen euro aan het garantiefonds SGR beschikbaar voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten.
Pok: informatiehuishouding Belastingdienst
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, structureel 0,8 miljard euro gereserveerd voor Rijksbrede maatregelen om de menselijke maat te verhogen en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. Voor informatiehuishouding gaat het om 0,3 miljard euro structureel, waarvan in 2022 52 miljoen euro voor de Belastingdienst. Dit betreft de overboeking vanaf de aanvullende post naar de Financiën-begroting.
Pok informatiehuishouding middelen actieve openbaarmaking
Het kabinet heeft, in de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, structureel 0,8 miljard euro gereserveerd voor maatregelen om getroffen ouders te compenseren en verbeteringen door te voeren in de informatiehuishouding en dienstverlening. Voor informatiehuishouding en actieve openbaarmaking, inclusief invoering van de Wet open overheid, gaat het om 0,3 miljard euro structureel. De middelen voor de Wet open overheid zijn rechtstreeks overgeheveld naar andere ministeries, het gemeentefonds en het provinciefonds. De overige middelen voor informatiehuishouding en actieve openbaarmaking, in 2021 104 miljoen euro, zijn overgemaakt naar BZK. BZK heeft dit op basis van bestedingsplannen doorverdeeld naar alle ministeries.
Re-integratiebudget bijstand gemeenten
Het kabinet heeft in het kader van het aanvullend sociaal pakket in 2021 middelen beschikbaar voor dienstverlening aan bijstandsgerechtigden. Dit is gereserveerd op de Aanvullende Post en vervolgens overgeheveld naar het Gemeentefonds. Er kwam 15 miljoen euro beschikbaar om de hogere instroom in de bijstand op te vangen en additioneel 45 miljoen euro om de dienstverlening te intensiveren. De middelen zijn, na afdracht aan het Btw-compensatiefonds à circa 1,8 miljoen euro, toegevoegd aan het Gemeentefonds.
Reservering aanvullende tegemoetkoming evenementen
Voor evenementen die geen gebruik kunnen maken van de ‘Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19' is het kabinet voornemens een aanvullende tegemoetkoming evenementen in te richten. Het kabinet beoogt hiermee organisatoren van (veelal kleinere) evenementen in de periode tussen 10 juli en 13 augustus tegemoet te komen. Vooruitlopend op verdere uitwerking van de regeling is het beoogde budget van 80 miljoen euro gereserveerd op de AP. Op 14 juli is de Kamer hierover geïnformeerd. De regeling is vanwege aanhoudende contact beperkende maatregelen verlengd. De Kamer is bij brief op 28 juli jl. geïnformeerd dat het budget vanwege deze verlenging met 40 miljoen euro is opgehoogd.
Reservering steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl
Het kabinet heeft 200 miljoen euro in 2021 extra beschikbaar gesteld voor het steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl in coronatijd. Hiervan loopt 63 miljoen euro via de VWS begroting, 117 miljoen euro via het Gemeentefonds, 10 miljoen euro via de OCW begroting, 5 miljoen euro via de SZW begroting en 5 miljoen euro is gereserveerd voor EZK.
Reservering garantieregeling evenementen
Wanneer evenementen vanwege de epidemiologische situatie worden verboden, kunnen organisatoren een vergoeding voor de gemaakte kosten ontvangen. Hiervoor is de tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) vormgegeven
Reservering inkomstenderving gemeenten 2020
Dit betreft de oorspronkelijke reservering met betrekking tot de reële compensatie van de inkomstenderving met betrekking tot corona voor 2020.
Reservering inkomstenderving gemeenten 2021
Dit betreft de oorspronkelijke reservering met betrekking tot de reële compensatie van de inkomstenderving met betrekking tot corona voor 2021.
Reservering medeoverheden weggevallen huur lokale cultuur, buurt en dorpshuizen
Dit betreft een reservering met als oogmerk de borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur in coronatijd.
Reservering medeoverheden weggevallen huur lokale cultuur q3
Dit betreft een reservering met als oogmerk de compensatie van het kwijtschelden van huren door decentrale overheden aan lokale en regionale culturele instellingen.
Reservering beschikbaarheidsvergoeding OV
Dit betreft de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het ongewijzigd doortrekken van de beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (ov) naar het vierde kwartaal van 2021. Deze verlenging is verwerkt in de vierde incidentele suppletoire begroting voor de IenW begroting Hoofdstuk XII.
Reservering ROM's coronaoverbruggingslening
Ten behoeve van verstrekking van Coronaoverbruggingsleningen (COL) door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen is 50 miljoen euro gereserveerd.
Reservering sneltesten OCW
Het kabinet heeft begin 2021 ten behoeve van de distributie van de zelftesten en daaraan gelieerde activiteiten zoals communicatie middelen toegekend. Op basis van de meest actuele gegevens is destijds de inschatting dat de benodigde inzet voor het mbo en ho 71,5 miljoen euro bedraagt. De overige 63,5 miljoen euro is gereserveerd op de Aanvullende Post.
Reservering solvabiliteitsfonds
In augustus 2020 is 250 miljoen euro gereserveerd voor een solvabiliteitsfonds om (middel)grote bedrijven te herkapitaliseren. Het kabinet heeft afgezien van oprichting van dit fonds en via verruiming van de Groeifaciliteit een alternatieve oplossing geboden. Onlangs heeft het comité voor ondernemerschap (CvO) een advies uitgebracht voor de oprichting van een fonds ter versterking van het eigen vermogen van mkb-ondernemingen.
Reservering tegemoetkoming dierentuinen
Het kabinet verlengt de steunmaatregel voor dierentuinen en trekt daarvoor additioneel maximaal 55,5 miljoen euro uit voor Q1 en Q2 2021. Dierentuinen zijn sinds 15 december jl. wederom gesloten. Om deze reden treft het Kabinet aanvullend op de eerdere steunmaatregelen, een reservering op de Aanvullende Post om dierenwelzijn te waarborgen. De meeste dierentuinen mogen vanaf 19 mei weer (gedeeltelijk) open. Het bedrag dat daadwerkelijk beschikbaar komt in 2021 voor de steunmaatregel wordt op deze openstelling aangepast.
Reservering voor toa-krediet
Het time-out-arrangement (TOA) ondersteunt ondernemers bij het afwenden van een faillissement. Voor 2021 is 200 miljoen euro gereserveerd op de aanvullende post voor het TOA-krediet.
Reservering voucherbanklening
Ten behoeve van de voucherkredietfaciliteit is 440 miljoen euro gereserveerd. Voor het voucherkrediet is naar verwachting 400 miljoen euro nodig ten behoeve van een lening aan SGR en aanvullend 40 miljoen euro voor leningen aan kleinere fondsen.
Sneltesten OCW
Aan het einde van 2021 zijn de middelen bedoeld voor sneltesten, gereserveerd op de Aanvullende Post, die niet zijn uitgeput vrijgevallen.
Solvabiliteitsfonds
In augustus 2020 is 250 miljoen euro gereserveerd voor een solvabiliteitsfonds om (middel)grote bedrijven te herkapitaliseren. Het kabinet heeft afgezien van oprichting van dit fonds en via verruiming van de Groeifaciliteit een alternatieve oplossing geboden. De reservering voor het solvabiliteitsfonds wordt afgeboekt.
Tweede coronasteunpakket cultuur
In het tweede steunpakket worden middelen beschikbaar gesteld. Hiermee wordt een aanvullende subsidie onder de BIS instellingen (basisinfrastructuur) verdeeld, een aanvullende subsidie onder Cultuurfondsen verdeeld, de open monumentenlening bij het NRF verlengd, een aanvullende subsidie onder de instellingen die onder de erfgoedwet vallen verdeeld en er is een deel bestemd voor projectsubsidies aan enkele instellingen buiten de BIS.
Versterkingsoperatie groningen batch 1588 tweede tranche
Er zijn middelen naar de begroting van BZK overgeboekt voor de tweede tranche van de versterking van 1588 adressen in Groningen.
Voucherbanklening
Ten behoeve van de voucherkredietfaciliteit is 440 miljoen euro gereserveerd. Hiervan is 400 miljoen euro overgeboekt naar EZK ten behoeve van een lening aan SGR. De aanvullende 40 miljoen euro voor leningen aan kleinere fondsen is niet meer nodig en wordt afgeboekt
Waardevermeerderingsregeling
Het demissionaire kabinet heeft besloten om het budget van de waardevermeerderingsregeling met 60 miljoen euro te verhogen zodat de verlenging van de regeling naar verwachting gefinancierd tot 1 april 2022, de juridische looptijd van de regeling. Het volledige bedrag wordt in 2021 bevoorschot aan de uitvoerder Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN). Deze verlenging is aangekondigd in de brief Nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling van 8 oktober 2021. Deze verhoging wordt voor 58 miljoen euro gedekt uit de risicoreservering Groningen op de Aanvullende post. De resterende 2 miljoen euro wordt binnen de begroting van EZK gedekt.
Diversen
Dit gaat onder andere om overboekingen naar departemetnen voor de Wet open overheid (Woo) in het kader van de POK, overboekingen t.a.v. stikstof, overboekingen naar SZW voor het waarborgfonds en overboekingen in het kader van de POK voor multiproblematiek en ambtelijk vakmanschap.
