Rapport vrijwillige ouderbijdrage in het PO en VO
Primair Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2022D25186, datum: 2022-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-625).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -625 Primair Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2022Z12217:
- Indiener: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-06-28 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-29 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 293 Primair Onderwijs
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 625 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2022
Zoals aangekondigd in de kabinetsreactie op het Onderwijsraadadvies «Publiek karakter voorop» is er in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoek gedaan naar de vrijwillige ouderbijdrage.1 De aanleiding voor dit onderzoek is de motie van het lid De Hoop (PvdA) die de regering verzoekt om een limiet te stellen aan de vrijwillige ouderbijdrage.2 Bij deze biedt ik uw Kamer het door Regioplan opgestelde onderzoeksrapport aan.
Het rapport biedt inzicht in de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage in het funderend onderwijs. Ook bevat het een verkenning van mogelijke scenario’s voor het stellen van een limiet aan de vrijwillige ouderbijdrage.
Extra activiteiten die buiten de lessen om plaatsvinden kunnen van meerwaarde zijn voor zowel de leerling als de school. In de nadere uitwerking van de verschillende scenario’s zullen wij ook vanuit die gedachte bezien welk scenario het meest voor de hand ligt. De komende maanden ga ik met het onderwijsveld verder in gesprek over de mogelijke scenario’s. Aan de hand van deze gesprekken kom ik na de zomer met een inhoudelijke reactie op het rapport.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma