[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het uitkeren van een schadevergoeding aan de Groesbeekse kopschoppers

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D19254, datum: 2022-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2755).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z04077:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2755

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het uitkeren van een schadevergoeding aan de Groesbeekse kopschoppers (ingezonden 4 maart 2022).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 16 mei 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2225.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de Groesbeekse kopschoppers een schadevergoeding van het Openbaar Ministerie (OM) ontvingen?1 Herinnert u zich nog eerdere Kamervragen over deze unieke zaak?2

Antwoord 1

Als een strafzaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel kan de rechter, zo is bepaald in het Wetboek van Strafvordering, op verzoek van de gewezen verdachte een vergoeding toekennen voor – onder meer – de tijd die door de voormalig verdachte is doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis en kosten van rechtsbijstand in de strafzaak. Toekenning van de vergoeding mag dan – ook ingevolge de rechtspraak van het EHRM – niet worden geweigerd op de grond van het vermoeden dat de verdachte toch schuldig zou zijn aan de strafbare feiten waarvan hij werd verdacht. De rechter beoordeelt op grond van billijkheid of en welke vergoeding passend is. Dat is ook in deze zaak gebeurd. Het past mij niet om een oordeel te geven over de beslissingen van de rechter in individuele zaken.

Vraag 2

Kunt u uitleggen waarom het OM schadevergoedingen aan de drie verdachten heeft overgemaakt?

Antwoord 2

Het is niet het OM dat een eventuele schadevergoeding toekent aan een gewezen verdachte, maar de rechter. Zie verder het antwoord op vraag 1.

Vraag 3

Waarom meent het OM dat hier sprake is van «onterecht vastzitten» ondanks het feit dat het zich uit de zaak heeft teruggetrokken en dus nooit in hoger beroep is vastgesteld of de verdachten schuldig konden zijn, terwijl de rechtbank de verdachten wel schuldig heeft bevonden?

Antwoord 3

Zoals ook in het antwoord op vraag 1 aangegeven, is voor het toekennen van een schadevergoeding niet van belang of er sprake is van «onterecht vastzitten».

Vraag 4

Kunt u ten slotte aangeven waarom het OM zich eigenlijk tijdens het hoger beroep heeft teruggetrokken? Wat waren de zogenaamde «zwaarwegende belangen»? Deelt u de mening dat het zeer onbevredigend blijft, voor de samenleving als geheel maar voor het slachtoffer in het bijzonder, dat totaal onduidelijk en geheim blijft wat er nu precies in deze strafzaak is gebeurd?

Antwoord 4

Zoals eerder in antwoorden op Kamervragen aan uw Kamer aangegeven heeft het OM zich genoodzaakt gevoeld in deze zaak te verzoeken het OM niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging vanwege een probleem, dat in de strafzaak was gerezen.3 Het OM moest door het probleem dat was ontstaan een afweging maken tussen verschillende belangen waaronder die van het slachtoffer. Uitkomst van deze belangenafweging is geweest dat de rechtszaak niet kon worden doorgezet om de zwaarwegende belangen te beschermen. Het OM en ik beseffen terdege dat dit onbevredigend is voor natuurlijk in de eerste plaats het slachtoffer, maar ook voor de samenleving als geheel. Het OM noch ik kunnen echter openheid geven over de zwaarwegende belangen. Als ik hier wel openheid over zou geven, zouden deze zwaarwegende belangen – die nog steeds spelen – ernstig kunnen worden geschaad. Het OM heeft materiële en immateriële schade veroorzaakt door de strafbare feiten aan het slachtoffer vergoed.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft vanwege zijn toezichthoudende taak op het OM een oriënterend onderzoek gedaan waar mijn voorganger uw Kamer bij brief van 21 april 2021 over heeft geïnformeerd.4 De procureur-generaal komt in zijn onderzoek tot de conclusie dat het OM in redelijkheid bovengenoemde belangenafweging kon maken.


  1. Gelderlander, Kopschoppers Groesbeek kregen schadevergoeding van justitie, 3 maart 2022, https://www.gelderlander.nl/home/kopschoppers-groesbeek-kregen-schadevergoeding-van-justitie~a1899c23/↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1316, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 34 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 662↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1316, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 34 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 662↩︎

  4. Kamerstuk 29 279, nr. 650↩︎