Consolidatie
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | ‒ 7.062,00 |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Consolidatie | ‒ 6.022,10 |
Consolidatie fjr | ‒ 185,4 |
‒ 6.207,50 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 6.207,50 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | ‒ 13.269,50 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | ‒ 13.269,50 |
Stand Miljoenennota 2021 (excl. IS) | ‒ 7.062,00 |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Consolidatie | ‒ 6.022,10 |
Consolidatie fjr | ‒ 185,4 |
‒ 6.207,50 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 6.207,50 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (subtotaal) | ‒ 13.269,50 |
Totaal Internationale samenwerking | |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | ‒ 13.269,50 |
De post Consolidatie wordt gebruikt voor het corrigeren van de Rijksbegroting voor dubbeltellingen die ontstaan door het bruto-boeken van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het ontvangende departement raamt daarnaast de te ontvangen bijdragen ook aan de ontvangstenkant van de begroting. Hierdoor wordt het rekenkundig niveau van de totale rijksuitgaven en de rijksontvangsten hoger dan het feitelijk niveau. Op de post Consolidatie wordt hiervoor gecorrigeerd. De hoogte van de post wordt in belangrijke mate bepaald door de bijdragen van de begroting van Infrastructuur & Waterstaat aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Homogene Groep Internationale Samenwerking
Stand Miljoenennota 2021 | 5.113,00 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Bijstellen budget internationale veiligheid | ‒ 64 |
Drinkwater en sanitatie | 24,9 |
Kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 21,1 |
Personeel | ‒ 18,7 |
Voedselzekerheid | ‒ 27,4 |
Waterbeheer | ‒ 26,9 |
2e deel middelenafspraak | ‒ 16,7 |
Diversen | ‒ 14,8 |
‒ 122,5 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Apparaat eindejaarsmarge non-oda | 26,1 |
Bsb beveiliging hoog-risico posten (naar def) | ‒ 25,2 |
Eindejaarsmarge | 175,2 |
Eindejaarsmarge bz | ‒ 40,4 |
Functionerende rechtsorde | ‒ 47,7 |
Hgis-bijstelling a.g.v. bni-volume t/m 2021 | 74,1 |
Infrastructuurontwikkeling | ‒ 18,9 |
Intensivering covid-19 | 72 |
Intensivering covid-19: dekking | ‒ 48,5 |
(jeugd)werkgelegenheid | ‒ 16,9 |
Kasschuif oda | ‒ 272 |
Klimaat algemeen | 17,1 |
Marktontwikkeling en markttoegang | 26,5 |
Materiële uitgaven | ‒ 43,6 |
Nieuwkomers oda middelen labelen als hgis | 41,2 |
Nog te verdelen | 71,8 |
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen bni en/of toerekeningen | ‒ 76,1 |
Noodhulpprogramma's | 40,5 |
Oda toerekening | 463 |
Onderuitputting hgis non-oda | ‒ 81,1 |
Tegenvaller njn: opvang coa oda (buffer) | ‒ 38,2 |
Tegenvaller njn: opvang coa (1e jaars)/ oda | 38,2 |
Versterking maatschappelijk middenveld | ‒ 52,5 |
Diversen | 5,9 |
290,5 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Hgis-bijstelling a.g.v. bni-prijs | 88,7 |
Materiële uitgaven (desaldering) | 42,4 |
Diversen | ‒ 7,7 |
123,4 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | 291,4 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 5.404,50 |
Stand Miljoenennota 2021 | 164,6 |
Mee- en tegenvallers | |
Rijksbegroting | |
Diversen | 24,8 |
24,8 | |
Beleidsmatige mutaties | |
Rijksbegroting | |
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | ‒ 41,9 |
Diversen | 2,4 |
‒ 39,5 | |
Technische mutaties | |
Rijksbegroting | |
Diverse ontvangsten (desaldering) | 42,4 |
Diversen | ‒ 33,4 |
Niet relevant voor het uitgavenplafond | |
Diversen | ‒ 4,7 |
4,3 | |
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2021 | ‒ 10,4 |
Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 | 154,2 |
Uitgaven
Mee en tegenvallers
Bijstellen budget internationale veiligheid
Dit betreft de onderuitputting van het Budget Internationale Veiligheid (BIV).
Drinkwater en sanitatie
De per saldo hogere uitgaven drinkwater & sanitatie zijn toe te schrijven aan subsidies voor activiteiten gefinancierd vanuit het centrale budget alsmede aan bijdragen vanuit decentrale budgetten waaronder in Benin en Jemen.
Kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
De per saldo hogere uitgaven aan kennis en capaciteitsopbouw zijn onder andere het gevolg van een bijdrage aan de Consultative Group for International Agricultural Research (CGIAR) in het kader van kennis en capaciteitsopbouw over voedselzekerheid.
Personeel
De personele uitgaven vallen lager uit. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste is er een desaldering verwerkt op de personele uitgaven vanwege de tegenvallende consulaire ontvangsten. Daarnaast zijn de uitgaven nog niet op het normale niveau uitgekomen vanwege de coronapandemie.
Voedselzekerheid
De per saldo lagere uitgaven op het instrument voedselzekerheid is onder andere het gevolg van het aanhouden van een aanzienlijke bijdrage aan het Productive Safety Net Program (PSNP) van de Wereldbank in Ethiopië in afwachting van de politieke ontwikkelingen in dat land die eind 2021 voor veel onrust zorgden. Tevens zijn wat vertragingen opgetreden in de uitvoering van de landenprogramma’s op het gebied van voedselzekerheid in Rwanda, Soedan en Zuid-Soedan. In Soedan hield dit verband met de instabiele politieke situatie in het laatste kwartaal van 2021.
