[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Ontwerp Beleidsprogramma Klimaat

Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Brief regering

Nummer: 2022D22585, datum: 2022-06-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32813-1049).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1049 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z11001:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 1049 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2022

Onze aarde warmt op, de zeespiegel stijgt en we krijgen steeds vaker te maken met extreem weer. Dit bedreigt het leven van mensen, dieren en de natuur. En het richt enorme schade aan. We moeten meer doen dan we al deden om onherstelbare en kostbare schade door klimaatverandering te voorkomen. De alarmerende boodschap uit het meest recente klimaatrapport van de Verenigde Naties maakt dat nogmaals duidelijk. Het rapport laat ook zien dat er genoeg mogelijkheden zijn voor actie.

Net zoals onze buren in Europa, zijn we als land nu nog afhankelijk van olie, kolen en gas. Deze afhankelijkheid is ongemakkelijk, zeker in het licht van de Russische invasie in Oekraïne. We zien onze rekeningen stijgen, waardoor de oorlogskas van Poetin zich verder vult. Dit is een extra reden om versneld ons klimaat en energiebeleid te realiseren. De klimaattransitie gaat veel van ons vragen. Van de manier waarop we elektriciteit opwekken tot de manier waarop we ons huis verwarmen. Van hoe we reizen tot hoe de industrie werkt. Van de manier waarop we bouwen tot hoe we ons eten maken. Dat zal niet altijd vanzelf gaan. We zullen ook tegenslagen meemaken, maar onze ambitie staat als een huis: Nederland klimaatneutraal in uiterlijk 2050.

Met de klimaat- en energieparagraaf in het Coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) zijn de Nederlandse klimaatdoelen aangescherpt. De afgelopen maanden heb ik, samen met mijn collega bewindspersonen, hard gewerkt aan de uitwerking en concretisering van het klimaatbeleid van dit kabinet. Het beleidsprogramma Klimaat moet er in combinatie met het wetgevingsprogramma voor zorgen dat we onze ambitie gaan waarmaken. Dat doen we door te werken aan een duurzame energievoorziening met windmolens op de Noordzee, zonnepanelen op onze daken, meer duurzaam geproduceerde warmte en nieuwe kerncentrales. Mensen en MKB helpen we om groenere keuzes te maken. Zo maken we het aantrekkelijker en gemakkelijker om beter te isoleren, zetten we in op duurzame kringlooplandbouw én maken we duurzaam vervoer aantrekkelijker. Zo zorgen we dat iedereen mee kan doen en dat niemand achterblijft. Zo investeren we in een duurzame toekomst.

De omschakeling naar duurzame energie zal merkbaar zijn voor iedereen, burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. We zullen bijvoorbeeld goed moeten kijken hoe we windmolens en zonneparken inpassen in ons landschap. Sommige vervuilende producten zullen iets duurder worden. We zullen bewuster en zuiniger om moeten gaan met energie. De grootste vervuilers hebben daarbij het meeste werk te verzetten. We voeren een energiebesparingsplicht in voor de industrie en verhogen de CO2-heffing. Met de 20 grootste vervuilers maken we afspraken zodat zij verder vergroenen. Belastingvrijstellingen in energie-intensieve sectoren pakken we aan. Zodat iedereen naar draagkracht bijdraagt aan de verduurzaming van Nederland.

Dit kabinet stelt hoge ambities, maar is zich zeer bewust van de beperkingen waar we mee te maken krijgen in de uitvoering. Dat geldt bijvoorbeeld voor de krapte op de arbeidsmarkt – het is allang niet meer de vraag of de transitie banen oplevert, maar of er genoeg mensen zijn om de banen in te vullen. Daarnaast kan het gebrek aan stikstofruimte als gevolg van de huidige staat van de natuur de realisatie van verduurzaming in alle sectoren vertragen. Bijvoorbeeld bij de realisatie van hernieuwbare energieprojecten en de aanleg van infrastructuur voor de verduurzaming van de industrie. Het kabinet zet alles op alles om te voorkomen dat de krapte op de arbeidsmarkt en de stikstofcrisis de oplossing van de klimaatcrisis in de weg staan.

Om de energietransitie op een verstandige manier vorm te geven, gaan we de aanwezige denkkracht in de wetenschap en samenleving beter benutten. De wetenschappelijke adviesraad die ik ga instellen vervult hierbij een belangrijke rol. Net als de generatietoets die ervoor gaat zorgen dat we beleid voortaan toetsen op de impact op komende generaties. Ik zal dit beleidsprogramma na verzending aan uw Kamer ook openstellen voor een publieke consultatie.

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Minister voor Natuur en Stikstof (N&S), de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK), de Minister van Financiën, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst (FB) en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, het ontwerp-beleidsprogramma Klimaat aan. Dit ontwerp-beleidsprogramma bevat de uitwerking van het klimaatbeleid uit het Coalitieakkoord en bevat de hoofdlijnen van het klimaatbeleid tot en met 2030 – gericht op het realiseren van de (aangekondigde) aangescherpte doelen uit de Klimaatwet. Het beleidsprogramma is een aanvulling op het Klimaatplan uit 2020 dat werd gebaseerd op het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 342); op de fundamenten waarvan het kabinet voortbouwt.

Van ontwerp naar definitieve vaststelling beleidsprogramma

Conform de Klimaatwet wordt het ontwerp-beleidsprogramma tegelijk met de aanbieding aan de Eerste en Tweede Kamer ter publieke consultatie voorgelegd. Tevens wordt de Raad van State om advies gevraagd. Een aangepaste versie van het ontwerp-beleidsprogramma waarin zienswijzen uit de consultatie en het advies van de Raad van State zijn verwerkt, zal dit najaar tegelijkertijd met de concept-Klimaatnota worden aangeboden aan uw Kamer1. Het beleidsprogramma wordt vervolgens, na parlementaire behandeling, definitief vastgesteld.

Bijstelling beleidsprogramma voorjaar 2023

Zowel in het licht van het Urgenda-vonnis als de realisatie van de 55% reductie in 2030 is een versnelling van de emissiereductie noodzakelijk. Om met voldoende zekerheid het aangescherpte doel van 55% reductie in 2030 te realiseren, wil het kabinet zich bij de uitwerking van het klimaatbeleid richten op 60% emissiereductie, zodat ook bij tegenvallers de 55% reductie niet in het geding is.

Het ontwerp-beleidsprogramma wordt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) beoordeeld in de KEV2022. De KEV2022 zal uitwijzen of het ontwerp-beleidsprogramma de 55% reductie met een grote mate van zekerheid kan realiseren. Het kabinet wil niet wachten op de uitkomsten van de doorrekening met het voorbereiden van mogelijke beleidsaanscherpingen. Daarom zal deze zomer een traject starten met een analyse van het ontwerp-beleidsprogramma in samenwerking met externe onderzoeksbureaus en planbureaus. De analyse moet in kaart brengen welke aanvullingen op het beleidsprogramma denkbaar zijn om een bijdrage te leveren aan het realiseren van 55% emissiereductie in 2030.

De besluitvorming over de aanscherping van het beleidsprogramma vindt, om aan te sluiten op de begrotingscyclus, plaats in het voorjaar van 2023. Dit najaar zal in de Klimaatnota over de voortgang van het traject worden geïnformeerd.

De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten


  1. De concept-Klimaatnota verschijnt dit jaar gelijktijdig met de Miljoenennota.↩︎