[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag over het verzoekschrift van de heer D.G. te W. betreffende bezwaar tegen aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen

Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Verslag commissie Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nummer: 2022D19881, datum: 2022-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35977-9).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35977 -9 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven.

Onderdeel van zaak 2022Z09759:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 977 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 9 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN DE HEER D.G. TE W.2 BETREFFENDE BEZWAAR TEGEN AANSLAG INKOMSTENBELASTING/PREMIE VOLKSVERZEKERINGEN

Vastgesteld op 18 mei 2022

Klacht

Verzoeker beklaagt zich over de gang van zaken rond de bezwaarprocedure met betrekking tot zijn aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2010. Een voorlopige teruggaaf werd zonder zijn medeweten overgemaakt naar zijn toenmalige curator. Bij de definitieve vaststelling van de aanslag bleek verzoeker hier echter geen recht op te hebben en werd het bedrag bij hem teruggevorderd. Hij voelt zich onterecht behandeld door de Belastingdienst. Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

In april 2013 werd verzoeker geconfronteerd met het feit dat reeds in 2011 een voorlopige teruggave inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 2010 was uitgekeerd aan zijn curator zonder dat hij daar van wist, terwijl dit bedrag nu van hem werd teruggevorderd. Navraag leerde hem dat er geen recht op teruggave bestond aangezien verzoeker het opgaveformulier verkeerd zou hebben ingevuld, dat wil zeggen een foutief vakje zou hebben aangekruist hetgeen hij betwist.

Verzoeker heeft bezwaar aangetekend tegen de handelwijze van de Belastingdienst aangezien hij het vermoeden had dat zijn brieven door de dienst werden geantidateerd, dat de inhoud van zijn bezwaar zou zijn gewijzigd, dat hem een gesprek over deze handelwijze zou zijn geweigerd en dat de SVB hem ook nog gekort zou hebben op zijn AOW-uitkering wegens schuldige nalatigheid, waardoor hij in werkelijkheid het verschuldigde bedrag van de aanslag deels dubbel terugbetaalt.

Verzoeker is van mening dat er in zijn zaak parallellen zijn te trekken met de zogenaamde toeslagenaffaire aangezien hij de indruk heeft dat de burger buiten de deur wordt gehouden en de menselijke maat uit het oog wordt verloren.

De Staatssecretaris van Financiën schrijft in zijn reactie d.d. 5 juli 2021 naar aanleiding van het verzoek van de commissie om inlichtingen over dit verzoekschrift dat op basis van de door verzoeker ingevulde aangifte IB/PVV 2010 in juni 2011 een voorlopige teruggaaf is vastgesteld.

Na aftrek van enkele correcties is het resterende bedrag ad € 3.685 overgemaakt naar de boedelrekening van de curator, aangezien adressant van februari 2004 tot februari 2014 in staat van faillissement verkeerde. Bij vaststelling van de definitieve aanslag in juni 2013 bleek echter dat verzoeker geen recht had op vrijstelling van AOW/Anw en zodoende € 3.343 moest betalen. Deze vordering is aangemeld bij de curator maar niet betaald. Verzoeker geeft aan dat hij nog diezelfde maand bezwaar heeft ingediend tegen de aanslag IB/PVV 2010 en einde juli 2013 nog een herinnering heeft gestuurd. Volgens de inspecteur is het bezwaar echter niet tijdig ontvangen en dus als niet ontvankelijk aangemerkt. Verzoeker is hiertegen niet in beroep gegaan. De inspecteur heeft het bezwaarschrift vervolgens wel ambtshalve beoordeeld, maar afgewezen gezien het feit dat de voorlopige teruggave op de rekening van de curator is uitbetaald, geen gevolgen heeft voor de vaststelling van de definitieve aanslag. Was het bezwaarschrift wel op tijd ontvangen dan nog was het besluit niet anders geweest omdat verzoeker geen recht had op de door hem geclaimde vrijstelling AOW/Anw. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) onderzoekt of de in de aanslag begrepen AOW-premie toerekenbaar is, in welk geval verzoeker schuldig-nalatig kan worden verklaard, hetgeen vervolgens is geschied. Volgens de Staatssecretaris is er geen aanleiding om de Belastingdienst te verzoeken de beslissing te herzien.

Overwegingen

In zijn reactie schrijft verzoeker dat hij de aanslag IB/PVV 2010 nimmer zelf heeft bestreden. Ook zegt hij niet te geloven zelf een fout gemaakt te hebben bij het aankruisen van vrijstelling van AOW/Anw. Verder geeft hij aan ruim binnen de termijn bezwaar te hebben aangetekend tegen de gang van zaken rond de uitbetaling van de voorlopige teruggaaf aan de curator in plaats van aan hemzelf. Hij is van mening dat de Belastingdienst het verschuldigde bedrag van de curator had moeten terugeisen en vindt het unfair dat hij nu gedwongen wordt de aanslag in feite dubbel te betalen en daarnaast als sanctie ook nog gekort te worden op zijn AOW-uitkering in verband met het verwijt van schuldige nalatigheid.

De Staatssecretaris antwoordt op 7 oktober 2021 dat een bezwaarschrift slechts betrekking kan hebben op een aanslag, niet op de eis dat het bedrag bij een derde wordt geïnd. Als bewijs dat verzoeker een fout heeft gemaakt bij het invullen van zijn aangifteformulier heeft de bewindsman een afschrift hiervan als bijlage bij zijn brief opgenomen, waaruit blijkt dat verzoeker heeft aangekruist het hele jaar niet verzekerd te zijn geweest voor AOW/Anw. Tegen het niet ontvankelijk verklaren van zijn bezwaarschrift is verzoeker niet in beroep gekomen. Verder had verzoeker een gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank kunnen indienen over het handelen van de curator.

De Belastingdienst was wettelijk verplicht om de voorlopige teruggaaf IB/PVV over te maken naar de boedelrekening van de curator, waaruit de schuldeisers alsmede zijn eigen kosten worden betaald. De definitieve aanslag is volgens de wettelijke regels opgelegd aan verzoeker.

Oordeel van de commissie3

De commissie is van oordeel dat, voor zover zij kan opmaken uit de inlichtingen van de Staatssecretaris, de Belastingdienst in deze casus strikt heeft gehandeld naar de letter van de wet. Voor verzoeker die tien jaar in staat van faillissement verkeerde, is het een hard gelag een definitieve aanslag IB/PVV te moeten betalen en een korting op zijn AOW/Anw-uitkering te moeten incasseren als gevolg van een fout kruisje in een aangiftebiljet, in de wetenschap dat een voorlopige teruggaaf door de Belastingdienst naar de boedelrekening van zijn curator is overgemaakt. Verzoeker kon dus niet beschikken over het voorschotbedrag dat hij nadien wel heeft moeten terugbetalen. Naar de mening van de commissie had de Belastingdienst verzoeker op zijn minst voor een gesprek moeten uitnodigen om tekst en uitleg te geven over haar handelwijze. Uit het oogpunt van het toepassen van een menselijke maat en het kweken van wederzijds begrip beveelt de commissie de Belastingdienst aan dat alsnog te doen.

Voorstel aan de Kamer

De commissie ziet geen aanleiding aan de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,
El Yassini

De waarnemend griffier van de commissie,
Hessing-Puts


  1. Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, ter inzage van de leden.↩︎

  2. Naam en adres van de verzoeker zijn de commissie bekend.↩︎

  3. De commissie bestaat uit de leden: commissie bestaat uit de leden: El Yassini (voorzitter, VVD), Sahla (D66), A. Mulder (CDA), Leijten (SP), Bromet (GL), Van Houwelingen (FVD), Stoffer (SGP), Koekkoek (Volt)) en de plaatsvervangend leden: Kamminga (VVD), Van Beukering-Huijbregts (D66), Kuik (CDA), Van der Lee (GL), Kerseboom (FVD) en Dassen (Volt).↩︎