Waterbeheer
Lagere uitgaven waterbeheer dan voorzien zijn met name het gevolg van lagere uitgaven voor activiteiten in het kader van de landenprogramma’s door vertragingen op het gebied van uitgaven voor integraal waterbeheer. In Ethiopië is dit toe te schrijven aan de politieke instabiele situatie eind 2021, waardoor betalingen zijn aangehouden. In andere landen waaronder Bangladesh, Mali, Mozambique, Rwanda en Zuid-Soedan spelen met name lagere financieringsbehoeftes een rol.
2e deel middelenafspraak
Budget voor investeringsprojecten in het vastgoed wordt via de middelenafspraak doorgeschoven naar latere jaren.
Beleidsmatige mutaties
Apparaat eindejaarsmarge non-ODA
Deze eindejaarsmarge betreft voornamelijk uitgaven aan de veiligheid van hoogrisicoposten, het regulier onderhoud huisvesting buitenland en uitgaven met betrekking tot MH17. Dit budget is bij Voorjaarsnota toegevoegd na HGIS-besluitvorming.
Bsb beveiliging hoogrisicoposten (naar def)
Defensie voert in opdracht van BZ de beveiliging van diplomaten en een aantal hoogrisicoposten uit. Vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) worden middelen voor de financiering van de beveiligingswerkzaamheden door de Brigade Speciale Beveiliging (BSB) van hoogrisicoposten in het buitenland overgeheveld naar de begroting van Defensie.
Eindejaarsmarge
De HGIS-eindejaarsmarge over 2020 wordt in de jaren 2021, 2022 en 2023 toegevoegd aan de begroting van Buitenlandse Zaken en conform HGIS-besluitvorming doorverdeeld naar de betreffende departementen. Conform de middelenafspraak huisvesting wordt aanvullend op de reguliere eindejaarsmarge in totaal 14 miljoen euro aan onderuitputting vanuit 2020 toegevoegd aan de begroting in 2021.
Eindejaarsmarge BZ
De eindejaarsmarge over 2020 is aan de HGIS (2021 t/m 2023) toegevoegd en is doorverdeeld naar de HGIS-departementen. De eindejaarsmarge Buitenlandse Zaken wordt onder meer ingezet ten behoeve van de beveiliging van hoogrisicoposten, regulier onderhoud van de buitenlandse huisvesting, uitgaven ten behoeve van MH17 en enkele uitgestelde betalingen op programmabudgetten.
Functionerende rechtsorde
De door de situatie in Afghanistan niet meer inzetbare middelen van post Kaboel (eur 23,5 miljoen) zijn overgeheveld naar artikel 4.1 Humanitaire hulp. Hiernaast wordt door een aantal van de posten per saldo budget teruggegeven. Dit gaat om Juba, vanwege vertragingen door COVID, en Kampala en Tunis die programma’s opschorten vanwege lokale politieke ontwikkelingen en geweld. Tenslotte is een deel van de verlaging toe te schrijven aan het verwerken van het saldo «nog te verdelen» als toegelicht in de Miljoenennota 2021 in de instrumenten voor functionerende rechtsorde.
Hgis-bijstelling a.g.v. bni-volume t/m 2021
Naar aanleiding van de CEP- en MEV-ramingen van het Centraal Planbureau wordt het ODA-budget bijgesteld op basis van de verhoogde groeiverwachting van het bni.
Infrastructuurontwikkeling
De uitgaven voor Infrastructuurontwikkeling zijn lager uitgevallen dan begroot, doordat de uitgaven voor de programma’s DRIVE en Develop to Build (D2B) achter zijn gebleven ten opzichte van de verwachting.
Intensivering covid-19
Deze post bevat enkele extra bijdragen ter bestrijding van de impact van COVID-19 in ontwikkelingslanden. Dit betreffen bijdragen aan verschillende organisaties.In het kader van The Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) is in 2021 52 miljoen euro bijgedragen aan COVAX en 5 miljoen euro aan het Global Fund to Fight AIDS, TB en Malaria (GFATM). Een bedrag van 20 miljoen euro is bijgedragen aan het Poverty Reduction Growth and Trustfund (PRGT) van het IMF.
Intensivering covid-19: dekking
De bijdragen ter bestrijding van de impact van COVID-19 in ontwikkelingslanden zijn gedekt binnen de BHOS-begroting. De dekking is gevonden op verdeelartikel 5.4 als gevolg van de bijstelling van de BNI-ontwikkeling (CEP 2021) waarmee het ODA-budget naar boven is bijgesteld.
(Jeugd)werkgelegenheid
De uitgaven voor (jeugd)werkgelegenheid zijn lager uitgevallen van begroot, door een onderuitputting van het Challenge Fund.
