De kosten van deelname aan WEF-bijeenkomsten
Schriftelijke vragen
Nummer: 2022D20833, datum: 2022-05-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z10171).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid (Ooit FVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z10171:
- Gericht aan: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2022Z10171
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister voor Buitenlandse Handelen en Ontwikkelingssamenwerking over de kosten van deelname aan WEF-bijeenkomsten (ingezonden 23 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met uw beantwoording van Kamervragen over de kosten van deelname van kabinetsleden aan WEF-bijeenkomsten (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2806)?
Vraag 2
Voor de zekerheid, kan uit uw beantwoording worden geconcludeerd dat kabinetsleden in 2018, 2019 en 2020 geen «lidmaatschapscontributie» (d.w.z. «membership fee», «partnership» of «participation fee»1) hebben afgedragen aan het WEF (zoals grote bedrijven in ieder geval wel moeten doen2)? Indien kabinetsleden wel lidmaatschapscontributie hebben moeten betalen aan het WEF, hoeveel bedraagt deze contributie dan?
Vraag 3
Tot slot, in uw beantwoording verwijst u een aantal keer naar (extra) verantwoordelijkheden en afspraken waardoor mevrouw Kaag langer bij WEF bijeenkomsten aanwezig moest zijn, kunt u omschrijven welke bijzondere taken mevrouw Kaag moest vervullen waardoor ze langer aanwezig moest zijn?