Kasschuif ODA
Het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB laat ten opzichte van eerdere ramingen een positieve macro-economische ontwikkeling zien. De verhoging van het ODA-budget die hieruit volgt, maakt het mogelijk om bij Miljoenennota 2021 doorgevoerde kasschuif terug te draaien in de jaren 2021 tot en met 2025.
Klimaat algemeen
Met een extra bijdrage aan het Central-African Forest Initiative (10 miljoen euro), een bijdrage aan de herkapitalisatie van het Climate Investment Fund (23 miljoen euro), en extra middelen voor het Least-Developed Countries Fund (25 miljoen euro) zet Nederland in op ondersteuning in de aanpak van klimaatcrises in ontwikkelingslanden.
Marktontwikkeling en markttoegang
De uitgaven voor marktontwikkeling en markttoegang zijn toegenomen , doordat een extra bijdrage beschikbaar werd gesteld voor het programma van Trade Mark East Africa om de gevolgen van de COVID-19 pandemie op te vangen. Tevens is een betaling aan Agriterra voor 2022 in 2021 betaald.
Materiële uitgaven
Vanwege de tegenvallende consulaire ontvangsten als gevolg van COVID-19 neemt de kostendekkendheid van de consulaire dienstverlening af. Het kabinet compenseert in 2021 de tegenvaller deels door incidenteel middelen beschikbaar te stellen. Daarnaast wordt verwacht dat overige materiële kosten, zoals representatiekosten en reiskosten, lager zullen uitvallen vanwege COVID-19.
Nieuwkomers oda middelen labelen als hgis
Er is sprake van een technische aanpassing waardoor ODA-middelen op de OCW-begroting voortaan direct zichtbaar zijn binnen de HGIS. Het betreft onderwijskosten voor asielzoekers uit DAC-landen.
Nog te verdelen
Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het bni. Om de stabiliteit van de algehele BHOS-begroting te versterken worden aanpassingen naar aanleiding van bijgestelde bni-ramingen op dit artikel opgevangen. Daarnaast worden binnen dit artikel de wijzigingen in de toerekeningen aan ODA, zoals eerstejaars opvang asielzoekers in Nederland, verwerkt.
Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen bni en/of toerekeningen
Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het bni. Om de stabiliteit van de algehele BHOS-begroting te versterken worden aanpassingen naar aanleiding van bijgestelde bni-ramingen op dit artikel opgevangen. Daarnaast worden binnen dit artikel de wijzigingen in de toerekeningen aan ODA, zoals eerstejaars opvang asielzoekers in Nederland, verwerkt. Als gevolg van ramingen van het Centraal Planbureau (CEP 2021) is de ontwikkeling van het bni, en daarmee het ODA-budget, meerjarig naar boven bijgesteld. Daarnaast is, op basis van bijgestelde in- en uitstroomramingen, de toerekening voor eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen lager geworden. Deze meevallers hebben het mogelijk gemaakt om enerzijds de in 2020 doorgevoerde kasschuif op ODA terug te draaien voor de jaren 2021-2025, en anderzijds te werken aan herstel van een oplopende buffercapaciteit op artikel 5.4. Ook is extra ingezet op de bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen door in 2021 72 miljoen euro vrij te maken. Verder was er sprake van een extra tegenvaller in de raming van de ODA-toerekening van eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen (38,2 miljoen euro). Hiertegenover stond een overheveling vanuit artikel 5.2 vanwege de Verdragsmiddelen voor Suriname waardoor aan het eind van het jaar de stand op artikel 5.4 naar nul kon worden teruggebracht.
Noodhulpprogramma's
Een deel van de positieve ODA-bijstelling door een hoger bni a.g.v. MEV wordt ingezet voor noodhulp. De bijdragen zijn voor het het centraal VN-fonds voor humanitaire hulp (CERF ‒ 9 miljoen euro), het regionaal fonds voor humanitaire hulp in de Sahel van OCHA (5 miljoen euro - Country Based Pooled Fund) en voor een extra bijdrag (3 miljoen euro) aan de Dutch Relief Allience. Dit is een Nederlandse alliantie van veertien noodhulporganisaties. Deze extra bijdrage was geoormerkt voor inzet ter bestrijding van de humanitaire crisis in Ethiopië. Daarnaast zijn de vanwege de crisis in Afghanistan niet meer inzetbare gedelegeerde middelen (23,5 miljoen euro) van post Kaboel overgeheveld naar het beleidsartikel voor noodhulp. Deze middelen zijn ingezet ten behoeve van het Afghanistan Humanitarian Fund en het Regional Refugee Prepearedness and Response Plan van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR.
ODA-toerekening
Een deel van de kosten van de opvang van eerstejaars asielzoekers uit ontwikkelingslanden wordt toegerekend aan ODA. Er is sprake van een technische aanpassing, waardoor de toerekening aan ODA voortaan direct zichtbaar wordt binnen de HGIS.
Onderuitputting HGIS non-ODA
Vanwege de ontwikkelingen in Kaboel is een project gericht op de veiligheid van hoogrisicoposten tot nader order gepauzeerd (24 miljoen euro). Hiernaast valt een contributie aan het crisisbeheersingsprogramma van de VN lager uit (15,7 miljoen euro). Ook de uitkeringsregeling Dutchbat III en Srebrenica komt in 2021 niet volledig tot realisatie (12,7 miljoen euro). Verder blijft een saldo op het bufferartikel onbenut (met name bni-mutaties en onderuitputting op LNV-middelen à 11,8 miljoen euro) en is er nog geen overeenstemming omtrent de renovatie van het Vredespaleis, waardoor de hiervoor gereserveerde middelen niet aangewend zijn (6,6 miljoen euro). Als laatste is er in het kader van de middelenafspraak huisvesting sprake van in totaal 17 miljoen euro aan onderuitputting op het apparaat, voortkomend uit de verkoop van vastgoed. De overige onderuitputting komt voort uit enkele kleinere posten
Tegenvaller njn: opvang coa oda (buffer)
De raming voor de asieltoerekening eerstejaarsopvang van asielzoekers is in het najaar van 2021 verlaagd. De toegenomen asieltoerekening die hieruit volgde is vanaf verdeelartikel 5.4 op de BHOS-begroting overgeboekt naar de begroting van JenV (38,2 miljoen euro).
Tegenvaller njn: opvang coa (1e jaars)/ oda
De raming voor de asieltoerekening eerstejaarsopvang is in het najaar van 2021 verlaagd. De toegenomen asieltoerekening die hieruit volgde is vanaf verdeelartikel 5.4 op de BHOS-begroting overgeboekt naar de begroting van JenV (38,2 miljoen euro).
Versterking maatschappelijk middenveld
Binnen artikel 3 vinden enkele overhevelingen plaats. De belangrijkste hiervan zijn 20 miljoen euro jaarlijks voor nieuwe SRGR-partnerschappen en 25 miljoen euro eenmalig voor een extra bijdrage aan COVAX.
Technische mutaties
HGIS-bijstelling a.g.v. bni-prijs
Naar aanleiding van de CEP- en MEV-ramingen van het Centraal Planbureau wordt het ODA-budget bijgesteld op basis van de verhoogde groeiverwachting van het bni.
Materiële uitgaven (desaldering)
Conform de middelenafspraak huisvesting zijn enkele panden verkocht en blijven de middelen beschikbaar om in de toekomst nieuwe panden aan te kunnen schaffen.
Niet-belastingontvangsten
Beleidsmatige mutaties
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
Als gevolg van COVID-19 is het aantal reisbewegingen en daarmee de consulaire ontvangsten gedaald. Door de reisbeperkingen vinden minder reisbewegingen plaats, waardoor er ook minder visa en andere consulaire documenten worden afgenomen.
Technische mutaties
Diverse ontvangsten (desaldering)
Er worden ontvangsten verwacht door de verkoop van vastgoed. Een deel van deze extra ontvangsten kunnen in hetzelfde jaar opnieuw worden ingezet om investeringen te doen binnen de kaders van de huisvestingsstrategie. Deze ontvangsten zijn onderdeel van de middelenafspraak huisvesting.
12 Coronagerelateerde uitgavenmaatregelen
Het kabinet heeft in 2020 besloten tot noodmaatregelen om de economische gevolgen van het coronavirus het hoofd te bieden. Gegeven deze uitzonderlijke situatie is daarbij besloten dat het reguliere uitgavenplafond niet gold voor de uitgaven uit de noodpakketten. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste zijn gegaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgden voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld. Dit geldt ook voor 2021.
Onderstaande tabel 12.1 toont de realisaties van de coronagerelateerde uitgavenmaatregelen per begrotingshoofdstuk die relevant zijn voor het EMU-saldo. In totaal blijkt dat in 2021 de uitgaven als gevolg van coronagerelateerde maatregelen zijn gestegen met 31,1 miljard euro.
De coronagerelateerde uitgaven worden nader toegelicht in de departementale jaarverslagen. Een uitgebreid overzicht van de overheidsfinanciën in coronatijd is ook terug te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd.
Begroting | 2021 |
Koninkrijksrelaties en BES fonds | 40 |
Buitenlandse Zaken | 14 |
Justitie en Veiligheid | 239 |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 143 |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 3.984 |
Nationaal Programma Onderwijs | 3.026 |
Diversen | 959 |
Financiën en Nationale Schuld | 540 |
Defensie | 30 |
Infrastructuur en Waterstaat | 1.334 |
Beschikbaarheidsvergoeding OV | 1.120 |
Diversen | 214 |
Economische Zaken en Klimaat | 5.496 |
TVL | 5.366 |
Diversen | 129 |
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 204 |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 9.380 |
NOW | 8.744 |
TOZO | 864 |
Diversen | 483 |
TOZO afrekening 2020 | ‒ 710 |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 8.440 |
GGD'en en veiligheidsregio's | 2.862 |
Testcapaciteit RIVM en GGD | 2.260 |
Diversen Zorg | 1.712 |
Vaccin ontwikkeling en medicatie | 830 |
Zorgbonus | 777 |
Gemeentefonds | 1.205 |
Provinciefonds | 13 |
Totaal EMU-relevante uitgaven | 31.062 |
Onderstaande tabel 12.2 toont de realisaties van coronagerelateerde uitgaven die niet relevant zijn voor het EMU-saldo. Dit betreft uitgaven aan leningen die naar verwachting in latere jaren worden terugontvangen, om deze reden zijn deze uitgaven aangemerkt als niet relevant voor het EMU-saldo. In totaal betrof dit in 2021 0,7 miljard euro.
Begroting | 2021 |
Koninkrijksrelaties en BES fonds | 417 |
Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao, Sint Maarten | 417 |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 25 |
Nationaal Programma Onderwijs | 25 |
Economische Zaken en Klimaat | 168 |
Leningen | 140 |
Voucherkredietfaciliteit reissector | 28 |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 50 |
Leningen TOZO | 50 |
Totaal niet EMU-relevante uitgaven | 660 |
13 Overzicht incidentele begrotingen en beroep op CW 2.27
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) met betrekking tot het begrotingsjaar 2021. Ook is aangegeven of bij het moment van indienen een beroep is gedaan op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016
1e ISB SZW | Coronamaatregelen steun- en herstelpakket | Ja | Ja | 10-12-2020 | 6-4-2021 |
1e ISB EZK | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 14-12-2020 | 22-6-2021 |
1e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 15-12-2020 | 9-3-2021 |
1e ISB GF | Coronamaatregelen jeugdpakket | Ja | Ja | 15-12-2020 | 13-7-2021 |
1e ISB OCW | Coronamaatregelen steun- en herstelpakket | Ja | Ja | 17-12-2021 | 13-7-2021 |
2e ISB EZK | Coronamaatregelen steun- en herstelpakket | Ja | Ja | 18-12-2020 | 22-6-2021 |
2e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 18-12-2020 | 25-5-2021 |
1e ISB JenV | Coronamaatregelen | Ja | Nee | 21-12-2020 | 2-3-2021 |
2e ISB OCW | Coronamaatregelen steun- en herstelpakket | Ja | Ja | 7-1-2021 | 29-6-2021 |
1e ISB FIN | Toeslagen | Ja | Ja | 15-1-2021 | 2-3-2021 |
1e ISB IenW | Coronamaatregelen WinAir | Ja | Ja | 15-1-2021 | 25-5-2021 |
3e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 15-1-2021 | 25-5-2021 |
1e ISB KR | Coronamaatregelen vierde tranche liquiditeitssteun aan Sint Maarten en Aruba, afwikkeling Girobank op Curaçao en de hypothecaire lening aan Winair | Ja | Ja | 25-1-2021 | 2-3-2021 |
3e ISB OCW | Coronamaatregelen sneltesten en steun lokale media | Ja | Ja | 27-1-2021 | 13-7-2021 |
NvW | 1e ISB SZW | nvt | nvt | 2-2-2021 | 6-4-2021 |
3e ISB EZK | Coronamaatregelen uitbreiding steunpakket | Ja | Ja | 3-2-2021 | 22-6-2021 |
1e ISB LNV | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 12-2-2021 | 15-6-2021 |
2e ISB GF | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 15-2-2021 | 13-7-2021 |
4e ISB OCW | Coronamaatregelen voor makers in culturele en creatieve sector vanwege de lockdown | Ja | Ja | 18-2-2021 | 2-11-2021 |
5e ISB OCW | Coronamaatregelen extra middelen eindexamens vo en pilots sneltesten in het po | Ja | Ja | 23-2-2021 | 13-7-2021 |
6e ISB OCW | Nationaal Programma Onderwijs: steunprogramma voor herstel en perspectief | Ja | Ja | 23-2-2021 | 29-6-2021 |
2e ISB IenW | Coronamaatregelen Beschikbaarheidsvergoeding OV | Ja | Ja | 2-3-2021 | 22-6-2021 |
4e ISB EZK | Coronamaatregelen TVL BES | Ja | Nee | 2-3-2021 | 13-7-2021 |
4e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 12-3-2021 | 29-6-2021 |
3e ISB GF | Coronamaatregelen steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl | Ja | Ja | 15-3-2021 | 6-7-2021 |
7e ISB OCW | Coronamaatregelen opschalen initiatieven kunst en cultuur voor kerstbare groepen | Ja | Ja | 23-3-2021 | 2-11-2021 |
5e ISB EZK | Coronamaatregelen aanvullingen op het economisch steun- en herstelpakket en tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 + ondersteuning start-ups en scale-ups | Ja | Nee | 25-3-2021 | 13-7-2021 |
3e ISB IenW | Coronamaatregelen tegemoetkoming vuurwerksector | Nee | Ja | 29-3-2021 | 22-6-2021 |
6e ISB EZK | Coronamatregelen voucherkrediet reissector en TOGS | Ja | Nee | 6-4-2021 | 13-7-2021 |
2e ISB KR | Coronamaatregelen voedselhulp, vijfde tranche liquiditeitssteun Aruba en steunmaatregelen Caribisch Nederland | Ja | Ja | 7-4-2021 | 1-6-2021 |
2e ISB JenV | Coronarellen | Ja | Nee | 8-4-2021 | 13-7-2021 |
3e ISB JenV | Toeslagen kwijtschelding publieke schulden | Ja | Nee | 8-4-2021 | 13-7-2021 |
1e ISB BZK | Toeslagen kwijtschelding publieke schulden | Ja | Ja | 8-4-2021 | 13-7-2021 |
8e ISB OCW | Toeslagen kwijtschelding schulden en studiefinancieringraming | Ja | Ja | 8-4-2021 | 13-7-2021 |
2e ISB FIN | Toeslagen kwijtschelding schulden | Ja | Ja | 8-4-2021 | 13-7-2021 |
2e ISB SZW | Toeslagen kwijtschelding schulden | Ja | Ja | 8-4-2021 | 13-7-2021 |
5e ISB VWS | Toeslagen kwijtschelding schulden | Ja | Ja | 8-4-2021 | 13-7-2021 |
4e ISB IenW | Coronamaatregelen beschikbaarheidsvergoeding OV | Ja | Nee | 12-4-2021 | 22-6-2021 |
9e ISB OCW | Coronamaatregelen middelen zelftesten mbo en ho in verband met COVID-19 | Ja | Ja | 13-4-2021 | 13-7-2021 |
7e ISB EZK | Coronamaatregelen fieldlab | Ja | Nee | 13-4-2021 | 13-7-2021 |
3e ISB FIN | Toeslagen kwijtschelding schulden | Ja | Ja | 20-4-2021 | 13-7-2021 |
6e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 23-4-2021 | 13-7-2021 |
2e ISB BZK | Coronamaatregelen grenstesten | Ja | Ja | 29-4-2021 | 12-10-2021 |
7e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 25-5-2021 | 12-10-2021 |
8e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 4-6-2021 | 12-10-2021 |
5e ISB IenW | Coronamaatregelen testen reizen | Ja | Nee | 21-6-2021 | 13-7-2021 |
4e ISB FIN | Toeslagen kwijtschelding schulden | Ja | Nee | 22-6-2021 | 13-7-2021 |
10e ISB OCW | Plafondcorrectie middelen Nationaal Programma Onderwijs en extra middelen boekenvak | Ja | Ja | 29-6-2021 | 12-10-2021 |
9e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 9-7-2021 | 7-12-2021 |
8e ISB EZK | Coronamaatregelen inzake evenementen en mentale steun | Ja | Ja | 19-7-2021 | 14-12-2021 |
10e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 26-7-2021 | 7-12-2021 |
3e ISB BZK | Coronamaatregelen lokale en regionale culturele voorzieningen, stikstofreductie en ventilatie in scholen | Nee | Ja | 31-8-2021 | 21-12-2021 |
3e ISB SZW | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 31-8-2021 | 30-11-2021 |
11e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 8-9-2021 | 21-12-2021 |
NvW | 3e ISB BZK | nvt | nvt | 20-9-2021 | 21-12-2021 |
5e ISB JenV | Naleving controle coronatoegangsbewijzen | Ja | Ja | 30-9-2021 | 21-12-2021 |
4e ISB JenV | Tegemoetkoming schade overstroming Limburg | Ja | Nee | 30-9-2021 | 21-12-2021 |
9e ISB EZK | Coronamaatregelen o.a. nachtsluiting + TVL | Ja | Nee | 11-10-2021 | 25-1-2022 |
11e ISB OCW | Coronamaatregelen tegemoetkoming ongeplaceerde (culturele)
activiteiten |
Ja | Ja | 13-10-2021 | 21-12-2021 |
12e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 15-10-2021 | 15-2-2022 |
12e ISB OCW | Coronamaatregelen verlenging tegemoetkoming ongeplaceerde
(culturele) activiteiten |
Ja | Ja | 15-11-2021 | 21-12-2021 |
13e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 19-11-2021 | 15-2-2022 |
14e ISB VWS | Coronamaatregelen | Ja | Ja | 10-12-2021 | 22-3-2022 |
1e ISB DEF | Aanpassing verplichtingen taakuitvoering landstrijdkrachten en kerndepartement | Nee | Nee | 21-12-2021 | In behandeling TK |
1e ISB DMF | Aanpassing verplichtingen infra en vastgoed en IT | Nee | Nee | 21-12-2021 | In behandeling TK |
__https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/06/30/kamerbrief-stand-van-zaken-subsidieregeling-sanering-varkenshouderijen↩︎